Voordat u de wasmachine in gebruik neemt
1.Verpakking verwijderen en
controleren
• Controleer na het uitpakken
of de wasmachine niet
beschadigd is. Gebruik de
wasmachine in geval van
twijfel niet. Neem contact op
met de Klantenservice of uw
plaatselijke leverancier.
• Bewaar het
verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen enz.)
buiten bereik van kinderen;
het kan een bron van gevaar
vormen.
• Als het apparaat voor de
aflevering blootgesteld was
aan lage temperaturen, laat
het apparaat dan enkele uren
bij kamertemperatuur staan
voordat u het in gebruik
neemt.
2.Verwijderen van de
transportbeugels
• De wasmachine is voorzien
van veiligheidsbeugels om te
voorkomen dat de interne
onderdelen van het apparaat
beschadigen tijdens transport.
Voordat u de wasautomaat
in gebruik neemt, dient u
de veiligheidsbeugels te
verwijderen
(zie “De
veiligheidsbeugels
plaatsen/verwijderen”).
3.Installeren van de
wasmachine
• Plaats de wasmachine op een
stabiele en vlakke
ondergrond. In het geval van
een meegevende ondervloer,
moet het apparaat in de hoek
van een kamer geïnstalleerd
worden.
• Stel de voetjes af zodat de
machine stabiel en vlak staat
(zie “Installatie/Afstellen van
de pootjes”).
• Indien de wasautomaat op
een houten vloer of
zogenaamde “drijvende
vloeren” (b.v. bepaalde
parket- en laminaatvloeren)
wordt geplaatst, zet het
apparaat dan op een
hardboard plaat van
60 x 68 cm groot en tenminste
3 cm dik. Bevestig de plaat
met schroeven aan de vloer.
4.Watertoevoer
• Sluit de watertoevoerslang
aan volgens de voorschriften
van het Waterleidingbedrijf
(zie “Installatie/Aansluiten
van de watertoevoerslang” en
de instructies op de zak).
• Water
toevoer: Uitsluitend koud
water
• Kraan: 3/4” schroef
slangaansluiting
• Druk: 100-1000 kPa
(1-10 bar).
• Gebruik alleen nieuwe
slangen om de wasmachine op
de watertoevoer aan te
sluiten. Gebruikte slangen
mogen niet worden gebruikt
en moeten worden
weggegooid.
5.Afvoerslang
• Sluit de afvoerslang aan op de
geventileerde sifon of haak
hem met de “U”-bocht aan de
rand van een wasbak (zie
“Installatie/Aansluiten van de
watertoevoerslang”).
6.Elektrische
aansluitingen
• Elektrische aansluitingen
moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd
technicus en in
overeenstemming met de
instructies van de fabrikant en
de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
• De gegevens met betrekking
tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de
elektrische zekeringen staan
op het voorpaneel achter het
deurframe.
• Het apparaat mag uitsluitend
op het elektriciteitsnet
worden aangesloten door
middel van een stopcontact
dat overeenkomstig de
geldende verordeningen
geaard is. Het is wettelijk
verplicht de apparatuur te
aarden. De fabrikant
aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade
aan voorwerpen of voor letsel
aan personen of dieren
die/dat veroorzaakt is door
het niet in acht nemen van
deze voorschriften.
• Gebruik geen verlengkabels
of meervoudige
stopcontacten.
• Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
• Na de installatie moeten de
stekker of de afkoppeling van
het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd
toegankelijk zijn.
• Gebruik de wasmachine niet
als deze tijdens transport is
beschadigd. Stel in dat geval
de Klantenservice op de
hoogte.
• Het netsnoer mag alleen door
de een medewerker van de
Klantenservice worden
vervangen.
• De wasmachine mag alleen
voor de beschreven
toepassingen in het
huishouden worden gebruikt.