Documenttranscriptie
Montage- und Bedienungsanleitung
Installation and user manual
Notice d’installation et d'utilisation
Montage- en bedieningshandleiding
Monterings- og bruksanvisning
Monterings- och bruksanvisning
Monterings- og betjeningsvejledning
Uppsetningar- og notkunarleiðbeiningar
Rauchwarnmelder Dual/VdS
Smoke alarm device Dual/VdS
Détecteur de fumée Dual/VdS
Rookmelder Dual/VdS
Røykvarsler Dual/VdS
Rökvakt Dual/VdS
Røgmelder Dual/VdS
Reykskynjari Dual/VdS
2330 02
NL
Inhoudsopgave
1
2
2.1
2.2
2.3
2.4
3
3.1
3.2
4
5
6
7
8
8.1
8.2
9
10
11
64
Kenmerken van het product
Montageplaats
Voorbeeld voor een woning
Voorbeeld voor een woonhuis
Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken
Ongeschikte montageplaatsen
Installatie en inwerkingstelling
Bedrade koppeling van rookmelders
Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen
Bedrijfs- en alarmsignalen
Batterijtest – de batterij vervangen
Onderhoud en verzorging
Werkingstest
Signalen handmatig onderdrukken
Het rookdetectiealarm onderdrukken
Voorvalaankondiging onderdrukken
Technische specificaties
CE-conformiteitsverklaring
Garantie
65
66
66
67
68
69
70
72
73
75
76
78
79
80
80
80
81
82
83
1
Kenmerken van het product
• Gecombineerde rook- en warmtemelder met batterijvoeding (maximale
en differentiële functie) voor de bescherming van particuliere woningen
of soortgelijke toepassingen overeenkomstig DIN 14676
• De rookdetectie kan worden uitgeschakeld voor vertrekken die niet
geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens (kookdampen)
• Automatische controle van de rookanalyse met nasporing van
verontreiniging
NL
• Bij duisternis tot 12 uur vertraagde weergave van de aankondiging voor
het vervangen van de batterij of van een technische storing
• Bedraad netwerk van maximaal veertig rookmelders
• Luide, onderbroken waarschuwingstoon, minimum 85 dB (A)
• Aankondiging voor het vervangen van de batterij
• Verontreinigings-/storingsaankondiging
• Ingebouwde knop voor werkingstest
• Vergrendeling batterijcompartiment: als er geen batterij in de
rookmelder is geplaatst, is het niet mogelijk om de rookmelder op de
montageplaat of op het voetstuk voor 230 V te installeren
• 1 module-interface voor het monteren van een van de optionele
modules; de netwerkaansluitingen blijven beschikbaar voor gebruik
• Polariteitsinversiebeveiliging: het apparaat kan niet worden vernield
door de batterij verkeerd aan te sluiten
• Kan achteraf worden gemonteerd met het Voet 230 V voor rookmelder
Dual/VdS (productnummer 2331 02)
65
2
Montageplaats
2.1
Voorbeeld voor een woning
Minimale bescherming:
één rookmelder in de gang
of in het trappenhuis.
NL
Optimale bescherming:
één rookmelder in elke slaapen woonruimte.
Rookmelders kunnen het beste vóór of in slaapkamers worden
geïnstalleerd, zodat de bewoners worden gewekt wanneer er 's nachts
brand is. De rookmelder werkt het best wanneer hij in het midden van de
ruimte op het plafond wordt geplaatst. Is dat niet mogelijk, plaats de
rookmelder dan op minstens 50 cm van de muren.
De rookmelder kan kamers bewaken met een maximale
vloeroppervlakte van 60 m2 en een maximale hoogte van 4,5 m.
In vertrekken die niet geschikt zijn voor rookmelders, zoals keukens
(kookdampen), badkamers (condensatiewater), garages of heel stoffige
voorzieningen, kunt u de rookdetectie uitschakelen om vals alarm te
voorkomen (hoofdstuk 3.2). In dit geval blijft alleen de functie voor
warmtedetectie actief.
66
2.2
Voorbeeld voor een woonhuis
Minimale bescherming:
één rookmelder in de gang
of in het trappenhuis op elke
verdieping.
NL
Optimale bescherming:
één rookmelder in elke slaap-,
woon- en kelderruimte.
Plaats in gebouwen met meerdere verdiepingen zeker in de gang op
elke verdieping een rookmelder.
Voorzie in grotere huizen meerdere gekoppelde rookmelders, om de
totale woonoppervlakte te beveiligen. Wanneer een rookmelder rook
detecteert, geeft hij alarm en activeert hij alle aangesloten rookmelders,
die dan op hun beurt ook alarm geven. Zo wordt u bv. 's nachts door uw
gekoppelde rookmelder in de slaapkamer gewekt, wanneer de
rookmelder in de kelder rook detecteert.
De vereisten zoals beschreven voor installatie in een appartement zijn
tevens van toepassing op de installatie van afzonderlijke rookmelders in
kamers en het gebruik van de functie voor warmtedetectie (hoofdstuk 2.1).
67
2.3
Voorbeelden voor speciaal gevormde vertrekken
In L-vormige vertrekken
of gangen moeten de
rookmelders op de
versteklijnen worden
geplaatst.
NL
Bij grote L-vormige
vertrekken wordt elk
been als een op zichzelf
staande ruimte
beschouwd.
68
2.4
Ongeschikte montageplaatsen
Om vals alarm te voorkomen, moet de plaatsing van de rookmelder aan
de volgende eisen voldoen:
• zonder actieve rookdetectie in vertrekken waarin in normale
omstandigheden een hoge concentratie van waterdamp, stof of rook
ontstaat (hoofdstuk 3.2)
• niet in de buurt van stookplaatsen of open haarden
• op een afstand van minstens 1 m van airconditioners en
ventilatiekanalen, omdat de luchtstroom in bepaalde omstandigheden
kan beletten dat rook en/of warmte de melder bereiken
• op een afstand van ten minste 50 cm van smoorspoelen,
laagspanningstransformatoren, tl-buizen en energiebesparende lampen
• niet in vertrekken die hoger zijn dan 4,5 m
• op een afstand van minstens 50 cm van een nok
• alleen in kamers waar de temperatuur niet lager wordt dan -5 °C en niet
hoger wordt dan +50 °C
• op een afstand van minstens 6 m van verwarmingsluchtafvoeren
Opgelet
Plaats de rookmelder niet verticaal tegen een muur. Daardoor kan de
rookmelder slecht functioneren!
69
NL
• niet vlak bij een metalen oppervlak
3
Installatie en inwerkingstelling
1
2
3
Afhankelijk van het ontwerp wordt
de rookmelder gemonteerd met
behulp van een montageplaat
(alleen bij werking met batterijen)
of met een optioneel voetstuk
voor 230 V (batterijen als
reservestroomvoorziening).
NL
Wanneer u een voetstuk voor
230 V gebruikt, moet u de
instructies in de bijbehorende
installatie- en
gebruikershandleiding volgen.
4
5
6
7
70
1) Verwijder met een geschikt
mes de voorgestanste zone
voor de kabeldoorvoer, voordat
u de montageplaat plaatst.
2) Plaats de montageplaat met
behulp van het bijgevoegde
montagemateriaal.
1 Plug
2 Montageplaat
3 Kabelsleuf (voorgestanst)
4 Schroeven
5 Moduleaansluiting
6 Blokbatterij (9 V)
7 Rookmelder
3) Gebruik de afstandstukken wanneer de kabel voor koppeling
van meerdere rookmelders wordt aangelegd (Gira-productnummer
2342 00)
4) Koppel eventueel meerdere rookmelders (hoofdstuk 3.1).
5) Schakel eventueel de rookdetectie uit (hoofdstuk 3.2).
6) Plaats desgewenst een radio- of relaismodule wanneer dit wordt
vereist (zie bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding).
8) Om te beletten dat onbevoegden de rookmelder demonteren, activeert
u eventueel de verwijderingsbeveiliging waardoor de rookmelder op
de montageplaat wordt vastgezet. Verwijder daarvoor met een
geschikt mes de voorgestanste zone op de ombouw van de melder
(zie afbeelding). Het vergrendelingsmechanisme kan nu alleen
worden geopend met geschikt gereedschap.
71
NL
7) Verbind de blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en plaats de
batterij in de batterijhouder.
9) Breng de rookmelder aan in de montageplaat en zet hem vast door er
in de richting van de wijzers van de klok lichtjes aan te draaien.
10) Voer een werkingstest uit.
Plaats de batterij
Zonder batterij kan de melder niet worden vastgezet in de
montageplaat of het voetstuk.
NL
3.1
Bedrade koppeling van rookmelders
Er kunnen maximaal veertig Gira Dual/VdS-rookmelders op elkaar
worden aangesloten in een netwerk zodat door alle rookmelders in het
gebouw een alarm kan worden weergegeven. Verbind de rookmelders
parallel met behulp van een tweeaderige kabel (bv. een telefoonkabel:
J-Y(St)Y 2 x 2 x 0,6 mm). Wanneer een maximale draaddoorsnede van
1,5 mm2 wordt gebruikt, mag de totale kabellengte maximaal 400 m zijn.
Om de rookmelders te koppelen, gaat u als volgt te werk:
1) Verbind het bijgevoegde 3-polige klemmenblok met de kabel
overeenkomstig de afbeelding.
N
Signaal
N
Melder 1
72
N
Melder 2
N
Melder n
2) Plaats het klemmenblok in de daartoe voorziene houder op de
montageplaat.
Voor bedrade netwerken waarbij het voetstuk voor 230 V wordt gebruikt,
raadpleegt u de bijbehorende installatie- en gebruikershandleiding.
Het is niet mogelijk om een bedraad netwerk te maken met modular/
VdS-rookmelders.
Functie voor warmtedetectie/de rookmelder uitschakelen
Omdat rookmelding kan worden uitgeschakeld op Dual/VdS-rookmelders,
zijn deze ook geschikt voor installatie in ruimten waar conventionele
rookmelders niet kunnen worden gebruikt.
• in ruimtes die niet geschikt zijn voor rookdetectie, zoals keukens (stoom
door het koken) en badkamers (condensatie),
• in ruimtes waar veel stof is (bijvoorbeeld garages).
In dergelijke gevallen is het verstandig om de rookdetectie uit te
schakelen ter voorkoming van een loos alarm. In dergelijke gevallen
functioneert de rookmelder alleen als warmtemelder.
Ga als volgt te werk om rookdetectie uit te schakelen (het uitschakelen is
niet toegestaan wanneer een alarm wordt gegeven):
1) Verwijder eventueel de batterij, aangezien de daartoe voorziene
schuifschakelaar terug te vinden is op de printkaart onder de
batterijhouder.
2) Verbreek de bedekking van de schuifschakelaar met geschikt
gereedschap.
73
NL
3.2
De warmtedetector werkt volgens het principe van temperatuurstijging en
activeert een alarm wanneer:
• het bereik van de opwarming van de omringde lucht het normale bereik
overschrijdt,
• de omgevingstemperatuur een waarde bereikt tussen 54 °C en 70 °C.
Achtung
Door het verbreken van de bedekking van de schuifschakelaar wordt
de CE-conformiteit van de rookmelder volgens de Europese norm
EN14604 teniet gedaan en geldt de goedkeuring van de Duitse
vereniging van onroerend-goedverzekeraars (VdS) niet meer.
NL
3) Zet beide schuifschakelaars
in de stand “ON” (zie
afbeelding), om de
rookdetectie te deactiveren.
4) Sluit de blokbatterij van 9 V opnieuw aan op de batterijconnector en
plaats de batterij in de batterijhouder.
5) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7).
74
4
Bedrijfs- en alarmsignalen
Algemeen
Lichtring
Knippert snel
2 korte signaaltonen
per 60 s
Signaaltoon van
73 dBa die 1 s
aanhoudt
Knippert 1 keer
per 5 s
Permanent aan
(vorig voorval was
een alarm)
Signaaltoon van
73 dBa die 1 s
aanhoudt
Knippert snel
(vorig voorval was
geen alarm)
Knippert 8 keer
per 8 s
Betekenis
Plaatselijk alarm rook of warmte
Storing/verontreiniging –
kan niet worden
gedeactiveerd
Batterij moeten worden
vervangen (plaatselijk)
Werkingstest (plaatselijk),
geactiveerd door de
functieknop in te drukken
gedurende ten minste
4 seconden (hoofdstuk 7)
Werkingstest (plaatselijk),
geactiveerd door de
functieknop in te drukken
gedurende ten minste
4 seconden (hoofdstuk 7)
Wanneer u het voetstuk voor 230 V gebruikt,
moet u de instructies in de bijbehorende
installatie- en gebruikershandleiding volgen.
Er worden verschillende signalen gebruikt
om “Storing”, “Verontreiniging”
en “Batterij vervangen”
1 Lichtring
aan te geven.
2 Functieknop
2
NL
Signaaltoon
Luide, onderbroken
toon 85 dBa
8 korte signaaltonen
per 60 s
1
75
Signalen bij een bedraad netwerk of draadloos netwerk (optionele
draadloze module)
NL
De signalen die worden gegenereerd door de rookmelder die het alarm
activeert, staan hierboven beschreven. De overige rookmelders in het
netwerk geven eveneens de volgende signalen:
Signaaltoon
Luide, onderbroken
toon 85 dBa
2 korte signaaltonen
per 60 s
Lichtring
-
Alarmtoon
van 73 dBa die 1 s
aanhoudt, gevolgd
door een pauze
van 2 s
-
5
-
Betekenis
bij netwerk melders rookmelders rook of warmte
Alleen draadloze netwerken:
baterijen moeten worden
vervangen (extern signaal)
Werkingstest (extern signaal),
geactiveerd door de functieknop
in te drukken gedurende ten
minste 4 seconden (hoofdstuk 7)
Batterijtest – de batterij vervangen
De rookmelder wordt gevoed door een blokbatterij van 9 V (als een
voetstuk voor 230 V wordt gebruikt, wordt deze batterij alleen gebruikt
wanneer de stroomvoorziening wordt onderbroken). De batterijtest
controleert de voedingsspanning automatisch en regelmatig. Wanneer
de batterijspanning onder een bepaald punt zakt, meldt de rookmelder
gedurende 30 dagen dat de batterij moet worden vervangen. Gedurende
die tijd is de rookmelder volledig functioneel.
76
Om de batterij te vervangen, gaat u als volgt te werk:
1) U kunt dit doen door het vergrendelingsmechanisme met een
schroevendraaier los te draaien en de rookmelder linksom te draaien.
2) Neem de lege batterij uit de houder en koppel de steekverbinding los
van de batterijaansluiting.
3) Verbind de nieuwe blokbatterij van 9 V met de batterijaansluiting en
plaats de batterij in de batterijhouder.
NL
4) Plaats de rookmelder opnieuw in de montageplaat of op het voetstuk
voor 230 V en zet deze vast door voorzichtig rechtsom te draaien.
Plaats de batterij
Zonder batterij kan de rookmelder niet worden vastgezet in de
montageplaat of het voetstuk.
5) Voer een werkingstest uit.
Vervang de lege batterij alleen door een batterij van
hetzelfde type.
Verwerk de lege batterij op een milieuvriendelijke manier.
77
6
Onderhoud en verzorging
Om ervoor te zorgen dat de rookmelder langdurig naar behoren blijft
functioneren, moet u maandelijks (of bij een storingsmelding meteen)
een onderhoud uitvoeren:
1) Verwijder de rookmelder van de montageplaat (draai eraan tegen de
richting van de wijzers van de klok in) en haal het stof weg.
2) Maak de rookmelder schoon met een vochtige (geen natte!) doek
zonder pluisjes.
NL
3) Breng de rookmelder opnieuw aan in de montageplaat en draai eraan
in de richting van de wijzers van de klok, tot hij vastklikt.
4) Voer een werkingstest uit (hoofdstuk 7).
Tip
Vervang de rookmelder op het tijdstip dat op het etiket van het
apparaat wordt vermeld.
Worden in het vertrek renovatiewerkzaamheden uitgevoerd, dan moet u
de rookmelder volledig afdekken met de bijgeleverde beschermkap uit
kunststof.
Denk eraan om die beschermkap na de renovatie opnieuw te
verwijderen!
Opgelet
De rookmelder mag niet worden beschilderd!
78
7
Werkingstest
Wanneer de rookmelder handmatig wordt getest, weerklinkt een
gedempte signaaltoon; toch moet u personen die zich in de buurt
bevinden, vooraf op de hoogte stellen. Blijf bij de werkingstest minstens
50 cm van de rookmelder vandaan.
1) Houd de functieknop gedurende ten minste 4 seconden ingedrukt:
• Wanneer er een hoorbaar signaal wordt gegeven dat wordt gevolgd
door een kortdurende signaaltoon en wanneer de lichtring zichtbaar
wordt (hoofdstuk 4), werkt de rookmelder op juiste wijze
• Wanneer u geen signaal waarneemt, moet u de batterij vervangen.
2) Voer daarna de werkingstest opnieuw uit. Wanneer er nog geen
signaal is gegeven, is de rookmelder defect en moet deze worden
vervangen.
3) Voltooi de werkingstest door de functieknop ingedrukt te houden totdat
u het bevestigingssignaal hoort.
Bij de werkingstest van met bedrading of draadloos gekoppelde
rookmelders zetten alle aangesloten rookmelders een geluidsalarm in
werking. Is dat niet het geval, controleer dan de batterijen van alle
rookmelders, net als de aansluitingen en de staat van de
koppelingskabels.
79
NL
Voer de test maandelijks uit en vooral na een zeer lange afwezigheid:
8
Signalen handmatig onderdrukken
8.1
Het rookdetectiealarm onderdrukken
NL
De rookdetectie kan gedurende 15 minuten worden uitgeschakeld:
• preventief voor de onderdrukking van een ongewild alarm bij
bezigheden die stof veroorzaken (het vegen van een stoffige ruimte,
schoorsteenvegen, enz.)
• om het alarm uit te schakelen na de ontdekking van ongevaarlijke
rookontwikkeling
U kunt dit doen door kort op de functieknop te drukken (< 3 seconden)
totdat u een kort bevestigingssignaal hoort. De lichtring knippert nu om
de 2 seconden.
Tip
De warmtedetectie blijft actief.
8.2
Voorvalaankondiging onderdrukken
Met een foto-elektrische cel worden de waarschuwingen “Melderkop
verontreinigd” en “Batterij vervangen” (hoofdstuk 4) maximaal 12 uur
onderdrukt wanneer het donker is. Dit is niet van invloed op de
alarmfunctie van de rookmelder.
Wanneer de melding “Batterij vervangen” of “Storing/verontreiniging” zich
op een ongewenst ogenblik voordoet, kan deze melding gedurende
maximaal 7 dagen met telkens 8 uur worden uitgesteld. U kunt dit doen
door kort op de functieknop te drukken totdat het eerste signaal niet
langer wordt weergegeven.
Verhelp de storing echter zo snel mogelijk.
Neem contact op met uw installateur om dit probleem te verhelpen
80
9
Technische specificaties
Nominale spanning:
9 V DC
Batterij:
- blokbatterij alkaline (9 V), type:
DURACELL PLUS/6LR61.
Levensduur circa 5 jaar,
met radiomodule circa 2 jaar.
- blokbatterij lithium (9 V), type:
ULTRALIFE/U9VL-J.
Levensduur circa 10 jaar,
met radiomodule circa 5 jaar.
om de 60 s, gedurende 30 dagen
rode lichtring
Geluidsalarmaankondiging:
piëzosignaalgenerator: onderbroken
Geluidssterkte:
Min. 85 dB (A) bij 3 m
Afmetingen ombouw:
125 x 48 mm (Ø x H)
Kunststofmateriaal:
PC+ASA
Bedrijfstemperatuur:
-5 °C tot +50 °C
Opslagtemperatuur:
-20 °C tot +65 °C
Gewicht (zonder batterij):
ong. 120 g
Beschermklasse:
IP 42
VdS-goedkeuring:
zie typeplaatje op de rookmelder
NL
Uitvalsignaal batterij:
Visuele aankondiging:
81
10
CE-conformiteitsverklaring
Houd er rekening mee dat de CE-conformiteit overeenkomstig EN14604
alleen geldig is wanneer de rookdetectie niet gedeactiveerd is (hoofdstuk
3.2).
09
0786-CPD-20896
VdS-goedkeuringsnummer: G209202
NL
EN14604:2005
Rookmelder Dual/VdS
Giersiepen GmbH & Co. KG
Dahlienstraße 12
D-42477 Radevormwald
82
11
Garantie
Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen.
Stuur a.u.b. het apparaat zonder frankering met een beschrijving van de
fout via de dealer aan onze centrale klantenservice:
NL
Gira
Giersiepen GmbH & Co. KG
Service Center
Dahlienstraße 12
42477 Radevormwald
Deutschland
83