Gigaset elementary pack Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ROOKMELDER smoke
90
1. Plaats de batterij
2. Gebruik de Gigaset elements app om het toestel in gebruik te nemen
Open de elements app
Open het systeemoverzicht
Selecteer "Toevoegen + smoke"
De wizard leidt u verder door de installatie
3. Monteer smoke op het plafond
Meer informatie vindt u op de volgende pagina's.
QUICK INSTALLATION OVERVIEW
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
91
INHOUDSOPGAVE
Algemene informatie 92
Montageplek 93
Veiligheidsvoorschriften 95
Montage en toestel in gebruik nemen 101
Bedrijfs- en alarmsignalen 105
Functie- en alarmtest 106
Service en onderhoud 107
Uitschakelen van alarm- en batterijsignaal 108
Accessoires 109
Informatie over de kleefstrips 110
ROOKMELDER smoke
92
ALGEMENE INFORMATIE:
De rookmelder informeert u betrouwbaar en in een vroeg stadium over
rookontwikkeling bij brand en geeft u zo de mogelijkheid, uzelf en uw familie in
veiligheid te brengen.
Dit is met name 's nachts belangrijk, omdat mensen tijdens hun slaap geen rook kunnen
ruiken en dus blootstaan aan de giftige gassen die tijdens een brand vrijkomen.
De rookmelder zorgt ervoor, dat u bij brand ongedeerd uw woning kunt verlaten.
In de praktijk is al gebleken, dat rookmelders van levensbelang zijn.
Neem hiervoor ook de instructies voor deskundig gebruik van ons product in acht.
De leveringsomvang omvat naast de rookmelder inclusief meldervoet ook deze
gebruiksaanwijzing, de brochure met belangrijke informatie, een vaste batterij, een
verwisselbare batterij, 2 x schroeven en pluggen voor montage van de melder en
1 kleefstrip.
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
93
MONTAGEPLEK
De rookmelder wordt aan het plafond
gemonteerd. Door de rookmelder in het midden
van de ruimte te monteren, bereikt u de beste
detectieresultaten.
Installeer rookmelders in de slaapkamers,
kinderkamers en in de hal en overloop, zodat u 's
nachts bij rookontwikkeling wordt gewekt.
Bij gebouwen met meerdere etages moet
bovendien op elke etage minstens één
rookmelder in de hal worden aangebracht.
Als de rookmelder is aangesloten op een Gigaset
base, dan bedraagt het maximale bereik van de
DECT-transmissie 50 meter (binnenshuis).
LET OP!
De rookmelder
werkt alleen als deze vast in de
voet is vergrendeld!
Woonkamer
Keuken
Badkamer
Keuken
Kelder
Hal
Woonkamer
Woonkamer
Keuken
Badkamer
Keuken
Kelder
Hal
Woonkamer
Woning met meerdere kamers
Huis
= MINIMALE BESCHERMING
= OPTIMALE BESCHERMING
= SPECIALE BESCHERMING
ROOKMELDER smoke
94
MONTAGE BIJ SCHUINE DAKEN
SCHUINE PLAFONDS OF NOKKEN VAN DAKEN
Bij montage aan schuine plafonds of nokken van daken resp.
in kamers met een schuin dak dient de rookmelder ten minste
10 cm onder het hoogste punt (verticaal) en maximaal 90 cm
(horizontaal) van het hoogste punt worden geïnstalleerd.
Dit geldt ook bij de montage van meerdere melders in een kamer.
Houd bij de installatie voldoende afstand tussen de afzonderlijke
rookmelders.
MONTAGE AAN HET PLAFOND
Houd bij montage aan het plafond ten minste 50 cm afstand van
de muur.
HELLINGSHOEK VAN HET PLAFOND
Bij kamers met een horizontale hellingshoek van meer dan
7 graden (komt overeen met ca. 50 cm hoogteverschil op 4 m)
dienen de rookmelders in het hoger gelegen deel van de kamer te
worden gemonteerd.
10 cm
90 cm
50 cm
10 cm
60 cm
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
95
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  NEEM HET VOLGENDE IN ACHT:
LET OP
Lees vóór gebruik de veiligheidsvoorschriften en de
gebruiksaanwijzing.
De rookmelder wordt geleverd met een vaste en verwisselbare
batterij. De rookmelder werkt zonder oplaadbare batterijen of
netadapter.
Gebruik uitsluitend de volgende batterijen: Lithium primair 3,0 volt
(type CR2). Beschadigde batterijen dienen te worden vervangen.
MEDISCHE APPARATUUR
De werking van medische apparatuur kan worden beïnvloed.
Houd rekening met de technische omstandigheden van de
betreende omgeving, bijvoorbeeld een dokterspraktijk.
Indien u gebruik maakt van medische apparatuur (bijvoorbeeld
een pacemaker), neem dan contact op met de fabrikant van
dit apparaat en informeer of het bestand is tegen externe
hoogfrequente energie.
ROOKMELDER smoke
96
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  NEEM HET VOLGENDE IN ACHT:
WAARSCHUWINGSSIGNAAL
Luid geluidssignaal bij functietest (indrukken van de melderkop).
Houd een minimale afstand van 50 cm aan tussen de rookmelder
en je oor.
NIET BESPROEIEN OF OVERSCHILDEREN.
Rookmelders mogen niet worden overgeschilderd.
MONTAGE IN DE NOK VAN EEN DAK
Montage in de nok van een dak is alleen toegestaan als de
instructies onder "Montage bij schuine daken" worden nageleefd.
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
97
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  NEEM HET VOLGENDE IN ACHT:
AFSTAND TOT LICHTBRONNEN
Houd een afstand van minimaal 50 cm tussen lamp en
montageplek aan.
ALLEEN GESCHIKT VOOR GEBRUIK BINNENSHUIS
De rookmelder is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis.
Met name tijdens het slapen nemen mensen brand en
rookontwikkeling minder waar. Rookmelders waarschuwen in een
vroeg stadium, zodat u snel en adequaat kunt reageren.
Rookmelders bieden geen beschermen tegen materiële schade.
ROOKMELDER smoke
98
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  NEEM HET VOLGENDE IN ACHT:
NEEM DE OMGEVINGSVOORWAARDEN IN ACHT
Gebruik de toestellen niet in een omgeving waar explosiegevaar
bestaat, bijvoorbeeldeen schilderwerkplaats.
INZAMELING VAN AFVAL EN OUDE APPARATEN
Oplaadbare batterijen en accupacks zijn klein chemisch afval.
Neem de lokale voorschriften voor het inleveren van afval in acht.
U kunt deze voorschriften opvragen bij uw gemeente.
U kunt lege batterijen deponeren in de daarvoor bestemde
inzamelcontainers bij de winkels, supermarkten e.d.
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
99
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  NEEM HET VOLGENDE IN ACHT:
Elektrische en elektronische producten mogen niet bij het huisvuil
worden aangeboden, maar dienen te worden ingeleverd bij
speciaal daarvoor ingerichte depots.
Het symbool van de doorgekruiste afvalbak op het product
betekent dat het product valt onder Europese richtlijn 2012/19/EU.
Het op de juiste wijze aanbieden en gescheiden inzamelen van
oude apparatuur is bedoeld om mogelijke schade voor het milieu
of de gezondheid te voorkomen. Dit is een voorwaarde voor het
hergebruik en recycling van gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur.
Uitgebreide informatie over het inleveren van oude apparaten
kunt u opvragen bij uw gemeente of bij uw vuilverwerkingsbedrijf.
ROOKMELDER smoke
100
DE ROOKMELDER MAG NIET OP DE VOLGENDE PLEKKEN WORDEN
GEMONTEERD:
AFSTAND TOT WATERDAMP
Ruimten waar veel waterdamp ontstaat
(bijv. keuken, badkamer)
AFSTAND TOT OPEN VUUR
Nabij open haard of vergelijkbare stookplaatsen
TEMPERATUURBEREIK
Ruimten met temperaturen lager dan -10°C
of hoger dan +60°C
NIET IN LUCHTSTROMEN
In de nabijheid van ventilatieschachten
(bijv. van airco- of ventilatiesystemen)
60
10
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
101
MONTAGE EN TOESTEL IN GEBRUIK NEMEN
1. Plaats de batterij. Let hierbij op de juiste aansluiting
van de polen.
2. Meld smoke aan op uw basisstation:
x Lokaliseer de kleine rode aanmeldknop
x Plaats smoke in de buurt van uw base
x Start de Gigaset elements app
x Open in de app het systeemoverzicht ,
selecteer "Toevoegen + smoke" en volg de
instructies op het beeldscherm
x Vervolgens is smoke verbonden met Gigaset
elements en wordt hij weergegeven in het
systeemoverzicht van de app
ROOKMELDER smoke
102
3. Bepaal de juiste locatie voor smoke:
x binnen het bereik van base (max. 50m).
x indien mogelijk in het midden van de kamer met een
minimale afstand van 50 cm tot elektriciteitsleidingen
x controleer, of op de montageplek geen
elektriciteitsleiding aanwezig is en houd een minimale
afstand van 50 cm aan naar muren en lampen.
4. Zorg ervoor, dat het boorstof niet tot verontreiniging van
smoke kan leiden.
x Gebruik de kleefstrip als u niet wilt boren. Informatie
over het monteren met kleefstrips zie: "Accessoires"
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
103
5. Boor twee gaten in het plafond met een boor (maat 6).
x U kunt de onderkant/voet van de rookmelder als
sjabloon gebruiken.
6. Plaats de meegeleverde pluggen in de boorgaten.
7. Monteer de meldervoet met de meegeleverde schroeven aan
het plafond.
8. Plaats de melderkop op de onderkant en draai hem met de klok
mee om hem te vergrendelen.
9. Door de rookmelder in de voet te vergrendelen, wordt deze
automatisch ingeschakeld.
ROOKMELDER smoke
104
10. Voer een functietest uit. Druk hiertoe ten minste één seconde
lang op de melderkop.
11. Als het geluidssignaal klinkt, is de functietest gelukt en
functioneert de rookmelder zonder problemen.
All-is-good
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
105
BEDRIJFS EN ALARMSIGNALEN
Signaaltoon Rode LED Functie / betekenis
Geen geluidssignaal Knippert om de 344 sec.
Normale bedrijfstoestand,
automatische zelftest
Luid intervalsignaal om
de 0,5 sec.
Knippert om de 0,5 sec. Alarmtoestand
Korte signaaltoon
om de 40 sec.
uit
Indicatie voor vervangen
batterij, melder door
nieuwe melder vervangen
3 korte signaaltonen
om de 40 sec.
uit
Storing/vervuiling,
melder door nieuwe
melder vervangen
Geen geluidssignaal Knippert om de 10 sec.
Alarm uitgeschakeld
(mute)
Luid intervalsignaal
Knippert om de 0,5 sec.
zolang de melderknop
ingedrukt is.
Functietest
ROOKMELDER smoke
106
FUNCTIE EN ALARMTEST
1. Voer een visuele controle van de rookmelder uit.
Controleer hierbij:
x de aanwezigheid van de rookmelder
x de rookingangsopeningen op vervuiling (stof, verf )
x de rookmelder op mechanische beschadiging.
Een beschadigde melder moet onmiddellijk worden vervangen.
2. Voer een functietest uit. Druk hiertoe ten minste één seconde lang op de
melderkop.
Als de functietest met succes wordt uitgevoerd, klinkt het geluidssignaal.
De rookmelder functioneert correct.
3. Volgens DIN 14676 dienen rookmelders ten minste elke 10 jaar te worden
vervangen.
Na elke functietest wordt automatisch voor ca. 10 minuten het alarm
uitgeschakeld.
LET OP!
Het uitschakelen van het alarmsignaal heeft geen functie als de
rookmelder met aerosol wordt getest.
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
107
ONDERHOUD
In het algemeen zijn huis- en woningeigenaren zelf verantwoordelijk voor de installatie
en goede werking van rookmelders.
Onderhoud dient minstens één keer per jaar te worden uitgevoerd en bestaat volgens
DIN 14676 uit een visuele controle en een functie- en alarmtest. Ook na een langere
afwezigheid (maar ten minste één keer per jaar) dient een functietest uit te worden
gevoerd.
VERVANGINGSDATUM OP HET TYPEPLAATJE
Vervang alle rookmelders na minimaal 10 jaar!
De aanbevolen vervangingsdatum bevindt zich op het typeplaatje naast de tekst
"recommended date for replacement" in het formaat maand/jaar.
De melder kan vóór gebruik max. 2 jaar worden opgeslagen.
ONDERHOUD
Neem het toestel alleen af met een vochtige of antistatische doek.
Gebruik geen oplosmiddelen of microvezeldoekjes.
Gebruik nooit een droge doek. Hierdoor kan een statische lading ontstaan.
ROOKMELDER smoke
108
ALARM UITGESCHAKELD MUTE
In een alarmsituatie kan het alarmsignaal worden uitgeschakeld door het indrukken
van de melderkop. Hierdoor wordt de inschakelgevoeligheid van de melder
gereduceerd resp. zijn drempelwaarde verhoogd.
Als de rookconcentratie in de rookkamer na het
indrukken van de melderkop lager is dan de verhoogde
drempelwaarde, dan wordt het geluidssignaal
uitgeschakeld.
Is de rookconcentratie nog hoger dan de verhoogde
drempelwaarde dan wordt het geluidssignaal pas
uitgeschakeld als de rookconcentratie onder de
verhoogde drempelwaarde daalt.
Het geluidsignaal van de rookmelder wordt uitgeschakeld.
Na ca. 10 minuten keert de rookmelder terug in de
normale bedrijfsstand.
UITSCHAKELEN VAN HET BATTERIJSIGNAAL
Deze functie is vooral 's nachts nuttig. Bij het optreden van een batterijstoring kan het
batterijsignaal door het indrukken van de testknop (melderkop) voor ca. 8 uur worden
uitgeschakeld. Na aoop van deze tijdsperiode klinkt het batterijsignaal opnieuw om u
eraan te herinneren dat u de melder moet vervangen.
BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING
109
ACCESSOIRES
KLEEFSTRIP MET CNBOPPIBGOEDKEURING
U kunt de meldervoet met de meegeleverde schroeven en pluggen aan het plafond
bevestigen of hiervoor de dubbelzijdige kleefstrip gebruiken. Voor bestellingen kunt u
contact opnemen met de Gigaset Klantenservice www.gigaset.com/service.
Zorg bij het gebruik van de kleefstrip voor een geschikte ondergrond zodat de melder
goed op zijn plaats blijft zitten. Voor een optimale kleefkracht moet het oppervlak
schoon zijn. Controleer voordat je de kleefstrip gebruikt of het oppervlak van het
plafond geschikt is voor langdurige en betrouwbare bevestiging van de melder
(evt. eerst uitproberen).
Verwijder de beschermfolie van één kant van de kleefstrip en plak deze in het midden
van de meldervoet. Verwijder vervolgens de beschermfolie aan de andere kant en
bevestig de voet met lichte druk aan het plafond. Rond de montage daarna af zoals
beschreven in het hoofdstuk "Montage en toestel in gebruik nemen".
ROOKMELDER smoke
110
INFORMATIE OVER DE KLEEFSTRIPS
x Plak de sensoren uitsluitend op schone, droge en vetvrije oppervlakken die zo glad en
vast mogelijk zijn.
x Het optimale hechtvermogen wordt na ca. 48 uur bereikt.
x De kleefstrips zijn slechts voor eenmalig gebruik bestemd.
x Gebruik uitsluitend de meegeleverde kleefstrips.
Gigaset Communications GmbH is niet aansprakelijk voor schade aan oppervlakken
als gevolg van plakken, monteren en plaatsen alsmede het verwijderen van de Gigaset
sensoren en relais.
VERZEGELING OF VEILIGHEIDSSCHROEF
Om een onbevoegde ontgrendeling van de rookmelder aan te tonen, kan deze van een
verzegeling uit kunststof worden voorzien.
In plaats van de verzegeling kan ook een veiligheidsschroef worden aangebracht, die
het onbevoegd ontgrendelen van de rookmelder voorkomt.
De verzegeling en de schroef zijn niet bij de levering inbegrepen en kunnen separaat
worden besteld. Neem contact op met de Gigaset Klantenservice
www.gigaset.com/service.

Documenttranscriptie

QUICK INSTALLATION ROOKMELDER smoke OVERVIEW 1. Plaats de batterij 2. Gebruik de Gigaset elements app om het toestel in gebruik te nemen • Open de elements app • Open het systeemoverzicht • Selecteer "Toevoegen + smoke" De wizard leidt u verder door de installatie 3. Monteer smoke op het plafond Meer informatie vindt u op de volgende pagina's. 90 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING INHOUDSOPGAVE Algemene informatie 92 Montageplek 93 Veiligheidsvoorschriften 95 Montage en toestel in gebruik nemen 101 Bedrijfs- en alarmsignalen 105 Functie- en alarmtest 106 Service en onderhoud 107 Uitschakelen van alarm- en batterijsignaal 108 Accessoires 109 Informatie over de kleefstrips 110 91 ROOKMELDER smoke ALGEMENE INFORMATIE: De rookmelder informeert u betrouwbaar en in een vroeg stadium over rookontwikkeling bij brand en geeft u zo de mogelijkheid, uzelf en uw familie in veiligheid te brengen. Dit is met name 's nachts belangrijk, omdat mensen tijdens hun slaap geen rook kunnen ruiken en dus blootstaan aan de giftige gassen die tijdens een brand vrijkomen. De rookmelder zorgt ervoor, dat u bij brand ongedeerd uw woning kunt verlaten. In de praktijk is al gebleken, dat rookmelders van levensbelang zijn. Neem hiervoor ook de instructies voor deskundig gebruik van ons product in acht. De leveringsomvang omvat naast de rookmelder inclusief meldervoet ook deze gebruiksaanwijzing, de brochure met belangrijke informatie, een vaste batterij, een verwisselbare batterij, 2 x schroeven en pluggen voor montage van de melder en 1 kleefstrip. 92 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING MONTAGEPLEK Keuken Keuken De rookmelder wordt aan het plafond gemonteerd. Door de rookmelder in het midden van de ruimte te monteren, bereikt u de beste detectieresultaten. Installeer rookmelders in de slaapkamers, kinderkamers en in de hal en overloop, zodat u 's nachts bij rookontwikkeling wordt gewekt. Badkamer Badkamer Woning met meerdere kamers Bij gebouwen met meerdere etages moet bovendien op elke etage minstens één rookmelder in de hal worden aangebracht. Als de rookmelder is aangesloten op een Gigaset base, dan bedraagt het maximale bereik van de DECT-transmissie 50 meter (binnenshuis). Woonkamer Woonkamer Hal Hal Keuken Woonkamer Keuken Woonkamer Kelder Huis Kelder = MINIMALE BESCHERMING LET OP! De rookmelder werkt alleen als deze vast in de voet is vergrendeld! = OPTIMALE BESCHERMING = SPECIALE BESCHERMING 93 ROOKMELDER smoke MONTAGE BIJ SCHUINE DAKEN 10 cm 90 cm SCHUINE PLAFONDS OF NOKKEN VAN DAKEN Bij montage aan schuine plafonds of nokken van daken resp. in kamers met een schuin dak dient de rookmelder ten minste 10 cm onder het hoogste punt (verticaal) en maximaal 90 cm (horizontaal) van het hoogste punt worden geïnstalleerd. Dit geldt ook bij de montage van meerdere melders in een kamer. Houd bij de installatie voldoende afstand tussen de afzonderlijke rookmelders. MONTAGE AAN HET PLAFOND Houd bij montage aan het plafond ten minste 50 cm afstand van de muur. 50 cm 10 cm 60 cm 94 HELLINGSHOEK VAN HET PLAFOND Bij kamers met een horizontale hellingshoek van meer dan 7 graden (komt overeen met ca. 50 cm hoogteverschil op 4 m) dienen de rookmelders in het hoger gelegen deel van de kamer te worden gemonteerd. BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - NEEM HET VOLGENDE IN ACHT: LET OP Lees vóór gebruik de veiligheidsvoorschriften en de gebruiksaanwijzing. De rookmelder wordt geleverd met een vaste en verwisselbare batterij. De rookmelder werkt zonder oplaadbare batterijen of netadapter. Gebruik uitsluitend de volgende batterijen: Lithium primair 3,0 volt (type CR2). Beschadigde batterijen dienen te worden vervangen. MEDISCHE APPARATUUR De werking van medische apparatuur kan worden beïnvloed. Houd rekening met de technische omstandigheden van de betreffende omgeving, bijvoorbeeld een dokterspraktijk. Indien u gebruik maakt van medische apparatuur (bijvoorbeeld een pacemaker), neem dan contact op met de fabrikant van dit apparaat en informeer of het bestand is tegen externe hoogfrequente energie. 95 ROOKMELDER smoke VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - NEEM HET VOLGENDE IN ACHT: WAARSCHUWINGSSIGNAAL Luid geluidssignaal bij functietest (indrukken van de melderkop). Houd een minimale afstand van 50 cm aan tussen de rookmelder en je oor. NIET BESPROEIEN OF OVERSCHILDEREN. Rookmelders mogen niet worden overgeschilderd. MONTAGE IN DE NOK VAN EEN DAK Montage in de nok van een dak is alleen toegestaan als de instructies onder "Montage bij schuine daken" worden nageleefd. 96 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - NEEM HET VOLGENDE IN ACHT: AFSTAND TOT LICHTBRONNEN Houd een afstand van minimaal 50 cm tussen lamp en montageplek aan. ALLEEN GESCHIKT VOOR GEBRUIK BINNENSHUIS De rookmelder is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Met name tijdens het slapen nemen mensen brand en rookontwikkeling minder waar. Rookmelders waarschuwen in een vroeg stadium, zodat u snel en adequaat kunt reageren. Rookmelders bieden geen beschermen tegen materiële schade. 97 ROOKMELDER smoke VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - NEEM HET VOLGENDE IN ACHT: NEEM DE OMGEVINGSVOORWAARDEN IN ACHT Gebruik de toestellen niet in een omgeving waar explosiegevaar bestaat, bijvoorbeeld een schilderwerkplaats. INZAMELING VAN AFVAL EN OUDE APPARATEN Oplaadbare batterijen en accupacks zijn klein chemisch afval. Neem de lokale voorschriften voor het inleveren van afval in acht. U kunt deze voorschriften opvragen bij uw gemeente. U kunt lege batterijen deponeren in de daarvoor bestemde inzamelcontainers bij de winkels, supermarkten e.d. 98 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - NEEM HET VOLGENDE IN ACHT: Elektrische en elektronische producten mogen niet bij het huisvuil worden aangeboden, maar dienen te worden ingeleverd bij speciaal daarvoor ingerichte depots. Het symbool van de doorgekruiste afvalbak op het product betekent dat het product valt onder Europese richtlijn 2012/19/EU. Het op de juiste wijze aanbieden en gescheiden inzamelen van oude apparatuur is bedoeld om mogelijke schade voor het milieu of de gezondheid te voorkomen. Dit is een voorwaarde voor het hergebruik en recycling van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur. Uitgebreide informatie over het inleveren van oude apparaten kunt u opvragen bij uw gemeente of bij uw vuilverwerkingsbedrijf. 99 ROOKMELDER smoke DE ROOKMELDER MAG NIET OP DE VOLGENDE PLEKKEN WORDEN GEMONTEERD: AFSTAND TOT WATERDAMP Ruimten waar veel waterdamp ontstaat (bijv. keuken, badkamer) AFSTAND TOT OPEN VUUR Nabij open haard of vergelijkbare stookplaatsen 60 10 TEMPERATUURBEREIK Ruimten met temperaturen lager dan -10°C of hoger dan +60°C NIET IN LUCHTSTROMEN In de nabijheid van ventilatieschachten (bijv. van airco- of ventilatiesystemen) 100 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING MONTAGE EN TOESTEL IN GEBRUIK NEMEN 1. Plaats de batterij. Let hierbij op de juiste aansluiting van de polen. 2. Meld smoke aan op uw basisstation: xx Lokaliseer de kleine rode aanmeldknop xx Plaats smoke in de buurt van uw base xx Start de Gigaset elements app xx Open in de app het systeemoverzicht , selecteer "Toevoegen + smoke" en volg de instructies op het beeldscherm xx Vervolgens is smoke verbonden met Gigaset elements en wordt hij weergegeven in het systeemoverzicht van de app 101 ROOKMELDER smoke 3. Bepaal de juiste locatie voor smoke: xx binnen het bereik van base (max. 50m). xx indien mogelijk in het midden van de kamer met een minimale afstand van 50 cm tot elektriciteitsleidingen xx controleer, of op de montageplek geen elektriciteitsleiding aanwezig is en houd een minimale afstand van 50 cm aan naar muren en lampen. 4. Zorg ervoor, dat het boorstof niet tot verontreiniging van smoke kan leiden. xx Gebruik de kleefstrip als u niet wilt boren. Informatie over het monteren met kleefstrips zie: "Accessoires" 102 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING 5. Boor twee gaten in het plafond met een boor (maat 6). xx U kunt de onderkant/voet van de rookmelder als sjabloon gebruiken. 6. Plaats de meegeleverde pluggen in de boorgaten. 7. Monteer de meldervoet met de meegeleverde schroeven aan het plafond. 8. Plaats de melderkop op de onderkant en draai hem met de klok mee om hem te vergrendelen. 9. Door de rookmelder in de voet te vergrendelen, wordt deze automatisch ingeschakeld. 103 ROOKMELDER smoke 10. Voer een functietest uit. Druk hiertoe ten minste één seconde lang op de melderkop. 11. Als het geluidssignaal klinkt, is de functietest gelukt en functioneert de rookmelder zonder problemen. All-is-good 104 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING BEDRIJFS- EN ALARMSIGNALEN Signaaltoon Rode LED Functie / betekenis Geen geluidssignaal Knippert om de 344 sec. Normale bedrijfstoestand, automatische zelftest Luid intervalsignaal om de 0,5 sec. Knippert om de 0,5 sec. Alarmtoestand Korte signaaltoon om de 40 sec. uit Indicatie voor vervangen batterij, melder door nieuwe melder vervangen 3 korte signaaltonen om de 40 sec. uit Storing/vervuiling, melder door nieuwe melder vervangen Geen geluidssignaal Knippert om de 10 sec. Alarm uitgeschakeld (mute) Luid intervalsignaal Knippert om de 0,5 sec. zolang de melderknop ingedrukt is. Functietest 105 ROOKMELDER smoke FUNCTIE- EN ALARMTEST 1. Voer een visuele controle van de rookmelder uit. Controleer hierbij: xx de aanwezigheid van de rookmelder xx de rookingangsopeningen op vervuiling (stof, verf ) xx de rookmelder op mechanische beschadiging. Een beschadigde melder moet onmiddellijk worden vervangen. 2. Voer een functietest uit. Druk hiertoe ten minste één seconde lang op de melderkop. Als de functietest met succes wordt uitgevoerd, klinkt het geluidssignaal. De rookmelder functioneert correct. 3. Volgens DIN 14676 dienen rookmelders ten minste elke 10 jaar te worden vervangen. Na elke functietest wordt automatisch voor ca. 10 minuten het alarm uitgeschakeld. LET OP! Het uitschakelen van het alarmsignaal heeft geen functie als de rookmelder met aerosol wordt getest. 106 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING ONDERHOUD In het algemeen zijn huis- en woningeigenaren zelf verantwoordelijk voor de installatie en goede werking van rookmelders. Onderhoud dient minstens één keer per jaar te worden uitgevoerd en bestaat volgens DIN 14676 uit een visuele controle en een functie- en alarmtest. Ook na een langere afwezigheid (maar ten minste één keer per jaar) dient een functietest uit te worden gevoerd. VERVANGINGSDATUM OP HET TYPEPLAATJE Vervang alle rookmelders na minimaal 10 jaar! De aanbevolen vervangingsdatum bevindt zich op het typeplaatje naast de tekst "recommended date for replacement" in het formaat maand/jaar. De melder kan vóór gebruik max. 2 jaar worden opgeslagen. ONDERHOUD Neem het toestel alleen af met een vochtige of antistatische doek. Gebruik geen oplosmiddelen of microvezeldoekjes. Gebruik nooit een droge doek. Hierdoor kan een statische lading ontstaan. 107 ROOKMELDER smoke ALARM UITGESCHAKELD (MUTE) In een alarmsituatie kan het alarmsignaal worden uitgeschakeld door het indrukken van de melderkop. Hierdoor wordt de inschakelgevoeligheid van de melder gereduceerd resp. zijn drempelwaarde verhoogd. Als de rookconcentratie in de rookkamer na het indrukken van de melderkop lager is dan de verhoogde drempelwaarde, dan wordt het geluidssignaal uitgeschakeld. Is de rookconcentratie nog hoger dan de verhoogde drempelwaarde dan wordt het geluidssignaal pas uitgeschakeld als de rookconcentratie onder de verhoogde drempelwaarde daalt. Het geluidsignaal van de rookmelder wordt uitgeschakeld. Na ca. 10 minuten keert de rookmelder terug in de normale bedrijfsstand. UITSCHAKELEN VAN HET BATTERIJSIGNAAL Deze functie is vooral 's nachts nuttig. Bij het optreden van een batterijstoring kan het batterijsignaal door het indrukken van de testknop (melderkop) voor ca. 8 uur worden uitgeschakeld. Na afloop van deze tijdsperiode klinkt het batterijsignaal opnieuw om u eraan te herinneren dat u de melder moet vervangen. 108 BEDIENINGS- EN MONTAGEHANDLEIDING ACCESSOIRES KLEEFSTRIP MET CNBOP-PIB-GOEDKEURING U kunt de meldervoet met de meegeleverde schroeven en pluggen aan het plafond bevestigen of hiervoor de dubbelzijdige kleefstrip gebruiken. Voor bestellingen kunt u contact opnemen met de Gigaset Klantenservice www.gigaset.com/service. Zorg bij het gebruik van de kleefstrip voor een geschikte ondergrond zodat de melder goed op zijn plaats blijft zitten. Voor een optimale kleefkracht moet het oppervlak schoon zijn. Controleer voordat je de kleefstrip gebruikt of het oppervlak van het plafond geschikt is voor langdurige en betrouwbare bevestiging van de melder (evt. eerst uitproberen). Verwijder de beschermfolie van één kant van de kleefstrip en plak deze in het midden van de meldervoet. Verwijder vervolgens de beschermfolie aan de andere kant en bevestig de voet met lichte druk aan het plafond. Rond de montage daarna af zoals beschreven in het hoofdstuk "Montage en toestel in gebruik nemen". 109 ROOKMELDER smoke INFORMATIE OVER DE KLEEFSTRIPS xx Plak de sensoren uitsluitend op schone, droge en vetvrije oppervlakken die zo glad en vast mogelijk zijn. xx Het optimale hechtvermogen wordt na ca. 48 uur bereikt. xx De kleefstrips zijn slechts voor eenmalig gebruik bestemd. xx Gebruik uitsluitend de meegeleverde kleefstrips. Gigaset Communications GmbH is niet aansprakelijk voor schade aan oppervlakken als gevolg van plakken, monteren en plaatsen alsmede het verwijderen van de Gigaset sensoren en relais. VERZEGELING OF VEILIGHEIDSSCHROEF Om een onbevoegde ontgrendeling van de rookmelder aan te tonen, kan deze van een verzegeling uit kunststof worden voorzien. In plaats van de verzegeling kan ook een veiligheidsschroef worden aangebracht, die het onbevoegd ontgrendelen van de rookmelder voorkomt. De verzegeling en de schroef zijn niet bij de levering inbegrepen en kunnen separaat worden besteld. Neem contact op met de Gigaset Klantenservice www.gigaset.com/service. 110
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Gigaset elementary pack Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor