Documenttranscriptie
Gebruikershandleiding
BASIS
BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie,
normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows.
GEVORDERD
Deze handleiding geeft informatie over installatie, geavanceerde instellingen, gebruik en
het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
BASIS
1. Inleiding
3. Onderhoud
Belangrijkste voordelen
5
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 57
Functies per model
7
Beschikbare verbruiksartikelen
58
Nuttig om te weten
9
Beschikbare accessoires
59
Informatie over deze gebruikershandleiding 10
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 60
Veiligheidsinformatie
11
De tonercassette bewaren
61
Apparaatoverzicht
17
Toner herverdelen
63
Overzicht van het bedieningspaneel
20
De tonercassette vervangen
65
Het apparaat inschakelen
21
Accessoires installeren
67
Lokaal installeren van het stuurprogramma 22
Het stuurprogramma opnieuw installeren 24
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
71
controleren
De toner instellen
72
Het apparaat reinigen
73
Tips voor het verplaatsen en opbergen
van uw apparaat
78
Menuoverzicht
26
De standaardinstellingen van het apparaat
30
Afdrukmateriaal en lade
32
Eenvoudige afdruktaken
45
Tips om papierstoringen te voorkomen
80
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
52
Papierstoringen verhelpen
81
Informatie over de status-LED
92
4. Problemen oplossen
2
BASIS
Informatie over displaymeldingen
94
5. Bijlage
Specificaties
104
Informatie over wettelijke voorschriften
113
Copyright
124
3
1. Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken.
• Belangrijkste voordelen
5
• Functies per model
7
• Nuttig om te weten
9
• Informatie over deze gebruikershandleiding
10
• Veiligheidsinformatie
11
• Apparaatoverzicht
17
• Overzicht van het bedieningspaneel
20
• Het apparaat inschakelen
21
• Lokaal installeren van het stuurprogramma
22
• Het stuurprogramma opnieuw installeren
24
Belangrijkste voordelen
Milieuvriendelijk
Gemak
• Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier
kunt sparen (zie "Eco-afdruk" op pagina 48).
• U kunt mobiel afdrukken vanaf uw smartphone of uw computer door
gebruik te maken van de apps voor Samsung Cloud Print (zie
"Samsung Cloud Print" op pagina 176).
• U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen
(zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken" op pagina 201).
• Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken
(dubbelzijdig afdrukken) (zie "Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken"
op pagina 201).
• Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik
aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
• We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen.
Snel afdrukken met hoge resolutie
• U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi effectieve
output (1.200 x 600 x 2 bit).
• Snel on-demand afdrukken.
- Voor enkelzijdig afdrukken, tot 40 ppm (A4) of tot 42 ppm (Letter).
• Met voor Google Cloud Print™ ingeschakelde apps (zie "Google Cloud
Print™" op pagina 178) kunt u vanaf uw smartphone of computer
documenten afdrukken, waar u ook bent.
• Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken
wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie
"Easy Capture Manager" op pagina 219).
• Samsung Easy Printer Manager en Afdrukstatus zijn programma's die
de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en
waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229 of
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 232).
• Met Samsung AnyWeb Print kunt u schermopnamen of
afdrukvoorbeelden maken van een scherm in Windows Internet
Explorer, en deze bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere
manier dan in het gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb
Print" op pagina 220).
• Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de
nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het
printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
Belangrijkste voordelen
• Als u toegang hebt tot internet, kunt u op de website van Samsung
(www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en bestelinformatie.
Ondersteund verschillende instellingsmethoden
voor draadloze netwerken.
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van
toepassingen.
• De USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
- U kunt verbinding maken en verschillende instellingen voor het
draadloze netwerk configureren met een USB-kabel of
netwerkkabel.
• Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 106).
• Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met
woorden zoals “CONFIDENTIAL” (zie "Geavanceerde afdrukfuncties
gebruiken" op pagina 201).
• Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw
document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 201).
• U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie
"Systeemvereisten" op pagina 109).
• Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
• Wi-Fi Direct gebruiken
- U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi of
Wi-Fi Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op
pagina 148.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land.
Besturingssysteem
Besturingssysteem
M403x series
Windows
●
Mac
●
Linux
●
Unix
●
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Software
U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer
u de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst. Voor
Windows selecteert u het printerstuurprogramma en de software in het
venster Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's.
Software
M403x series
SPL-printerstuurprogramma
●
PCL-printerstuurprogramma
●
Software
M403x series
PS-printerstuurprogrammaa
●
XPS-printerstuurprogrammaa
●
Hulpprogramma Direct afdrukkena
●
Samsung Printer Center
●
Samsung Easy
Printer Manager
●
Geavanceerde
instelling
Samsung-printerstatus
●
Samsung AnyWeb Printa
●
Easy Capture Manager
●
Eco Driver Pack
●
Stylish Driver Packb
●
SyncThru™ Web Service
●
a. Download de software van de website van Samsung en installeer deze: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads). Controleer
of het besturingssysteem van uw computer de software ondersteunt voordat u met
de installatie begint.
b. Het printerstuurprogramma omvat een interface die is geoptimaliseerd voor
touchscreens. Om deze gebruikersinterface te gebruiken klikt u op Samsung
Printer Center > Apparaatopties en selecteert u vervolgens Stijlvolle
gebruikersinterface (zie "Het Samsung Printer Center gebruiken" op pagina 226).
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
Functies per model
Verschillende functies
functies
M403x series
Hi-Speed USB 2.0
●
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000
Base TX bedraad LAN
●
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos
○
LANa
NFC (Near Field Communication)
○
Eco-afdruk
●
Dubbelzijdig afdrukken
●
USB-geheugeninterface
●
Geheugenmodule
○
Optionele laden (lade 2, lade 3, lade 4, lade
5)
○
AirPrint
●
Mopria
●
Samsung Cloud Print
●
Google Cloud Print™
●
a. Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen
verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem
contact op met uw plaatselijke Samsung-verkoper of de winkel waar u het apparaat
hebt gekocht.
(●: ondersteund, ○: optioneel, leeg: niet ondersteund)
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
Er is papier vastgelopen.
• Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst
(zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 46).
• Open de klep en sluit deze weer (zie "Voorkant" op pagina
18).
• Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw
(zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina
22).
• Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen
papier in deze handleiding en los het probleem op (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 81).
• Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows
(zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
200).
De afdrukken zijn vaag.
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
• Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
• Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 63).
• Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
• Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 65).
• Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio
voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
• Schakel het apparaat uit en weer in.
• Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze
handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 92).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
printer downloaden?
• U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com >
zoek uw product > Service & Downloads) terecht voor hulp
en ondersteuning, printerstuurprogramma's,
handleidingen en bestelinformatie.
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en
biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die
doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
•
Gooi deze handleiding niet weg, maar bewaar deze ter referentie.
•
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
•
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen
ondervindt bij gebruik van het apparaat.
•
De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden
uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
•
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het
door u gekochte apparaat.
•
•
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken
van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware/stuurprogrammaversie.
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk
gebaseerd op Windows 7.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
•
Document is synoniem met origineel.
•
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
Pictogra
m
Tekst
Waarsch
uwing
Omschrijving
Gebruikt om gebruikers te waarschuwen voor de
mogelijkheid op persoonlijk letsel.
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
Opgepast beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde
Opmerkin
uitleg over een functie of voorziening van het
g
apparaat.
1. Inleiding
10
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen
aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees
deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar
dit document goed nadat u het hebt gelezen.
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
Waarsch
uwing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of
de dood kunnen veroorzaken.
Opgepas
t
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel of
eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het
vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren.
Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het
apparaat los.
• De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval
van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar
voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer
te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
1. Inleiding
11
Veiligheidsinformatie
5
Opgepast
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het
apparaat niet gebruikt.
Bedieningswijze
Opgepast
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
U kunt brandwonden oplopen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd
lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in
van een gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt
uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de
hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade.
U kunt letsel oplopen.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier
verwijdert.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen
veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er
moeilijk ingaat.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het
uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een
elektricien om het stopcontact te vervangen.
Zij kunnen brandwonden oplopen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of
de kabel naar de computer bijten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw
huisdier verwonden.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen
papier te verwijderen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade.
Dit kan het apparaat beschadigen.
1. Inleiding
12
Veiligheidsinformatie
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand
ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken.
Het gebruik van sturingen of instellingen of het uitvoeren van
procedures die afwijken van deze hier vermeld kan resulteren in
gevaarlijke blootstelling aan straling.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het
stopcontact.
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het
apparaat verplaatst. De onderstaande informatie bevat slechts
aanbevelingen gebaseerd op het apparaatgewicht. Wanneer
u vanwege uw medische conditie niet kunt tillen, til het
apparaat dan niet op. Voor veilig tillen moet u anderen vragen
om u te helpen en het apparaat altijd met het juiste aantal
personen optillen.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
6
Installatie/verplaatsen
• Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één
persoon worden opgetild.
• een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
Waarschuwing
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op
een plek waar water lekt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet bij vriestemperaturen of nadat het pas
vanuit een plaats met vriestemperaturen werd verplaatst. Dit
kan het apparaat beschadigen. Gebruik het apparaat alleen
wanneer de interne apparaattemperatuur zich binnen de
bedrijfstemperatuur- en vochtigheidsspecificaties bevindt.
• een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of
meer personen worden opgetild.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
Kies een locatie met een vlakke ondergrond en voldoende
ventilatie voor het apparaat. Houd ook rekening met een
ruimte die nodig is voor het deksel en de laden.
De ruimte moet goed geventileerd zijn en het apparaat mag
niet worden blootgesteld aan direct zonlicht, hitte en vocht.
Anders kunnen er kwaliteitsproblemen voorkomen en schade
aan het apparaat veroorzaken (zie "Algemene specificaties" op
pagina 104).
1. Inleiding
13
Veiligheidsinformatie
Wanneer u het apparaat langdurig gebruikt of een groot aantal
pagina's in een niet-geventileerde ruimte afdrukt, kan de lucht
vervuild raken en schadelijk worden voor uw gezondheid.
Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte of open
regelmatig een raam om schonen lucht binnen te laten.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of
brand veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met het spanningsniveau dat is aangegeven
op het label.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade
veroorzaken.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien
nodig, een grotere telefoondraad.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren,
neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij.
a. AWG: American Wire Gauge
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
7
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Zo niet, dan kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw
apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat
langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110V, moet het
snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht
geventileerde ruimte, zoals een kast.
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u
de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw
apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en
spuit geen water in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er
brand ontstaan.
1. Inleiding
14
Veiligheidsinformatie
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant
schoonmaakt.
• Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die
vastgeschroefd zijn.
• Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een
gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door nietgekwalificeerde technici kan brand of elektrische
schokken veroorzaken.
U kunt letsel oplopen.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer
in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een
professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet
worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het
apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en
te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker
stof- en watervrij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van Samsung.
8
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of
fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
1. Inleiding
15
Veiligheidsinformatie
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die
tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte
toner, beeldeenheid, enzovoort).
• Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de
verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke
verkoper voor verwijderingsinstructies.
• De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden.
• Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw
nadat u deze hebt geleegd.
Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit
resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van
het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt
door nalatigheid van de gebruiker.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik
altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
1. Inleiding
16
Apparaatoverzicht
9
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en
softwaretoepassingen.
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop
en specifiek model.
Onderdelen
Het werkelijke onderdeel kan verschillen van de onderstaande illustratie.
Sommige onderdelen kunnen afhankelijk van de omstandigheden afwijken.
Apparaat
Beknopte installatiehandleiding
Software-cda
Netsnoer
Div. accessoiresb
1. Inleiding
17
Apparaatoverzicht
10
Voorkant
• Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
8
1
7
9
5
Optionele ladenb
6
Lade 1
7
Multifunctionele lade
8
Uitvoerlade
9
Papierbreedtegeleiders op een multifunctionele lade
10
Tonercassette
11
Papieruitvoersteun
12
USB-geheugenpoort
a. Open deze klep om het optionele geheugen te installeren.
b. Dit is een optionele functie.
10
2
6
3
5
11
12
4
1
Bedieningspaneel
2
Klep voor optioneel geheugena
3
Voorklep
4
Indicator papierniveau
1. Inleiding
18
Apparaatoverzicht
11
Achterkant
• Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
4
Stroomschakelaar
5
Aansluiting netsnoer
6
Achterklep
7
Duplex-eenheid
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
1
EDI
7
2
3
4
5
1
EDI-poort voor kaartlezer
2
Netwerkpoort
3
USB-poort
1. Inleiding
19
Overzicht van het bedieningspaneel
12
Bedieningspaneel
1
11
10
2
3
4
9
5
8
6
1
weergavescherm
Toont de huidige status en geeft meldingen weer
tijdens het gebruik.
2
Terug
Hiermee keert u terug naar het bovenliggende
menu.
3
OK
Hiermee bevestigt u de selectie op het scherm.
4
Numeriek
toetsenblok
U kunt cijfers en tekens invoeren met behulp van
het toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het
toetsenblok" op pagina 199).
5
Stoppen
/Wissen
Stopt de huidige bewerking.
6
Aan/uit/
ontwake
n
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer inschakelen
vanuit de energiebesparingsmodus.
7
StatusLED
De functie geeft de status van uw printer weer
(zie "Informatie over de status-LED" op pagina
92).
8
Demopa
gina
Als u erop drukt, wordt een testpagina afgedrukt.
9
Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie "Eco-afdruk"
op pagina 48).
10
Pijl
Door beschikbare waarden bladeren door naar
vorige of volgende opties te gaan.
Menu
Hiermee opent u de menumodus en bladert u
door de beschikbare menu's (zie "Toegang tot
het menu" op pagina 26).
11
7
1. Inleiding
20
Het apparaat inschakelen
Gebruik het meegeleverde netsnoer voor het apparaat. Anders kan het
apparaat worden beschadigd of kan er brand ontstaan.
1
2
Zet de schakelaar aan.
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar
aan.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de knop
(Aan/uit/
ontwaken) ingedrukt.
2
1
• Sommige onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn wanneer de
printer aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet
verbrandt wanneer u aan de binnenkant van het apparaat werkt.
• Demonteer het apparaat niet wanneer het aanstaat of aangesloten
is. U zou een elektrische schok kunnen krijgen.
• Het rechtstreeks uitschakelen van het apparaat met de
stroomschakelaar kan problemen veroorzaken met de harde schijf in
het apparaat.
1. Inleiding
21
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een USB-kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat aan een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 138).
• Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
"Installatie voor Mac" op pagina 129, "Installatie voor Linux" op
pagina 131 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren"
op pagina 143.
13
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
• Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
•
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster en klik op Volgende.
4
Selecteer USB in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna
op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
1. Inleiding
22
Lokaal installeren van het stuurprogramma
U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de
te installeren software en hulpprogramma's.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
1
Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met
internet.
2
3
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
• Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet. Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
• U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store wilt gebruiken, hebt u een
Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
• Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken op het Bureaublad, kunt u het
downloaden van de Samsung-website, http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
• Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd.
1. Inleiding
23
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
14
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma's > Samsung Printers > Samsung
printersoftware verwijderen.
•
Voor Windows 8:
1 Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken >
Apps(App).
2 Zoek naar en klik op Configuratiescherm.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Klik op de tegel Samsung-printersoftware deïnstalleren in het
Startscherm.
3
Volg de instructies in het venster.
• Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden, maakt
u de installatie van de software ongedaan vanuit de
bureaubladmodus.
• Als u de installatie van de managementhulpmiddelen voor printers
van Samsung ongedaan wilt maken, klikt u vanuit het scherm Start
met de rechtermuisknop op de app > Installatie ongedaan maken,
> klikt u met de rechtermuisknop op het te verwijderen programma >
Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster.
3 Klik op Programma's en onderdelen
4 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u
wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
3
4
Volg de instructies in het installatievenster.
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
1. Inleiding
24
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
• Menuoverzicht
26
• De standaardinstellingen van het apparaat
30
• Afdrukmateriaal en lade
32
• Eenvoudige afdruktaken
45
• Een USB-geheugenapparaat gebruiken
52
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
1
Toegang tot het menu
• Een aangevinkte (√) verschijnt naast het geselecteerde menu.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
• Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
• De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 181).
1
2
3
4
5
Druk op de knop
(Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
26
Menuoverzicht
Informatie
(Zie "Informatie" op pagina 183.)
Configuratie
Lay-out
(Zie "Lay-out" op pagina 184.)
Afdrukstand
Demopagina
Staand
Netwerkconfiguratie
Liggend
Info verbruiksartikelen
Marge
Papier
(Zie "Papier" op pagina 185.)
Exemplaren
Lade[x]b
Papierformaat
Papiertype
Grafisch
(Zie "Grafisch" op pagina 186.)
Resolutie
Standaard
Hoge resolutie
Tekst wissen
Gebruiksteller
Algemene marge
Accounta
Multifunctionele lade
Papierformaat
Minimum
Menuoverzicht
Lade[x]b
Papiertype
Medium
PCL-tek.
Emulatiemarge
PS-lettertype
Dubbelzijdig
Multifunctionele lade
Papierinvoer
Maximum
Auto
Randverbetering
Uit
Lade[x]b
Lange zijde
Multifunctionele lade
Korte zijde
Uit
Lade bevestigen
Lade[x]b
Uit
Normaal
Maximum
Auto CR
Multifunctionele lade
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Taakaccountbeheer is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service.
b. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
27
Menuoverzicht
Systeeminstellingen
(Zie "Systeeminstellingen" op pagina 187.)
Datum & Tijd
Onderhoud
Datumnotatie
Toner Op wissena
Klokmodus
Gebr.duur art.
Taal
Ramschijfb
Standaardpapier
Energiebesparing
Ontw.gebeurt.
Time-out taak
Time-out voor wachtrij
Hoogtecorrectie
Emulatie
(Zie "Emulatie" op pagina 191.)
Type emulatie
Instellingen
Afbeeldingsbeheer
(Zie "Afbeeldingsbeheer" op pagina
192.)
Aangepaste kleur
Standaard
Afdrukdichtheid
Waarschuwing: papier bijna op
Tonerbesparing
Stille modus
Eco-instel.
Autom. uitsch.
Best.beleid
Relatieve luchtvochtigheid
Taak opnieuw inplannen
Aut. doorgaan
Automatische ladekeuze
Papier vervangen
Ladebeveiliging
Lade-modus
Blanco pagina's overslaan
a. Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner bevat.
b. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
28
Menuoverzicht
Beheerinstellingenb
(Zie "Beheerinstellingen" op
pagina 196.)
Stempel
Protocolbeheer
Directe USB
(Zie "Directe USB" op
pagina 194.)
Afdrukken vanaf
Actieve taak
DHCP
NFCc
Bestandsbeheer
Beveiligde taak
Stempel activeren
BOOTP
Netwerkconfiguratie
Ruimte tonen
Opgeslagen taak
Item
Stat.
Inst. wissen
Netwerk
(Zie "Netwerk" op pagina 193.)
TCP/IP (IPv4)
TCP/IP (IPv6)
IPv6-protocol
DHCPv6 config
Ethernet
Taakbeheera
(Zie "Taakbeheer" op pagina 195.)
Tekstgrootte
Opaciteit
Positie
Wachtwoord van beheerder
wijzigen
Ethernetpoort
Firmware-upgrade
Ethernet-snel.
Inst. import.
802.1x
Inst. export.
Wi-Fic
Beveiligd afdrukkend
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
Beheer van verbruiksartikelen
Toner bijna op
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
Wi-Fi-inst wis
a. Deze optie is beschikbaar als het optionele geheugen is geïnstalleerd of de ramschijf is gecontroleerd. Om de ramschijf te gebruiken klikt u op Samsung Printer Center >
Apparaatopties en selecteert u vervolgens RAM-schijf (zie "Het Samsung Printer Center gebruiken" op pagina 226).
b. U moet het wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu. Het standaardwachtwoord is sec00000.
c. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
d. Deze optie is beschikbaar als Systeeminstellingen > Onderhoud > Ramschijf is ingeschakeld.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
29
De standaardinstellingen van het apparaat
• U kunt de apparaatinstellingen van het apparaat wijzigen met het
programma Samsung Easy Printer Manager of met de SyncThru™
Web Service.
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van
het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde instelling) > Apparaatinstellingen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven.
Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de
volgende stappen:
1
Selecteer
(Menu) > Systeeminstellingen op het
bedieningspaneel.
2
Kies de gewenste optie en druk op OK.
•
Taal: Pas de taal aan die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
•
Datum & Tijd: U kunt de datum en tijd instellen. Ze worden
afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze
wijzigen.
Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het
numeriek toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op
pagina 199).
• Maand = 01 t/m 12
• Dag = 01 t/m 31
• Jaar = vier cijfers vereist
• Uur = 01 t/m 12
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
• Minuut = 00 t/m 59
•
Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt
weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
•
Energiebesparing: Gebruik deze functie om energie te
besparen als u het apparaat niet gebruikt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
30
De standaardinstellingen van het apparaat
• Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of begint met afdrukken, zal het
apparaat uit de energiespaarstand ontwaken.
• Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. Druk op
(Menu) >
Systeeminstellingen > Ontw.gebeurt. > Aan op het
bedieningspaneel.
•
3
4
5
Hoogtecorrectie: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de
atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven
zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke
hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie
"Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 198).
Kies de gewenste optie en druk op OK.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Raadpleeg de onderstaande koppelingen voor het configureren van
andere nuttige instellingen voor het gebruik van het apparaat.
• Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 43.
• Zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 199.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
31
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
2
Lade overzicht
• Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze
specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie
vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of
serviceovereenkomst van Samsung.
• Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
• Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal dat niet is ontworpen voor
een laserprinter kan brand veroorzaken.
• Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 106).
• Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3
2
1
1 Papierlengtegeleider
2 Papierbreedtegeleider
3 Limietaanduiding voor
papierformaat
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printer kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
32
Afdrukmateriaal en lade
Voor Legal-papier
Druk op de knop zoals getoond en verwijder de lade.
De duplexeenheid is standaard ingesteld op het papierformaat Letter/LGL
of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht. Om het
papierformaat te wijzigen past u de geleider aan zoals hieronder
aangegeven.
4
A
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk
scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier
vastloopt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
33
Afdrukmateriaal en lade
De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt.
Lade 1/ optionele lade
1
1
Trek de lade uit.
2
1 Vol
2 Leeg
3
Papier in de lade plaatsen
De procedure is voor alle optionele laden hetzelfde.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
34
Afdrukmateriaal en lade
2
Houd om het formaat te wijzigen de breedtegeleider en
lengtegeleider ingedrukt om ze in de sleuf te plaatsen met het
papierformaat dat onderaan de lade wordt aangegeven (zie "Lade
overzicht" op pagina 32).
3
Buig de papierstapel of waaier het papier uit, om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
4
Houd de breedtegeleider en lengtegeleider ingedrukt nadat u het
papier in de lade heeft geplaatst.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
35
Afdrukmateriaal en lade
6
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
wilt afdrukken (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 43).
• Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
Multifunctionele lade
• Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
In de multifunctionele lade kunnen speciale soorten en formaten
afdrukmateriaal worden geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en
enveloppen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 106).
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
5
•
Plaats slechts één type, formaat en gewicht van afdrukmedia tegelijk in
de multifunctionele lade.
•
Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade ligt.
Dit kan papierstoringen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
•
Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 106).
•
Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak, voor u
ze in de multifunctionele lade plaatst.
Plaats de lade terug in het apparaat.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
36
Afdrukmateriaal en lade
1
Houd de druk-ontgrendeling van de multifunctionele lade vast en
trek hem naar beneden om de lade te openen. Trek het verlengstuk
van de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld.
3
Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
stel ze in op de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit.
Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of
het papier scheeftrekt.
2
1
2
Plaats het papier in de lade.
• Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal de richtlijnen voor
het plaatsen van afdrukmateriaal (zie "Afdrukken op speciale
afdrukmedia" op pagina 38).
• Als vellen overlappen bij het afdrukken via de multifunctionele lade,
opent u lade 1, verwijdert u de overlappende vellen en probeert u
opnieuw af te drukken.
4
Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade in om
een document af te drukken (zie "Papierformaat en -type instellen"
op pagina 43).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
37
Afdrukmateriaal en lade
4
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor
elke lade.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
• U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het
programma Samsung Easy Printer Manager of met de SyncThru™
Web Service.
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van
het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde instelling) > Apparaatinstellingen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
• U kunt deze ook instellen via
(Menu) > Papier > de gewenste
lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het
bedieningspaneel.
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 106 voor papiergewicht
per vel.
Optionele
Types
Lade 1
Normaal
papier
●
●
●
Dik papier
●
●
●
ladea
Multifunctionele lade
●
Dikker
Dun papier
●
●
●
Bankpost
●
●
●
Kleur
●
●
●
Kaartkarton
●
●
●
Etiketten
●
●
●
Envelop
●
●(alleen lade 2)
●
Voorbedrukt
●
●
●
Katoen
●
●
●
Kringlooppapi
er
●
●
●
Archiefpapier
●
●
●
Birefhoofd
●
●
●
Geperforeerd
●
●
●
a. Deze functie is beschikbaar als u de optionele lade installeert (zie "Verschillende
functies" op pagina 8).
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
38
Afdrukmateriaal en lade
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit.
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
39
Afdrukmateriaal en lade
• Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen
vertonen, opent u de achterklep, verschuift u de achterste geleider aan
de rechterkant ongeveer 90 graden en probeert u opnieuw af te drukken.
Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
1
1 Hendel
•
1 Papieruitvoersteun
-
Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
-
Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende
rand, zonder lucht.
-
Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
-
Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in
werking te kunnen.
•
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
•
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
•
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
synthetische materialen.
•
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
•
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
• Als u op een envelop afdrukt, moet u de uitvoersteun sluiten. Anders
kan er een papierstoring optreden.
1
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
40
Afdrukmateriaal en lade
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat, ongeveer 170 °C. De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
•
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
•
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend
etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende
factoren:
-
Kleefstoffen: moeten bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat van circa 170 °C en mogen niet buitensporig krullen.
Gebruik alleen etiketten die volgens de doos geschikt zijn voor
gebruik in laserprinters.
-
Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
-
Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13
mm omkrullen.
-
Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
41
Afdrukmateriaal en lade
•
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt.
Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het
afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen
hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
•
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
•
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan
liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u
het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
•
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
•
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1
seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170
°C) van het apparaat.
•
De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de
printerrollen niet beschadigen.
•
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op
het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van
het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
42
Afdrukmateriaal en lade
5
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en type instellen met behulp van de knoppen op het scherm. Als u wilt
afdrukken vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de
papiersoort in het toepassingsprogramma dat u op uw computer gebruikt
(zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
• U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het
programma Samsung Easy Printer Manager of met de SyncThru™
Web Service.
1
Selecteer
(Menu) > Papier > de gewenste lade selecteren >
Papierformaat of Papiertype op het bedieningspaneel.
2
3
4
Selecteer de gewenste optie.
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Als u papier met speciale afmetingen wilt gebruiken, zoals
factuurpapier, selecteert u het tabblad Papier > Grootte > Bewerken...
en stelt u Aang. papierform. inst. in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken in (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van
het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde instelling) > Apparaatinstellingen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
• U kunt deze ook instellen via
(Menu) > Papier > de gewenste
lade selecteren > Papierformaat of Papiertype op het
bedieningspaneel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
43
Afdrukmateriaal en lade
6
De uitvoersteun gebruiken
Het oppervlak van de uitvoerlade kan warm worden wanneer u veel
pagina's tegelijk afdrukt. Let erop dat u het oppervlak niet aanraakt en
houd kinderen uit de buurt.
Het apparaat stuurt uitvoer standaard naar de uitvoerlade. De afgedrukte
pagina's worden op de uitvoersteun gestapeld en de uitvoersteun helpt bij
het rechtleggen van de afgedrukte pagina's. Open de uitvoersteun.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
44
Eenvoudige afdruktaken
Raadpleeg de handleiding Geavanceerd (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 201) voor speciale afdrukfuncties.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
7
Afdrukken
• Afdrukken vanaf een Mac (zie "Afdrukken in Mac" op pagina 211).
• Afdrukken vanuit Linux (zie "Afdrukken in Linux" op pagina 213).
• Afdrukken vanuit UNIX (zie "Afdrukken in Unix" op pagina 214).
Het volgende scherm met Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor
Notepad in Windows 7. Uw scherm met Voorkeursinstellingen voor
afdrukken kan hiervan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem of
van het programma dat u gebruikt.
1
2
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het
afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken.
Open het document dat u wilt afdrukken.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt
u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de
toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
4
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
afdruktaak te starten.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
45
Eenvoudige afdruktaken
8
3
4
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te
worden, annuleert u op de volgende manier:
•
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het model.
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat (
•
Selecteer uw printerstuurprogramma in de lijst Printer selecteren.
) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door op
op het bedieningspaneel te drukken.
(Stoppen/Wissen)
9
Voorkeursinstellingen openen
Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor afdrukken
verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken,
of
. Een
uitroepteken (
) wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren, maar
dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken
wil zeggen dat u deze optie
niet kunt selecteren vanwege de instellingen of de omgeving van het
apparaat.
1
2
Open het document dat u wilt afdrukken.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
46
Eenvoudige afdruktaken
• U kunt voordat u gaat afdrukken eco-functies toepassen om papier
en toner te besparen (zie "Easy Eco Driver" op pagina 221).
• U kunt de huidige status van het apparaat controleren door op de
knop Printerstatus te drukken (zie "Samsung-printerstatus
gebruiken" op pagina 232).
1
2
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
3
4
Klik op opslaan.
5
Klik op OK. Als u instellingen opslaat onder Favorieten worden alle
huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Typ in het invoervak Favorieten een naam voor deze instellingen.
• Het printerstuurprogramma omvat een interface die is
geoptimaliseerd voor touchscreens. Om deze gebruikersinterface te
gebruiken klikt u op Samsung Printer Center > Apparaatopties en
selecteert u vervolgens Stijlvolle gebruikersinterface (zie "Het
Samsung Printer Center gebruiken" op pagina 226).
Voorkeursinstellingen gebruiken
Met de optie Favorieten die op elk tabblad maar niet op het tabblad
Favorieten en Samsung wordt weergegeven, kunt u de huidige
voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om Favorieten-items op te slaan:
Voer een naam en beschrijving in en selecteer vervolgens de
gewenste icoon.
Als u een opgeslagen instelling wilt gebruiken, kiest u deze op het
tabblad Favorieten. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te
maken met de geselecteerde instellingen. Om een opgeslagen
instelling te verwijderen, selecteert u deze uit de vervolgkeuzelijst
Favorieten en klikt u op Wissen.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
47
Eenvoudige afdruktaken
10
11
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord.
Eco-afdruk
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart
natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken.
Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, wordt deze modus
ingeschakeld. De standaardinstelling in de eco-modus is dubbelzijdig
afdrukken (lange zijde), meerdere pagina's per zijde (twee of meer), blanco
pagina's overslaan en tonerbesparing. Afhankelijk van het model zijn
enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
• U kunt de apparaatinstellingen van het apparaat wijzigen met het
programma Samsung Easy Printer Manager of met de SyncThru™
Web Service.
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van
het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
(Geavanceerde instelling) > Apparaatinstellingen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
48
Eenvoudige afdruktaken
•
Afhankelijk van het printerstuurprogramma dat u gebruikt, werkt Blanco
pagina's overslaan mogelijk niet juist. Als de functie Blanco pagina's
overslaan niet goed werkt, moet u deze functie instellen vanuit de Easy
Eco Driver (zie "Easy Eco Driver" op pagina 221).
Sjabloon selecteren: Volg de instellingen van de Syncthru™
Web Service of van Samsung Easy Printer Manager. Voordat u
dit item selecteert, moet u de ecofunctie instellen in SyncThru™
Web Service ( tabblad Settings > Machine Settings > System
> Eco Settings) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Eco).
-
Default Settings: Het apparaat is ingesteld op de Default
Eco-modus.
-
Custom Settings: Pas alle vereiste waarden aan.
Instellen van Eco-modus op het bedieningspaneel.
1
Selecteer
(Menu) > Systeeminstellingen > Eco-instel. op het
bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•
3
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld.
-
Uit: Zet de Eco-modus uit.
-
Aan: Zet de Eco-modus aan.
Als u de ecomodus met een wachtwoord instelt vanaf de SyncThru™
Web Service (het tabblad Settings > Machine Settings > System >
Eco Settings) of Samsung Easy Printer Manager
(Apparaatinstellingen > Eco), verschijnt de boodschap Gedwongen.
U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen.
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om
gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties.(zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
Open het tabblad Eco om de Eco-modus in te stellen. Als u de ecoafbeelding ziet (
ingeschakeld.
), betekent dit dat de eco-modus momenteel is
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
49
Eenvoudige afdruktaken
Eco-opties
Resultaatsimulator
•
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
•
Geen: Schakelt Eco-modus uit.
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxideemissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier,
naargelang de door u gekozen instellingen.
•
Afdrukken in ecomodus: Selecteer Tweezijdig afdrukken, Lay-out,
Kleurenmodus, Blanco pagina's overslaan en Tonerspaarstand om
de Eco-modus te activeren. U kunt Eco-modus gebruiken als u wilt
besparen op het verbruik van papier en toner. Zo lang u de opties van
de andere tabbladen niet wijzigt, wordt het document afgedrukt zoals in
de Eco-modus staat ingesteld, met de selecties die u hebt gekozen.
•
Wachtwoord: Als de beheerder heeft ingesteld dat de Eco-modus
moet worden gebruikt, moet u een wachtwoord opgeven om de status
te wijzigen.
Knop Wachtwoord: U kunt instellen vanaf de SyncThru™ Web Service
(het tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco Settings)
of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen > Eco). De
wachtwoordknop is geactiveerd. Om de afdrukinstellingen te wijzigen,
klikt u op deze knop, voert u het wachtwoord in of neemt u contact op
met de beheerder.
•
De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van
honderd pagina's zonder blanco pagina, als de Eco-modus is
uitgeschakeld.
•
Zie voor de berekeningscoëfficiënt met betrekking tot CO2, energie en
papier het IEA, de index van het Japanse ministerie van Binnenlandse
Zaken en Communicatie en www.remanufacturing.org.uk. Elk model
gebruikt een ander kengetal.
•
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het
gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
•
De weergegeven hoeveelheid is slechts een schatting omdat de
werkelijke hoeveelheid kan verschillen naargelang het gebruikte
besturingssysteem, computerkracht, programma's, aansluitmethode,
mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
50
Eenvoudige afdruktaken
12
Beveiligd afdrukken
4
Deze functie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
opties of het model. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat.
• Mogelijk kunt u complexe documenten niet afdrukken wanneer u
gebruikmaakt van de RAM-schijf. Als u complexe documenten wilt
afdrukken, moet u aanvullend geheugen installeren.
Als u een printer op kantoor, op school of in een andere openbare ruimte
gebruikt, kunt u uw persoonlijke documenten of vertrouwelijke informatie
beschermen met de beveiligde afdrukfuncties.
Beveiligd afdrukken starten vanuit de SyncThru™ Web
Service
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
Klik rechtsboven in het venster van de SyncThru™ Web Servicewebsite op Aanmelden.
3
Settings > Machine Settings > System > Ram Disk.
Schakel Ram Disk in.
Beveiligde documenten afdrukken vanaf het
bedieningspaneel
1
Selecteer
(Menu) > Taakbeheer > Opgeslagen taak op het
bedieningspaneel van de printer.
2
3
Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
4
5
Druk het document af.
Voer het wachtwoord in dat u in het printerstuurprogramma heeft
ingesteld.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
51
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen
met uw apparaat kunt gebruiken.
Gebruik alleen USB-geheugenapparaten met een USB-connector van het
type A.
A
13
B
Informatie over USB-geheugenapparaat
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, muziek en video’s, hogeresolutieafbeeldingen
en alle andere bestanden die u wilt opslaan of verplaatsen.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat met een afgeschermde
metalen aansluiting.
U kunt het volgende doen met uw apparaat en een USBgeheugenapparaat.
•
documenten scannen en op een USB-geheugenapparaat opslaan
•
afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
•
back-upbestanden terugzetten in het geheugen van het apparaat
•
het USB-geheugenapparaat formatteren
•
de beschikbare geheugenruimte controleren
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en
sectoren van 512 bytes.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
52
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
14
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestandstypen die worden ondersteund door de optie Direct afdrukken:
•
PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
• Verwijder het USB-geheugenapparaat niet als het in gebruik is.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
• Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
•
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•
JPEG: JPEG Baseline
•
PDF: PDF 1.7 of ouder
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Directe USB > Afdrukken vanaf op het
bedieningspaneel.
3
Selecteer het gewenste bestand of de gewenste map.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
53
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
4
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
5
6
Druk op OK.
Druk op de knop
stand-bymodus.
Gegevens terugzetten
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
15
Een back-up maken van uw gegevens
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als
back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan.
Back-up van gegevens maken
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Beheerinstellingen > Inst. export. op het
bedieningspaneel.
3
4
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Druk op de knop
stand-bymodus.
1
Sluit het USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Beheerinstellingen > Inst. import. op het
bedieningspaneel.
3
4
5
6
Selecteer Installatiebestand.
Selecteer het bestand dat u wilt herstellen.
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Druk op de knop
stand-bymodus.
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
16
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor
een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te
formatteren.
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
54
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
3
4
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Druk op de knop
stand-bymodus.
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
De USB-geheugenstatus weergeven
Een afbeeldingsbestand verwijderen
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Directe USB >Bestandsbeheer >
Verwijderen op het bedieningspaneel.
3
4
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Druk op de knop
stand-bymodus.
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
scannen en opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Directe USB > Ruimte tonen op het
bedieningspaneel.
3
Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte
weergegeven.
4
Druk op de knop
stand-bymodus.
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
USB-geheugenapparaat formatteren
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Selecteer
(Menu) > Directe USB > Bestandsbeheer >
Indeling op het bedieningspaneel.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
55
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
Beschikbare verbruiksartikelen
Beschikbare accessoires
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
De tonercassette bewaren
Toner herverdelen
De tonercassette vervangen
Accessoires installeren
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
De toner instellen
Het apparaat reinigen
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
57
58
59
60
61
63
65
67
71
72
73
78
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 58,"Beschikbare accessoires" op pagina 59).
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar http://www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van
de klantenservice.
3. Onderhoud
57
Beschikbare verbruiksartikelen
Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat:
Type
Tonercassette
Gemiddeld aantal afdrukkena
Benaming van onderdeel
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 10.000 standaard pagina's
MLT-D201S
Gemiddelde tonercapaciteit: Ong. 20.000 standaard pagina's
MLT-D201L
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, kunt u dit het beste doen in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes
of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land
kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
3. Onderhoud
58
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
Optie
Functie
Benaming van
onderdeel
Geheugenmodule
Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit.
SL-MEM001: 2 GB
Optionele laden (lade 2, lade 3, lade 4,
lade 5)
Als u frequent problemen met de papiertoevoer hebt, kunt u een extra 550 vastmaken
SL-SCF4000
a
bladladen.
Hiermee kunt u het apparaat eenvoudig verplaatsen met behulp van deze standaard
op wielen.
Standaard
Wireless/NFC-kit
ML-DSK65S
Voor gebruik van de optionele standaard moet u de voet installeren zoals
aangegeven in de daarbij geleverde handleiding. Anders kan het apparaat
omvallen wanneer deze overhelt en lichamelijk letsel veroorzaken.
Deze kit stelt u in staat om uw apparaat als een Wireless- of NFC-apparaat te
gebruiken.
SL-NWE001X
a. voor normaal papier van 75g/m2 (bankpostpapier)
3. Onderhoud
59
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
U dient de onderhoudsgevoelige onderdelen regelmatig te vervangen om de machine in goede conditie te houden, en problemen met de afdrukkwaliteit
en aanvoerstoringen als gevolg van versleten onderdelen te voorkomen. Onderhoudsgevoelige onderdelen zijn voornamelijk rollen, riemen en
rubbermatten. De vervangingsperiode en betreffende onderdelen kunnen per model verschillen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een
erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Neem contact op met de oorspronkelijke
leverancier van de machine voor aankoop van onderhoudsonderdelen. Het Samsung Printer Status-programma geeft de vervangingsperiode voor
onderhoudsgevoelige onderdelen aan. Het kan ook op de gebruikersinterface worden aangegeven als uw apparaat een weergavescherm heeft. De
vervangingsperiode kan afhangen van het gebruikte besturingssysteem, rekenprestaties, toepassingssoftware, verbindingsmethode, papiertype,
papierformaat, en complexiteit van de taak.
3. Onderhoud
60
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen om optimale prestaties, de beste kwaliteit en een lange levensduur
van uw nieuwe Samsung-tonercassette te garanderen.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
-
Op stoffige plaatsen.
-
In een auto gedurende een lange periode.
-
In een omgeving met corrosieve dampen.
-
In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
•
Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
•
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
•
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-
Temperaturen boven 30 °C.
-
In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-
In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-
In direct zon- of kunstlicht.
Gebruik tonercassette
Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw
printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden of goedgekeurd.
Hetzelfde geldt voor generieke, hervulde of gereviseerde tonercassettes,
alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het
gebruik van hervulde tonercassettes, gerecyclede tonercassettes of
tonercassettes van een ander merk dan Samsung.
3. Onderhoud
61
De tonercassette bewaren
3
Geschatte levensduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
3. Onderhoud
62
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•
Witte strepen of onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•
De Status-led knippert oranje. Er verschijnt mogelijk een bericht op het display dat aangeeft dat de toner bijna op is.
•
Het venster van het programma Samsung-printerstatus verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke tonercassette bijna leeg is (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 232).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Pak de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
3. Onderhoud
63
Toner herverdelen
2
1
3. Onderhoud
64
De tonercassette vervangen
De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna bereikt:
•
De status-LED en het bericht in verband met de toner op het display geven aan dat de tonercassette vervangen moet worden.
•
Het venster van het programma Samsung-printerstatus van de computer verschijnt en vertelt u wanneer de cartridge bijna leeg is (zie "Samsungprinterstatus gebruiken" op pagina 232).
Controleer het type tonercassette van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 58).
• Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
3. Onderhoud
65
De tonercassette vervangen
Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken.
1
2
3. Onderhoud
66
Accessoires installeren
4
5
Voorzorgsmaatregelen
•
Koppel het netsnoer los.
Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is
ingeschakeld.
Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires
installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te
voorkomen.
•
Apparaatopties instellen
Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die
u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele
apparaten die u in dit stuurprogramma hebt geïnstalleerd niet kunt
gebruiken, dient u de optionele apparaten in te stellen in Apparaatopties.
1
Ontlaad statische elektriciteit.
Het moederbord en de interne accessoires (netwerkinterfacekaart of
geheugenmodule) zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u
interne accessoires installeert of verwijdert, moet u de statische
elektriciteit van uw lichaam ontladen door een metalen voorwerp aan te
raken, zoals de metalen achterplaat van een willekeurig apparaat dat
op een geaarde stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen
van de installatie rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals
eventuele statische elektriciteit te ontladen.
Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij
in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat
een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Uw dienstverlener dient de oude batterij uit uw apparaat te
verwijderen en deze volgens de in uw land van toepassing zijnde
wetgeving af te voeren.
Klik op het menu Start van Windows.
•
2
3
In Windows 8: selecteer in Charms(charms) achtereenvolgens
Zoeken > Instellingen.
Voor Windows XP Service Pack 3/2003 selecteert u Printers en
faxapparaten.
•
In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
•
Zoek voor Windows 8 naar Apparaten en printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
3. Onderhoud
67
Accessoires installeren
4
Voor Windows XP Service Pack 3/2003/2008/Vista, drukt u op
Eigenschappen.
In Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
5
6
Bepaalde menu's kunnen niet voorkomen op het scherm, afhankelijk
van de opties of modellen. Indien dit het geval is, is dit niet van
toepassing op uw apparaat.
•
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ▶ staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
•
Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de
Afdrukmodus selecteren.
Selecteer Apparaatopties.
•
Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal voor de
afdrukopdracht.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
•
Beheerderinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMFspooling selecteren.
•
Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen
aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u
afdrukt.
Selecteer de juiste optie.
-
Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak
starten.
-
Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak
starten.
3. Onderhoud
68
Accessoires installeren
Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
•
7
Instellingen aangepast papierformaat: U kunt een aangepast papierformaat opgeven.
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen van printer verlaat.
3. Onderhoud
69
Accessoires installeren
6
Een geheugenmodule upgraden
Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. We raden u aan
om alleen DIMM's van Samsung te gebruiken. Uw garantie is niet geldig als blijkt dat het probleem met uw apparaat wordt veroorzaakt door DIMM's van
derden.
Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 59).
• Als het optionele geheugen is geïnstalleerd, kunt u gebruikmaken van geavanceerde afdrukfuncties, zoals een afdruktaak opslaan of in de wachtrij op
de harde schijf plaatsen, een afdruktaak controleren en een persoonlijke afdruktaak specificeren in het venster Eigenschappen van printer. U kunt de
actieve opdrachtlijst en het bestandsbeleid beheren in het menu Taakbeheer.
1
2
3. Onderhoud
70
2
1
3. Onderhoud
71
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt. Vervang
indien nodig de betrokken onderdelen.
1
2
3
Selecteer
(Menu) > Systeeminstellingen > Onderhoud > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus.
3. Onderhoud
72
De toner instellen
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
• U kunt de apparaatinstellingen van het apparaat wijzigen met het programma Samsung Easy Printer Manager of met de SyncThru™ Web Service.
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde
instelling) > Apparaatinstellingen (zie "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 229).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings
> Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
1
2
3
Selecteer
(Menu) > Beheerinstellingen > Beheer van verbruiksartikelen > Toner bijna op op het bedieningspaneel.
Selecteer de optie die u wenst en druk op OK om de selectie op te slaan.
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de gereedmodus.
3. Onderhoud
73
Het apparaat reinigen
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om het in goede staat te houden en de gebruiksduur te verlengen.
• Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
• Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
• Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het
apparaat te reinigen.
7
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
3. Onderhoud
74
Het apparaat reinigen
8
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Pak de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
• Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
• Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
• Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
3. Onderhoud
75
Het apparaat reinigen
1
2
2
1
3. Onderhoud
76
Het apparaat reinigen
9
Reinigen van de opneemrol
• Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
• De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
3. Onderhoud
77
1
2
2
1
3. Onderhoud
78
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
Tips voor het verplaatsen en
opbergen van uw apparaat
•
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn
kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat
waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit
kan verslechteren.
•
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee
mensen het apparaat goed vasthouden.
3. Onderhoud
79
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
• Tips om papierstoringen te voorkomen
80
• Papierstoringen verhelpen
81
• Informatie over de status-LED
92
• Informatie over displaymeldingen
94
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om
de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd
(zie "Problemen oplossen" op pagina 240). Als u geen oplossing kunt vinden in de
Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice
bellen.
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 32).
•
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 106).
4. Problemen oplossen
80
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
4. Problemen oplossen
81
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
1
2
2
1
4. Problemen oplossen
82
Papierstoringen verhelpen
2
In optionele laden
De procedure is voor alle optionele laden hetzelfde.
4. Problemen oplossen
83
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
4. Problemen oplossen
84
Papierstoringen verhelpen
3
In de multifunctionele lade
4. Problemen oplossen
85
Papierstoringen verhelpen
4
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
4. Problemen oplossen
86
Papierstoringen verhelpen
1
2
2
1
4. Problemen oplossen
87
Papierstoringen verhelpen
5
In het uitvoergebied
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wacht tot het apparaat is afgekoeld voordat u dit gebied aanraakt. Schakel het apparaat uit om het te laten
afkoelen. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
4. Problemen oplossen
88
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
90˚
1
1
2
90˚
90˚
1
1
2
90˚
4. Problemen oplossen
89
Papierstoringen verhelpen
6
Rond de duplexeenheid
1
2
2
1
1
2
4. Problemen oplossen
90
Papierstoringen verhelpen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
90˚
1
1
2
90˚
90˚
1
1
2
90˚
4. Problemen oplossen
91
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
• Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
• Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 94).
• U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 232).
• Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
LED
Status
Uit
Blauw
Omschrijving
Het apparaat is offline.
Knippert
Als het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan
• Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
• Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Controleer de melding op het
display voor modellen die het weergavescherm op het configuratiescherm ondersteunen. Als het probleem is opgelost,
gaat de printer door met afdrukken.
Knippert
(
Status
)
• De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassettea van de tonercassette is bijna bereikt. Bereid
een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 63).b
Oranje
• De tonercassette heeft de geschatte levensduur a bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te vervangen
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
• De klep is geopend. Sluit de klep.
Aan
• De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
• Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over
displaymeldingen" op pagina 94).
• Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 81).
4. Problemen oplossen
92
Informatie over de status-LED
LED
Status
Aan
(
)Aan/
uit/
ontwaken
Blauw
Eco
Groen
Omschrijving
Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
Uit
Aan
Eco-modus is ingeschakeld (zie "Eco-afdruk" op pagina 48).
Uit
Eco-modus is uitgeschakeld.
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19798. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van de afbeelding, de tijd tussen
afdruktaken, media en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
b. Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
4. Problemen oplossen
93
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen
voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem.
• U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 232).
• Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem contact op met
een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
• Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de klantenservice.
• Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige meldingen mogelijk niet op het display.
• [foutnummer] geeft het foutnummer aan.
• [ladetype] geeft het ladetype aan.
• [type media] geeft het type media aan.
• [formaat media] geeft het formaat van de media aan.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier
Melding
Papierst. in duplex.
Papierst. ond. duplex
Papierst. bov. duplex
Papierst. in uitv. geb
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Het papier is vastgelopen bij het
dubbelzijdig afdrukken. Dit geldt alleen
voor apparaten die over deze functie
beschikken.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "Rond de duplexeenheid" op
pagina 90).
Er is papier vastgelopen bij de uitgang.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "In het uitvoergebied" op pagina
88).
4. Problemen oplossen
94
Informatie over displaymeldingen
Melding
Papierst. in apparaat
Papierst. lade 1
• Papierst. lade 2
• Papierst. lade 3
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Er is papier vastgelopen in het apparaat.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "Binnenin het apparaat" op
pagina 86).
Er is papier vastgelopen in de lade.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "In optionele laden" op pagina
83).
Er is papier vastgelopen in de optionele
lade.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "In optionele laden" op pagina
83).
Er is papier vastgelopen in de
multifunctionele lade.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de multifunctionele lade" op
pagina 85).
• Papierst. lade 4
• Papierst. lade 5
Pap stor in MF-lade
8
Meldingen over de tonercassette
Melding
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Vervang de tonercassette door een tonercassette van Samsung die
Plaats nieuwe cas.
De aangegeven tonercassette is aan het
einde van de geschatte levensduur.
Bereid nw. TC voor
Het einde van de geschatte levensduur van
de cassette is bijna bereikt.
Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen.
U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen
(zie "Toner herverdelen" op pagina 63).
speciaal is ontworpen voor uw apparaata (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 65).
4. Problemen oplossen
95
Informatie over displaymeldingen
Melding
Betekenis
Er is geen tonercassette geplaatst.
Fout: [foutnummer]
Tonercassettestoring:
[foutnummer]. Neem contact op
met de klantenservice.
Voorgestelde oplossing
Plaats een tonercassette. Indien geïnstalleerd, probeer de
tonercassette opnieuw te installeren. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Installeer de tonercassette van Samsung twee of drie keer om er zeker
van te zijn dat deze juist is geplaatst. Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Er is geen tonercassette geplaatst
Er is geen tonercassette geplaatst.
Installeer de tonercassette opnieuw.
TC is niet compatibel
De tonercassette die u hebt geplaatst, is
niet geschikt voor uw apparaat.
Installeer een originele beeldeenheid van Samsung die speciaal is
ontworpen voor uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op
pagina 58).
De aangegeven tonercassette is bijna aan
het einde van de geschatte levensduur.
Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u de
tonercassette te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u de
cassette verder blijft gebruiken kunnen er problemen optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
Plaats nieuwe cas.
Als het apparaat stopt met afdrukken, vervangt u de tonercassette (zie
"De tonercassette vervangen" op pagina 65).
Afsluittape verwijderen
De afdichtingstape van de tonercassette is
niet verwijderd.
Verwijder de afdichtingstape van de tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op pagina 65).
a. Als de tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken. In dit geval kunt u kiezen om te stoppen of door te gaan met printen vanaf de SyncThru™
Web Service. (Settings > Machine Settings > System > Setup > Supplies Management > Toner Cartridge Stop) of Samsung Easy Printer Manager (Apparaatinstellingen >
Systeem > Beheer van verbruiksartikelen > Tonercassette stoppen). Door deze optie uit te schakelen en door te gaan met afdrukken kan het systeem van het apparaat beschadigd
raken.
4. Problemen oplossen
96
Informatie over displaymeldingen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere
tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt door de garantie van het apparaat.
9
Meldingen over de papierlade
Melding
Betekenis
De uitvoerlade is vol.
Zodra het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat de printer door
met afdrukken. Neem contact op met de klantendienst als het probleem
zich blijft voordoen.
Er is geen papier in de multifunctionele
lade.
Plaats papier in de multifunctionele lade (zie "Multifunctionele lade" op
pagina 36).
Het in de printereigenschappen opgegeven
papierformaat stemt niet overeen met het
door u geplaatste papier.
U kunt de optie Doorgaan of Annuleren selecteren. Als u Annuleren
selecteert, wordt de afdruktaak afgebroken. Plaats het correcte papier
in de lade. Als u Doorgaan selecteert, gaat het apparaat door met
afdrukken.
De lade is niet goed gesloten
Sluit de lade goed tot ze vastklikt. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Uitvoerlade vol
Papier in MF-lade op
[ladetype] Fout papier
[ladetype] geopend
Voorgestelde oplossing
4. Problemen oplossen
97
Informatie over displaymeldingen
Melding
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Er is een probleem in de lade.
Controleer de aansluiting van lade. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Er is een probleem in de lade.
Open en sluit de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan
contact op met de onderhoudsdienst
Papier [ladetype] bijna op
Papier in lade raakt op.
Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 34).
Papier [ladetype] op
De papierlade is leeg.
Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 34).
Fout: [foutnummer]
Ladestoring: [foutnummer].
Controleer de verbinding van
[ladetype] en schakel vervolgens
uit en in. Neem contact op met de
serviceafdeling als het probleem
zich blijft voordoen
Fout: [foutnummer]
Ladestoring: [foutnummer]. Trek
[ladetype] eruit en plaats deze
opnieuw. Neem contact op met de
serviceafdeling als het probleem
zich blijft voordoen
4. Problemen oplossen
98
Informatie over displaymeldingen
10
Meldingen over het netwerk
Melding
Fout [foutnummer]
Betekenis
Er is een probleem met het netwerk.
Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Het apparaat kan het draadloze netwerk
niet vinden.
Controleer de status van de draadloze router of het toegangspunt.
Controleer ook de configuratie, de stroomaansluitingen en apparaten
die de draadloze communicatie mogelijk beïnvloeden. Als het probleem
zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
• De opties voor het draadloos netwerk
zijn onjuist geconfigureerd voor de
beveiligingsmethode.
Configureer de opties voor draadloos opnieuw op het apparaat, de
SWS, het toegangspunt of de draadloze router. De
beveiligingsmethode WPA2-PSK/AES wordt aanbevolen. Als het
probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Netwerkstoring: [foutnummer].
Schakel uit en in. Bel
ondersteuning als het probleem
aanhoudt
Fout [foutnummer]
Kan geen draadloos netwerk
vinden. Controleer de draadloze
omgeving
Fout [foutnummer]
De instellingen voor de draadloze
netwerkbeveiliging zijn onjuist.
Wijzig de instellingen
Voorgestelde oplossing
• Het ingevoerde wachtwoord in de
draadloze beveiligingsopties is onjuist.
• Het apparaat ondersteunt de
beveiligingsmethode niet die door het
toegangspunt of de draadloze router
wordt gebruikt.
• Het toegangspunt of de draadloze router
werkt niet goed.
4. Problemen oplossen
99
Informatie over displaymeldingen
Melding
Fout [foutnummer]
Er is geen verbinding met het
draadloze toeganspunt. Controleer
de draadloze instellingen als er niet
automatisch opnieuw verbinding
wordt gemaakt
Fout [foutnummer]
Verbinding via WPS mislukt.
Probeer het opnieuw of stel een
andere draadloze verbinding in
Fout [foutnummer]
Wi-Fi Direct is niet gereed. Schakel
het apparaat uit en in. Neem
contact op met de serviceafdeling
als het probleem zich blijft
voordoen
Fout [foutnummer]
Kan geen verbinding maken met
Wi-Fi Direct. Schakel uw mobiele
apparaat uit en schakel het weer in
IP-conflict
802.1x netwerkfout
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Het apparaat kan geen verbinding maken
met het draadloos toegangspunt of de
draadloze router.
Controleer de status van het toegangspunt. Controleer ook de
configuratie, de stroomaansluitingen en apparaten die de draadloze
communicatie mogelijk beïnvloeden. Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Het apparaat kan geen verbinding maken
via WPS.
Controleer de WPS-instellingen (zie "Het WPS-menu gebruiken" op
pagina 149).
Het apparaat kan de Wi-Fi Directverbinding niet initialiseren.
Schakel de functie Wi-Fi Direct uit en weer aan, of start het apparaat of
het mobiele apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen,
neem dan contact op met een servicecentrum.
Het apparaat kan geen verbinding maken
via Wi-Fi Direct.
Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met de
klantendienst als het probleem zich blijft voordoen.
Het IP-adres wordt elders gebruikt.
Controleer het IP-adres of vraag een nieuw IP-adres aan.
Verificatie mislukt.
Controleer het netwerkverificatieprotocol. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als dit probleem zich blijft voordoen.
4. Problemen oplossen
100
Informatie over displaymeldingen
11
Div. meldingen
Melding
Klep is open. Sluit deze.
Betekenis
Voorgestelde oplossing
De klep is niet goed gesloten.
Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken.
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Voorklep staat open. Sluit klep
Fout [foutnummer]
Storing motor: [foutnummer]. Zet
uit en weer aan. Neem contact op
met de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen
Fout [foutnummer]
Storing ventilatie: [foutnummer].
Zet uit en weer aan. Neem contact
op met de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen
Fout [foutnummer]
Probleem met sensor:
[foutnummer]. Zet uit en weer aan.
Neem contact op met de
klantenservice als het probleem
zich blijft voordoen
4. Problemen oplossen
101
Informatie over displaymeldingen
Melding
Fout [foutnummer]
Betekenis
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Het apparaat kan niet bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als
het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
servicecentrum.
Het apparaat staat opgesteld in een vertrek
met een ongeschikte kamertemperatuur.
Verplaats het apparaat naar een vertrek met de geschikte
kamertemperatuur.
De fixeereenheid is bijna versleten.
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe. Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
De fixeereenheid is versleten.
Vervang de fixeereenheid door een nieuwe. Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Probl [foutnummer] fixeereenheid.
Zet app uit en aan. Neem contact
op met klantend. als probl. zich
blijft voordoen.
Fout [foutnummer]
Storing LSU-eenheid:
[foutnummer]. Zet uit en weer aan.
Neem contact op met de
klantenservice als het probleem
zich blijft voordoen
Fout [foutnummer]
Probleem [foutnummer] met
motorsyst. Bel klantend.
Niet juiste kam.temp.
Fuser klaarhouden
Vervang fuser
Voorgestelde oplossing
4. Problemen oplossen
102
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
• Specificaties
104
• Informatie over wettelijke voorschriften
113
• Copyright
124
Specificaties
1
Algemene specificaties
Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar http://www.samsung.com voor meer specificaties en
informatie over wijzigingen van de specificaties.
Items
Omschrijving
Afmetingena
Lengte x Breedte x Hoogte
421,4 x 406,5 x 351 mm
Gewichta
Apparaat inclusief verbruiksartikelen
16,60 kg
Geluidsniveaubc
Stand-bymodus
Minder dan 30 dB(A)
Afdrukmodus
Minder dan 53 dB(A)
Gebruik
10 tot 30 °C
Opslag (in verpakking)
-20 tot 40 °C
Gebruik
20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)
10 tot 90% RV
Modellen op 110 volt
AC 110 – 127 V
Modellen op 220 volt
AC 220 – 240 V
Temperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
Nominaal vermogend
5. Bijlage
104
Specificaties
Items
Stroomverbruike
Omschrijving
Gemiddeld vermogen
Minder dan 700 W
Stand-bymodus
Minder dan 50 W
Energiebesparende modus
Minder dan 1,21 W
Uitgeschakelde toestandf
Minder dan 0,1 Watt
Network Standby-modus (Activering
alle poorten)
Minder dan 1,26 W
a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder accessoires.
b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
c. Alleen voor China Als het geluid van de apparatuur luider is dan 63 dB (A), moet de apparatuur in een aparte ruimte worden geplaatst.
d. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
e. Het stroomverbruik is afhankelijk van de status van de machine, de instellingen, de omgevingsvoorwaarden en de meetapparatuur en -methode die het land gebruikt.
f. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
5. Bijlage
105
Specificaties
2
Specificaties van de afdrukmedia
Type
Gewoon papier bc
Formaat
Letter
Legal
US Folio
A4
Oficio
JIS B5
ISO B5
Bepaling
Executive
A5
Afmetingen
216 x 279 mm
216 x 356 mm
216 x 330 mm
210 x 297 mm
216 x 343 mm
182 x 257 mm
176 x 250 mm
140 x 216 mm
184 x 267 mm
148 x 210 mm
105 × 148 mm
Gewicht/Capaciteita
Lade 1 / optionele laden (lade 2, lade 3,
Multifunctionele lade
lade 4, lade 5)
70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier)
70 tot 90 g/m2
(bankpostpapier)
• Lade 1: 550 vellen van 75g/m2
• 100 vellen
• Optionele laden: 550 vellen van 75g/
m2
70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier)
• 150 vellen van 80g/m2
A6
Niet beschikbaar in optionele
laden.
Indexkaart
Ansichtkaart 4 x
6
Ansichtkaart
100 x 148
76 x 127 mm
102 x 152 mm
Niet beschikbaar in lade 1/optionele
laden
Niet beschikbaar in optionele laden.
100 x 148 mm
Niet beschikbaar in optionele laden.
5. Bijlage
106
Specificaties
Type
Enveloppen
Formaat
EnvelopMonarch
Envelop Nr. 10
Envelop Nr. 9
Envelop DL
Envelop C5
Afmetingen
98 x 191 mm
105 x 241 mm
98 x 225 mm
110 x 220 mm
162 × 229 mm
114 x 162 mm
Zie Normaal papier
Zie Normaal
papier
• Monarch-envelop, Envelop
C6: Niet beschikbaar in
optionele laden.
91 tot 105 g/m2 (24 tot 28 lbs
bankpostpapier)
91 tot 105 g/m2 (24 tot 28 lbs
bankpostpapier)
• 50 vellen van 105 g/m2
(bankpostpapier)
• 10 vellen
Zie Normaal papier
Dikker papier c d
Niet beschikbaar in lade 1 en
optionele laden.
Zie Normaal
papier
Dun papier
• 20 vellen
• Envelop nr. 10, Envelop nr. 9,
Envelop DL, Envelop C5: Niet
beschikbaar in optionele laden
3, 4 en 5.
Envelop C6
Dik papier b c
Gewicht/Capaciteita
Lade 1 / optionele laden (lade 2, lade 3,
Multifunctionele lade
lade 4, lade 5)
75 tot 90 g/m2 (20 tot 24 lbs
75 tot 90 g/m2
bankpostpapier)
• 10 vellen
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
164 tot 220 g/m2
(bankpostpapier)
• 10 vellen
60 tot 69 g/m2
60 tot 69g/m2
• 550 vellen van 75 g/m2
• 100 vellen
5. Bijlage
107
Specificaties
Type
Katoen, Kleur,
Voorgedrukt,
Geperforeerd
papier, Briefhoofd
Kringlooppapier
Formaat
Afmetingen
Zie Normaal papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lbs
bankpostpapier)
60 tot 90 g/m2 (16 tot 24 lbs
bankpostpapier)
• 550 vellen van 75 g/m2
120 tot 150 g/m2
• 100 vellen
120 tot 150 g/m2
• 50 vellen
• 10 vellen
106 tot 163 g/m2 (28 tot 43 lbs
bankpostpapier)
106 tot 163 g/m2 (32 tot 43 lbs
bankpostpapier)
• 50 vellen
• 10 vellen
105 tot 120 g/m2 (bankpostpapier)
• 50 vellen
105 tot 120 g/m2
(bankpostpapier)
Zie Normaal papier
• 550 vellen
• 10 vellen
• 100 vellen
76 x 127 mm
216 x 356 mm
60 tot 163 g/m2 (bankpostpapier)
Zie Normaal
papier
Etikettene
Kartonpapier b c
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS
B5, ISO B5,
Executive, A5
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS
B5, ISO B5,
Executive, A5
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
Zie Normaal papier
Bankpostpapier
Zie Normaal
papier
Archiefpapier
Zie Normaal
papier
Minimaal formaat (aangepast)
Maximaal formaat (aangepast)
Gewicht/Capaciteita
Lade 1 / optionele laden (lade 2, lade 3,
Multifunctionele lade
lade 4, lade 5)
75 tot 90 g/m2 (bankpostpapier)
75 tot 90 g/m2
(bankpostpapier)
• 550 vellen van 75g/m2
• 100 vellen
60 tot 220 g/m2 (16 tot 59 lbs
bankpostpapier)
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. Postkaart 4 x 6 en postkaart 100 x 148,5 worden ondersteund voor lade 1, multifunctionele lade.
c. Indexkaart (3 x 5) wordt ondersteund door multifunctionele lade.
d. Postkaart 4 x 6 en postkaart 100 x 148,5 worden ondersteund voor de multifunctionele lade.
e. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
5. Bijlage
108
Specificaties
3
Systeemvereisten
Microsoft® Windows®
Besturingssysteem
Windows®
XP Service Pack
3
Windows Server® 2003
Windows Server® 2008
Windows Vista®
Windows® 7
Server®
Windows
Windows® 8
2008 R2
Windows® 8.1
Windows
Server®
2012
Vereisten (aanbevolen)
Processor
®
®
Intel Pentium III 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
RAM
512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte
1,5 GB
512 MB (1 GB)
1,5 GB
Intel® Pentium® III 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
®
®
512 MB (2 GB)
10 GB
Intel Pentium IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
®
®
512
MB
(1
GB)
15 GB
Intel Pentium IV 3 GHz
1 GB (2 GB)
16 GB
Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
®
• Ondersteuning voor DirectX 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
• DVD-R/W-station
10 GB
Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB)
2 GB
20 GB
Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
®
• Ondersteuning voor DirectX 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
• DVD-R/W-station
Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB)
32 GB
Windows Server® 2012 R2
• Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
• Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
• Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
5. Bijlage
109
Specificaties
Mac
Vereisten (aanbevolen)
Besturingssysteem
Processor
RAM
Vrije schijfruimte
Mac OS X 10.6
• Intel®-processoren
1 GB (2 GB)
1 GB
Mac OS X 10.7 - 10.10
• Intel®-processoren
2 GB
4 GB
Linux
Items
Vereisten
RedHat® Enterprise Linux WS 5, 6, 7
Fedora12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21
OpenSuSE® 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 12.3, 13.1, 13.2
Besturingssysteem
Ubuntu 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04, 12.10, 13.04, 13.10, 14.04, 14.10
SuSE Linux Enterprise Desktop 11, 12
Debian 6, 7
Mint 13, 14, 15, 16, 17
Processor
Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM
512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte
1 GB (2 GB)
5. Bijlage
110
Specificaties
Unix
Items
Vereisten
Sun Solaris 9, 10, 11 (x86, SPARC)
Besturingssysteem
HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium)
IBM AIX 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1, 7.1 (Power PC)
Vrije schijfruimte
Tot 100 MB
5. Bijlage
111
Specificaties
4
Netwerkomgeving
Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 7).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de
netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Items
Netwerkinterface
• Ethernet 10/100/1000 Base-TX bedraad LAN
Specificaties
Netwerkbesturingssysteem
• Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN en Near Field Communication (NFC)a
• Windows® XP Service Pack 3, Windows Server® 2003, Windows Vista® 7, Windows® 7/8, Windows Server® 2008
R2
• Diverse Linux-besturingssystemen
• Mac OS X 10.6 - 10.10
Netwerkprotocollen
• UNIX OS
• TCP/IPv4
• DHCP, BOOTP
• DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP
• Standard TCP/IP Printing(RAW), LPR, IPP, WSD
• SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec, SMTP
Draadloze netwerkbeveiliging
• TCP/IPv6 (DHCP, DNS, RAW, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP, IPSec)
• Verificatie: Open Syst., Ged. Sleutel, WPA + WPA2 Privé (PSK)
• Codering: WEP64, WEP128, TKIP, AES
a. Optioneel apparaat
5. Bijlage
112
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is
gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire
veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken
en letsels te beperken.
5
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in
overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1,
subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders
gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de
vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden
personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
Waarschuwing
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap
van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze onzichtbaar is, kan de
gereflecteerde laserstraal uw ogen beschadigen.
6
Veiligheid in verband met ozon
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is
zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met
goede ventilatie.
5. Bijlage
113
Informatie over wettelijke voorschriften
7
9
Waarschuwing voor perchloraat
Recycleren
Deze waarschuwing voor perchloraat is alleen van toepassing op primaire
CR (Mangaandioxide) lithiumbatterijen in producten die UITSLUITEND in
Californië (VS) worden verkocht of gedistribueerd.
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze
op een milieuvriendelijke wijze.
Perchloraat bevattend materiaal – vereist mogelijk speciale verwerking.
Ga naar http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate. (alleen VS).
10
Alleen voor China
8
Energiebesparingsmodus
Deze printer is uitgerust met een geavanceerde
energiebesparende technologie die het stroomverbruik
vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt,
wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd.
Website: http://www.samsung.com/cn/support/location/
supportServiceLocation.do?page=SERVICE.LOCATION
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
襦 愤縑趀爮闭
Meer informatie over het ENERGY STAR-programma vindt u op
http://www.energystar.gov
3UR;SUHVV01'
Voor modellen met ENERGY STAR-certificering staat het etiket
van ENERGY STAR op uw apparaat. Controleer of uw apparaat
gecertificeerd is met ENERGY STAR.
賉帞
縑趀绌裎
術賉縑聱ポM9śJマ
蜷筨愤竖爮襔*%
5. Bijlage
114
Informatie over wettelijke voorschriften
11
Correcte verwijdering van dit product (afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur)
(Van toepassing in landen met afzonderlijke
verzamelsystemen)
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de
documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische
accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van
hun levensduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden
weggegooid. Gelieve deze items te scheiden van andere soorten
afval en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog op een
duurzaam hergebruik van materialen en ter voorkoming van
eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van een
ongecontroleerde afvalverwijdering.
(Alleen voor de Verenigde Staten)
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te
brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website: http://
www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799
12
Proposition 65 van de Staat Californië,
Waarschuwing (Alleen voor V.S.)
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel
waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun leverancier
en dienen de voorwaarden en bepalingen van de
verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
5. Bijlage
115
Informatie over wettelijke voorschriften
•
13
raadpleeg uw verdeler of een ervaren radio-/televisiemonteur.
Radiofrequentiestraling
FCC-normen (VS)
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik van
dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
•
dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken
•
en moet alle ontvangen interferentie aanvaarden, inclusief interferentie
die een ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten
van klasse B, zoals vastgelegd in deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke interferentie binnenshuis. Dit apparaat genereert, gebruikt en
straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan, indien het niet volgens
de richtlijnen wordt geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke interferentie voor
radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd
dat bij een bepaalde installatie geen interferentie optreedt. Als dit apparaat
schadelijke interferentie voor radio- of tv-ontvangst veroorzaakt, wat u kunt
controleren door het apparaat in en uit te schakelen, raden wij de gebruiker
aan de interferentie te beperken door de volgende maatregelen te treffen:
•
Verplaats de ontvangstantenne of draai ze een andere kant op.
•
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
•
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring
dan die waarop de ontvanger is aangesloten.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
de fabrikant (die ervoor moet zorgen dat het apparaat aan de normen
voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming aan de gebruiker om
het apparaat te gebruiken vervalt.
Canadese regelgeving inzake radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (limieten van klasse B) voor
stoorsignalen vanuit digitale apparatuur die zijn bepaald in de standaard
voor apparatuur die interferentie zou kunnen veroorzaken, met de titel
"Digital Apparatus", ICES-003 van Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques
applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la
norme sur le matériel brouilleur : « Appareils Numériques », ICES-003
édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
5. Bijlage
116
Informatie over wettelijke voorschriften
14
Verenigde Staten van Amerika
Federale Communicatiecommissie (FCC)
Intentional emitter overeenkomstig FCC Deel 15
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze
apparaten aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er
draadloze apparaten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze apparaten in uw systeem zijn enkel gekwalificeerd
voor gebruik in de Verenigde Staten van Amerika als er een FCC IDnummer op het systeemlabel staat.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen een draadloos apparaat en het lichaam
minstens 20 cm moet bedragen, bij gebruik van het apparaat nabij het
lichaam (uitstekende delen niet meegerekend). Dit apparaat moet op meer
dan 20 cm van het lichaam worden gehouden wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld. Het afgegeven vermogen van het draadloze
apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in uw printer zijn
ingebouwd, ligt ruimschoots onder de RF-blootstellingsgrenzen die de FCC
heeft bepaald.
Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie
accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het
apparaat kan veroorzaken.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat, vervalt
de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op met de
fabrikant.
FCC-bepaling voor het gebruik in draadloze LAN’s:
Tijdens de installatie en het gebruik van een combinatie van deze
zender en antenne kan dicht bij de geïnstalleerde antenne de RFblootstellingsgrens van 1 mW/cm2 worden overschreden. Daarom
moet de gebruiker altijd minstens 20 cm afstand houden van de
antenne. Dit apparaat kan niet worden geïnstalleerd met een andere
zender en verzendantenne.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
5. Bijlage
117
Informatie over wettelijke voorschriften
15
17
Alleen voor Rusland/Kazachstan/Wit-Rusland
Alleen voor Thailand
18
De stekker van het netsnoer vervangen (alleen
voor het VK)
Belangrijk
16
Alleen voor Duitsland
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker
(BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de
zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat
u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent,
mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap hebt op
gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd
Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige
(vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van
13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder
nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
5. Bijlage
118
Informatie over wettelijke voorschriften
19
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet
meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok te krijgen als u
hem in het stopcontact steekt.
Verklaring van overeenstemming (Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden
aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering:
• Groen/geel: aarding
• Blauw: neutraal
• Bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet
overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of
zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of
de kleur zwart.
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [M403x series] in
overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van de R&TTE-richtlijn (1999/5/EC).
De conformiteitsverklaring vindt u op www.samsung.com. Daar
klikt u op Ondersteuning > Downloadcenter en geeft u de
printernaam (MFP) in om EuDoC te doorzoeken.
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EC van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften
der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de harmonisatie
van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische
compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EC van de Raad inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van
hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung
Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante
richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn
aangebracht.
5. Bijlage
119
Informatie over wettelijke voorschriften
EC-certificering
Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX)
Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf voor enkeleterminalverbindingen in heel Europa met het openbare telefoonnet (PSTN),
in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen voor
gebruik met de nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en
van de Europese landen:
Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact opnemen
met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op TBR21. Het European Telecommunication
Standards Institute (ETSI) heeft voor gebruik en toepassing in
overeenstemming met deze norm een adviesdocument gepubliceerd (EG
201 121), waarin opmerkingen en extra voorwaarden staan voor
netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is getest op, en
voldoet aan, alle relevante adviezen in dit document.
Europese radiogoedkeuringsinformatie (voor
producten uitgerust met door de EU goedgekeurde
radioapparaten)
Deze printer is bestemd voor gebruik thuis of op kantoor. Mogelijk bevat uw
printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4/5 GHz-band. Deze sectie is alleen van toepassing als deze apparaten
aanwezig zijn. Controleer het systeemlabel om na te gaan of er draadloze
apparaten aanwezig zijn.
Draadloze apparaten die mogelijk in uw systeem aanwezig zijn
mogen in de Europese Unie of daarmee verbonden regio's
alleen worden gebruikt als een EG-conformiteitsmerkteken op
het systeemlabel staat.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de RF-blootstellingsgrenzen die de Europese Commissie in de R&TTErichtlijn heeft vastgelegd.
Krachtens de goedkeuring van draadloze apparaten
gekwalificeerde Europese lidstaten:
EU-landen
5. Bijlage
120
Informatie over wettelijke voorschriften
Europese landen met gebruiksbeperkingen:
EU
EEA/EFTA-landen
Geen beperkingen op dit ogenblik.
20
Mededelingen aangaande normen
Draadloze geleiding
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de
2,4 GHz/5 GHz-band. De volgende sectie geeft een algemeen overzicht
van beschouwingen die betrekking hebben op het gebruik van een
draadloos apparaat.
Bijkomende beperkingen, waarschuwingen en overwegingen voor
specifieke landen zijn opgenomen in de specifieke landensecties (of
landengroepensecties). De draadloze apparaten in uw systeem zijn
uitsluitend gekwalificeerd voor gebruik in de landen die geïdentificeerd
kunnen worden aan de hand van de markering "Radio gekeurd" op het
systeemclassificatielabel. Als het land waar u het draadloos apparaat wilt
gebruiken niet in de lijst is opgenomen, neemt u contact op met het
plaatselijke instantie voor radiogoedkeuring voor meer informatie over de
vereisten. Draadloze apparaten zijn streng gereguleerd en mogen niet
worden gebruikt.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze
apparaten die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder
de tot dusver bekende RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen
apparaten (die mogelijk in uw printer zijn ingebouwd) minder energie
afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake
radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze
apparaten veilig zijn in het gebruik. Ongeacht het vermogensniveau moet
menselijk contact tijdens de normale werking zoveel mogelijk worden
vermeden.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt
aangegeven dat de afstand tussen het draadloze apparaat en het lichaam,
voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het lichaam (zonder
uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet op
meer dan 20 cm van het lichaam worden gehouden, wanneer de draadloze
apparatuur is ingeschakeld en bezig is met zenden.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden
opgesteld of bediend.
Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze
apparaten. Hieronder zijn voorbeelden van gebruikelijke beperkingen
opgenomen.
5. Bijlage
121
Informatie over wettelijke voorschriften
Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met
apparatuur aan boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige
luchtvaartreglementeringen eisen dat draadloze toestellen aan
boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld tijdens de vlucht.
IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en Bluetoothcommunicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze
communicatieapparaten.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als dusdanig wordt
beschouwd, kan gebruik van een draadloos apparaat beperkt of
verboden worden. Luchthavens, ziekenhuizen en ruimtes gevuld
met zuurstof en ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden van
omgevingen waar het gebruik van draadloze apparaten beperkt of
verboden kan zijn. Als u zich in een omgeving bevindt waarvan u
niet zeker weet of het gebruik van draadloze apparaten
gesanctioneerd is, vraagt u de plaatselijke autoriteiten om
toelating voor u het draadloze apparaat inschakelt of in gebruik
neemt.
Als uw systeem uitgerust is met een ingebouwd draadloos
apparaat, mag u het draadloos apparaat niet gebruiken tenzij alle
kleppen en schermen op hun plaats zitten en het systeem
compleet is.
Draadloze apparaten mogen niet door de gebruiker zelf worden
hersteld. Ze mogen onder geen enkel beding gewijzigd worden.
Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een draadloos apparaat,
vervalt de gebruikerslicentie. Neem voor ondersteuning contact op
met de fabrikant.
Gebruik alleen stuurprogramma’s die goedgekeurd zijn voor het
land waar het apparaat gebruikt zal worden. Raadpleeg de
systeemherstelkit van de fabrikant of neem contact op met de
technische dienst van de fabrikant voor meer informatie.
Elk land voorziet verschillende beperkingen voor het gebruik van
draadloze apparaten. Aangezien uw systeem uitgerust is met een
draadloos apparaat, moet u, als u van het ene land naar het
andere reist, voorafgaand aan uw vertrek bij de plaatselijke
radiogoedkeuringsinstanties informeren of er beperkingen gelden
voor het gebruik van draadloze apparaten in het land van
bestemming.
5. Bijlage
122
Informatie over wettelijke voorschriften
21
Alleen voor China
᳝ᆇ⠽䋼
5. Bijlage
123
Copyright
© 2015 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze
gebruikershandleiding.
•
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
•
Microsoft, Windows XP Service Pack 3, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation.
•
Google, Picasa, Google Docs, Android en Gmail zijn geregistreerde handelsmerken or handelsmerken van Google Inc.
•
Google Cloud Print is een handelsmerk van Google Inc.
•
iPad, iPhone, iPod touch, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo
zijn handelsmerken van Apple Inc.
•
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
De software geleverd bij dit product bevat open-sourcesoftware. U kunt de complete broncode ter
beschikking krijgen voor een periode van drie jaar na de laatste verzending van dit product door een email te sturen naar:
[email protected]. Het is ook mogelijk om de complete broncode te krijgen
op een fysiek medium, zoals een cd-rom; hiervoor wordt een klein bedrag in rekening gebracht.
QR-code
De volgende URL https://opensource.samsung.com/opensource/Samsung_M403x_Series/seq/46
brengt u naar de downloadpagina van de beschikbare broncode en de informatie over de opensourcelicentie met betrekking tot dit product. Dit aanbod is geldig voor iedereen die deze informatie
ontvangt.
REV. 1.01
5. Bijlage
124
Gebruikershandleiding
GEAVANCEERD
GEAVANCEERD
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde
instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende
besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar.
BASIS
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en
het oplossen van problemen in Windows.
GEAVANCEERD
1. Installatie van de software
3. Menu´s met nuttige instellingen
Installatie voor Mac
129
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
182
Opnieuw installeren voor Mac
130
Informatie
183
Installatie voor Linux
131
Lay-out
184
Opnieuw installeren voor Linux
132
Papier
185
Grafisch
186
Systeeminstellingen
187
Emulatie
191
Afbeeldingsbeheer
192
2. Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s
134
Netwerk
193
Instelling bekabeld netwerk
135
Directe USB
194
Taakbeheer
195
Beheerinstellingen
196
Installeren van een stuurprogramma over
het netwerk
138
IPv6-configuratie
146
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
148
De functie NFC gebruiken (optioneel)
161
Ondersteunde mobiele apps
171
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
198
Mopria™
172
Verschillende tekens invoeren
199
AirPrint
174
Afdrukfuncties
200
Samsung Cloud Print
176
Google Cloud Print™
178
4. Speciale functies
126
GEAVANCEERD
5. Nuttige beheerprogramma's
Managementhulpmiddelen gebruiken
218
Easy Capture Manager
219
Samsung AnyWeb Print
220
Easy Eco Driver
221
SyncThru™ Web Service gebruiken
222
Het Samsung Printer Center gebruiken
226
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
229
Samsung-printerstatus gebruiken
232
Samsung Printer Experience gebruiken
234
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer
241
Problemen met de voeding en het netsnoer 242
Afdrukproblemen
243
Problemen met de afdrukkwaliteit
247
Problemen met het besturingssysteem
255
127
1. Installatie van de
software
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een
omgeving waarin het apparaat is verbonden via een kabel. Een lokaal verbonden apparaat is een apparaat dat
direct via de kabel aan uw computer is verbonden. Als uw apparaat op een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma
voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van een stuurprogramma over het netwerk" op pagina
138).
• Installatie voor Mac
129
• Opnieuw installeren voor Mac
130
• Installatie voor Linux
131
• Opnieuw installeren voor Linux
132
• Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u in de basishandleiding
voor installatie van het stuurprogramma (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
Installatie voor Mac
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
3
4
5
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
6
Klik op Volgende en volg de instructies in het installatievenster.
Selecteer het CD-ROM-volume dat verschijnt in vindfunctie.
Dubbelklik op het pictogram Install Software.
Lees de licentieovereenkomst en vink het vakje akkoord voor
installatie aan.
1. Installatie van de software
129
Opnieuw installeren voor Mac
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie
van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
Open de map Programma's > Samsung > Printer Software
Uninstaller.
2
3
Klik op Ga door om de printersoftware te deïnstalleren.
4
5
Selecteer het programma dat u wilt verwijderen en klik op Maak
installatie ongedaan.
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Klik na het deïnstalleren op Sluiten.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via
Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
1. Installatie van de software
130
Installatie voor Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
1
Het Unified Linux-stuurprogramma installeren
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware
te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met
uw systeembeheerder.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
3
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
4
5
6
Pak het pakket uit.
7
Ga verder met de installatie.
8
9
10
11
Start het hulpprogramma voor afdrukken nadat de installatie is
voltooid (ga naar System > Administration > Printing of voer de
opdracht 'system-config-printer' uit in het terminalprogramma).
Klik op de knop Add.
Selecteer uw printer.
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
Ga naar de map uld.
Voer de opdracht './install.sh' uit (als u niet bent aangemeld als root,
voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./install.sh')
1. Installatie van de software
131
Opnieuw installeren voor Linux
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van
het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw.
1
2
Open het Terminalprogramma.
3
Voer de opdracht './uninstall.sh' uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met 'sudo': 'sudo ./uninstall.sh')
4
Ga door met het verwijderen van het stuurprogramma.
Ga naar de map uld van het uitgepakte Unified Linux Driverpakket.
1. Installatie van de software
132
2.
Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en
hoe u de software instelt.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Nuttige netwerkprogramma’s
Instelling bekabeld netwerk
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
IPv6-configuratie
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
De functie NFC gebruiken (optioneel)
Ondersteunde mobiele apps
Mopria™
AirPrint
Samsung Cloud Print
Google Cloud Print™
134
135
138
146
148
161
171
172
174
176
178
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving
de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de
netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren.
• Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IPadres instellen.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
2
SetIP instelling bekabeld netwerk
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en
handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina
135.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)" op pagina 136.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 137.
1
SyncThru™ Web Service
Met de in het netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het
volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 222).
•
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
•
Apparaatinstellingen aanpassen.
•
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de
apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding
is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon
gestuurd.
•
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
• Wanneer het apparaat de netwerkpoort niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 19).
• TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
134
Instelling bekabeld netwerk
Voorbeeld:
3
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen
van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van
een netwerk.
•
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
•
IP-adres: 169.254.192.192
4
Het IP-adres instellen
• Als uw apparaat geen netwerkverbinding ondersteunt, kan het deze
functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 19).
• U kunt de TCP/IPv4-configuratie ook vanaf het bedieningspaneel
instellen.
• TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
• Het openen van de menu's kan verschillen per model.
• Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via
het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch
toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol
Server) die zich in het netwerk bevindt.
IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)
Druk op de knop
(Menu) op het bedieningspaneel en selecteer
Netwerk >Netwerkconfiguratie.
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van
uw apparaat vinden.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Configuratiescherm > Beveiligingscentrum >
Windows Firewall.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
135
Instelling bekabeld netwerk
De volgende instructies kunnen verschillen per model.
1
2
3
4
5
Download de software van de website van Samsung. Pak de
software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 135). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
8
Volg de instructies in het installatievenster.
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel.
IPv4-configuratie met het programma SetIP (Mac)
Schakel het apparaat in.
In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma's >
Samsung Printers > SetIP > SetIP.
6
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
7
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging (of
Beveiliging en privacy) > Firewall.
1
Download de software van de website van Samsung. Pak de
software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads).
2
3
4
Schakel het apparaat in.
Voer de gedownloade SetIP-toepassing uit.
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm SetIP om
het TCP/IP-configuratievenster te openen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
136
Instelling bekabeld netwerk
5
6
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
1
Download het programma SetIP vanaf de website van Samsung en
pak het programma uit.
2
Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html in de map cdroot/
Linux/noarch/at_opt/share/utils.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 135). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
3
4
Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen.
Klik op Apply en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat
afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het
hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 135). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de
computer uitschakelen via System Preferences or Administrator.
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In
een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden
toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt
gaan.
5
Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het
apparaat afgedrukt.
De volgende instructies kunnen verschillen per model of
besturingssysteem.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
137
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
U moet de printerstuurprogrammasoftware voor afdrukken installeren. De
software omvat stuurprogramma’s, toepassingen en andere
ondersteunende programma’s.
Controleer of de netwerkinstallatie voor uw apparaat is voltooid. Sluit alle
toepassingen op uw computer af voordat u met de installatie begint.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
5
Windows
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn
ingesteld.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Selecteer Netwerk in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
Vanaf het Startscherm van Windows 8
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
•
Voor Windows 8:
• Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet. Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
• U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store wilt gebruiken, hebt u een
Microsoft-account nodig.
a Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
b Klik op Store(Store).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
138
Installeren van een stuurprogramma over het
c Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
d Klik op Installeer.
• Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde softwarecd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads.
• Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde softwarecd.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn
ingesteld.
2
Ga naar Charms(charms), selecteer Instellingen > Pcinstellingen wijzigen > Apparaten.
3
Klik op Een apparaat toevoegen.
De gedetecteerde apparaten worden op het scherm weergegeven.
4
5
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
De modus installatie op de achtergrond
De modus installatie op de achtergrond is een installatiemethode die geen
tussenkomst van de gebruiker vereist. Zodra u met de installatie start,
worden het stuurprogramma van het apparaat en de software automatisch
op uw computer geïnstalleerd. U kunt de installatie op de achtergrond ook
starten door /s of /S in het opdrachtvenster te typen.
Opdrachtregelparameters
De volgende tabel geeft opdrachten weer die kunnen worden gebruikt in het
opdrachtvenster.
De volgende opdrachtregels zijn effectief en worden gehanteerd
wanneer de opdracht gebruikt wordt met /s of /S. /h, /H of /? zijn
uitzonderlijke opdrachten die alleen gebruikt kunnen worden.
Klik op de modelnaam of de hostnaam die u wilt gebruiken.
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarop de hostnaam van het
huidige apparaat wordt weergegeven (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 155).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
139
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
/s of /S
Definitie
Start installatie op de
achtergrond.
Omschrijving
Hiermee worden
apparaatstuurprogramma'
s geïnstalleerd zonder UI's
op te roepen en zonder
tussenkomst van de
gebruiker.
Opdrachtregel
/p"<poortnaam>" of
/P"<poortnaam>"
Definitie
Specificeert de
printerpoort.
Er wordt een
netwerkpoort
gemaakt aan de
hand van de
standaard TCP/
IP-poortmonitor.
Voor een lokale
poort moet deze
poort op het
systeem bestaan
voor deze door
een opdracht
wordt
gespecificeerd.
Omschrijving
De printerpoortnaam kan
worden opgegeven als IPadres, hostnaam, lokale
USB-poortnaam,
IEEE1284-poortnaam of
netwerkpad.
Voorbeeld:
• /p"xxx.xxx.xxx.xxx"
waarin "xxx.xxx.xxx.xxx"
staat voor het IP-adres
van de netwerkprinter. /
p”USB001”, /P”LPT1", /
p”hostname”,
p"\\computer_name\sha
red_printer" of
"\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer", waarbij
'\\computer_name\shar
ed_printer' of
'\\xxx.xxx.xxx.xxx\share
d_printer' het
netwerkpad naar de
printer vormt en u twee
slashes, de
computernaam of het
lokale IP-adres van de
pc die de printer deelt
opgeeft, gevolgd door
de sharenaam van de
printer.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
140
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
/a"<dest_path>" of
/A"<dest_path>"
Definitie
Specificeert het doelpad
voor de installatie.
Het doelpad moet
een volledig
gekwalificeerd
pad zijn.
/n"<Printernaam>"
of /
N"<Printernaam>"
Specificeert de
printernaam. De
printerinstantie zal
worden gemaakt conform
de opgegeven
printernaam.
Omschrijving
Aangezien
apparaatstuurprogramma'
s geïnstalleerd moeten
worden op een voor het
besturingssysteem
specifiek pad, is deze
opdracht alleen van
toepassing op
toepassingssoftware.
Met deze parameter kunt u
naar wens printerinstanties
toevoegen.
Opdrachtregel
/nd of /ND
/x of /X
Definitie
Geeft de opdracht het
geïnstalleerde
stuurprogramma niet in te
stellen als standaard
apparaatstuurprogramma
.
Omschrijving
Het geeft aan dat het
geïnstalleerde
apparaatstuurprogramma
niet het standaard
apparaatstuurprogramma
op uw systeem zal zijn als
er meer dan een
printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Als er geen
apparaatstuurprogramma
op uw systeem is
geïnstalleerd, is deze optie
niet van toepassing omdat
het Windowsbesturingssysteem het
geïnstalleerde
printerstuurprogramma als
standaardstuurprogramma
zal instellen.
Maakt gebruik van
Deze opdracht biedt een
bestaande
mogelijkheid om een
apparaatstuurprogramma printerinstantie te
bestanden om de
installeren die
printerinstantie te maken gebruikmaakt van
als deze al is
geïnstalleerde
geïnstalleerd.
printerstuurprogrammabes
tanden zonder een
bijkomend
stuurprogramma te
installeren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
141
Installeren van een stuurprogramma over het
Opdrachtregel
/
up"<printernaam>"
of /
UP"<printernaam>
"
/d of /D
/v"<share name>"
of /V"<share
name>"
/o of /O
/h, /H of /?
Definitie
Verwijdert alleen de
opgegeven
printerinstantie en niet de
stuurprogrammabestand
en.
Omschrijving
Deze opdracht biedt een
mogelijkheid om alleen de
opgegeven printerinstantie
van uw systeem te
verwijderen zonder effect
op andere
printerstuurprogramma's.
Hiermee zullen de
printerstuurprogramma's
niet van uw systeem
worden verwijderd.
Verwijdert alle
Deze opdracht verwijdert
apparaatstuurprogramma alle geïnstalleerde
's en toepassingen van
apparaatstuurprogramma'
uw systeem.
s en toepassingssoftware
van uw systeem.
Deelt het geïnstalleerde
Alle ondersteunde
apparaat en voegt andere apparaatstuurprogramma'
platformstuurprogramma' s van het Windowss toe voor Point & Print.
besturingssysteem worden
geïnstalleerd en gedeeld
met de opgegeven <share
name> voor Point & Print.
Opent de map Printers
Deze opdracht opent de
en faxapparaten na
map Printers en
installatie.
faxapparaten na installatie
op de achtergrond.
Toont het gebruik van de opdrachtregel.
6
Mac
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
3
4
5
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
6
7
8
9
Klik op Volgende.
Selecteer het CD-ROM-volume dat verschijnt in vindfunctie.
Dubbelklik op het pictogram software installeren.
Lees de licentieovereenkomst en vink het vakje akkoord voor
installatie aan.
Selecteer Netwerk in het scherm Type printerverbinding.
Klik op Volgende.
Volg de instructies in het installatievenster.
7
Linux
Om de printersoftware te onderzoeken, moet u softwarepakketten voor
Linux downloaden van de Samsung-website (http://www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
142
Installeren van een stuurprogramma over het
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn
ingesteld.
2
3
Kopieer het Unified Linux Driver-pakket naar uw systeem.
4
5
6
7
8
Open het terminalprogramma en ga naar de map waarnaar u het
pakket hebt gekopieerd.
Pak het pakket uit.
Ga naar de map uld.
Voer de opdracht ” ./install.sh“ uit (als u niet bent aangemeld als
root, voert u de opdracht uit met “sudo” as “sudo ./install.sh”).
Ga verder met de installatie.
Start het hulpprogramma Printing nadat de installatie is voltooid (Ga
naar System > Administration > Printing of voer de opdracht
"system-config-printer" uit in het terminalprogramma).
8
UNIX
• Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX ondersteunt,
voordat u het UNIX-stuurprogramma installeert (zie
"Besturingssysteem" op pagina 7).
• De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de commando's
invoert, moet u geen "" typen.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Besturingssysteem"
op pagina 7).
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIXprinterstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen.
U kunt het UNIX-printerstuurprogrammapakket downloaden van de website
van Samsung (http://www.samsung.com > zoek uw product >
Ondersteuning of Downloads).
9
10
Klik op de knop Add.
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren
Selecteer AppSocket/HP JetDirect en voer het IP-adres van het
apparaat in.
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
11
Klik op de knop Forward om de printer aan het systeem toe te
voegen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
143
Installeren van een stuurprogramma over het
1
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van
Samsung en pak het uit op uw computer.
2
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
“su -"
3
Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-computer.
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-besturingssysteem voor meer
informatie.
4
“gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -"
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist
toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen
taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten
uitvoeren in de root-terminal:
“accept <printer_name>"
“enable <printer_name>"
De installatie van het printerstuurprogrammapakket
ongedaan maken
Ga naar de uitgepakte map.
Voer het installatiescript uit.
“./install –i"
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het
UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het
installatiescript te machtigen.
7
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het
venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit
venster de printer op de volgende manier in:
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando’s:
5
6
8
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer
uit het systeem te verwijderen.
a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend.
De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst.
b Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen.
Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de installatie
te controleren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
144
Installeren van een stuurprogramma over het
d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het volledige
pakket ongedaan te maken.
e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de
deïnstallatie te controleren.
6
Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak
Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen
Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren.
7
Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een
usb type beschikbaar.
8
9
Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
Gebruik de opdracht ". /install –i" om de binaire gegevens opnieuw te
installeren.
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen
aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer
toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in:
1
2
3
Typ de naam van de printer.
4
Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit
is optioneel.
5
Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op.
10
Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in omgekeerde
volgorde af te drukken.
11
Schakel de optie Make Default in om deze printer in te stellen als
standaardprinter.
12
Klik op OK om de printer toe te voegen.
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld
Type. Dit is optioneel.
Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te
drukken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
145
IPv6-configuratie
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies.
Configuratie DHCPv6-adres
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de
volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie.
9
Via het bedieningspaneel
IPv6 activeren
Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 26).
1
Selecteer
(Menu) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6-protocol
op het bedieningspaneel.
2
3
Selecteer Aan en druk op OK.
1
Selecteer
(Menu) > Netwerk > TCP/IP (IPv6) > DHCPv6 config
op het bedieningspaneel.
2
Druk op de toets OK om de gewenste waarde te selecteren.
•
Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt.
•
Altijd gebr.: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er niet om
vraagt.
•
Nooit gebr.: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router erom
vraagt.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Configureer niet zowel IPv4 als IPv6 bij het installeren van het
printerstuurprogramma. We raden aan om IPv4 of IPv6 te configureren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
146
IPv6-configuratie
10
• U kunt DHCPv6 ook instellen.
• Stel het IPv6-adres als volgt handmatig in:
Schakel het selectievakje Manual Address in. Vervolgens wordt het
tekstvak Address/Prefix geactiveerd. Voer de rest van het adres in
(bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F).
Via de SyncThru™ Web Service
IPv6 activeren
1
2
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het
IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld
en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij de SyncThru™ Web Service,
moet u zich als beheerder aanmelden. Geef de standaard-ID en het
standaardwachtwoord op die hieronder worden weergegeven. We
raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te
wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
3
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menubalk
en klikt u op Network Settings.
4
5
6
7
Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website.
Schakel het selectievakje IPv6 Protocol in om IPv6 te activeren.
Klik op de knop Apply.
Configuratie IPv6-adres
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-adressering als
URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless
Address, Stateful Address, Manual Address) uit het
netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport
afdrukken" op pagina 135).
3
•
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-adressen
(adres begint met FE80).
•
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
•
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6adres.
•
Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd
IPv6-adres.
Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]).
De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[ ]")worden geplaatst.
Zet het apparaat uit en weer aan.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
147
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
• Als u op het apparaat een draadloos netwerk wilt gebruiken,
controleert u de optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper
om de optie te bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
59). Wanneer u een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt,
installeert u de kit door de stappen te volgen in de meegeleverde
gids van de Wireless-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren
van de Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat
in om de functie te kunnen gebruiken.
• Controleer of uw apparaat een draadloos netwerk ondersteunt.
Afhankelijk van het model is een draadloos netwerk mogelijk niet
beschikbaar (zie "Functies per model" op pagina 7).
Draadloze netwerken vereisen een hoger beveiligingsniveau. Als u voor het
eerst een toegangspunt installeert, worden een netwerknaam (SSID), een
beveiligings-id en een Netwerkwachtwoord voor het netwerk gegenereerd.
Vraag uw netwerkbeheerder om deze informatie voordat u verder gaat met
de installatie van het apparaat.
• Sommige installatiemethoden voor het draadloze netwerk zijn
mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of land.
• Het wordt ten strengste aangeraden dat u het wachtwoord instelt op
Access Points (Toegangspunten). Als u het wachtwoord niet instelt
op Acces Points (Toegangspunten) kunnen onbekende apparaten,
waaronder pc's, smartphones en printers, mogelijk illegaal toegang
krijgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding Acces Points
(Toegangspunten) voor de wachtwoordinstellingen.
Installatiemet
hode
Met
toegangspunt
Verbindingsmethod
e
Via de computer
Zie "Een netwerkkabel gebruiken"
op pagina 155.
Vanaf het
bedieningspaneel
van het apparaat
Zie "Het WPS-menu gebruiken" op
pagina 149.
11
Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk
Beschrijving & Referentie
Wi-Fi Direct instellen
Zie "Een netwerkkabel gebruiken"
op pagina 155.
zie "Wi-Fi Direct voor mobiel
printen instellen" op pagina 157.
U kunt de instellingen van uw draadloze netwerk configureren vanaf het
apparaat of de computer. Kies de instellingsmethode uit de onderstaande
tabel.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
148
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Uw type kiezen
12
Het WPS-menu gebruiken
Als uw apparaat en het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi
Protected Setup™ (WPS) ondersteunen, kunt u de instellingen van het
draadloze netwerk eenvoudig configureren via het WPS-menu, zonder dat
u een computer nodig hebt.
• Als u het draadloze netwerk wilt gebruiken in de
infrastructuurmodus, koppelt u de netwerkkabel los van het
apparaat. Of u de knop WPS (PBC) gebruikt of het PIN-nummer
invoert om verbinding te maken met het toegangspunt, hangt af van
het toegangspunt (of de draadloze router) die u gebruikt. Raadpleeg
de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze
router) dat u gebruikt voor meer informatie.
• Wanneer u de WPS-knop gebruikt om het draadloos netwerk in te
stellen, kunnen de beveiligingsinstellingen wijzigen. Vergrendel de
WPS-optie in de beveiligingsinstellingen van het huidige draadloze
netwerk om dit te voorkomen. De naam van de optie kan verschillen
afhankelijk van het toegangspunt (of draadloze router) dat/die u
gebruikt.
Er zijn twee methoden waarmee u het apparaat kunt verbinden met een
draadloos netwerk.
•
Met de Push Button-configuratie (PBC) -methode kunt u met uw
apparaat verbinding maken met een draadloos netwerk door WPS op
uw apparaat in te schakelen en op de WPS (PBC)-knop van een
toegangspunt (of draadloze router) met WPS-ondersteuning te
drukken.
•
Bij de PIN (Personal Identification Number)-methode kunt u uw
apparaat verbinding laten maken met een draadloos netwerk door de
meegeleverde PIN-gegevens in te voeren op een toegangspunt dat (of
draadloze router die) WPS (Wi-Fi Protected Setup™) ondersteunt.
WPS-verbinding maken
De fabrieksinstelling voor uw apparaat is de modus PBC. Deze wordt
aanbevolen voor een gewone draadloze netwerkomgeving.
Wat u nodig hebt
•
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) Wi-Fi Protected
Setup™ (WPS) ondersteunt.
•
Controleer of uw apparaat Wi-Fi Protected Setup™ (WPS) ondersteunt.
•
Netwerkcomputer (alleen in de PIN-modus)
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
149
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Aansluiten in PBC-modus
Voer de id en het Password in.
5
Verbinding maken in PIN-modus
Gebruik hetzelfde aanmeldings-id, wachtwoord en domein dat u hebt
gebruikt om u aan te melden bij het apparaat (zie "IPv6 activeren" op
pagina 146). Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe
gebruiker wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
1
2
3
Kies
Voer de id en het Password in.
Gebruik hetzelfde aanmeldings-id, wachtwoord en domein dat u hebt
gebruikt om u aan te melden bij het apparaat (zie "IPv6 activeren" op
pagina 146). Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe
gebruiker wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
(Menu) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het bedieningspaneel.
Druk op Verbinden via PBC.
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
Informatievenster wordt weergegeven waarin een verwerkingstijd voor
verbinden wordt aangegeven van 2 minuten.
4
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
Raak de knop WPS (PBC) op het toegangspunt (of de draadloze router)
aan.
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCD-display
weergegeven:
a Verbinden...: Het apparaat is bezig verbinding te maken met het
toegangspunt (of de draadloze router).
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
c AP SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het display.
1
2
3
4
Kies
(Menu) > Netwerk > Wi-Fi > WPS op het bedieningspaneel.
Druk op Verbinden via PIN.
Druk op OK wanneer het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op de
computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de draadloze
router).
De berichten worden in de onderstaande volgorde op het LCD-display
weergegeven:
a Verbinden...: het apparaat maakt een verbinding met het draadloos
netwerk.
b Verbonden: Als het apparaat verbonden is met het draadloze
netwerk, blijft de WPS-LED branden.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
150
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
c AP SSID: nadat er een verbinding is gemaakt met het draadloos
netwerk, verschijnt de SSID van het toegangspunt op het display.
5
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
13
Opzetten van de netwerkinfrastructuur
1
2
3
Controleer of de USB-kabel op het apparaat is aangesloten.
Zet de computer, het toegangspunt en het apparaat aan.
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Instellen met Windows
Snelkoppeling naar programma Samsung Easy Wireless Setup
zonder CD: Als u het printerstuurprogramma eenmaal hebt
geïnstalleerd, hebt u zonder cd toegang tot het programma Samsung
Easy Wireless Setup (zie "Managementhulpmiddelen gebruiken" op
pagina 218).
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cdrom-station en klik op OK.
Instellen via USB-kabel
•
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Wat u nodig hebt
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•
USB-kabel
Voor Windows 8:
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
4
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
151
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
5
Selecteer Draadloos in het scherm Type printerverbinding. Klik
daarna op Volgende.
6
Selecteer in het scherm Stelt u uw printer voor de eerste keer in?
de optie Ja, ik wil het draadloze netwerk voor mijn printer
instellen. Klik daarna op Volgende.
Als uw printer al is verbonden met het netwerk, selecteert u Nee,
mijn printer is al verbonden met mijn netwerk.
7
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als u de netwerknaam van uw keuze niet kunt vinden of als u de
draadloze configuratie handmatig wilt instellen, klikt u op
Geavanceerde instelling.
• Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
• Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van een vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
• Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES).
• Netwerksleutel: Voer de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord in.
• Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
• WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex.
• Werkingsmodus: Selecteer Infrastructuur.
Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster
voor het draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
152
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
8
9
Als het venster van de netwerkverbinding verschijnt, verwijdert u de
netwerkkabel. Klik daarna op Volgende. De verbinding met de
netwerkkabel kan storing veroorzaken bij het zoeken naar draadloze
apparaten.
Als uw printer Wi-Fi Direct ondersteunt en deze functie is
uitgeschakeld, verschijnt het overeenkomstige scherm.
10
Als het instellen van het draadloze netwerk is voltooid, verwijder dan
de USB-kabel tussen de computer en de printer. Klik op Volgende.
11
Volg de instructies in het installatievenster.
14
Instellen met Mac
Als u Wi-Fi Direct wilt inschakelen, schakelt u het selectie vakje in en
klikt u op Volgende. Wilt u dit niet, klikt u op Volgende.
Wat u nodig hebt
• U kunt Wi-Fi Direct starten door gebruik te maken van het
bedieningspaneel (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 158).
• Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de
modelnaam en is maximaal 22 tekens lang.
• Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64
tekens lang.
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
•
USB-kabel
Instellen via USB-kabel
1
Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en aan
staat.
2
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Selecteer het CD-ROM-volume dat verschijnt in vindfunctie.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
153
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
4
5
Dubbelklik op het pictogram Install Software.
6
7
8
9
Klik op Volgende.
• Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
WPA Privé of WPA2 Privé: Selecteer deze optie als u wilt dat de
afdrukserver wordt geverifieerd op basis van de vooraf gedeelde
WPA-sleutel. Hierbij wordt een gedeelde geheime sleutel gebruikt
(de zogenaamde vooraf gedeelde wachtwoordzin), die handmatig
wordt geconfigureerd op het toegangspunt en elk van de
bijbehorende clients.
Lees de licentieovereenkomst en vink het vakje akkoord voor
installatie aan.
Select draadloos on the Type printerverbinding.
Klik op Volgende.
• Codering: selecteer de codering. (Geen, WEP64, WEP128, TKIP,
AES)
Als het installatieprogramma vraagt om toegang tot de sleutelketen,
klikt u op Weigeren.
• Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in.
10
11
Selecteer op het scherm Selecteer de installatiemethode voor
een draadloze verbinding Een USB-kabel gebruiken en klik
vervolgens op Volgende.
• Netwerksleutel bevestigen: bevestig de sleutelwaarde van de
netwerkcodering.
Na de zoekactie toont het venster de draadloze netwerkapparaten.
Selecteer de naam (SSID) van het toegangspunt dat u wilt gebruiken
en klik op Volgende.
Als de beveiliging van het toegangspunt is ingeschakeld, verschijnt het
beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk.
• WEP-sleutelindex:: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex:.
Voer de netwerksleutel van het toegangspunt (of de router) in.
Als u de draadloze configuratie handmatig instelt, klikt u op
Geavanceerde instelling.
• Voer de naam van het draadloze netwerk in: Typ de SSID van het
toegangspunt (de SSID is hoofdlettergevoelig).
12
Er verschijnt een venster met de instellingen van het draadloze
netwerk. Controleer de instellingen en klik op Volgende.
• Werkingsmodus: selecteer Infrastruct..
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
154
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
• U kunt Wi-Fi Direct starten door gebruik te maken van het
bedieningspaneel (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 158).
Wat u nodig hebt
•
Toegangspunt
•
Netwerkcomputer
• Wachtwoordinstelling is de numerieke tekenreeks en deze is
tussen de 8 en 64 tekens lang.
•
Software-cd die bij het apparaat is geleverd
•
Een apparaat met een daarop geïnstalleerde interface voor draadloze
netwerken
13
Het venster Instelling van draadloos netwerk voltooid wordt
geopend. Klik op Volgende.
•
Netwerkkabel
14
Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn, koppelt u
de USB-kabel tussen de computer en de printer los. Klik op
Volgende.
• Wi-Fi Direct-naam: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de
modelnaam en is maximaal 22 tekens lang.
15
Volg de instructies in het installatievenster.
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt bepalen welke netwerkinstellingen voor uw apparaat worden
gebruikt door een netwerkconfiguratierapport af te drukken.
Zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 135.
15
Een netwerkkabel gebruiken
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw
draadloos netwerk heeft ingesteld voor informatie over uw
netwerkconfiguratie.
Uw apparaat is netwerkcompatibel. Om uw apparaat netwerkcompatibel te
maken, moet u enkele configuratieprocedures doorlopen.
IP-adres instellen via het programma SetIP (Windows)
Dit programma wordt gebruikt om het IP-adres van uw apparaat handmatig
in te stellen met behulp van het MAC-adres, om te communiceren met het
apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de
netwerkinterface dat u terugvindt in het netwerkconfiguratierapport
terugvindt.
Zie "Het IP-adres instellen" op pagina 135.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
155
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Het draadloze netwerk van het apparaat configureren
4
Voordat u begint, moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloze
netwerk en de netwerksleutel (als deze is gecodeerd) weten. Deze
gegevens zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router)
werd geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd
bent met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de
configuratie van het draadloze netwerk.
1
2
Controleer of de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als dat
niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het apparaat
aansluiten.
ID: admin
•
Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
7
8
Klik op Wi-Fi > Wizard.
Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst.
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next.
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
9
3
•
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
U kunt draadloze netwerken configureren met de SyncThru™ Web Service.
De SyncThru™ Web Service gebruiken
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u om veiligheidsredenen aan het
standaardwachtwoord te wijzigen.
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
156
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
16
6
7
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
1
2
Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als
dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het
apparaat aansluiten.
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. We raden u om veiligheidsredenen aan het
standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Klik op Wi-Fi.
U kunt het Wi-Fi-netwerk in- en uitschakelen.
17
Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen
Wi-Fi Direct biedt een veilige en gebruiksvriendelijke peer-topeerverbinding tussen een Wi-Fi Direct-printer en mobiel apparaat.
Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer aansluiten op een Wi-Fi Direct-netwerk,
terwijl deze ook verbonden is met een toegangspunt. U kunt ook
tegelijkertijd gebruik maken van een bekabeld netwerk en een Wi-Fi Directnetwerk, zodat meerdere gebruikers documenten kunnen openen en
afdrukken via Wi-Fi Direct en het bekabelde netwerk.
• U kunt geen verbinding maken met het internet via Wi-Fi Direct op
uw printer.
• De lijst met ondersteunde protocollen kan verschillen per model. WiFi Direct-netwerken ondersteunen NIET IPv6-, netwerkfilterings-,
IPSec-, WINS- en SLP-diensten.
• Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden
aangesloten.
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
157
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Wi-Fi Direct installeren
•
IP-adres: Voer het IP-adres van de printer in. Dit IP-adres wordt
gebruikt op uw lokale netwerk en niet voor het bekabelde of draadloze
netwerk. Wij raden u aan om het standaard lokale IP-adres te gebruiken
(het standaard lokaal IP-adres van de printer voor Wi-Fi Direct is
192.168.3.1)
•
Eigenaar van groep: Schakel deze optie in om de printer toe te wijzen
aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De Eigenaar van groep
functioneert op dezelfde manier als het draadloze toegangspunt. Wij
raden u aan deze optie in te schakelen.
•
Netwerkwachtwoord: Wanneer uw printer een Eigenaar van groep
is, heeft u een Netwerkwachtwoord nodig om andere mobiele
apparaten te verbinden met uw printer. U kunt het netwerkwachtwoord
zelf instellen, of u kunt het netwerkwachtwoord dat standaard
gegenereerd wordt, laten onthouden.
U kunt de Wi-Fi Direct-optie inschakelen volgens een van de volgende
methoden.
Via een computer die verbonden is met een USB-kabel
(aanbevolen)
Wanneer de installatie van het stuurprogramma voltooid is, kan de
Samsung Easy Printer Manager worden gebruikt om de Wi-Fi Directinstellingen te wijzigen.
Samsung Easy Printer Manager is alleen beschikbaar voor gebruikers
van Windows en Mac.
Selecteer in het menu Start de optie Programma’s of Alle programma's
> Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager >
Apparaatinstellingen > Netwerk.
•
Wi-Fi Direct Aan/Uit: Kies Aan om in te schakelen.
•
Apparaatnaam: Voer de naam van de printer in om uw printer te
kunnen zoeken op een draadloos netwerk. De standaardnaam van uw
apparaat is de modelnaam.
Vanaf het apparaat
1
Selecteer
(Menu) > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi Direct op het
bedieningspaneel.
2
Schakel Wi-Fi Direct in en stel andere opties in.
Vanaf een computer met netwerkverbinding
Wanneer uw printer een netwerkkabel of een draadloos toegangspunt
gebruikt, kunt u Wi-Fi Direct inschakelen en configureren via SyncThru™
Web Service.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
158
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
1
Ga naar de SyncThru™ Web Service en kies Settings > Network
Settings > Wi-Fi > Wi-Fi Direct.
2
Schakel Wi-Fi Direct™ in en stel andere opties in.
18
Problemen met draadloze netwerken oplossen
Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen
voordoen, controleert u de volgende punten:
Het mobiele apparaat instellen
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het mobiele apparaat na het
instellen van Wi-Fi Direct op uw printer om Wi-Fi Direct in te stellen op
het mobiele apparaat.
•
Na het inschakelen van Wi-Fi Direct moet u de toepassing voor mobiel
afdrukken downloaden (bijvoorbeeld: Samsung Mobile printer) om af te
kunnen drukken vanaf uw smartphone.
• Wanneer u de printer heeft gevonden waar u verbinding mee wilt
leggen vanaf uw mobiele apparaat, selecteert u de printer en gaat
het LED-lampje op de printer branden. Druk op de gewenste optie
wanneer het bevestigingsbericht van de wifiverbinding op het
scherm wordt weergegeven. Er wordt dan verbinding gemaakt met
uw mobiele apparaat.
• Wanneer uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct niet ondersteunt, moet u
de netwerksleutel van een printer invoeren.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de
draadloze router) voor specifieke informatie.
•
Mogelijk is uw computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of
de printer niet ingeschakeld.
•
Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat.
Als de router ver van de printer staat of als er een obstakel in de weg
staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken.
•
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de
computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie
met het netwerk te herstellen.
•
Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie
blokkeert.
Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten
maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software
mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de
firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall.
Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
159
Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
•
•
•
Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt
het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te
drukken.
•
De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze
signaal kunnen blokkeren.
Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het toegangspunt
(of de draadloze router) en het apparaat bevinden.
Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een
wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt u
contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de draadloze
router).
Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of beton
tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de draadloze
router) staan.
Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een
verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is het
mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat lange
tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is ingesteld.
•
Registreer het MAC-adres van het product als u de DHCP-server
configureert op het toegangspunt (of de draadloze router). Dan kunt u
altijd het ingestelde IP-adres gebruiken dat is ingesteld met behulp van
het MAC-adres. U kunt het Mac-adres van uw apparaat vinden door een
netwerkconfiguratierapport af te drukken.
•
Telkens als de configuratie van uw toegangspunt (of draadloze router)
verandert, moet u het draadloze netwerk van het product opnieuw
instellen.
•
Er kunnen maximaal 4 apparaten via Wi-Fi Direct worden aangesloten.
•
Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding
maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u
gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt
gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router).
•
Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere
draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet
ondersteund.
•
Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk
bevinden.
De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische
apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren.
Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren,
waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
160
De functie NFC gebruiken (optioneel)
• Het gebruik van een andere behuizing of batterij dan meegeleverd
met het mobiele apparaat of van een metalen behuizing of
afdekplaatje kan het NFC-signaal blokkeren.
Als u op het apparaat de NFC-functie wilt gebruiken, controleert u de
optielijsten en neemt u contact op met uw verkoper om de functie te
bestellen (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 59). Wanneer u
een Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) koopt, installeert u de kit
door de stappen te volgen in de meegeleverde gids van de Wireless/
NFC-kit (draadloze LAN-optie). Na het installeren van de Wireless-kit
(draadloze LAN-optie), stelt u het apparaat in om de functie te kunnen
gebruiken.
Met de NFC-printer (Near Field Communication) kunt u direct vanaf uw
mobiele apparaat afdrukken door uw mobiele apparaat boven de NFC-tag
op uw Wireless/NFC-kit (draadloze LAN-optie) te houden. U hoeft geen
printerstuurprogramma te installeren of verbinding te maken met een
toegangspunt. U moet alleen een mobiel apparaat hebben dat NFC
ondersteunt. Om deze functie te gebruiken, moeten mobiele apps worden
geïnstalleerd op uw mobiele apparaat. Standaard is NFC ingeschakeld op
uw apparaat.
• Als er nog steeds geen communicatie tussen de NFC-apparaten
mogelijk is,
- verwijdert u de hoes of afdekking van het mobiele apparaat en
probeert u het opnieuw.
- Plaats de batterij van het mobiele apparaat terug en probeer het
opnieuw.
19
Vereisten
•
Alleen in Android OS 4.1 of hoger wordt de Wi-Fi Direct-functie op uw
mobiele apparaat automatisch ingeschakeld wanneer u de NFC-functie
inschakelt. Als u de NFC-functie wilt gebruiken, kunt u uw mobiele
apparaat het beste bijwerken naar Android 4.1 OS of hoger.
• Afhankelijk van het materiaal van de behuizing van het mobiele
apparaat werkt NFC-herkenning mogelijk niet goed.
• De overdrachtssnelheid is afhankelijk van het mobiele apparaat dat
u gebruikt.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor het model met een NFC-tag
(zie "Apparaatoverzicht" op pagina 17).
Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android OS 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd.
•
Printer waarop de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld (zie "Wi-Fi Direct
installeren" op pagina 158).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
161
De functie NFC gebruiken (optioneel)
Verificatie van het mobiele apparaat
20
Verwante apps
Er zijn een aantal apps die kunnen worden gebruikt in combinatie met de
NFC-functie. De apps kunnen worden gedownload uit de Google Play
Store.
•
•
•
Samsung Mobile Print: Hiermee kunnen gebruikers foto's,
documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
afdrukken, scannen (alleen als de printer scannen ondersteunt) en
faxen (alleen als de printer faxen ondersteunt) (zie "De app Samsung
Mobile Print gebruiken" op pagina 169).
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 162).
Samsung Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 164).
21
1
Controleer of uw mobiele apparaat functies met ondersteuning voor
NFC en Wi-Fi Direct bevat en of de functie Wi-Fi Direct is
ingeschakeld op uw printer.
2
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Voer de id en het Password in.
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
De app Samsung Mobile Print Pro gebruiken
U kunt de app gebruiken om een verificatie/registratie te verkrijgen van de
Samsung Mobile Print Pro-app.
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
162
De functie NFC gebruiken (optioneel)
4
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Registratie met het mobiele apparaat
1
Controleer of uw mobiele apparaat functies met ondersteuning voor
NFC en Wi-Fi Direct bevat en of de functie Wi-Fi Direct is
ingeschakeld op uw printer.
2
Open de app Samsung Mobile Print Pro.
Als Samsung Mobile Print Pro niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
3
Druk op het pictogram
scherm.
in het Samsung Mobile Print Pro-
4
5
Selecteer On in het menu Phone login set as default.
De id van het mobiele apparaat wordt weergegeven in het Samsung
Mobile Print Pro-scherm.
Druk op Registration.
6
Voer de id, het Password, het Domain en de Password in en klik
op OK.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
163
De functie NFC gebruiken (optioneel)
• Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
• De Passcode is vereist wanneer de beheerder kiest voor de
methode met Two-Factor Authentication. U moet een
wachtwoordcode invoeren ter verificatie. Het wachtwoord en de
wachtwoordcode moeten van elkaar verschillen. U kunt Two-Factor
Authentication selecteren via SyncThru™ Web Service > Security
> User Access Control > Authentication > Authentication
Method > Options > Login Method > Two-Factor Authentication.
8
Er wordt op het aanraakscherm van de printer een bericht
weergegeven dat de registratie is voltooid.
22
7
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken
Als u meer dan één printer hebt en u op alle printers dezelfde instellingen
wilt gebruiken, kunt u dat eenvoudig regelen met de app Samsung Mobile
Print Manager. Raak met uw mobiele telefoon de NFC-tag van uw printer
aan om de instellingen te kopiëren. Tik op de printer waar u de instellingen
aan wilt overdragen.
Bij het exporteren van de gegevens kunt u meer dan één set gegevens
opslaan. Bij het importeren van de gegevens kunt u gegevens uit de lijst
selecteren en vervolgens importeren.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
164
De functie NFC gebruiken (optioneel)
Exporteren (instellingen naar uw mobiele
apparaat kopiëren)
1
2
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
157).
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
3
4
Druk op Export.
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
165
De functie NFC gebruiken (optioneel)
• Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-tag op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
3
4
Selecteer de gewenste instellingen en druk op OK.
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
Importeren (instellingen toepassen op het apparaat)
1
2
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
157).
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
OK.
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
• Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
6
7
Druk op Import.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
5
6
Selecteer de instellingen die u wilt kopiëren.
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
166
De functie NFC gebruiken (optioneel)
7
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Instellingen voor draadloos
U kunt de instellingen voor draadloos van uw telefoon naar uw printer
kopiëren door uw mobiele apparaat tegen de NFC-tag van uw printer te
houden.
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
157).
2
Open de app Samsung Mobile Print Manager op uw mobiele
apparaat.
Als Samsung Mobile Print Manager niet is geïnstalleerd op uw
mobiele apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps,
Play Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de app.
Probeer het vervolgens opnieuw.
• Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk
niet op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de
locatie van de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze
functie gebruikt.
• Tijdens het klonen wordt het apparaat vergrendeld.
3
Op het mobiele apparaat wordt het Samsung Mobile Print
Manager-scherm weergegeven.
Druk op Wi-Fi Setup.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
167
De functie NFC gebruiken (optioneel)
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
OK.
6
Indien nodig typt u het ID en wachtwoord in om u aan te melden. Als
u zich voor de eerste keer bij de printer aanmeldt, typt u onderstaand
standaard-ID en -wachtwoord. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
5
Als het toegangspunt (of de draadloze router) is verbonden,
verschijnt er een venster met een bevestiging. Klik dan op OK. Als
er geen verbinding is met het toegangspunt (of de draadloze router),
selecteert u het gewenste toegangspunt (of de draadloze router) en
klikt u op OK.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
7
Volg de instructies op het scherm van het mobiele apparaat.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
168
De functie NFC gebruiken (optioneel)
23
De app Samsung Mobile Print gebruiken
Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers
foto's, documenten en webpagina's direct vanaf hun smartphone of tablet
kunnen afdrukken, scannen (alleen bij multifunctionele printers) en faxen
(alleen bij multifunctionele printers).
Afdrukken
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer.
2
Open de app Samsung Mobile Print.
4
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken.
Wijzig de afdrukoptie indien nodig door op het pictogram
te
drukken.
5
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
) op
Wacht een aantal seconden terwijl het mobiele apparaat een taak
naar de printer verstuurt.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
3
Selecteer afdrukmodus.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
169
De functie NFC gebruiken (optioneel)
6
Het apparaat start met afdrukken.
5
24
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele apparaat en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen" op pagina
157).
2
Open de app Samsung Mobile Print.
) op
Wacht een aantal seconden totdat het mobiele apparaat verbinding
heeft gemaakt met de printer.
Registreren van Google Cloud-printer
1
Houd de NFC-tag op uw mobiele apparaat (meestal op de
achterkant van uw mobiele apparaat) boven de NFC-tag (
uw printer.
Als Samsung Mobile Print niet is geïnstalleerd op uw mobiele
apparaat, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt en downloadt u de
app. Probeer het vervolgens opnieuw.
3
4
Selecteer het statuspictogram van het apparaat.
Op sommige mobiele apparaten bevindt de NFC-tag zich mogelijk niet
op de achterkant van het mobiele apparaat. Controleer de locatie van
de NFC-antenne op uw mobiele apparaat voordat u deze functie
gebruikt.
Selecteer Google Cloud Print > Register Google Cloud Printer.
6
Geef in het pop-upvenster de bevestiging op voor uw printer.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service ™Google Cloud Print.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
170
Ondersteunde mobiele apps
25
26
Beschikbare apps
•
•
•
Samsung Mobile Print: Samsung Mobile Print is een gratis
toepassing waarmee gebruikers foto's, documenten en webpagina's
direct vanaf hun smartphone of tablet kunnen afdrukken, scannen
(alleen bij multifunctionele printers) en faxen (alleen bij multifunctionele
printers). Samsung Mobile Print is niet alleen compatibel met uw
Android- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tabletpc. Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die
met het netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een WiFi-toegangspunt. U hoeft geen nieuw stuurprogramma te installeren of
netwerkinstellingen te configureren: u hoeft alleen de toepassing
Samsung Mobile Print te installeren en deze detecteert automatisch
compatibele Samsung-printers Behalve het afdrukken van foto's,
webpagina's en PDF's kunt u met deze toepassing ook scannen. Als u
een multifunctioneel apparaat van Samsung hebt, kunt u elk gewenst
document scannen naar een document met de indeling JPG, PDF of
PNG en deze snel en eenvoudig op uw mobiele apparaat weergeven
(zie "De app Samsung Mobile Print gebruiken" op pagina 169).
Samsung Mobile Print Pro: Hiermee kunnen gebruikers eenvoudig
een verificatie verkrijgen. Deze app biedt een manier om
gebruikersverificatie uit te voeren met uw mobiele apparaat (zie "De
app Samsung Mobile Print Pro gebruiken" op pagina 162).
Samusng Mobile Print Manager: Hiermee kunnen gebruikers functies
voor klonen en draadloze instellingen gebruiken met hun mobiele
apparaat (zie "De app Samsung Mobile Print Manager gebruiken" op
pagina 164, "Instellingen voor draadloos" op pagina 167).
Apps downloaden
Voor het downloaden van apps gaat u naar de toepassingenwinkel (Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat en zoekt u naar Samsung
Mobile Print/Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print
Manager. U kunt ook naar iTunes op uw computer gaan voor Appleapparaten.
•
•
Samsung Mobile Print
-
Android: Zoek naar Samsung Mobile Print in de Play Store en
download de app.
-
iOS: Zoek naar Samsung Mobile Print in de App Store en
download de app.
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
-
Android: Zoek naar Samsung Mobile Print Pro of Samusng
Mobile Print Manager in de Play Store en download de app.
27
Ondersteund mobiel besturingssysteem
•
•
Samsung Mobile Print
-
Android OS 2,3 of hoger
-
iOS 5,0 of hoger
Samsung Mobile Print Pro/Samusng Mobile Print Manager
-
Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikt mobiel apparaat met Android 4.0
of hoger waarop de ondersteunde mobiele apps zijn geïnstalleerd
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
171
Mopria™
Alleen machines met Mopria-certificering kunnen de Mopria-functie
gebruiken. Controleer op de doos waarin uw machine geleverd is of de
machine gecertificeerd is voor Mopria.
1
2
Controleer of het apparaat is verbonden met het netwerk.
Open op uw computer een webbrowser (Internet Explorer, Safari of
Firefox) en voer het IP-adres van het apparaat in in de adresbalk.
Druk vervolgens op Enter.
Voorbeeld:
Mopria™ Print Service is een mobiele afdrukoplossing
waarmee de nieuwe afdrukfunctionaliteit op een Androidtelefoon of -tablet (Android-versie 4.4 of hoger) wordt
verbeterd. Met deze service kunt u verbinding maken met en
afdrukken maken op een printer met Mopria-certificering die is
aangesloten op hetzelfde netwerk als uw mobiele apparaat
zonder dat u opnieuw iets moet instellen. Veel systeemeigen
Android-apps bieden ondersteuning voor afdrukken; denk
hierbij aan Chrome, Gmail, Gallery, Drive en Quickoffice.
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Voer uw ID en het Password in en selecteer het Domain. Klik
vervolgens op LOGIN. Gebruik hetzelfde aanmeldings-id,
wachtwoord en domein dat u hebt gebruikt om u aan te melden bij
het apparaat (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina
222).
28
Het apparaat instellen voor afdrukken met Mopria
U apparaat moet over Bonjour(mDNS)- en IPP-protocollen beschikken
alvorens de Mopria-functie kan worden gebruikt. Voer de volgende
stappen uit om de Mopria-functie in te stellen.
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Settings > Network Settings > Standard TCP/IP, LPR, IPP > IPP.
Selecteer vervolgens Enable.
6
Klik op Settings > Network Settings > mDNS.. Selecteer
vervolgens Enable.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
172
Mopria™
7
Klik op Security > System Security > Feature Management >
Mopria. Selecteer vervolgens Enable.
29
Mopria instellen op uw mobiele apparaat
Als Mopria Print Service niet is geïnstalleerd op uw mobiele apparaat,
gaat u naar de toepassingenwinkel (Play Store, App Store) op uw mobiele
apparaat en zoekt, downloadt en installeert u Mopria Print Service.
1
1
Open de e-mail, de foto, de webpagina of het document dat u wilt
afdrukken.
2
3
4
Tik in het menu op de app op Afdrukken.
Selecteer uw printer en configureer de afdrukopties.
Tik nogmaals op Afdrukken om het document af te drukken.
Om een afdruktaak te annuleren: Selecteer en verwijder het
document in de meldingsbalk uit de afdrukrij.
Tik in het menu Settings van uw Android-apparaat op Printing.
De locatie van deze optie kan afhankelijk van uw mobiele apparaat
variëren. Kunt u de optie Printing niet vinden? Raadpleeg dan de
gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat.
2
3
Tik onder Print Services op Mopria Print Service.
Tik op de schuifregelaar op On/Off om de Mopria Print Service in
te schakelen.
30
Afdrukken via Mopria
Op een Android-apparaat afdrukken via Mopria:
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
173
AirPrint
4
Alleen machines met AirPrint-certificering kunnen worden gebruikt met
de functie AirPrint. Controleer op de doos waarin uw machine geleverd
is of de machine gecertificeerd is voor AirPrint.
Met AirPrint kunt u rechtstreeks afdrukken vanaf uw iPhone,
iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS.
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Als u zich voor het eerst aanmeldt bij de SyncThru™ Web
Service, voert u onderstaande standaard-id en wachtwoord in. We
raden u om veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te
wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
31
AirPrint instellen
Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te
kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen
volgens een van de volgende methoden.
1
2
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden.
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Settings > Network Settings.
6
Klik op AirPrint.
32
Afdrukken via AirPrint
De iPad-handleiding geeft bijvoorbeeld de volgende instructies:
1
Open de e-mail, foto, internetpagina of het document dat u wilt
afdrukken.
2
Raak het bewerkingpictogram aan (
).
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
174
AirPrint
3
Selecteer de naam van uw printerstuurprogramma en het
optiemenu om de gegevens in te stellen.
4
Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af.
Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum
(
) in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het
overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op
annuleren klikken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
175
Samsung Cloud Print
Samsung Cloud Print is een gratis cloudservice waarmee u vanaf uw
smartphone of tablet kunt afdrukken of scannen met uw Samsung-printer of
MFP. Nadat u de app Samsung Cloud Print hebt geïnstalleerd, kunt u zich
registreren bij de service Samsung Cloud Print met alleen uw mobiele
nummer ter verifiëring. U hoeft zich niet bij een andere account aan te
melden, maar u kunt de app desgewenst wel koppelen aan uw Samsungaccount.
Als u op de knop (
1
2
Open de webbrowser.
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij de SyncThru™ Web Service,
moet u zich als beheerder aanmelden. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om
veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
) in de Samsung Cloud Print-app drukt, kunnen
uw mobiele apparaat en printer of MFP gekoppeld worden via een QRcode of het handmatig invoeren van het MAC-adres. Zodra ze
gekoppeld zijn, kunt u vanaf iedere locatie afdrukken en scannen.
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk op de Entertoets of klik op Ga naar.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
33
Zie "Het tabblad Security" op pagina 223 als u een nieuwe gebruiker
wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
Uw printer registreren bij de Samsung Cloud-server
Registreren via de webbrowser
• Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een
bekabeld of draadloos netwerk met toegang tot internet.
5
Zodra het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u
op Settings > Network Settings > Samsung Cloud Print.
6
7
Het Samsung Cloud Print-protocol inschakelen.
Uw printer is nu geregistreerd in de Samsung Cloud Print-service.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
176
Samsung Cloud Print
34
Afdrukken met Samsung Cloud Print
Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een bekabeld
of draadloos netwerk met toegang tot internet.
Afdrukken vanuit een toepassing op een mobiel
apparaat
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Een printer registreren vanaf een toepassing op
een mobiel apparaat
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
De volgende stappen vormen een voorbeeld voor het gebruiken van de
Samsung Cloud Print-app met een Android-telefoon.
1
Open de Samsung Cloud Print-app.
Als u geen Samsung Cloud Print-app op uw mobiele telefoon hebt
geïnstalleerd, gaat u naar de toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play
Store, App Store) op uw mobiele apparaat om de app te zoeken en te
downloaden.
2
3
Druk op de knop (
Open de Samsung Cloud Print-app.
2
3
4
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
Stel de gewenste afdrukopties in.
Tik op Send Job.
) in de Samsung Cloud Print-app.
Uw mobiele apparaat en printer of MFP kunnen gekoppeld worden
via NFC, een QR-code of het handmatig invoeren van het MACadres.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
177
Google Cloud Print™
Google Cloud Print™ is een service waarmee u met uw smartphone, tablet
en alle andere apparaten met webverbinding een document op een printer
kunt afdrukken. U hoeft alleen uw Google-account bij de printer te
registreren om de service Google Cloud Print™ te kunnen gebruiken. U
kunt uw document afdrukken of mailen vanuit Chrome OS, de Chromebrowser of een Gmail™/ Google Docs™-toepassing op uw mobiele
apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma dus niet op uw mobiele
apparaat te installeren. Raadpleeg de Google-website (http://
www.google.com/cloudprint/learn/ of http://support.google.com/cloudprint)
voor meer informatie over Google Cloud Print™.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij de SyncThru™ Web Service,
moet u zich als beheerder aanmelden. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om
veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Als uw netwerkomgeving met een proxyserver werkt, moet u het IPadres en het poortnummer van de proxyserver instellen in Settings >
Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting. Neem
contact op met uw netwerkprovider of netwerkbeheerder voor meer
informatie.
35
Uw Google-account bij de printer registreren
• Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een
bekabeld of draadloos netwerk met toegang tot internet.
1
2
3
4
• Maak eerst uw Google-account.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
Open de Chrome-browser.
8
9
Voer de naam en een beschrijving van uw printer in.
Ga naar www.google.com.
Klik op Register.
Er wordt een bevestigingspop-up weergegeven.
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk op de Entertoets of klik op Ga naar.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
178
Google Cloud Print™
Als u de browser hebt ingesteld op het blokkeren van pop-upvensters,
wordt het bevestigingsvenster niet weergegeven. Sta toe dat er popups op de website worden weergegeven.
10
11
Afdrukken vanuit een toepassing op een mobiel
apparaat
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google
Docs™ op een mobiele telefoon met Android.
Klik op Finish printer registration.
Klik op Manage your printers.
1
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
Als u de toepassing niet hebt, downloadt u deze van een appwinkel,
bijvoorbeeld Android Market of App Store.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
36
Afdrukken met Google Cloud Print™
De afdrukprocedure verschilt per toepassing of apparaat. U kunt de lijst
bekijken met toepassingen die de service Google Cloud Print™
ondersteunen.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een bekabeld
of draadloos netwerk met toegang tot internet.
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
2
3
4
5
6
7
Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat.
Tik op de knop Opties
van het document dat u wilt afdrukken.
Tik op de knop Verzenden
.
Tik op de knop Cloud Print
.
Stel de gewenste afdrukopties in.
Tik op Click here to Print.
Afdrukken vanuit de Chrome-browser
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van de Chromebrowser.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
179
Google Cloud Print™
1
2
3
Voer Chrome uit.
4
5
6
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad voor afdrukken.
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
Klik op het moersleutelpictogram
de browser.
in de rechterbovenhoek van
Selecteer Print with Google Cloud Print.
Klik op de knop Afdrukken.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
180
3. Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
• Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
182
• Informatie
183
• Lay-out
184
• Papier
185
• Grafisch
186
• Systeeminstellingen
187
• Emulatie
191
• Afbeeldingsbeheer
192
• Netwerk
193
• Directe USB
194
• Taakbeheer
195
• Beheerinstellingen
196
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 26). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
•
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s om het apparaat in te stellen en te gebruiken. Druk op
aanraakscherm aan om toegang te krijgen tot deze menu’s.
(Menu) of raak het
•
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen bepaalde menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing
op uw apparaat.
•
Voor modellen zonder het
•
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
(Menu).
3. Menu´s met nuttige instellingen
182
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
Item
Info
verbruiksartikelen
Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen
afdrukken.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal afgedrukte
pagina’s.
Accounta
Hiermee drukt u voor elke gebruiker een rapport af
met aantal afdrukken. Deze optie is alleen
beschikbaar als de invoegtoepassing Job Accounting
is ingeschakeld via SyncThru™ Web Admin Service.
Menuoverzicht
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige
instellingen van dit apparaat af.
PCL-tek.
De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
PS-lettertype
De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
(Menu) > Informatie op het bedieningspaneel.
Item
Omschrijving
Drukt een overzicht van de globale instellingen van
het apparaat af.
Configuratie
Als in dit configuratierapport een QR-code
staat, kunt u deze code scannen met uw
smartphone of tablet om informatie over de
printer te zien. U kunt de QR-code ook
gebruiken om de printer te registreren bij
Samsung Cloud Print™ (zie "Samsung Cloud
Print" op pagina 176).
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of uw
apparaat goed werkt.
Netwerkconfigurati
e
Hiermee drukt u een overzicht af van de huidige
netwerkconfiguratie van het apparaat.
Omschrijving
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Taakaccountbeheer is ingeschakeld vanuit de
SyncThru™ Web Admin Service.
3. Menu´s met nuttige instellingen
183
Lay-out
Item
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
•
Druk op
• Algemene marge: Hiermee wordt de marge voor
elke zijde van het papier ingesteld.
Marge
Om de menuopties te wijzigen:
• Multifunctionele lade: Stelt de papiermarge in de
multifunctionele lade in.
• Lade[x]a: Stelt de papiermarges in de laden in.
(Menu) > Lay-out op het bedieningspaneel.
Item
Omschrijving
• Emulatiemarge: Stelt de papiermarge voor de
emulatie-afdrukpagina in.
Omschrijving
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest
u de bindrand.
Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt
op een pagina.
• Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
• Lange zijde
• Staand
Dubbelzijdig
Afdrukstand
• Korte zijde
• Liggend
a. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
3. Menu´s met nuttige instellingen
184
Papier
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Item
Lade bevestigen
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
(Menu) > Papier op het bedieningspaneel.
Item
Activeert de melding ter bevestiging van de lade.
Als u een lade opent en sluit, verschijnt een
venster met de vraag het papierformaat en -type
te bevestigen. De weergave van dit bericht kan
desgewenst worden uitgeschakeld.
a. [ladenummer] geeft het ladenummer aan.
Omschrijving
Exemplaren
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Lade[x]/
• Papierformaat: Selecteert het formaat van
het papier dat zich in de lade bevindt.
Multifunctionele ladea
Omschrijving
• Papiertype: Selecteert het type papier dat
zich momenteel in de lade bevindt.
Bepaalt welke papierlade standaard wordt
gebruikt.
Papierinvoer
Auto: Hiermee wordt automatisch de
lade geselecteerd met papier van
dezelfde afmetingen als het origineel.
3. Menu´s met nuttige instellingen
185
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
(Menu) > Grafisch op het bedieningspaneel.
Item
Omschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Tekst wissen
Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal
document.
Randverbetering
Gebruikers kunnen de scherpte van tekst en
afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te
verbeteren.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
3. Menu´s met nuttige instellingen
186
Systeeminstellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Druk op
• Een lade verwijderen of een lade in de printer
plaatsen.
Omschrijving
Datum & Tijd
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumnotatie
Hiermee stelt u de datumindeling in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in,
12-uur of 24-uur.
Taal
Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel
in.
Standaardpapier
Hiermee kunt u het standaard papierformaat
selecteren.
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt
naar de energiebesparende modus.
Energiebesparing
• Papier in een lade plaatsen.
• De voorklep openen of sluiten.
(Menu) > Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
Item
Omschrijving
Als deze optie Aan is, voert u de volgende
handelingen uit om het apparaat uit de
energiespaarstand te laten ontwaken:
Ontw.gebeurt.
Om de menuopties te wijzigen:
•
Item
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat
moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
Time-out voor
wachtrij
U kunt de tijd instellen om de tijdelijk gestopte
afdruktaak te laten wachten.
Hoogtecorrectie
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte
boven zeeniveau ("Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 198).
Relatieve
luchtvochtigheid
Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de
hand van de relatieve luchtvochtigheid in de
omgeving.
Taak opnieuw
inplannen
Met Taak opnieuw inplannen kan het apparaat
doorgaan met de volgende taak als de huidige taak
wordt onderbroken vanwege een foutmelding over
verkeerd papier of geen papier.
3. Menu´s met nuttige instellingen
187
Systeeminstellingen
Item
Omschrijving
Item
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier
niet overeenkomt met de instellingen.
Aut. doorgaan
• Na 0 sec: Met deze optie kunt u toch doorgaan
met afdrukken als het geselecteerde
papierformaat niet overeenkomt met het papier in
de lade.
• Na 30 sec: Als er een papierstoring optreedt,
wordt er een foutbericht getoond. De printer zal
ongeveer 30 seconden wachten, het bericht
automatisch wissen en doorgaan met afdrukken.
Papier vervangen
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en
omgekeerd.
Ladebeveiliging
Hiermee kunt u instellen of u de functie
Automatische ladekeuze voor een bepaalde lade
wilt gebruiken. Als u deze functie bijvoorbeeld
inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de
ladewisseling uitgesloten.
Lade-modus
• Dynamisch: Als u een lade opent en sluit
wanneer het type of formaat papier niet
overeenkomt, worden de papierinstellingen
(formaat en type) automatisch gewijzigd in de
voor de taak vereiste instellingen. (Als u de lade
opent en sluit in de modus Dynamisch, gaat het
apparaat ervan uit dat het papier in de lade is
vervangen met papier van het juiste type en
formaat vereist voor de taak.)
Blanco pagina's
overslaan
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
• Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
Automatische
ladekeuze
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn
gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het
apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier
op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
Omschrijving
3. Menu´s met nuttige instellingen
188
Systeeminstellingen
Item
Onderhoud
Omschrijving
Item
Omschrijving
• Toner Op wissena: Deze optie wordt
weergegeven als de tonercassette leeg is. U kunt
het bericht over de lege cassette wissen.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Ecoafdruk" op pagina 48).
• Gebr.duur art.: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
• Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
• Ramschijfb: Schakelt de ramschijf in of uit voor
het beheren van afdruktaken.
• Waarschuwing: papier bijna op: Hiermee kunt
u het alarm instellen voor als het papier bijna op
is.
Tonerbesparing
Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette
langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan
wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat
echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit.
Stille modus
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. De snelheid en de
kwaliteit van de afdruk kan echter lager worden.
Eco-instel.
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
• Sjabloon selecteren: Kiest het ingestelde ecosjabloon via de SyncThru™ Web Service.
3. Menu´s met nuttige instellingen
189
Systeeminstellingen
Item
Omschrijving
Schakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze
tijdsduur is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan >
Time-out.
• Om het apparaat weer aan te zetten, drukt
u op de knop
Autom. uitsch.
(Aan/uit/ontwaken) op
het bedieningspaneel (zorg ervoor dat de
stroom is ingeschakeld).
• Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
• Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert,
werkt de functie Autom. uitsch. niet.
Best.beleid
Als een bestandsnaam die u invoert al aanwezig is
in het geheugen, kunt u de naam wijzigen of het
bestand overschrijven.
a. Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner
bevat.
b. Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het
display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
3. Menu´s met nuttige instellingen
190
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
Item
(Menu) > Emulatie op het bedieningspaneel.
Omschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer met het
apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instellingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
3. Menu´s met nuttige instellingen
191
Afbeeldingsbeheer
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
(Menu) > Afbeeldingsbeheer op het bedieningspaneel.
Item
Omschrijving
In dit menu kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
• Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
Aangepaste kleur
• Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u handmatig de
kleurdichtheid van de afdruk aanpassen. Wijzig de
afdrukdichtheid.
Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard te
gebruiken voor de beste kleurkwaliteit.
3. Menu´s met nuttige instellingen
192
Netwerk
Optie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Omschrijving
Configureer de ethernetpoort en de overdrachtsnelheid
van het netwerk.
Ethernet
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u deze
optie hebt gewijzigd.
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
(Menu) > Netwerk op het bedieningspaneel.
802.1x
U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en voer het IP-adres
van uw apparaat in. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service
gebruiken" op pagina 222).
Wi-Fia
Protocolbeheer
Optie
Omschrijving
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving (zie "Het IP-adres instellen" op pagina
135).
Netwerkconfigu
ratie
U kunt de gebruikersverificatie voor netwerkcommunicatie
instellen. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor details.
Selecteer deze optie om gebruik te maken van het
draadloze netwerk (zie "Installatie van draadloos netwerk
(optioneel)" op pagina 148).
U kunt de protocollen activeren of uitschakelen.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u deze
optie hebt gewijzigd.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding en
-configuratie van uw apparaat (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 135).
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
TCP/IP (IPv4)
Er moeten heel wat parameters ingesteld worden.
Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of
raadpleegt u de netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een IPv6netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op pagina 146).
Inst. wissen
Schakel het apparaat uit en weer in.
a. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is
geïnstalleerd.
3. Menu´s met nuttige instellingen
193
Directe USB
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
Item
Omschrijving
Afdrukken vanaf
Selecteer een bestand om af te drukken.
Bestandsbeheer
Selecteer een bestand om te verwijderen. U kunt het
USB-apparaat formatteren.
Ruimte tonen
Hiermee wordt de resterende ruimte weergegeven.
3. Menu´s met nuttige instellingen
194
Taakbeheer
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
Item
Omschrijving
Actieve taak
Toont de lijst van taken die worden uitgevoerd en die in
de wachtrij staan.
Beveiligde taak
Geeft de beveiligde afdruktaken weer op de schijf.
Opgeslagen taak
Geeft de opgeslagen afdruktaken weer op de schijf.
3. Menu´s met nuttige instellingen
195
Beheerinstellingen
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op
pagina 26).
• U moet het wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot dit menu.
Het standaardwachtwoord is sec00000.
Om de menuopties te wijzigen:
•
Druk op
Item
Firmwareupgrade
Als u de nieuwste firmware wilt bijwerken, stelt u deze
optie in op 'Aan' en downloadt u het firmwarebestand.
Inst. import.
Importeert gegevens opgeslagen op een USBgeheugenstick naar het apparaat (zie "Een back-up
maken van uw gegevens" op pagina 54).
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen instellingen
naar een geheugenstick (zie "Gegevens terugzetten"
op pagina 54).
(Menu) > Beheerinstellingen op het bedieningspaneel.
Item
U kunt de aanmeldmethode van beveiligd afdrukken
instellen
Omschrijving
U kunt de stempelfunctie inschakelen.
Beveiligd
• Stempel activeren: U kunt de stempelfunctie
activeren.
afdrukkena
• Item: U kunt de items selecteren die moeten worden
afgedrukt op de afdruk, zoals tijd, datum, enz.
Stempel
• Tekstgrootte: U kunt de tekstgrootte selecteren,
zoals klein, normaal, groot.
• Opaciteit: Hiermee kunt u de transparantie van de
stempel selecteren.
• Positie: Hiermee stelt u de positie van de stempel
in.
Wachtwoord van
beheerder
wijzigen
Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de
Beheerinstellingen van het apparaat.
Omschrijving
Beheer van
verbruiksartikele
n
Deze optie is beschikbaar als
Systeeminstellingen > Onderhoud >
Ramschijf is ingeschakeld.
• Toner bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en
uitschakelen.
a. Deze optie is beschikbaar als Systeeminstellingen > Onderhoud > Ramschijf is
ingeschakeld.
3. Menu´s met nuttige instellingen
196
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
• Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
198
• Verschillende tekens invoeren
199
• Afdrukfuncties
200
• De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
• Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere
niveaus te gaan.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
•
Normaal: 0-1.000 m
•
Hoog 1: 1.000-2.000 m
•
Hoog 2: 2.000-3.000 m
•
Hoog 3: 3.000-4.000 m
•
Hoog 4: 4.000-5.000 m
U kunt de hoogtewaarde instellen via Apparaatinstellingen in het
programma Samsung Easy Printer Manager.
•
Voor gebruikers van Windows en Mac, stel in vanaf Samsung Easy
Printer Manager > Geavanceerde instellingen >
Apparaatinstellingen (zie "Samsung Easy Printer Manager gebruiken"
op pagina 229).
• Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de hoogte
instellen via SyncThru™ Web Service (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 222).
• U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminstellingen >
Hoogtecorrectie op het bedieningspaneel (zie "De
standaardinstellingen van het apparaat" op pagina 30).
4. Speciale functies
198
Verschillende tekens invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
Toets
1
Alfanumerieke tekens invoeren
Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het display
verschijnt. Om de letter O in te voeren drukt u bijvoorbeeld op cijfertoets 6
met opschrift MNO. Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er
een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. Zie "Letters
en cijfers op het toetsenblok" op pagina 199 om de letter te vinden die u wilt
invoeren.
• U kunt een spatie invoeren door twee keer op 1 te drukken.
• U kunt het laatste cijfer of teken verwijderen door op de pijlknop te
drukken.
1
@/.’1
2
ABCabc2
3
DEFdef3
4
GHIghi4
5
JKLjkl5
6
MNOmno6
7
PQRSpqrs7
8
TUVtuv8
9
WXYZwxyz9
0
&+-,0
*
*%_~!#$()[]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
2
Letters en cijfers op het toetsenblok
• Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
Toegewezen cijfers, letters of tekens
#
#=|?":{}<>;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
• Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
4. Speciale functies
199
Afdrukfuncties
• Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 45).
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
4
Uw apparaat instellen als standaardprinter
3
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
2
3
4
Klik op het menu Start van Windows.
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
Klik op het menu Start van Windows.
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Selecteer uw apparaat.
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ▶
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
5
6
1
2
3
4
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ▶
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Klik op OK.
4. Speciale functies
200
Afdrukfuncties
5
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster
Afdrukken aan.
2
3
Klik op Afdrukken.
• XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in
een XPS-bestandsindeling
- Zie "Functies per model" op pagina 7.
- Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden
op Windows Vista OS of een recentere versie.
- Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is
via de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
4. Speciale functies
201
Afdrukfuncties
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte
apparaat.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
• Selecteer het menu Help of druk op F1 op uw toetsenbord en klik op de optie waarover u meer wilt weten (zie "Help gebruiken" op pagina 48).
Item
Meerdere pagina’s
per vel
Omschrijving
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s
verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
4. Speciale functies
202
Afdrukfuncties
Item
Poster afdrukken
Omschrijving
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om
ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het
tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Boekje afdrukkena
• Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
8
9
• De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Grootte-optie onder het tabblad Papier om
te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
• Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen
beschikbaar papier (papier zonder
of
markering).
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document
opgeven.
Tweezijdig
afdrukken
U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
4. Speciale functies
203
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn
deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
• Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het
bedieningspaneel van de printer.
• Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
Tweezijdig
afdrukken
• Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
• Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
• Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken.
Papieropties
Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
4. Speciale functies
204
Afdrukfuncties
Item
Watermerk
Watermerk
(Een watermerk
maken)
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
Omschrijving
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt de optie bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s van een document af te drukken.
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
4. Speciale functies
205
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 7).
Overlaya
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die
in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier
met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als
u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U
drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
• Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen
overlay met een watermerk.
• De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Overlaya
(Een nieuwe
paginaoverlay
maken)
Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt.
Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de map
waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
a
b
c
d
4. Speciale functies
206
Afdrukfuncties
Item
Overlaya
(Een paginaoverlay
gebruiken)
Overlaya
(Een paginaoverlay
verwijderen)
Omschrijving
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden.
Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt
telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay
op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
a
b
c
d
e
f
Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
Klik op Wissen.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen.
4. Speciale functies
207
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
• Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (HDD) hebt geïnstalleerd
(zie "Verschillende functies" op pagina 8).
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is,
zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
• U kunt deze functie inschakelen door de optie Opslagopties in te schakelen (zie "Apparaatopties instellen" op pagina 67).
• Als u geen aanvullende geheugen of een apparaat voor massa-opslag (HDD) in de machine installeert, biedt de RAMschijffunctie slechts 3 opties: Normaal, Proefafdruk en Vertrouwelijk.
• Afdrukmodus: De standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in
het geheugen.
- Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
Afdrukmodus
- Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te
controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
- Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren
om af te drukken.
• Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel.
• Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel. Automatisch
wordt de gebruikersnaam weergegeven waarmee u zich bij Windows aanmeldt.
• Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het geselecteerde document beveiligd is, moet u het wachtwoord voor het
document invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het bedieningspaneel.
• Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in.
4. Speciale functies
208
Afdrukfuncties
Item
Omschrijving
Met deze opties kunt u afdrukken met de toegekende machtigingen.
• Gebruikersmachtiging: Als u deze optie inschakelt, kunnen alleen gebruikers met gebruikersmachtiging een afdruktaak starten.
• Groepsmachtiging: Als u deze optie inschakelt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
Taakaccountbeheer
• Selecteer het menu Help of druk op F1 op uw toetsenbord en klik op de optie waarover u meer wilt weten (zie "Help gebruiken"
op pagina 48).
• Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via SyncThru™
Web Admin Service.
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
4. Speciale functies
209
Afdrukfuncties
• Of een PDF-bestand al dan niet afgedrukt kan worden met het
Hulpprogramma Direct afdrukken is afhankelijk van de manier
waarop het PDF-bestand is gemaakt.
6
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
• Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
• Hulpprogramma direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk
van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen.
Afdrukken
Wat is Hulpprogramma Direct afdrukken?
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
•
Om dit programma te installeren:
Dowload de software van de website van Samsung. Pak de software
vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
• U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
• U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
Selecteer in het menu Start Programma’s of Alle programma's.
Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en
selecteert u Zoeken > Apps(App).
2
Zoek naar Samsung Printers > Hulpprogramma Direct
afdrukken.
3
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
4
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
5
6
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
4. Speciale functies
210
Afdrukfuncties
Via het contextmenu
7
Afdrukken in Mac
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
3
4
Kies het te gebruiken apparaat.
De apparaatinstellingen aanpassen.
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg
de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1
2
Open het af te drukken document.
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
5
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
6
Klik op Druk af.
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
4. Speciale functies
211
Afdrukfuncties
Printerinstellingen wijzigen
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 8).
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
2
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
3
4
Kies de andere te gebruiken opties.
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op één
vel papier wilt afdrukken.
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina’s wilt inbinden. De bindopties zijn:
•
Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•
Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Macintoshtoepassing.
2
3
4
5
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Richting.
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
Kies de andere te gebruiken opties.
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier
af.
4. Speciale functies
212
Afdrukfuncties
8
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
2
Open het af te drukken document.
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
5
6
Open het menu File en klik op Print.
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
4. Speciale functies
213
Afdrukfuncties
7
8
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
1
Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar System >
Administration > Printing of voer de opdracht 'system-configprinter' uit in het terminalprogramma).
2
3
4
Dubbelklik op uw printer.
Klik op Print.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van het model. U kunt eventueel oneven-even pagina's
afdrukken via het lpr-afdruksysteem of andere toepassingen (zie
"Functies per model" op pagina 7).
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
Klik op de knop Apply.
9
Bestanden afdrukken
U kunt tekst-, afbeeldings- of PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat
door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te
passen. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. U kunt deze bestanden
afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Functies per model" op pagina 7).
"lp -d <printernaam> -o <optie> <bestandsnaam>"
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Doorgaan met de afdruktaak
Printereigenschappen configureren
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om
af te drukken.
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen
met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
4. Speciale functies
214
Afdrukfuncties
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
Het tabblad General
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
•
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
•
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de
keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
•
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden.
De standaardinstelling is Auto Selection.
•
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
•
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier
te besparen.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIXprinterstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende
afdrukopties kan instellen.
2
3
4
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw
printerstuurprogramma biedt.
5
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar,
afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem
of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en
oneven pagina's.
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
•
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s afgedrukt op één
vel papier.
•
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Singleline hairline, Double-line hairline).
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
4. Speciale functies
215
Afdrukfuncties
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad Margins
•
Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
•
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de
printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
4. Speciale functies
216
5. Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
• Managementhulpmiddelen gebruiken
218
• Easy Capture Manager
219
• Samsung AnyWeb Print
220
• Easy Eco Driver
221
• SyncThru™ Web Service gebruiken
222
• Het Samsung Printer Center gebruiken
226
• Samsung Easy Printer Manager gebruiken
229
• Samsung-printerstatus gebruiken
232
• Samsung Printer Experience gebruiken
234
Managementhulpmiddelen gebruiken
Samsung biedt verschillende managementhulpmiddelen voor Samsung-printers.
1
2
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
Selecteer in het menu Start Programma’s of Alle programma's.
•
3
4
5
Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App).
Zoek naar Samsung-printer.
Onder Samsung-printer ziet u geïnstalleerde managementhulpmiddelen.
Klik op de managementhulpmiddelen die u wilt gebruiken.
• Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, kunt u bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het Startmenu > Programma’s of
Alle programma's.
• Als u Windows 8 gebruikt, kunt u nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het
Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken.
5. Nuttige beheerprogramma's
218
Easy Capture Manager
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7).
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding
onbewerkt of bewerkt afdrukken.
5. Nuttige beheerprogramma's
219
Samsung AnyWeb Print
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 7).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Download de softwaren van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads).
5. Nuttige beheerprogramma's
220
Easy Eco Driver
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7).
• Om de Easy Eco Driver-functies te kunnen gebruiken, moet het Eco Driver Pack geïnstalleerd zijn.
Met Easy Eco Driver kunt u ecofuncties toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt.
De functie Easy Eco Driver biedt u ook de mogelijkheid tot simpele bewerkingen zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst en nog meer. U kunt
instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als favoriet.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
3 Selecteer op het tabblad Favorieten de optie Eco Printing Preview.
4 Klik op OK > Afdrukken in het venster. Er verschijnt een voorbeeldvenster.
5 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
6 Klik op Afdrukken.
• Als u Easy Eco Driver bij iedere afdruktaak wilt gebruiken, selecteert u het selectievakje Easy Eco Driver starten voor afdrukken van taak op het
tabblad Basis van het venster met afdrukvoorkeuren.
• Klik op Samsung Printer Center > Apparaatopties en selecteer vervolgens Stijlvolle gebruikersinterface om deze functie te gebruiken in de
Stijlvolle gebruikersinterface (zie "Het Samsung Printer Center gebruiken" op pagina 226).
5. Nuttige beheerprogramma's
221
SyncThru™ Web Service gebruiken
• Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 8.0 of
hoger vereist.
• De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
• Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 7).
1
1
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
SyncThru™ Web Service weergeven
2
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
SyncThru™ Web Service overzicht
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet
verschijnen.
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
5. Nuttige beheerprogramma's
222
SyncThru™ Web Service gebruiken
Het tabblad Information
Het tabblad Settings
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een
foutenrapport.
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
•
Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
•
Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
•
Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
•
Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
•
Usage Counters: Toont het tellers van het aantal vellen per type
afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
•
Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het netwerk.
•
Security Information: Geeft de beveiligingsinformatie van het
apparaat weer.
•
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•
Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
-
Information Hiding: U kunt netwerkfuncties inschakelen/
uitschakelen. Markeer de functies die u wilt inschakelen en klik op
Apply.
•
Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6
filtering, 802.1x en verificatieservers in.
•
User Access Control: U kunt de verificatiemethoden/-modi voor
gebruikersverificatie kiezen. U kunt het gebruikersprofiel dat wordt
gebruikt voor lokale verificatie toevoegen/verwijderen/wijzigen.
5. Nuttige beheerprogramma's
223
SyncThru™ Web Service gebruiken
Het tabblad Maintenance
3
E-mailmelding instellen
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen.
U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren.
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie
in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen
en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
•
Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
•
License Management: License management biedt instellingen voor of
instellingen van geïnstalleerde toepassingen en de licentie van de
toepassing.
•
Application Management: Deze functie is alleen beschikbaar voor
modellen met een aanraakscherm. U kunt toepassingen beheren. U
kunt nieuwe toepassingen installeren vanaf USB of een URL.
•
Wi-Fi Interface: U kunt het Wi-Fi-menu in- of uitschakelen.
•
Cloning: U kunt verschillende instellingen, bijvoorbeeld
apparaatinstellingen, netwerkinformatie en uw adresboek, importeren
van of exporteren naar apparaten die beschikken over de functie
Cloning in SyncThru™ Web Service.
1
•
Contact Information: Geeft de contactgegevens weer.
•
Link: Toont koppelingen naar nuttige websites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
2
3
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
5. Nuttige beheerprogramma's
224
SyncThru™ Web Service gebruiken
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd,
gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail
Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u emailmelding instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te
gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te
stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
6
Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
3
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
Selecteer op het tabblad Security System Security > System
Administrator.
4
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie emailmelding.
5. Nuttige beheerprogramma's
225
Het Samsung Printer Center gebruiken
• Alleen beschikbaar voor Windows-gebruikers.
Het tabblad Printers
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
Het Samsung Printer Center stelt u in staat om vanuit een enkele
geïntegreerde toepassing alle op uw computer geïnstalleerde
printerstuurprogramma's te beheren. U kunt het Samsung Printer Center
gebruiken om printerstuurprogramma's toe te voegen of te verwijderen, de
status van printers te bekijken, printersoftware bij te werken en instellingen
van printerstuurprogramma's te configureren.
5
Het Samsung Printer Center begrijpen
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Samsung Printer Center.
Printerlijst Geeft de printerstuurprogramma's weer die op uw
1
computer zijn geïnstalleerd. Klik op de knop
om een
printerstuurprogramma aan de lijst toe te voegen.
5. Nuttige beheerprogramma's
226
Het Samsung Printer Center gebruiken
Snelkopp
elingen
Geeft koppelingen weer naar verschillende beheerfuncties voor
printerstuurprogramma's. De snelkoppelingen in het tabblad
Printers maken een koppeling naar de volgende functies:
• Instellingen: stelt u in staat de instellingen voor een individueel
printerstuurprogramma te configureren.
- Als standaardprinter instellen: Stelt het geselecteerde
printerstuurprogramma in als standaard printer. Indien het
geselecteerde printerstuurprogramma reeds als standaard
printer is ingesteld, is deze optie niet actief.
- Voorkeursinstellingen voor afdrukken: stelt u in staat de
standaard afdrukinstellingen te configureren.
- Apparaatopties: stelt u in staat om geavanceerde opties te
configureren, zoals de instellingen voor optionele apparaten
en extra functies.
3
Printerinf
ormatie
Geeft algemene informatie over het geselecteerde
apparaat, zoals het model, het IP-adres, het poortnummer
en de status.
Het tabblad Scanner & Fax
• De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
• Alleen beschikbaar voor multifunctionele producten.
De optie stelt u in staat om de instellingen voor
Printerstatus en Stijlvolle gebruikersinterface te wijzigen.
1
2
- Apparaat wijzigen: stelt u in staat het apparaat te wijzigen in
een ander apparaat.
- Eigenschappen: stelt u in staat om de eigenschappen van
het printerstuurprogramma te configureren, zoals de naam
van het printerstuurprogramma en de locatie ervan, of om
commentaar over het printerstuurprogramma toe te voegen.
• Acties: stelt u in staat om de scanfunctie te gebruiken (deze
optie is alleen ingeschakeld wanneer het geselecteerde apparaat
de scanfunctie ondersteunt).
• Beheer: stelt u in staat om de in het programma geregistreerde
apparaten te beheren.
- Een nieuwe printer toevoegen / Printer verwijderen: voegt
een nieuw apparaat toe of verwijdert een bestaand apparaat.
- Problemen met de printer vaststellen: diagnosticeert
problemen in het geselecteerde apparaat en stelt oplossingen
voor.
- Software bijwerken: downloadt de toepasselijke softwareupdates en voert deze uit.
2
3
5. Nuttige beheerprogramma's
227
Het Samsung Printer Center gebruiken
Printerlijst
Snelkoppel
ingen
Geeft de fax- en scannerstuurprogramma's weer die op
uw computer zijn geïnstalleerd. Klik op de knop
(Fax
1
toevoegen) of
geeft koppelingen weer naar de beschikbare functies voor
het beheren van fax- of scannerstuurprogramma's. De
snelkoppelingen in het tabblad Scanner & Fax bieden de
volgende functies:
(Scanner toevoegen) om een fax- of
Om deze functie te gebruiken moet het fax- en
scannerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd zijn.
een scannerstuurprogramma aan de lijst toe te voegen.
2
3
• Instellingen: stelt u in staat de instellingen voor fax- of
scannerstuurprogramma's te configureren.
- Adresboek (alleen fax): opent het adresboek.
- Geschiedenis faxoverdracht (alleen fax): opent de
faxoverdrachtgeschiedenis.
- Faxvoorkeuren (alleen fax): stelt u in staat de
standaard faxinstellingen te configureren.
- Apparaat wijzigen: stelt u in staat de apparaten te
wijzigen in een ander apparaat.
- Eigenschappen: stelt u in staat om de
eigenschappen van een apparaat te configureren,
zoals de locatie, en om commentaren over het
apparaat toe te voegen.
• Acties: hiermee kunt u de scanfunctie gebruiken.
• Beheer: stelt u in staat om de in het programma
geregistreerde apparaten te beheren.
- Fax verwijderen of Scanner verwijderen: verwijdert
het geselecteerde fax- of scannerstuurprogramma.
- Software bijwerken: downloadt de toepasselijke
software-updates en voert deze uit.
Printerinfor Geeft algemene informatie over het geselecteerde
matie
apparaat, zoals het model, het IP-adres, het poortnummer
en de apparaatstatus.
5. Nuttige beheerprogramma's
228
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
Voor Mac:
• Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een
Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op
pagina 7).
Open de map Programma's > de map Samsung > Samsung Easy
Printer Manager.
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende
kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven:
• Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsungprinter. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Met een klik op een knop kunt u tussen de twee
interfaces schakelen.
De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het
besturingssysteem dat u gebruikt.
6
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager.
5. Nuttige beheerprogramma's
229
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
1
Printerlijst De printerlijst geeft printers weer die geïnstalleerd zijn op
uw computer en netwerkprinters die zijn toegevoegd met
netwerkverkenning (alleen in Windows).
2
Geavance
erde
instelling
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor
de beheerder van het netwerk en de printers.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als
dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing
op uw apparaat.
• Apparaatinstellingen: U kunt verschillende
apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie,
netwerk en afdrukinformatie instellen.
Als u op het apparaat verbinding maakt met een
netwerk, wordt het pictogram SyncThru™ Web
Service geactiveerd.
• Instellingen voor scannen naar pc: Dit menu bevat
instellingen waarmee u profielen voor scannen naar pc
kunt maken of verwijderen.
- Scannen activeren: Hiermee bepaalt u of de
scanfunctie is ingeschakeld op het apparaat.
- Het tabblad Standaard: Dit tabblad bevat algemene
scan- en apparaatinstellingen.
• Waarschuwingsinstellingen (alleen voor Windows): Dit
menu bevat instellingen gerelateerd aan de
waarschuwingen over fouten en storingen.
- Printerwaarschuwing: Levert instellingen met
betrekking tot wanneer waarschuwingen ontvangen
worden.
- E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot
het ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
- Overzicht van waarschuwingen: Levert een
geschiedenis met betrekking tot waarschuwingen
gerelateerd aan het apparaat en de toner.
5. Nuttige beheerprogramma's
230
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
3
Program
mainformatie
Printerinf
ormatie
Bevat koppelingen voor overschakelen naar vernieuwen,
voorkeursinstelling, hulp en informatie over het
programma.
In dit kader staat algemene informatie over uw apparaat. U
kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het
printermodel, het IP-adres (of poortnummer) en de
printerstatus.
Selecteer het menu Help in het venster en klik op de optie waar u meer
over wilt weten.
4
Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids
als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel
met de probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
Snelkopp
elingen
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke functies.
Dit gedeelte bevat ook koppelingen naar toepassingen in
de geavanceerde instellingen.
5
Als u op het apparaat verbinding maakt met een
netwerk, wordt het pictogram SyncThru™ Web
Service geactiveerd.
Inhoud
6
7
Benodigd
heden
bestellen
Toont informatie over de geselecteerde printer, het niveau
van de toner en het papier. De informatie wijzigt
naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om
verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online
reservetonercassette(s) bestellen.
5. Nuttige beheerprogramma's
231
Samsung-printerstatus gebruiken
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer
controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
• Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte
besturingssysteem.
Pictogr
am
betekent
Normaal
Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen
fouten of waarschuwingen.
Waarschuw
ing
Het apparaat is in een toestand waarin er in de
toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld
als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden tot
de toner-leegstatus.
Fout
Er is minstens één fout in het apparaat.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw
apparaat (zie "Specificaties" op pagina 104).
• Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windowsbesturingssystemen (zie "Software" op pagina 7).
Omschrijving
7
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout
controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-printerstatus wordt
automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de
knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
5. Nuttige beheerprogramma's
232
Samsung-printerstatus gebruiken
1
Apparaatinform
atie
of
Gebruikershand
leiding
U kunt de Gebruikershandleiding online bekijken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
2
Info verb.art.
U kunt het percentage resterende toner in de
cassette(s) weergeven. Het apparaat en het aantal
tonercassette(s) in het bovenstaande venster
kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte
printer. Niet alle apparaten beschikken over deze
functie.
Optie
U kunt instellingen voor waarschuwingen
gerelateerd aan afdruktaken opgeven.
Benod.
bestellen
U kunt online reservetonercassette(s) bestellen.
3
4
5
Afdrukken
annuleren
U kunt de apparaatinformatie bekijken.
• Afdrukken annuleren : Als er een afdruktaak in
de afdrukwachtrij of printer staat, annuleert u alle
printtaken van de gebruiker die in de
afdrukwachtrij of printer staan.
6
Sluiten
7
Informatie toner/ Dit knoppengebied voor informatie over toner en
papier
papier zijn afhankelijk van het apparaat
beschikbaar.
• Sluiten : Afhankelijk van de status van het
apparaat of de ondersteunde functies kan de
knop Sluiten mogelijk verschijnen om het
statusscherm te sluiten.
5. Nuttige beheerprogramma's
233
Samsung Printer Experience gebruiken
Samsung Printer Experience is een Samsung-toepassing die beheer en
instellingen van Samsung-apparaten op één locatie combineert. U kunt
apparaatinstellingen instellen, verbruiksartikelen bestellen, handleidingen
voor probleemoplossing openen, de website van Samsung bezoeken en
informatie over aangesloten apparaten controleren. Deze toepassing wordt
automatisch gedownload vanaf de Windows Store(Store) als het apparaat
is aangesloten op een computer met een internetverbinding.
De schermafbeelding kan verschillen afhankelijk van het model dat u
gebruikt.
8
Alles over Samsung Printer Experience
De toepassing openen:
Vanaf het Startscherm selecteert u de tegel Samsung Printer Experience
(
).
De interface van Samsung Printer Experience biedt verschillende nuttige
functies, zoals beschreven in de volgende tabel:
1
Printerinformat
ie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt informatie over de machine
controleren, zoals de status, de locatie, het IP-adres
en het resterende tonerniveau.
5. Nuttige beheerprogramma's
234
Samsung Printer Experience gebruiken
2
Gebruikershan
dleiding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. U moet
verbinding hebben met internet om deze functie te
gebruiken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er een fout
optreedt. U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
3
4
Bestellen
Verbruiksartike
len
Klik op deze knop om nieuwe tonercassettes online
te bestellen. U moet verbinding hebben met internet
om deze functie te gebruiken.
Ga naar
Samsung
Koppelingen naar de printerwebsite van Samsung. U
moet verbinding hebben met internet om deze functie
te gebruiken.
nter
Instellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals
papier, indeling, emulatie, netwerk en
afdrukinformatie instellen via SyncThru™ Web
Service. Uw apparaat moet verbinding hebben met
een netwerk. Deze knop is uitgeschakeld wanneer
uw apparaat is aangesloten via een USB-kabel.
5
6
Apparatenlijst
en Laatst
gescande
afbeelding
In de scannerlijst worden apparaten weergegeven
die Samsung Printer Experience ondersteunen.
Onder het apparaat ziet u de laatst gescande
afbeeldingen. Uw apparaat moet verbinding hebben
met een netwerk om van hieraf te scannen. Dit
gedeelte is voor gebruikers met multifunctionele
printers.
9
Printers toevoegen/verwijderen
Als u geen printers hebt toegevoegd aan de Samsung Printer Experience
of als u een printer wilt toevoegen/verwijderen, volgt u de onderstaande
instructies.
U kunt alleen op het netwerk aangesloten printers verwijderen/
toevoegen.
Een printer toevoegen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
3
Selecteer Printer toevoegen.
Selecteer de printer die u wilt toevoegen.
U kunt de toegevoegde printer zien.
Als u de markering
ziet, kunt u ook op de markering
klikken om
printers toe te voegen.
5. Nuttige beheerprogramma's
235
Samsung Printer Experience gebruiken
Een printer verwijderen
1
Ga naar Charms(charms) en selecteer Instellingen.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de pagina Samsung Printer
Experience klikken en Instellingen selecteren.
2
3
4
3
4
Selecteer uw printer in de lijst
5
Klik op Afdrukken om de afdruktaak te starten.
Selecteer de printerinstellingen, zoals het aantal exemplaren en de
afdrukstand.
Selecteer Printer verwijderen
Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
Klik op Ja.
U kunt zien dat de verwijderde printer niet meer op het scherm wordt
weergegeven.
10
Afdrukken
In dit gedeelte worden veelvoorkomende afdruktaken vanuit het
Startscherm uitgelegd.
Eenvoudige afdruktaken
1
2
Open het af te drukken document.
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
5. Nuttige beheerprogramma's
236
Samsung Printer Experience gebruiken
Een afdruktaak annuleren
Het tabblad Basis
U kunt als volgt een afdruktaak annuleren in een afdrukwachtrij of
afdrukspooler:
•
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het
pictogram van het apparaat (
•
) in de taakbalk van Windows.
U kunt de huidige afdruktaak ook annuleren door te drukken op de knop
(Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel.
Meer instellingen openen
Het scherm kan afwijken afhankelijk van het model of de opties.
U kunt meer afdrukparameters instellen.
1
2
3
4
Open het document dat u wilt afdrukken.
Ga naar Charms(charms) en selecteer Apparaten.
Selecteer uw printer in de lijst
Basis
Met deze optie kunt u de basisinstellingen voor afdrukken kiezen, zoals het
aantal exemplaren, de afdrukstand en het documenttype.
Eco-instellingen
Met deze optie kunt u meerdere pagina's per kant afdrukken om materiaal
te besparen.
Klik op Meer instellingen.
5. Nuttige beheerprogramma's
237
Samsung Printer Experience gebruiken
Het tabblad Geavanceerd
Het tabblad Beveiliging
Sommige functies zijn niet beschikbaar afhankelijk van het model of de
opties. Als dit tabblad onzichtbaar of uitgeschakeld is, betekent dit dat
deze functies niet worden ondersteund.
Papierinstellingen
Met deze optie kunt u de basisspecificaties voor het verwerken van papier
instellen.
Lay-outinstellingen
Met deze optie kunt u de verschillende manieren instellen om uw document
vorm te geven.
Taakaccountbeheer
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
Vertrouwelijk afdrukken
5. Nuttige beheerprogramma's
238
Samsung Printer Experience gebruiken
Deze optie wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke
documenten. U moet een wachtwoord invoeren om het document te
kunnen afdrukken.
5
6
Klik op Voorbeeldscan (
7
Klik op Scannen (
11
Scannen
) om de afbeelding te controleren.
Pas de voorgescande afbeelding aan met functies voor
scanbewerking, zoals draaien en spiegelen.
) en sla de afbeelding op.
• Wanneer u de originelen in de ADF (of DADF) plaatst, is
Dit gedeelte is voor gebruikers met multifunctionele printers.
Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die
u op de computer kunt opslaan.
Voorbeeldscan (
) niet beschikbaar.
• Als de optie Voorbeeldscan is geselecteerd, kunt u de vijfde stap
overslaan.
Scannen vanuit Samsung Printer Experience
Voor snel scannen worden de meestgebruikte afdrukmenu's weergegeven.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
3
4
Klik op de tegel Samsung Printer Experience op het Startscherm.
Klik op Scannen (
).
Stel de scanparameters in, zoals het type afbeelding, de
documentgrootte en de resolutie.
5. Nuttige beheerprogramma's
239
6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
• Problemen met papierinvoer
241
• Problemen met de voeding en het netsnoer
242
• Afdrukproblemen
243
• Problemen met de afdrukkwaliteit
247
• Problemen met het besturingssysteem
255
Voor fouten die optreden tijdens het installeren en instellen van de draadloze software,
raadpleegt u de sectie met probleemoplossingen in het hoofdstuk over het instellen van
het draadloze netwerk (zie "Problemen met draadloze netwerken oplossen" op pagina
159).
Problemen met papierinvoer
Toestand
Voorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar.
• Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
• Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
• Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
• In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
• Vervang het door papier uit een nieuw pak.
Invoerprobleem met een aantal vellen
tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort
en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet ingevoerd.
• Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
• Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
• Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de lade voor handmatige invoer als u
op speciaal materiaal afdrukt.
• U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
• Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Enveloppen trekken scheef of worden
niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net
raken).
6. Problemen oplossen
241
Problemen met de voeding en het netsnoer
Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
Toestand
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
Voorgestelde oplossing
1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Druk, indien het apparaat hierover beschikt, op de
(Aan/uit/
ontwaken)-knop op het bedieningspaneel.
2
1
2 Controleer de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat.
3 Verwijder de USB-kabel of de netwerkkabel aan de achterkant van het apparaat en plaats de kabel opnieuw.
6. Problemen oplossen
242
Afdrukproblemen
Toestand
Het apparaat drukt niet
af.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat krijgt geen stroom.
Voorgestelde oplossing
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Druk, indien het apparaat hierover
beschikt, op de
Het apparaat is niet als standaardprinter
geselecteerd.
(Aan/uit/ontwaken)-knop op het bedieningspaneel.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
• De klep is niet gesloten. Sluit de klep.
• Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 81).
• De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de lade plaatsen" op pagina 34).
• Er is geen tonercassette geplaatst. Vervang de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
• Zorg dat het beschermingsmateriaal is verwijderd van de tonercassette (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is niet goed aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan (zie "Achterkant" op
pagina 19).
De verbindingskabel tussen de computer en
het apparaat is mogelijk defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt
en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw
apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist.
Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak
naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft,
controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten.
6. Problemen oplossen
243
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle
afdrukinstellingen correct zijn.
Mogelijk is het printerstuurprogramma niet
goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma
opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed.
Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet voldoende
ruimte op de harde schijf van de computer is
om toegang te krijgen tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document opnieuw af.
De uitvoerlade is vol.
Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met
afdrukken.
Het apparaat haalt
papier uit de verkeerde
invoer.
De papieroptie die in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 46). Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 48).
Een afdruktaak wordt
uiterst langzaam
afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
De helft van de pagina is
blanco.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46). Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma (zie "Help gebruiken" op pagina 48).
Het apparaat drukt niet
af.
Het ingestelde papierformaat stemt niet
overeen met het formaat van het papier in de
lade.
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier in de papierlade. Controleer of het papierformaat dat
is ingesteld in het printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is
geselecteerd in het programma dat u gebruikt (zie "Voorkeursinstellingen openen"
op pagina 46).
6. Problemen oplossen
244
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt wel
af, maar de tekst is niet
correct, vervormd of
niet volledig.
De kabel van het apparaat zit los of is defect.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document
af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat
indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder
wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe
printerkabel.
Het verkeerde printControleer de papiersoort
en de kwaliteit van het
papier.erstuurprogramma is geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt
geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en
weer in.
De tonercassette is leeg of beschadigd.
Herverdeel de toner indien nodig. Vervang de tonercassette indien nodig.
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
• Zie "Toner herverdelen" op pagina 63.
• Zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65.
Het apparaat drukt het
PDF-bestand niet juist
af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het apparaat
defect (bijvoorbeeld de controller of het
moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Incompatibiliteit tussen het PDF-bestand en
de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een
afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
6. Problemen oplossen
245
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
De afdrukkwaliteit van
foto’s is niet goed. De
afbeeldingen zijn niet
duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag.
Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het
programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter hoogte
van de uitvoerlade
stoom uit het apparaat.
Het gebruik van nat of vochtig papier kan
damp veroorzaken tijdens het afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken. Als u last hebt van de damp,
kunt u het papier vervangen door nieuw papier uit een ongeopend pak.
Het apparaat drukt geen
aangepaste
papierformaten zoals
rekeningpapier af.
Het papierformaat en de
papierformaatinstelling komen niet overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 46).
Het afgedrukte papier
krult op.
De instelling voor de papiersoort klopt niet.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het
type in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
6. Problemen oplossen
246
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel
om het probleem te verhelpen.
Toestand
Lichte of vage afdrukken
Voorgestelde oplossing
• Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
• Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of is de tonerbespaarstand ingeschakeld. Wijzig de
afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma.
• Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de
binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 73). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
De bovenste helft van het
papier is lichter bedrukt dan
de rest van het papier.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
6. Problemen oplossen
247
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Tonervlekken
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
• Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice (zie
"Het apparaat reinigen" op pagina 73).
Onregelmatigheden
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
• Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
• Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een
ander merk.
• Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten.
Probeer een ander soort of merk papier.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dik papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
Witte vlekken
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
• Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan
zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen"
op pagina 73).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice.
6. Problemen oplossen
248
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticale strepen
Voorgestelde oplossing
Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
• Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de cassette. Verwijder de tonercassette en plaats een
nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat
reinigen" op pagina 73). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Zwarte of gekleurde
achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
• Gebruik papier met een lager gewicht.
• Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV)
kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
• Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
• Herverdeel de toner grondig (zie "Toner herverdelen" op pagina 63).
Tonervegen
• Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
6. Problemen oplossen
249
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticaal terugkerende
afwijkingen
Voorgestelde oplossing
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
• De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als de problemen zich na het afdrukken blijven voordoen, vervangt u de oude
tonercassette door een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
• Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina
bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
• De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Schaduwvlekken
A
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen.
• Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open
op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
• Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een
gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
Of selecteer Dik papier in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 46).
• Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken, kiest u een andere afdrukresolutie
in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina
46). Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
• Als u een nieuwe tonercassette gebruikt, moet u de toner eerst herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 63).
6. Problemen oplossen
250
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Er blijven tonerdeeltjes
hangen rond vetgedrukte
tekens of donkere foto’s.
Voorgestelde oplossing
De toner hecht mogelijk niet goed aan dit papiertype.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
• Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben.
Misvormde tekst
• Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier.
Papier schuin
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
A aBb
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
Cc
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
6. Problemen oplossen
251
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Gekruld of gegolfd
Voorgestelde oplossing
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van afdrukken is
vuil
• Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
6. Problemen oplossen
252
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Volledig gekleurde of zwarte
pagina’s
A
Losse toner
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 65).
• Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
• Reinig de binnenkant van het apparaat (zie "Het apparaat reinigen" op pagina 73).
• Controleer de papiersoort, de dikte en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 65).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van
de klantenservice.
Openingen in tekens
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn:
• Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
A
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
6. Problemen oplossen
253
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Horizontale strepen
Voorgestelde oplossing
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
• De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie "De tonercassette vervangen" op
pagina 65).
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker
van de klantenservice.
Krullen
Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
• Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik
op het tabblad Papier en stel de papiersoort in op Dun papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
• Op enkele vellen verschijnt
herhaaldelijk een
onbekende afbeelding.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de afdrukkwaliteit
beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte (zie "Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 198).
• Losse toner
• Vage afdruk of vervuiling
6. Problemen oplossen
254
Problemen met het besturingssysteem
1
Algemene Windows-problemen
Toestand
Voorgestelde oplossing
Tijdens de installatie
verschijnt het bericht
"Bestand in gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer
het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
beschermingsfout", "OEuitzondering", "Spool 32" of
"Ongeldige bewerking"
verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
De berichten "Kan niet
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is met afdrukken. Als
afdrukken" of "Er is een time- het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en gaat
outfout in de printer
u na of er een fout is opgetreden.
opgetreden" verschijnen.
Samsung Printer Experience
wordt niet weergegeven
wanneer u klikt op Meer
instellingen.
Samsung Printer Experience is niet geïnstalleerd. Download de app uit de Windows Store(Store) en installeer deze.
Apparaatgegevens worden
niet weergegeven wanneer u
op het apparaat in Apparaten
en printers klikt.
Schakel het selectievakje Eigenschappen van printer in. Klik op de tab Poorten.
(Configuratiescherm > Apparaten en printers > Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer
Eigenschappen van printer)
Als de poort is ingesteld op Bestand of LPT, verwijdert u de selectiemarkering en selecteert u TCP/IP, USB of WSD.
6. Problemen oplossen
255
Problemen met het besturingssysteem
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.
2
Veelvoorkomende problemen op de Mac-computer
Toestand
Het apparaat drukt het PDF-bestand
niet juist af. Sommige delen van
afbeeldingen, tekst of illustraties
ontbreken.
Voorgestelde oplossing
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als
afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Bepaalde letters worden niet normaal
weergegeven tijdens het afdrukken
van het voorblad.
Probeer de voorpagina als afbeelding af te drukken of vervang de beschadigde afbeelding door een nieuwe.
Als u op een Mac-computer een
document afdrukt met Acrobat Reader
6.0 of hoger, worden de kleuren niet
op de juiste wijze afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat
Reader.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die bij uw computer is geleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Mac OS.
6. Problemen oplossen
256
Problemen met het besturingssysteem
3
Algemene Linux-problemen
Probleem
Voorgestelde oplossing
Er is geen xsane of
eenvoudige scan-toepassing
op mijn Linux-apparaat.
Sommige Linux-versies beschikken niet over een standaard scantoepassing. Als u scanfuncties wilt gebruiken, installeert u
een scantoepassing via het downloadcenter van uw besturingssysteem (bijv. Ubuntu Software Center voor Ubuntu, Install/
Remove Software voor openSUSE, Software voor Fedora).
Scanner kan niet via het
netwerk worden gevonden.
Bij sommige Linux-versies is een krachtige firewall ingeschakeld; deze kan ons installatieprogramma verhinderen om de
benodigde poort te openen voor het zoeken naar netwerkapparaten. Open in dat geval handmatig snmp-poort 22161 of
schakel de firewall tijdens uit terwijl u het apparaat gebruikt.
Als u meer dan één
exemplaar afdrukt, wordt het
tweede exemplaar niet
afgedrukt.
Dit probleem doet zich voor in Ubuntu 12.04 vanwege een probleem in het standaard CUPS-filter 'pdftops'. Werk het pakket
'cups-filters' bij naar versie 1.0.18 om het probleem te verhelpen ('pdftops' is onderdeel van het pakket 'cups-filters').
De sorteeroptie kan niet
worden uitgeschakeld in het
dialoogvenster voor
afdrukken.
Voor sommige distributies treedt een probleem op bij de verwerking van de sorteeroptie in het dialoogvenster voor afdrukken
van GNOME. U kunt dit probleem oplossen door de standaardwaarde voor de sorteeroptie in te stellen op False met het
systeemhulpprogramma voor afdrukken (voer 'system-config-printer' uit met het terminalprogramma).
Er wordt altijd dubbelzijdig
afgedrukt.
Dit probleem met dubbelzijdig afdrukken doet zich voor in het in Ubuntu 9.10 CUPS-pakket. Werk de CUPS-versie bij naar
1.4.1-5ubuntu2.2.
De printer kan niet worden
toegevoegd via het
hulpprogramma voor
afdrukken van het systeem.
Dit probleem treedt op in Debian 7 vanwege een fout in het pakket 'system-config-printer' van Debian 7 (http://bugs.debian.org/
cgi-bin/bugreport.cgi?bug=662813 in het systeem voor het bijhouden van fouten in Debian). Gebruik een andere methode om
de printer toe te voegen (bijvoorbeeld via CUPS WebUI)
6. Problemen oplossen
257
Problemen met het besturingssysteem
Probleem
Voorgestelde oplossing
Wanneer u tekstbestanden
opent, zijn de instellingen
voor papierformaat en
afdrukstand uitgeschakeld in
het dialoogvenster voor
afdrukken.
Dit probleem treedt op in Fedora 19 en heeft betrekking op de teksteditor 'leafpad' in Fedora 19. Gebruik een andere
teksteditor, bijvoorbeeld 'gedit'.
Afdrukken produceert
onderverdeelde
afbeeldingen.
Dit probleem treedt op in openSUSE 13.2 vanwege een verkeerd ghostscript van het systeem. Werk het pakket 'cups-filtersghostscript' bij met het commando "zypper install --force cups-filters-ghostscript" of met het hulpprogramma "Install/Remove
Software".
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-foutberichten.
6. Problemen oplossen
258
Problemen met het besturingssysteem
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
Probleem
Het PostScript-bestand kan
niet worden afgedrukt
Mogelijke oorzaak
Mogelijk is het PostScript-stuurprogramma
niet correct geïnstalleerd.
Oplossing
• Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software"
op pagina 128).
• Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS.
• Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft
voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt
De afdruktaak is te complex.
Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Er wordt een PostScriptfoutenpagina afgedrukt
De afdruktaak is mogelijk geen PostScripttaak.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de
softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScriptheaderbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om de optionele lade te
herkennen.
Open de eigenschappen van het stuurprogramma, selecteer het tabblad
Apparaatopties en stel de ladeoptie in (zie "Apparaatopties instellen" op
pagina 67).
Als u op een Mac-computer
een document afdrukt met
Acrobat Reader 6.0 of hoger,
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Mogelijk komt de resolutie-instelling in het
printerstuurprogramma niet overeen met de
resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma
overeenkomt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
6. Problemen oplossen
259
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung products,
contact the Samsung customer care center.
Country/Region
BANGLADESH
Country/Region
ALGERIA
ARGENTINE
ARMENIA
AUSTRALIA
AUSTRIA
AZERBAIJAN
Customer Care Center
www.samsung.com/
n_africa/support
0800-555-SAMSUNG
www.samsung.com/
ar/support
0-800-05-555
BOLIVIA
1300 362 603
www.samsung.com/
au/support
BOSNIA
0800-SAMSUNG (08007267864)[Only for Premium
HA] 0800-366661[Only for
Dealers] 0810-112233
www.samsung.com/
at/support
BOTSWANA
0-88-555-55-55
www.samsung.com/
support
8000-GSAM (8000-4726)
www.samsung.com/
ae/support (English)
BAHRAIN
BELARUS
810-800-500-55-500
www.samsung.com/
in/support
02-201-24-18
www.samsung.com/
be/support (Dutch)
BELGIUM
www.samsung.com/
support
BRAZIL
BULGARIA
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
BURUNDI
www.samsung.com/
support
CAMEROON
WebSite
09612300300
WebSite
021 36 11 00
(0800-555-7267)
Customer Care Center
www.samsung.com/
be_fr/support
(French)
800-10-7260
www.samsung.com/
cl/support
[HHP] 4828210
055 233 999
www.samsung.com/
support
8007260000
www.samsung.com/
support
0800-124-421 (Demais
cidades e regiões)
www.samsung.com/
br/support
4004-0000 (Capitais e grandes
centros)
800 111 31 , Безплатна
телефонна линия
www.samsung.com/
bg/support
200
www.samsung.com/
support
7095- 0077
www.samsung.com/
africa_fr/support
Contact SAMSUNG worldwide
260
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
1-800-SAMSUNG (726-7864)
CANADA
CHILE
CHINA
COLOMBIA
800-SAMSUNG (726-7864)
[HHP] 02-24828200
400-810-5858
Bogotá 600 12 72Gratis desde
cualquier parte del país 01
8000 112 112 ó desde su
celular #SAM(726)
0-800-507-7267
COSTA RICA
CROATIA
Cote D’ Ivoire
00-800-1-SAMSUNG (7267864)
WebSite
www.samsung.com/
ca/support(English)
CYPRUS
www.samsung.com/
ca_fr/support
(French)
CZECH
www.samsung.com/
cl/support
www.samsung.com/
cn/support
www.samsung.com/
co/support
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
072 726 786
8000 0077
Country/Region
DENMARK
DRC
www.samsung.com/
gr/support
800-SAMSUNG (800-726786)
www.samsung.com/
cz/support
70 70 19 70
www.samsung.com/
dk/support
1-800-751-2676
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
499999
www.samsung.com/
support
1-800-10-7267
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
1-800-SAMSUNG (72-6786)
ECUADOR
EGYPT
WebSite
8009 4000 only from landline,
toll free
DOMINICAN
REPUBLIC
www.samsung.com/
hr/support
www.samsung.com/
africa_fr/support
Customer Care Center
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
08000-7267864
16580
www.samsung.com/
eg/support
Contact SAMSUNG worldwide
261
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
EIRE
Customer Care Center
0818 717100
800-6225
800-0726-7864
EL SALVADOR
ESTONIA
FINLAND
FRANCE
www.samsung.com/
ie/support
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
800-7267
www.samsung.com/
ee/support
030-6227 515
www.samsung.com/
fi/support
01 48 63 00 00
www.samsung.com/
fr/support
0180 6 7267864*
www.samsung.com/
de/support
GHANA
GREECE
0-800-555-555
Customer Care Center
0800-10077
80111-SAMSUNG (80111 726
7864) only from land line(+30)
210 6897691 from mobile and
land line
www.samsung.com/
gr/support
1-800-299-0013
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
GUATEMALA
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
800-2791-9267
800-2791-9111
HONDURAS
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
(852) 3698 4698
HONG KONG
WebSite
www.samsung.com/
africa_en/support
0302-200077
1-800-299-0033
[HHP] 0180 6 M SAMSUNG
bzw.
0180 6 67267864* (*0,20 €/
Anruf aus dem dt. Festnetz,
aus dem Mobilfunk max. 0,60
€/Anruf)
GEORGIA
Country/Region
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
0180 6 SAMSUNG bzw.
GERMANY
WebSite
www.samsung.com/
hk/support (Chinese)
www.samsung.com/
hk_en/support
(English)
www.samsung.com/
support
Contact SAMSUNG worldwide
262
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
HUNGARY
INDIA
INDONESIA
IRAN
ITALIA
JAMAICA
Customer Care Center
WebSite
0680SAMSUNG (0680-726786)0680PREMIUM (0680773-648)
www.samsung.com/
hu/support
1800 3000 8282 - Toll
Free1800 266 8282 - Toll Free
www.samsung.com/
in/support
021-56997777
www.samsung.com/
id/support
08001128888
021-8255 [CE]
Country/Region
KENYA
KYRGYZSTAN
800-SAMSUNG
(800.7267864)[HHP]
800.Msamsung
(800.67267864)
www.samsung.com/
it/support
LATVIA
1-800-234-7267
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
1-800-SAMSUNG (726-7864)
LITHUANIA
LUXEMBURG
MACAU
JAPAN
0120-363-905
0800-22273
www.samsung.com/
jp/support
JORDAN
06 5777444
www.samsung.com/
levant/support
(English)
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500
(GSM:7799, VIP care 7700)
www.samsung.com/
support
MACEDONIA
www.samsung.com/
support
183-CALL (183-2255)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
00-800-500-55-500
www.samsung.com/
kz_ru/support
8000-7267
www.samsung.com/
lv/support
8-800-77777
www.samsung.com/
lt/support
261 03 710
www.samsung.com/
support
0800 333
www.samsung.com/
support
023 207 777
1800-88-9999
MALAYSIA
MAURITIUS
WebSite
0800 545 545
KUWAIT
www.samsung.com/
iran/support
021-42132 [HHP]
Customer Care Center
603-77137477 (Overseas
contact)
23052574020
www.samsung.com/
my/support
www.samsung.com/
support
Contact SAMSUNG worldwide
263
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
MEXICO
MOLDOVA
MONGOLIA
MONTENEGRO
MOROCCO
MOZAMBIQUE
MYANMAR
NAMIBIA
NIGERIA
NETHERLANDS
NEW ZEALAND
Customer Care Center
WebSite
Country/Region
01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com/
mx/support
0-800-614-40
www.samsung.com/
support
+7-495-363-17-00
www.samsung.com/
support
020 405 888
www.samsung.com/
support
080 100 2255
www.samsung.com/
n_africa/support
847267864 / 827267864
www.samsung.com/
support
+95-01-2399-888
www.samsung.com/
support
08 197 267 864
www.samsung.com/
support
0800-726-7864
www.samsung.com/
africa_en/support
0900-SAMSUNG (09007267864) (€ 0,10/Min)
www.samsung.com/
nl/support
0800 726 786
www.samsung.com/
nz/support
Customer Care Center
001-800-5077267
www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
NICARAGUA
NORWAY
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
815 56480
www.samsung.com/
no/support
800-SAMSUNG (800 - 726
7864)
www.samsung.com/
ae/support (English)
OMAN
PAKISTAN
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
0800-Samsung (72678)
www.samsung.com/
pk/support
800-7267
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
800-0101
PANAMA
WebSite
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
Contact SAMSUNG worldwide
264
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
009-800-542-0001
PARAGUAY
PERU
PHILIPPINES
POLAND
WebSite
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
PUERTO RICO
QATAR
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
9999
www.samsung.com/
support
ROMANIA
08008 726 78 64 (08008
SAMSUNG )Apel GRATUIT
www.samsung.com/
ro/support
RUSSIA
8-800-555-55-55 (VIP care 8800-555-55-88)
www.samsung.com/
ru/support
8002474357
www.samsung.com/
sa/support
1-800-10-7267864 [PLDT]1800-8-7267864 [Globe landline
and Mobile]02-4222111 [Other
landline]
www.samsung.com/
ph/support
RWANDA
801-172-678* lub +48 22 60793-33 *[HHP] 801-672-678* lub
+48 22 607-93-33*
www.samsung.com/
pl/support
SAUDI ARABIA
www.samsung.com/
pt/support
1-800-682-3180
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
support
www.samsung.com/
pe/support
808 20 7267
WebSite
262508869
REUNION
0800-777-08
Customer Care Center
800-CALL (800-2255)
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
* (koszt połączenia według
taryfy operatora)
PORTUGAL
Country/Region
SENEGAL
SERBIA
www.samsung.com/
sa_en/support
(English)/
800-00-0077
www.samsung.com/
africa_fr/support
011 321 6899
www.samsung.com/
rs/support
Contact SAMSUNG worldwide
265
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
SINGAPORE
SLOVENIA
Customer Care Center
1800-SAMSUNG (726-7864)
080 697 267 (brezplačna
številka)
WebSite
www.samsung.com/
sg/support
www.samsung.com/
rs/si
090 726 786 (0,39 EUR/min)
SLOVAKIA
SOUTH AFRICA
SPAIN
SRI LANKA
SUDAN
SWEDEN
SWITZERLAND
Country/Region
Customer Care Center
18252273
www.samsung.com/
levant/support
(English)
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com/
support
0800-329999
www.samsung.com/
tw/support
0800 755 755
www.samsung.com/
support
SYRIA
TADJIKISTAN
0800 - SAMSUNG(0800-726
786)
www.samsung.com/
sk/support
TAIWAN
0860 SAMSUNG (726 7864)
www.samsung.com/
support
TANZANIA
0034902172678[HHP]
0034902167267
www.samsung.com/
es/support
THAILAND
94117540540
www.samsung.com/
support
1969
www.samsung.com/
support
0771 726 7864 (0771SAMSUNG)
www.samsung.com/
se/support
0800 726 78 64 (0800SAMSUNG)
www.samsung.com/
ch/support (German)
TURKEY
www.samsung.com/
ch_fr/support
(French)
TUNISIA
WebSite
0685 889 900
0-2689-3232,1800-29-3232
www.samsung.com/
th/support
1-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
latin/support
(Spanish)
TRINIDAD &
TOBAGO
www.samsung.com/
latin_en/support
(English)
444 77 11
www.samsung.com/
tr/support
80-1000-12
www.samsung.com/
n_africa/support
Contact SAMSUNG worldwide
266
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region
Customer Care Center
800-SAMSUNG (800 -726
7864)
U.A.E
UK
U.S.A
WebSite
1-800-SAMSUNG (726-7864)
-Consummer
www.samsung.com/
uk/support
www.samsung.com/
us/support
Customer Care Center
000- 405-437-33
www.samsung.com/
ae/support (English)
www.samsung.com/
ae_ar/support
(Arabic)
0330 SAMSUNG (7267864)
Country/Region
VENEZUELA
www.samsung.com/
latin_en/
support(English)
8-10-800-500-55-500 (GSM:
7799)
www.samsung.com/
support
0-800-SAMSUNG (726-7864)
www.samsung.com/
ve/support
1800 588 889
www.samsung.com/
vn/support
0211 350370
www.samsung.com/
support
Electonics
U.S.A (Mobile
Phones)
UGANDA
UKRAINE
www.samsung.com/
us/support
VIETNAM
0800 300 300
www.samsung.com/
support
ZAMBIA
0-800-502-000
www.samsung.com/
ua/support
(Ukrainian)
1-800-SAMSUNG (72-6786)
[HHP] 1-888-987-HELP(4357)
www.samsung.com/
latin/
support(Spanish)
URUGUAY
UZBEKISTAN
WebSite
www.samsung.com/
ua_ru/support
(Russian)
Contact SAMSUNG worldwide
267
Verklarende woordenlijst
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het
product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt
gebruikt en verband houdt met afdrukken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie
(WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE
802).
ADF
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat
automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een
gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc
ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was
opgenomen in de oorspronkelijke Mac (1984) en wordt nu door Apple
ingezet voor TCP/IP-netwerken.
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2.4
GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps,
802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/napparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze
telefoons en Bluetooth-apparaten.
Toegangspunt
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat
dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk
(WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLANradiosignalen.
Bitdiepte
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de
kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een
hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren.
Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te
groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom
of zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische
subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als
een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform.
Verklarende woordenlijst
268
Verklarende woordenlijst
BOOTP
Configuratiescherm
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een
netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt
doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde
besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IPadres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met
een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een
geavanceerd besturingssysteem wordt geladen.
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop
de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze
bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat.
CCD
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk
maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de
CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het
apparaat verplaatst.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere
exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is
ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige
kopieën worden gemaakt.
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken
te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel
ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en
daarmee het tonergebruik hoger.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling.
CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende
toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en
is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op nietMicrosoftplatformen.
DADF
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en
omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen.
Verklarende woordenlijst
269
Verklarende woordenlijst
Standaard
DNS
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de
verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd.
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie
opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet.
DHCP
Matrixprinter
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters
naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen
uitmaken van een IP-netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de
toewijzing van IP-adressen aan clienthosts.
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt
over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt
voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine.
DIMM
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt
voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot
een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter
bestandsformaat.
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met
geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals
afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DPI
DRPD
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee
apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via
het netwerk.
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een
dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een
enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan
ontvangen.
Verklarende woordenlijst
270
Verklarende woordenlijst
Duplex
Emulatie
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het
apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer
met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier
tijdens één printcyclus.
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten
worden behaald als met een ander.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per
maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer
een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De
levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de
garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per
maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot
2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse
1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die soms
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord
en gecorrigeerd.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander
systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie
is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot
simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat
wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor
LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de
fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal
gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren ’90 van afgelopen
eeuw de meest gebruikte LAN-technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Mac
(1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Verklarende woordenlijst
271
Verklarende woordenlijst
FDI
Grijswaarden
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is
geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een
muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze
apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd
met uw apparaat.
Een grijstint die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven
worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende
grijstinten weergegeven.
FTP
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te
variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl
lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan.
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt
protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat
het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet).
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal
fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol
die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de
fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner
aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het
uit een laserprinter komt.
Halftoon
Massaopslagapparaat (HDD)
Een massaopslagapparaat (HDD), doorgaans een harde of vaste schijf
genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde
gegevens opslaat op snel draaiende platen met een magnetisch oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een
internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van
elektrische technologie.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken
en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of
netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken.
Verklarende woordenlijst
272
Verklarende woordenlijst
IEEE 1284
IPP
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute
of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar
een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan
worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel
afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie,
enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers
worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en
codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing
is dan eerdere oplossingen.
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier
bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De
term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de
interne website.
IP-adres
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten
gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een
netwerk met behulp van de Internet Protocol-standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van
een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan
dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet
Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de
besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide
verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPXprotocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX
was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een
bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de
prestaties die van TCP/IP in een LAN).
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit
vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO
produceert wereldwijd industriële en commerciële normen.
Verklarende woordenlijst
273
Verklarende woordenlijst
ITU-T
LDAP
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie
die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale
radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten
standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie
van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee
internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITUT duidt op telecommunicatie.
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor
het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP.
ITU-T No. 1 chart
MAC-adres
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het
verzenden van faxdocumenten.
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een
netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48
bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens
per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres
wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC)
geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan
routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie
van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die
ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder
voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt
voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een
apparaat aangeeft.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld
een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner.
Verklarende woordenlijst
274
Verklarende woordenlijst
MH
NetWare
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van
de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om
een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is
een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat
geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te
comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte
bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum
worden teruggebracht.
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc.
Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking
om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de
netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack.
Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te
coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie
te decoderen.
MR
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele
afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een
laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum
op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook
regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de
ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat
wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te
verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid.
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen
door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De
volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt
vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden.
Verklarende woordenlijst
275
Verklarende woordenlijst
OSI
PostScript
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is
ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization).
OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp
waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in
hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van
boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die
voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. - die
in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en
gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
Afdrukmedia
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in
een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PCL
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die
ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een
norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste
inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische
printers, matrix- en laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde
bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten
in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling.
PPM
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid
van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één
minuut kan afdrukken.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan
communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/
uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd.
Verklarende woordenlijst
276
Verklarende woordenlijst
Protocol
SMB
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het
gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert.
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk
wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en
diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt
tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen
onderling.
PS
Zie PostScript.
SMTP
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd.
RADIUS
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-mailverkeer
over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd
protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden
aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een clientserverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server.
SSID
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor
gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om
verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp
van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor
het beheer van de netwerktoegang.
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk
(WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken
dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn
hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn.
Resolutie
Subnetmasker
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe
hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om
te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het
hostadres.
Verklarende woordenlijst
277
Verklarende woordenlijst
TCP/IP
Tonercassette
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set
communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het
internet en de meeste commerciële netwerken draaien.
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en
die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en
kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en
afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie
van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels
in het papier gaat hechten.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de
taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan
worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte
verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de
afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFFafbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken
definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en
platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die
met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt.
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-compatibele
scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een
scan worden gestart vanuit het programma; Dit is een API voor het
vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft
Windows en Apple Mac.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde
netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoftproducten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
Verklarende woordenlijst
278
Verklarende woordenlijst
URL
WEP
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het
adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel
geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich
bevindt.
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als
een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze via
radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere
kunnen worden verzonden.
USB
WIA
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc.
ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te
verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een
enkele computer-USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te
verbinden.
WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur
die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan
kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een
WIA-compatibele scanner.
WPA
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder
oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken
werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door
papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in
postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te
voorkomen.
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de
beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd
voor een betere beveiliging van WEP.
Verklarende woordenlijst
279
Verklarende woordenlijst
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-modus
voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een
gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt
(WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een
unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee
geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen
van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS
ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk
configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd
apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een
nieuw afdrukpad.
Verklarende woordenlijst
280
Index
A
afdrukken via samsung cloud print
accessoires
afdrukmedia
bestellen
59
installeren
67
afdrukfunctie
200
afdrukken
afdrukken naar een bestand
201
de standaardafdrukinstellingen wijzigen
200
dubbelzijdig afdrukken
Mac
een document afdrukken
Windows
212
envelop
39
etiketten
41
het papierformaat instellen
43
het papiertype instellen
43
kartonpapier
42
speciale media
38
uitvoersteun gebruiken
voorbedrukt papier
AirPrint
algemene pictogrammen
45
het hulpprogramma Direct afdrukken
gebruiken
210
instellen als standaardapparaat
200
Linux
213
Mac
211
meerdere paginas afdrukken op één vel
papier
Mac
212
mobiel besturingssysteem
171
mobileprint
171
speciale afdrukfuncties
202
UNIX
214
176
106
42
172, 174
D
draadloos
WPS
verbinding verbreken
draadloos netwerk
netwerkkabel
220
apparaatopties
67
ecoafdruk
48
een document afdrukken
Linux
213
Mac
211
UNIX
214
94
F
apparaatoverzicht
achterkant
19
foutmelding
voorkant
18
functies
5
eigenschappen van afdrukmateriaal 106
B
functies van het apparaat
bedieningspaneel
20
beveiligd afdrukken
51
181
G
geheugen
C
conventie
155
E
10
AnyWeb Print
150
geheugen uitbreiden
10
general settings
69
187
Index 281
Index
Google Cloud Print
papierformaat en type instellen
178
layout
H
43
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
129
184
Linux
handmatige invoermultifunctionele lade
afdrukken
213
257
systeemvereisten
110
veelvoorkomende problemen op de
Maccomputer
256
gebruikstips
36
algemene Linuxproblemen
plaatsen
36
speciale afdrukmedia gebruiken
38
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
132
meerdere pagina's op één vel afdrukken
nup
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
142
menu
help gebruiken
het programma SetIP
48, 213
135, 155
hulpprogramma Direct afdrukken
210
I
214
Beheerinstellingen
196
SetIP gebruiken
137
direct USB
194
emulatie
191
info
183
taakbeheer
195
informatie over wettelijke voorschriften
113
systeemvereisten
instellingen voor favorieten voor
afdrukken
92
47
110
M
afdrukken
lade
breedte en lengte instellen
32
de grootte van de lade aanpassen
32
een optionele lade bestellen
59
papier in de handmatige
invoermultifunctionele lade plaatsen 36
menuoverzicht
26, 183
N
Mac
L
212
printereigenschappen
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
131
informatie over de statusLED
Mac
211
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
130
netwerk
algemene instellingen
193
het programma SetIP 135, 136, 137, 155
installatie van draadloos netwerk
148
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
142
installatieomgeving
112
instelling bekabeld netwerk
135
SetIP gebruiken
introductie van netwerkprogrammas 134
136
Index 282
Index
IPv6configuratie
stuurprogrammainstallatie
Linux
Mac
UNIX
Windows
numeriek toetsenblok
146
142
142
143
138
20
invoermultifunctionele lade plaatsen 36
binnenkant
74
papier in lade 1optionele laden
34
buitenkant
73
plaatsen in lade 1
34
opneemrol
76
speciale media
38
plaatsing van het apparaat
aanpassing aan de hoogte
PostScriptstuurprogramma
problemen oplossen
O
onderdelen voor onderhoud
60
optionele lade
59
bestellen
59
overlay afdrukken
207
maken
206
verwijderen
207
printerstatus
algemene informatie
Linux
214
232
service contact numbers
260
Speciale functies
197
specificaties
104
problemen met betrekking tot netvoeding
242
185
81
tips om papierstoringen te voorkomen 80
243
problemen met de afdrukkwaliteit
247
problemen met papierinvoer
241
R
reinigen
106
standaardinstellingen
instellingen voor lade
problemen
papierstoring
papier in de handmatige
Samsungprinterstatus
afdrukmedia
problemen met het besturingssysteem
255
afdrukproblemen
plaatsen
232
234
printervoorkeursinstellingen
P
papier verwijderen
259
samsung printer experience
probleem
afdrukken
papier
198
S
status
43
20
stuurprogrammainstallatie
Unix
SyncThru Web Service
algemene informatie
143
222
222
T
tekens invoeren
199
toetsen
eco
20
schermafdruk
20
Index 283
Index
tonercassette
behandelingsinstructies
61
de cassette vervangen
65
geschatte levensduur
62
nietoriginele Samsung en bijgevulde
cassettes
61
opslaan
61
toner herverdelen
63
stuurprogrammainstallatie
131
uw apparaat reinigen
veelvoorkomende problemen onder
Windows
255
symbolen
beschikbare verbruiksartikelen
58
bestellen
58
de gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
71
214
geschatte levensduur van tonercassette
62
tonercassette vervangen
verklarende woordenlijst
111
USBflashgeheugen
beheren
54
gegevensbackup
54
USBgeheugenapparaat
afdrukken
11
53
USBkabel
besturingsbestand opnieuw installeren
130,
132
109
verbruiksartikelen
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
143
systeemvereisten
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
22, 24
veiligheid
44
Unix
135, 155
systeemvereisten
UNIX
afdrukken
73
SetIP gebruiken
V
U
uitvoersteun gebruiken
22, 24, 129,
65
268
W
watermerk
bewerken
205
maken
205
verwijderen
205
Windows
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
138
Index 284