! Let op:
Bij sommige pc’s met Windows 98 is het nodig om de Windows 98-cd te plaatsen
om de installatie van de driver te voltooien.
DE MUIS ACTIVEREN (ID INSTELLEN)
1. Richt de voorkant van de muis naar de ontvanger.
2. DRUK EERST OP DE VERBINDINGSTOETS VAN DE MUIS EN
VERVOLGENS OP DE VERBINDINGSTOETS VAN DE ONTVANGER
(fig. 5), NOOIT IN DE OMGEKEERDE VOLGORDE.
3. De verbinding tussen muis en ontvanger dient binnen één minuut tot stand
te zijn gebracht. Indien het langer duurt, dient u de stap te herhalen.
TOETSFUNCTIE INSTELLEN
1. Open het configuratieprogramma of klik op het muispictogram in het
systeemvak van Windows. De volgende functies worden weergegeven:
- Button (Toets): de muis instellen voor links- of rechtshandig gebruik en de
klik- en scrollsnelheid instellen.
- Mouse Marking (Muisspoor): het patroon of spoor van de muisaanwijzer
instellen.
- Wheel (Wieltje): de functies sneltoets, zoomen, scrollen en auto-draaien
instellen.
- Motion (Beweging): de bewegingssnelheid van de muisaanwijzer, de lengte
van het aanwijzerspoor, etc. instellen.
2. Nadat u de functies naar wens heeft ingesteld, klikt u op “Yes” [“Ja”] om de
nieuwe instellingen op te slaan.
INSTELLEN VOOR MEERDERE GEBRUIKERS
Wanneer u meerdere van deze draadloze muizen in één ruimte gebruikt, dient u
tussen de instelprocedures voor twee apparaten een halve minuut te wachten.
OMGEVING
Om storing door omgevingsfactoren, hetgeen het effectieve bereik beperkt, te
vermijden dient u de volgende in acht te nemen:
1. Plaats de muis en de ontvanger niet op een metalen ondergrond
(bijvoorbeeld een metalen kast of bureablad). Het verdient aanbeveling de
muis en ontvanger uit de buurt van metalen voorwerpen te houden,
aangezien deze de RF-communicatie negatief kunnen beïnvloeden en
daardoor het communicatiebeperken kunnen beperken.
2. De ideale plaats voor de muis en de ontvanger is op 15-20 cm afstand van
computers of enige andere voorwerpen die de RF-golven kunnen
beïnvloeden.
3. Indien er nog andere apparatuur wordt gebruikt die met
radiofrequentiegolven werkt, dient u een afstand van ten minste 1,5 meter in
acht te nemen om interferentie te voorkomen.
4. De optische sensor van de muis werkt niet goed op een spiegelend, glazen,
reflecterend of halfmat oppervlak of op een driedimensionale muismat
(fig. 6).
22
23