Sony CMT-NEZ7DAB de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
2
NL
Stel het toestel niet bloot aan regen of
vocht om het risiko van brand of een
electrische schok te verlagen.
Om de kans op brand te verkleinen mag u de
ventilatieopeningen van het apparaat niet blokkeren
met een krant, tafelkleed, gordijn, enz. Plaats ook geen
brandende kaarsen op het apparaat.
Om de kans op brand of een elektrische schok te
verkleinen, mag u geen voorwerpen met een vloeistof
erin, zoals een bloemenvaas, op het apparaat zetten.
Sluit het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar
stopcontact. Als u een abnormaliteit in het apparaat
waarneemt, trekt u onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Verwijdering van oude
elektrische en elektronische
apparaten (Toepasbaar in de
Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter naar een plaats
worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Dit betreft de accessoires: Afstandsbediening
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten
gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en
Thomson.
WAARSCHUWING
3
NL
Over de gebruiksaanwijzing ...................4
Overzicht van DAB.................................4
Geschikte discs........................................5
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem.....................7
Instellen van de klok ...............................9
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen...................................10
Een disc afspelen...................................10
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie
Herhaaldelijk afspelen ..........................12
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma samenstellen ......12
— PROGRAM-afspeelfunctie
Tuner
DAB-zenders scannen...........................13
Voorprogrammeren van radiozenders
........................................................14
Luisteren naar de radio.......................... 16
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen (alleen
FM/AM)
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)..............................................17
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape...........................18
Afspelen van een tape..........................18
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen op een tape ......................19
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op een tape..........19
— Handmatig opnemen
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................ 20
Timer
Inslapen met muziek............................. 21
— Slaaptimer
Ontwaken met muziek.......................... 21
— Weergavetimer
Timeropname van radioprogramma’s
........................................................ 22
— Opnametimer
Display
Uitschakelen van de display ................. 24
— Energiebesparingsmodus
Afbeelden van informatie over de disc op
de display........................................ 24
De tunerinformatie op de display
afbeelden ........................................ 25
Optionele componenten
Aansluiten van optionele
componenten .................................. 26
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen.................... 27
Meldingen............................................. 31
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 32
Technische gegevens ............................ 34
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentiebladzijden................. 37
Inhoudsopgave
NL
4
NL
Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de
bediening uit met behulp van de
afstandsbediening, doch dezelfde handelingen
kunnen ook uitgevoerd worden met de
gelijknamige of soortgelijke toetsen op het
apparaat.
DAB (Digital Audio Broadcasting) is een nieuw
multimedia zendsysteem dat de huidige FM/
AM-uitzendingen vervangt en
audioprogramma’s kan zenden met een
geluidskwaliteit vergelijkbaar met die van
CD’s
*
.
Iedere DAB-multiplexradiozender zet
programma’s (services) om in een ensemble, dat
vervolgens wordt uitgezonden. Iedere service
bestaat uit één of meer componenten. Alle
services en componenten worden aangeduid met
een naam, zodat u ze kunt vinden zonder de
frequentie ervan te kennen.
Bovendien kan aanvullende informatie
(geassocieerde programmagegevens genoemd)
tezamen met de service worden uitgezonden in
de vorm van tekst.
Met DAB digitale radio kunt u:
luisteren naar CD-geluidskwaliteit zonder sissen
en kraken
*
gebruikmaken van zowel muziek- als dataservices
op een enkele tuner (deze tuner ondersteunt geen
dataservices)
luisteren naar dezelfde radiozenders met dezelfde
frequentie op iedere plaats in het land
genieten van meerdere programma’s (services) op
een enkele frequentie
* Het is mogelijk dat bepaalde servicecomponenten
niet van CD-geluidskwaliteit zijn.
Opmerkingen
De beschikbaarheid van DAB-uitzendingen verschilt
per land en gebied. Mogelijkerwijs wordt geen DAB
uitgezonden of bevindt DAB zich in de testfase.
DAB programma’s worden in Band-III (174 tot
240 MHz) en/of L-Band (1452 tot 1491 MHz)
uitgezonden, met iedere band onderverdeeld in
kanalen. Ieder van deze kanalen heeft zijn eigen
kanaallabel. Voor verdere informatie over de
kanaallabels en -frequenties die door deze tuner
worden ondersteund, raadpleegt u de Frequentietabel
op blz. 35.
Deze tuner ondersteunt geen dataservices.
Over de
gebruiksaanwijzing
Overzicht van DAB
Ensemble
Service
Service
Service
Component
Component
Component
5
NL
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
•CD-ROMs
CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
muziek-CD-formaat
MP3-bestandsindeling, die voldoet aan
ISO9660
1)
Level 1/Level 2, Joliet of
Multisessie
2)
Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld
een kaart of een hart).
Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
1)
Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2-
specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 16 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
2) Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (een track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar lead-
out, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
Dit apparaat ondersteunt maximaal 10 sessies.
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CD-
RW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
Geschikte discs
Type disc Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audio/MP3-
bestanden)
wordt vervolgd
6
NL
Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afgespeeld kunnen worden.
Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
een disc opgenomen in multisessie.
een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop
aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen
en aan de andere kant digitaal audiomateriaal.
Echter, aangezien de kant met het
audiomateriaal niet voldoet aan de Compact
Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op
dit apparaat niet gegarandeerd.
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessie-
CD
Als een CD gestart wordt met een CD-DA-
sessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
Als een CD gestart wordt met een MP3-
sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CD-
DA-(audio-) sessie wordt gevonden.
Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
Voorbereidingen
7
NL
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde
snoeren en accessoires.
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de linker- en
rechterluidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen van het apparaat
zoals hieronder afgebeeld.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
4
3
2
1
AM-raamantenne
Rechter luidspreker Linker luidspreker
FM-draadantenne
#
L
SPEAKER
IMPEDANCE
USE 6-16
#
R
3
#
Rood (3)
Zwart/
Gestreept
(#)
Steek dit gedeelte
erin.
wordt vervolgd
8
NL
Aansluittype A
Aansluittype B
Aansluittype C
Opmerking
Om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen, moet u
de antennes uit de buurt van het systeem en andere
componenten houden.
Tip
U kunt dezelfde draadantenne gebruiken voor zowel
FM- als DAB-verbinding. Gebruik de aansluiting aan
de witte kant voor de DAB-verbinding en de
aansluiting aan de bruine kant voor de FM-verbinding.
3 Sluit de DAB-antenne aan.
Met een externe DAB-antenne kunt u een
hogere DAB-ontvangstgeluidskwaliteit
verkrijgen. Wij adviseren u de DAB/FM-
draadantenne slechts tijdelijk te gebruiken
totdat u een externe DAB-antenne hebt
aangesloten.
Sluit de bijgeleverde DAB/FM-
draadantenne aan op de DAB-aansluiting
op het achterpaneel van dit apparaat.
Sluit de externe DAB-antenne (niet
bijgeleverd) aan op de DAB-aansluiting op
het achterpaneel van dit apparaat.
Tip
Om de externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) aan te
sluiten, hebt u een coaxkabel van 75 ohm met
F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) nodig.
4 Steek de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Als de stekker niet in het stopcontact past,
haalt u de bijgeleverde stekkeradapter eraf
(alleen voor modellen voorzien van een
stekkeradapter).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1.
FM 75 C
OAXIA
L
A
M
Trek de FM-draadantenne
er horizontaal uit
AM-raamantenne
AM
F
M
75
COAXIA
L
Trek de FM-draadantenne
er horizontaal uit
AM-raamantenne
AM
FM 75 COAXIAL
AM-raamantenne
Sluit de bruine kant
aan
Trek de FM-draadantenne
er horizontaal uit
DAB 75
A
NT
EN
NA
Leg de DAB/FM-draadantenne
(bijgeleverd) horizontaal neer
Sluit de
witte kant
aan
DAB 75
ANTEN
NA
Coaxkabel van
75 ohm met
F-mannetjesstekker
(niet bijgeleverd)
Naar externe DAB-antenne (niet bijgeleverd)
Voorbereidingen
9
NL
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vervangen.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Druk op ?/1 om het apparaat in te
schakelen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Druk herhaaldelijk op . of > om
het uur in te stellen.
4 Druk op ENTER.
5 Druk herhaaldelijk op . of > om
de minuten in te stellen.
6 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaaldelijk op . of > om
"CLOCK SET?" te selecteren en druk
daarna op ENTER.
3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3
t/m 6 hierboven.
Opmerking
De klokindicatie verschijnt niet in de
energiebesparingsmodus (blz. 24).
Instellen van de klok
10
NL
1 Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het
apparaat.
2 Plaats een disc met de labelkant naar
boven gericht in de dischouder.
3 Druk nogmaals op Z PUSH OPEN/
CLOSE op het apparaat om het deksel
van de dischouder te sluiten.
Opmerkingen
Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
Houd de lens van de cd-speler schoon en raak deze
niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd
raken en de cd-speler niet naar behoren werken.
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3-
muziekstukken afspelen.
Voorbeeld: Bij het afspelen van een disc
1 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in
de stopstand, totdat de gewenste
functie op de display weergegeven
wordt.
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Een disc afspelen
NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie
Kies Voor het afspelen van
Geen display
(NORMAL-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de disc
in de oorspronkelijke
volgorde.
(NORMAL-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het album op de disc in de
oorspronkelijke volgorde.
Bij weergave van een niet-
MP3-disc, voert het apparaat
dezelfde bediening uit als
normale afspeelfunctie.
SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
Alle muziekstukken op de disc
in willekeurige volgorde.
SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het album op de disc in
willekeurige volgorde.
Bij weergave van een niet-
MP3-disc, voert het apparaat
dezelfde bediening uit als in de
willekeurige weergavefunctie.
PGM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de disc
in de volgorde waarin u deze
wilt afspelen (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op
blz. 12).
Muziekstuknummer
Afspeelduur
CD/MP3 – Afspelen
11
NL
3 Druk op N (of CD/NX op het
apparaat).
Overige bedieningen
Opmerkingen
Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar de
CD-functie, kan het langer duren om toegang te
krijgen tot de disc.
U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet
veranderen.
Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
Nadat de disc is geplaatst leest de cd-speler alle
muziekstukken op die disc. Als er veel albums of
niet-MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het
lang duren voordat het afspelen begint of voordat het
volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen.
Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor
MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met
MP3-muziekstukken geen ander soort
geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan.
Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat
wordt overgeslagen.
Het maximaal aantal tracks: 299
Het maximaal aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
Het totaal maximaal aantal MP3-muziekstukken en
albums dat een disc kan bevatten, bedraagt 300.
Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3-
bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
Tijdens het afspelen van een MP3-muziekstuk kan in
de volgende gevallen de indicatie van de verstreken
afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd.
Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate)
MP3-geluidsspoor
Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen
(handmatig zoeken)
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X (of CD/NX op het
apparaat). Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaaldelijk op . of
>.
Een album met
MP3 te kiezen
Druk herhaaldelijk op + of – na
stap 2.
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Een disc te
verwijderen
Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE
op het apparaat.
12
NL
U kunt alle muziekstukken of een enkel
muziekstuk op de disc herhaaldelijk afspelen.
Druk, tijdens weergave, herhaaldelijk op de
toets REPEAT totdat "REP" of "REP1"
verschijnt.
REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een
disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album.
REP1: Slechts één muziekstuk.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat zowel
"REP" als "REP1" verdwijnen.
Opmerking
Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het
bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het
moment dat "REP1" geannuleerd wordt.
U kunt een programma samenstellen dat uit
maximaal 25 stappen bestaat.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
synchroon opnemen op een tape (blz. 19).
1 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in
de stopstand totdat "PGM" verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Voor de programmering van de MP3-
muziekstukken, druk op + of – om een
album te kiezen, en druk u daarna
herhaaldelijk op . of > totdat het
gewenste beeld/muziek-stuknummer
verschijnt.
4 Druk op ENTER.
Het beeld/muziekstuk is nu
geprogrammeerd.
Het programmastapnummer wordt
afgebeeld, gevolgd door het laatste
geprogrammeerde muziekstuknummer en
de totale afspeeltijd.
5 Om nog meer beelden/muziekstukken
te programmeren, herhaalt u de
stappen 3 en 4.
6 Druk op N (of CD/NX op het
apparaat).
Het afspelen van het programma begint.
Herhaaldelijk afspelen
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma
samenstellen
— PROGRAM-afspeelfunctie
Totale afspeelduur
(inclusief het
gekozen muziekstuk)
Gekozen
muziekstuknummer
Tuner
13
NL
Overige bedieningen
Tips
Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te
spelen, drukt u op N (of de toets CD/NX op het
apparaat). Het programma wordt echter gewist
wanneer u de disclade opent.
"– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het
totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of
bij keuze van een CD-muziekstuk met een
muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen
van een MP3-muziekstuk.
Voordat u DAB kunt ontvangen, moet u de
inhoud van uitzendingen (servicecomponenten)
registreren, zodat deze kunnen worden
ontvangen door de DAB-tuner met behulp van
de procedure voor automatisch DAB-scannen.
Automatisch DAB-scannen
Automatisch DAB-scannen begint alleen
automatisch nadat u het systeem voor het eerst
na aankoop hebt ingeschakeld.
Als u later nogmaals het automatisch DAB-
scannen wilt gebruiken, volgt u de onderstaande
procedure.
1 Druk op DAB AUTO SCAN op het
apparaat.
"DAB Auto Scan? Push DAB" verschijnt.
2 Druk op DAB op het apparaat.
Het scannen begint. "DAB Auto Scan"
verschijnt. Afhankelijk van de beschikbare
DAB-services in uw streek, kan het scannen
enkele minuten duren.
Nadat het scannen klaar is, wordt de lijst
met beschikbare serviceonderdelen
aangemaakt.
Om Doet u het volgende
De PROGRAM-
afspeelfunctie uit te
schakelen
Druk herhaaldelijk op
PLAY MODE in de
stopstand totdat zowel
"PGM" verdwijnt.
Het programma te wissen Druk in de stopstand op
CLEAR.
Iedere keer als u op deze
toets drukt, wordt een
muziekstuk aan het einde
van het programma gewist.
Een muziekstuk toe te
voegen aan het einde van
een programma
Voer in de stopstand de
stappen 3 en 4 uit.
Tuner
DAB-zenders scannen
wordt vervolgd
14
NL
Opmerkingen
Als DAB-uitzendingen niet worden ondersteunt in
uw land of gebied, wordt "No Service" (geen service)
afgebeeld.
Druk niet op geen enkele toets op het apparaat of de
bijgeleverde afstandsbediening tijdens het
automatisch DAB-scannen. Het scannen zal worden
onderbroken en de servicecomponentenlijst kan niet
goed worden aangemaakt. In dat geval moet u de
procedure voor het automatisch DAB-scannen
nogmaals volgen.
Als u naar een andere streek verhuist, herhaalt u deze
procedure om de zenders in uw nieuwe streek op te
slaan.
Deze procedure wist alle eerder opgeslagen
voorkeurzenders.
Met deze procedure slaat u geen nieuwe
voorkeurzenders op.
Opstellingsplaats veranderen
Als u het systeem op een andere plaats wilt
opstellen, zorgt u ervoor, om uw eigen DAB-
instellingen te behouden, dat de klokdisplay*
wordt afgebeeld voordat u het systeem
uitschakelt, de stekker uit het stopcontact trekt
en de DAB-antenne loskoppelt.
* In de energiebesparingsfunctie, controleert u dat of
de klokdisplay uitgaat.
U kunt maximaal 20 DAB-zenders, 20 FM-
zenders en 10 AM-zenders opslaan als
voorkeurzenders. U kunt afstemmen op elk van
die zenders door eenvoudig het bijbehorende
voorkeurnummer te kiezen.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
servicecomponenten die in uw streek kunnen
worden ontvangen en deze opslaan.
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar TUNER.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "DAB", "FM" of "AM" te kiezen.
U kunt ook op de DAB-toets drukken om
DAB rechtstreeks te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" op de display
verschijnt.
4 Druk op + of – (of TUNING + of – op het
apparaat).
De servicecomponentenlijst wordt omlaag
afgespeeld (DAB) of de frequentie
verandert terwijl het systeem een zender
(FM/AM) scant. Het scannen stopt
automatisch wanneer op een radiozender is
afgestemd. Op dat moment verschijnen
"TUNED" en "STEREO" (alleen voor
stereo-uitzendingen).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in, zoals is beschreven bij de
stappen 3 en 4 van "Handmatig
voorkeurzenders opslaan (alleen FM/AM)"
(blz. 15).
Handmatig afstemmen is niet beschikbaar
voor DAB.
5 Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeurnummer knippert. Voer de
stappen 6 en 7 uit terwijl het
voorkeurnummer knippert.
6 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer te kiezen.
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Voorprogrammeren van
radiozenders
Pre-selectienummer
Tuner
15
NL
Opmerkingen
Bij het afstemmen op een DAB-zender kan het
enkele seconden duren voordat u geluid hoort.
Voordat u DAB kunt ontvangen, moet u de
procedure voor het automatisch DAB-scannen
volgen (zie "DAB-zenders scannen" op blz. 13).
U kunt de servicecomponent niet als voorkeurzender
instellen wanneer "TUNED" niet wordt afgebeeld
(alleen DAB).
Tip
Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken
naar frequenties (alleen FM/AM).
Handmatig voorkeurzenders
opslaan (alleen FM/AM)
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar TUNER.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
4 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
5 Druk op TUNER MEMORY.
6 Druk herhaaldelijk op de toets + of – (of
TUNING + of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer te kiezen.
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
Om Doet u het volgende
Af te stemmen op
een zender met een
zwak signaal
Volg de procedure die wordt
beschreven in "Handmatig
voorkeurzenders opslaan
(alleen FM/AM)" (blz. 15).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeurnummer
Na stap 5, druk herhaaldelijk op
de toets + of – (of TUNING + of
– op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer,
waaronder u de zender wilt
opslaan, te kiezen.
16
NL
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 14).
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar TUNER.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "DAB", "FM" of "AM" te kiezen.
U kunt ook op de DAB-toets drukken om
DAB rechtstreeks te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "PRESET" op de display
verschijnt.
4 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeurnummer te kiezen.
Opmerking
Als geen voorkeurzenders zijn opgeslagen, wordt "No
Preset" (geen voorkeurzenders) afgebeeld (alleen
DAB).
Luisteren naar een niet-
voorgeprogrammeerde
radiozender
Handmatig afstemmen (alleen FM/
AM)
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar TUNER.
2 Druk herhaald op TUNER/BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
4 Druk herhaaldelijk op de toets + of – (of
TUNING + of – op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
Opmerking
Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar de
CD-functie, kan het langer duren om toegang te krijgen
tot de disc.
Tips
Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaaldelijk op FM MODE totdat
"MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert.
Wanneer een FM-stereo-uitzending niet in stereo kan
worden ontvangen, drukt u herhaaldelijk op FM
MODE totdat "STEREO" op de display wordt
afgebeeld.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat
"AUTO" verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en
druk daarna op + of – (of TUNING + of – op het
apparaat). De frequentie-aanduiding verandert en het
scannen stopt als er een zender wordt ontvangen
(automatische afstemming).
Gebruik handmatige opname-instellingen bij de
opname van radio-uitzendingen (blz. 19).
U kunt de display veranderen in de klokdisplay
(gedurende 8 seconden) door op DISPLAY te
drukken.
Wanneer u een secundaire service ontvangt, wordt
"SECONDARY" afgebeeld op de display (alleen
DAB).
De primaire service wordt automatisch ontvangen
nadat de secundaire service is afgelopen.
Luisteren naar de radio
Tuner
17
NL
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. Deze tuner is
uitgerust met handige RDS-functies, zoals het
afbeelden van de zendernaam. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op de
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert de display
als volgt:
Zendernaam* t Frequentie t Klokdisplay
* Als de RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam niet op de display
verschijnt.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
18
NL
1 Druk op PUSH OPEN/CLOSE Z op het
apparaat.
2 Plaats een reeds opgenomen/
opneembare tape in de
cassettehouder.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een tape.
2 Druk op TAPE (of herhaaldelijk op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar TAPE.
3 Druk op N (of TAPE/N op het
apparaat).
Overige bedieningen
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape
De kant die u wilt
afspelen of waarop
u wilt opnemen
moet naar u toe
gericht zijn.
Afspelen van een tape
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
spoelen of terug te
spoelen
Druk op m of M.
De tape eruit te
halen
Druk PUSH OPEN/CLOSE Z in
de stopstand op het apparaat.
Tape – Afspelen/Tape – Opnemen
19
NL
U kunt een hele CD op de tape opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Plaats de disc die u wilt opnemen.
Als u een album van een MP3-disc wilt
opnemen, moet u zeker, voordat u verder
gaat, herhaaldelijk op PLAY MODE
drukken, om de functie te kiezen, en
daarna, met behulp van + of –, het
gewenste album kiezen.
3 Druk op CD SYNC op het apparaat.
"SYNC" en "REC" knipperen.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
4 Druk op z PAUSE/START op het
apparaat.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen
de CD-speler en het tapedeck automatisch.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Een disc opnemen met een
vooraf opgegeven
muziekstukvolgorde
U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen met behulp van de program-
afspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3
eerst de stappen 1 t/m 5 uit van "Uw eigen
programma samenstellen" (blz. 12).
Met deze functie is het mogelijk om alleen uw
favoriete muziekstukken van een CD, tape of
een radioprogramma op een tape op te nemen.
U kunt ook opnemen van andere aangesloten
geluidscomponenten (zie "Aansluiten van
optionele componenten" op blz. 26).
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
de gewenste opnamebron te kiezen.
TUNER: Opnemen vanaf de ingebouwde
tuner.
CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CD-
speler.
AUDIO IN: Opnemen vanaf de optionele
component aangesloten op de AUDIO
IN-aansluitingen.
3 Druk op z PAUSE/START op het
apparaat.
"REC" knippert en het tapedeck staat in de
standby-stand om op te nemen.
4 Druk op z PAUSE/START op het
apparaat en begin daarna met het
afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Het opnemen begint.
Overige bedieningen
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-
muziekstukken opnemen
op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op
een tape
— Handmatig opnemen
Om Doet u het volgende
Het opnemen te
stoppen
Druk op x.
Het opnemen te
pauzeren
Druk op z PAUSE/
START op het apparaat.
wordt vervolgd
20
NL
Tips
Opnemen vanaf de tuner:
Als tijdens het opnemen vanaf de tuner ruis hoorbaar
is, verplaatst u de betreffende antenne om te proberen
de ruis te verminderen.
Voor opnemen vanaf een CD:
U kunt op . of > drukken om muziekstukken
te kiezen in de opnamepauzefunctie (na stap 3 en
vóór stap 4).
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX op het apparaat.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op de display als volgt:
DSGX ON* y DSGX OFF
* "DSGX" gaat aan.
Instellen van de lage en hoge
tonen
U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een
krachtiger geluid.
1 Druk herhaaldelijk op EQ om "BASS"
of "TREBLE" te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op de display als
volgt:
BASS y TREBLE
2 Druk herhaaldelijk op . of > om
"BASS" of "TREBLE" te kiezen.
Het instellen van de lage en hoge
tonen verlaten
Druk op een willekeurige toets anders dan EQ,
. of >. Bovendien als u gedurende enkele
seconden geen bediening uitvoert, keert de
display automatisch terug naar de
oorspronkelijke display.
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Geluidsregeling/Timer
21
NL
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
AUTO* t 90min t 80min tt 10min
t OFF
* Het systeem wordt na 100 minuten automatisch
uitgeschakeld, of nadat het afspelen van de huidige
CD of tape klaar is.
Overige bedieningen
* U kunt de resterende tijdsduur niet controleren
wanneer "AUTO" is gekozen.
Tip
U kunt de slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok
niet is ingesteld.
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 9).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen
met een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op blz. 12).
TAPE: Plaats een tape (zie "Afspelen van
een tape" op blz. 18).
TUNER: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
"Luisteren naar de radio" op blz. 16).
2 Druk op VOLUME + of – (of draai aan de
VOLUME regelknop op het apparaat)
om het volume in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
4 Druk herhaaldelijk op . of > om
"PLAY" te kiezen en druk daarna op
ENTER.
"ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie
knippert.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaaldelijk op . of > om het
uur in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaaldelijk op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
Timer
Inslapen met muziek
—Slaaptimer
Om Drukt u
De resterende
tijdsduur* te
controleren
Eenmaal op SLEEP.
De uitschakeltijd
te wijzigen
Herhaaldelijk op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
De slaaptimer te
annuleren
SLEEP herhaaldelijk de toets
totdat "OFF" verschijnt.
Ontwaken met muziek
— Weergavetimer
wordt vervolgd
22
NL
7 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat de gewenste geluidsbron
verschijnt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
8 Druk op ENTER.
De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings, waarna de
oorspronkelijke display weer verschijnt.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het
systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de
weergavetimer niet in werking treden.
U kunt de optionele component die is aangesloten op
de AUDIO IN-aansluiting niet gebruiken als de
geluidsbron voor de weergavetimer.
U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
De weergavetimerinstelling blijft gehandhaafd
zolang de instelling niet handmatig wordt
geannuleerd.
U kunt een programma van een
voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op
een vooraf ingesteld tijdstip.
Voor het opnemen met de timer dient u eerst de
radiozenders voor te programmeren (zie
"Voorprogrammeren van radiozenders" op
blz. 14) en de ingebouwde klok gelijk te zetten
(zie "Instellen van de klok" op blz. 9).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie "Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde zender" op
blz. 16).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
"PLAY" verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op . of > om
"REC" te kiezen en druk daarna op
ENTER.
"ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie
knippert.
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaaldelijk op . of > om het
uur in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaaldelijk op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
5 Stel de stoptijd voor opname in
volgens de procedure bij stap 4.
De instellingen van de opnametimer en de
gewenste zender worden getoond, waarna
de oorspronkelijke displayweergave
verschijnt.
6 Plaats een voor opname geschikte
tape.
7 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om Doet u het volgende
De timer te
activeren/de
instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "PLAY"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "OFF"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
t
TUNER
y
CD
T
t
TAPE
T
Timeropname van
radioprogramma’s
Opnametimer
Timer
23
NL
Overige bedieningen
Opmerkingen
Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de
opnametimer niet in werking treden.
Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
Bedien, nadat u de opnametimer heeft ingesteld, het
systeem niet totdat het opnemen gestopt is.
De opnametimer wordt automatisch geannuleerd
nadat de opnametimer is geactiveerd.
Om Doet u het volgende
De timer te
activeren/de
instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "REC"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "OFF"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
24
NL
De klokindicatie op de display kan worden
uitgeschakeld om het stroomverbruik te
minimaliseren (energiebesparingsmodus).
Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het
systeem uitgeschakeld, totdat de
klokindicatie is verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets
drukt, doorloopt het systeem de volgende cyclus:
Klokindicatie* y Geen display
(energiebesparingsmodus)
* De klokdisplay verschijnt alleen indien u de tijd hebt
ingesteld.
Opmerking
U kunt de klok niet in de energiebesparingsmodus
zetten.
Tips
De STANDBY-indicator gaat aan, zelfs in de
energiebesparingsfunctie.
De timer blijft werken in de
energiebesparingsmodus.
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk of die van de hele disc op de display
controleren.
Wanneer een disc met MP3-muziekstukken is
geplaatst, kunt u ook de informatie controleren
die op de disc is opgenomen, zoals de
muziekstuktitels en de artiestennamen.
De resterende tijd en de titels
controleren
Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de
Normale afspeelfunctie.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
Huidige muziekstuknummer en verstreken
afspeeltijd t Huidige muziekstuknummer en
resterende afspeeltijd of "– –.– –"
1)
tResterende afspeeltijd van de disc of
"– –.– –"
1)
t Muziekstuktitel en artiestennaam
(alleen disc met MP3-muziekstukken
2)
) t
Albumtitel
2)
t Klokindicatie (gedurende acht
seconden)
1)
"– –.– –" wordt afgebeeld wanneer u een CD-
muziekstuk kiest waarvan het muziekstuknummer
21 of hoge is, of wanneer u een MP3-muziekstuk
kiest.
2)
Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag
versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-
tag geeft de muziekstuktitel, de artiestennaam en de
albumtitel weer.
Display
Uitschakelen van de
display
— Energiebesparingsmodus
Afbeelden van informatie
over de disc op de display
Display
25
NL
De totale weergavetijd en de
titels controleren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op
DISPLAY.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x
Als een CD/MP3 in de Geprogrammeerde
weergavefunctie staat
Laatste muziekstuknummer van het programma
en de totale weergavetijd t Totaal aantal
muziekstuknummers van het programma
(gedurende acht seconden) t Discnaam
1)
t
Klokindicatie (gedurende acht seconden)
x Als een CD/MP3 in een andere functie
staat
TOC-display
2)
of het totaal aantal albums op de
disc
3)
of het totaal aantal tracks in het huidige
album
3)
t Volume-aanduiding
3)
of
albumnaam
3)
t Klokdisplay (gedurende acht
seconden)
1)
Bij discs met MP3-muziekstukken
2)
TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave); laat het
huidige discnummer, totaal aantal
muziekstuknummers op de disc en de totale
weergavetijd van de disc zien.
3)
In geval van discs met MP3-muziekstukken is het
mogelijk dat de albumtitel en de artiestennaam niet
worden afgebeeld, afhankelijk van de
weergavefunctie.
Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio
luistert.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
Zendernaam t Frequentie t Klokindicatie
(gedurende acht seconden)
De DAB-zenderinformatie
controleren
U kunt met behulp van de display de toestand
van deze tuner en de informatie over het
programma controleren.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY terwijl op
een DAB-zender is afgestemd.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert het display als volgt:
Servicecomponent-aanduiding
t Kanaal-
aanduiding + frequentie (gedurende vier
seconden) t DLS (dynamische-
naamsegment)
1)
t Ensemble-aanduiding
(totdat het doorlopen stopt)
2)
t Klokdisplay
(gedurende acht seconden)
1)
Als er geen informatie aanwezig is in een
servicecomponent, wordt "No Text" (geen tekst)
afgebeeld.
2)
Als een ensemble geen label heeft, wordt "No Label"
(geen label) afgebeeld.
Opmerking
Als "STEREO" op de display wordt afgebeeld, wordt
het huidige programma uitgezonden in stereo/
gezamenlijk (intensiteit) stereo.
De tunerinformatie op de
display afbeelden
26
NL
U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd.
A AUDIO IN aansluiting
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (draagbare
audiospeler, enz.) op deze aansluiting aan te
sluiten. U kunt dan het geluid van deze
component via dit systeem opnemen of afspelen.
Opmerkingen
Alvorens de audiokabel (niet bijgeleverd) aan te
sluiten of los te koppelen, drukt u herhaaldelijk op
VOLUME – (of draait u de VOLUME-regelaar op het
apparaat linksom) om het volumeniveau te verlagen.
Koppel de audiokabels los wanneer u geen optionele
componenten gebruikt.
Luisteren naar het geluid van
een aangesloten component
1
Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten".
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat
"AUDIO IN" verschijnt.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Opnemen van audio vanaf een
aangesloten component
1
Sluit de audiosnoeren aan.
2 Begin handmatig met het opnemen.
Zie "Handmatig opnemen op een tape" op
blz. 19.
Opmerkingen
Als de aangesloten component uitgerust is met de
functie AVLS (Automatic Volume Limiter System =
Automatische geluidsvolumeonderdrukker), moet u
deze functie uitschakelen wanneer u AUDIO IN
gebruikt. Anders moet u het geluidsvolume van de
luidsprekers verhogen, waarbij een kans op
vervorming bestaat.
Als de aangesloten component is uitgerust met de
functie BASS BOOST of MEGA BASS, moet u deze
functie uitschakelen wanneer u AUDIO IN gebruikt.
Anders zal het geluid van de luidsprekers vervormen.
Optionele componenten
Aansluiten van optionele componenten
Optionele, analoge component
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen
van een optionele,
analoge component
Stereo-ministekker
Optionele componenten/Verhelpen van storingen
27
NL
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1 Controleer of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren goed en stevig zijn
aangesloten.
2 Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
De indicatie "– –:– –" verschijnt op de display.
Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de
klok opnieuw in (blz. 9) en maak de timer-
instellingen opnieuw (blz. 21 en 22).
De klokinstelling/voorprogrammering van de
radiozenders/timer is geannuleerd.
Stel de volgende gegevens opnieuw in:
– "Instellen van de klok" (blz. 9)
– "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 14)
– "De timer te activeren/de instelling te
controleren" (blz. 22 en 23)
"Timeropname van radioprogramma’s" (blz. 22
en 23)
Er is geen geluid.
Druk op VOLUME + of draai de VOLUME
regelknop op het apparaat rechtsom.
Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde
zijn (blz. 7).
Bij gebruik van de opnametimer is er geen
audiouitgangssignaal.
Sluit de antenne aan.
De opgegeven zender heeft het zenden tijdelijk
onderbroken.
Volg de procedure voor automatisch DAB-
scannen (blz. 13).
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
Installeer een ruisfilter (in de vakhandel
verkrijgbaar) op het netsnoer.
De timer kan niet worden ingesteld.
Stel de klok opnieuw in (blz. 9).
De timer werkt niet.
Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de timer
in te stellen en "
c PLAY" or "c REC" op de
display te laten branden (blz. 22 en 23).
Controleer de instelling van de timer en stel de
juiste tijd in (blz. 22 en 23).
Schakel de slaaptimer uit (blz. 21).
Zorg ervoor dat de klok op de juiste tijd is
ingesteld.
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Wanneer de STANDBY-
indicatie knippert
Trek onmiddellijk de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en controleer de
onderstaande punten.
Zijn de + en de – draden van de
luidsprekersnoeren kortgesloten?
Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers?
Worden de ventilatieopeningen aan de
achterzijde van het apparaat geblokkeerd?
Controleer alle bovenstaande items en los alle
gevonden problemen op. Nadat de
STANDBY-indicatie stopt met knipperen,
steekt u de stekker van het netsnoer weer in
het stopcontact en schakelt u het systeem
weer in. Als de indicator nog steeds knippert,
of indien de oorzaak van een probleem, na
controle van bovenstaande zaken, niet
gevonden is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
wordt vervolgd
28
NL
De afstandsbediening werkt niet.
Verwijder het obstakel.
Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-
buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
Controleer of de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit.
De onregelmatige kleurenweergave op het TV-
scherm verdwijnt niet.
Plaats de luidsprekers verder weg van het TV-
toestel.
Luidsprekers
Het geluid komt uit één kanaal of de balans
tussen het linker- en rechtervolumeniveau is
verkeerd.
Controleer de aansluitingen en opstelling van de
luidsprekers.
CD/MP3-speler
Het afspelen begint niet.
Veeg de disc schoon (blz. 33).
Vervang de disc.
Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
Plaats de disc op de juiste wijze in het midden van
de dischouder.
Plaats de disc met de labelkant naar boven gericht
in de dischouder.
Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
Druk op N (of CD/NX op het apparaat) om de
weergave te starten.
Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar
de CD-functie, kan het langer duren om toegang te
krijgen tot de disc.
De disc slaat over.
Veeg de disc schoon (blz. 33).
Vervang de disc.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert
met lage tonen en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de door de trillingen van de
luidsprekers het geluid overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat zowel
"PGM" als "SHUF" van de display verdwijnen om
terug te keren naar de Normal-afspeelfunctie.
MP3-audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het
expansieformaat.
Het MP3-muziekstuk heeft niet de extensie
".MP3".
De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG
1, 2 Audio Layer-3 bestanden, kunnen niet
worden afgespeeld.
MP3-audiobestanden duren langer om af te
spelen dan andere.
Nadat het systeem alle bestanden op de disc heeft
gelezen, kan het weergeven langer dan
gebruikelijk in beslag nemen als:
– het aantal mappen of muziekstukken op de disc
erg hoog is.
– de boomstructuur van mappen en
muziekstukken erg complex is.
De mapnaam, bestandsnaam en ID3-tag-
informatie (mapnaam, muziekstuknummer en
artiestennaam) worden niet juist afgebeeld.
Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1,
level 2 of Joliet in het expansieformaat.
De ID3-tag van de disc is geen versie.1 noch
versie.2.
Slechts maximaal 30 tekens van de ID3-tag
worden afgebeeld.
De volgende tekens kunnen door dit apparaat
worden afgebeeld:
– A t/m Z
– a t/m z
– 0 t/m 9
– ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _ `
{ | } ~
Overige tekens worden misschien niet juist
afgebeeld.
Verhelpen van storingen
29
NL
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 14).
Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 7).
Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
Sluit een externe antenne aan voor DAB/FM-
ontvangst.
Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
Druk op FM MODE op totdat "STEREO" op de
display verschijnt.
RDS werkt niet.
Controleer of u afstemt op een FM-zender.
Kies een FM-zender met een sterker signaal.
Het betreffende scherm of informatie wordt
niet afgebeeld.
Neem contact op met de radiozender en vraag of
zij de betreffende service leveren of niet. De
service kan tijdelijk buiten gebruik zijn.
De tuner werkt niet.
Er is een storing opgetreden in de microprocessor
in de tuner. Schakel de tuner uit en schakel deze
daarna weer in.
"TUNED" wordt niet op de display afgebeeld
(alleen DAB).
Controleer alle antenne-aansluitingen en voer
vervolgens Automatisch DAB-scannen uit
(blz. 13).
De huidige DAB-service is niet beschikbaar. Druk
op + of – (of op TUNING + of – op het apparaat)
om een andere service te kiezen.
Als u naar een andere streek bent verhuisd,
kunnen bepaalde services/frequenties zijn
veranderd en kan het onmogelijk zijn af te
stemmen op uw normale zenders.
Volg de procedure voor automatisch DAB-
scannen om de inhoud van uitzendingen opnieuw
te registreren.
(Deze procedure wist alle eerder opgeslagen
voorkeurzenders.)
"No Service" (geen service) wordt afgebeeld
(alleen DAB).
Controleer alle antenne-aansluitingen en voer
vervolgens Automatisch DAB-scannen uit
(blz. 13).
De servicecomponent-aanduiding, ensemble-
aanduiding en DLS-informatie worden niet
juist afgebeeld.
De volgende tekens kunnen door dit apparaat
worden afgebeeld:
– A t/m Z
– a t/m z
– 0 t/m 9
– ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _ `
{ | } ~
Overige tekens worden misschien niet juist
afgebeeld.
Tapedeck
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33).
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape wordt niet volledig gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig
deze (blz. 33).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
wordt vervolgd
30
NL
De tape neemt niet op.
Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening waar het nokje in zat met plakband
(blz. 33).
Het einde van de tape is bereikt.
Optionele componenten
Er is geen geluid.
Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid."
(blz. 27) en controleer de situatie van het systeem.
Sluit de component goed aan (blz. 26) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
Schakel de aangesloten component in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om "AUDIO
IN" (blz. 26).
Het geluid is vervormd.
Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Trekken de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker van het netsnoer weer in
het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk tegelijkertijd op x en op ?/1.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en
timer opnieuw instellen.
Tijdens de bediening kan er in de display één
van de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD/MP3
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen)
te programmeren.
No Disc
Er is geen disc in de speler geplaatst.
No Step
Alle geprogrammeerde muziekstukken zijn gewist.
Over
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M
ingedrukt hield tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
Push STOP!
U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het
afspelen.
Tuner
Complete!
De bediening van het voorprogrammeren is normaal
beéindigd.
No Service (alleen DAB)
DAB-uitzendingen worden niet ondersteund in uw
land of gebied.
No Preset (alleen DAB)
Er zijn geen voorkeurzenders opgeslagen.
Tape
No Tab
U kunt de tape niet opnemen, omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen tape in het tapedeck.
Meldingen
Verhelpen van storingen
31
NL
Timer
PUSH SELECT!
U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen
tijdens een timerbediening.
SET CLOCK!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
klok is ingesteld.
SET TIMER!
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
weergavetimer of opnametimer is ingesteld.
TIME NG!
De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de
weergavetimer is hetzelfde.
32
NL
Netspanning
Controleer vóór gebruik van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met
de plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
Installeer het systeem niet in een hellende positie.
Installeer het systeem niet;
op uiterst warme of koude plaatsen
op stoffige of vuile plaatsen
in een zeer vochtige omgeving
op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaan (met was, olie,
polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op
de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan
gaan verkleuren.
Ontwikkeling van hitte
Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te
schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van
het TV-toestel te plaatsen.
Bediening
Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
33
NL
Opmerkingen over discs
Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen
bedoeld voor lp’s van vinyl.
Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet
worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch
probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak
daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen
zoals verdunner, wasbenzine of alcohol.
Beveiligen van een opgenomen tape
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie
afbeelding).
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de
tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld
kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaaldelijk afspelen en stoppen, of
herhaaldelijk vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan
de tape in het tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van
belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude
tape.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of natte type. Voor
nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette te raadplegen.
Demagnetiseren van de tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden
dient u de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette te raadplegen.
Verwijder het
wispreventienokje
34
NL
Hoofdapparaat
Versterker
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
11 + 11 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
15 + 15 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
28 + 28 W
Ingangen
AUDIO IN: Gevoeligheid 250 mV,
impedantie 47 kilohm
Uitgangen
PHONES: Geschikt voor
hoofdtelefoons met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen:
minder dan 44,6 µW
(Dit uitgangsvermogen is
de waarde, gemeten op
200 mm afstand van het
oppervlak van de
objectieflens op de
optische pick-up bij een
diafragma van 7 mm)
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz
Tapedeck
Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals, stereo
Tuner
DAB-tuner
Afstembereik
Band-III: 174,928 (5A)
239,200 (13F) MHz
L-Band: 1.452,960 MHz (LA) –
1.490,624 MHz (LW)
(L-band is niet beschikbaar
op het model voor het
Verenigd Koninkrijk.)
* Voor verdere informatie, zie "DAB -frequentietabel"
hier onder.
Antenneaansluiting 75 ohm, F-vrouwtje
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenneaansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-raamantenne,
aansluiting voor
buitenantenne
Middenfrequentie 450 kHz
Technische gegevens
36
NL
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 50 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Afmetingen (b/h/d) (excl. luidsprekers)
Ong. 164 × 235 × 265 mm
Gewicht (excl. luidsprekers)
Ong. 3,6 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen
(2)
AM-raamantenne (1)
DAB/FM-draadantenne
(2)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Stroomverbruik in standby: 0,3 W
Er werden geen halogene
brandvertragende producten gebruikt in
de betreffende printplaat/printplaten.
Bepaalde onderdelen werden loodvrij
gesoldeerd.
In het omhulsel werden geen halogeen
bevattende brandvertragende producten
gebruikt.
Aanvullende informatie
37
NL
Hoofdapparaat
Afstandsbedieningssensor 2
CD SYNC ql (19)
DAB 8 (13, 16)
DAB AUTO SCAN 9 (13)
Displayvenster 6
DSGX 3 (20)
PHONES-aansluiting qf
PLAY MODE 5 (10, 12, 19)
Tapedeck qd (18)
TUNER/BAND qh (14, 16)
TUNING +/qa (14, 16)
TUNING MODE 5 (14, 16)
VOLUME regelaar q; (21, 27)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (8, 22, 30)
z PAUSE/START 4 (19)
Z PUSH OPEN/CLOSE (CD
openen/sluiten) 7
.m/M>
(terugspoelen/vooruit spoelen,
spring achteruit/spring vooruit)
qa (9, 11, 18, 20, 21)
PUSH OPEN/CLOSE Z (tape
openen/sluiten) qs (18)
x (stoppen) qg (11, 18, 30)
CD/NX (uitwerpen) qj (11)
TAPE/N qk (18)
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun
referentiebladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en
andere in de tekst genoemde onderdelen van het
systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TUNER/BAND qh (14, 16)
RR
Bijbehorende
bladzijde
Naam van toets/
onderdeel
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – S
T – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
12 3 45 6 7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
qg
qk
qj
qh
ql
wordt vervolgd
Sony Corporation Printed in China
Afstandsbediening
CD qj (10, 12)
CLEAR qf (13)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(22, 23)
CLOCK/TIMER SET 3 (9, 21,
22)
DAB 6 (14, 16)
DISPLAY w; (17, 24, 25)
ENTER 9 (9, 12, 14, 21, 22)
EQ qd (20)
FM MODE 4 (16)
FUNCTION q; (10, 12, 14, 16,
26)
PLAY MODE ql (10, 12, 19)
REPEAT 4 (12)
SLEEP wa (21)
TAPE qh (18)
TUNER/BAND 5 (14, 16)
TUNER MEMORY qk (14)
TUNING MODE ql (14, 16)
VOLUME +/– qa (21, 27)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (8, 22, 30)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) 7 (11, 18)
N (afspelen) 8 (11, 18)
X (pauzeren) 8 (11, 18)
x (stoppen) 8 (11, 18)
+/– qs (11, 12, 19)
./> (spring achteruit/
spring vooruit) qg (9, 11, 18,
20, 21)
–/+ (stoppen) qg (14, 16)
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
4
5
6
7
8
9
0
3
2
1
qs
qf
qd
w;
ql
qk
qj
qh
qg
w
a
qa
Printed on 100 % recycled
paper using VOC (Volatile
Organic Compound)-free
vegetable oil based ink.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht om het risiko van brand of een electrische schok te verlagen. Om de kans op brand te verkleinen mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet blokkeren met een krant, tafelkleed, gordijn, enz. Plaats ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Om de kans op brand of een elektrische schok te verkleinen, mag u geen voorwerpen met een vloeistof erin, zoals een bloemenvaas, op het apparaat zetten. Sluit het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact. Als u een abnormaliteit in het apparaat waarneemt, trekt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Dit betreft de accessoires: Afstandsbediening MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. Inhoudsopgave Over de gebruiksaanwijzing ................... 4 Overzicht van DAB................................. 4 Geschikte discs........................................ 5 Voorbereidingen Aansluiten van het systeem.....................7 Instellen van de klok ............................... 9 CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen................................... 10 Een disc afspelen................................... 10 — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie Herhaaldelijk afspelen .......................... 12 — REPEAT-afspeelfunctie Uw eigen programma samenstellen ...... 12 — PROGRAM-afspeelfunctie Tuner DAB-zenders scannen........................... 13 Voorprogrammeren van radiozenders ........................................................ 14 Luisteren naar de radio.......................... 16 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen (alleen FM/AM) Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS).............................................. 17 Tape – Afspelen Plaatsing van een tape ........................... 18 Afspelen van een tape .......................... 18 Tape – Opnemen Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................ 20 Timer Inslapen met muziek ............................. 21 — Slaaptimer Ontwaken met muziek .......................... 21 — Weergavetimer Timeropname van radioprogramma’s ........................................................ 22 — Opnametimer Display Uitschakelen van de display ................. 24 — Energiebesparingsmodus Afbeelden van informatie over de disc op de display........................................ 24 De tunerinformatie op de display afbeelden ........................................ 25 NL Optionele componenten Aansluiten van optionele componenten .................................. 26 Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 27 Meldingen............................................. 31 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 32 Technische gegevens ............................ 34 Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden ................. 37 Uw favoriete CD-muziekstukken opnemen op een tape ...................... 19 — CD-TAPE-synchroonopname Handmatig opnemen op een tape .......... 19 — Handmatig opnemen 3NL Over de gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de bediening uit met behulp van de afstandsbediening, doch dezelfde handelingen kunnen ook uitgevoerd worden met de gelijknamige of soortgelijke toetsen op het apparaat. Ensemble Service Service Service Overzicht van DAB DAB (Digital Audio Broadcasting) is een nieuw multimedia zendsysteem dat de huidige FM/ AM-uitzendingen vervangt en audioprogramma’s kan zenden met een geluidskwaliteit vergelijkbaar met die van CD’s*. Iedere DAB-multiplexradiozender zet programma’s (services) om in een ensemble, dat vervolgens wordt uitgezonden. Iedere service bestaat uit één of meer componenten. Alle services en componenten worden aangeduid met een naam, zodat u ze kunt vinden zonder de frequentie ervan te kennen. Bovendien kan aanvullende informatie (geassocieerde programmagegevens genoemd) tezamen met de service worden uitgezonden in de vorm van tekst. Met DAB digitale radio kunt u: – luisteren naar CD-geluidskwaliteit zonder sissen en kraken* – gebruikmaken van zowel muziek- als dataservices op een enkele tuner (deze tuner ondersteunt geen dataservices) – luisteren naar dezelfde radiozenders met dezelfde frequentie op iedere plaats in het land – genieten van meerdere programma’s (services) op een enkele frequentie * Het is mogelijk dat bepaalde servicecomponenten niet van CD-geluidskwaliteit zijn. 4NL Component Component Component Opmerkingen • De beschikbaarheid van DAB-uitzendingen verschilt per land en gebied. Mogelijkerwijs wordt geen DAB uitgezonden of bevindt DAB zich in de testfase. • DAB programma’s worden in Band-III (174 tot 240 MHz) en/of L-Band (1452 tot 1491 MHz) uitgezonden, met iedere band onderverdeeld in kanalen. Ieder van deze kanalen heeft zijn eigen kanaallabel. Voor verdere informatie over de kanaallabels en -frequenties die door deze tuner worden ondersteund, raadpleegt u de Frequentietabel op blz. 35. • Deze tuner ondersteunt geen dataservices. 1) Geschikte discs U kunt de volgende discs in het apparaat afspelen. Afspelen van andere discs is niet mogelijk. Lijst van geschikte discs Type disc Disclogo Audio-CD’s CD-R/CD-RW (audio/MP3bestanden) Discs die niet op dit systeem afgespeeld kunnen worden • CD-ROM’s • CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn opgenomen in de volgende formaten: – muziek-CD-formaat – MP3-bestandsindeling, die voldoet aan ISO96601) Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie2) • Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld een kaart of een hart). • Discs waarop papier of stickers zijn geplakt. • Discs waarop nog plakband, cellofaantape of een sticker aanwezig is. Formaat ISO9660 De meest algemene internationale norm voor het logische formaat van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie ".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8 boomstructuren hebben. Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en mapnamen kunnen uit maximaal 16 tekens bestaan) moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt enzovoort. 2) Multisessie Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt om met behulp van Track-At-Once (een track tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD). Het begin van een conventionele CD wordt vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied, lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-) sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt. Dit apparaat ondersteunt maximaal 10 sessies. CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de tweede sessie bevat de data. Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de tweede en volgende tracks van een sessie. Opmerkingen betreffende CD-R en CD-RW • Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in dit apparaat worden weergegeven afhankelijk van de opnamekwaliteit of fysieke toestand van de disc, of van de eigenschappen van het opnameapparaat. Ook discs die niet correct zijn afgesloten, kunnen niet worden afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur. • Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar als gevolg van krassen, vuil, opnameomstandigheden of eigenschappen van het CD-R/CD-RW-station. wordt vervolgd 5NL • Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de laatst geschreven sessie niet "gesloten" is kunnen niet worden afgespeeld. • Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet afgespeeld kunnen worden. • Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te spelen kunnen eventueel ruis of storingen in het apparaat opleveren. • Met andere bestandsindelingen dan ISO9660 level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van mappen en bestanden verkeerd weergegeven worden. • Bij de volgende discs duurt het langer om met afspelen te beginnen. – een disc die is opgenomen met een ingewikkelde boomstructuur. – een disc opgenomen in multisessie. – een CD waarop nog sessies toegevoegd kunnen worden (de CD is nog niet "afgesloten"). Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. Bericht over DualDiscs Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet gegarandeerd. 6NL Waarschuwingen voor het afspelen van een multisessieCD • Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-) CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een MP3-sessie wordt gevonden. • Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden. • Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt bepaald door de grootte (aantal niveaus) van de bestandstructuur. • Een CD met gemengde indelingen wordt herkend als een CD-DA-(audio-) CD. Voorbereidingen Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en accessoires. Rechter luidspreker Linker luidspreker Voorbereidingen Aansluiten van het systeem 3 1 2 4 FM-draadantenne AM-raamantenne 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Sluit de linker- en rechterluidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen van het apparaat zoals hieronder afgebeeld. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. R AKE SPE Rood (3) # L # Steek dit gedeelte erin. Zwart/ Gestreept (#) # R 3 CE DAN IMPE -16 6 USE wordt vervolgd 7NL 3 Sluit de DAB-antenne aan. Aansluittype A Met een externe DAB-antenne kunt u een hogere DAB-ontvangstgeluidskwaliteit verkrijgen. Wij adviseren u de DAB/FMdraadantenne slechts tijdelijk te gebruiken totdat u een externe DAB-antenne hebt aangesloten. Sluit de bijgeleverde DAB/FMdraadantenne aan op de DAB-aansluiting op het achterpaneel van dit apparaat. AM 75 FM AM-raamantenne L XIA COA Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Aansluittype B ANTEN NA DAB 75 Sluit de witte kant aan AM 75 FM AM-raamantenne L XIA COA Leg de DAB/FM-draadantenne (bijgeleverd) horizontaal neer Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Sluit de externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) aan op de DAB-aansluiting op het achterpaneel van dit apparaat. Aansluittype C AM FM 75 XIA COA L Sluit de bruine kant aan AM-raamantenne Coaxkabel van 75 ohm met F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) NA DAB 75 Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Naar externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) Opmerking Om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen, moet u de antennes uit de buurt van het systeem en andere componenten houden. Tip U kunt dezelfde draadantenne gebruiken voor zowel FM- als DAB-verbinding. Gebruik de aansluiting aan de witte kant voor de DAB-verbinding en de aansluiting aan de bruine kant voor de FM-verbinding. 8NL ANTEN Tip Om de externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) aan te sluiten, hebt u een coaxkabel van 75 ohm met F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) nodig. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Als de stekker niet in het stopcontact past, haalt u de bijgeleverde stekkeradapter eraf (alleen voor modellen voorzien van een stekkeradapter). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1. Instellen van de klok Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 3 Opmerking Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 4 5 6 Druk op ?/1 om het apparaat in te schakelen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen. Voorbereidingen Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening Druk op ENTER. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen. Druk op ENTER. De klok begint te lopen. Tip Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen. Veranderen van de tijd 1 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3 t/m 6 hierboven. Druk herhaaldelijk op . of > om "CLOCK SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. Opmerking De klokindicatie verschijnt niet in de energiebesparingsmodus (blz. 24). 9NL CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen 1 2 Een disc afspelen — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het apparaat. Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3muziekstukken afspelen. Plaats een disc met de labelkant naar boven gericht in de dischouder. Voorbeeld: Bij het afspelen van een disc Muziekstuknummer 1 3 Druk nogmaals op Z PUSH OPEN/ CLOSE op het apparaat om het deksel van de dischouder te sluiten. Opmerkingen • Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. • Houd de lens van de cd-speler schoon en raak deze niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd raken en de cd-speler niet naar behoren werken. 2 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand, totdat de gewenste functie op de display weergegeven wordt. Kies Voor het afspelen van Geen display (NORMALafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de oorspronkelijke volgorde. (NORMALafspeelfunctie) 10NL Afspeelduur Alle MP3-muziekstukken in het album op de disc in de oorspronkelijke volgorde. Bij weergave van een nietMP3-disc, voert het apparaat dezelfde bediening uit als normale afspeelfunctie. SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle muziekstukken op de disc in willekeurige volgorde. SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle MP3-muziekstukken in het album op de disc in willekeurige volgorde. Bij weergave van een nietMP3-disc, voert het apparaat dezelfde bediening uit als in de willekeurige weergavefunctie. PGM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de volgorde waarin u deze wilt afspelen (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 12). 3 Druk op N (of CD/NX op het apparaat). Overige bedieningen Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X (of CD/NX op het apparaat). Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Een muziekstuk Druk herhaaldelijk op . of te kiezen >. Een album met MP3 te kiezen Druk herhaaldelijk op stap 2. + of – na Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Een disc te verwijderen Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het apparaat. CD/MP3 – Afspelen Om • Afhankelijk van de gebruikte software voor geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of opnamemedium bij het schrijven van de MP3bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart zoals de onmogelijkheid van het afspelen, geluidsonderbrekingen en ruis. • Tijdens het afspelen van een MP3-muziekstuk kan in de volgende gevallen de indicatie van de verstreken afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd. – Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate) MP3-geluidsspoor – Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen (handmatig zoeken) Opmerkingen • Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar de CD-functie, kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc. • U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet veranderen. • Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen enige tijd duren. • Nadat de disc is geplaatst leest de cd-speler alle muziekstukken op die disc. Als er veel albums of niet-MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen. • Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3-muziekstukken geen ander soort geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan. • Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat wordt overgeslagen. • Het maximaal aantal tracks: 299 • Het maximaal aantal albums: 150 (inclusief de hoofdmap) • Het totaal maximaal aantal MP3-muziekstukken en albums dat een disc kan bevatten, bedraagt 300. • Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden. • MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen. 11NL Herhaaldelijk afspelen — REPEAT-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken of een enkel muziekstuk op de disc herhaaldelijk afspelen. Druk, tijdens weergave, herhaaldelijk op de toets REPEAT totdat "REP" of "REP1" verschijnt. Uw eigen programma samenstellen — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma samenstellen dat uit maximaal 25 stappen bestaat. U kunt de geprogrammeerde muziekstukken synchroon opnemen op een tape (blz. 19). REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album. REP1: Slechts één muziekstuk. 1 Uitschakelen van de herhaalfunctie 2 Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat zowel "REP" als "REP1" verdwijnen. 3 Opmerking Druk op CD (of druk herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand totdat "PGM" verschijnt. Druk herhaaldelijk op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Voor de programmering van de MP3muziekstukken, druk op + of – om een album te kiezen, en druk u daarna herhaaldelijk op . of > totdat het gewenste beeld/muziek-stuknummer verschijnt. Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het moment dat "REP1" geannuleerd wordt. Gekozen Totale afspeelduur muziekstuknummer (inclusief het gekozen muziekstuk) 4 Druk op ENTER. Het beeld/muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het programmastapnummer wordt afgebeeld, gevolgd door het laatste geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeeltijd. 5 6 Om nog meer beelden/muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. Druk op N (of CD/NX op het apparaat). Het afspelen van het programma begint. 12NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende De PROGRAMafspeelfunctie uit te schakelen Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand totdat zowel "PGM" verdwijnt. Een muziekstuk toe te Voer in de stopstand de voegen aan het einde van stappen 3 en 4 uit. een programma Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op N (of de toets CD/NX op het apparaat). Het programma wordt echter gewist wanneer u de disclade opent. • "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of bij keuze van een CD-muziekstuk met een muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen van een MP3-muziekstuk. DAB-zenders scannen Voordat u DAB kunt ontvangen, moet u de inhoud van uitzendingen (servicecomponenten) registreren, zodat deze kunnen worden ontvangen door de DAB-tuner met behulp van de procedure voor automatisch DAB-scannen. Tuner Het programma te wissen Druk in de stopstand op CLEAR. Iedere keer als u op deze toets drukt, wordt een muziekstuk aan het einde van het programma gewist. Tuner Automatisch DAB-scannen Automatisch DAB-scannen begint alleen automatisch nadat u het systeem voor het eerst na aankoop hebt ingeschakeld. Als u later nogmaals het automatisch DABscannen wilt gebruiken, volgt u de onderstaande procedure. 1 Druk op DAB AUTO SCAN op het apparaat. "DAB Auto Scan? Push DAB" verschijnt. 2 Druk op DAB op het apparaat. Het scannen begint. "DAB Auto Scan" verschijnt. Afhankelijk van de beschikbare DAB-services in uw streek, kan het scannen enkele minuten duren. Nadat het scannen klaar is, wordt de lijst met beschikbare serviceonderdelen aangemaakt. wordt vervolgd 13NL Opmerkingen • Als DAB-uitzendingen niet worden ondersteunt in uw land of gebied, wordt "No Service" (geen service) afgebeeld. • Druk niet op geen enkele toets op het apparaat of de bijgeleverde afstandsbediening tijdens het automatisch DAB-scannen. Het scannen zal worden onderbroken en de servicecomponentenlijst kan niet goed worden aangemaakt. In dat geval moet u de procedure voor het automatisch DAB-scannen nogmaals volgen. • Als u naar een andere streek verhuist, herhaalt u deze procedure om de zenders in uw nieuwe streek op te slaan. • Deze procedure wist alle eerder opgeslagen voorkeurzenders. • Met deze procedure slaat u geen nieuwe voorkeurzenders op. 2 U kunt ook op de DAB-toets drukken om DAB rechtstreeks te kiezen. 3 4 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" op de display verschijnt. Druk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat). De servicecomponentenlijst wordt omlaag afgespeeld (DAB) of de frequentie verandert terwijl het systeem een zender (FM/AM) scant. Het scannen stopt automatisch wanneer op een radiozender is afgestemd. Op dat moment verschijnen "TUNED" en "STEREO" (alleen voor stereo-uitzendingen). Opstellingsplaats veranderen Indien "TUNED" niet verschijnt en het doorzoeken van de frequenties niet stopt Als u het systeem op een andere plaats wilt opstellen, zorgt u ervoor, om uw eigen DABinstellingen te behouden, dat de klokdisplay* wordt afgebeeld voordat u het systeem uitschakelt, de stekker uit het stopcontact trekt en de DAB-antenne loskoppelt. Stel de frequentie van de gewenste radiozender in, zoals is beschreven bij de stappen 3 en 4 van "Handmatig voorkeurzenders opslaan (alleen FM/AM)" (blz. 15). Handmatig afstemmen is niet beschikbaar voor DAB. * In de energiebesparingsfunctie, controleert u dat of de klokdisplay uitgaat. Voorprogrammeren van radiozenders Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "DAB", "FM" of "AM" te kiezen. 5 Druk op TUNER MEMORY. Het voorkeurnummer knippert. Voer de stappen 6 en 7 uit terwijl het voorkeurnummer knippert. U kunt maximaal 20 DAB-zenders, 20 FMzenders en 10 AM-zenders opslaan als voorkeurzenders. U kunt afstemmen op elk van die zenders door eenvoudig het bijbehorende voorkeurnummer te kiezen. Voorprogrammering met automatische afstemming U kunt automatisch afstemmen op alle servicecomponenten die in uw streek kunnen worden ontvangen en deze opslaan. 1 14NL Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar TUNER. Pre-selectienummer 6 7 8 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Opmerkingen Tip Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken naar frequenties (alleen FM/AM). Overige bedieningen Om Doet u het volgende Af te stemmen op Volg de procedure die wordt een zender met een beschreven in "Handmatig zwak signaal voorkeurzenders opslaan (alleen FM/AM)" (blz. 15). Een andere radiozender in te stellen op een bestaand voorkeurnummer Na stap 5, druk herhaaldelijk op de toets + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer, waaronder u de zender wilt opslaan, te kiezen. Tuner • Bij het afstemmen op een DAB-zender kan het enkele seconden duren voordat u geluid hoort. • Voordat u DAB kunt ontvangen, moet u de procedure voor het automatisch DAB-scannen volgen (zie "DAB-zenders scannen" op blz. 13). • U kunt de servicecomponent niet als voorkeurzender instellen wanneer "TUNED" niet wordt afgebeeld (alleen DAB). Handmatig voorkeurzenders opslaan (alleen FM/AM) U kunt handmatig afstemmen op de gewenste radiozenders en daarna de frequentie ervan opslaan. 1 2 3 4 5 6 7 8 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar TUNER. Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van de display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Druk op TUNER MEMORY. Druk herhaaldelijk op de toets + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. 15NL Luisteren naar de radio U kunt naar een radiozender luisteren door een voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door handmatig af te stemmen op de zender. Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Programmeer eerst de voorkeurzenders in het geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 14). 1 2 3 4 — Handmatig afstemmen (alleen FM/ AM) 1 2 3 4 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar TUNER. Druk herhaald op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van de display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op de toets + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar TUNER. Opmerking Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "DAB", "FM" of "AM" te kiezen. Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar de CD-functie, kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc. U kunt ook op de DAB-toets drukken om DAB rechtstreeks te kiezen. Tips Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "PRESET" op de display verschijnt. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeurnummer te kiezen. Opmerking Als geen voorkeurzenders zijn opgeslagen, wordt "No Preset" (geen voorkeurzenders) afgebeeld (alleen DAB). 16NL Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde radiozender • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan herhaaldelijk op FM MODE totdat "MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. • Wanneer een FM-stereo-uitzending niet in stereo kan worden ontvangen, drukt u herhaaldelijk op FM MODE totdat "STEREO" op de display wordt afgebeeld. • Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en druk daarna op + of – (of TUNING + of – op het apparaat). De frequentie-aanduiding verandert en het scannen stopt als er een zender wordt ontvangen (automatische afstemming). • Gebruik handmatige opname-instellingen bij de opname van radio-uitzendingen (blz. 19). • U kunt de display veranderen in de klokdisplay (gedurende 8 seconden) door op DISPLAY te drukken. • Wanneer u een secundaire service ontvangt, wordt "SECONDARY" afgebeeld op de display (alleen DAB). • De primaire service wordt automatisch ontvangen nadat de secundaire service is afgelopen. Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) Wat is het radioinformatiesysteem? Tuner Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. Deze tuner is uitgerust met handige RDS-functies, zoals het afbeelden van de zendernaam. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Opmerking RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor meer informatie over RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Kies een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op de display verschijnen. De RDS-informatie controleren Bij elke druk op DISPLAY verandert de display als volgt: Zendernaam* t Frequentie t Klokdisplay * Als de RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen, is het mogelijk dat de zendernaam niet op de display verschijnt. 17NL Afspelen van een tape Tape – Afspelen Plaatsing van een tape 1 2 U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Druk op PUSH OPEN/CLOSE Z op het apparaat. 1 2 Plaats een reeds opgenomen/ opneembare tape in de cassettehouder. 3 De kant die u wilt afspelen of waarop u wilt opnemen moet naar u toe gericht zijn. Plaats een tape. Druk op TAPE (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar TAPE. Druk op N (of TAPE/N op het apparaat). Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Snel vooruit te Druk op m of M. spoelen of terug te spoelen De tape eruit te halen 18NL Druk PUSH OPEN/CLOSE Z in de stopstand op het apparaat. Tape – Opnemen Uw favoriete CDmuziekstukken opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroonopname 1 2 Plaats een voor opname geschikte tape. — Handmatig opnemen Met deze functie is het mogelijk om alleen uw favoriete muziekstukken van een CD, tape of een radioprogramma op een tape op te nemen. U kunt ook opnemen van andere aangesloten geluidscomponenten (zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26). 1 2 Plaats de disc die u wilt opnemen. Druk op CD SYNC op het apparaat. "SYNC" en "REC" knipperen. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 4 Druk op z PAUSE/START op het apparaat. 3 Druk op x. Een disc opnemen met een vooraf opgegeven muziekstukvolgorde U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken opnemen met behulp van de programafspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3 eerst de stappen 1 t/m 5 uit van "Uw eigen programma samenstellen" (blz. 12). Druk op z PAUSE/START op het apparaat. "REC" knippert en het tapedeck staat in de standby-stand om op te nemen. 4 Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Stoppen met opnemen Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de gewenste opnamebron te kiezen. • TUNER: Opnemen vanaf de ingebouwde tuner. • CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CDspeler. • AUDIO IN: Opnemen vanaf de optionele component aangesloten op de AUDIO IN-aansluitingen. Als u een album van een MP3-disc wilt opnemen, moet u zeker, voordat u verder gaat, herhaaldelijk op PLAY MODE drukken, om de functie te kiezen, en daarna, met behulp van + of –, het gewenste album kiezen. 3 Plaats een voor opname geschikte tape. Tape – Afspelen/Tape – Opnemen U kunt een hele CD op de tape opnemen. U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Handmatig opnemen op een tape Druk op z PAUSE/START op het apparaat en begin daarna met het afspelen van de bron waarvan u wilt opnemen. Het opnemen begint. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het opnemen te stoppen Druk op x. Het opnemen te pauzeren Druk op z PAUSE/ START op het apparaat. Opmerking Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen luisteren. wordt vervolgd 19NL Tips • Opnemen vanaf de tuner: Als tijdens het opnemen vanaf de tuner ruis hoorbaar is, verplaatst u de betreffende antenne om te proberen de ruis te verminderen. • Voor opnemen vanaf een CD: U kunt op . of > drukken om muziekstukken te kiezen in de opnamepauzefunctie (na stap 3 en vóór stap 4). Geluidsregeling Regeling van het geluid Een dynamischer geluid creëren (Dynamic Sound Generator X-tra) Druk op DSGX op het apparaat. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op de display als volgt: DSGX ON* y DSGX OFF * "DSGX" gaat aan. Instellen van de lage en hoge tonen U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een krachtiger geluid. 1 Druk herhaaldelijk op EQ om "BASS" of "TREBLE" te kiezen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op de display als volgt: BASS y TREBLE 2 Druk herhaaldelijk op . of > om "BASS" of "TREBLE" te kiezen. Het instellen van de lage en hoge tonen verlaten Druk op een willekeurige toets anders dan EQ, . of >. Bovendien als u gedurende enkele seconden geen bediening uitvoert, keert de display automatisch terug naar de oorspronkelijke display. 20NL Ontwaken met muziek Timer Inslapen met muziek — Slaaptimer U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. Druk op SLEEP. — Weergavetimer U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 9). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 • CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 12). • TAPE: Plaats een tape (zie "Afspelen van een tape" op blz. 18). • TUNER: Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar de radio" op blz. 16). * Het systeem wordt na 100 minuten automatisch uitgeschakeld, of nadat het afspelen van de huidige CD of tape klaar is. Overige bedieningen Om Drukt u De resterende tijdsduur* te controleren Eenmaal op SLEEP. De uitschakeltijd Herhaaldelijk op SLEEP om de te wijzigen gewenste tijd te kiezen. De slaaptimer te annuleren 2 3 4 SLEEP herhaaldelijk de toets totdat "OFF" verschijnt. * U kunt de resterende tijdsduur niet controleren wanneer "AUTO" is gekozen. Druk op VOLUME + of – (of draai aan de VOLUME regelknop op het apparaat) om het volume in te stellen. Geluidsregeling/Timer Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: AUTO* t 90min t 80min t … t 10min t OFF Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaaldelijk op . of > om "PLAY" te kiezen en druk daarna op ENTER. "ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie knippert. 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. Tip U kunt de slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. 6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. wordt vervolgd 21NL 7 Druk herhaaldelijk op . of > totdat de gewenste geluidsbron verschijnt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: Timeropname van radioprogramma’s — Opnametimer t TUNER y CD T t TAPE T 8 Druk op ENTER. De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron verschijnen beurtelings, waarna de oorspronkelijke display weer verschijnt. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De timer te activeren/de instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER U kunt een programma van een voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op een vooraf ingesteld tijdstip. Voor het opnemen met de timer dient u eerst de radiozenders voor te programmeren (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 14) en de ingebouwde klok gelijk te zetten (zie "Instellen van de klok" op blz. 9). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "PLAY" verschijnt en druk daarna op ENTER. De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER 2 3 4 Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. Opmerkingen 22NL Druk herhaaldelijk op . of > om "REC" te kiezen en druk daarna op ENTER. "ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie knippert. SELECT. • Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de weergavetimer niet in werking treden. • U kunt de optionele component die is aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting niet gebruiken als de geluidsbron voor de weergavetimer. • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • De weergavetimerinstelling blijft gehandhaafd zolang de instelling niet handmatig wordt geannuleerd. Druk op CLOCK/TIMER SET. "PLAY" verschijnt. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "OFF" verschijnt en druk daarna op ENTER. Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender" op blz. 16). 5 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. De instellingen van de opnametimer en de gewenste zender worden getoond, waarna de oorspronkelijke displayweergave verschijnt. 6 7 Plaats een voor opname geschikte tape. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De timer te activeren/de instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "REC" verschijnt en druk daarna op ENTER. SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "OFF" verschijnt en druk daarna op ENTER. • Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de opnametimer niet in werking treden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • Bedien, nadat u de opnametimer heeft ingesteld, het systeem niet totdat het opnemen gestopt is. • De opnametimer wordt automatisch geannuleerd nadat de opnametimer is geactiveerd. Timer Opmerkingen 23NL Afbeelden van informatie over de disc op de display Display Uitschakelen van de display — Energiebesparingsmodus De klokindicatie op de display kan worden uitgeschakeld om het stroomverbruik te minimaliseren (energiebesparingsmodus). Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het systeem uitgeschakeld, totdat de klokindicatie is verdwenen. De energiebesparingsmodus uitschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets drukt, doorloopt het systeem de volgende cyclus: Klokindicatie* y Geen display (energiebesparingsmodus) * De klokdisplay verschijnt alleen indien u de tijd hebt ingesteld. Opmerking U kunt de klok niet in de energiebesparingsmodus zetten. 24NL U kunt de verstreken afspeelduur en de resterende afspeelduur van het huidige muziekstuk of die van de hele disc op de display controleren. Wanneer een disc met MP3-muziekstukken is geplaatst, kunt u ook de informatie controleren die op de disc is opgenomen, zoals de muziekstuktitels en de artiestennamen. De resterende tijd en de titels controleren Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de Normale afspeelfunctie. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: Huidige muziekstuknummer en verstreken afspeeltijd t Huidige muziekstuknummer en resterende afspeeltijd of "– –.– –"1) tResterende afspeeltijd van de disc of "– –.– –"1) t Muziekstuktitel en artiestennaam (alleen disc met MP3-muziekstukken2)) t Albumtitel2) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) Tips 1) • De STANDBY-indicator gaat aan, zelfs in de energiebesparingsfunctie. • De timer blijft werken in de energiebesparingsmodus. 2) "– –.– –" wordt afgebeeld wanneer u een CDmuziekstuk kiest waarvan het muziekstuknummer 21 of hoge is, of wanneer u een MP3-muziekstuk kiest. Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3tag geeft de muziekstuktitel, de artiestennaam en de albumtitel weer. De totale weergavetijd en de titels controleren Druk in de stopstand herhaaldelijk op DISPLAY. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: x Als een CD/MP3 in de Geprogrammeerde weergavefunctie staat Laatste muziekstuknummer van het programma en de totale weergavetijd t Totaal aantal muziekstuknummers van het programma (gedurende acht seconden) t Discnaam1) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) x Als een CD/MP3 in een andere functie staat 1) Bij discs met MP3-muziekstukken 2) TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave); laat het huidige discnummer, totaal aantal muziekstuknummers op de disc en de totale weergavetijd van de disc zien. 3) In geval van discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk dat de albumtitel en de artiestennaam niet worden afgebeeld, afhankelijk van de weergavefunctie. Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio luistert. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: Zendernaam t Frequentie t Klokindicatie (gedurende acht seconden) De DAB-zenderinformatie controleren U kunt met behulp van de display de toestand van deze tuner en de informatie over het programma controleren. Druk herhaaldelijk op DISPLAY terwijl op een DAB-zender is afgestemd. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert het display als volgt: Servicecomponent-aanduiding t Kanaalaanduiding + frequentie (gedurende vier seconden) t DLS (dynamischenaamsegment)1) t Ensemble-aanduiding (totdat het doorlopen stopt)2) t Klokdisplay (gedurende acht seconden) Display TOC-display2) of het totaal aantal albums op de disc3) of het totaal aantal tracks in het huidige album3) t Volume-aanduiding3) of albumnaam3) t Klokdisplay (gedurende acht seconden) De tunerinformatie op de display afbeelden 1) Als er geen informatie aanwezig is in een servicecomponent, wordt "No Text" (geen tekst) afgebeeld. 2) Als een ensemble geen label heeft, wordt "No Label" (geen label) afgebeeld. Opmerking Als "STEREO" op de display wordt afgebeeld, wordt het huidige programma uitgezonden in stereo/ gezamenlijk (intensiteit) stereo. 25NL Optionele componenten Aansluiten van optionele componenten U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd. Stereo-ministekker Vanaf de digitale uitgangsaansluitingen van een optionele, analoge component Optionele, analoge component A AUDIO IN aansluiting Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een optionele analoge component (draagbare audiospeler, enz.) op deze aansluiting aan te sluiten. U kunt dan het geluid van deze component via dit systeem opnemen of afspelen. Opmerkingen • Alvorens de audiokabel (niet bijgeleverd) aan te sluiten of los te koppelen, drukt u herhaaldelijk op VOLUME – (of draait u de VOLUME-regelaar op het apparaat linksom) om het volumeniveau te verlagen. • Koppel de audiokabels los wanneer u geen optionele componenten gebruikt. Luisteren naar het geluid van een aangesloten component 1 Sluit de audiosnoeren aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten". 2 26NL Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat "AUDIO IN" verschijnt. Begin met het afspelen van de aangesloten component. Opnemen van audio vanaf een aangesloten component 1 Sluit de audiosnoeren aan. 2 Begin handmatig met het opnemen. Zie "Handmatig opnemen op een tape" op blz. 19. Opmerkingen • Als de aangesloten component uitgerust is met de functie AVLS (Automatic Volume Limiter System = Automatische geluidsvolumeonderdrukker), moet u deze functie uitschakelen wanneer u AUDIO IN gebruikt. Anders moet u het geluidsvolume van de luidsprekers verhogen, waarbij een kans op vervorming bestaat. • Als de aangesloten component is uitgerust met de functie BASS BOOST of MEGA BASS, moet u deze functie uitschakelen wanneer u AUDIO IN gebruikt. Anders zal het geluid van de luidsprekers vervormen. Algemeen Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen In het geval u een probleem met uw systeem ondervindt, gaat u als volgt te werk: 1 Controleer of het netsnoer en de luidsprekersnoeren goed en stevig zijn aangesloten. 2 Zoek uw probleem op in onderstaande controlelijst en voer de corrigerende handelingen uit. Indien het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer de STANDBYindicatie knippert De klokinstelling/voorprogrammering van de radiozenders/timer is geannuleerd. • Stel de volgende gegevens opnieuw in: – "Instellen van de klok" (blz. 9) – "Voorprogrammeren van radiozenders" (blz. 14) – "De timer te activeren/de instelling te controleren" (blz. 22 en 23) – "Timeropname van radioprogramma’s" (blz. 22 en 23) Er is geen geluid. • Druk op VOLUME + of draai de VOLUME regelknop op het apparaat rechtsom. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde zijn (blz. 7). • Bij gebruik van de opnametimer is er geen audiouitgangssignaal. • Sluit de antenne aan. • De opgegeven zender heeft het zenden tijdelijk onderbroken. • Volg de procedure voor automatisch DABscannen (blz. 13). Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Installeer een ruisfilter (in de vakhandel verkrijgbaar) op het netsnoer. De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (blz. 9). De timer werkt niet. • Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de timer in te stellen en "c PLAY" or "c REC" op de display te laten branden (blz. 22 en 23). • Controleer de instelling van de timer en stel de juiste tijd in (blz. 22 en 23). • Schakel de slaaptimer uit (blz. 21). • Zorg ervoor dat de klok op de juiste tijd is ingesteld. Optionele componenten/Verhelpen van storingen Trek onmiddellijk de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en controleer de onderstaande punten. • Zijn de + en de – draden van de luidsprekersnoeren kortgesloten? • Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers? • Worden de ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat geblokkeerd? Controleer alle bovenstaande items en los alle gevonden problemen op. Nadat de STANDBY-indicatie stopt met knipperen, steekt u de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en schakelt u het systeem weer in. Als de indicator nog steeds knippert, of indien de oorzaak van een probleem, na controle van bovenstaande zaken, niet gevonden is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. De indicatie "– –:– –" verschijnt op de display. • Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de klok opnieuw in (blz. 9) en maak de timerinstellingen opnieuw (blz. 21 en 22). wordt vervolgd 27NL De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor van het apparaat. • Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting. Het systeem kan niet worden ingeschakeld ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt. • Controleer of de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit. De onregelmatige kleurenweergave op het TVscherm verdwijnt niet. • Plaats de luidsprekers verder weg van het TVtoestel. Luidsprekers Het geluid komt uit één kanaal of de balans tussen het linker- en rechtervolumeniveau is verkeerd. • Controleer de aansluitingen en opstelling van de luidsprekers. CD/MP3-speler Het afspelen begint niet. • Veeg de disc schoon (blz. 33). • Vervang de disc. • Plaats een disc die dit systeem kan lezen. • Plaats de disc op de juiste wijze in het midden van de dischouder. • Plaats de disc met de labelkant naar boven gericht in de dischouder. • Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af, laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. • Druk op N (of CD/NX op het apparaat) om de weergave te starten. • Wanneer u van de tunerfunctie overschakelt naar de CD-functie, kan het langer duren om toegang te krijgen tot de disc. De disc slaat over. • Veeg de disc schoon (blz. 33). • Vervang de disc. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). 28NL • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de door de trillingen van de luidsprekers het geluid overslaat. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat zowel "PGM" als "SHUF" van de display verdwijnen om terug te keren naar de Normal-afspeelfunctie. MP3-audiobestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het expansieformaat. • Het MP3-muziekstuk heeft niet de extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG 1, 2 Audio Layer-3 bestanden, kunnen niet worden afgespeeld. MP3-audiobestanden duren langer om af te spelen dan andere. • Nadat het systeem alle bestanden op de disc heeft gelezen, kan het weergeven langer dan gebruikelijk in beslag nemen als: – het aantal mappen of muziekstukken op de disc erg hoog is. – de boomstructuur van mappen en muziekstukken erg complex is. De mapnaam, bestandsnaam en ID3-taginformatie (mapnaam, muziekstuknummer en artiestennaam) worden niet juist afgebeeld. • Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1, level 2 of Joliet in het expansieformaat. • De ID3-tag van de disc is geen versie.1 noch versie.2. • Slechts maximaal 30 tekens van de ID3-tag worden afgebeeld. • De volgende tekens kunnen door dit apparaat worden afgebeeld: – A t/m Z – a t/m z – 0 t/m 9 –!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_` {|}~ Overige tekens worden misschien niet juist afgebeeld. Tuner Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 14). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 7). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Sluit een externe antenne aan voor DAB/FMontvangst. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt uit te schakelen. RDS werkt niet. • Controleer of u afstemt op een FM-zender. • Kies een FM-zender met een sterker signaal. Het betreffende scherm of informatie wordt niet afgebeeld. • Neem contact op met de radiozender en vraag of zij de betreffende service leveren of niet. De service kan tijdelijk buiten gebruik zijn. De tuner werkt niet. • Er is een storing opgetreden in de microprocessor in de tuner. Schakel de tuner uit en schakel deze daarna weer in. "TUNED" wordt niet op de display afgebeeld (alleen DAB). • Controleer alle antenne-aansluitingen en voer vervolgens Automatisch DAB-scannen uit (blz. 13). • De huidige DAB-service is niet beschikbaar. Druk op + of – (of op TUNING + of – op het apparaat) om een andere service te kiezen. "No Service" (geen service) wordt afgebeeld (alleen DAB). • Controleer alle antenne-aansluitingen en voer vervolgens Automatisch DAB-scannen uit (blz. 13). De servicecomponent-aanduiding, ensembleaanduiding en DLS-informatie worden niet juist afgebeeld. • De volgende tekens kunnen door dit apparaat worden afgebeeld: – A t/m Z – a t/m z – 0 t/m 9 –!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_` {|}~ Overige tekens worden misschien niet juist afgebeeld. Tapedeck De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). De tape wordt niet volledig gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). Verhelpen van storingen Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op FM MODE op totdat "STEREO" op de display verschijnt. • Als u naar een andere streek bent verhuisd, kunnen bepaalde services/frequenties zijn veranderd en kan het onmogelijk zijn af te stemmen op uw normale zenders. Volg de procedure voor automatisch DABscannen om de inhoud van uitzendingen opnieuw te registreren. (Deze procedure wist alle eerder opgeslagen voorkeurzenders.) Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). wordt vervolgd 29NL De tape neemt niet op. • Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de opening waar het nokje in zat met plakband (blz. 33). • Het einde van de tape is bereikt. Optionele componenten Er is geen geluid. • Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid." (blz. 27) en controleer de situatie van het systeem. • Sluit de component goed aan (blz. 26) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten component en begin met het afspelen. • Druk herhaaldelijk op FUNCTION om "AUDIO IN" (blz. 26). Het geluid is vervormd. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. Meldingen Tijdens de bediening kan er in de display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. CD/MP3 Step Full! U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. No Disc Er is geen disc in de speler geplaatst. No Step Alle geprogrammeerde muziekstukken zijn gewist. Over U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M ingedrukt hield tijdens het afspelen of in de pauzestand. Push STOP! U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het afspelen. Tuner Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 2 Trekken de stekker uit het stopcontact. 3 Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. 4 Druk tegelijkertijd op x en op ?/1. No Service (alleen DAB) DAB-uitzendingen worden niet ondersteund in uw land of gebied. No Preset (alleen DAB) Er zijn geen voorkeurzenders opgeslagen. Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en timer opnieuw instellen. 30NL Complete! De bediening van het voorprogrammeren is normaal beéindigd. Tape No Tab U kunt de tape niet opnemen, omdat het wispreventienokje is verwijderd. No Tape Er zit geen tape in het tapedeck. Timer PUSH SELECT! U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen tijdens een timerbediening. SET CLOCK! U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de klok is ingesteld. SET TIMER! U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de weergavetimer of opnametimer is ingesteld. TIME NG! De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de weergavetimer is hetzelfde. Verhelpen van storingen 31NL Ontwikkeling van hitte Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning • Controleer vóór gebruik van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Voor uw veiligheid • Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. Installeren • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet; – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaan (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. 32NL • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Indien u dit systeem voortdurend op een hoog volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. • Om een defect te voorkomen, mag u de ventilatieopening niet afdekken. Luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te plaatsen. Bediening • Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Opmerkingen over discs Beveiligen van een opgenomen tape • Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het middengat naar de buitenrand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, verdunner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen bedoeld voor lp’s van vinyl. • Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct zonlicht. • Gebruik geen discs waaromheen een beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het systeem optreden. • Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te halen en kan een storing in het systeem optreden. Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft voordat u deze op de disclade plaatst. De volgende soorten discs mogen niet worden gebruikt: – Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte etiketten waarvan de lijm buiten het etiket uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is gerafeld. – Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die kleverig aanvoelt. • Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie afbeelding). Reiniging van de behuizing Demagnetiseren van de tapekoppen Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of alcohol. Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette te raadplegen. Verwijder het wispreventienokje Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient u de opening met plakband te bedekken. Alvorens een tape in het tapedeck te plaatsen Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape die langer is dan 90 minuten Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd daarom herhaaldelijk afspelen en stoppen, of herhaaldelijk vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het tapedeck verstrikt raken. Reinigen van de koppen van het tapedeck Aanvullende informatie Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte type. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te raadplegen. 33NL Technische gegevens Hoofdapparaat Versterker DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 11 + 11 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 15 + 15 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 28 + 28 W Ingangen AUDIO IN: Uitgangen PHONES: SPEAKER: Gevoeligheid 250 mV, impedantie 47 kilohm Geschikt voor hoofdtelefoons met een impedantie van 8 ohm of meer Geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm. CD-speler Tuner DAB-tuner Afstembereik Band-III: 174,928 (5A) – 239,200 (13F) MHz L-Band: 1.452,960 MHz (LA) – 1.490,624 MHz (LW) (L-band is niet beschikbaar op het model voor het Verenigd Koninkrijk.) * Voor verdere informatie, zie "DAB -frequentietabel" hier onder. Antenneaansluiting FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik Antenne Antenneaansluitingen Middenfrequentie AM-tuner Afstembereik Antenne Eigenschappen laserdiode Frequentiebereik Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen: minder dan 44,6 µW (Dit uitgangsvermogen is de waarde, gemeten op 200 mm afstand van het oppervlak van de objectieflens op de optische pick-up bij een diafragma van 7 mm) 20 Hz – 20 kHz Tapedeck Opnamesysteem 34NL 4-sporen 2-kanaals, stereo 75 ohm, F-vrouwtje Middenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-raamantenne, aansluiting voor buitenantenne 450 kHz Algemeen Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 50 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) Afmetingen (b/h/d) (excl. luidsprekers) Ong. 164 × 235 × 265 mm Gewicht (excl. luidsprekers) Ong. 3,6 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) AM-raamantenne (1) DAB/FM-draadantenne (2) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • Stroomverbruik in standby: 0,3 W • Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/printplaten. • Bepaalde onderdelen werden loodvrij gesoldeerd. • In het omhulsel werden geen halogeen bevattende brandvertragende producten gebruikt. 36NL Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden Gebruik van deze bladzijde Nummer van afbeelding Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en andere in de tekst genoemde onderdelen van het systeem te kunnen vinden. r TUNER/BAND qh (14, 16) R R Naam van toets/ onderdeel Bijbehorende bladzijde Hoofdapparaat BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE A–S T–Z Afstandsbedieningssensor 2 CD SYNC ql (19) DAB 8 (13, 16) DAB AUTO SCAN 9 (13) Displayvenster 6 DSGX 3 (20) PHONES-aansluiting qf PLAY MODE 5 (10, 12, 19) Tapedeck qd (18) TUNER/BAND qh (14, 16) TUNING +/– qa (14, 16) TUNING MODE 5 (14, 16) VOLUME regelaar q; (21, 27) 7 8 9 Aanvullende informatie 12 3 45 6 ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (8, 22, 30) z PAUSE/START 4 (19) Z PUSH OPEN/CLOSE (CD openen/sluiten) 7 .m/M> (terugspoelen/vooruit spoelen, spring achteruit/spring vooruit) qa (9, 11, 18, 20, 21) PUSH OPEN/CLOSE Z (tape openen/sluiten) qs (18) x (stoppen) qg (11, 18, 30) CD/NX (uitwerpen) qj (11) TAPE/N qk (18) 0 ql qk qa qj qs qd qf qh qg wordt vervolgd 37NL Afstandsbediening BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE A–O P–Z CD qj (10, 12) CLEAR qf (13) CLOCK/TIMER SELECT 2 (22, 23) CLOCK/TIMER SET 3 (9, 21, 22) DAB 6 (14, 16) DISPLAY w; (17, 24, 25) ENTER 9 (9, 12, 14, 21, 22) EQ qd (20) FM MODE 4 (16) FUNCTION q; (10, 12, 14, 16, 26) PLAY MODE ql (10, 12, 19) REPEAT 4 (12) SLEEP wa (21) TAPE qh (18) TUNER/BAND 5 (14, 16) TUNER MEMORY qk (14) TUNING MODE ql (14, 16) VOLUME +/– qa (21, 27) wa w; ql qk qj qh qg ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (8, 22, 30) m/M (terugspoelen/vooruit spoelen) 7 (11, 18) N (afspelen) 8 (11, 18) X (pauzeren) 8 (11, 18) x (stoppen) 8 (11, 18) +/– qs (11, 12, 19) ./> (spring achteruit/ spring vooruit) qg (9, 11, 18, 20, 21) –/+ (stoppen) qg (14, 16) 1 2 3 4 5 6 7 8 qf 9 qd 0 qa qs Printed on 100 % recycled paper using VOC (Volatile Organic Compound)-free vegetable oil based ink. Sony Corporation Printed in China
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Sony CMT-NEZ7DAB de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

in andere talen