Aeg-Electrolux C3100-5-M Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
C3100-5
Gebruiksaanwijzing Elektrisch
inbouwfornuis
Inhoud2
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 3
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het apparaat 5
Totaalaanzicht 5
Bedieningspaneel 6
Metalen kookraam 6
Glazen kookraam 7
Kookzone brander 7
Uitrusting oven 8
Accessoires oven 8
Voor het in gebruik nemen 9
Dagtijd instellen en wijzigen 9
Reinigen voor het in gebruik nemen 10
Bedienen van de kookzones 10
Kookstand instellen 11
Kookgerei 12
Bedienen van de oven 14
Oven in- en uitschakelen 14
Ovenfuncties 15
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
15
Klokfuncties 16
Toepassingen, tabellen en tips 21
Bakken 21
Braden 26
Vlak-grilleren 28
Ontdooien 28
Drogen met hetelucht 29
Wecken 30
Reiniging en onderhoud 31
Buitenkant apparaat 31
Kookraam 31
Binnenkant oven 31
Accessoires 32
Inschuifroosters 32
Ovenverlichting 33
Bovenwand van de oven 33
Bakovendeur 34
Het glas van deur van de bakoven 36
Wat te doen als … 40
Technische gegevens 41
Typeplaatje 41
Aanwijzingen voor de installatie 43
Afvalverwerking 53
Garantie/Adres service-afdeling 54
Adres service-afdeling 56
Service 58
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van opti-
male en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen
om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij advise-
ren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde
raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorko-
men van schade aan het apparaat.
3 Algemene informatie en tips
2 Milieu-informatie
3Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
Gas- en elektrische veiligheid
Het apparaat mag alleen door een erkende vakman aangesloten worden. Vooraf-
gaand aan de installatie en de ingebruikname moet kennis genomen worden van de
aanwijzingen voor bediening en installatie.
Het apparaat mag alleen volgens de geldende bepalingen worden geïnstalleerd en uit-
sluitend in een goed geventileerde en voldoende
grote ruimte opgesteld worden. Raadpleeg bij twijfel uw installateur.
Bij storingen of beschadiging van het apparaat: de stoppen verwijderen of uitschake-
len en de gastoevoer sluiten.
Bij lange afwezigheid: de centrale gastoevoer sluiten.
Uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan het apparaat met een vaporetta of
een hogedrukreiniger schoon te maken.
Reparaties van het apparaat mogen alleen door erkende vakmensen uitgevoerd
worden. Door ondeskundige reparaties kan een gevaarlijke situatie ontstaan. Wend u
voor reparaties tot onze klantenservice of uw vakhandelaar.
Veiligheid voor kinderen
Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid bij gebruik
Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of
verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in
staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toe-
zicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet zonder toezicht achter.
1 Waarschuwing wanneer men gas ruikt:
Geen elektrische schakelaars omzetten.
Geen lucifers afstrijken of vuur maken, niet roken.
Ramen en deuren openen, flink laten luchten.
De gastoevoer van het apparaat en de centrale gaskraan afsluiten.
De noodgevallen dienst van uw gasleverancier of uw onderhoudsdienst inlichten.
Het apparaat niet manipuleren.
1 Volg de veiligheidsvoorschriften van uw lokale gasleverancier op!
Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor gewone huishoudelijke doeleinden, na-
melijk het koken, braden en bakken van gerechten.
Wees voorzichting bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de
nabijheid van het apparaat. Elektriciteitskabels mogen niet dicht bij hete plekken ko-
men of onder de hete ovendeur vastgeklemd worden.
Veiligheidsvoorschriften4
1 Waarschuwing: Gevaar voor verbranding! Bij gebruik worden de binnenkant van de
oven en de kookzones heet.
Oververhit vet en olie is erg brandbaar. Wanneer u gerechten bereidt in vet of olie (bv.
friet), moet u de bereiding gadeslaan.
3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levens-
middelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid
door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel moge-
lijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzo-
voort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hittecon-
centratie wordt beschadigd.
Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen wor-
den verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden bescha-
digd en kunnen verkleuringen ontstaan.
Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het
glas breken.
Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit
ontbranden.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd
raken.
Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In
de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen te-
recht kan komen.
3 Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet
van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik.
Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
5Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Glazen deur
Bedieningspaneel
Deurgreep
Beschrijving van het apparaat6
Bedieningspaneel
Metalen kookraam
Temperatuurcontrolelampje
Ovenfuncties Temperatuurkeuze
Kookzoneschakelaar
Bedrijfscontrolelampje
Klokfunctietoetsen
Tijdsindicatie
Kookzoneschakelaar
Sterkbrander
Normaalbrander
Sudderbrander
Sterkbrander
7Beschrijving van het apparaat
Glazen kookraam
Kookzone brander
Normaalbrander
Sterkbrander
Sudderbrander
Sterkbrander
Branderdeksel
Kookzone-brander
Branderring
Temperatuursensor
Bougie
Sproeier
Beschrijving van het apparaat8
Uitrusting oven
Binnenkant deur
Aan de binnenkant van de ovendeur is de num-
mering van de inzetniveaus van de oven-
weergegeven.
Accessoires oven
Rooster
Voor servies, bak- en braadvormen, braden en
grillen.
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting
Ventilator
Onderwarmte
Inzetniveaus
Uitneembaar inschuifrooster
9Voor het in gebruik nemen
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden
resp. als opvangbak voor het vet.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3 De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een
stroomstoring knippert het functielampje
Dagtijd automatisch.
1. Om een reeds ingestelde dagtijd te veranderen
drukt u de toets Selectie zo vaak in, tot het
functielampje Dagtijd knippert.
2. Met de toets of de juiste tijd instellen.
Bedienen van de kookzones10
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft
de klok de ingestelde tijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als er
geen automatische functie (Duur of
Einde ) is ingesteld.
Reinigen voor het in gebruik nemen
Oven
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet u hem grondig reinigen.
1 Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De oppervlakte kan be-
schadigd worden.
3 Bij metalen fronten in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen gebruiken.
1. Schakelaar ovenfunctie op ovenverlichting zetten.
2. Alle accessoires en inschuifroosters uit de oven nemen en met een warm sopje schoon-
maken.
3. Oven ook met een warm sopje afnemen en drogen.
4. Front van het apparaat alleen met een vochtige doek afnemen.
Gaskookraam
Het kookraam, het rooster en de branderdeksels eveneens met een warme zeepoplossing
wassen en afdrogen.
Bedienen van de kookzones
Het apparaat is uitgerust met geheel beveiligde branders in de kookzone. Wanneer het
vuur om welke reden dan ook uitgaat, wordt de gastoevoer automatisch afgesloten.
De uitstroomopeningen van het gas in de branders mogen niet verstopt raken met
overgekookte vloeistoffen of schoonmaakmiddelen.
1 Let op: Controleer altijd dat het deksel van de brander recht op de voet van de brander
ligt en er goed in past.
11Bedienen van de kookzones
Kookzoneschakelaar
U kunt de kookstanden instellen op de posities grote vlam / kleine vlam .
Tussenstanden zijn mogelijk.
Kookstand instellen
1. De kookzone schakelaar naar links draaien tot
de stand grote vlam .
2. De kookzoneschakelaar stevig ingedrukt hou-
den totdat het gas ontbrandt. Na ontbranding
de kookzoneschakelaar gedurende ongeveer 6-
10 sekonden ingedrukt houden.
Wanneer de vlam uitgaat, de onstekingsproce-
dure herhalen.
Grote vlam = hoogste stand
Kleine vlam = kleinste stand
Kookzoneschakelaar
links voor links achter rechts achter rechts voor
Bedienen van de kookzones12
3. De gewenste kookstand instellen.
4. Om de kookprocedure af te sluiten in de UIT
stand terugdraaien.
3 Wanneer de stroom uitvalt of wanneer de onsteking vochtig is (als gevolg van overko-
ken of schoonmaken), kunnen de branders ook met een gasaansteker of een lucifer aan-
gestoken worden.
Kookgerei
Gebruik uitsluitend potten en pannen met een vlakke bodem. Het kookgerei moet ste-
vig op de pannenhouder staan.
Gebruik altijd passende deksels en houd deze gesloten, tenzij de toepassing het tegen-
deel verlangt. Zo spaart u energie en worden de gerechten sneller gaar.
De vlammen mogen niet boven de bodem van het kookgerei uitkomen. Let er altijd op
dat de grootte van het vuur geschikt is voor de doorsnede van het kookgerei.
Wij bevelen aan dat u de volgende groottes gebruikt:
1 Let op: Grote pannen mogen geen planken, wanden of wandlijsten die uit kunststof zijn
gemaakt aanraken.
Kookzone
Kleinste
doorsnede
gaarkoker 120 mm Ø
gewone brander 140 mm Ø
grote brander 160 mm Ø
13Bedienen van de kookzones
Bedienen van de oven14
Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de
oven beide in de Uit stand zetten.
3 Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
Temperatuurcontrolelampje
Ovenfuncties Temperatuurkeuze
Bedrijfscontrolelampje
Klokfunctietoetsen
15Bedienen van de oven
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen
3 Uittrek- en kantelbeveiliging
Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een
kleine bolling naar onderen.
Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt.
Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen.
Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen:
Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tus-
sen de geleidestangen van het gekozen niveau.
Ovenfunctie Toepassing
Ovenverlichting Met deze functie kunt u de binnenzijde van de oven verlichten,
bijvoorbeeld om deze schoon te maken.
Lucht circulatie Voor het bakken op maximaal twee niveaus.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Bedienen van de oven16
Rooster plaatsen:
Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes
naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen
van het gekozen niveau.
3 Door de verhoogde lijst die om het rooster
loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd te-
gen afglijden.
Rooster en vetopvangbak plaatsen:
Plaats het rooster op de vetopvangbak.
Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestan-
gen van het gekozen niveau.
Klokfuncties
Toets Selectie
Toets
Toets
Tijdsindicatie FunctielampjesFunctielampjes
17Bedienen van de oven
Kookwekker
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
Einde
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
Dagtijd
Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen
(zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“).
3 Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties
Na het selecteren van een functie knippert het bijbehorende functielampje
ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kunnen met de toetsen of de gewenste tij-
den worden ingesteld.
Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw
ca. 5 seconden. Daarna blijft het functielampje branden. De ingestelde tijd begint te
lopen.
De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige toets te drukken.
De gewenste ovenfunctie en oventemperatuur kunnen voor of na het instellen van de
klokfuncties Duur en Einde worden gekozen.
Na afloop van het bereidingsproces draait u de schakelaars voor de ovenfunctie en de
temperatuurkeuze weer op de positie UIT.
Kookwekker
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Kookwekker knippert.
2. Met de toets of de gewenste Kookwekker
instellen (max. 2 uur 30 minuten).
Bedienen van de oven18
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie de reste-
rende tijd aan.
Het functielampje Kookwekker brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het
functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten
een signaal.
De signaaltoon kan worden uitgeschakeld door
op een willekeurige toets te drukken.
19Bedienen van de oven
Duur
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Duur knippert.
2. Met de toets of de gewenste bereidings-
tijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug
naar de dagtijd. Het functielampje Duur
brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het
functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten
een signaal en wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma kunnen wor-
den uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
Bedienen van de oven20
Einde
1. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het
functielampje Einde knippert.
2. Met de toets of de gewenste uitschakel-
tijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie terug
naar de dagtijd.
Het functielampje Einde brandt.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het
functielampje, klinkt er gedurende 2 minuten
een signaal en wordt de oven uitgeschakeld.
3. De signaaltoon en het programma kunnen wor-
den uitgeschakeld door op een willekeurige
toets te drukken.
21Toepassingen, tabellen en tips
Duur en Einde gecombineerd
3 Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt wanneer de oven op een later
tijdstip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Met de functie Duur de tijd instellen, die het
gerecht nodig heeft.
In dit geval 1 uur.
2. Met de functie Einde het tijdstip instellen,
waarop het gerecht klaar moet zijn.
In dit geval 14:05.
De functielampjes Duur en Einde branden
en in het display wordt de tijd aangegeven.
In dit geval 12:05.
De oven wordt op het berekende tijdstip auto-
matisch ingeschakeld.
In dit geval 13:05.
En na afloop van de ingevoerde duur wordt de
oven weer uitgeschakeld.
In dit geval 14:05.
Toepassingen, tabellen en tips
Bakken
Ovenfunctie: Lucht circulatie of Conventioneel
Bakvormen
Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en vormen met een speciale
laag geschikt.
Toepassingen, tabellen en tips22
Voor Lucht circulatie zijn ook vormen van licht metaal geschikt.
Inzetniveaus
Bakken met Conventioneel is altijd slechts op één niveau mogelijk.
Met Lucht circulatie kunt u droog gebak en koekjes op 2 bakplaten tegelijk bakken.
1 bakplaat:
bijvoorbeeld inzetniveau 3
1 bakvorm:
bijvoorbeeld inzetniveau 1
2 bakplaten:
bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3
Algemene aanwijzingen
Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen!
U kunt met Conventioneel of Lucht circulatie ook twee vormen tegelijk naast el-
kaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt nauwelijks langer.
3 Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kr-
omtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diep-
gevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze
weer recht.
Aanwijzigen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoor-
schriften, baktijden en inzetniveaus.
De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk
van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm.
Als u voor de eerste keer gaat bakken, raden wij aan de laagste temperatuurwaarde in
te stellen en pas als het nodig is een hogere temperatuur te kiezen (bijvoorbeeld wan-
neer het gebak niet bruin genoeg is of wanneer de baktijd te lang is).
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij
een soortgelijk gebak.
23Toepassingen, tabellen en tips
Bij het bakken van gebak op bakplaten of in vormen op meerdere niveaus kan de bak-
tijd zo’n 10-15 minuten langer zijn.
Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het in het begin van het bakproces niet
overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de loop
van het bakproces wordt het gebak overal even bruin.
Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag vertonen als uw oude apparaat. Pas
daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en inzetniveaus zoals u die gewend
bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabel aan.
2 Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een
gerecht in de koude oven.
Baktabel
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
Tijd
uur: min.
Gebak in vormen
Tulband Lucht circulatie 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/driekoningenkoek Lucht circulatie 1 140-160 1:10-1:30
Biscuittaart Lucht circulatie 1 140 0:25-0:40
Biscuittaart Conventioneel 1 160 0:25-0:40
Taartbodem van zandtaartdeeg Conventioneel 3 180-200 0:10-0:25
Taartbodem van roerdeeg Lucht circulatie 3 150-170 0:20-0:25
Dichte appeltaart Conventioneel 1 170-190 0:50-1:00
Appeltaart (2vormen Ø20cm,
diagonaal geplaatst)
Lucht circulatie 1 160 1:10-1:30
Appeltaart (2vormen Ø20cm,
diagonaal geplaatst)
Conventioneel 1 180 1:10-1:30
Hartige taart (bijv. quiche lorrai-
ne)
Conventioneel 1 180-200 0:30-1:10
Kwarktaart Conventioneel 1 170-190 1:00-1:30
Gebak op de bakplaat
Gistbroodje/-krans Conventioneel 3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Conventioneel 3 160-180
1)
0:40-1:00
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Conventioneel 1
250
1)
160-180
0:20
0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Lucht circulatie 3 160-170
1)
0:15-0:30
Biscuitrol Conventioneel 3 180-200
1)
0:10-0:20
Toepassingen, tabellen en tips24
Kruimelgebak droog Lucht circulatie 3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Conventioneel 3 190-210
1)
0:15-0:30
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Lucht circulatie 3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Conventioneel 3 170 0:35-0:50
Vruchtentaart op zandtaartdeeg Conventioneel 3 170-190 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbare garne-
ring (bijv. kwark, room,
puddingvulling)
Conventioneel 3 160-180 0:40-1:20
Pizza (met veel beleg)
2
Conventioneel 1 190-210
1)
0:30-1:00
Pizza (dun) Conventioneel 1 230-250
1)
0:10-0:25
Turks brood Conventioneel 1 250-270 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Conventioneel 1 200-220 0:35-0:50
Koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg Lucht circulatie 3 150-160 0:06-0:20
Koekjes van zandtaartdeeg Lucht circulatie 1 / 3 150-160 0:06-0:20
Sprits Lucht circulatie 3 140 0:20-0:30
Sprits Lucht circulatie 1 / 3 140 0:25-0:40
Sprits Conventioneel 3 160
1)
0:20-0:30
Koekjes van roerdeeg Lucht circulatie 3 150-160 0:15-0:20
Koekjes van roerdeeg Lucht circulatie 1 / 3 150-160 0:15-0:20
Schuimgebak, baiser Lucht circulatie 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Lucht circulatie 3 100-120 0:30-0:60
Met gist gebakken koekjes Lucht circulatie 3 150-160 0:20-0:40
Koekjes van bladerdeeg Lucht circulatie 3 170-180
1)
0:20-0:30
Broodjes Lucht circulatie 3 160
1)
0:20-0:35
Broodjes Conventioneel 3 180
1)
0:20-0:35
Kleine cakejes (20stuks/blik) Lucht circulatie 3 140
1)
0:20-0:30
Kleine cakejes (20stuks/blik) Lucht circulatie 1 / 4 140
1)
0:25-0:40
Kleine cakejes (20stuks/blik) Conventioneel 3 170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
2) Opvangplaat of braadslede gebruiken
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
Tijd
uur: min.
25Toepassingen, tabellen en tips
Baktips
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van het
gebak is te licht van
kleur
Verkeerde inschuifhoogte Gebak lager inschuiven
Het gebak zakt in (wordt
klef, papperig, vochtig)
Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager instel-
len
Te korte baktijd Baktijd verlengen
Baktijden kunnen niet worden
verkort door een hogere bak-
temperatuur
Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof
Let op de kneedtijden, in het bij-
zonder bij het gebruik van keu-
kenmachines
Gebak is te droog Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen
Te lange baktijd Baktijd verkorten
Gebak wordt ongelijk-
matig bruin
Te hoge baktemperatuur en te kor-
te baktijd
Baktemperatuur lager instellen
en baktijd verlengen
Het deeg is ongelijkmatig verdeeld Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen
Gebak wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd
Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger in-
stellen
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
uur: min.
Pastaschotel Conventioneel 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne Conventioneel 1 180-200 0:25-0:40
Gegratineerde groente
1)
1) Oven voorverwarmen
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Gegratineerd stokbrood
1)
Infratherm 1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels Conventioneel 1 180-200 0:40-0:60
Visschotels Conventioneel 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente Infratherm 1 160-170 0:30-1:00
Toepassingen, tabellen en tips26
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
Braden
Ovenfunctie: Conventioneel of Infratherm
Braadservies
Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!).
Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met
hieronder de braadslede.
Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op
deze manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder
deksel braden.
3 Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij
een beetje vloeistof in het braadservies te doen.
Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren.
Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braad-
vocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren
van de restwarmte.
Gerecht Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Temperatuur
°C
Tijd
Diepvriespizza Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Patates frites
1)
(300-600 g)
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Infratherm 3 200-220
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Stokbrood Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Vruchtentaart Conventioneel 3
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
27Toepassingen, tabellen en tips
Braadtabel
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
Rundvlees
Stoofvlees 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 200-250 2:00-2:30
Rosbief of ossenhaas per cm dikte
- Van binnen rood (ra-
re)
per cm
dikte
Infratherm 1 190-200
1)
0:05-0:06
- van binnen roze
(medium)
per cm
dikte
Infratherm 1 180-190 0:06-0:08
- doorbakken (well
done)
per cm
dikte
Infratherm 1 170-180 0:08-0:10
Varkensvlees
Schouderstuk, nek-
stuk, ham
1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30
Gehakt 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00
Kalfsvlees
Kalfsbraadstuk 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00
Kalfsbout 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30
Lamsvlees
Lamsbout,
lamsgebraad
1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00
Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30
Wild
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
Conventio-
neel
3 220-250
1)
0:25-0:40
Ree-/hertenrug 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 210-220 1:15-1:45
Ree-/hertenbout 1,5-2 kg
Conventio-
neel
1 200-210 1:30-2:15
Gevogelte
Stukken gevogelte
per 200-
250g
Infratherm 1 200-220 0:35-0:50
Halve kip
per 400-
500g
Infratherm 1 190-210 0:35-0:50
Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15
Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45
Toepassingen, tabellen en tips28
Vlak-grilleren
Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling
1 Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn.
3 De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen!
Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen.
De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen.
De grilltijden zijn richtwaarden.
Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
Grilltabel
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling)
Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen.
Gans 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30
Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30
Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00
Vis (stoven)
Hele vissen 1-1,5 kg
Conventio-
neel
1 210-220 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen
Gerecht Inzetniveau
Tijd
1e zijde 2e zijde
Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min.
Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min.
Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min.
Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min.
Geroosterd brood
1)
1) Niet voorverwarmen
3 4-6 min. 3-5 min.
Snacks op toast 3 6-8 min. ---
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur
°C
Tijd
uur: min.
29Toepassingen, tabellen en tips
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aan-
zienlijk verlengen.
Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen.
Ontdooitabel
Drogen met hetelucht
Ovenfunctie: Lucht circulatie
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster.
U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en
gedurende de nacht laat afkoelen.
Daarna het gerecht verder laten drogen.
Gerecht
Ontdooitijd
min.
Nadooitijd
min.
Opmerking
Kip, 1000 g 100-140 20-30
Kip op een omgekeerd schoteltje in een
groot bord leggen
Na de helft van de tijd keren
Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren
Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15
Slagroom kan ook met nog licht bevroren
deeltjes goed worden geklopt
Gebak, 1400g 60 60 ---
Gerecht
Temperatuur in
°C
Inzetniveau
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Groenten
Bonen 60-70 3 1 / 4 6-8
Paprika (reepjes) 60-70 3 1 / 4 5-6
Soepgroenten 60-70 3 1 / 4 5-6
Paddestoelen 50-60 3 1 / 4 6-8
Kruiden 40-50 3 1 / 4 2-3
Fruit
Pruimen 60-70 3 1 / 4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1 / 4 8-10
Appelschijven 60-70 3 1 / 4 6-8
Peren 60-70 3 1 / 4 6-9
Toepassingen, tabellen en tips30
Wecken
Ovenfunctie: Onderwarmte
Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van het-
zelfde formaat.
Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn on-
geschikt.
Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen.
Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een
inhoud van één liter plaatsen.
De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd.
Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken.
Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60
minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel).
Wecktabel
De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Product
Temperatuur
in°C
Wecken tot het pa-
relen begint
in min.
Doorkoken bij
100 °C
in min.
Bessen
Aardbeien, bosbessen, frambozen,
rijpe kruisbessen
160-170 35-45 ---
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Steenvruchten
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Groente
Wortels
1)
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
160-170 50-60 5-10
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
31Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afge-
koeld.
Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of
hogedrukreiniger.
Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes
gebruiken.
Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het
glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en
kan het glas uiteindelijk breken.
Buitenkant apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen.
Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken.
Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken.
Kookraam
1 Waarschuwing: Tijdens het schoonmaken mogen de branders niet aan staan. Let erop
dat het kookraam voldoende is afgekoeld, zodat u de onderdelen zonder gevaar kunt
aanraken.
1 Let op: Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen zoals bv. grill- of ovensprays, grove
schuurmiddelen of krassende pannenreinigers!
Maak het kookraam na gebruik steeds schoon met warm water en wasmiddel. Zo verwij-
dert u verontreinigingen het gemakkelijkst en krijgen ze geen kans in te branden.
De pannensteunen met warm water en wasmiddel reinigen, hardnekkig vuil met be-
hulp van een natte doek losweken.
Brandervoeten en -deksels reinigen in warm waswater, hardnekkig vuil eerst laten
weken en dan verwijderen met een zachte borstel. De vlamuitstroomopeningen van de
brandervoeten moeten altijd schoon en open zijn.
Binnenkant oven
Reinig het apparaat na elk gebruik. Op deze manier brandt het vuil namelijk niet in en
kunt u het makkelijk verwijderen.
1. Schakel de ovenverlichting in om de oven goed schoon te kunnen maken.
2. Maak de oven na elk gebruik schoon met een sopje en droog de oven na.
3 Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een speciale ovenreiniger.
1 Let op: neem bij gebruik van ovenspray altijd de aanwijzingen van de fabrikant in acht!
Reiniging en onderhoud32
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik af-
wassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken.
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en rechts in de oven
worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrek-
ken (1) en dan achter losnemen (2).
Inschuifroosters inzetten
3 Belangrijk! De afgeronde einden van de gelei-
dingsstangetjes moeten naar voren wijzen!
Bij het inzetten de roosters eerst achter weer
inhangen (1) en dan voor inzetten en aandruk-
ken (2).
33Reiniging en onderhoud
Ovenverlichting
1 Gevaar voor kortsluiting! Voordat u het ovenlampje vervangt:
De oven uitzetten
De stoppen in de stoppenkast verwijderen of uitschakelen
3 Om het ovenlampje en het afdekglaasje te beschermen, een doek op de ovenbodem leg-
gen.
Het ovenlampje vervangen/afdekglaasje schoonmaken
1. Afdekglaasje verwijderen door het linksom te
draaien en schoonmaken.
2. Indien nodig:
Ovenverlichting 25 Watt, 230 V, 300°C hit-
tebestendig,
vervangen.
3. Afdekglaasje weer aanbrengen.
Bovenwand van de oven
Om het reinigen van de bovenwand van de oven te vereenvoudigen kan het bovenste
verwarmingselement worden neergeklapt.
Verwarmingselement neerklappen
1 Waarschuwing: Verwarmingselement alleen
neerklappen als de oven is uitgeschakeld en er
geen verbrandingsgevaar meer bestaat!
1. Inschuifroosters aan de zijkant losnemen.
2. Het verwarmingselement van voren vastpakken
en over het nokje aan de binnenkant van de
oven naar voren trekken.
3. Het verwarmingselement klapt nu naar bene-
den.
1 Attentie: Druk het verwarmingselement niet
met geweld naar beneden! Het verwarmingse-
lement kan afbreken.
Bovenwand van de oven reinigen
Reiniging en onderhoud34
Verwarmingselement bevestigen
1. Verwarmingselement tegen de bovenwand van
de oven drukken.
2. Het verwarmingselement tegen de veerkracht
naar voren trekken en over het nokje geleiden.
3. In de klemmen laten vallen.
4. Inschuifroosters inzetten.
1 Attentie: Het verwarmingselement moet aan
beide kanten boven het nokje in de binnenwand
van de oven liggen en goed op z'n plek zitten.
Bakovendeur
Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de bakovendeur van
uw apparaat eruit halen.
Bakovendeur eruit halen
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
35Reiniging en onderhoud
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak met beide handen de zijkanten van de ba-
kovendeur vast en trek de deur van de bakoven
schuin naar boven er uit (Let op : Zwaar!).
3 Leg de bakovendeur met de buitenkant naar
boven op een zacht, vlak oppervlak neer, bij-
voorbeeld op een deken, om krassen te vermij-
den.
Bakovendeur erin schuiven
1. Pak met beide handen de bakovendeur aan de
kant van de greep vast en houd deze in een
hoek van circa 45°.
Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de
bakovendeur op de scharnieren van de bakoven.
Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden.
2. Bakovendeur volledig openen.
Reiniging en onderhoud36
3. Zet de klemhendel (A) aan de beide deur-
scharnieren terug in de oorspronkelijke positie.
4. Bakovendeur sluiten.
Het glas van deur van de bakoven
De bakovendeur is uitgerust met drie achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnen-
ste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens het reinigen.
1 Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de voorruit, kan het
glas breken.
De glasplaten van de deur demonteren
1. Bakovendeur volledig openen.
2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van
de deur volledig uitklappen.
37Reiniging en onderhoud
3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendel-
stand (circa 45°).
4. Pak de deurafschermer (B) aan de bovenkant
van de deuraan beide kanten vast en druk deze
naar binnen om de klemvergrendeling los te
maken. Trek vervolgens de deurafschermer van
boven eraf.
5. Pak de glasplaten een voor een aan de rand
vast en trek ze uit de geleiding vanaf boven er-
uit.
Reinig de glasplaten
Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaten goed af.
Glasplaten weer terug in de deur zetten
1. Schuif aan de onderkant van deur de glasplaten
een voor een schuin vanaf boven in het profiel
van de deur en laat ze zakken.
3 Zet eerst de kleine glasplaat erin en daarna de
grote.
Reiniging en onderhoud38
2. Pak de deurafschermer (B) aan de zijkanten
vast, breng deze aan de binnenkant van de rand
van de deur aan en steek vervolgens de deuraf-
schermer (B) op de bovenkant van de deur.
3 Aan de openzijde van de deurafschermer (B)
bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tus-
sen de buitenste deurruit en de geleidehoek (D)
erin worden geschoven.
De klemvergrendeling (E) moet vast gezet zijn.
3. Bakovendeur volledig openen.
39Reiniging en onderhoud
4. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurschar-
nieren terug in de oorspronkelijke positie.
5. Bakovendeur sluiten.
Wat te doen als …40
Wat te doen als …
Wanneer u de storing met de hierboven gegeven aanwijzingen niet kunt verhel-
pen, wend u zich dan a.u.b. tot uw vakhandelaar of de klantenservice.
1 Waarschuwing: reparaties aan het apparaat mogen alleen door erkende vakmensen
uitgevoerd worden! Door ondeskundige reparatie kan er aanzienlijk gevaar voor de ge-
bruiker ontstaan.
Beschadigde apparaten mogen niet worden gebruikt. Bij storing of defect de gastoe-
voer afsluiten en stoppen uitschakelen of eruit halen.
Bij foutieve bediening kan het bezoek van det technicus van de klantenservice resp. de
vakhandelaar ook gedurende de garantieperiode niet kosteloos plaatsvinden.
3 Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde:
Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de oven-
deur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op
de binnenkant van het deurvenster.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De branders ontsteken
niet.
De knop werd niet stevig genoeg
ingedrukt.
Schakelaar stevig tot de klik in-
drukken.
De ontsteking is vochtig of vuil.
Droog of reinig de ontsteking of
steek het gas aan met een
gasaansteker of lucifer.
Storing in de stroomvoorziening.
De stop van de elektrische instal-
latie (zekeringenkast) is doorge-
slagen.
Controleer de stoppen.
Wanneer de stoppen herhaalde-
lijk doorslaan, de klantenservice
informeren.
De ontsteking is defect. De klantenservice inlichten.
De branders gaan uit in
maximale stand, ook na
meerdere startpogingen.
De temperatuursensor is vuil
Temperatuursensor reinigen.
Wanneer dat geen resultaat op-
levert, de klantenservice inlich-
ten.
De temperatuursensor is defect. De klantenservice inlichten.
De oven wordt niet warm,
ondanks dat deze aan
staat.
De temperatuurkeuzeknop is
niet ingesteld.
Stel de temperatuurkeuzeknop
in op de voor het gerecht vereis-
te
temperatuur.
Storing in de stroomvoorziening.
De stop van de elektrische instal-
latie (zekeringenkast) is doorge-
slagen.
Controleer de stoppen.
Wanneer de stoppen
herhaal delijk doorslaan, klan-
tenservice informeren.
De oven-
verlichting werkt niet.
Het ovenlampje is defect. Vervang het ovenlampje.
Het functielampje
Dagtijd knippert.
Stroomuitval.
Dagtijd instellen
(zie voor eerste gebruik).
41Technische gegevens
Technische gegevens
Buitenafmetingen
Binnenafmetingen van de oven
Vermogensverbruik
Gasbrander kookzone
Totale aansluitwaarde
Typeplaatje
Vul de gegevens van het typeplaatje van uw apparaat a.u.b. hier in. Het typeplaatje be-
vindt zich rechts op het kozijn van de oven, en is zichtbaar na openen van de ovendeur.
Hoogte 59.5 cm
Breedte 59.2 cm
Diepte 56.7 cm
Diepte met geopende deur 101.1 cm
Totaalgewicht netto 35.0 kg
Hoogte 31.0 cm
Breedte 40.8 cm
Diepte 40.7 cm
Volume 51.0 l
Elektrisch
Onderverwarming 1000 W
Bovenverwarming 1000 W
Grote grill 2900 W
Kleine grill 1900 W
Ventilator 40 W
Ovenverlichting 25 W
ØHs Hi
Grote brander links voor 72 mm 2400 W 2200 W
Normale brander links achter 72 mm 1800 W 1600 W
Grote brander rechts achter 72 mm 2400 W 2200 W
Kleine brander rechts voor 55 mm 1000 W 900 W
Elektrisch 6865 W
Gas Hs 7600 W
Gas Hi 6900 W
Technische gegevens42
Geef deze gegevens a.u.b. altijd op bij:
- reclamaties bij de klantenservice
- de bestelling van reserveonderdelen of accessoires
- technische vragen
43Aanwijzingen voor de installatie
Aanwijzingen voor de installatie
Veiligheidsvoorschriften
1 Let op: het apparaat mag alleen worden gemonteerd en aangesloten door een erkend
vakman (gas en elektra).
De algemene richtlijnen voor het gebruik van elektrische apparatuur en gasapparatuur,
de plaatselijke voorschriften en de aanwijzingen in deze installatiehandleiding moeten
strikt in acht worden genomen.
In combinatie met deze gas-inbouwoven mag alleen een van de in de volgende combi-
natietabel genoemde gas-inbouwkookplaten worden gemonteerd.
1 Let op: de gasvoerende leidingen en verbindingen van de oven mogen niet worden ge-
wijzigd.
Op de pagina “Technische gegevens” moet worden bevestigd dat de aansluiting volgens
de voorschriften is uitgevoerd.
1 Let op: bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden moeten de stroom- en
gastoevoer van het apparaat worden losgekoppeld. Trek de stekker uit het stopcontact
resp. schakel de betreffende zekeringen uit of verwijder deze.
Sluit de centrale gastoevoer af.
Inbouw in keukenmeubels
De aarding van het apparaat, in overeenstemming met de VDE-verordening, moet wor-
den gegarandeerd door de installatie uit te voeren volgens de normen.
De stabiliteit van de inbouwkast moet voldoen aan de norm DIN 68930.
Bij inbouwmeubels moeten de kunststof bekleding dan wel het fineer en de toegepaste
stickers temperaturen van 70 °C kunnen verdragen. In geval van twijfel moet men na-
vraag doen bij de fabrikant van de inbouwmeubels.
Dit apparaat heeft een vuurbestendigheid van klasse 3. Alleen apparaten met deze klas-
sificatie mogen worden ingebouwd naast hoge kasten of tegen wanden.
Montage-accessoires voor de oven
Brandervoeten en -deksels voor 4 kookzones
2 Schroeven voor de bevestiging van de oven in de inbouwkast
Combinatietabel
Gas-inbouwoven
Gas-inbouwkookplaat
2500 G 9560 G
C3000-5 X X
C3100-5 X X
Minimale afstanden: - Aan zijkanten 200 mm
- Achter 50 mm
- Boven 650 mm
Aanwijzingen voor de installatie44
Montage-accessoires voor het glazen kookraam
Profielafdichting
8 Spaanplaat-schroeven 3,5 x 25 voor de bevestiging van de branderhouders
4 geëmailleerde branderafdichtingen
4 Bijgeleverde rubber ringen
10 Schroeven 2,9 x 13 voor de bevestiging van de kookzone-branders op het kook-
raam (2 reserve)
2 Pannensteunen
Montage/accessoires voor het emaille kookraam
Profielafdichting
8 Spaanplaat-schroeven 3,5 x 25 voor de bevestiging van de branderhouders
10 Schroeven 2,9 x 13 voor de bevestiging van de kookzone-branders op het kook-
raam (2 reserve)
2 Pannensteunen
Montage-accessoires voor het roestvrij stalen kookraam
8 Spaanplaat-schroeven 3,5 x 25 voor de bevestiging van de branderhouders
2 Schroeven 4,2 x 22 voor de bevestiging van het kookraam door de houders van de
pannensteunen (inclusief verbinding met aarde)
6 parkers 3,8 x 23 om het kookraam vlak te trekken op het aanrecht
10 Schroeven 2,9 x 13 om de kookzone-branders op het kookraam te bevestigen (2 re-
serve)
2 Pannensteunen
Uitsneden in de inbouwkast
De ruimte in de inbouwkast moet overeenko-
men met de gebruikelijke afmetingen.
1. In de zijkant van de inbouwkast een opening
voor de doorvoer van de veiligheidsslang van
het gas maken volgens de maatschets.
2. De bodem van de inbouwkast bij de achterwand
20 mm korter maken om er de elektrische aan-
sluitkabels doorheen te voeren.
Onderplaat voor inbouw zonder
achterwand
600 mm
45Aanwijzingen voor de installatie
Raamuitsnede
3 De raamuitsnede moet gecentreerd zijn ten op-
zichte van de inbouwpositie van de oven.
1. De uitsnede van de werkplaat precies afmeten,
zoals aangegeven in de afbeelding.
2. Ter bescherming tegen vochtigheid moeten de
snijvlakken van alle uitgezaagde delen met een
geschikt materiaal worden afgedicht.
1 Let op: Bij betegelde werkvlakken moeten de
voegen, daar waar het kookgedeelte wordt ge-
plaatst, geheel gevuld worden met voegmate-
riaal.
3 De uitsparing voor de oven moet aan de zijkan-
ten, tussen de werkplaat en de overige onder-
bouw, gesloten zijn, met uitzondering van de
opening voor de doorvoer van de veiligheids-
slang van het gas.
Gasaansluiting
1 Let op: Bij het inbouwen moet het apparaat
van het lichtnet losgekoppeld worden: Trek de
stekker uit het stopcontact, zet de stoppen uit
of verwijder ze. Sluit de hoofdkraan van de
gasleiding.
De gasaansluiting moet voldoen aan de bepa-
lingen van de DVGW (DVGW-werkblad 600,
TRGI 1986 of TRF) of de ÖVGW (TR gas 1985),
alsmede aan de locale bouwverordening.
De aansluiting op de gastoevoer kan ofwel
met een door de
DVGW/ÖVGW toegestane flexibele, geheel
metalen zekerheidsslang met gasaanslui-
tingscontact volgens DIN 3383/vel 1, ofwel als permanente aansluiting uitge-
voerd worden.
Tussen de gasleiding van het gebouw en het apparaat moet een gaskraan opgenomen
worden.
Opening
Werkplaat/
afdekking
VK-oven/
Voorzijde
meubel
Gasaansluiting
Elektrische aansluiting
Voorzijde van het apparaat
Aanwijzingen voor de installatie46
Het gasaansluitingscontact of de permanente aansluiting moeten zodanig ter linker- of
rechterzijde worden geïnstalleerd - ook wanneer dat in een kast is - dat deze vrij toe-
gankelijk is. De aansluiting mag zich niet recht achter het apparaat bevinden.
De aansluitpijp van het gas met een buitenschroefdraad van 1/2“ bevindt zich boven
linksachter op het apparaat. De aangegeven hoogte geldt voor inbouwkasten met een
hoogte van 820 mm zonder werkplaat.
3 Wanneer het apparaat is ingesteld op aardgas, is dat met een sticker aangegeven:
Indien de Wobbe-index van het gas binnen het bereik van
12,0-15,7 kWh/m
3
valt, kan het apparaat zonder verdere afstelling in gebruik worden
genomen.
1 Let op: Wanneer men de instelling of de gastechnische uitrusting wijzigt, moet men de
sticker verwijderen en door een nieuwe vervangen.
Gasaansluiting vloeibaar gas
Aan de buis van de gasaansluiting van de in-
bouwoven wordt een Ermeto elleboogstuk met
een dopmoer van 1/2“ gemonteerd.
Aanpassing: zie vloeibaar gas set.
Elektrische aansluiting
Voordat men het apparaat aansluit moet men
controleren dat de netspanning overeenkomt
met de spanning die op het typeplaatje - d.w.z.
de nominale spanning van het apparaat - staat
vermeld. Het typeplaatje bevindt zich op het
kozijn van de oven en is zichtbaar wanneer men
de ovendeur opent.
De netspanning van het apparaat bedraagt
230V wisselspanning. Ook bij oudere netwerken
met een spanning van 220V wisselspanning
werkt het apparaat zonder problemen.
Ingesteld op aardgas L 25 mbar
Kraan van de gasaansluiting
Gasaansluiting
Elektrische aansluiting
47Aanwijzingen voor de installatie
De stroomkabel voor de netvoeding moet van
het type H05VV-F of hoger zijn.
Er moet een stekker in de stroomtoevoer opge-
nomen zijn, zoniet dan moet er in de perma-
nente installatie binnenshuis een
stroomonderbreker opgenomen worden, met
een minimale contactafstand van 3mm, die alle
stroomleidingen naar het apparaat kan onder-
breken.
Bij een directe aansluiting moet de aansluitka-
bel minimaal 170cm lang zijn.
Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn.
Inbouw van de oven
1. Oven voor de inbouwopening plaatsen.
2. De veiligheidsslang van het gas door de ope-
ning in de aangrenzende kast voeren en op de
gastoevoer aansluiten.
1 Let op: Men mag de gasvoerende schroefver-
bindingen van de oven niet manipuleren.
3. De elektrische aansluiting maken.
4. De oven op dezelfde hoogte als de voorkant van
het meubel loodrecht in de inbouwopening
schuiven en aan beide zijden met 1 schroef
3,5 x 30 vastzetten (Detail C).
1 Let op: Controleer bij het op zijn plaats schui-
ven van de oven dat de gasslang niet verdraaid,
geknikt of vastgeklemd wordt.
De ontstekingen en de thermo-elementen mo-
gen niet aan de kant van het meubel zitten. Ze
zouden kunnen worden beschadigd.
De elektrische aansluitkabel mag niet tegen de achterwand van de inbouwgasoven aan
liggen.
Gasaansluiting
Achterzijde van het apparaat
Ontlasting trekspanning
Afdekplaat
Klem voor aansluiting op het
lichtnet
Detail C
Aanwijzingen voor de installatie48
Montage van de kookplaat
1. De transportbeveiligingschroeven (1) links en
rechts van de transportbeveiligingen (2) verwij-
deren.
2. Transportbeveiligingen (2) door het losdraaien
van de vier schroeven (3) verwijderen.
3. De vier schroeven (4) op de dwarsverbindingen
losdraaien.
4. Til de gehele branderunit op en schuif daarna
de houders zo ver naar buiten, dat de vier lipjes
op het aanrechtblad steunen.
5. Schuif de houders aan voorkant en zijkanten
dicht tegen het aanrechtblad (klemmend in de
uitsparing van het blad).
6. Bevestig de houders in de uitsparing van het
blad met behulp van drie schroeven (5) aan
beide zijden.
3 In geval van een natuurstenen aanrechtblad
dienen de houders door middel van een specia-
le steenlijm in de uitsparing gelijmd te worden.
7. Plaats de kookplaat even, om te controleren of
de branders en de acht vastklikmoertjes (6)
centraal gepositioneerd zijn.
Indien nodig kunt u de branders of de vastklik-
moertjes nog verschuiven.
8. Draai de vier schroeven (4) weer vast.
Afmetingen van de schroe-
ven:
(1) 4,2 x 9,5
(4) 4,5 x 9,5
(5) 3,5 x 25
49Aanwijzingen voor de installatie
Montage van het glazen kookraam
1. Schroef (SW 7 mm) onder bij de kookplaat-
brander losdraaien en brander naar rechts ver-
schuiven. Brander en afstandshuls 10 mm op-
tillen en weer naar links verschuiven tot de
aanslag. In deze stand de schroef weer vast-
draaien.
2. Het kookraam volgens de plaatsing van de
branders op de uitsnede van de werkplaat leg-
gen.
3. Met potlood of een met water afwasbare vilt-
stift de omtrek van het kookraam op de werk-
plaat aftekenen en het kookraam weer
verwijderen.
4. Ongeveer 2 mm binnen de omtrek de bijgele-
verde zelfklevende schuimrubber afdichting ge-
heel rondom ononderbroken op de werkplaat
vastplakken.
1 Let op: De afdichting niet uitrekken! De stoot-
kanten passend afsnijden.
5. Het kookraam terugplaatsen en recht zetten
volgens de posities van de branders.
3 Let erop dat er geen speelruimte is tussen het kookraam en de werkplaat.
6. De rubber ring met de ronde kant naar boven
op de afdichting van de brander vastzetten.
7. De afdichtingen van de branders plaatsen in
overeenstemming met de ontstekers en tempe-
ratuursensoren en stevig in de openingen van
het kookraam drukken.
8. Elke branderafdichting met twee schroeven aan
de branders vastschroeven. Nu is het kookraam
op de werkplaat vastgezet.
9. De brandervoeten en -deksels in overeenstem-
ming met hun formaat plaatsen. De pannen-
steunen plaatsen en in de voorgevormde
uitsparingen vastzetten.
1 Let op: De werking en afdichting van het com-
plete apparaat controleren.
Schroef
Een merkteken aanbrengen
De pakking op de werkplaat plakken
Aanwijzingen voor de installatie50
Montage van het emaille kookraam
1. Het kookraam volgens de plaatsing van de
branders op de uitsnede van de werkplaat leg-
gen.
2. Met potlood of een met water afwasbare vilt-
stift de omtrek van het kookraam op de werk-
plaat aftekenen en het kookraam weer
verwijderen.
3. Ongeveer 2 mm binnen de omtrek de siliconen-
pasta op de werkplaat aanbrengen in een on-
onderbroken lijn.
1 Let op: De afdichting niet uitrekken! De stoot-
kanten passend afsnijden.
4. Het kookraam plaatsen en recht zetten volgens
de posities van de branders.
1 Let op: De vier branders moeten zonder kracht,
met slechts een lichte druk naar boven, in de
openingen van het kookraam passen.
5. Elke brander met twee schroeven aan het kook-
raam vastschroeven.
6. Het kookraam aan beide zijden met een schroef
door de ovale houder voor de pannensteun op
de houders van de branders vastschroeven.
1 Let op: De schroeven moeten stevig aange-
draaid worden. Nu is de verbinding met de
aarde verzekerd.
7. De brandervoet, de branderdeksel en de pan-
nensteun plaatsen.
1 Let op: De werking en afdichting van het com-
plete apparaat controleren.
Een merkteken aanbrengen
De pakking op de werkplaat plakken
51Aanwijzingen voor de installatie
Montage van het roestvrij stalen kookraam
1. Plaats het kookraam in de uitsnede.
2. Bevestig het raam met vier schroeven door
deze via de vier bevestigingsgaten in de klem-
gaten vast te zetten.
1 Let op: De vier branders moeten zonder kracht,
met slechts een lichte druk naar boven, in de
openingen van het kookraam passen.
3. Elke brander met twee schroeven aan het kook-
raam vastschroeven.
4. Het kookraam aan beide zijden met een schroef
door de ovale houder voor de pannensteun op
de werkplaat vastschroeven.
1 Let op: De schroeven moeten stevig aange-
draaid worden. Nu is de verbinding met de aar-
de verzekerd.
5. De brandervoet, de branderdeksel en de pan-
nensteun plaatsen.
1 De werking en afdichting van het complete ap-
paraat controleren.
Aanwijzingen voor de installatie52
Tabel brandervermogens en -mondstukken
Doorsnede gaten in de kleine brandermondstukken van 1/100 mm
1 Let op: Bij het omschakelen op vloeibaar gas moet men de bij de groep mondstukken
horende stickers bij het typeplaatje aanbrengen.
Wanneer men daarna weer omschakelt op aardgas moeten het grote mondstuk, het in-
stelbare kleine mondstuk en de instelschroef van de luchtaanvoer weer verzegeld wor-
den.
Aardgas (L) Vloeibaar gas (B/P)
Ws (MJ/m3) 41.52 87.33
p (mbar) 25 30
kW (HS) kW (Hi)
Mond Ø
1/100 mm
kW (HS) kW (Hi)
Mond Ø
1/100 mm
Kookzone
voor links
QN 2,4 2,15 118 2,4 2,15 75
Kookzone
achter links
QN 1,8 1,65 96 1,8 1,65 68
Kookzone
achter rechts
QN 2,4 2,15 118 2,4 2,15 75
Kookzone
voor rechts
QN 1,0 0,90 70 1,0 0,90 50
Type gas
Kookzone brander
voor links achter links achter rechts voor rechts
Mond Ø
1/100
mm
kW
(HS)
Mond Ø
1/100
mm
kW
(HS)
Mond Ø
1/100
mm
kW
(HS)
Mond Ø
1/100
mm
kW
(HS)
Aardgas (L)
25 mbar
49 0,42 49 0,42 49 0,42 45 0,33
Vloeibaar
gas (B/P)
30 mbar
32 0,42 32 0,42 32 0,42 28 0,33
53Afvalverwerking
Afvalverwerking
2 Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunst-
stoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpak-
kingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke
inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Het symbool
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden ge-
bracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor
zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van ver-
keerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst be-
last met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt ge-
kocht.
1 Waarschuwing: om ervoor te zorgen dat het afgedankte apparaat geen gevaar meer
kan opleveren, moet het onbruikbaar worden gemaakt voordat het wordt weggegooid.
Koppel het apparaat hiervoor los van de gas- en stroomvoorziening en verwijder
het aansluitsnoer van het apparaat.
Garantie/Adres service-afdeling54
Garantie/Adres service-afdeling
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorko-
men dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die
zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professio-
neel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten
geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak
vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd.
Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof,
rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deug-
delijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht
nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor
het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de ge-
bruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstelling-
kosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In ge-
val van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garan-
tietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitge-
sloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij
wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandighe-
den) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te verge-
wissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de
garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
55Garantie/Adres service-afdeling
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één
werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als
regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oor-
zaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begro-
ting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze
begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel wor-
den teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen al-
leen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede
tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote
bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaats-
vinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in
werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met
de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de
noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van
het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een
korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een
reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie
van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde
reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een be-
roep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voor-
gaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik
opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij
het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exem-
plaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per pro-
duct te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van
de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig vol-
doet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk
gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat re-
paraties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken
en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Adres service-afdeling56
Adres service-afdeling
Nederland
Europese Garantie
www.electrolux.com
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
tel. 0172-468 300
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel. 0172-468 172
www.aeg.nl
Dit apparaat wordt door Electrolux in elk van de achter in deze handleiding genoemde landen gedurende de
in het bij het apparaat behorende garantiebewijs genoemde periode of anderszins bij de wet gegarandeerd.
Als u van een van deze landen verhuist naar een ander van de hieronder genoemde landen, verhuist de ga-
rantie op het apparaat met u mee. De volgende beperkingen zijn hierop van toepassing:
De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het apparaat. Deze datum dient
te worden aangetoond door overlegging van een geldig, door de verkoper van het apparaat afgegeven
aankoopbewijs.
De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en in dezelfde mate voor arbeidsloon en onder-
delen als van toepassing in uw nieuwe land van vestiging op dit specifieke model of deze specifieke serie
apparaten.
De garantie op het apparaat is persoonlijk, geldt dus voor de oorspronkelijke koper van het apparaat en
kan niet worden overgedragen op een andere gebruiker.
Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de door Electrolux afgegeven in-
structies en wordt alleen in huis gebruikt, dat wil zeggen, het apparaat wordt niet gebruikt voor commer-
ciële doeleinden.
Het apparaat wordt geïnstalleerd in overeenstemming met alle relevante voorschriften die in uw nieuwe
land van vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europese garantie tasten geen van de aan u bij de wet verleende rechten aan.
p t b
Albania +35 5 4 261 450 Rr. Pjeter Bogdani Nr. 7 Tirane
Belgique/België/
Belgien
+32 2 363 04 44 Bergensesteenweg 719, 1502 Lembeek
Èeská republika +420 2 61 12 61 12 Budìjovická 3, Praha 4, 140 21
Danmark +45 70 11 74 00 Sjællandsgade 2, 7000 Fredericia
Deutschland +49 180 32 26 622 Fürther Straße 246, 90429 Nürnberg
Eesti +37 2 66 50 030 Mustamäe tee 24, 10621 Tallinn
57Adres service-afdeling
España +34 902 11 63 88
Carretera M-300, Km. 29,900
Alcalá de Henares Madrid
France www.electrolux.fr
Great Britain +44 8705 929 929
Addington Way, Luton, Bedfordshire
LU4 9QQ
Hellas +30 23 10 56 19 70 4 Limnou Str., 54627 Thessaloniki
Hrvatska +385 1 63 23 338 Slavonska avenija 3, 10000 Zagreb
Ireland +353 1 40 90 753 Long Mile Road Dublin 12
Italia +39 (0) 434 558500 C.so Lino Zanussi, 26 - 33080 Porcia (PN)
Latvija +37 17 84 59 34 Kr. Barona iela 130/2, LV-1012, Riga
Lithuania +3702780607 Žirmūnų 67, LT-09001 Vilnius
Luxembourg +352 42 431 301 Rue de Bitbourg, 7, L-1273 Hamm
Magyarország +36 1 252 1773
H-1142 Budapest XIV,
Erzsébet királyné útja 87
Nederland +31 17 24 68 300
Vennootsweg 1, 2404 CG -
Alphen aan den Rijn
Norge +47 81 5 30 222 Risløkkvn. 2 , 0508 Oslo
Österreich +43 18 66 400 Herziggasse 9, 1230 Wien
Polska +48 22 43 47 300 ul. Kolejowa 5/7, Warszawa
Portugal +35 12 14 40 39 39
Quinta da Fonte - Edificio Gonçalves Zarco
- Q 35
2774 - 518 Paço de Arcos
Romania +40 21 451 20 30 Str. Garii Progresului 2, S4, 040671 RO
Schweiz/Suisse/
Svizzera
+41 62 88 99 111 Industriestrasse 10, CH-5506 Mägenwil
Slovenija +38 61 24 25 731
Electrolux Ljubljana d.o.o.
Gerbièeva 98, 1000 Ljubljana
Slovensko +421 2 43 33 43 22
Electrolux Slovakia s.r.o., Electrolux Domá-
ce spotrebièe SK, Seberíniho 1, 821 03 Bra-
tislava
Suomi www.electrolux.fi
Sverige +46 (0)771 76 76 76
Electrolux Service, S:t Göransgatan 143,
S-105 45 Stockholm
Türkiye +90 21 22 93 10 25
Tarlabaþý caddesi no : 35 Taksim
Istanbul
Ðîññèÿ +7 495 937 7837
129090 Ìîñêâà, Îëèìïèéñêèé ïðîñïåêò, 16,
ÁÖ „Îëèìïèê“
Óêðà¿íà +380 44 586 20 60
04074 Êè¿â, âóë.Àâòîçàâîäñüêà,
2a, ÁÖ „Àëêîí“
p t b
Service58
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing
(hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afde-
ling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de vol-
gende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
(u vindt deze nummers op het typeplaatje)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het apparaat aan-
geeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde num-
mers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
S-No: .....................................
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
www.aeg-electrolux.be
315 9468 04-A-120509-01 Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Aeg-Electrolux C3100-5-M Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding