Groupe Brandt CIV-21 de handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

MANUAL DE INSTALACIÓN Y USO
DE SU CONGELADOR
MANUAL DE INSTALAÇÃO E USO
DO CONGELADOR
MANUEL D’INSTALLATION ET D’UTILISATION
DU CONGÉLATEUR
INSTALLATION AND USER’S MANUAL
OF THE FREEZER
MONTAGE- UND GEBRAUCHSANLEITUNG
DES GEFRIERGERÄTS
GEBRUIKS- EN MONTAGE-AANWIJZING
VAN DE VRIESKIST
MANUALE DI INSTALLAZIONE E USO
DEL FREEZER
3
INDICE
1. INSTRUCCIONES DE INTEGRACIÓN 4
2. NFORMACIÓN SOBRE SEGURIDAD Y ADVERTENCIAS GENERALES 7
3. INSTALACIÓN 8
4. FUNCIONAMIENTO Y USO DEL CONGELADOR 9
5. LIMPIEZA Y MANTENIMIENTO 12
6. SOLUCIÓN DE PROBLEMAS 14
7. LLAMADA AL SERVICIO DE ASISTENCIA TÉCNICA 15
Lea atentamente estas instrucciones antes de usar el aparato.
Guarde este manual para futuros usos.
16
ÍNDICE
1. INSTRUÇÕES DE INTEGRAÇÃO 17
2. INFORMAÇÃO SOBRE SEGURANÇA E ADVERTÊNCIAS GERAIS 20
3. INSTALAÇÃO 21
4. FUNCIONAMENTO E USO DO CONGELADOR 22
5. LIMPEZA E MANUTENÇÃO 25
6. SOLUÇÃO DE PROBLEMAS 27
7. CHAMADA AO SERVIÇO DE ASSISTÊNCIA TÉCNICA 28
Leia atentamente estas instruções antes de usar o aparelho.
Guarde este manual para futuros usos.
29
TABLE DES MATIÈRES
1. INSTRUCTIONS POUR L’ENCASTREMENT 30
2.
INFORMATIONS RELATIVES À LA SÉCURITÉ ET AVERTISSEMENTS D’ORDRE GÉNÉRAL
31
3. INSTALLATION 33
4. FONCTIONNEMENT ET UTILISATION DU CONGÉLATEUR 34
5. NETTOYAGE ET ENTRETIEN 38
6. RÉSOLUTION DE PROBLÈMES 40
7. SERVICE D’ASSISTANCE TECHNIQUE 41
Lisez attentivement ces instructions avant d’utiliser le congélateur.
Conservez ce manuel au cas où vous en auriez besoin ultérieurement.
42
TABLE OF CONTENTS
1. INTEGRATION INSTRUCTIONS 43
2. SAFETY INFORMATION AND GENERAL ADVICE 46
3. INSTALLATION 47
4. OPERATION AND USE OF THE FREEZER 88
5. CLEANING AND MAINTENANCE 51
6. TROUBLE SHOOTING 53
7. CALLING THE TECHNICAL SUPPORT SERVICE 54
Please read these instructions carefully before using the appliance.
Keep this manual for future use.
55
INHALTSVERZEICHNIS
1. HINWEISE ZUM EINBAU 56
2. SICHERHEITS- UND WARNHINWEISE 59
3. AUFSTELLEN 60
4. BETRIEB UND BEDIENUNG DES GEFRIERGERÄTS 61
5. REINIGUNG UND PFLEGE 64
6. ABHILFE BEI STÖRUNGEN 66
7. ANRUF BEIM KUNDENDIENST 67
Lesen Sie vor Inbetriebnahme des Geräts diese Anleitung aufmerksam durch.
Bewahren Sie diese Gebrauchsanleitung für spätere Nutzung auf.
68
INHOUDSOPGAVE
INBOUWINSTRUCTIES 69
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN ALGEMENE WAARSCHUWINGEN 72
INSTALLATIE 73
WERKING EN GEBRUIK VAN DE VRIESKIST 74
REINIGING EN ONDERHOUD 77
OPLOSSING VAN PROBLEMEN 79
BELLEN NAAR DE TECHNISCHE DIENST 80
Lees aandachtig deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat
in gebruik neemt.
Bewaar deze aanwijzing voor toekomstig gebruik.
1. INBOUWINSTRUCTIES
Indien er schade wordt waargenomen, die tijdens het
transport van het apparaat is geleden, dient de leverancier
onmiddellijk geïnformeerd te worden alvorens met de mon-
tage te beginnen.
In geval van modulaire keukens met de in figuur 1 afge-
beelde afmetingen, kan het apparaat onder het aanrecht-
blad geïnstalleerd worden.
WAARSCHUWINGEN ALVORENS TE INSTALLEREN
Voor de installatie is een voorpaneel voldoende. Indien het apparaat tegen een muur geplaatst wordt, is het nood-
zakelijk om deze van een zijpaneel te voorzien. Het is aan te raden de contactdoos vlakbij te plaatsen, zodat u er
gemakkelijk bij kunt, bij voorkeur buiten het gebied waar het apparaat zich bevindt.
VERANDERING VAN DRAAIRICHTING VAN DE DEUREN
Indien het nodig is om de draairichting van de deur te veranderen, dient u
het volgende te doen:
- De deur demonteren en de scharnieren diagonaal met elkaar verwisse-
len, zie figuur 2.
- Het profiel aan het meubel bevestigen,
zoals in figuur 3.
69
505
600
580
820
870
815
865
170
220
100
150
410
35
550
min
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 1
OPSTELLING VAN HET APPARAAT
- Plaats de aansluitkabel zodanig dat het na de installatie gemakkelijk is om deze op het electriciteitsnet aan te
sluiten.
- Schuif het apparaat zo ver in de inbouwnis dat de voorzijde van het scharnier evenwijdig loopt met de voorzijde
van de meubelombouw.
- Laat het apparaat omhoog komen door de poten te stellen met een Engelse sleutel, totdat de bovenkant tegen
het aanrecht aankomt (zie figuur 4).
- Om het apparaat te stellen moeten de poten met het gereedschap naar links gedraaid worden, waarna de moer
naar rechts gedraaid wordt om haar te blokkeren.
- Schroef de scharnieren aan het meubel (zie figuur 5) als de positie correct is.
MONTAGE VAN DE SOKKEL
- Om het rendement van het apparaat niet te beperken is het belangrijk om
het originele ventilatierooster te gebruiken. (Minimale dwarsdoorsnede van
de opening van de sokkel en het kanaal 250 cm
2
).
- Verwijder het ventilatierooster door de pinnen los te laten (zie figuur 6-A).
- Als de afmeting in hoogte van de inbouwnis 820 mm is en de hoogte van
de sokkel 100 mm, kan de montage plaatsvinden zonder wijzigingen.
- Hetzelfde geldt voor een inbouwnis met een hoogte van 870 mm en een
sokkel met een hoogte van 150 mm.
- In elk ander geval zal de sokkel verkort moeten worden totdat de beno-
digde maat is verkregen. (hoogte van 100 of 150 mm, breedte van 580 mm).
- Steun de sokkel op de keukenvloer zoals in figuur 7. Markeer en verkort
het overtollige gedeelte van de roostersteun (B). Verwijder voor het verkor-
ten opnieuw de sokkel. Gebruik daarvoor één van de voorgemerkte tekens
op de steun.
- Bevestig de sokkel op de rest van het meubilair.
- Plaats het ventilatierooster terug.
70
B
A
B
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 7
MONTAGE VAN DE FRONTPLAAT
Om de openingen op het paneel te maken, dient u het schema van figuur 8 te volgen.
Nadat het paneel aan de scharnieren is bevestigd door middel van de bijbehorende pinnen (figuren 9-A en 10-A),
moet het paneel gekalibreerd worden met de stelschroeven (figuren 9-B en 10-B).
Na het kalibreren dienen de schroeven aan de onderste steun bevestigd te worden.
71
Fig. 9
Fig. 11
Fig. 10
Fig. 8
B
A
B
A
72
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
KRINGLOOP
Dit apparaat is vervaardigd met de grootste zorgvuldigheid met betrekking tot milieuaspecten.
AFGEDANKT APPARAAT
- Maak om milieuschade te voorkomen en materialen te recyclen gebruik van de gemeentelijke ophaaldienst.
- Let erop dat de buisleidingen van het apparaat niet beschadigd worden, aangezien er zich substanties in kunnen
bevinden die schadelijk zijn voor het milieu.
- Maak uw oude apparaat onbruikbaar:
1. Knip de aansluitkabel door.
2. Demonteer de deur om te voorkomen dat kinderen makkelijk toegang tot de binnenkant hebben.
VERPAKKING
- De materialen die gebruikt zijn voor de verpakking kunnen volledig gerecycled worden (Karton,
plastic, PVC…).
- Gooi de verpakking niet bij het vuilnis, selecteer de verschillende materialen volgens de lokale voor-
schriften voor verwijdering en volgens de geldende normen.
Waarschuwing:
Laat de verpakkingsmaterialen niet in de buurt van kinderen achter aangezien ze potentieel gevaarlijk zijn.
VEILIGHEID
- Dit apparaat bevat geen CFC of HFC ( de buisleidingen bevatten R600A-ISOBUTAAN).
- Isobutaan is een natuurlijk koelend gas dat niet belastend is voor het milieu. Desondanks kan het in bepaalde
gevallen een gevaar opleveren als de juiste maatregelen niet in acht genomen worden.
- Derhalve moet er gedurende het transport, installatie en gebruik voorkomen worden dat de onderdelen van het
koelsysteem beschadigd raken. Indien deze toch beschadigd raken, vermijd dan vlammen of andere gloeiende
voorwerpen.
- In geval van lekkage van koelmiddel, moeten open vuur of andere brandhaarden in de buurt van het lek verme-
den worden.
- Isobutaan (R600A) is zwaarder dan lucht, waardoor het zich op de vloer concentreert.
In geval van lekkage dient het vertrek waar het apparaat zich bevindt gelucht te worden.
- Het apparaat zou door twee personen geïnstalleerd moeten worden om letsel aan personen en materiële scha-
de te voorkomen.
- Dit apparaat mag uitsluitend door de Technische Dienst gerepareerd worden, waarbij gebruik gemaakt wordt van
originele onderdelen.
- Gebruik geen vuurelementen of electrische apparaten in de koelkast.
- Dit apparaat dient uitsluitend gebruikt te worden voor het huishoudelijk koelen en bewaren van levensmiddelen.
- Gebruik de sokkels, de laden, de deuren of de roosters niet als steun.
- Sta niet toe dat kinderen met het apparaat spelen.
- Manipuleer het apparaat niet met natte en/of blote handen of voeten.
- Elk rooster of elke lade kan een verdeeld gewicht dragen van 18 kg.
73
3. INSTALLATIE
EIGENSCHAPPEN VAN HET APPARAAT
- Dit apparaat is ontworpen om correct te functioneren op kamertemperatuur, volgens de klimaatklasse die staat
aangegeven op het typeplaatje aan de achterkant van dit apparaat.
PLAATSING
- Het apparaat dient geïnstalleerd te worden op een vlakke en stabiele ondergrond, waarna de poten
eventueel gesteld worden (volg instructies in hoofdstuk 1).
- Controleer voordat u het apparaat in het meubel inbouwt, dat de aansluitkabel niet platgedrukt
wordt. Geadviseerd wordt geen verlengsnoeren of meervoudige contactdozen te gebruiken voor de
aansluiting op het electriciteitsnet.
- De luchttoevoer en luchtafvoer van het apparaat moet verzekerd zijn door middel van een opening
in de sokkel.
Attentie:
Het is noodzakelijk dat er makkelijk toegang tot het electriciteitsnet is, om in geval van nood de stekker eruit te
kunnen halen. Mocht dit niet mogelijk zijn, sluit het apparaat dan aan op het net door middel van het plaatsen van
een tweepolige schakelaar op een toegankelijke plek, met een afstand tussen de stekkeropeningen van minimaal
3 mm.
ELECTRISCHE AANSLUITING
- Aansluiting van het apparaat op een contactdoos met randaarde is verplicht volgens de
wet. De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor incidenten die zich voor-
doen wegens het niet opvolgen van deze instructie.
- Verzeker u ervan dat de spanning die op het typeplaatje staat, dat aan de linker binnenzijde
is bevestigd, overeenkomt met de electriciteitsspanning in de woning.
- Gebruik geen adapters of verlengsnoeren.
- Voorkom dat de kabel in aanraking komt met de motor.
- Voorkom dat de kabel klem komt te zitten onder het apparaat.
VOOR HET INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
Nadat het apparaat goed geïnstalleerd is, wordt aanbevolen:
- De binnenkant te reinigen met lauwwarm water en bicarbonaat. Voorzichtig spoelen en drogen.
- Twee uur te wachten alvorens in te schakelen om er zeker van te zijn dat de smeermiddelen van de motor gesta-
biliseerd zijn.
- Stekker aan te sluiten op het electriciteitsnet.
KLIMAATKLASSE KAMERTEMPERATUUR
SN
+10°C tot +32°C
N
+16°C tot +32°C
ST
+18°C tot +38°C
T
+18°C tot +43°C
74
4. WERKING EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
De vrieskist die u gekozen heeft is geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen en het invriezen van
verse levensmiddelen (zie paragraaf over invriezen pag. 75).
INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR
De thermostaat biedt de mogelijkheid geleidelijk de temperatuur in te stellen.
- Positie
betekent onderbroken werking van het apparaat. (Als hij uitstaat, werkt de binnenverlichting niet).
- Positie
betekent minimale werking.
- Positie
betekent maximale werking.
ALARMINDICATOR
De toename van temperatuur in het bewaarcompartiment kan door het volgende veroorzaakt worden:
- Vaak en lang openhouden van de deur.
- Invriezen van grote hoeveelheden levensmiddelen.
- Hoge kamertemperatuur.
- Afwijking van de werking van het koelsysteem (in dit geval contact opnemen met het dichtstbijzijnde servicepunt
van de Technische Dienst).
Attentie: Alvorens u voor de eerste keer diepvriesproducten of verse levensmiddelen in de vrieskist doet, moet u
wachten totdat de binnentemperatuur van het apparaat -18°C heeft bereikt.
Wij helpen u eraan herinneren dat de instellingen van de thermostaat kunnen variëren naar gelang de kamertem-
peratuur, de hoeveelheid opgeslagen levensmiddelen, de plaatsing en de frequentie waarmee de deuren geopend
worden.
Mettertijd zult u de optimale instelling voor uw individuele behoefte vinden.
1 Thermostaat Instelling van de temperatuur
2Groen Controlelampje Door electriciteitsspanning gevoede vrieskist.
3 Rood Controlelampje Het alarmsysteem wordt ingeschakeld als de temperatuur
van het compartiment hoger is dan -12°C en ziet u aan
het oplichten van het rode controlelampje
4 Geel Controlelampje Licht op als de schakelaar op stand Super wordt gezet.
5 Schakelaar Super Moet gebruikt worden voor het invriezen van levensmiddelen.
75
BEWAREN VAN DE LEVENSMIDDELEN
In het vriesvak, waar de temperatuur -18°C is, is het mogelijk om bevroren levensmiddelen geduren-
de enkele maanden te bewaren. Wij raden stand 2 of 2
¹⁄₂
aan voor het instellen van de temperatuur.
De houdbaarheidsdatum van de levensmiddelen is voornamelijk afhankelijk van welke aard ze zijn.
Deze houdbaarheidsdatum van de aangeschafte levensmiddelen staat meestal op de verpakking.
Gebruik nooit levensmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum is verlopen; het zou voedselvergifti-
ging kunnen veroorzaken.
Een product dat aan het ontdooien is, mag in geen enkel geval opnieuw ingevroren worden en moet
zo snel mogelijk genuttigd worden.
Om de geuren, de versheid, etc, te behouden raden wij aan de levensmiddelen in aluminium- of huis-
houdfolie te wikkelen of in afgedekte schalen te bewaren
INVRIEZEN
- Voorkom dat de nog niet-ingevroren producten in aanraking komen met de al bevroren producten.
- Gebruik altijd droge verpakkingen om te voorkomen dat ze tijdens het vriezen één geheel blok vor-
men.
- Bereid de levensmiddelen in porties om snel invriezen te vergemakkelijken.
- Om de maximale hoeveelheid levensmiddelen in te vriezen die op het typeplaatje staat, volgt u
onderstaande aanwijzigingen:
• Zet de schakelaar 24 uur voor het invriezen op stand Super (geel controlelampje licht op).
• Om de levensmiddelen in te vriezen legt u ze rechtstreeks op de vriesplaat en als ze eenmaal
bevroren zijn, plaatst u ze op de plateaus in de schuifladen.
• Niet onnodig de deur openen. Mocht het nodig zijn om haar te openen, doe het dan zo snel
mogelijk.
• Zet de schakelaar 26 uur na de start van het invriezen op de energiebesparende stand (geel con-
trolelampje gaat uit).
• Kleine hoeveelheden levensmiddelen (tot 2 kg), kunnen ingevroren worden zonder de Superfrost
in te schakelen, door ze rechtstreeks in de lade te doen.
76
HET BEREIDEN VAN IJSKLONTJES:
- Vul de ijsbakjes voor drievierde deel met water en plaats ze in het vriesvak.
- Als het water eenmaal bevroren is, kunt u de ijsklontjes loshalen door de plateaus licht te
buigen.
- Indien de ijsbakjes tijdens het invriezen vastplakken aan de bodem van het compartiment,
probeer ze dan niet los te maken met scherpe of puntige voorwerpen, aangezien ze het
apparaat kunnen beschadigen. Gebruik houten of plastic spatels.
- Nuttig ijsblokjes niet meteen nadat u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald, aangezien ze brandwonden zou-
den kunnen veroorzaken.
ONTDOOIEN VAN LEVENSMIDDELEN
Niet alle levensmiddelen moeten op dezelfde manier ontdooid worden.
- Als u diepvriesproducten in de winkel heeft gekocht, volg dan de aanwijzingen op de verpakking.
- Groenten moeten direct bereid worden.
- Over het algemeen kunnen kant-en-klaar producten of voorgekookte levensmiddelen direct bereid worden.
- Vlees en vis moet gedurende enkele uren langzaam in de koelkast ontdooien.
Als u over een magnetron beschikt, kunt u het ontdooien in grote mate versnellen.
HOE CORRECT GEBRUIK TE MAKEN VAN HET APPARAAT:
ADVIEZEN
- Open niet te vaak de deur van de vrieskist om te vermijden dat de binnentemperatuur stijgt.
- Overschrijd de maximale houdbaarheidsdatum van de diepvriesproducten niet.
- De hoeveelheid in één keer in te vriezen levensmiddelen moet niet de maximale vriescapaciteit overschrijden die
op het typeplaatje aangegeven staat.
- Vries altijd levensmiddelen in die in goede staat verkeren.
- Wikkel de levensmiddelen in aluminium- of huishoudfolie om te voorkomen dat ze uitdrogen.
- Plak een etiket op de verpakking, waar de inhoud op staat en de datum van invriezen.
- Vries een ontdooid product nooit een tweede keer in.
- Bewaar geen koolzuurhoudende dranken of glazen flessen in de vrieskist, aangezien de flessen uit elkaar kun-
nen springen.
- Nuttig geen ijs of hele koude producten, want ze kunnen brandwonden in de mond veroorzaken.
SUGGESTIES OM ELECTRICITEIT TE BESPAREN
- Installeer het apparaat niet op plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht of zich in de buurt van warmtebronnen
bevinden, aangezien het stroomverbruik dan hoger wordt.
- Blokkeer het ventilatierooster of de openingen voor luchtcirculatie niet. Wij raden aan één à twee keer per jaar
het stof af te nemen.
- Plaats geen warme levensmiddelen in de vrieskist.
- Open de deur van de vrieskist alleen als het nodig is.
77
5. REINIGING EN ONDERHOUD
Voor elke willekeurige handeling van reiniging of onderhoud, dient het apparaat uitgeschakeld te worden door
ofwel de stekker uit het stopcontact te halen ofwel de hoofdschakelaar van de electriciteitsinstallatie uit te scha-
kelen.
Let erop dat u bij het uittrekken van de stekker niet aan de aansluitkabel trekt.
ONTDOOIEN
- Om het energieverbruik te beperken, raden wij aan regelmatig de overtollige ijslaag uit de vrieskist te verwijde-
ren (3 of 4mm). Het ontdooien moet zo snel mogelijk afgehandeld worden, omdat de houdbaarheid korter wordt
naarmate de temperatuur van de levensmiddelen stijgt.
- Om het proces te versnellen kunt u gebruik maken van een plastic spatel, maar gebruik in geen geval geslepen
of puntige metalen voorwerpen (messen, vorken, metalen spatels...) aangezien ze het koelsysteem kunnen
beschadigen. Gebruik ook geen waterverdampers, verwarmingsapparaten, drogers of ontdooisprays om het pro-
ces te versnellen. Het koelsysteem zou onherstelbaar beschadigd kunnen raken en een bron van gevaar vormen
bij de apparaten die op R-600-A werken.
- Voor het ontdooien dient u op de volgende manier te werk te gaan:
1. Draai de thermostaat op stand
.
2. Haal de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit.
3. Haal de levensmiddelen uit de vrieskist en bewaar ze in thermische zakken op een koele plek.
4. Laat het dooiwater in een bakje lopen.
5. Neem het dooiwater op met een spons of een doek.
6. Droog ook de wanden en/of de vriesplaten.
7. - Sluit de stekker aan op het electriciteitsnet.
8. Draai de thermostaat op de gewenste stand (Zie hoofdstuk
"INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR"
).
ONDERHOUD
- Schakel voor het reinigen de vrieskist uit door middel van de toetsen ofwel door de stekker uit het stopcontact
te halen.
- Reinig de binnenkant bij het ontdooien.
- Voor de reiniging van de binnenkant en de onderdelen raden wij aan een oplossing van water en bicarbonaat te
gebruiken.
Voorkom:
• Schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen, wasmiddelen of zeep.
• Schuursponzen of sponzen van plastic materiaal.
• Agressieve producten (alcohol, verdunnende middelen,... ).
- Maak regelmatig het afwateringsgootje schoon dat zich aan de achterwand bevindt; met een borstel of met een
voorwerp zonder punt (zoals een wattenstaafje).
- Spoelen met helder water.
- Droog zorgvuldig alle onderdelen en laat de deur gedurende enkele minuten op een kier staan.
- De levensmiddelen kunnen teruggezet worden in de koelruimte.
- Reinig het ventilatierooster van de motor en de condensator met een stofzuiger of zachte borstel. Let op, dat u
de interne aansluitingen niet beschadigd of lostrekt.
- Voor korte afwezigheid wordt aangeraden het apparaat ingeschakeld te laten.
Attentie:
Voor het ontdooien of schoonmaken van het apparaat moet worden afgezien van het
gebruik van een stoomreiniger. Stoom kan de onderdelen die onder spanning staan
beschadigen en kortsluiting of een electrische ontlading veroorzaken. Stoom kan het
kunststof aantasten.
Olie of vet mag niet in aanraking komen met de wanden van het apparaat, maar moet in
geschikte bakjes gedaan worden, om zodoende te voorkomen dat het kunststof aange-
tast wordt.
Een voorbeeld van deze substanties:
- Olijf - en kiemolie.
- Boter en dierlijke vetten.
- Citroen- of sinaasappelsap.
- Wasmiddelen of producten die azijnzuur bevatten.
ADVIES IN GEVAL VAN INACTIVITEIT
In geval van lange afwezigheid, raden wij aan het apparaat uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te trek-
ken, het apparaat te legen, de binnenkant te reinigen en de deur open te laten om te voorkomen dat er luchtjes
ontstaan.
GEWONE GELUIDEN VAN HET APPARAAT
- Het koelmiddel kan een borrelend geluid veroorzaken tijdens het circuleren door de buisleidingen.
- De compressor kan gezoem en /of een licht geklop produceren, dat duidelijker te horen kan zijn bij de start.
- Gekraak dat veroorzaakt wordt door uitzetting en samentrekking van de gebruikte materialen.
- Het gebruikte isolatiemateriaal versterkt de geluidsniveaus.
78
6. OPLOSSING VAN PROBLEMEN
Het onregelmatig functioneren is niet altijd aan een defect van het apparaat te wijten, maar wordt vaak veroorzaakt
door een verkeerde installatie of ondeskundig gebruik. Om een onnodige tussenkomst van de Technische Dienst
en de daarbij behorende kosten te voorkomen, stellen we voor dat u onderstaande adviezen leest waardoor u mis-
schien zelf het probleem op kunt lossen.
Als er na het controleren van genoemde punten geen normale werking wordt verkregen, moet u zich wenden tot
de dichtstbijzijnde Technische Dienst.
79
De binnentempera-
tuur is niet koud
genoeg.
De binnentempera-
tuur is te koud.
Het apparaat
maakt teveel
geluid.
Het apparaat func-
tioneert niet.
Er komt water uit
het apparaat.
Controleer of:
• De deur goed sluit.
• De thermostaat in de correcte stand staat.
• De vrieskist niet in de buurt van warmtebronnen staat.
• De vrieskist niet tegen de wanden aanstaat en of de lucht vrij kan circuleren.
• In het vriesvak geen te dikke ijslaag zit.
Controleer of:
• De thermostaat in de correcte stand staat.
• De schakelaar niet op stand Super staat.
Controleer of:
• Het apparaat goed vlak staat in het meubel.
• De achterkant niet tegen de achterwand aankomt.
• De laden aan de binnenkant goed geplaatst zijn.
Controleer of:
• De stand van de thermostaat niet op
staat.
• De stekker in het stopcontact zit.
• De aansluitkabel niet kapot is
Controleer of:
• De vriezer gedurende het ontdooien vlak staat.
PROBLEEM MOGELIJKE OPLOSSING
80
7. BELLEN NAAR DE TECHNISCHE DIENST
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en als u het probleem niet heeft kunnen oplossen, bel
dan naar de Technische Dienst. Aan de binnenkant van het apparaat vindt u een rood/witte stic-
ker, waar het nummer opstaat van Technische Dienst
- Het adres en telefoonnummer van de dichtstbijzijnde vestiging staat op de lijst met service punten van de
Technische Dienst, die wij bij het apparaat verstrekken, ofwel in het telefoonboek van uw woonplaats.
- Om de taak van de Technische Dienst te vergemakkelijken, dient u de volgende gegevens te verstrekken:
• Model van het apparaat.
• Aankoopdatum.
• Referentie van het apparaat.
• Omschrijving van het probleem.
• Adres en telefoonnummer van uw woning.
- Vraag bij een reparatie aan de leverancier om alleen originele onderdelen te gebruiken.
- Elke willekeurige reparatie, inclusief de eventuele vervanging van de aansluitkabel, moet uitgevoerd
worden door de Technische Dienst of door erkende vakmensen.
Dit apparaat is vervaardigd om in contact te komen met levensmiddelen en is conform de d.l.
108 van 25/01/92 (Europese Richtlijn 89/109 CE). Dit apparaat is bedacht, geproduceerd en
in de verkoop gebracht conform:
- Richtlijn voor Lage Spanning 73/23 CE
- Richtlijn EMC 89/336 CE
- Richtlijn CE-markering 93/68/CE
- Richtlijn energieke efficiëntie 96/57 CE
81
INDICE
1. ISTRUZIONI D’INTEGRAZIONE 82
2. INFORMAZIONE SULLA SICUREZZA ED AVVERTENZE GENERALI 85
3. INSTALLAZIONE 86
4. FUNZIONAMENTO ED USO DEL FREEZER 87
5. PULIZIA E MANUTENZIONE 90
6. SOLUZIONE DI PROBLEMI 92
7. CHIAMATA AL SERVIZIO D’ASSISTENZA TECNICA 93
Leggete attentamente queste istruzioni prima di usare l’apparecchio.
Conservate questo manuale per usi futuri.
Cod. 06.20.536 A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Groupe Brandt CIV-21 de handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor