Gira 2330 02 Installation and User Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Installation and User Manual
Montage- und Bedienungsanleitung
Installation and user manual
Notice d’installation et d'utilisation
Montage- en bedieningshandleiding
Monterings- og bruksanvisning
Monterings- och bruksanvisning
Monterings- og betjeningsvejledning
Uppsetningar- og notkunarleiðbeiningar
Rauchwarnmelder Dual/VdS
Smoke alarm device Dual/VdS
Détecteur de fumée Dual/VdS
Rookmelder Dual/VdS
Røykvarsler Dual/VdS
Rökvakt Dual/VdS
Røgmelder Dual/VdS
Reykskynjari Dual/VdS
2330 02
NL
64
Inhoudsopgave
1 Kenmerken van het product 65
2 Montageplaats 66
2.1 Voorbeeld voor een woning 66
2.2 Voorbeeld voor een woonhuis 67
2.3 Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken 68
2.4 Ongeschikte montageplaatsen 69
3 Installatie en inwerkingstelling 70
3.1 Bedrade koppeling van rookmelders 72
3.2 Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen 73
4 Bedrijfs- en alarmsignalen 75
5 Batterijtest – de batterij vervangen 76
6 Onderhoud en verzorging 78
7 Werkingstest 79
8 Signalen handmatig onderdrukken 80
8.1 Het rookdetectiealarm onderdrukken 80
8.2 Voorvalaankondiging onderdrukken 80
9 Technische specificaties 81
10 CE-conformiteitsverklaring 82
11 Garantie 83
NL
65
1 Kenmerken van het product
Gecombineerde rook- en warmtemelder met batterijvoeding (maximale
en differentiële functie) voor de bescherming van particuliere woningen
of soortgelijke toepassingen overeenkomstig DIN 14676
De rookdetectie kan worden uitgeschakeld voor vertrekken die niet
geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens (kookdampen)
Automatische controle van de rookanalyse met nasporing van
verontreiniging
Bij duisternis tot 12 uur vertraagde weergave van de aankondiging voor
het vervangen van de batterij of van een technische storing
• Bedraad netwerk van maximaal veertig rookmelders
• Luide, onderbroken waarschuwingstoon, minimum 85 dB (A)
Aankondiging voor het vervangen van de batterij
• Verontreinigings-/storingsaankondiging
• Ingebouwde knop voor werkingstest
Vergrendeling batterijcompartiment: als er geen batterij in de
rookmelder is geplaatst, is het niet mogelijk om de rookmelder op de
montageplaat of op het voetstuk voor 230 V te installeren
1 module-interface voor het monteren van een van de optionele
modules; de netwerkaansluitingen blijven beschikbaar voor gebruik
Polariteitsinversiebeveiliging: het apparaat kan niet worden vernield
door de batterij verkeerd aan te sluiten
Kan achteraf worden gemonteerd met het Voet 230 V voor rookmelder
Dual/VdS (productnummer 2331 02)
NL
66
2 Montageplaats
2.1 Voorbeeld voor een woning
Minimale bescherming:
één rookmelder in de gang
of in het trappenhuis.
Optimale bescherming:
één rookmelder in elke slaap-
en woonruimte.
Rookmelders kunnen het besteór of in slaapkamers worden
geïnstalleerd, zodat de bewoners worden gewekt wanneer er 's nachts
brand is. De rookmelder werkt het best wanneer hij in het midden van de
ruimte op het plafond wordt geplaatst. Is dat niet mogelijk, plaats de
rookmelder dan op minstens 50 cm van de muren.
De rookmelder kan kamers bewaken met een maximale
vloeroppervlakte van 60 m
2
en een maximale hoogte van 4,5 m.
In vertrekken die niet geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens
(kookdampen), badkamers (condensatiewater), garages of heel stoffige
voorzieningen, kunt u de rookdetectie uitschakelen om vals alarm te
voorkomen (hoofdstuk 3.2). In dit geval blijft alleen de functie voor
warmtedetectie actief.
NL
67
2.2 Voorbeeld voor een woonhuis
Minimale bescherming:
één rookmelder in de gang
of in het trappenhuis op elke
verdieping.
Optimale bescherming:
één rookmelder in elke slaap-,
woon- en kelderruimte.
Plaats in gebouwen met meerdere verdiepingen zeker in de gang op
elke verdieping een rookmelder.
Voorzie in grotere huizen meerdere gekoppelde rookmelders, om de
totale woonoppervlakte te beveiligen. Wanneer een rookmelder rook
detecteert, geeft hij alarm en activeert hij alle aangesloten rookmelders,
die dan op hun beurt ook alarm geven. Zo wordt u bv. 's nachts door uw
gekoppelde rookmelder in de slaapkamer gewekt, wanneer de
rookmelder in de kelder rook detecteert.
De vereisten zoals beschreven voor installatie in een appartement zijn
tevens van toepassing op de installatie van afzonderlijke rookmelders in
kamers en het gebruik van de functie voor warmtedetectie (hoofdstuk 2.1).
NL
68
In L-vormige vertrekken
of gangen moeten de
rookmelders op de
versteklijnen worden
geplaatst.
Bij grote L-vormige
vertrekken wordt elk
been als een op zichzelf
staande ruimte
beschouwd.
2.3 Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken
NL
69
2.4 Ongeschikte montageplaatsen
Om vals alarm te voorkomen, moet de plaatsing van de rookmelder aan
de volgende eisen voldoen:
zonder actieve rookdetectie in vertrekken waarin in normale
omstandigheden een hoge concentratie van waterdamp, stof of rook
ontstaat (hoofdstuk 3.2)
• niet in de buurt van stookplaatsen of open haarden
• niet vlak bij een metalen oppervlak
op een afstand van minstens 1 m van airconditioners en
ventilatiekanalen, omdat de luchtstroom in bepaalde omstandigheden
kan beletten dat rook en/of warmte de melder bereiken
op een afstand van ten minste 50 cm van smoorspoelen,
laagspanningstransformatoren, tl-buizen en energiebesparende lampen
• niet in vertrekken die hoger zijn dan 4,5 m
op een afstand van minstens 50 cm van een nok
alleen in kamers waar de temperatuur niet lager wordt dan -5 °C en niet
hoger wordt dan +50 °C
• op een afstand van minstens 6 m van verwarmingsluchtafvoeren
Opgelet
Plaats de rookmelder niet verticaal tegen een muur. Daardoor kan de
rookmelder slecht functioneren!
NL
70
3 Installatie en inwerkingstelling
1
4
6
7
5
2
3
Afhankelijk van het ontwerp wordt
de rookmelder gemonteerd met
behulp van een montageplaat
(alleen bij werking met batterijen)
of met een optioneel voetstuk
voor 230 V (batterijen als
reservestroomvoorziening).
Wanneer u een voetstuk voor
230 V gebruikt, moet u de
instructies in de bijbehorende
installatie- en
gebruikershandleiding volgen.
1) Verwijder met een geschikt
mes de voorgestanste zone
voor de kabeldoorvoer, voordat
u de montageplaat plaatst.
2) Plaats de montageplaat met
behulp van het bijgevoegde
montagemateriaal.
1 Plug
2 Montageplaat
3 Kabelsleuf (voorgestanst)
4 Schroeven
5 Moduleaansluiting
6 Blokbatterij (9 V)
7 Rookmelder
NL
71
3) Gebruik de afstandstukken wanneer de kabel voor koppeling
van meerdere rookmelders wordt aangelegd (Gira-productnummer
2342 00)
4) Koppel eventueel meerdere rookmelders (hoofdstuk 3.1).
5) Schakel eventueel de rookdetectie uit (hoofdstuk 3.2).
6) Plaats desgewenst een radio- of relaismodule wanneer dit wordt
vereist (zie bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding).
7) Verbind de blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en plaats de
batterij in de batterijhouder.
8) Om te beletten dat onbevoegden de rookmelder demonteren, activeert
u eventueel de verwijderingsbeveiliging waardoor de rookmelder op
de montageplaat wordt vastgezet. Verwijder daarvoor met een
geschikt mes de voorgestanste zone op de ombouw van de melder
(zie afbeelding). Het vergrendelingsmechanisme kan nu alleen
worden geopend met geschikt gereedschap.
NL
72
Plaats de batterij
Zonder batterij kan de melder niet worden vastgezet in de
montageplaat of het voetstuk.
9) Breng de rookmelder aan in de montageplaat en zet hem vast door er
in de richting van de wijzers van de klok lichtjes aan te draaien.
10) Voer een werkingstest uit.
3.1 Bedrade koppeling van rookmelders
Er kunnen maximaal veertig Gira Dual/VdS-rookmelders op elkaar
worden aangesloten in een netwerk zodat door alle rookmelders in het
gebouw een alarm kan worden weergegeven. Verbind de rookmelders
parallel met behulp van een tweeaderige kabel (bv. een telefoonkabel:
J-Y(St)Y 2 x 2 x 0,6 mm). Wanneer een maximale draaddoorsnede van
1,5 mm
2
wordt gebruikt, mag de totale kabellengte maximaal 400 m zijn.
Om de rookmelders te koppelen, gaat u als volgt te werk:
1) Verbind het bijgevoegde 3-polige klemmenblok met de kabel
overeenkomstig de afbeelding.
NN NN NN
N
Melder 1 Melder 2 Melder n
Signaal
NL
73
3.2 Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen
De warmtedetector werkt volgens het principe van temperatuurstijging en
activeert een alarm wanneer:
het bereik van de opwarming van de omringde lucht het normale bereik
overschrijdt,
• de omgevingstemperatuur een waarde bereikt tussen 54 °C en 70 °C.
Omdat rookmelding kan worden uitgeschakeld op Dual/VdS-rookmelders,
zijn deze ook geschikt voor installatie in ruimten waar conventionele
rookmelders niet kunnen worden gebruikt.
in ruimtes die niet geschikt zijn voor rookdetectie, zoals keukens (stoom
door het koken) en badkamers (condensatie),
• in ruimtes waar veel stof is (bijvoorbeeld garages).
In dergelijke gevallen is het verstandig om de rookdetectie uit te
schakelen ter voorkoming van een loos alarm. In dergelijke gevallen
functioneert de rookmelder alleen als warmtemelder.
Ga als volgt te werk om rookdetectie uit te schakelen (het uitschakelen is
niet toegestaan wanneer een alarm wordt gegeven):
1) Verwijder eventueel de batterij, aangezien de daartoe voorziene
schuifschakelaar terug te vinden is op de printkaart onder de
batterijhouder.
2) Verbreek de bedekking van de schuifschakelaar met geschikt
gereedschap.
2) Plaats het klemmenblok in de daartoe voorziene houder op de
montageplaat.
Voor bedrade netwerken waarbij het voetstuk voor 230 V wordt gebruikt,
raadpleegt u de bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding.
Het is niet mogelijk om een bedraad netwerk te maken met modular/
VdS-rookmelders.
NL
74
3) Zet beide schuifschakelaars
in de stand “ON” (zie
afbeelding), om de
rookdetectie te deactiveren.
Achtung
Door het verbreken van de bedekking van de schuifschakelaar wordt
de CE-conformiteit van de rookmelder volgens de Europese norm
EN14604 teniet gedaan en geldt de goedkeuring van de Duitse
vereniging van onroerend-goedverzekeraars (VdS) niet meer.
4) Sluit de blokbatterij van 9 V opnieuw aan op de batterijconnector en
plaats de batterij in de batterijhouder.
5) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7).
NL
4 Bedrijfs- en alarmsignalen
Algemeen
Signaaltoon Lichtring Betekenis
Luide, onderbroken Knippert snel Plaatselijk alarm -
toon 85 dBa rook of warmte
8 korte signaaltonen Knippert 8 keer Storing/verontreiniging –
per 60 s per 8 s kan niet worden
gedeactiveerd
2 korte signaaltonen Knippert 1 keer Batterij moeten worden
per 60 s per 5 s vervangen (plaatselijk)
Signaaltoon van Permanent aan Werkingstest (plaatselijk),
73 dBa die 1 s (vorig voorval was geactiveerd door de
aanhoudt een alarm) functieknop in te drukken
gedurende ten minste
4 seconden (hoofdstuk 7)
Signaaltoon van Knippert snel Werkingstest (plaatselijk),
73 dBa die 1 s (vorig voorval was geactiveerd door de
aanhoudt geen alarm) functieknop in te drukken
gedurende ten minste
4 seconden (hoofdstuk 7)
75
Wanneer u het voetstuk voor 230 V gebruikt,
moet u de instructies in de bijbehorende
installatie- en gebruikershandleiding volgen.
Er worden verschillende signalen gebruikt
om “Storing”, “Verontreiniging
en “Batterij vervangen
aan te geven.
12
1 Lichtring
2 Functieknop
NL
76
Signalen bij een bedraad netwerk of draadloos netwerk (optionele
draadloze module)
De signalen die worden gegenereerd door de rookmelder die het alarm
activeert, staan hierboven beschreven. De overige rookmelders in het
netwerk geven eveneens de volgende signalen:
5 Batterijtest – de batterij vervangen
De rookmelder wordt gevoed door een blokbatterij van 9 V (als een
voetstuk voor 230 V wordt gebruikt, wordt deze batterij alleen gebruikt
wanneer de stroomvoorziening wordt onderbroken). De batterijtest
controleert de voedingsspanning automatisch en regelmatig. Wanneer
de batterijspanning onder een bepaald punt zakt, meldt de rookmelder
gedurende 30 dagen dat de batterij moet worden vervangen. Gedurende
die tijd is de rookmelder volledig functioneel.
Signaaltoon Lichtring Betekenis
Luide, onderbroken - bij netwerk melders rookmelders -
toon 85 dBa rook of warmte
2 korte signaaltonen - Alleen draadloze netwerken:
per 60 s baterijen moeten worden
vervangen (extern signaal)
Alarmtoon - Werkingstest (extern signaal),
van 73 dBa die 1 s geactiveerd door de functieknop
aanhoudt, gevolgd in te drukken gedurende ten
door een pauze minste 4 seconden (hoofdstuk 7)
van 2 s
NL
77
Vervang de lege batterij alleen door een batterij van
hetzelfde type.
Verwerk de lege batterij op een milieuvriendelijke manier.
Om de batterij te vervangen, gaat u als volgt te werk:
1) U kunt dit doen door het vergrendelingsmechanisme met een
schroevendraaier los te draaien en de rookmelder linksom te draaien.
2) Neem de lege batterij uit de houder en koppel de steekverbinding los
van de batterijaansluiting.
3) Verbind de nieuwe blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en
plaats de batterij in de batterijhouder.
4) Plaats de rookmelder opnieuw in de montageplaat of op het voetstuk
voor 230 V en zet deze vast door voorzichtig rechtsom te draaien.
5) Voer een werkingstest uit.
Plaats de batterij
Zonder batterij kan de rookmelder niet worden vastgezet in de
montageplaat of het voetstuk.
NL
78
6 Onderhoud en verzorging
Om ervoor te zorgen dat de rookmelder langdurig naar behoren blijft
functioneren, moet u maandelijks (of bij een storingsmelding meteen)
een onderhoud uitvoeren:
1) Verwijder de rookmelder van de montageplaat (draai eraan tegen de
richting van de wijzers van de klok in) en haal het stof weg.
2) Maak de rookmelder schoon met een vochtige (geen natte!) doek
zonder pluisjes.
3) Breng de rookmelder opnieuw aan in de montageplaat en draai eraan
in de richting van de wijzers van de klok, tot hij vastklikt.
4) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7).
Tip
Vervang de rookmelder op het tijdstip dat op het etiket van het
apparaat wordt vermeld.
Worden in het vertrek renovatiewerkzaamheden uitgevoerd, dan moet u
de rookmelder volledig afdekken met de bijgeleverde beschermkap uit
kunststof.
Denk eraan om die beschermkap na de renovatie opnieuw te
verwijderen!
Opgelet
De rookmelder mag niet worden beschilderd!
NL
79
7 Werkingstest
Wanneer de rookmelder handmatig wordt getest, weerklinkt een
gedempte signaaltoon; toch moet u personen die zich in de buurt
bevinden, vooraf op de hoogte stellen. Blijf bij de werkingstest minstens
50 cm van de rookmelder vandaan.
Voer de test maandelijks uit en vooral na een zeer lange afwezigheid:
1) Houd de functieknop gedurende ten minste 4 seconden ingedrukt:
• Wanneer er een hoorbaar signaal wordt gegeven dat wordt gevolgd
door een kortdurende signaaltoon en wanneer de lichtring zichtbaar
wordt (hoofdstuk 4), werkt de rookmelder op juiste wijze
• Wanneer u geen signaal waarneemt, moet u de batterij vervangen.
2) Voer daarna de werkingstest opnieuw uit. Wanneer er nog geen
signaal is gegeven, is de rookmelder defect en moet deze worden
vervangen.
3) Voltooi de werkingstest door de functieknop ingedrukt te houden totdat
u het bevestigingssignaal hoort.
Bij de werkingstest van met bedrading of draadloos gekoppelde
rookmelders zetten alle aangesloten rookmelders een geluidsalarm in
werking. Is dat niet het geval, controleer dan de batterijen van alle
rookmelders, net als de aansluitingen en de staat van de
koppelingskabels.
NL
80
8 Signalen handmatig onderdrukken
8.1 Het rookdetectiealarm onderdrukken
De rookdetectie kan gedurende 15 minuten worden uitgeschakeld:
preventief voor de onderdrukking van een ongewild alarm bij
bezigheden die stof veroorzaken (het vegen van een stoffige ruimte,
schoorsteenvegen, enz.)
om het alarm uit te schakelen na de ontdekking van ongevaarlijke
rookontwikkeling
U kunt dit doen door kort op de functieknop te drukken (< 3 seconden)
totdat u een kort bevestigingssignaal hoort. De lichtring knippert nu om
de 2 seconden.
Tip
De warmtedetectie blijft actief.
8.2 Voorvalaankondiging onderdrukken
Met een foto-elektrische cel worden de waarschuwingen “Melderkop
verontreinigd” enBatterij vervangen” (hoofdstuk 4) maximaal 12 uur
onderdrukt wanneer het donker is. Dit is niet van invloed op de
alarmfunctie van de rookmelder.
Wanneer de melding “Batterij vervangen” of “Storing/verontreiniging” zich
op een ongewenst ogenblik voordoet, kan deze melding gedurende
maximaal 7 dagen met telkens 8 uur worden uitgesteld. U kunt dit doen
door kort op de functieknop te drukken totdat het eerste signaal niet
langer wordt weergegeven.
Verhelp de storing echter zo snel mogelijk.
Neem contact op met uw installateur om dit probleem te verhelpen
NL
81
9 Technische specificaties
Nominale spanning: 9 V DC
Batterij: - blokbatterij alkaline (9 V), type:
DURACELL PLUS/6LR61.
Levensduur circa 5 jaar,
met radiomodule circa 2 jaar.
- blokbatterij lithium (9 V), type:
ULTRALIFE/U9VL-J.
Levensduur circa 10 jaar,
met radiomodule circa 5 jaar.
Uitvalsignaal batterij: om de 60 s, gedurende 30 dagen
Visuele aankondiging: rode lichtring
Geluidsalarmaankondiging: piëzosignaalgenerator: onderbroken
Geluidssterkte: Min. 85 dB (A) bij 3 m
Afmetingen ombouw: 125 x 48 mm x H)
Kunststofmateriaal: PC+ASA
Bedrijfstemperatuur: -5 °C tot +50 °C
Opslagtemperatuur: -20 °C tot +65 °C
Gewicht (zonder batterij): ong. 120 g
Beschermklasse: IP 42
VdS-goedkeuring: zie typeplaatje op de rookmelder
09
0786-CPD-20896
VdS-goedkeuringsnummer: G209202
EN14604:2005
Rookmelder Dual/VdS
Giersiepen GmbH & Co. KG
Dahlienstraße 12
D-42477 Radevormwald
10 CE-conformiteitsverklaring
Houd er rekening mee dat de CE-conformiteit overeenkomstig EN14604
alleen geldig is wanneer de rookdetectie niet gedeactiveerd is (hoofdstuk
3.2).
NL
82
NL
11 Garantie
Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen.
Stuur a.u.b. het apparaat zonder frankering met een beschrijving van de
fout via de dealer aan onze centrale klantenservice:
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Service Center
Dahlienstraße 12
42477 Radevormwald
Deutschland
83

Documenttranscriptie

Montage- und Bedienungsanleitung Installation and user manual Notice d’installation et d'utilisation Montage- en bedieningshandleiding Monterings- og bruksanvisning Monterings- och bruksanvisning Monterings- og betjeningsvejledning Uppsetningar- og notkunarleiðbeiningar Rauchwarnmelder Dual/VdS Smoke alarm device Dual/VdS Détecteur de fumée Dual/VdS Rookmelder Dual/VdS Røykvarsler Dual/VdS Rökvakt Dual/VdS Røgmelder Dual/VdS Reykskynjari Dual/VdS 2330 02 NL Inhoudsopgave 1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 4 5 6 7 8 8.1 8.2 9 10 11 64 Kenmerken van het product Montageplaats Voorbeeld voor een woning Voorbeeld voor een woonhuis Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken Ongeschikte montageplaatsen Installatie en inwerkingstelling Bedrade koppeling van rookmelders Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen Bedrijfs- en alarmsignalen Batterijtest – de batterij vervangen Onderhoud en verzorging Werkingstest Signalen handmatig onderdrukken Het rookdetectiealarm onderdrukken Voorvalaankondiging onderdrukken Technische specificaties CE-conformiteitsverklaring Garantie 65 66 66 67 68 69 70 72 73 75 76 78 79 80 80 80 81 82 83 1 Kenmerken van het product • Gecombineerde rook- en warmtemelder met batterijvoeding (maximale en differentiële functie) voor de bescherming van particuliere woningen of soortgelijke toepassingen overeenkomstig DIN 14676 • De rookdetectie kan worden uitgeschakeld voor vertrekken die niet geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens (kookdampen) • Automatische controle van de rookanalyse met nasporing van verontreiniging NL • Bij duisternis tot 12 uur vertraagde weergave van de aankondiging voor het vervangen van de batterij of van een technische storing • Bedraad netwerk van maximaal veertig rookmelders • Luide, onderbroken waarschuwingstoon, minimum 85 dB (A) • Aankondiging voor het vervangen van de batterij • Verontreinigings-/storingsaankondiging • Ingebouwde knop voor werkingstest • Vergrendeling batterijcompartiment: als er geen batterij in de rookmelder is geplaatst, is het niet mogelijk om de rookmelder op de montageplaat of op het voetstuk voor 230 V te installeren • 1 module-interface voor het monteren van een van de optionele modules; de netwerkaansluitingen blijven beschikbaar voor gebruik • Polariteitsinversiebeveiliging: het apparaat kan niet worden vernield door de batterij verkeerd aan te sluiten • Kan achteraf worden gemonteerd met het Voet 230 V voor rookmelder Dual/VdS (productnummer 2331 02) 65 2 Montageplaats 2.1 Voorbeeld voor een woning Minimale bescherming: één rookmelder in de gang of in het trappenhuis. NL Optimale bescherming: één rookmelder in elke slaapen woonruimte. Rookmelders kunnen het beste vóór of in slaapkamers worden geïnstalleerd, zodat de bewoners worden gewekt wanneer er 's nachts brand is. De rookmelder werkt het best wanneer hij in het midden van de ruimte op het plafond wordt geplaatst. Is dat niet mogelijk, plaats de rookmelder dan op minstens 50 cm van de muren. De rookmelder kan kamers bewaken met een maximale vloeroppervlakte van 60 m2 en een maximale hoogte van 4,5 m. In vertrekken die niet geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens (kookdampen), badkamers (condensatiewater), garages of heel stoffige voorzieningen, kunt u de rookdetectie uitschakelen om vals alarm te voorkomen (hoofdstuk 3.2). In dit geval blijft alleen de functie voor warmtedetectie actief. 66 2.2 Voorbeeld voor een woonhuis Minimale bescherming: één rookmelder in de gang of in het trappenhuis op elke verdieping. NL Optimale bescherming: één rookmelder in elke slaap-, woon- en kelderruimte. Plaats in gebouwen met meerdere verdiepingen zeker in de gang op elke verdieping een rookmelder. Voorzie in grotere huizen meerdere gekoppelde rookmelders, om de totale woonoppervlakte te beveiligen. Wanneer een rookmelder rook detecteert, geeft hij alarm en activeert hij alle aangesloten rookmelders, die dan op hun beurt ook alarm geven. Zo wordt u bv. 's nachts door uw gekoppelde rookmelder in de slaapkamer gewekt, wanneer de rookmelder in de kelder rook detecteert. De vereisten zoals beschreven voor installatie in een appartement zijn tevens van toepassing op de installatie van afzonderlijke rookmelders in kamers en het gebruik van de functie voor warmtedetectie (hoofdstuk 2.1). 67 2.3 Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken In L-vormige vertrekken of gangen moeten de rookmelders op de versteklijnen worden geplaatst. NL Bij grote L-vormige vertrekken wordt elk been als een op zichzelf staande ruimte beschouwd. 68 2.4 Ongeschikte montageplaatsen Om vals alarm te voorkomen, moet de plaatsing van de rookmelder aan de volgende eisen voldoen: • zonder actieve rookdetectie in vertrekken waarin in normale omstandigheden een hoge concentratie van waterdamp, stof of rook ontstaat (hoofdstuk 3.2) • niet in de buurt van stookplaatsen of open haarden • op een afstand van minstens 1 m van airconditioners en ventilatiekanalen, omdat de luchtstroom in bepaalde omstandigheden kan beletten dat rook en/of warmte de melder bereiken • op een afstand van ten minste 50 cm van smoorspoelen, laagspanningstransformatoren, tl-buizen en energiebesparende lampen • niet in vertrekken die hoger zijn dan 4,5 m • op een afstand van minstens 50 cm van een nok • alleen in kamers waar de temperatuur niet lager wordt dan -5 °C en niet hoger wordt dan +50 °C • op een afstand van minstens 6 m van verwarmingsluchtafvoeren Opgelet Plaats de rookmelder niet verticaal tegen een muur. Daardoor kan de rookmelder slecht functioneren! 69 NL • niet vlak bij een metalen oppervlak 3 Installatie en inwerkingstelling 1 2 3 Afhankelijk van het ontwerp wordt de rookmelder gemonteerd met behulp van een montageplaat (alleen bij werking met batterijen) of met een optioneel voetstuk voor 230 V (batterijen als reservestroomvoorziening). NL Wanneer u een voetstuk voor 230 V gebruikt, moet u de instructies in de bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding volgen. 4 5 6 7 70 1) Verwijder met een geschikt mes de voorgestanste zone voor de kabeldoorvoer, voordat u de montageplaat plaatst. 2) Plaats de montageplaat met behulp van het bijgevoegde montagemateriaal. 1 Plug 2 Montageplaat 3 Kabelsleuf (voorgestanst) 4 Schroeven 5 Moduleaansluiting 6 Blokbatterij (9 V) 7 Rookmelder 3) Gebruik de afstandstukken wanneer de kabel voor koppeling van meerdere rookmelders wordt aangelegd (Gira-productnummer 2342 00) 4) Koppel eventueel meerdere rookmelders (hoofdstuk 3.1). 5) Schakel eventueel de rookdetectie uit (hoofdstuk 3.2). 6) Plaats desgewenst een radio- of relaismodule wanneer dit wordt vereist (zie bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding). 8) Om te beletten dat onbevoegden de rookmelder demonteren, activeert u eventueel de verwijderingsbeveiliging waardoor de rookmelder op de montageplaat wordt vastgezet. Verwijder daarvoor met een geschikt mes de voorgestanste zone op de ombouw van de melder (zie afbeelding). Het vergrendelingsmechanisme kan nu alleen worden geopend met geschikt gereedschap. 71 NL 7) Verbind de blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en plaats de batterij in de batterijhouder. 9) Breng de rookmelder aan in de montageplaat en zet hem vast door er in de richting van de wijzers van de klok lichtjes aan te draaien. 10) Voer een werkingstest uit. Plaats de batterij Zonder batterij kan de melder niet worden vastgezet in de montageplaat of het voetstuk. NL 3.1 Bedrade koppeling van rookmelders Er kunnen maximaal veertig Gira Dual/VdS-rookmelders op elkaar worden aangesloten in een netwerk zodat door alle rookmelders in het gebouw een alarm kan worden weergegeven. Verbind de rookmelders parallel met behulp van een tweeaderige kabel (bv. een telefoonkabel: J-Y(St)Y 2 x 2 x 0,6 mm). Wanneer een maximale draaddoorsnede van 1,5 mm2 wordt gebruikt, mag de totale kabellengte maximaal 400 m zijn. Om de rookmelders te koppelen, gaat u als volgt te werk: 1) Verbind het bijgevoegde 3-polige klemmenblok met de kabel overeenkomstig de afbeelding. N Signaal N Melder 1 72 N Melder 2 N Melder n 2) Plaats het klemmenblok in de daartoe voorziene houder op de montageplaat. Voor bedrade netwerken waarbij het voetstuk voor 230 V wordt gebruikt, raadpleegt u de bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding. Het is niet mogelijk om een bedraad netwerk te maken met modular/ VdS-rookmelders. Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen Omdat rookmelding kan worden uitgeschakeld op Dual/VdS-rookmelders, zijn deze ook geschikt voor installatie in ruimten waar conventionele rookmelders niet kunnen worden gebruikt. • in ruimtes die niet geschikt zijn voor rookdetectie, zoals keukens (stoom door het koken) en badkamers (condensatie), • in ruimtes waar veel stof is (bijvoorbeeld garages). In dergelijke gevallen is het verstandig om de rookdetectie uit te schakelen ter voorkoming van een loos alarm. In dergelijke gevallen functioneert de rookmelder alleen als warmtemelder. Ga als volgt te werk om rookdetectie uit te schakelen (het uitschakelen is niet toegestaan wanneer een alarm wordt gegeven): 1) Verwijder eventueel de batterij, aangezien de daartoe voorziene schuifschakelaar terug te vinden is op de printkaart onder de batterijhouder. 2) Verbreek de bedekking van de schuifschakelaar met geschikt gereedschap. 73 NL 3.2 De warmtedetector werkt volgens het principe van temperatuurstijging en activeert een alarm wanneer: • het bereik van de opwarming van de omringde lucht het normale bereik overschrijdt, • de omgevingstemperatuur een waarde bereikt tussen 54 °C en 70 °C. Achtung Door het verbreken van de bedekking van de schuifschakelaar wordt de CE-conformiteit van de rookmelder volgens de Europese norm EN14604 teniet gedaan en geldt de goedkeuring van de Duitse vereniging van onroerend-goedverzekeraars (VdS) niet meer. NL 3) Zet beide schuifschakelaars in de stand “ON” (zie afbeelding), om de rookdetectie te deactiveren. 4) Sluit de blokbatterij van 9 V opnieuw aan op de batterijconnector en plaats de batterij in de batterijhouder. 5) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7). 74 4 Bedrijfs- en alarmsignalen Algemeen Lichtring Knippert snel 2 korte signaaltonen per 60 s Signaaltoon van 73 dBa die 1 s aanhoudt Knippert 1 keer per 5 s Permanent aan (vorig voorval was een alarm) Signaaltoon van 73 dBa die 1 s aanhoudt Knippert snel (vorig voorval was geen alarm) Knippert 8 keer per 8 s Betekenis Plaatselijk alarm rook of warmte Storing/verontreiniging – kan niet worden gedeactiveerd Batterij moeten worden vervangen (plaatselijk) Werkingstest (plaatselijk), geactiveerd door de functieknop in te drukken gedurende ten minste 4 seconden (hoofdstuk 7) Werkingstest (plaatselijk), geactiveerd door de functieknop in te drukken gedurende ten minste 4 seconden (hoofdstuk 7) Wanneer u het voetstuk voor 230 V gebruikt, moet u de instructies in de bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding volgen. Er worden verschillende signalen gebruikt om “Storing”, “Verontreiniging” en “Batterij vervangen” 1 Lichtring aan te geven. 2 Functieknop 2 NL Signaaltoon Luide, onderbroken toon 85 dBa 8 korte signaaltonen per 60 s 1 75 Signalen bij een bedraad netwerk of draadloos netwerk (optionele draadloze module) NL De signalen die worden gegenereerd door de rookmelder die het alarm activeert, staan hierboven beschreven. De overige rookmelders in het netwerk geven eveneens de volgende signalen: Signaaltoon Luide, onderbroken toon 85 dBa 2 korte signaaltonen per 60 s Lichtring - Alarmtoon van 73 dBa die 1 s aanhoudt, gevolgd door een pauze van 2 s - 5 - Betekenis bij netwerk melders rookmelders rook of warmte Alleen draadloze netwerken: baterijen moeten worden vervangen (extern signaal) Werkingstest (extern signaal), geactiveerd door de functieknop in te drukken gedurende ten minste 4 seconden (hoofdstuk 7) Batterijtest – de batterij vervangen De rookmelder wordt gevoed door een blokbatterij van 9 V (als een voetstuk voor 230 V wordt gebruikt, wordt deze batterij alleen gebruikt wanneer de stroomvoorziening wordt onderbroken). De batterijtest controleert de voedingsspanning automatisch en regelmatig. Wanneer de batterijspanning onder een bepaald punt zakt, meldt de rookmelder gedurende 30 dagen dat de batterij moet worden vervangen. Gedurende die tijd is de rookmelder volledig functioneel. 76 Om de batterij te vervangen, gaat u als volgt te werk: 1) U kunt dit doen door het vergrendelingsmechanisme met een schroevendraaier los te draaien en de rookmelder linksom te draaien. 2) Neem de lege batterij uit de houder en koppel de steekverbinding los van de batterijaansluiting. 3) Verbind de nieuwe blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en plaats de batterij in de batterijhouder. NL 4) Plaats de rookmelder opnieuw in de montageplaat of op het voetstuk voor 230 V en zet deze vast door voorzichtig rechtsom te draaien. Plaats de batterij Zonder batterij kan de rookmelder niet worden vastgezet in de montageplaat of het voetstuk. 5) Voer een werkingstest uit. Vervang de lege batterij alleen door een batterij van hetzelfde type. Verwerk de lege batterij op een milieuvriendelijke manier. 77 6 Onderhoud en verzorging Om ervoor te zorgen dat de rookmelder langdurig naar behoren blijft functioneren, moet u maandelijks (of bij een storingsmelding meteen) een onderhoud uitvoeren: 1) Verwijder de rookmelder van de montageplaat (draai eraan tegen de richting van de wijzers van de klok in) en haal het stof weg. 2) Maak de rookmelder schoon met een vochtige (geen natte!) doek zonder pluisjes. NL 3) Breng de rookmelder opnieuw aan in de montageplaat en draai eraan in de richting van de wijzers van de klok, tot hij vastklikt. 4) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7). Tip Vervang de rookmelder op het tijdstip dat op het etiket van het apparaat wordt vermeld. Worden in het vertrek renovatiewerkzaamheden uitgevoerd, dan moet u de rookmelder volledig afdekken met de bijgeleverde beschermkap uit kunststof. Denk eraan om die beschermkap na de renovatie opnieuw te verwijderen! Opgelet De rookmelder mag niet worden beschilderd! 78 7 Werkingstest Wanneer de rookmelder handmatig wordt getest, weerklinkt een gedempte signaaltoon; toch moet u personen die zich in de buurt bevinden, vooraf op de hoogte stellen. Blijf bij de werkingstest minstens 50 cm van de rookmelder vandaan. 1) Houd de functieknop gedurende ten minste 4 seconden ingedrukt: • Wanneer er een hoorbaar signaal wordt gegeven dat wordt gevolgd door een kortdurende signaaltoon en wanneer de lichtring zichtbaar wordt (hoofdstuk 4), werkt de rookmelder op juiste wijze • Wanneer u geen signaal waarneemt, moet u de batterij vervangen. 2) Voer daarna de werkingstest opnieuw uit. Wanneer er nog geen signaal is gegeven, is de rookmelder defect en moet deze worden vervangen. 3) Voltooi de werkingstest door de functieknop ingedrukt te houden totdat u het bevestigingssignaal hoort. Bij de werkingstest van met bedrading of draadloos gekoppelde rookmelders zetten alle aangesloten rookmelders een geluidsalarm in werking. Is dat niet het geval, controleer dan de batterijen van alle rookmelders, net als de aansluitingen en de staat van de koppelingskabels. 79 NL Voer de test maandelijks uit en vooral na een zeer lange afwezigheid: 8 Signalen handmatig onderdrukken 8.1 Het rookdetectiealarm onderdrukken NL De rookdetectie kan gedurende 15 minuten worden uitgeschakeld: • preventief voor de onderdrukking van een ongewild alarm bij bezigheden die stof veroorzaken (het vegen van een stoffige ruimte, schoorsteenvegen, enz.) • om het alarm uit te schakelen na de ontdekking van ongevaarlijke rookontwikkeling U kunt dit doen door kort op de functieknop te drukken (< 3 seconden) totdat u een kort bevestigingssignaal hoort. De lichtring knippert nu om de 2 seconden. Tip De warmtedetectie blijft actief. 8.2 Voorvalaankondiging onderdrukken Met een foto-elektrische cel worden de waarschuwingen “Melderkop verontreinigd” en “Batterij vervangen” (hoofdstuk 4) maximaal 12 uur onderdrukt wanneer het donker is. Dit is niet van invloed op de alarmfunctie van de rookmelder. Wanneer de melding “Batterij vervangen” of “Storing/verontreiniging” zich op een ongewenst ogenblik voordoet, kan deze melding gedurende maximaal 7 dagen met telkens 8 uur worden uitgesteld. U kunt dit doen door kort op de functieknop te drukken totdat het eerste signaal niet langer wordt weergegeven. Verhelp de storing echter zo snel mogelijk. Neem contact op met uw installateur om dit probleem te verhelpen 80 9 Technische specificaties Nominale spanning: 9 V DC Batterij: - blokbatterij alkaline (9 V), type: DURACELL PLUS/6LR61. Levensduur circa 5 jaar, met radiomodule circa 2 jaar. - blokbatterij lithium (9 V), type: ULTRALIFE/U9VL-J. Levensduur circa 10 jaar, met radiomodule circa 5 jaar. om de 60 s, gedurende 30 dagen rode lichtring Geluidsalarmaankondiging: piëzosignaalgenerator: onderbroken Geluidssterkte: Min. 85 dB (A) bij 3 m Afmetingen ombouw: 125 x 48 mm (Ø x H) Kunststofmateriaal: PC+ASA Bedrijfstemperatuur: -5 °C tot +50 °C Opslagtemperatuur: -20 °C tot +65 °C Gewicht (zonder batterij): ong. 120 g Beschermklasse: IP 42 VdS-goedkeuring: zie typeplaatje op de rookmelder NL Uitvalsignaal batterij: Visuele aankondiging: 81 10 CE-conformiteitsverklaring Houd er rekening mee dat de CE-conformiteit overeenkomstig EN14604 alleen geldig is wanneer de rookdetectie niet gedeactiveerd is (hoofdstuk 3.2). 09 0786-CPD-20896 VdS-goedkeuringsnummer: G209202 NL EN14604:2005 Rookmelder Dual/VdS Giersiepen GmbH & Co. KG Dahlienstraße 12 D-42477 Radevormwald 82 11 Garantie Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. Stuur a.u.b. het apparaat zonder frankering met een beschrijving van de fout via de dealer aan onze centrale klantenservice: NL Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Service Center Dahlienstraße 12 42477 Radevormwald Deutschland 83
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164

Gira 2330 02 Installation and User Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Installation and User Manual

in andere talen