iON PRO SESSION Module Overview

Categorie
Muziek drums
Type
Module Overview

Deze handleiding is ook geschikt voor

26
INLEIDING
Om te beginnen met uw ION PRO SESSION DRUMS monteert u de drum en sluit u de drums aan op de module,
zoals wordt uitgelegd in de meegeleverde Montageposter.
Sluit een speakersysteem aan op de uitgang voor STEREO OUTPUT op het achterpaneel (of een koptelefoon op
aansluiting HEADPHONE). Schakel de module in, schakel hierna de speakers in en begin met drummen!
Om een drumkit te selecteren drukt u op knop KIT van de module, waarna met de knoppen voor VALUE + / - (waarde
+ / -) het kitnummer wordt gewijzigd.
Als u meer met de module wilt doen, kunt u meespelen met de meegeleverde muziek, uw eigen prestaties opnemen
en het geluid van de drums aanpassen. Hieronder volgt een kort overzicht van de functies en bedieningselementen
van de geluidsmodule. Voor meer gedetailleerde uitleg over het gebruik van de module raadpleegt u de volgende
hoofstukken van deze handleiding.
OVERZICHT
FUNCTIES FRONTPANEEL
1. VOLUME – Stelt het hoofdgeluidsniveau in.
2. VALUE +/- Verlaagt of verhoogt de waarde
van de parameter die op de LCD wordt
weergegeven.
3. TEMPO – Schakelt naar modus Tempo
Adjustment (tempo-aanpassing). Gebruik de
knoppen voor VALUE + / - om het tempo te
verhogen of te verlagen.
4. PAD INDICATORS – Geeft het drumkussen
aan waarop op dat moment gespeeld wordt.
Bij het afspelen van patronen zal deze
display ook weergeven op welk drumkussen
moet worden geslagen om het ritme te
reproduceren.
5. CLICK Schakelt de metronoom in of uit.
6. DRUM OFF – Bij het afspelen van patronen
kunnen de drum-delen worden gedempt als u
zelf op de muziek wilt jammen. Druk op deze
knop om de drum-delen te dempen of te
horen.
7. START / STOP – Start of stopt het huidige
patroon.
8. PATTERN – Schakelt naar modus Pattern
Select (patroon selecteren). Gebruik de
knoppen voor VALUE + / - om tussen patronen te wisselen. Raadpleeg sectie "Patronen" voor meer
informatie.
9. SOUND – Schakelt naar modus Sound Select (stem selecteren). In deze modus kunt u het geluid van elk
drumkussen aanpassen. De module bevat 108 geluiden die u aan elk van de drumkussens kan toewijzen om
aangepaste kits samen te stellen. Raadpleeg sectie "Creëren van aangepaste kits" voor meer informatie.
10. KIT – Schakelt naar modus Kit Select (kit selecteren). Gebruik de knoppen voor VALUE + / - om tussen de
verschillende drumkits te wisselen. Raadpleeg sectie "Kits " voor meer informatie.
11. LCD – Geeft de huidige parameterwaarden en indicatorlampjes weer voor Kit (kit), Sound (stem) en Pattern
(patroon).
12. VOLUME – Om het volume van individuele onderdelen te wijzigen (klik, kit, sound, pattern) wordt op de
overeenkomstige knop van het aan te passen onderdeel gedrukt. Hierna wordt op knop VOLUME gedrukt.
Gebruik nu de knoppen voor VALUE om het volume te wijzigen.
N.B.: SOUND stelt u in staat het volume van de individuele drumkussens aan te passen. Sla op het
drumkussen dat aangepast moet worden en gebruik de knoppen voor VALUE + / - om het volume ervan te
wijzigen.
13. SAVE / REC – Druk éénmaal op deze knop om naar modus Kit Save te schakelen. In modus Kit Save kan de
kit worden opgeslagen naar één van de 5 plekken voor User Kits. Raadpleeg sectie "Bewaren van kits" voor
meer informatie.
Om te schakelen naar modus Record (opnemen) wordt de knop ingedrukt en ingedrukt gehouden tot REC LED
begint te knipperen. In modus Record kunnen eigen prestaties opgenomen worden tijdens het spelen.
Raadpleeg sectie "Opnemen".
27
FUNCTIES ACHTERPANEEL
1. POWER IN – Sluit de stroomadapter hier aan; sluit de adapter daarna aan op een wandcontactdoos voordat de
module wordt ingeschakeld.
2. POWER SWITCH – Schakelt de module in of uit.
3. HEADPHONES – Om in stilte te oefenen kan een koptelefoon
met een stekker van 1/8" op deze aansluiting worden
aangesloten.
4. STEREO OUTPUT – Dit is de hoofduitgang voor stereo. Sluit
deze uitgang aan op een speakersysteem of versterker.
5. MIX INPUT – Als u met een CD- of MP3-speler wilt meespelen,
sluit deze dan met een 1/8" stekker aan op deze ingang.
6. KICK TYPE SWITCH – Stel deze schakelaar in om het type
kick-drum dat u met de module gebruikt, te selecteren.
Selecteer "SWITCH" wanneer het pedaal een eenvoudige
voetschakelaar is. Selecteer "PAD" als het kick-pedaal een
snelheidsgevoelig kussen is (met een standaard kick-
drumpedaal).
N.B.: Gebruik de instelling "Switch" van het bij de kit
meegeleverde voetpedaal.
7. TRIGGER INPUT CONNECTION – Sluit de meegeleverde kabelslang aan op deze aansluiting; sluit hierna de
kabels aan op hun respectievelijke triggers. Raadpleeg de meegeleverde aparte Montagegids voor instructies
voor installatie.
KITS
Wat is een kit? Een kit is een verzameling van verschillende drumgeluiden. U kunt het geluid van de drums snel
wijzigen door een andere kit te selecteren. De drummodule kan tot 15 kits bevatten – 10 vooringestelde en 5 door
gebruikers gedefinieerde kits.
Vooringestelde kits zijn de kits die we voor u hebben samengesteld om direct te kunnen gebruiken. User Kits zijn
aangepaste kits die u zelf kunt maken met de meegeleverde geluiden.
SELECTEREN VAN EEN KIT
De module wordt geleverd met 10 vooringestelde kits (001 -
010) en 5 door gebruiker te definiëren kits (011 - 015). Om
een kit te selecteren:
1. Druk op KIT om te schakelen naar modus Kit Select
(kit selecteren). De LCD zal het nummer van de
huidige kit (001 - 010) weergeven en de indicator
voor Kit zal oplichten.
2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een kit te
selecteren.
3. Om het volume van de kit aan te passen (dat
verschilt van het hoofdvolumeniveau van de module)
wordt op VOLUME gedrukt om te schakelen naar
modus Volume Adjustment (volume-instelling). De
Volume-indicator zal oplichten en de LCD zal het
huidige volume van de kit weergeven. Gebruik VALUE +/- om
het volume aan te passen.
Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op KIT
gedrukt om terug te keren naar modus Kit Selection of op een
andere knop.
N.B.: Wanneer de module zich in modus
Record Ready bevindt, zal de LCD het
huidige volume van de kit weergeven, maar
kan het volume niet gewijzigd word.
28
CREËREN VAN AANGEPASTE KITS
Er zijn 108 ingebouwde geluiden (Sounds genoemd)
meegeleverd, waaruit gekozen kan worden om het
geluid van de drumkussens aan te passen. Om een
drumgeluid aan een drumkussen toe te wijzen:
1. Druk op SOUND om te schakelen naar modus
Sound Select (stem selecteren). De LCD zal het
huidige Sound-nummer weergeven en de Sound-
indicator zal oplichten.
2. Sla op het drumkussen waaraan u een geluid wilt
toewijzen.
3. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een
Sound te selecteren.
4. Om het volume van het drumgeluid aan te
passen, wordt op VOLUME gedrukt om te
schakelen naar modus Volume Adjustment. Sla hierna op het drumkussen waarvan het volume moet worden
aangepast en gebruik de knoppen voor VALUE om het volume aan te passen. De Volume-indicator zal
oplichten en de LCD zal het huidige volume van de trigger aangeven. Gebruik VALUE +/- om het volume aan
te passen.
Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op SOUND gedrukt om terug te keren naar modus Sound
Selection of op een andere knop.
BEWAREN VAN KITS
Als een vooringestelde kit is aangepast, of een
aangepaste kit is gecreeerd, is het nodig deze op te
slaan naar één van de vijf plekken voor door gebruikers
gedefinieerde kits (011 - 015) als deze kit op een later
tijdstip weer gebruikt moet worden. Om een kit te
bewaren:
1. Druk op SAVE (opslaan) om te schakelen naar
modus Kit Save (kit bewaren). De LCD zal het
huidige Kit-nummer weergeven en de Kit-
indicator zal oplichten.
2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een
door gebruikers gedefnieerde kit (-11 - 015) te
selecteren De nummers voor deze kits zullen op
de LCD knipperen.
3. Druk op SAVE om de kit op te slaan naar het betreffende kitnummer. (Daarbij inbegrepen alle drumgeluiden
en -volumes.)
METRONOOM
De module heeft een ingebouwde metronoomfunctie. De metronoom helpt u de tijd bij te houden tijdens het spelen.
De metronoom kan op elk gewenst moment in- en uitgeschakeld worden met een druk op knop CLICK; ook kunnen
tempo, maatteken, volume en "klik"-geluid worden ingesteld.
AANPASSEN VAN HET TEMPO
Om het tempo van de metronoom aan te passen:
1. Selecteer een patroon (raadpleeg sectie
PATRONEN).
2. Druk op TEMPO om te schakelen naar naar
modus Tempo Adjustment (tempo-aanpassing).
De LCD zal het de huidige tempowaarde voor het
betreffende patroon weergeven. Het bereik van
de metronoom is 30 - 280 BPM ( "beats per
minute").
3. Gebruik VALUE +/- om het tempo aan te passen .
N.B.: Het aanpassen van het tempo van de
metronoom wijzigt ook het tempo van het op dat
moment geselecteerde patroon. U kunt tegelijk
op + en - drukken om terug te keren naar het standaard tempo van het patroon.
29
SELECTEREN VAN MAATTEKEN EN AANPASSEN VAN VOLUME
Een maatteken definieert het aantal beats in een 'maat'. Hier
wordt, in andere woorden, aangegeven hoe een drummer tijd en
ritme bijhoudt.
Het meest gebruikte maatteken is 4/4 (EEn, twee, drie, vier, EEN,
twee, drie, vier). Een ander veel gebruikte maat is 3/4 (EEN,
twee, drie, EEN, twee, drie). De downbeat (of de 'EEN') wordt
aangegeven door een groen licht en ander klikgeluid dan de
andere beats.
Om een maatteken dat de metronoom moet volgen, te selecteren:
1. Druk op CLICK om de metronoom te activeren. De LCD zal
de huidige maat weergeven. Er zijn negen verschillende
maten waaruit gekozen kan worden: 1/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8 en 6/8.
2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een maat te selecteren.
N.B.: De indicator voor 'Click' zal tegelijk met de beat van het geselecteerde patroon oplichten, of de metronoom nu
wel of niet is ingeschakeld
SELECTEREN VAN EEN METRONOOMGELUID
Om het 'klik'-geluid dat de metronoom zal maken, te selecteren:
1. Druk op CLICK en houd de knop ingedrukt.
2. Terwijl CLICK wordt ingedrukt, kan met VALUE + / - een
klikgeluid worden geselecteerd (“CL1”, “CL2”, “CL3” of
“CL4”). U kunt kiezen uit een standaard metronoomklik
(standaard), een piep, een koebel of een stem.
AANPASSEN VAN HET VOLUME VAN DE METRONOOM
Om het volume van de metronoom aan te passen:
1. Druk op CLICK om de metronoom te activeren.
2. Druk op VOLUME. De LCD zal het huidige volumeniveau
weergeven.
3. Gebruik VALUE +/- om het volume van de metronoom aan
te passen
4. Druk op CLICK wanneer u klaar bent.
PATRONEN
Een patroon beschrijft een combinatie van een drumbeat en
achtergrondmuziek. De module wordt geleverd met 40
vooringestelde patronen, in een diversiteit aan verschillende
muziekgenres en één userpatroon, waarbij u uw eigen
drumbeats kan opnemen. Om een patroon te selecteren:
1. Druk op PATTERN om te schakelen naar modus
Pattern Select (patroon selecteren). De LCD zal het
nummer van het huidige Patroon weergeven en de
Patroon-indicator zal oplichten.
2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een Patroon
te selecteren.
3. Druk op START / STOP om het patroon te starten of te
stoppen. Wanneer het patroon wordt afgespeeld, zal knop
CLICK knipperen op de maat van de beat en de PAD
INDICATORS zullen oplichten al naar gelang de geluiden die
op de drumkussens worden afgespeeld. (Dit is een zeer
nuttig hulpmiddel voor leren en oefenen).
4. Om het volume van het patroon aan te passen, wordt op VOLUME gedrukt om te schakelen naar modus
Volume Adjustment. De indicator voor Volume zal oplichten en de LCD zal de huidige volumewaarde voor dat
patroon weergeven. Gebruik VALUE +/- om het volume van dit patroon aan te passen.
Wanneer de module zich in modus Record
Ready bevindt, zal de LCD het volume van
het huidige patroon weergeven, maar kan
het niet gewijzigd worden.
30
5. Om het tempo van het patroon aan te passen, wordt op TEMPO gedrukt om te schakelen naar modus Tempo
Adjustment. De LCD zal de huidige tempowaarde aangeven voor het betreffende patroon (30–280 BPM of
"beats per minute"). Gebruik VALUE +/- om het tempo van dit patroon aan te passen. Druk tegelijk op + en -
om terug te keren naar het standaard tempo van het patroon.
6. Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op PATTERN gedrukt om terug te keren naar modus Pattern
Select of op een andere knop.
OPNEMEN
Naast het afspelen van vooringestelde patronen kunt u uw
prestaties opnemen naar de locatie voor het
gebruikerspatroon (nr. 41). Voor opname van het
gebruikerspatroon:
1. Druk knop SAVE / REC in en houd deze langer dan 2
seconden ingedrukt om te schakelen naar modus
Record Ready. REC LED zal beginnen te knipperen
om aan te geven dat u klaar bent voor opnemen.
2. Voor u begint met opnemen, kunt u:
Een patroon kiezen om mee te spelen - druk op
PATTERN en kies daarna m.b.v. de knoppen voor
VALUE een patroon. U kunt het bijbehorende
patroon dempen (zie DRUM UIT) of de metronoom
in- of uitschakelen.
Een drumkit selecteren voor gebruik - druk op
knop KIT en kies daarna m.b.v. de knoppen voor
VALUE een drumkit.
Het tempo aanpassen - als u meespeelt met
achtergrondmuziek, kan u het tempo van de
muziek aanpassen. Druk op TEMPO en gebruik
daarna de knoppen voor VALUE om het tempo in
te stellen.
3. Wanneer u klaar bent voor opname, drukt u op
START. REC LED zal niet langer knipperen en de
metronoom zal terugtellen vanaf 4 voordat met de opname
begonnen wordt. U kunt nu beginnen met spelen.
4. Wanneer u klaar bent, drukt u op knop STOP om de
opname te beëindigen.
5. U kunt nu naar de opname luisteren door patroon 41 te kiezen en op knop START te drukken.
N.B.: Een opname zal een eerder opgenomen gebruikerspatroon wissen. U zult geen parameters van de module
kunnen aanpassen tijdens het opnemen.
N.B.: Als de opname de volledige capaciteit bereikt - ca. 5.000 noten - zal de LCD "FUL" weergeven.
DRUM UIT
Met een druk op DRUM OFF worden drumgeluiden van de
bijbehorende patronen gedempt. (Dit kan een nuttig hulpmiddel
bij het oefenen zijn wanneer met patronen wordt meegespeeld.)
De indicator voor Drum Off zal oplichten; het is in deze modus
nog steeds mogelijk om alle drumkussens, cimbalen en
voetpedalen te bespelen. Om de drum-delen niet langer te
dempen wordt opnieuw op DRUM OFF gedrukt; de indicator voor
Drum Off zal niet langer oplichten.
RESETTEN NAAR BEGINWAARDEN
Om de module terug te laten keren naar de originele instellingen,
worden VALUE + en VALUE - tegelijk ingedrukt wnneer de
module wordt ingeschakeld. Hierdoor worden de
fabrieksinstellingen hersteld, waarbij alle opgenomen gegevens
of gewijzigde instellingen, waaronder gebruikerskits, het
gebruikerspatroon en alle volume- metronoom- en
steminstellingen worden gewist - deze zullen alle terugkeren naar
hun basiswaarden.
Om de metronoom voor of tijdens de opname
in of uit te schakelen, wordt op CLICK
gedrukt. Het metronoomgeluid zal in beide
gevallen niet worden opgenomen.

Documenttranscriptie

INLEIDING Om te beginnen met uw ION PRO SESSION DRUMS monteert u de drum en sluit u de drums aan op de module, zoals wordt uitgelegd in de meegeleverde Montageposter. Sluit een speakersysteem aan op de uitgang voor STEREO OUTPUT op het achterpaneel (of een koptelefoon op aansluiting HEADPHONE). Schakel de module in, schakel hierna de speakers in en begin met drummen! Om een drumkit te selecteren drukt u op knop KIT van de module, waarna met de knoppen voor VALUE + / - (waarde + / -) het kitnummer wordt gewijzigd. Als u meer met de module wilt doen, kunt u meespelen met de meegeleverde muziek, uw eigen prestaties opnemen en het geluid van de drums aanpassen. Hieronder volgt een kort overzicht van de functies en bedieningselementen van de geluidsmodule. Voor meer gedetailleerde uitleg over het gebruik van de module raadpleegt u de volgende hoofstukken van deze handleiding. OVERZICHT FUNCTIES FRONTPANEEL 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. VOLUME – Stelt het hoofdgeluidsniveau in. VALUE +/- – Verlaagt of verhoogt de waarde van de parameter die op de LCD wordt weergegeven. TEMPO – Schakelt naar modus Tempo Adjustment (tempo-aanpassing). Gebruik de knoppen voor VALUE + / - om het tempo te verhogen of te verlagen. PAD INDICATORS – Geeft het drumkussen aan waarop op dat moment gespeeld wordt. Bij het afspelen van patronen zal deze display ook weergeven op welk drumkussen moet worden geslagen om het ritme te reproduceren. CLICK – Schakelt de metronoom in of uit. DRUM OFF – Bij het afspelen van patronen kunnen de drum-delen worden gedempt als u zelf op de muziek wilt jammen. Druk op deze knop om de drum-delen te dempen of te horen. START / STOP – Start of stopt het huidige patroon. PATTERN – Schakelt naar modus Pattern Select (patroon selecteren). Gebruik de knoppen voor VALUE + / - om tussen patronen te wisselen. Raadpleeg sectie "Patronen" voor meer informatie. SOUND – Schakelt naar modus Sound Select (stem selecteren). In deze modus kunt u het geluid van elk drumkussen aanpassen. De module bevat 108 geluiden die u aan elk van de drumkussens kan toewijzen om aangepaste kits samen te stellen. Raadpleeg sectie "Creëren van aangepaste kits" voor meer informatie. KIT – Schakelt naar modus Kit Select (kit selecteren). Gebruik de knoppen voor VALUE + / - om tussen de verschillende drumkits te wisselen. Raadpleeg sectie "Kits " voor meer informatie. LCD – Geeft de huidige parameterwaarden en indicatorlampjes weer voor Kit (kit), Sound (stem) en Pattern (patroon). VOLUME – Om het volume van individuele onderdelen te wijzigen (klik, kit, sound, pattern) wordt op de overeenkomstige knop van het aan te passen onderdeel gedrukt. Hierna wordt op knop VOLUME gedrukt. Gebruik nu de knoppen voor VALUE om het volume te wijzigen. N.B.: SOUND stelt u in staat het volume van de individuele drumkussens aan te passen. Sla op het drumkussen dat aangepast moet worden en gebruik de knoppen voor VALUE + / - om het volume ervan te wijzigen. SAVE / REC – Druk éénmaal op deze knop om naar modus Kit Save te schakelen. In modus Kit Save kan de kit worden opgeslagen naar één van de 5 plekken voor User Kits. Raadpleeg sectie "Bewaren van kits" voor meer informatie. Om te schakelen naar modus Record (opnemen) wordt de knop ingedrukt en ingedrukt gehouden tot REC LED begint te knipperen. In modus Record kunnen eigen prestaties opgenomen worden tijdens het spelen. Raadpleeg sectie "Opnemen". 26 FUNCTIES ACHTERPANEEL 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. POWER IN – Sluit de stroomadapter hier aan; sluit de adapter daarna aan op een wandcontactdoos voordat de module wordt ingeschakeld. POWER SWITCH – Schakelt de module in of uit. HEADPHONES – Om in stilte te oefenen kan een koptelefoon met een stekker van 1/8" op deze aansluiting worden aangesloten. STEREO OUTPUT – Dit is de hoofduitgang voor stereo. Sluit deze uitgang aan op een speakersysteem of versterker. MIX INPUT – Als u met een CD- of MP3-speler wilt meespelen, sluit deze dan met een 1/8" stekker aan op deze ingang. KICK TYPE SWITCH – Stel deze schakelaar in om het type kick-drum dat u met de module gebruikt, te selecteren. Selecteer "SWITCH" wanneer het pedaal een eenvoudige voetschakelaar is. Selecteer "PAD" als het kick-pedaal een snelheidsgevoelig kussen is (met een standaard kickdrumpedaal). N.B.: Gebruik de instelling "Switch" van het bij de kit meegeleverde voetpedaal. TRIGGER INPUT CONNECTION – Sluit de meegeleverde kabelslang aan op deze aansluiting; sluit hierna de kabels aan op hun respectievelijke triggers. Raadpleeg de meegeleverde aparte Montagegids voor instructies voor installatie. KITS Wat is een kit? Een kit is een verzameling van verschillende drumgeluiden. U kunt het geluid van de drums snel wijzigen door een andere kit te selecteren. De drummodule kan tot 15 kits bevatten – 10 vooringestelde en 5 door gebruikers gedefinieerde kits. Vooringestelde kits zijn de kits die we voor u hebben samengesteld om direct te kunnen gebruiken. User Kits zijn aangepaste kits die u zelf kunt maken met de meegeleverde geluiden. SELECTEREN VAN EEN KIT De module wordt geleverd met 10 vooringestelde kits (001 010) en 5 door gebruiker te definiëren kits (011 - 015). Om een kit te selecteren: 1. Druk op KIT om te schakelen naar modus Kit Select (kit selecteren). De LCD zal het nummer van de huidige kit (001 - 010) weergeven en de indicator voor Kit zal oplichten. 2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een kit te selecteren. 3. Om het volume van de kit aan te passen (dat verschilt van het hoofdvolumeniveau van de module) wordt op VOLUME gedrukt om te schakelen naar modus Volume Adjustment (volume-instelling). De Volume-indicator zal oplichten en de LCD zal het huidige volume van de kit weergeven. Gebruik VALUE +/- om het volume aan te passen. Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op KIT gedrukt om terug te keren naar modus Kit Selection of op een andere knop. 27 N.B.: Wanneer de module zich in modus Record Ready bevindt, zal de LCD het huidige volume van de kit weergeven, maar kan het volume niet gewijzigd word. CREËREN VAN AANGEPASTE KITS Er zijn 108 ingebouwde geluiden (Sounds genoemd) meegeleverd, waaruit gekozen kan worden om het geluid van de drumkussens aan te passen. Om een drumgeluid aan een drumkussen toe te wijzen: 1. Druk op SOUND om te schakelen naar modus Sound Select (stem selecteren). De LCD zal het huidige Sound-nummer weergeven en de Soundindicator zal oplichten. 2. Sla op het drumkussen waaraan u een geluid wilt toewijzen. 3. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een Sound te selecteren. 4. Om het volume van het drumgeluid aan te passen, wordt op VOLUME gedrukt om te schakelen naar modus Volume Adjustment. Sla hierna op het drumkussen waarvan het volume moet worden aangepast en gebruik de knoppen voor VALUE om het volume aan te passen. De Volume-indicator zal oplichten en de LCD zal het huidige volume van de trigger aangeven. Gebruik VALUE +/- om het volume aan te passen. Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op SOUND gedrukt om terug te keren naar modus Sound Selection of op een andere knop. BEWAREN VAN KITS Als een vooringestelde kit is aangepast, of een aangepaste kit is gecreeerd, is het nodig deze op te slaan naar één van de vijf plekken voor door gebruikers gedefinieerde kits (011 - 015) als deze kit op een later tijdstip weer gebruikt moet worden. Om een kit te bewaren: 1. Druk op SAVE (opslaan) om te schakelen naar modus Kit Save (kit bewaren). De LCD zal het huidige Kit-nummer weergeven en de Kitindicator zal oplichten. 2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een door gebruikers gedefnieerde kit (-11 - 015) te selecteren De nummers voor deze kits zullen op de LCD knipperen. 3. Druk op SAVE om de kit op te slaan naar het betreffende kitnummer. (Daarbij inbegrepen alle drumgeluiden en -volumes.) METRONOOM De module heeft een ingebouwde metronoomfunctie. De metronoom helpt u de tijd bij te houden tijdens het spelen. De metronoom kan op elk gewenst moment in- en uitgeschakeld worden met een druk op knop CLICK; ook kunnen tempo, maatteken, volume en "klik"-geluid worden ingesteld. AANPASSEN VAN HET TEMPO Om het tempo van de metronoom aan te passen: 1. Selecteer een patroon (raadpleeg sectie PATRONEN). 2. Druk op TEMPO om te schakelen naar naar modus Tempo Adjustment (tempo-aanpassing). De LCD zal het de huidige tempowaarde voor het betreffende patroon weergeven. Het bereik van de metronoom is 30 - 280 BPM ( "beats per minute"). 3. Gebruik VALUE +/- om het tempo aan te passen . N.B.: Het aanpassen van het tempo van de metronoom wijzigt ook het tempo van het op dat moment geselecteerde patroon. U kunt tegelijk op + en - drukken om terug te keren naar het standaard tempo van het patroon. 28 SELECTEREN VAN MAATTEKEN EN AANPASSEN VAN VOLUME Een maatteken definieert het aantal beats in een 'maat'. Hier wordt, in andere woorden, aangegeven hoe een drummer tijd en ritme bijhoudt. Het meest gebruikte maatteken is 4/4 (EEn, twee, drie, vier, EEN, twee, drie, vier). Een ander veel gebruikte maat is 3/4 (EEN, twee, drie, EEN, twee, drie). De downbeat (of de 'EEN') wordt aangegeven door een groen licht en ander klikgeluid dan de andere beats. Om een maatteken dat de metronoom moet volgen, te selecteren: 1. Druk op CLICK om de metronoom te activeren. De LCD zal de huidige maat weergeven. Er zijn negen verschillende maten waaruit gekozen kan worden: 1/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8 en 6/8. 2. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een maat te selecteren. N.B.: De indicator voor 'Click' zal tegelijk met de beat van het geselecteerde patroon oplichten, of de metronoom nu wel of niet is ingeschakeld SELECTEREN VAN EEN METRONOOMGELUID Om het 'klik'-geluid dat de metronoom zal maken, te selecteren: 1. Druk op CLICK en houd de knop ingedrukt. 2. Terwijl CLICK wordt ingedrukt, kan met VALUE + / - een klikgeluid worden geselecteerd (“CL1”, “CL2”, “CL3” of “CL4”). U kunt kiezen uit een standaard metronoomklik (standaard), een piep, een koebel of een stem. AANPASSEN VAN HET VOLUME VAN DE METRONOOM Om het volume van de metronoom aan te passen: 1. Druk op CLICK om de metronoom te activeren. 2. Druk op VOLUME. De LCD zal het huidige volumeniveau weergeven. 3. Gebruik VALUE +/- om het volume van de metronoom aan te passen 4. Druk op CLICK wanneer u klaar bent. PATRONEN Een patroon beschrijft een combinatie van een drumbeat en achtergrondmuziek. De module wordt geleverd met 40 vooringestelde patronen, in een diversiteit aan verschillende muziekgenres en één userpatroon, waarbij u uw eigen drumbeats kan opnemen. Om een patroon te selecteren: 1. 2. 3. 4. Druk op PATTERN om te schakelen naar modus Pattern Select (patroon selecteren). De LCD zal het nummer van het huidige Patroon weergeven en de Patroon-indicator zal oplichten. Gebruik de knoppen voor VALUE +/- om een Patroon te selecteren. Druk op START / STOP om het patroon te starten of te Wanneer de module zich in modus Record stoppen. Wanneer het patroon wordt afgespeeld, zal knop Ready bevindt, zal de LCD het volume van CLICK knipperen op de maat van de beat en de PAD het huidige patroon weergeven, maar kan INDICATORS zullen oplichten al naar gelang de geluiden die het niet gewijzigd worden. op de drumkussens worden afgespeeld. (Dit is een zeer nuttig hulpmiddel voor leren en oefenen). Om het volume van het patroon aan te passen, wordt op VOLUME gedrukt om te schakelen naar modus Volume Adjustment. De indicator voor Volume zal oplichten en de LCD zal de huidige volumewaarde voor dat patroon weergeven. Gebruik VALUE +/- om het volume van dit patroon aan te passen. 29 5. 6. Om het tempo van het patroon aan te passen, wordt op TEMPO gedrukt om te schakelen naar modus Tempo Adjustment. De LCD zal de huidige tempowaarde aangeven voor het betreffende patroon (30–280 BPM of "beats per minute"). Gebruik VALUE +/- om het tempo van dit patroon aan te passen. Druk tegelijk op + en om terug te keren naar het standaard tempo van het patroon. Wanneer de wijzigingen zijn aangebracht, wordt op PATTERN gedrukt om terug te keren naar modus Pattern Select of op een andere knop. OPNEMEN Naast het afspelen van vooringestelde patronen kunt u uw prestaties opnemen naar de locatie voor het gebruikerspatroon (nr. 41). Voor opname van het gebruikerspatroon: 1. Druk knop SAVE / REC in en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt om te schakelen naar modus Record Ready. REC LED zal beginnen te knipperen om aan te geven dat u klaar bent voor opnemen. 2. Voor u begint met opnemen, kunt u: • Een patroon kiezen om mee te spelen - druk op PATTERN en kies daarna m.b.v. de knoppen voor VALUE een patroon. U kunt het bijbehorende patroon dempen (zie DRUM UIT) of de metronoom in- of uitschakelen. • Een drumkit selecteren voor gebruik - druk op knop KIT en kies daarna m.b.v. de knoppen voor VALUE een drumkit. • Het tempo aanpassen - als u meespeelt met achtergrondmuziek, kan u het tempo van de muziek aanpassen. Druk op TEMPO en gebruik daarna de knoppen voor VALUE om het tempo in te stellen. 3. Wanneer u klaar bent voor opname, drukt u op START. REC LED zal niet langer knipperen en de metronoom zal terugtellen vanaf 4 voordat met de opname Om de metronoom voor of tijdens de opname begonnen wordt. U kunt nu beginnen met spelen. in of uit te schakelen, wordt op CLICK gedrukt. Het metronoomgeluid zal in beide 4. Wanneer u klaar bent, drukt u op knop STOP om de gevallen niet worden opgenomen. opname te beëindigen. 5. U kunt nu naar de opname luisteren door patroon 41 te kiezen en op knop START te drukken. N.B.: Een opname zal een eerder opgenomen gebruikerspatroon wissen. U zult geen parameters van de module kunnen aanpassen tijdens het opnemen. N.B.: Als de opname de volledige capaciteit bereikt - ca. 5.000 noten - zal de LCD "FUL" weergeven. DRUM UIT Met een druk op DRUM OFF worden drumgeluiden van de bijbehorende patronen gedempt. (Dit kan een nuttig hulpmiddel bij het oefenen zijn wanneer met patronen wordt meegespeeld.) De indicator voor Drum Off zal oplichten; het is in deze modus nog steeds mogelijk om alle drumkussens, cimbalen en voetpedalen te bespelen. Om de drum-delen niet langer te dempen wordt opnieuw op DRUM OFF gedrukt; de indicator voor Drum Off zal niet langer oplichten. RESETTEN NAAR BEGINWAARDEN Om de module terug te laten keren naar de originele instellingen, worden VALUE + en VALUE - tegelijk ingedrukt wnneer de module wordt ingeschakeld. Hierdoor worden de fabrieksinstellingen hersteld, waarbij alle opgenomen gegevens of gewijzigde instellingen, waaronder gebruikerskits, het gebruikerspatroon en alle volumemetronoomen steminstellingen worden gewist - deze zullen alle terugkeren naar hun basiswaarden. 30
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

iON PRO SESSION Module Overview

Categorie
Muziek drums
Type
Module Overview
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen