ProForm PETL15717 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
Sticker met
Serienummer
Modelnr. PETL15717.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder) of
neem contact op met de winkel waar
u dit product gekocht heeft wanneer
u nog vragen heeft of wanneer er
onderdelen ontbreken of beschadigd
zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
2
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. De
stickers met waarschuwing hier getoond zijn op
de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de voorkant van deze handle-
iding en vraag om een gratis vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Let op: De stickers worden mogelijk niet
op ware grootte weergegeven.
DE-323073
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................17
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN ......................................31
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................32
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
INHOUDSOPGAVE
PROFORM en IFIT zijn gedeponeerd handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG,
Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en
in andere landen en worden in licentie gebruikt.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
in deze handleiding.
5. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
6. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. De loopband kan alleen door mensen die niet
meer dan 150 kg wegen gebruikt worden.
11. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
12. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
13. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 17). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn. Plaats een ASTA-goedgekeurde BS1362,
13-ampère zekering in de zekeringshouder bij
het vervangen van een zekering in de adapter
van het stroomsnoer.
14. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-dradige geleider: snoer maat
14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
15. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
16. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt.
(Zie ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN op bladzijde 32 als de loopband
niet goed werkt.)
17. Lees de noodstop procedure grondig door en
test deze voordat u de loopband gaat gebrui-
ken (zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op
bladzijde 19). Draag altijd de clip tijdens het
gebruik van de loopband.
18. Staan altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende band.
21. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
22. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
23. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar), en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
24. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
bladzijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op bladzijde 31.) U moet
in staat zijn om 20 kg veilig op te kunnen
tillen om de loopband in te klappen, te laten
zakken of te verplaatsen.
25. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt tij-
dens het inklappen of het verplaatsen van de
loopband. Gebruik de loopband niet als deze
is ingevouwen.
26. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
27. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
28. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
29. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
PROFORM
®
POWER 1295 I loopband. De POWER
1295 I loopband biedt een aantal indrukwekkende
functies die zijn ontwikkeld om uw trainingen thuis
effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen
doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waar-
door deze minder dan de helft van de ruimte inneemt
van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de loopband begint te
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Noteer het product modelnum-
mer en het serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de
volgende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Houder
Sleutel/Clip
Stroomschakelaar
Band
Kussen van het Loopvlak
Voetleuning
Afstelschroeven van de
Spanrol
Hartslagmonitor
Lengte: 165 cm
Breedte: 84 cm
Gewicht: 57 kg
Tablethouder
Bedieningspaneel
6
3/8" Sterring
(13)–8
5/16" Sterring
(11)–14
#10 x 3/4" Schroef
(9)–4
#8 x 1/2"
Aardingsschroef
(10)–1
#8 x 1/2"
Schroef (1)–10
#10 Sterring
(5)–4
5/16" x 2 1/2"
Schroef (28)–4
3/8" x 2 1/4" Schroef (7)–4
3/8" x 1 3/4" Schroef (62)–2
3/8" x 1 1/4" Schroef
(63)–2
#8 x 5/8"
Machineschroef
(115)–4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de onderstaande tekeningen om kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder
iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze
handleiding. Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er kun-
nen extra onderdelen zijn meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan na verzending een vettige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant van
de loopband bevinden, veeg dit dan weg met
een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen worden met “R”
of “Right” aangegeven.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbusleutel
één instelbare sleutel
één Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermij-
den, dient u nooit elektrisch gereedschap te
gebruiken.
MONTAGE
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
94
90
81
90
A
A
2
81
3
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Verwijder de draadband die de Draad van de
Staander (81) aan de voorkant van de Basis (94)
bevestigd.
Zoek vervolgens naar de Rechterstaander (90).
Laat een tweede persoon de Rechterstaander bij
de Basis (94) houden.
Zie de inzet-tekening. Maak de draadband
(A) in de Rechterstaander (90) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (81)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Rechterstaander terwijl
u het andere uiteinde van de draadband door de
Rechterstaander trekt.
3. Leg de Rechterstaander (90) bij de Basis (94).
Druk de Doorvoerhuls van de Staander (77)
in het vierkante gat (B) in de Rechterstaander.
Zorg ervoor dat de aardingsdraad (C) niet
bekneld raakt.
Verwijder en gooi de aangegeven schroef (D)
weg.
Bevestig vervolgens de aardingsdraad (C) aan
de Rechterstaander (90) met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (10).
94
90
10
77
D
B
C
9
4
63
62
13
94
13
90
7
13
81
5. Verwijder en bewaar de vier aangegeven
5/16" x 3/4" Schroeven (25).
Zoek de Linker- en de Rechterbasiskap (82, 83).
Schuif de Linkerbasiskap op de Linkerstaander
(89) en schuif de Rechterbasiskap op de
Rechterstaander (90). Druk de Basiskappen
nog niet op hun plaats.
Zoek de Onderste Kap van de Rechter- en
de Linkerhandleuning (84, 85). Schuif de
Onderste Kap van de Linkerhandleuning op
de Linkerstaander (89) en schuif de Onderste
Kap van de Rechterhandleuning op de
Rechterstaander (90).
82
85
90
83
84
89
5
4. Houd de Rechterstaander (90) tegen de Basis
(94). Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (81) niet bekneld raakt.
Bevestig de Rechterstaander (90) en een Wiel
(97) met twee 3/8" x 2 1/4" Schroeven (7), een
3/8" x 1 1/4" Schroef (63), een 3/8" x 1 3/4"
Schroef (62), en vier 3/8" Sterringen (13) zoals
afgebeeld; draai de Schroeven nog niet volle-
dig vast.
Maak de Linkerstaander (niet afgebeeld) op
dezelfde manier vast. Let op: Er zijn geen dra-
den aan de linkerkant.
97
25
25
10
90
6
87
86
89
81
11
28
11
28
A
6. Houd de Rechterhandleuning (87) bij de
Rechterstaander (90). Steek de Draad van de
Staander (81) door het gat in de onderkant van
de Rechterhandleuning zoals afgebeeld, en
verwijder vervolgens de draadband (A) van de
Draad van de Staander.
Bevestig vervolgens de Rechterhandleuning
(87) op de Rechterstaander (90) met twee
5/16" x 2 1/2" Schroeven (28) en twee 5/16"
Sterringen (11). Zorg ervoor dat de Draad van
de Staander (81) niet bekneld raakt. Maak dan
de Schroeven stevig vast.
Maak de Linkerhandleuning (86) op dezelfde
manier aan de Linkerstaander (89) vast. Let
op: Er zijn geen draden aan de linkerkant.
7. Indien er vier schroeven zijn (E) op de opgege-
ven locaties, verwijder de schroeven dan en gooi
ze weg.
7
E
E
11
8
4
4
9
87
86
4
11
4
11
81
F
F
G
8. Plaats de bedieningspaneelmodule (F) met de
voorkant naar beneden gericht op een zachte
ondergrond zodat het bedieningspaneel niet
bekrast wordt. Verwijder de vier 5/16" x 1/2"
Schroeven (4) en bewaar ze.
9. Plaats de bedieningspaneelmodule (F) op de
Linker- en op de Rechterhandleuning (86, 87).
Zorg ervoor dat u geen van de draden beknelt
(G, 81).
Maak de bedieningspaneelmodule (F) met vier
5/16" x 1/2" Schroeven (4) die u heeft verwijderd
in stap 8 en vier 5/16" Sterringen (11) vast. Draai
de Schroeven nog niet vast.
12
10. Maak de Bedieningspaneelmodule (F) aan de
Linker- en de Rechterhandleuning (86, 87) vast
met vier #10 x 3/4" Schroeven (9) en vier #10
Sterringen (5) zoals afgebeeld. Draai alle vier
Schroeven eerst aan, en draai ze daarna vast.
5
10
5
9
86
87
9
F
11. Zie de inzet-tekening. Verbind de Draad van
de Staander (81) met de draad van het bedie-
ningspaneel (G). De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Draai aan een van de
connectoren en probeer het opnieuw als dit niet
gebeurt. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN
NIET GOED VERBINDT, KAN HET
BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN
ALS DE STROOM WORDT AANGEZET.
Steek het overschot aan draad (G, 81) in de
Handleuning (87).
Draai de vier 5/16" x 1/2" Schroeven (4)
vervolgens goed vast (slechts twee zijn
afgebeeld).
81
81
G
11
4
87
G
13
12. Maak de Kap van de Rechterhandleuning (92)
vast aan de Rechterhandleuning (87) met drie
#8 x 1/2" Schroeven (1). Draai de Schroeven
niet te vast.
Maak de Kap van de Linkerhandleuning (79)
op dezelfde manier aan de Linkerhandleuning
(86) vast.
92
79
86
1
87
1
12
13. Schuif de Onderste Kap van de Linkerhandleu-
ning (85) tegen de Kap van de Linkerhandleu-
ning (79) en bevestig de Onderste Kap van de
Linkerhandleuning met twee #8 x 1/2" Schroe-
ven (1); draai de Schroeven niet te vast.
Maak de Onderste Kap van de Rechterhand-
leuning (84) op dezelfde manier vast. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (81) in
de Onderste Kap van de Rechterhandleuning
is ingestoken.
13
79
1
84
85
1
81
14
14. Let op: Indien de loopband is gemonteerd op
een glad oppervlak, kan het tijdens deze stap
naar voren rollen.
Til het Onderstel (56) rechtop. BELANGRIJK:
Hef het Onderstel niet hoger dan de verti-
cale stand. Laat een tweede persoon het
Onderstel vasthouden totdat stap 16 voltooid
is.
Verwijder de twee 5/16" x 3/4" Schroeven (25)
uit de Vergrendelingsdwarsstang (38).
Draai de Vergrendelingsdwarsstang (38)
zoals afgebeeld. Zorg ervoor dat de sticker
“This side toward belt” (deze kant naar de
band) (H) naar de loopband toe wijst. Maak
de Vergrendelingsdwarsstang op de beugels
(I) op de Onderstel (56) vast met de twee
5/16" x 2 3/4" Schroeven (25) en met twee 5/16"
Sterringen (11).
56
38
H
11
11
25
25
14
15. Verwijder de 5/16" Moer (12) en de 5/16" x 1 3/4"
Bout (6) uit de beugel van de Basis (94).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (53)
zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de Opbergver-
grendeling (53) aan de beugel op de Basis (94)
vast met de 5/16" x 1 3/4" Bout (6) en de 5/16"
Moer (12).
Til de Opbergvergrendeling (53) vervolgens naar
een verticale stand en verwijder de draadband
(J).
94
53
6
12
J
15
I
I
15
16. Verwijder de 5/16" Moer (12) en de
5/16" x 2 1/4" Bout (3) uit de beugel van de
Vergrendelingsdwarsstang (38).
Breng het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) op gelijke lijn met
de beugel op de Vergrendelingsdwarsstang
(38) en steek de 5/16" x 2 1/4" Bout (3) door
de beugel en door de Opbergvergrendeling.
Hierdoor wordt een tussenstuk (K) uit de
Opbergvergrendeling geduwd; gooi het tus-
senstuk weg.
Maak vervolgens de 5/16" Moer (12) vast op
de 5/16" x 2 1/4" Bout (3). Draai de Moer niet
te vast; de Opbergvergrendeling (53) moet
kunnen draaien.
Breng het Onderstel (56) omlaag (zie HOE DE
LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK
op bladzijde 31).
38
K
3
56
12
53
16
17. Draai de vier 3/8" x 2 1/4" Schroeven (7) en
de twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven (63) goed
vast.
Draai vervolgens de twee 3/8" x 1 3/4"
Schroeven (62) vast; de Wielen (97) moeten
vrij kunnen blijven draaien.
Plaats vervolgens de Linkerbinnenkap van
de Basis (74) op het onderste uiteinde van
de Linkerstaander (89). Schuif vervolgens de
Linkerbasiskap (82) omlaag en duw deze op de
Linkerbinnenkap van de Basis.
Plaats vervolgens de Rechterbinnenkap van
de Basis (111) op het onderste uiteinde van de
Rechterstaander (90). Schuif vervolgens de
Rechterbasiskap (83) omlaag en duw deze op
het Rechterbinnenkap van de Basis.
17
74
83
82
62
89
7
7
63
62
111
63
90
97
97
16
20. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed
te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg
de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te
stellen (zie bladzijden 33 en 34). Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
19. Schuif de Dwarsstang van de Staander (88) tus-
sen de Linker- en de Rechterstaander (89, 90).
Maak de Dwarsstang van de Staander vast met
de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (25) die u heeft
verwijderd in stap 5 en vier 5/16" Sterringen (11);
draai alle vier Schroeven aan en zet ze dan
vast.
19
11
25
25
11
90
89
88
18
110
Begin Eerst
18. Druk de twee lipjes op de Tablethouder (110) in
de sleuven (L) in de bedieningspaneelmodule
(F).
Bevestig de Tablethouder (110) met vier #8 x
5/8" Machineschroeven (115). Let op: Draai
de bovenste twee Machineschroeven
eerst aan, en draai vervolgens de onder-
ste twee Machineschroeven. Zorg dat u de
Machineschroeven niet te vast draait.
BELANGRIJK: De Tablethouder (110) is
ontwikkeld om te gebruiken met de meest
gebruikte formaten tablets. Plaats geen
ander elektronisch apparaat of object in de
Tablethouder.
F
L
115
17
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
18
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-geschikte tnessapparatuur, kunt u
een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om
uw tnessdoelen werkelijkheid te maken:
Ga overal ter wereld hardlopen met instel-
bare Google Maps.
Download trainingsoefeningen die zijn
ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke
doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere
gebruikers in de iFit-gemeenschap te
strijden.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit
cloud en volg uw vooruitgang.
Stel calorie-, tijd- en afstandsdoelen in voor
uw oefeningen.
Bekijk high-denition video’s met gesimu-
leerde oefeningen.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het geavanceerde bedieningspaneel van de loopband
biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw
oefeningen effectiever te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt
de snelheid en de hellingstand van de loopband
veranderen door een druk op een toets. Het bedie-
ningspaneel zal tijdens het oefenen direct feedback
over de oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag
meten door gebruik te maken van de ingebouwde
handgreep-hartslagmonitor of door middel van de
bijbehorende borstkashartslagmonitor. Zie blad-
zijde 26 voor informatie over het kopen van een
borstkashartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt
automatisch de snelheid en de helling van de loopband
terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt.
Daarnaast kunt u uw tijd, afstand, caloriedoel of snel-
heid instellen.
U kunt tevens surfen op het internet of naar uw favo-
riete oefeningmuziek of audioboek luisteren via het
geluidssysteem van het bedieningspaneel terwijl u
oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 19.
Om meer te weten te komen over het gebruik van
het tiptoetsscherm, zie bladzijde 19. Om het bedie-
ningspaneel in te stellen, zie bladzijde 20.
ETPE15717
PETL15717
19
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stop-
contact (zie bladzijde 17).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het stroomsnoer. Druk
de stroomschakelaar in de
Reset-stand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
displaydemostand, die ontwikkeld is voor gebruik
als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als
de demomodus is aangezet, toont het scherm een
demopresentatie nadat u de stekker in het stopcon-
tact hebt gestoken en de stroomschakelaar in de
resetpositie geplaatst wordt, voordat u de sleutel
insteekt. Om de demo-modus uit te zetten kijkt u bij
stap 7 op bladzijde 27.
Ga vervolgens op de
voetleuningen van
de loopband staan.
Zoek naar de clip die
aan de sleutel vastzit
en schuif de clip aan
de tailleband van
uw kleding. Plaats
de sleutel in het
bedieningspaneel.
Kort daarna zal de
display oplichten. Let op: het kan eventjes duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Zie stap 4
op bladzijde 27 om uit te vinden welke meeteenheid
gekozen is. Om het eenvoudig te houden, verwijzen
alle instructies in dit gedeelte van de handleiding naar
kilometers.
HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-co-
lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zorgt ervoor
dat u bekend raakt met de geavanceerde technologie
van de tablet:
Het bedieningspaneel werkt op dezelfde wijze als
andere tablets. U kunt met uw vinger schuiven of
tikken op het scherm om bepaalde beelden op het
scherm, zoals de displays in een oefening (zie stap
5 op bladzijde 21), te bewegen. U kunt echter niet in-
of uitzoomen door met uw vinger over het scherm te
schuiven.
Het scherm is niet drukgevoelig. U hoeft niet hard op
het scherm drukken.
Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u op
het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsenbord
te gebruiken, drukt u op de toets ?123. Om meer
tekens te zien, drukt u op de Alt-toets. Raak opnieuw
de Alt-toets aan om naar het nummertoetsenbord
terug te gaan. Raak de toets ABC aan om naar het
lettertoetsenbord terug te gaan. Om een teken met
een hoofdletter te gebruiken, raakt u de toets aan
met de pijl omhoog. Om meerdere tekens met een
hoofdletter te gebruiken, raakt u de pijltoets opnieuw
aan. Raak de pijltoets een derde keer aan om naar
het lettertoetsenbord terug te gaan. Om het laatste
teken te wissen, raakt u de toets aan met de pijl
terug en een X.
Gebruik de toetsen op het bedieningspaneel, om te
navigeren op het tablet. Druk dan op de thuis-toets
om terug te keren naar het hoofdmenu. Druk op de
toets instellingen om de hoofdinstellingenmenu te
gaan (zie bladzijde 27). Druk op de terug-toets om
terug te gaan naar het vorige scherm.
Resetten
ETPE15717
PETL15717
Clip
Sleutel
ETPE15717
PETL15717
Terug
Thuis
Instellingen
20
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de loopband
voor de eerste keer gaat gebruiken.
1. Maak verbinding met uw draadloze netwerk.
Let op: Voor toegang tot internet, het downloaden
van iFit-oefeningen en het gebruik van verschil-
lende andere functies van het bedieningspaneel,
dient u te zijn aangesloten op een draadloos
netwerk. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 29, om het bedie-
ningspaneel aan te sluiten op uw draadloze
netwerk.
2. Controleeroprmwareupdates.
Zie eerst stap 1 op bladzijde 27 en stap 2 op blad-
zijde 28 en kies de onderhoudsinstelling. Zie dan
stap 3 op bladzijde 28 en controleer op rmware
updates.
3. Het hellingsysteem kalibreren.
Zie stap 4 op bladzijde 29 en ijk het hellingsysteem
van de loopband.
4. Maak een iFit-account aan.
Raak het wereldbolletje in de hoek linksonder van
het scherm aan en raak de toets iFit aan.
De browser zal de iFit.com homepagina openen.
Volg dan de informatie op de website om u te
registreren voor uw iFit-lidmaatschap. Let op: Zie
bladzijde 26 voor meer informatie over het navige-
ren in de browser.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met trainen
kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg
over de verschillende oefeningen en andere functies
die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 20. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 22. Voor gebruik van een
oefening met ingesteld doel, zie bladzijde 23. Voor
gebruik van een hartslagoefening, zie bladzijde 24.
Voor gebruik van een iFit-oefening, zie bladzijde 25.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie blad-
zijde 26. Voor gebruik van de internetbrowser, zie
bladzijde 26. Voor gebruik van de instellingen van
het apparaat, zie bladzijde 27. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus, zie bladzijde 28. Voor gebruik
van de draadloze netwerkmodus, zie bladzijde 29.
Voor gebruik van de tablethouder, zie bladzijde 30.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone trainingsschoenen wanneer
u de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk bij de eerste keer
dat u de loopband gebruikt, de uitlijning van de
band en leg, indien nodig, de band in het midden
(zie bladzijde 34).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19. Let op: Het kan eventjes duren voordat het
bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Raak de thuis-toets aan in de linker
benedenhoek van het scherm (niet afgebeeld) om
te allen tijde naar het hoofdmenu terug te gaan.
3. Start de band en stel de snelheid bij.
Om de loop-
band te
starten, drukt
u op de toets
Start op het
scherm of op
de toets Start
op het bedie-
ningspaneel. U
kunt ook drukken op de toets Manual (handmatig)
op het bedieningspaneel en vervolgens lichtjes
drukken op de toets Resume (hervatten) op het
scherm. De loopband zal met een snelheid van
2 km/u beginnen te draaien. U kunt tijdens het
oefenen de snelheid van de band naar wens veran-
deren door op de toenametoets of afnametoets
Speed (snelheid) te drukken. Steeds als u een van
de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met
0,1 km/u veranderen; indien u de toets ingedrukt
houdt, verandert de snelheidsinstelling steeds
sneller.
21
Indien u drukt op een van de genummerde snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
Druk op de toets Start om de band opnieuw te
starten.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toenametoets en de afnametoets Incline
(helling), of een van de genummerde hellingtoet-
sen. Elke keer als u op een van de toetsen drukt
zal de helling geleidelijk veranderen tot het de
geselecteerde hellinginstelling bereikt.
Let op: De eerste keer dat u de helling aanpast,
moet u eerst het hellingsysteem ijken (zie stap 4 op
bladzijde 29).
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Het bedie-
ningspaneel
biedt ver-
schillende
displayopties.
De gekozen
display instel-
ling zal bepalen
welke infor-
matie weergegeven wordt. Tik op of schuif
eenvoudigweg over het scherm om de gewenste
display instelling te kiezen. U kunt ook aanvullende
informatie bekijken door de rode vakjes op het
scherm aan te raken.
Het scherm kan de volgende oefening-informatie
weergeven als u op de loopband loopt of rent:
De hellingstand van de loopband
De verstreken tijd
De resterende tijd (de handmatige instelling heeft
geen aftelling van de resterende tijd)
Het geschatte aantal calorieën dat u verbrand
heeft
Het geschatte aantal verbrande calorieën per uur
De afstand die u gelopen of gerend heeft
Het aantal verticale meters (VM) dat u heeft
geklommen
De snelheid van de band
Een route van 400 m
Uw tempo
Uw huidige rondenummer
Uw hartslag (zie stap 6)
Indien gewenst kunt ook de
volume bijstellen door op de
volume-toetsen op het bedie-
ningspaneel te drukken.
Om de oefening te pauzeren, drukt u lichtjes op
de menutoetsen of drukt u op de toets Stop op het
bedieningspaneel. Druk lichtjes op de toets Start
of Resume om de oefening te hervatten. Om de
oefeningsessie te stoppen, drukt u op de toets End
Workout (oefening beëindigen).
ETPE15717
PETL15717
22
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Let op: Het bedieningspaneel zal uw hart-
slag niet nauwkeurig aangeven wanneer u de
handgreep-hartslagmonitor gebruikt en tegelij-
kertijd de borstkas-hartslagmonitor draagt. Zie
bladzijde 26 voor meer informatie over de borst-
kas-hartslagmonitor. Let op: Het bedieningspaneel
is compatibel met alle BLUETOOTH
®
Smart
hartslagmonitoren.
Verwijder de
plastic velletjes
van de metalen
contactpun-
ten voordat
u de hand-
greep-hartslag-
monitor gaat
gebruiken.
Zorg er ook
voor dat uw
handen schoon
zijn.
Ga op de voetleuningen staan en houd de
contactpunten met uw handpalmen ongeveer tien
seconden lang vast om uw hartslag te meten –
beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal worden
weergegeven wanneer uw pols gemeten kan
worden. Houd de contactpunten ongeveer 15
seconden lang vast voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschil-
lende snelheidsinstellingen.
Druk herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen
of om de ventilator uit te
zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuis-toets of de
terug-toets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen-
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
U kunt drukken op de toets Incline (helling), de
toets Speed (snelheid), de toets Interval of de toets
Calorie (calorieën) op het bedieningspaneel, om
een vooraf ingestelde oefening te kiezen. Let op: U
kunt ook op de toets met het hardlopertje drukken
op het scherm om het menu Workouts (oefenin-
gen) te kiezen.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult ver-
branden en een proel van de hellinginstellingen
van de oefening weergeven.
3. Start de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening
starten) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop-
band te bewegen. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in verschillende segmenten
verdeeld. Er is één snelheidsinstelling en één hel-
linginstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Let op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling
kan/kunnen voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Het proel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro-
el te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het
huidige segment van de oefening aangeven. Het
onderste proel geeft de hellinginstelling van het
huidige segment weer. Het bovenste proel geeft
de snelheidsinstelling van het huidige segment
weer.
Contactpunten
ETPE15717
PETL15717
23
Aan het einde van het eerste segment van de oefe-
ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids- en/of hellinginstellingen voor het
volgende segment.
De oefening zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. De loopband zal dan vertra-
gen en stoppen en er zal een oefeningoverzicht op
het scherm verschijnen. Druk op de toets Finish
(beëindigen) om terug te keren naar het hoofd-
scherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken.
U kunt ook uw resultaten of bewaren of publiceren
met een van de opties op het scherm.
Als de snelheid of de hellingsinstelling te hoog of
te laag is tijdens de oefening, kunt u de instelling
handmatig overschrijven via de toetsen Speed of
Incline. U kunt de snelheid handmatig regelen (zie
stap 3 op bladzijde 20) als u op een toets Speed
drukt. U kunt de helling handmatig regelen (zie
stap 4 op bladzijde 21) als u op een toets Incline
drukt. Om terug te keren naar de geprogram-
meerde snelheid en/of helllinginstellingen van
de oefening, raakt u de toets Follow Workout
(oefening volgen) aan.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de terug-
toets of de thuis-toets linksonder in het scherm of
drukt u op de toets Stop op het bedieningspaneel.
Druk om de oefening te hervatten op de toets
Resume (hervatten) of de toets Start op het
bedieningspaneel. Om de oefening te stoppen,
drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening
beëindigen).
Let op: Het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het feite-
lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast, heeft een handmatige wijziging
van de snelheid of de helling van de loopband
tijdens de oefening invloed op het aantal calo-
rieën dat u zult verbranden.
4. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21. Het scherm zal ook een
proel van de snelheids- en hellinginstelling van de
oefening weergeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 20.
3. Selecteer een oefening met ingesteld doel.
Voor het selecteren van een oefening met ingesteld
doel, drukt u lichtjes op de toets Set A Goal (doel
instellen) op het scherm.
Druk lichtjes
op de toetsen
Time (tijd),
Distance
(afstand),
Calories
(calorieën) of
Pace (snelheid)
om een tijd,
afstand, calorieën of snelheidsdoel te selecteren.
Druk vervolgens lichtjes op de toenametoets en de
afnametoets op het scherm om een tijd, afstand,
calorieën of snelheidsdoel in te stellen en om een
snelheid en helling voor de oefening in te stellen.
Het scherm zal de duur en de afstand van de oefe-
ning en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden aangeven.
24
4. Start de oefening.
Raak de toets Start aan om de oefening te starten.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
De oefening zal op dezelfde wijze als de handma-
tige instelling werken (zie bladzijde 20).
De oefening duurt zolang tot u uw ingestelde doel
bereikt. De loopband zal dan vertragen en stoppen
en er zal een oefeningoverzicht op het scherm
verschijnen. Druk op de toets Finish (beëindigen)
om terug te keren naar het hoofdscherm als u het
oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw
resultaten of bewaren of publiceren met een van de
opties op het scherm.
Let op: Het na te streven calorieën doel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN HARTSLAGOEFENING GEBRUIKEN
Hartslagoefeningen werken op een automatisch
gecontroleerde snelheid en helling van de loopband
om uw hartslag in de buurt van het doelniveau te
houden terwijl u traint. Let op: U dient een borstkas-
hartslagmonitor te dragen om het hartslagprogramma
te kunnen gebruiken.
1. Plaats de meegeleverde borstkas-
hartslagmonitor.
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over de
borstkas-hartslagmonitor.
2. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19.
3. Selecteer een hartslagoefening.
Voor het selecteren van een hartslagoefening,
drukt u op de toets Pulse (hartslag) op het
bedieningspaneel.
Druk vervolgens op het tabblad Performance
(prestatie) of Endurance (uithoudingsniveau) op het
scherm.
4. Voer uw maximale hartslag in.
Druk op de toenametoets en afnametoets om uw
maximale hartslag in te vullen. U kunt de maximale
snelheid en duur van de oefening ook aanpas-
sen. Let op: Voor het bepalen van uw maximale
hartslag, dient u uw arts of een door de arts aanbe-
volen bron te raadplegen.
5. Start de oefening.
Druk op de toets Start op het scherm om de oefe-
ning te laten beginnen. Kort nadat u op de toets
heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen.
Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
25
6. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Let op: U heeft toegang nodig tot een draadloos
netwerk (zie HOE DE DRAADLOZE NETWERK
INSTELLING TE GEBRUIKEN op bladzijde 29) om
een iFit-oefening te gebruiken. Een iFit-account is ook
vereist.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 20.
3. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de toets
Login (inloggen) aan om op uw iFit-account in te
loggen. Het scherm zal u naar uw iFit.com gebrui-
kersnaam en wachtwoord vragen. Vul ze in en druk
opnieuw op de toets Submit (versturen). Raak de
toets Cancel (annuleren) aan om het inlogscherm
te verlaten.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het down-
loaden van een
iFit-oefening
in uw schema,
drukt u lichtjes
op de toets
Map (kaart),
Train, Video of
Lose Weight
(afvallen) om de volgende oefening van dat type in
uw schema te downloaden. Let op: U heeft moge-
lijk toegang tot demo-oefeningen via deze opties,
zelfs als u niet inlogt op een iFit-account.
Druk op de toets Compete (competitie) om aan een
race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Druk op de toets Track (volgen) om uw oefenin-
gengeschiedenis te zien. Raak de toets Set A Goal
(doel instellen) aan (zie bladzijde 23) om een oefe-
ning met ingesteld doel te kiezen.
Om van gebruiker te wisselen binnen het account,
drukt u op de gebruiker-toets in de rechter onder-
hoek van het scherm.
U moet enkele oefeningen aan uw lijst op iFit.com
toevoegen voordat sommige oefeningen gedown-
load kunnen worden.
Zie iFit.com voor meer informatie over de
iFit-oefeningen.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont het
scherm de naam, duur en afstand van de oefening.
Het scherm geeft bij benadering ook het aantal
calorieën dat u zult verbranden tijdens de oefening.
Als u een competitie-oefening kiest, zal de display
aftellen totdat de race begint.
5. Start de oefening.
Zie stap 3 op bladzijde 22.
Tijdens sommige oefeningen kan een audio coach
u door uw oefening leiden.
6. Controleer uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 21. Het scherm kan ook een
kaart van het pad waarop u loopt of rent aangeven.
Tijdens een competitie-oefening, toont het scherm
de snelheid van de hardlopers en de afstanden
die ze hebben afgelegd. Het scherm toont ook het
aantal seconden dat u voor of achter loopt op de
andere iFit-gebruikers.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
26
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 22.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 22.
Ga naar iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen. Zie de
kaft van deze handleiding om een optionele borst-
kas-hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het
volume aan met de volume-toe-
nametoets en -afnametoets op
het bedieningspaneel of met de
volumeregelknop op uw eigen
audiospeler.
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de browser te kunnen gebruiken heeft u
toegang nodig tot een draadloos netwerk inclusief een
802.11b/g/n router met geactiveerde SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Om de browser te openen, drukt u op het wereldbolle-
tje naast de linkeronderhoek van het scherm. Kies dan
de gewenste website.
Druk op de toetsen Back (terug), Refresh (vernieuwen)
en Forward (vooruit) op het scherm om te navigeren in
de internetbrowser. Druk op de toets Return (terugke-
ren) op het scherm om de internetbrowser te verlaten.
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op blad-
zijde 19 om het toetsenbord te gebruiken.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URL-balk, schuif eerst uw vinger naar beneden over
het scherm om, indien nodig, de URL-balk te bekijken.
Raak dan de URL-balk aan, gebruik het toetsenbord
voor het invoeren van het adres en raak de toets Go
(ga) aan.
Let op: Tijdens het gebruik van de browser, werken de
toetsen voor snelheid, helling, ventilator en volume nog
steeds, maar werken de oefening-toetsen niet.
Let op: Ga naar support.iFit.com voor hulp als na
het volgen van deze instructies vragen heeft.
ETPE15717
PETL15717
27
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Plaats de sleutel in het
bedieningspaneel (zie HET
APPARAAT INSCHAKELEN
op bladzijde 19). Kies vervol-
gens het hoofdmenu (zie stap
2 bladzijde 20). Druk dan op de
toestel-toets in de rechteronder-
hoek van het scherm om het hoofdmenu van de
instellingen te selecteren.
2. Kies de instellingen van het apparaat.
Raak in het hoofdmenu van de instellingen, lichtjes
de toets Equipment Settings (apparatuurinstellin-
gen) aan. Let op: Schuif of tik op het scherm om
omhoog of omlaag door de opties te scrollen.
3. Kies een taal.
Druk op de toets Language (taal) voor het selec-
teren van een taal en selecteer de gewenste taal.
Druk vervolgens op de terug-toets op het scherm
om terug te keren naar de instellingenmodus van
de apparatuur. Let op: Deze mogelijkheid is niet
ingeschakeld.
4. Kies de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Wijzig desgewenst de meeteenheid. Druk daarna
lichtjes op de terug-toets op het scherm.
5. Selecteer een tijdzone.
Druk lichtjes op de toets Timezone (tijdszone). Kies
uw lokale tijdszone zodat het bedieningspaneel
uw lokale tijd aangeeft. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
6. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en
selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de
automatische update van het bedieningspaneel te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
BELANGRIJK: U dient nog steeds het
stroomsnoer uit het stopcontact te halen na
gebruik van de loopband. Stel de bijgewerkte
tijd in voor een tijd wanneer u normaal gespro-
ken de loopband gebruikt en in staat bent om
het stroomsnoer uit het stopcontact te halen na
een update.
7. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel toont een displaydemostand,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demo
instelling aan gaat, zal het bedieningspaneel nor-
maal werken als de stroomkabel ingestoken is, de
stroomschakelaar in de reset-stand gedrukt is, en
de sleutel in het bedieningspaneel gestoken is. Als
u echter de sleutel verwijdert, toont het scherm een
demopresentatie.
Raak eerst de toets Demo Mode (demo-instelling)
aan om de display demo-instelling aan of uit te zet-
ten. Raak vervolgens het keuzevakje On (aan) of
Off (uit) aan. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
8. Schakel de internetbrowser in of uit.
Voor het in- of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens
op het keuzevakje Enable (inschakelen) of Disable
(uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
9. Schakel straatzicht in- of uit.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in- of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable of Disable. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
10. Schakel de sleutel in of uit.
Let op: Deze functie kan mogelijk niet zijn inge-
schakeld op uw loopband.
U kunt desgewenst de sleutel uitschakelen zodat
de loopband het gebruik van de sleutel niet nodig
heeft. Druk lichtjes op de toets Safety Key (veilig-
heidssleutel). Raak het keuzevakje Disable aan
om de sleutel uit te schakelen. OPGELET: Lees
de veiligheidswaarschuwing op het scherm
door voordat u de sleutel uitschakelt. Druk op
het keuzevakje Enable om de sleutel weer in te
schakelen.
28
11. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids-
inlogcode, ontworpen om onbevoegd gebruik van
de loopband te voorkomen.
Druk lichtjes op de toets Passcode (inlogcode).
Druk lichtjes op het keuzevakje Enable om een
inlogcode in te schakelen. Voer dan een 4-cijferige
inlogcode in naar keuze. Druk lichtjes op Save
(opslaan) om deze inlogcode op te slaan. Druk
op Cancel (annuleren) om terug te keren naar de
instellingsmodus van de apparatuur zonder een
inlogcode te gebruiken. Druk op het keuzevakje
Disable om de inlogcode uit te schakelen.
Let op: Indien een inlogcode is uitgeschakeld,
zal het bedieningspaneel regelmatig om een
inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver-
grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet,
dient u de volgende master inlogcode in te vul-
len om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
12. Stel een timeout-tijd in voor het
veiligheidsscherm.
Het bedieningspaneel heeft een automatische
resetfunctie; als er geen toetsen worden aange-
raakt of ingedrukt en de loopband niet beweegt
voor een bepaalde ingestelde tijd, zal het bedie-
ningspaneel automatisch resetten.
Om de hoeveelheid tijd in te stellen die het bedie-
ningspaneel wacht voordat het automatisch wordt
gereset, drukt u op de toets Safety Screen Timeout
(timeout veiligheidsscherm) om een lijst met tijden
te zien. Selecteer dan de gewenste hoeveelheid
tijd. Raak de terug-toets op het scherm aan.
13. Verlaat de instellingen van het apparaat.
Druk op de terug-toets op het scherm om de stand
apparatuurinstellingen te verlaten.
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 27.
2. Kies de onderhoudsinstelling.
Raak in het
hoofdmenu
van de instel-
lingen, de toets
Maintenance
(onderhoud)
aan om naar de
onderhoudsin-
stelling te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont
informatie over het model en de versie van de
loopband.
3. Werkdermwarevanhetbedieningspaneelbij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
oprmwareupdates.
Raak de toets Firmware Update (rmware bij-
werken) aan om met gebruik van uw draadloze
netwerk op rmware updates te controleren. De
update zal automatisch beginnen.
Zet het apparaat niet uit of verwijder de sleutel
niettotdatdermwareisbijgewerktomtevoor-
komen dat de loopband beschadigd raakt.
Het scherm zal de voortgang van de update weer-
geven. Als de update voltooid is, zal de loopband
uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt,
drukt u de stroomschakelaar in de stand Off (uit).
Wacht enkele seconden en zet de stroomschake-
laar in de Reset-stand. Let op: het kan een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar
is voor gebruik.
Let op: Soms kan een rmware update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders gaat functio-
neren. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw oefenervaring te verbeteren.
29
4. Ijk het hellingsysteem van de loopband.
Raak de toets Calibrate Incline (helling ijken)
aan. Raak de toets Begin (beginnen) aan om het
hellingsysteem te ijken. De loopband zal auto-
matisch naar het maximale hellingniveau stijgen,
naar het minimale hellingniveau dalen en dan naar
de beginstand teruggaan. Hierdoor zal het hel-
lingsysteem geijkt worden. Druk op de toets Cancel
(annuleren) om terug te gaan naar de onderhoud-
smodus. Als het hellingsysteem is gekalibreerd
drukt u lichtjes op de toets Finish (beëindigen).
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loop-
band als u het hellingsysteem kalibreert. Trek
de sleutel uit het bedieningspaneel om de
kalibratie van de helling te stoppen in een
noodgeval.
5. Bekijk de informatie van het apparaat.
Druk lichtjes op de toets Machine Info (informatie
van het apparaat) om informatie te zien over de
loopband. Raak, na het bekijken van de informatie,
de terug-toets op het scherm aan.
6. Vind sleutelcodes.
De toets Keycodes (sleutelcodes) is bedoeld om
door onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om
te bepalen of een bepaalde toets juist werkt.
7. Zet het bedieningspaneel terug naar de
fabrieksinstellingen.
Om het bedieningspaneel terug te zetten naar
de fabrieksinstellingen drukt op op het scherm
op de toets Factory Reset (terugzetten naar
fabrieksinstellingen).
8. Verlaat de onderhoudsinstelling.
Druk op de terug-toets op het scherm om de
onderhoudsmodus te verlaten.
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel kent een draadloze netwerkin-
stelling waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 27.
2. Kies de draadloze netwerkinstelling.
Raak, in het hoofdmenu van de instellingen, de
toets Wireless Network (draadloos netwerk) aan
om naar de draadloze netwerkinstelling te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Druk lichtjes één keer op de Wi-Fi
menuoptie als dat niet het geval is, en wacht een
paar seconden. Het bedieningspaneel zal naar
beschikbare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg ervoor dat het keuzevakje op de
Netwerknoticatie-menuoptie een groen vinkje
heeft om het bedieningspaneel te melden als een
draadloos netwerk binnen bereik is en beschikbaar
is.
Let op: U heeft ook uw eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
30
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U zult
uw netwerknaam moeten weten (SSID). Als uw
netwerk een wachtwoord heeft, zult u ook het
wachtwoord moeten weten.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Raak de toets
Connect (verbinden) aan om verbinding met het
netwerk te maken of raak de toets Cancel (annu-
leren) aan om naar de lijst met netwerken terug
te gaan. Raak het vakje voor het wachtwoord aan
als het netwerk een wachtwoord heeft. Een toet-
senbord zal op het scherm verschijnen. Raak het
keuzevakje Show Password (wachtwoord aange-
ven) aan om tijdens het typen het wachtwoord te
bekijken.
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op
bladzijde 19 om het toetsenbord te gebruiken.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi-menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden). Druk vervolgens op de
terug-toets op het scherm om terug te keren naar
de draadloze netwerk modus.
Om het contact met een draadloos netwerk te ver-
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit instelling ondersteunt onbeveiligde
en beveiligde (WEP, WPA en WPA2) codering.
Een breedband verbinding wordt aangeraden, de
werking hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Ga naar support.iFit.com voor hulp als
na het volgen van deze instructies vragen heeft.
5. Verlaat de draadloze netwerkinstelling.
Druk op de terug-toets op het scherm om de
draadloos netwerkmodus te verlaten.
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om
te gebruiken met de meest gebruikte formaten
tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of
object in de tablethouder.
Plaats de onderste rand van de tablet in de houder om
een tablet in de tablethouder te steken. Trek vervol-
gens het lipje over de bovenrand van de tablet. Zorg
ervoor dat de tablet stevig vastzit in de tablethou-
der. Doe deze handelingen in omgekeerde volgorde
om de tablet uit de tablethouder te halen.
Tablethouder
31
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling in op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en haal de
stekker van het stroomsnoer uit het stopcontact.
OPGELET: U moet in staat zijn om 20 kg veilig op
te kunnen tillen om de loopband in te klappen, te
laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de opbergvergrendeling vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan
30°C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling in de
opbergstand is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
Houd de handleuningen vast met beide handen en duw
voorzichtig tegen de loopband tot de gewenste locatie.
OPGELET: Trek niet aan het onderstel, en verplaats
de loopband niet op een oneffen ondergrond.
HOE DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk tege-
lijkertijd voorzichtig het
bovenste gedeelte van
de opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste
uiteinde van het onder-
stel naar u toe terwijl u
met uw voet drukt op de
opbergvergrendeling.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
Onderstel
1
Vergrendeling
2
Onderstel
Handleuning
Wiel
Wiel
1
2
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
32
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de band
schoon en droog. Druk eerst de stroomschakelaar in
de stand Off (uit) en trek de stroomkabel uit. Veeg
de buitenkant van de loopband met een vochtige doek
en een klein beetje zachte zeep af. BELANGRIJK:
Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op de
loopband. Houd vloeistoffen weg van het bedie-
ningspaneel om schade aan het bedieningspaneel
te voorkomen. Maak de loopband vervolgens met een
zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 17). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen
een 3-dradige geleider: snoer maat 14 (1 mm
2
) van
1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomkabel
op het onderstel van de loopband. De schakelaar
is doorgeslagen wanneer de schakelaar uitsteekt
zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te
resetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar doorgeslagen is,
wacht dan vijf minuten en druk de schakelaar weer
in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
blijven verlicht wanneer u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo
instelling voor de display die ontwikkeld is voor als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als
het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert,
is de demostand ingeschakeld. Om de demo-mo-
dus uit te zetten kijkt u bij stap 7 op bladzijde 27.
Resetten
Doorgeslagen
c
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
33
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en HAALT
U DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de zeven #8 x 3/4" Schroeven
(2) (er zijn mogelijk maar vijf Schroeven). Draai
voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
Zoek de Snelheidssensor (130) en de Magneet
(129) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Draai indien nodig de #8 x 3/4" Trusskopschroef
(102), beweeg de Snelheidssensor iets, en draai
de Trusskopschroef weer vast. Maak de Motorkap
(niet afgebeeld) weer vast met de #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol met de inbussleutel een
kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
65
2
2
a
2
2
129
102
130
3 mm
49
Bovenaan-
zicht
b
Schroeven van de Spanrol
5–7 cm
34
SYMPTOOM: De band ligt niet in het midden van de
voetleuningen
a. BELANGRIJK: Als de loopband tegen de voet-
leuningen wrijft, kan de loopband beschadigd
raken. Haal eerst de sleutel eruit en HAALT U
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linkerschroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet
te strak draait. Steek dan de stekker in het stop-
contact, plaats de sleutel en loop een paar minuten
op de loopband. Herhaal deze procedure tot de
band goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u erop loopt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide schroeven van de spanrol
een kwartslag met de klok mee. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM:Detablethouderblijftnietopz’n
plaats
a. Draai de tablethouder naar achteren. Draai ver-
volgens de aangegeven schroef lichtjes aan tot
de tablethouder op zijn plaats blijft als deze wordt
gedraaid naar de gewenste positie.
SYMPTOOM: De iFit instelling werkt niet naar
behoren
a. Als de iFit-modus niet naar behoren werkt, dient
u erop te letten dat de loopband de allernieuwste
rmware heeft (zie stap 3 op bladzijde 28).
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Kalibreer het hellingsysteem (zie stap 4 op blad-
zijde 29).
SYMPTOOM: De loopband maakt geen verbinding
met het draadloze netwerk
a. Zorg dat de draadloze instellingen op het bedie-
ningspaneel juist zijn (zie bladzijde 29).
b. Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk
juist zijn.
c. Als u aanvullende vragen heeft, raadpleegt u het
voorblad van deze handleiding.
a
Voetleuningen
a
Tablethouder
Schroef
a
35
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch appa-
raat. Diverse factoren kunnen invloed hebben
op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulp-
middel bij de oefening voor het bepalen van
de hartslag over het algemeen.
36
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
37
OPMERKINGEN
38
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL15717.0 R0317A
1 42 #8 x 1/2" Schroef
2 43 #8 x 3/4" Schroef
3 1 5/16" x 2 1/4" Bout
4 4 5/16" x 1/2" Schroef
5 4 #10 Sterring
6 5 5/16" x 1 3/4" Bout
7 4 3/8" x 2 1/4" Schroef
8 2 5/16" x 1 1/2" Schroef
9 4 #10 x 3/4" Schroef
10 1 #8 x 1/2" Aardingsschroef
11 16 5/16" Sterring
12 6 5/16" Moer
13 8 3/8" Sterring
14 12 #8 x 3/4" Tekschroef
15 3 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/2" Wielbout
18 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 1 Kussen van de Rechterachtervoet
24 8 #8 x 3/4" Pankop-Tekschroef
25 6 5/16" x 3/4" Schroef
26 2 Bovenkant van het Achterste
Kussen
27 1 Rechterhouder
28 4 5/16" x 2 1/2" Schroef
29 1 3/8" x 2" Bout
30 4 5/16" Platte Tussenring
31 1 Grill van de Ventilator
32 2 Tussenstuk van de Hellingmotor
33 6 3/8" Klemmoer
34 7 #8 x 1/2" Kopschroef van de
Tussenring
35 4 Onderkant van het Kussen
36 1 Linkerhouder
37 1 Ventilatorkap
38 1 Vergrendelingsdwarsstang
39 4 Kussen
40 2 Kapstang
41 2 Klem van het Bedieningspaneel
42 1 Linkervoetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopvlak
45 1 Loopband
46 2 Riemgeleider
47 1 Rechterachtervoet
48 4 Draadband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 2 9/32" Plastic Bus
51 4 3/8" Plastic Bus
52 2 3/8" Tussenring
53 1 Opbergvergrendeling
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Riem van de Motor
56 1 Onderstel
57 1 Linkerachtervoet
58 2 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechtervoetleuning
61 1 Spanrol
62 2 3/8" x 1 3/4" Schroef
63 2 3/8" x 1 1/4" Schroef
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 1 Versiering van de Kap
67 2 Tussenstuk van het Onderstel van
het Hellingsysteem
68 7 Kapklem
69 1 Hellingmotor
70 1 Onderstel van het Hellingsysteem
71 2 Tussenstuk van het Onderstel
72 1 Controller
73 1 Beugel van de Elektronica
74 1 Linkerbinnenkap van de Basis
75 1 Stroomschakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 2 Doorvoerhuls van de Staander
78 1 Onderpan
79 1 Kap van de Linkerhandleuning
80 1 Bedieningspaneel
81 1 Draad van de Staander
82 1 Linkerbasiskap
83 1 Rechterbasiskap
84 1 Onderste Kap van de
Rechterhandleuning
85 1 Onderste Kap van de
Linkerhandleuning
86 1 Linkerhandleuning
87 1 Rechterhandleuning
88 1 Dwarsstang van de Staander
89 1 Linkerstaander
90 1 Rechterstaander
91 2 Waarschuwingssticker
92 1 Kap van de Rechterhandleuning
93 1 Onderkant van de Sensorstang
94 1 Basis
95 1 Sensorstang
96 4 #4 Ventilatorschroef
97 4 Wiel
98 1 Sleutel/Klem
99 2 Draadband
100 2 1/4" x 1 1/2" Schroef
39
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 1 Ventilator
102 8 #8 x 3/4" Trusskopschroef
103 1 Linkerachterkap
104 1 Rechterachterkap
105 1 1/4" Moer
106 1 Klem van het Bedieningspaneel
107 2 #8 x 1 3/4" Schroef
108 8 #8 x 3/4" Kopschroef van de
Tussenring
109 2 Kussen van de Basis
110 1 Tablethouder
111 1 Rechterbinnenkap van de Basis
112 1 Bovenkant van het
Linkervoorkussen
113 1 Bovenkant van het
Rechtervoorkussen
114 4 1/4" x 2 1/4" Schroef
115 4 #8 x 5/8" Machineschroef
116 1 Kussen van de Linkerachtervoet
117 4 #8 Sterring
118 2 #8 x 1/2" Machineschroef
119 2 #8 Moer
120 2 Huls van de Motor
121 2 Motortussenstuk
122 1 Beugel van de Filter
123 1 Filter
124 1 Motorisolator
125 8 Kleine Tussenring
126 1 Aardingsbeugel
127 1 Aansluiting
128 1 Clip van de Snelheidsensor
129 1 Magneet
130 1 Snelheidssensor
* Gebruikershandleiding
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Zie de achter-
kant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet afgebeeld.
40
116
23
25
11
12
3
53
6
12
38
6
49
56
107
107
54
60
47
12
30
59
6
55
46
19
21
45
102
34
34
48
6
15
12
30
59
61
15
30
12
59
6
19
46
43
42
44
21
12
30
59
24
24
57
100
102
102
2
2 2
103
104
2
2
108
114
25
11
108
108
108
35
39
113
35
39
26
2
2
14
14
14
114
100
105
15
2
2
14
14
39
26
35
35
39
112
50
50
122
34
117
123
20
120
119
121
121
120
108
108
125
125
125
125
125
125
124
108
125
130
129
102
128
118
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL15717.0 R0317A
41
68
66
65
102
102
102
68
40
40
2
68
75
34
2
73
72
2
2
2
78
24
24
24
68
68
2
33
29
69
16
71
33
71
32
68
2
106
70
67
33
67
51
51
33
52
52
2
126
2
127
76
117
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL15717.0 R0317A
42
1
11
92
86
11
4
79
87
1
1
1
1
1
1
1
1
4
11
28
11
28
84
85
1
81
17
17
33
77
77
81
33
94
13
22
22
51
51
97
62
62
109
10
63
82
91
97
83
90
89
97
97
91
111
74
13
13
7
13
63
7
13
13
7
13
14
109
14
11
25
88
25
11
25
11
11
25
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL15717.0 R0317A
43
115
110
8
1
2
18
41
41
34
58
1
1
1
2
1
2
1
96
96
5
9
11
1
5
1
1
1
1
1
1
1
64
2
99
1
1
1
1
1
1
1
95
93
9
31
37
98
2
2
101
2
80
36
27
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL15717.0 R0317A
Onderdeelnummer 388645 R0317A Gedrukt in China © 2017 ICON Health & Fitness, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

ProForm PETL15717 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding