Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij
onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele
buitenantennes los te koppelen van het toestel.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n
manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, moet u op MASTER ON/
OFF drukken zodat de schakelaar naar buiten komt in de OFF
(uit) stand, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF, of
met MAIN ZONE ON/OFF en ZONE 2 ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUD
KENMERKEN ....................................................... 2
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 3
VOORBEREIDINGEN
GEAVANCEERDE SETUP.................................32
Wijzigen van ADVANCED SETUP menu
parameters ........................................................... 32
Omschakelen van de ID van de
afstandsbediening ................................................ 33
ZONE 2 ..................................................................34
Aansluiten van Zone 2 componenten ...................... 34
Bediening Zone 2..................................................... 35
VOORBEREIDINGEN
Voorpaneel................................................................. 3
Display voorpaneel .................................................... 5
Achterpaneel .............................................................. 6
Afstandsbediening ..................................................... 7
Zone 2 afstandsbediening .......................................... 9
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ... 10
Gebruiken van de afstandsbedieningen ................... 10
GEAVANCEERDE BEDIENING
INLEIDING
INLEIDING
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................36
Set bedieningstoetsen .............................................. 36
Bedienen van andere componenten ......................... 37
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 38
AANSLUITINGEN .............................................. 11
AANVULLENDE INFORMATIE
BASISBEDIENING
Aansluiten van de luidsprekers................................ 11
Aansluiten van audio- en video-apparatuur............. 12
Aansluiten van de AM en FM antennes .................. 13
Aansluiten van het netsnoer..................................... 15
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 16
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................39
TECHNISCHE GEGEVENS...............................42
BASISBEDIENING
WEERGAVE EN OPNAME ............................... 17
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Weergeven van een signaalbron .............................. 17
Regelen van de toonweergave ................................. 19
Opnemen van een signaalbron................................. 20
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 21
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 22
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO .................. 23
AANVULLENDE
INFORMATIE
Automatisch afstemmen .......................................... 23
Handmatig afstemmen ............................................. 24
Automatisch voorprogrammeren ............................. 25
Handmatig afstemmen ............................................. 27
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 28
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 28
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN
MODELLEN VOOR EUROPA)..................... 29
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders .......... 29
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie ................................ 29
De PTY SEEK functie ............................................. 30
De EON functie ....................................................... 31
Nederlands
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 2-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
100 W + 100 W (8 Ω), 0,019% THV, 20 Hz t/m 20 kHz
◆ Zeer dynamisch vermogen, lage impedantie
aandrijfmogelijkheden
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Uitwisselen van voorkeuzezenders
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Radio Data System)
(Alleen modellen voor Europa)
Overige kenmerken
◆ PURE DIRECT toets voor onveranderde
geluidsweergave van de signaalbron
◆ CD DIRECT AMP toets voor onveranderde
geluidsweergave van CD’s
◆ REC OUT keuzemogelijkheid onafhankelijk van de
geselecteerde signaalbron
◆ Continu variabele loudnessregeling
◆ Slaaptimer
◆ Mogelijkheid tot afstandsbediening
◆ Zone 2 Meegeleverde afstandsbediening
◆ Zone 2 aangepaste installatiemogelijkheid
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Als de toetsen op de afstandsbediening en die op de Zone 2 afstandsbediening bepaalde functies gemeen hebben, worden in deze
handleiding de afbeeldingen van deze afstandsbediening gebruikt ter illustratie.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Ontwerp en specificaties kunnen gewijzigd worden als gevolg van
verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
Zone 2 afstandsbediening
Stroomkabel
(Twee bij modellen voor Azië)
AM ringantenne
POWER
POWER
ZONE 2
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
CD
PHONO
TUNER
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
STANDBY
DVD
REC
A
DISC SKIP
u
+
PRESET
VOLUME
B
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
SLEEP
–
d
START
A/B/C/D/E
MUTE
VOLUME
A/B
w
MUTE
b
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
10
ID1
TITLE
e
DIR A
s
f
DISPLAY
DIR B
REC
a
DISC
ID2
CD
p
TAPE
FM binnenantenne
(Alleen modellen voor
de V.S., Canada en
algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa
en Australië)
ENT.
MENU
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
2
Batterijen (x2)
(AAA, R03, UM-4)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
1
2
3
4
5 6
7
89
0
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
A B
C
D
PURE DIRECT
CD DIRECT AMP
INLEIDING
Voorpaneel
E
l TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
16
MASTER
SPEAKERS
A
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
ON
8
OFF
INPUT
REC OUT
BASS
TREBLE
BALANCE
SOURCE
0
0
0
MAIN ZONE
PHONES
MD/TAPE
1
CD
VCR
PHONO
DVD
1
2
TUNER
DTV/CBL
ON/OFF
1
2
3
4
4
– 5
1
2
3
5 +
1
2
3
4
4
– 5
5 +
1
2
3
DISPLAY
1
2
3
4
L 5
5 R
4
40
FLAT
–30dB
10
2
3
4
LOUDNESS
9
3
4
60
8
5
6
2
∞
7
0
-dB
(Algemene modellen)
F
G H
I
J
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten. Druk nog eens om de knop naar buiten te laten
komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 16 voor details.
Opmerking
Ook wanneer het toestel uit staat, verbruikt het een klein beetje
stroom om het geheugen in stand te houden.
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen
gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker
langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u de Main Zone van het toestel aan of uit
(standby).
Zie bladzijde 16 voor details.
Opmerkingen
• Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
L
M
N
4 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Wanneer Zone
2 is ingeschakeld, worden er signalen geproduceerd via de
ZONE 2 OUT aansluitingen.
Opmerking
Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
5 ZONE CONTROL
Druk hierop om de signaalbron voor Zone 2 in te stellen.
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
• Wanneer u op deze toets drukt, zal de ZONE 2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het
voorpaneel. Selecteer de signaalbron voor Zone 2 terwijl de
indicator nog aan het knipperen is.
• U kunt een voorkeuzezender selecteren wanneer TUNER is
geselecteerd als signaalbron voor Zone 2.
6 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerking
Schakel de afstandsbedienings- ID heen en weer tussen ID1 en
ID2 wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers
gebruikt (zie de bladzijden 9, 32 en 33).
7 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
3
Nederlands
3 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit (zie bladzijde 17).
K
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 EDIT
Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer
de TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie
bladzijde 28).
9 FM/AM
Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM
wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 23).
0 TUNING l / h
Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23).
A TUNING MODE
Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch
(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de
AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
B MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen
opslaan (zie bladzijde 27).
Zet het toestel in de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 25).
C PURE DIRECT en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal
oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
D CD DIRECT AMP en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een CD. De indicator erboven zal oplichten
en het display op het voorpaneel zal uit gaan wanneer deze
functie wordt ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
E VOLUME
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
F INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren of kijken.
G A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 26).
H PHONES aansluiting
Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt
luisteren met een hoofdtelefoon.
Opmerking
Druk op SPEAKERS A/B zodat de SP A/B indicators uit gaan
voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.
I REC OUT keuzeknop
Selecteert een signaalbron voor opname op een
MD-recorder of cassettedeck onafhankelijk van de
instelling met INPUT, zodat u kunt opnemen van de
geselecteerde signaalbron terwijl u luistert naar een andere
(zie bladzijde 20).
J BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
K TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
L BALANCE
Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers
ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt
door de opstelling van de luidsprekers of door de
omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 19).
M LOUDNESS
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen (zie bladzijde 19).
N Voorkeuzetoetsen
(1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28).
4
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1 2
DVD
DTV/CBL
4
VCR
MD/TAPE
ZONE2 ZONE3
5
CD
6
TUNER
7
8
INLEIDING
SP
A B
3
PHONO
MEMORY AUTO TUNED STEREO SLEEP MUTE
PTY HOLD
EON
PS
RT
9
1 SP (SPEAKERS) A/B indicators
Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is
geselecteerd.
Beide indicators lichten op wanneer beide sets
luidsprekers worden geselecteerd.
2 ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
3 Signaalbron indicators
Licht op wanneer het toestel in de corresponderende stand
staat.
4 MEMORY indicator
Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op
MEMORY op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de
MEMORY indicator knippert, kunt u de getoonde zender
in het geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en
één van de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.
0
PTY
CT
A
7 SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
8 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
9 Multifunctioneel display
Toont informatie bij het regelen of wijzigen van
instellingen.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
■ Alleen modellen voor Europa
A Radio Data Systeem indicators
De vierkante indicator naast elk van de Radio Data
Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende
Radio Data Systeem functie is geselecteerd.
5 AUTO indicator
Licht op wanneer het toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
PTY HOLD indicator
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
6 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
EON indicator
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
2
3
5
4
6
(Algemene modellen)
REMOTE
TUNER
DVD
AC IN
DVD
IN
1
GND
DTV/
CBL
DTV/
CBL
IN
IN
VCR
VCR
OUT
OUT
MONITOR
OUT
IN
AM
ANT
75Ω
UNBAL.
IN
AC OUTLETS
2
+12V 15mA MAX.
VOLTAGE
SELECTOR
SPEAKERS
SET BEFORE POWER ON
MAIN
IN
GND
A
(PLAY)
PRE
OUT
MD/
TAPE
ZONE 2
OUT
A OR B: 4ΩMIN. /SPEAKER
A+B: 8ΩMIN. /SPEAKER
OUT
(REC)
SUB
WOOFER
PHONO
8
AUDIO
9
A OR B: 6ΩMIN. /SPEAKER
A+B:12ΩMIN. /SPEAKER
B
ZONE 2
OUT
VIDEO
AUDIO
SWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
COUPLER
FM
ANT
CD
7
OUT
CONTROL OUT
OUTPUT
0
A
B
C
D
1 Antenne-aansluitingen
Aansluiten van de FM en AM antennes.
Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
8 PHONO aansluitingen en GND aansluiting
Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
2 AUDIO/VIDEO aansluitingen
Hierop kunt u audio- en video-apparatuur aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
9 ZONE 2 aansluitingen
Hierop kunt u apparatuur voor Zone 2 aansluiten.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
3 REMOTE aansluitingen
Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/
doorgeven van afstandsbedieningssignalen.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
0 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Hierop kunt u een subwoofer met ingebouwde versterker
aansluiten.
4 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een aparte uitbreidingsaansluiting. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met deze aansluiting.
5 AC IN
Hierop dient u het meegeleverde netsnoer aan te sluiten.
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Hiermee kunt eventueel andere audio/video componenten
van stroom voorzien.
Zie bladzijde 15 voor details.
7 CD aansluitingen
Hierop kunt u een CD-speler aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
6
A COUPLER aansluitingen
Hierop kunt u andere externe apparatuur aansluiten.
Zie 15 voor meer informatie over deze aansluiting.
B SPEAKERS aansluitingen
Sluit hierop uw luidsprekers aan.
Zie bladzijde 11 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie
omschakelen.
Zie bladzijde 15 voor details.
■ Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen
D VOLTAGE SELECTOR
Zie bladzijde 15 voor details.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
1
7
2
STANDBY
POWER
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
8
REC
9
3
4
5
EON
FREQ/TEXT
0
B
A
B
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
SLEEP
START
VOLUME
C
MUTE
D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
10
TITLE
MENU
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
Opmerking
De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, EON, PTY
SEEK MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing
op modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron. Zie voor details
“Ontvangen van Radio Data Systeem zenders” op bladzijde 29.
4 Cijfertoetsen (1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
5 BAND
Schakelt over naar de eerder gebruikte radioband (FM of
AM) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron.
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst
ontvangen zender.
6 A/B/C/D/E j / i
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
PRESET/CH u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
ENT.
BAND
6
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem
functie.
Opmerking
A
DISC SKIP
3 Toetsen voor Radio Data Systeem radioontvangst
INLEIDING
In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de
toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening
waarmee u andere apparatuur van YAMAHA of andere
fabrikanten kunt bedienen. De functies van de toetsen
waarmee andere audio en video componenten worden
bediend zijn hetzelfde als die van de corresponderende
toetsen op de componenten in kwestie. Raadpleeg de
handleiding van de component in kwestie voor details. Zie
“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op
bladzijde 36 voor het bedienen van andere apparatuur met
deze afstandsbediening.
DISPLAY
PRESET/CH
(Modellen voor Europa)
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron en bepaalt u
welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt (zie
bladzijde 36).
7 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Met deze toets wordt Zone 2 niet uit (standby) gezet.
8 POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
Opmerkingen
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
• Met deze toets wordt Zone 2 niet aan gezet.
Nederlands
7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
Overschakelen naar een andere set bedieningstoetsen (zie
bladzijde 36).
0 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit.
A CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 38).
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
C VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Opmerkingen
• Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
• Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit
toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien.
D MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 22).
Opmerking
De geluidsweergave in Zone 2 zal niet worden uitgeschakeld.
8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2 afstandsbediening
1
POWER
7
ZONE 2
2
CD
PHONO
TUNER
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
STANDBY
8
DVD
3
5
u
+
PRESET
VOLUME
d
–
MUTE
5 CD/TAPE bedieningstoetsen
Hiermee kunt u YAMAHA CD-spelers of een YAMAHA
cassettedeck bedienen.
6 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 33).
9
8 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 uit (standby).
0
9 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2.
A/B
w
e
f
DIR A
b
6
4 A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
7 POWER
Schakelt de Zone 2 functie in.
A/B/C/D/E
4
3 PRESET u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
INLEIDING
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2 afstandsbediening beschreven waarmee de Zone 2
functies kunnen worden bediend. U kunt met de Zone 2
afstandsbediening ook YAMAHA CD-spelers en een
YAMAHA cassettedeck bedienen.
ID1
s
DISPLAY
DIR B
REC
a
DISC
ID2
CD
TAPE
p
(Modellen voor Europa)
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
A
0 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk
uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave
op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
A CD/TAPE schakelaar
Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het
nummer 5 heen en weer tussen het bedienen van
YAMAHA CD-spelers en het bedienen van YAMAHA
cassettedecks.
2 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron voor Zone 2.
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
■ Opmerkingen over batterijen
• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.
• Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de gewone afstandsbediening en AAA, R03, UM-4 batterijen voor de Zone 2 afstandsbediening.
• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de
afstandsbedieningen.
• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbedieningen langere tijd niet zult gebruiken.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
Afstandsbediening
Zone 2 afstandsbediening
1
3
2
1
2
3
1
Open de klep van het batterijvak.
2
Doe de meegeleverde batterijen in elk van de
afstandsbedieningen met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Doe de klep weer dicht.
Gebruiken van de afstandsbedieningen
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen, of op de
infraroodontvanger in Zone 2 wanneer dat vereist is.
■ Omgaan met de afstandsbedieningen
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
l TUNING h
PURE DIRECT
ZONE CONTROL
EDIT
MEMORY
AUTO/MAN'L
SPEAKERS
A
B
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
VOLUME
8
OFF
INPUT
BASS
REC OUT
MAIN ZONE
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
CD
VCR
1
TUNER
DTV/CBL
ON/OFF
PHONO
DVD
0
TREBLE
1
1
2
2
4
4
30
5 +
0
POWER
TV
STANDBY
POWER
AV
CD
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
REC
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
SLEEP
START
VOLUME
MUTE
1
2
5
6
9
0
3
7
10
TITLE
4
8
ENT.
MENU
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
1
2
4
4
– 5
5 +
0
LOUDNESS
1
2
3
3
30
POWER
BALANCE
1
2
3
3
– 5
10
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
MASTER
ON
1
2
4
4
L 5
5 R
FLAT
–30dB
10
2
3
3
3
9
4
8
5
6
7
Ongeveer 6 m
• Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de
infraroodontvanger in Zone 2).
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
• Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
• Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
– heel koude plekken
– stoffige plekken
• Stel de sensor voor de afstandsbediening niet bloot aan sterke
verlichting, in het bijzonder van TL lampen en dergelijke;
anders is het mogelijk dat de afstandsbedieningen niet goed
werken. Indien nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
1
Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en
draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar
om kortsluiting te voorkomen.
4
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
VOORBEREIDINGEN
LET OP
• U moet dit toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
10 mm
■ Opmerkingen over het luidsprekersnoer
2
Schroef de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad is anders van kleur of vorm dan de
andere, misschien door middel van een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde, geribbelde
enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel
en uw luidspreker. Sluit de gewone draad aan op de “–”
(zwarte) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
■ Aansluiten van bananenstekkers
3
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
(Alleen modellen voor de V.S., Canada,
Australië en algemene modellen)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het uiteinde van de corresponderende
aansluiting.
Bananenstekker
Opmerkingen
11
Nederlands
• U kunt één of twee luidsprekersets aansluiten op dit toestel. Als
u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze
met de SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluitingen
verbinden.
• Gebruik uitsluitend luidsprekers met de op het achterpaneel van
dit toestel aangegeven impedantie.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audio- en video-apparatuur
LET OP
• Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt
zijn.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Raadpleeg tevens de handleidingen
van elk van uw componenten.
• Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio/video apparatuur met uitzondering van luidsprekers.
y
• De PHONO aansluitingen zijn ontworpen voor draaitafels met een MM of hoogvermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met
een laagvermogen MC cartridge, dient u een in-line versterkermodule of een MC-head versterker te gebruiken wanneer u uw
draaitafel op de PHONO wilt aansluiten.
• Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt.
Digitale tv,
kabel-tv
R
L
R
L
R
L
R
L
V
TUNER
V
Video ingang
GND
DVD
DVD
DTV/
CBL
DTV/
CBL
AM
ANT
CD-speler
Audio uitgang
75Ω
UNBAL.
IN
IN
VCR
VCR
OUT
OUT
MONITOR
OUT
(PLAY)
FM
ANT
L
GND
IN
R
MD/
TAPE
CD
ZONE 2
OUT
Draaitafel
OUT
(REC)
PHONO
Audio uitgang
ZONE 2
OUT
VIDEO
R
L
AUDIO
AUDIO
GND
Audio ingang
Audio
uitgang
MD-recorder,
cassettedeck, enz.
12
Video ingang
V
Audio ingang
L
Audio uitgang
R
Video uitgang
V
Videorecorder enz.
Audio uitgang
L
Video uitgang
R
Audio uitgang
Video uitgang
Video
monitor
V
DVD-speler
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de AM en FM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
AM buitenantenne
FM binnenantenne
(meegeleverd)
Gebruik 5 tot 10 meter
geïsoleerd draad en leid dit via
een raam of zo naar buiten.
FM buitenantenne
AM ringantenne
(meegeleverd)
VOORBEREIDINGEN
TUNER
GND
AM
ANT
75Ω
UNBAL.
FM
ANT
GND
CD
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die
in vochtige grond gedreven is.
Opmerkingen
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel.
• Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk
verkeer vandaan te plaatsen.
• Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op.
• De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden.
Nederlands
13
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 en steek de
andere draad van de AM ringantenne in de
GND aansluiting.
6
Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Maak de AM ringantenne voor gebruik
gereed.
Opmerkingen
2
Houd het lipje ingedrukt.
3
Doe de ene draad van de AM ringantenne in
de AM ANT aansluiting.
4
Laat het lipje weer los.
14
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange
geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en
deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum
naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Doe het ene uiteinde van het netsnoer in AC IN op het achterpaneel
van dit toestel en steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde
in het stopcontact wanneer alle andere aansluitingen gemaakt zijn.
Stroomkabel
VOLTAGE SELECTOR
Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting
Overige modellen ...................... 2 Netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. Deze
aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten
componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat.
Voor informatie over het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE
GEGEVENS” op bladzijde 42.
AC OUTLETS
SWITCHED
VOLTAGE
SELECTOR
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
A OR B: 6ΩMIN. /SPEAKER
A+B:12ΩMIN. /SPEAKER
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse
gangbare netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact doet.
De mogelijke voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOORBEREIDINGEN
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
AC IN
A OR B: 4ΩMIN. /SPEAKER
A+B: 8ΩMIN. /SPEAKER
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
■ IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
(Algemene modellen)
IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar
LET OP
AC OUTLET(S)
■ COUPLER aansluitingen
Als u de jumpers van de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen afhaalt,
kan dit toestel apart worden gebruikt als een aansturende versterker of
als eindversterker. Deze aansluitingen kunnen worden gebruikt om een
signaalverwerkend systeem op aan te sluiten, bijvoorbeeld een
grafische equalizer of een aparte surround processor. Als dergelijke
externe apparatuur wordt aangesloten op dit toestel, kunt u met de
VOLUME regeling van dit toestel het algemene geluidsniveau regelen.
Om externe apparatuur aan te kunnen sluiten, moet u eerst de
jumper (korstsluitpen of -plaatje) verwijderen van de
PRE OUT/MAIN IN aansluitingen en dient u vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe apparatuur te verbinden met
de PRE OUT aansluitingen, of de uitgangsaansluitingen daarvan
met de MAIN IN aansluitingen. Voor details dient u tevens de
handleiding van de externe apparatuur in kwestie te raadplegen.
Opmerkingen
Kies de stand van de schakelaar (links of rechts) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Stand van
de
schakelaar
Rechts
Links
Impedantieniveau
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 6 Ω of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 12 Ω
of hoger zijn.
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 4 Ω of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of
hoger zijn.
Opmerkingen
• Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken
van twee aparte luidsprekersets (A en B) wanneer de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op de 6 Ω stand staat.
• Als dit toestel niet aan gaat, is het mogelijk dat de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet helemaal in de
gewenste stand staat. In een dergelijk geval dient u de
schakelaar helemaal in de juiste stand te zetten wanneer de
stroomvoorziening van dit toestel volledig is afgesloten.
15
Nederlands
• Wanneer u de COUPLER aansluitingen niet gebruikt, mag u in
geen geval de jumpers verwijderen. Als deze verwijderd zijn,
zal dit toestel namelijk geen geluid meer produceren.
• Wanneer u dit toestel gebruikt met externe apparatuur aangesloten via de
COUPLER aansluitingen, moet u ervoor zorgen dat de CD DIRECT AMP
toets en de PURE DIRECT toets op het voorpaneel beide uitgeschakeld zijn.
• Wanneer u dit toestel als eindversterker gebruikt, dient u de
uitgangsaansluitingen van een externe aansturende versterker enz.
te verbinden met de MAIN IN aansluitingen van dit toestel. In dit
geval zullen de bedieningsorganen van dit toestel niet functioneren,
met uitzondering van de PHONES aansluiting en de SPEAKERS
A/B toetsen. Gebruik in plaats daarvan de bedieningsorganen op de
aansturende versterker voor het regelen van het volume enz.
U mag de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in geen geval
omzetten terwijl dit toestel aan staat, want hierdoor zal het toestel
kapot gaan.
AANSLUITINGEN
Aan en uit zetten van dit toestel
1
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
Druk MASTER ON/OFF naar binnen in de ON
stand om dit toestel aan te zetten.
Main Zone voor dit toestel zal worden ingeschakeld.
MASTER
1
ON
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
PURE DIRECT
ZONE CONTROL
EDIT
MEMORY
ON
AUTO/MAN'L
16
SPEAKERS
A
B
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
MASTER
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
8
60
2
OFF
INPUT
REC OUT
MAIN ZONE
MD/TAPE
VCR
ON/OFF
DTV/CBL
DVD
TREBLE
BASS
SOURCE
PHONES
CD
1
TUNER
PHONO
0
1
1
2
2
4
4
3
3
– 5
5 +
0
BALANCE
1
1
2
2
4
4
3
3
– 5
5 +
0
LOUDNESS
1
1
2
2
4
4
L 5
5 R
40
4
–30dB
10
2
3
3
FLAT
3
9
4
8
5
6
7
∞
OFF
U kunt de Main Zone voor dit toestel uit (standby)
zetten door op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel of op STANDBY op de afstandsbediening
te drukken.
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of op POWER op de afstandsbediening) om de Main
Zone voor dit toestel weer aan te zetten.
Druk nog eens op MASTER ON/OFF op het
voorpaneel om de knop naar buiten te laten komen in
de OFF stand om het toestel uit te zetten.
l TUNING h
0
-dB
y
Terwijl MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen
gedrukt in de ON stand staat, kunt u Zone 2 naar believen
inschakelen of uit (standby) zetten (zie bladzijde 35).
16
WEERGAVE EN OPNAME
WEERGAVE EN OPNAME
LET OP
Wees zeer voorzichtig wanneer u CD’s en dergelijke afspeelt die zijn gecodeerd met DTS.
Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt met een CD-speler die niet geschikt is voor DTS, zult u alleen maar een zeer storend geruis
horen die uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het
uitgangsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Weergeven van een signaalbron
2
2
5 5
Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het voorpaneel of de afstandsbediening om
de luidsprekersets A en/of B te selecteren.
SPEAKERS
SPEAKERS
A
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
A
B
of
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
CD DIRECT AMP
B
16
MASTER
SPEAKERS
A
20
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
12
VOLUME
8
26
ON
8
OFF
INPUT
BASS
REC OUT
MAIN ZONE
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
CD
0
1
TUNER
PHONO
TREBLE
1
1
2
2
4
1
2
4
5 +
LOUDNESS
1
1
2
4
5 +
4
L 5
5 R
40
FLAT
4
–30dB
10
2
3
3
4
– 5
0
2
3
3
4
– 5
BALANCE
1
2
3
3
0
3
9
4
60
6
7
Voorpaneel
2
∞
8
5
Afstandsbediening
0
-dB
6
1
5
POWER
6
1
POWER
TV
AV
CD
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
4
POWER
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
1
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
• Zowel SPEAKERS A als B kan worden geselecteerd.
• Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar correct
is ingesteld (zie bladzijde 15).
2
SLEEP
START
VOLUME
4
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of gebruik
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron waar
u naar wilt luisteren te selecteren.
3
Laat de signaalbron weergeven.
4
Druk op VOLUME op het voorpaneel (of op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het uitgangsniveau van de geluidsweergave
in te stellen.
16
20
8
26
4
40
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
POWER
of
VOLUME
2
∞
of
Voorpaneel
12
VOLUME
60
INPUT
BASISBEDIENING
Opmerkingen
0
-dB
Voorpaneel
Afstandsbediening
PHONO
Afstandsbediening
Nederlands
17
WEERGAVE EN OPNAME
5
Regel de toonweergave met BASS, TREBLE,
BALANCE en LOUDNESS, of met CD DIRECT
AMP en de PURE DIRECT toetsen op het
voorpaneel.
BASS
1
0
TREBLE
1
2
1
2
3
3
4
BALANCE
1
1
2
4
5 +
1
3
4
L 5
FLAT
–30dB
10
2
2
4
5 +
9
3
4
5 R
8
5
6
7
CD DIRECT AMP
PURE DIRECT
6
LOUDNESS
1
3
4
– 5
0
2
3
3
4
– 5
0
2
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op STANDBY op de
afstandsbediening) wanneer u klaar bent en
het toestel uit (standby) wilt zetten.
MAIN ZONE
STANDBY
ON/OFF
Voorpaneel
18
of
Afstandsbediening
WEERGAVE EN OPNAME
Regelen van de toonweergave
■ Regelen van de BALANCE
Regelt de balans tussen het volume van de linker en
rechter luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die
worden veroorzaakt door de opstelling van de luidsprekers
of door de omstandigheden in de luisterruimte.
BALANCE
1
0
1
2
2
3
3
4
4
L 5
5 R
■ Gebruiken van de CD DIRECT AMP toets
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen.
LET OP
Als CD DIRECT AMP of PURE DIRECT is ingeschakeld met
LOUDNESS ingesteld op een bepaald niveau, zullen de
ingangssignalen de LOUDNESS schakeling passeren, waardoor
het uitgangsniveau plotseling zal toenemen. Om te voorkomen
dat uw gehoor of uw luidsprekers beschadigd raken, moet u
daarom op CD DIRECT AMP of PURE DIRECT drukken nadat
u het geluidsniveau verlaagd heeft of nadat u gecontroleerd of
LOUDNESS correct is ingesteld.
1
LOUDNESS
1
FLAT
–30dB
10
2
9
3
4
8
5
2
CD DIRECT AMP
Zet de LOUDNESS regeling op het
voorpaneel op de FLAT stand.
■ Gebruiken van de PURE DIRECT toets
Signalen van uw audiobronnen zullen zo worden geleid
dat deze de BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
schakelingen passeren, zodat de audiosignalen niet
gewijzigd worden en de meest natuurgetrouwe weergave
verkregen wordt.
7
6
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of
gebruik VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het uitgangsniveau
van de geluidsweergave in te stellen op het
hardste niveau waar u naar zou willen
luisteren.
BASISBEDIENING
Hiermee worden signalen van uw CD-speler direct naar de
speciale ingebouwde versterker voor de CD-speler geleid.
Deze signalen passeren ongewijzigd de INPUT en BASS,
TREBLE, BALANCE en LOUDNESS schakelingen en
gaan rechtstreeks naar de eindversterker zodat de
CD-signalen niet gewijzigd worden en de meest
natuurgetrouwe weergave verkregen wordt. De CD
DIRECT AMP indicator licht op en na een paar seconden
gaat het display op het voorpaneel uit.
■ Regelen van de LOUDNESS
16
20
12
VOLUME
8
26
PURE DIRECT
of
4
40
60
VOLUME
2
∞
0
-dB
Afstandsbediening
Voorpaneel
Opmerking
Als zowel de CD DIRECT AMP als PURE DIRECT toetsen zijn
ingeschakeld, zal alleen de CD DIRECT AMP toets in werking
zijn.
3
Verdraai LOUDNESS tot u het gewenste
volume heeft ingesteld.
■ Regelen van de BASS en TREBLE
Hiermee kunt u de weergave van de hoge en lage tonen
regelen.
LOUDNESS
1
FLAT
–30dB
10
2
9
3
4
BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen.
8
5
6
7
TREBLE
BASS
1
0
1
1
2
2
3
3
4
4
– 5
Nederlands
TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen.
5 +
0
1
2
2
4
4
3
3
– 5
5 +
19
WEERGAVE EN OPNAME
Opnemen van een signaalbron
4
Opmerkingen
• De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
regelaars en de CD DIRECT AMP en PURE DIRECT toetsen
hebben geen effect op het signaal van de bron waarvan wordt
opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal
rustende rechten.
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het uitgangsniveau van de geselecteerde
signaalbron waarvan u wilt opnemen in te
stellen.
16
20
12
VOLUME
8
26
4
40
60
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
∞
0
-dB
MASTER
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
B
CD DIRECT AMP
5
16
SPEAKERS
A
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
ON
8
OFF
INPUT
PHONES
REC OUT
BASS
TREBLE
BALANCE
LOUDNESS
SOURCE
0
0
0
FLAT
MD/TAPE
CD
VCR
1
TUNER
DTV/CBL
ON/OFF
1
2
PHONO
DVD
1
2
4
1
2
4
5 +
4
– 5
1
2
3
3
4
– 5
1
2
3
3
5 +
1
2
4
4
L 5
5 R
40
4
–30dB
10
2
3
3
Afstandsbediening
l TUNING h
PURE DIRECT
MAIN ZONE
VOLUME
2
Voorpaneel
ZONE 2 ON/OFF
of
3
9
4
8
5
6
7
60
2
∞
0
-dB
Begin de opname op de op dit toestel
aangesloten MD-recorder, cassettedeck of
videorecorder.
Opmerking
3
1
1
4
Verdraai REC OUT op het voorpaneel en
selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
REC OUT
SOURCE
MD/TAPE
VCR
CD
TUNER
PHONO
DTV/CBL
DVD
Om op te nemen van de signaalbron waar u op dit
moment naar kijkt of luistert, dient u REC OUT op
SOURCE te zetten.
Om op te nemen van een andere signaalbron dan die
waar u op dit moment naar kijkt of luistert, dient u
REC OUT op de signaalbron te zetten waarvan u wilt
opnemen.
2
Laat de signaalbron waarvan u wilt opnemen
vervolgens afspelen.
3
Verdraai INPUT op het voorpaneel eventueel
om de signaalbron waarvan u wilt opnemen
te controleren.
INPUT
20
Als u REC OUT instelt op een signaalbron anders dan die waar u
op dit moment naar luistert of kijkt, zal de opname geen invloed
ondergaan wanneer u vervolgens tijdens de opname een andere
signaalbron kiest met INPUT op het voorpaneel (of met de
corresponderende ingangskeuzetoets op de afstandsbediening).
y
U kunt het geluid en/of beeld dat wordt opgenomen volgen door
INPUT op het voorpaneel te verdraaien (of op MD/TAPE of VCR
op de afstandsbediening te drukken) en de MD-recorder, het
cassettedeck of de videorecorder waarmee wordt opgenomen te
selecteren.
WEERGAVE EN OPNAME
Gebruiken van de slaaptimer
4
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is.
De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de
AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten
externe apparatuur uit.
Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF
op het display op het voorpaneel verschijnt.
SLEEP
Na een paar seconden zal SLEEP OFF verdwijnen
van het display en de SLEEP indicator uit gaan.
y
1
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
POWER
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF of MASTER ON/
OFF op het voorpaneel) het toestel uit (standby) te zetten.
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
SLEEP
START
3
VOLUME
Opmerkingen
BASISBEDIENING
• De slaaptimer kan alleen worden ingesteld via de
afstandsbediening.
• De slaaptimer schakelt automatisch Zone 2 uit. De stroom voor
de Zone 2 componenten wordt echter niet uitgeschakeld.
1
Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
POWER
POWER
STANDBY
TV
AV
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
POWER
PHONO
2
Begin de weergave op de geselecteerde
signaalbron.
3
Druk net zo vaak op SLEEP tot u de
gewenste tijd heeft ingesteld voor dit toestel
zichzelf zal uitschakelen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
SLEEP
SLEEP 120 min
SLEEP OFF
SLEEP 90 min
SLEEP 30 min
SLEEP 60 min
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent.
Nederlands
SLEEP
21
WEERGAVE EN OPNAME
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
1
Druk op MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
De MUTE indicator zal gaan knipperen en MUTE
ON zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
MUTE
MUTE
Na een paar seconden zal MUTE ON verdwijnen van
het display op het voorpaneel.
2
Druk op MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te hervatten.
De MUTE indicator zal verdwijnen van het display
op het voorpaneel.
MUTE
22
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Kies welke methode u wilt gebruiken
aan de hand van uw persoonlijke voorkeur en de sterkte van de te ontvangen zenders.
Automatisch afstemmen
4
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
2 4 3
Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch afstemmen te laten beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l TUNING h
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
16
MASTER
SPEAKERS
A
ON
B
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
8
60
2
OFF
INPUT
BASS
REC OUT
MAIN ZONE
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
CD
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
1
TUNER
PHONO
0
TREBLE
1
2
1
2
4
4
– 5
5 +
BALANCE
1
2
3
3
0
1
2
4
4
– 5
5 +
LOUDNESS
1
2
3
3
0
1
3
4
4
L 5
5 R
4
–30dB
10
2
2
3
40
FLAT
3
9
4
8
5
6
7
∞
Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
• Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Om af te stemmen op een andere zender dient u nog eens op
TUNING l / h te drukken.
• Als het automatisch afstemmen niet stopt bij de gewenste
zender omdat de signalen daarvan te zwak zijn, kunt u proberen
er met de hand op af te stemmen.
BASISBEDIENING
1
1
Opmerkingen
0
-dB
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel
2
Afstandsbediening
Druk op FM/AM op het voorpaneel om de
radioband te kiezen (FM of AM (MG)).
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
3
Druk op TUNING MODE op het voorpaneel
zodat de AUTO indicator op het display
oplicht.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
AUTO
Licht op
Nederlands
23
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Handmatig afstemmen
4
Handmatig afstemmen is nuttig wanneer u wilt afstemmen
op zwakke zenders.
Druk op TUNING l / h om met de hand af te
stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
2 4 3
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
l TUNING h
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
CD DIRECT AMP
Opmerkingen
16
MASTER
SPEAKERS
A
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
ON
8
OFF
INPUT
REC OUT
MAIN ZONE
MD/TAPE
CD
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
TREBLE
BASS
SOURCE
PHONES
1
TUNER
PHONO
0
1
2
1
2
3
3
4
4
– 5
5 +
0
BALANCE
1
2
1
2
3
3
4
4
– 5
0
5 +
LOUDNESS
1
2
1
2
3
3
4
4
L 5
5 R
40
FLAT
4
–30dB
10
2
3
9
4
8
5
6
7
60
2
∞
0
-dB
1
1
Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel
2
Afstandsbediening
Druk op FM/AM op het voorpaneel om de
radioband te kiezen (FM of AM (MG)).
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
3
Druk op TUNING MODE op het voorpaneel
zodat de AUTO indicator van het display
verdwijnt.
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
24
AUTO
Verdwijnt
• Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono
worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Automatisch voorprogrammeren
2
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders automatisch laten voorprogrammeren. Met deze
functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM
zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde,
opslaan tot een maximum van 40 stuks (8 zenders in
5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via
de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
FM/AM
3
Opmerkingen
3 4
2
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
l TUNING h
PURE DIRECT
MASTER
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
CD DIRECT AMP
16
SPEAKERS
A
ON
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
8
60
2
OFF
INPUT
BASS
REC OUT
MAIN ZONE
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
CD
1
TUNER
PHONO
0
TREBLE
1
2
1
2
3
3
4
4
– 5
5 +
0
BALANCE
1
2
1
2
3
3
4
4
– 5
5 +
0
LOUDNESS
1
2
1
3
3
4
4
L 5
5 R
FLAT
40
4
–30dB
10
2
2
3
9
4
8
5
6
7
∞
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
4
Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
0
-dB
1
1
Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste
3 seconden ingedrukt.
De voorkeuzegroep en de MEMORY en AUTO
indicators zullen gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
• Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden
worden.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als de
zender die u wilt voorprogrammeren te zwak is, kunt u deze met
de hand voorprogrammeren.
Druk op FM/AM op het voorpaneel en kies FM
als radioband.
FM zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
l TUNING h
Opmerkingen
Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER te
selecteren.
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel
• Als er niet op TUNING l / h binnen ongeveer 5 seconden
terwijl de MEMORY en AUTO indicators nog aan het
knipperen zijn, zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de getoonde frequentie naar hogere frequenties
toe.
• Zenders worden voorgeprogrammeerd op de volgorde waarin
ze gevonden worden, tot een maximum van 8 in elk van de
voorkeuzegroepen. Als er al 8 zenders in een voorkeuzegroep
staan, wordt er automatisch overgeschakeld naar de volgende
voorkeuzegroep met 8 plaatsen.
Afstandsbediening
Nederlands
25
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
■ Aangepast automatisch
voorprogrammeren
3
U kunt een bepaalde groep en een bepaald nummer
opgeven waar het automatisch voorprogrammeren van FM
zenders moet beginnen.
1
Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste
3 seconden ingedrukt.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
2
Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op één van
de voorkeuzenummers op het voorpaneel om
de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
te selecteren waaronder de eerst gevonden
zender moet worden opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerste zender
die wordt gevonden worden geprogrammeerd onder
C5, en de volgende zenders onder C6, C7 enz.
A/B/C/D/E
1
26
2
3
4
5
6
7
8
Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
l TUNING h
Opmerking
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Handmatig afstemmen
4
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders
in 5 groepen; A1 t/m E8) voorprogrammeren. U kunt
vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
Druk op het gewenste voorkeuzenummer op
het voorpaneel om het voorkeuzenummer
(1 t/m 8) te selecteren waaronder u de zender
wilt opslaan.
1
2
3
4
5
6
7
8
2
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
Opmerking
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
CD DIRECT AMP
16
MASTER
SPEAKERS
A
20
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
12
VOLUME
8
26
ON
INPUT
BASS
REC OUT
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
CD
1
TUNER
PHONO
0
TREBLE
1
1
2
2
4
4
5 +
0
4
LOUDNESS
1
1
2
4
5 +
4
L 5
5 R
40
FLAT
4
–30dB
10
2
3
3
4
– 5
0
2
3
3
3
9
4
8
5
6
7
60
2
∞
0
-dB
4
Druk op MEMORY op het voorpaneel.
De MEMORY indicator gaat ongeveer 5 seconden
lang knipperen op het display op het voorpaneel.
Deze handeling moet worden verricht binnen 5 seconden, terwijl
de MEMORY indicator nog knippert op het display. Anders zal
het handmatig voorprogrammeren automatisch worden
geannuleerd.
5
Druk op MEMORY op het voorpaneel om de
zender in het geheugen op te slaan.
6
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
BASISBEDIENING
Herhaal de stappen 1 t/m 4 bij “Automatisch
afstemmen” of bij “Handmatig afstemmen”
en stem af op de gewenste zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
frequentie waarop is afgestemd worden getoond op
het display.
MEMORY
Knippert
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
3
1
2
3
2
BALANCE
1
2
3
3
– 5
1
8
OFF
MAIN ZONE
Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel om de voorkeuzegroep te
selecteren (A t/m E).
De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
A/B/C/D/E
Nederlands
27
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
De volgende procedure geeft een voorbeeld waarin
voorkeuzezender E1 wordt omgewisseld met
voorkeuzezender A5.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
Omwisselen van voorkeuzezenders
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
2,4
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
16
MASTER
SPEAKERS
A
A/B/C/D/E
B
1
2
3
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
26
ON
8
OFF
INPUT
REC OUT
MAIN ZONE
MD/TAPE
CD
VCR
1
TUNER
DTV/CBL
PHONO
DVD
TREBLE
BASS
SOURCE
PHONES
ON/OFF
0
1
1
2
2
4
4
– 5
5 +
0
BALANCE
1
2
3
3
1
2
4
LOUDNESS
1
1
40
5 R
4
–30dB
10
9
4
4
L 5
FLAT
3
3
4
5 +
2
2
3
4
– 5
0
2
3
3
60
8
5
6
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
l TUNING h
2
∞
7
PURE DIRECT
MEMORY
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
0
-dB
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
16
MASTER
SPEAKERS
A
B
20
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
12
VOLUME
8
26
ON
INPUT
SOURCE
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
1
BASS
REC OUT
PHONES
2
1
DVD
CD
1
TUNER
PHONO
0
TREBLE
1
1
2
2
4
0
BALANCE
1
2
3
3
1
2
5 +
4
4
– 5
0
LOUDNESS
1
2
3
3
4
– 5
Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel (of op A/B/C/D/E j / i op de
afstandsbediening) en selecteer een
zendergroep (voorkeuzegroep) (A t/m E).
De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
8
OFF
MAIN ZONE
1
2
4
4
L 5
5 R
4
–30dB
10
2
3
3
5 +
40
FLAT
3
9
4
8
5
6
7
60
2
∞
0
-dB
1
Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren
van voorkeuzezenders” en selecteer
voorkeuzezender E1.
2
Druk op EDIT op het voorpaneel.
De E1 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
A/B/C/D/E
of
ENTER
A/B/C/D/E
MEMORY
Knippert
EDIT
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Voorpaneel
2
Afstandsbediening
Druk op het gewenste voorkeuzenummer op
het voorpaneel (of op PRESET/CH u / d op
de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
waaronder u de zender wilt opslaan.
Het voorkeuzenummer verschijnt op het display op
het voorpaneel, samen met de radioband en de
frequentie.
1
2
3
4
5
6
Voorpaneel
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Afstandsbediening
28
8
Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren
van voorkeuzezenders” en selecteer
voorkeuzezender A5.
De A5 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
MEMORY
Knippert
4
Druk nog eens op EDIT op het voorpaneel.
E1-A5 zal verschijnen op het display op het
voorpaneel ten teken dat de beide voorkeuzezenders
van plaats hebben gewisseld.
EDIT
of
A/B/C/D/E
7
3
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY
(Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
■ PS (Programma Service naam) functie:
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie
Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem
gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of
CT indicators die corresponderen met de Radio Data
Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening om
dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten.
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
TUNER
■ PTY (Programmatype) functie:
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Pop
ROCK M
Rock
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens te bekijken die worden
verzorgd door de huidige zender.
b
FREQ/TEXT
Afstandsbediening
PS
BASISBEDIENING
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen
15 soorten programma’s.
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
■ RT (Radio Tekst) functie:
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de
artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft
kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het
display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de
RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een streepje (_).
■ CT (Klok Tijd) functie:
Nederlands
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen.
■ EON (Enhanced Other Networks;
Verbeterde service andere netwerken):
Zie “De EON functie” op bladzijde 31.
29
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Opmerkingen
• Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante
Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender.
• U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren
die niet worden verzorgd door de zender in kwestie.
• Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel
naar behoren functioneren.
• Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal
geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in
een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt.
Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data
Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de
Radio Data Systeem functie.
• Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
De PTY SEEK functie
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
POWER
AV
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
POWER
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
1
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
SLEEP
3
START
VOLUME
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
1
2
3
5
6
7
9
0
10
MUTE
TITLE
4
8
ENT.
MENU
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
2
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1
Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de
PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display op het voorpaneel.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
MODE
PTY SEEK
Afstandsbediening
30
POWER
TV
CD
Knippert
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
2
Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
POP M
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
De EON functie
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden
uitgezonden door het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u
een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS
of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van
het gewenste soort programma begint.
PRESET/CH
3
POWER
PTY HOLD
PTY SEEK
START
Licht op
Afstandsbediening
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
• Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
AV
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
POWER
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
SLEEP
START
2
VOLUME
MUTE
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
Opmerking
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1
Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere Radio Data Systeem zender
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
2
Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening
om het gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT) te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
BASISBEDIENING
Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om te zoeken onder alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender
gezocht wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken
te annuleren.
POWER
TV
CD
EON
Afstandsbediening
■ Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display op het voorpaneel staat.
31
Nederlands
• Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
• Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
■ ADVANCED SETUP menu parameters
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt
aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw
voorkeuren.
Fabrieksinstellingen PRESET
Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
• Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters
van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
• Selecteer RESET als u wilt dat alle parameters van dit
toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet
op de fabrieksinstellingen.
Wijzigen van ADVANCED SETUP
menu parameters
Het ADVANCED SETUP menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
y
• Tijdens de ADVANCED SETUP zal er geen geluid worden
weergegeven.
• Tijdens de ADVANCED SETUP, kunnen alleen de MASTER
ON/OFF, A/B/C/D/E en voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het
voorpaneel worden gebruikt.
1,2,5
Opmerkingen
ZONE 2 ON/OFF
FM/AM
ZONE CONTROL
EDIT
l TUNING h
PURE DIRECT
MEMORY
• Deze instelling heeft geen invloed op de parameters in het
ADVANCED SETUP menu.
• Het resetten gebeurt de volgende keer dat u dit toestel aan zet.
MASTER
B
16
A/B/C/D/E
1
2
Tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Stel de frequentiestap in op de waarde die geldt voor het
gebied waar u het toestel gaat gebruiken.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Noord, Midden en Zuid Amerika: AM10/FM100 (kHz)
• Overige gebieden: AM9/FM50 (kHz)
32
4
5
6
7
20
VOLUME
8
12
8
OFF
INPUT
BASS
REC OUT
SOURCE
PHONES
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
ON/OFF
DVD
CD
1
TUNER
PHONO
0
TREBLE
1
2
1
2
4
4
5 +
BALANCE
1
2
3
3
0
1
2
4
4
– 5
5 +
LOUDNESS
1
2
3
3
0
1
2
4
4
L 5
40
5 R
4
–30dB
10
2
3
3
FLAT
3
9
4
60
8
5
6
2
∞
7
0
-dB
2,4 3
1
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand.
MASTER
ON
Opmerking
U moet de afstandsbediening zelf ook instellen (zie bladzijde 33),
evenals de Zone 2 afstandsbediening (zie bladzijde 9).
3
26
ON
MAIN ZONE
– 5
Afstandsbediening REMOTE
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID van dit toestel
omschakelen.
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer ID1 om dit toestel met een alternatieve code
te bedienen.
• Selecteer ID2 om dit toestel met de standaardcode te
bedienen.
AUTO/MAN'L
SPEAKERS
A
CD DIRECT AMP
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
2
OFF
Houd A/B/C/D/E op het voorpaneel ingedrukt
en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar
binnen in de ON stand.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het ADVANCED
SETUP menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
A/B/C/D/E
Houd ingedrukt
en druk op
MASTER
ON
OFF
GEAVANCEERDE SETUP
3
Gebruik de voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het
voorpaneel om door het menu te bladeren en
de parameter waarvoor u de instelling wilt
wijzigen te selecteren.
Zie bladzijde 32 voor een complete lijst van
mogelijke parameters.
1
4
2
Omschakelen van de ID van de
afstandsbediening
U kunt het toestel dat u wilt bedienen met de
afstandsbediening zelf instellen door de
afstandsbedienings-ID te wijzigen.
1
Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en druk vervolgens op TUNER op
de afstandsbediening.
Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel om heen en weer te schakelen
tussen de beschikbare parameters.
CODE SET
POWER
MENU
POWER
STANDBY
TV
AV
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
POWER
A/B/C/D/E
5
Druk nog eens op MASTER ON/OFF om de
knop naar buiten te laten komen in de OFF
stand om uw instelling te bevestigen.
2
PHONO
Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening de code van drie cijfers in
zoals gegeven in de tabel hieronder.
MASTER
ON
OFF
CODE SET
1
2
3
5
6
7
9
0
10
TITLE
4
8
ENT.
MENU
BAND
MENU
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerking
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
*
AfstandsbedieningsID*
(instelling van dit
toestel)
Functie
Code
ID1
Om dit toestel
met een
alternatieve code
te bedienen.
801
ID2
(standaardinstelling)
Om dit toestel
met de
standaardcode te
bedienen.
802
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De gewijzigde instellingen treden de volgende keer dat u dit
toestel aan zet in werking.
Wanneer u de ID van de afstandsbediening verandert,
moet u de ID op dit toestel ook veranderen (zie
bladzijde 32).
Opmerking
Wijzig ook de ID voor de Zone 2 afstandsbediening (zie
bladzijde 9).
33
Nederlands
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers of
versterkers met dezelfde standaardinstelling voor de
afstandsbedieningscode heeft, is het mogelijk dat u
onbedoeld verschillende toestellen tegelijk bedient.
In dit geval kunt u een alternatieve code instellen
zodat u dit toestel apart kunt bedienen.
ZONE 2
ZONE 2
Aansluiten van Zone 2 componenten
Dit toestel stelt u in staat een audio- en videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 functie geeft u
de mogelijkheid dit toestel tegelijkertijd verschillende signaalbronnen te laten weergeven in twee verschillende ruimten,
bijvoorbeeld in uw woonkamer en in Zone 2 (uw werkkamer bijv.). U kunt het toestel ook bedienen vanuit de tweede
ruimte met behulp van de Zone 2 afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden voor weergave in een andere ruimte, heeft u naast dit toestel de
volgende apparatuur nodig:
• Een infraroodontvanger voor de tweede ruimte.
• Een infraroodzender voor de eerste ruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de Zone 2 afstandsbediening
uit Zone 2 door aan de apparatuur in de eerste ruimte.
• Een versterker en luidsprekers voor de tweede ruimte.
• Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de REMOTE OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft u wellicht geen infraroodzender nodig. Er kunnen maximaal zes YAMAHA
componenten worden aangesloten zoals hieronder staat aangegeven.
REMOTE
REMOTE
IN
Infraroodontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
REMOTE
IN
OUT
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Dit toestel
■ Configuratie en aansluitingen bij meerdere ruimten
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van de configuratie en de vereiste aansluitingen voor gebruik van het
systeem in meerdere ruimten.
ZONE 2 VIDEO OUT
ZONE 2 AUDIO OUT
SPEAKERS
Versterker
MONITOR OUT
DVD-speler
(of andere componenten)
Beeldscherm
Dit toestel
AUDIO IN
VIDEO IN
MAIN
ZONE 2
Zone 2
afstandsbediening
Infraroodontvanger
Infraroodzender
Eerste ruimte
(Main Zone)
REMOTE OUT
Tweede ruimte
(Zone 2)
REMOTE IN
y
Omdat er zoveel mogelijkheden zijn voor de aansluitingen en de manieren waarop u dit toestel in twee verschillende ruimten kunt
gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 configuratie
en aansluitingen die het best tegemoetkomen aan uw eisen.
Opmerking
Als u het volume voor Zone 2 wilt regelen met de versterker in de tweede ruimte, raden we u aan het Zone 2 volumeniveau op of in de
buurt van –16 dB in te stellen.
34
ZONE 2
Bediening Zone 2
Gebruik de meegeleverde Zone 2 afstandsbediening om de
signaalbron te kiezen of het uitgangsniveau (volume) voor
Zone 2 te regelen zonder dat dit invloed heeft op de
weergave in de eerste ruimte.
1
Druk op POWER op de Zone 2
afstandsbediening (of op ZONE 2 ON/OFF op
het voorpaneel) om Zone 2 in te schakelen.
POWER
ZONE 2 ON/OFF
of
Zone 2
afstandsbediening
2
Voorpaneel
Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op
de ZONE 2 afstandsbediening om de
gewenste signaalbron voor Zone 2 te
selecteren.
POWER
ZONE 2
CD
PHONO
TUNER
MD/TAPE
VCR
DTV/CBL
STANDBY
DVD
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
U kunt de signaalbron ook instellen met de bedieningsorganen op
het voorpaneel.
Druk op ZONE CONTROL op het voorpaneel en en verdraai
vervolgens INPUT op het voorpaneel om de gewenste
signaalbron voor Zone 2 te selecteren.
3
Druk op VOLUME +/– op de Zone 2
afstandsbediening om het volume voor Zone
2 te regelen.
+
VOLUME
–
y
U kunt de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uitschakelen door
op MUTE op de ZONE 2 afstandsbediening te drukken. Druk nog
eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke
volume voort te zetten.
Nederlands
35
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Set bedieningstoetsen
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van andere componenten
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om dit toestel te bedienen.
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
POWER
TUNER
VCR
PHONO
CODE SET
SPEAKERS
A
DISC SKIP
B
EON
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
SLEEP
START
VOLUME
MUTE
1
5
9
2
3
6
7
0
10
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen
worden gebruikt om andere audio- en videoapparatuur zowel van YAMAHA als van andere
fabrikanten te bedienen. De functies van de toetsen
hangen mede af van de geselecteerde componenten.
Selecteer de component die u wilt bedienen met een
ingangskeuzetoets. De naam van de geselecteerde
component zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4
8
ENT.
De toetsen binnen de
stippellijnen bedienen
dit toestel in elke
bedieningsfunctie.
(POWER, STANDBY,
SLEEP, de
ingangskeuzetoetsen,
VOLUME +/– en
MUTE).
Met de
ingangskeuzetoetsen
kunt u, zoals hieronder
aangegeven, een andere
set bedieningstoetsen
kiezen.
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/TAPE
DVD
DTV/CBL
VCR
MENU
MODE
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
SPEAKERS
CODE SET
Component
Set bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscodes in
te stellen kunt u tot
maximaal 7 verschillende
componenten bedienen (zie
bladzijde 38).
EON
START
PTY SEEK
START
VOLUME
TV CH
TV VOL
TV MUTE
SLEEP
EON
FREQ/TEXT
PTY SEEK
MODE
TV VOL
A
B
DISC SKIP
BAND
ENTER
PHONO
REC
FREQ/TEXT
TITLE
POWER
TUNER
CODE SET
REC
DISC SKIP
STANDBY
TV CH
TV INPUT
MUTE
TV MUTE
TV INPUT
1
2
3
4
5
1
6
2
7
3
8
5
0
6
10
7
9
9
0
10
TITLE
4
8
ENT.
ENT.
MENU
BAND
TITLE
BAND
MENU
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RETURN
A/B/C/D/E
ENTER
DISPLAY
A/B/C/D/E
DISPLAY
PRESET/CH
y
U kunt via de
toets andere componenten bedienen,
ongeacht of deze zijn aangesloten op dit toestel.
36
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Naast dit toestel kan de meegeleverde afstandsbediening
ook andere audio en video componenten van YAMAHA
en van andere fabrikanten aansturen. Om andere
componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste
afstandsbedieningscodes instellen.
1
2
6
POWER
POWER
STANDBY
TV
AV
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
PHONO
CODE SET
REC
SPEAKERS
A
3
DISC SKIP
B
MODE
4
5
1
AV POWER
DVD-speler
Videorecorder
Digitale tv/
Kabel-tv
TV
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Videorecorder
aan/uit
EON
FREQ/TEXT
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
7
8
9
0
TV MUTE
TV INPUT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
10
MUTE
POWER
ENT.
TITLE
MENU
BAND
A
B
C
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
SLEEP
D
START
VOLUME
MUTE
CD-speler
Cassettedeck
MD-recorder
Tuner
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
TV POWER
TV aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
Aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
3
ll
Terug zoeken
Terug zoeken
Videorecorder
zoeken terug
Videorecorder
zoeken terug
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
PTY SEEK
MODE *2
hh
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Videorecorder
zoeken vooruit
Videorecorder
zoeken vooruit
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
PTY SEEK
START *2
b
Terug springen
Terug springen
Richting A
Terug springen
FREQ/TEXT *2
a
Vooruit springen
Vooruit springen
Richting B
Vooruit springen
EON *2
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
Opname
Videorecorder
opname
Videorecorder
opname
Disc overslaan
Opname
Opname
s
Stop
Stop
Videorecorder
stop
Videorecorder
stop
Stop
Stop
Stop
Pauze
Videorecorder
pauze
Videorecorder
pauze
Pauze
Deck A/B
Pauze
Videorecorder
weergave
Weergave
Weergave
Weergave
e
4
5
6
7
8
9
0
A
B
C
D
*2
h
Weergave
Weergave
Videorecorder
weergave
TV VOL +
Tv volume +
Tv volume +
Tv volume +
Volume +
Tv volume +
Tv volume +
Tv volume +
Tv volume +
TV VOL –
Tv volume –
Tv volume –
Tv volume –
Volume –
Tv volume –
Tv volume –
Tv volume –
Tv volume –
TV CH +
Tv kanaal +
Kanaal +
Kanaal +
Kanaal +
Tv kanaal +
Tv kanaal +
Tv kanaal +
Tv kanaal +
TV CH –
Tv kanaal –
Kanaal –
Kanaal –
Kanaal –
Tv kanaal –
Tv kanaal –
Tv kanaal –
Tv kanaal –
TV MUTE
TV geluid uit
TV geluid uit
TV geluid uit
Geluid uit
TV geluid uit
TV geluid uit
TV geluid uit
TV geluid uit
TITLE
Titel
Titel
ENTER
Menu enter
Titel
Titel
Menu selecteren
Menu selecteren
PRESET/CH u Menu hoger
Menu hoger
Menu hoger
Voorkeuzezender
hoger (1 t/m 8)
PRESET/CH d Menu lager
Menu lager
Menu lager
Voorkeuzezender
lager (1 t/m 8)
A/B/C/D/E j
Menu links
Menu links
Menu links
Voorkeuzezender
lager (A t/m E)
A/B/C/D/E i
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
Voorkeuzezender
hoger (A t/m E)
RETURN
Terug
Terug
Terug
Terug
TV INPUT
TV ingang
TV ingang
TV ingang
Ingang
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Enter
ENT.
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Enter/oproepen
Enter/
Cijfertoetsen
MENU
Menu
Menu
Menu
DISPLAY
Display
Display
Display
Band
TV ingang
Cijfertoetsen
TV ingang
TV ingang
TV ingang
Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
Index
Display
Display
Nederlands
*1
Pauze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
2
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Deze toetsen werken alleen voor modellen voor Europa.
37
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van
afstandsbedieningscodes
1
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke signaalbron kan een code worden ingevoerd.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen om de signaalbron die
u wilt instellen te selecteren.
CODE SET
POWER
MENU
POWER
STANDBY
TV
AV
CD
MD/TAPE
TUNER
DVD
DTV/CBL
VCR
POWER
PHONO
Opmerking
De volgende tabel geeft de standaard ingestelde
componentencategorie (archief) en
afstandsbedieningscode aan voor elk van de
signaalbronnen.
Gedurende deze hele procedure moet u CODE SET
ingedrukt blijven houden.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Standaard
componentencategorie
(archief)
Fabrikant
Standaard
YAMAHA
code
CD
CD
YAMAHA
199
MD/TAPE
TAPE
YAMAHA
499
DVD
DVD
YAMAHA
699
DTV/CBL*
—
—
—
VCR
—
—
—
PHONO
—
—
—
—
—
—
2
Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening de driecijferige
afstandsbedieningscode voor de
geselecteerde signaalbron in.
Wanneer de instelling gelukt is, zal “PRESET OK”
verschijnen; wanneer het niet gelukt is, zal “PRESET
NG” op het display op het voorpaneel verschijnen.
Om de code terug te zetten, kunt u gewoon de
standaardcode invoeren voor elk van de in de tabel
getoonde signaalbronnen.
1
CODE SET
MENU
2
3
5
6
7
9
0
10
TITLE
4
8
ENT.
MENU
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
*
U kunt alleen maar tv afstandsbedieningscodes instellen onder
de DTV/CBL toets. U kunt echter andere
afstandsbedieningscodes instellen voor elk van de andere
ingangskeuzetoetsen behalve DTV/CBL.
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode.
38
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• U kunt slechts één enkele afstandsbedieningscode
toewijzen aan één ingangskeuzetoets.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan.
Geen geluid
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
15
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
11
De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
op het achterpaneel staat niet helemaal in
de juiste stand.
Zet de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
helemaal in de juiste stand terwijl de
stroomvoorziening van het toestel is uitgeschakeld.
15
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
12
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
17
De SPEAKERS A/B schakelaars staan
niet in de juiste stand.
Schakel de corresponderende SPEAKERS A of
SPEAKERS B set in.
17
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR correct
is ingesteld.
15
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
11
—
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
De BALANCE regeling is niet correct
ingesteld.
Zet BALANCE in de juiste stand.
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is sfeerloos.
De + en – draden zijn verkeerdom
aangesloten op de versterker of de
luidsprekers.
Sluit de luidsprekerdraden correct aan op de + en –
aansluitingen.
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekkers stevig en op de juiste manier
aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het
mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
12
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Maak de GND verbinding tussen de aarding van de
draaitafel en dit toestel.
12
Het volume is te laag bij
weergave van een plaat.
De plaat wordt afgespeeld op ene
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC kopversterker.
—
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de MD/TAPE OUT aansluitingen
van dit toestel aangesloten component
staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
11, 12
AANVULLENDE
INFORMATIE
Het geluid valt
plotseling uit.
Oorzaak
19
11
Nederlands
—
39
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Het geluid klinkt
slecht wanneer u
luistert via een
hoofdtelefoon die is
aangesloten op een
CD-speler of
cassettedeck
verbonden met dit
toestel.
De stroom voor dit toestel is
uitgeschakeld of het toestel staat uit
(standby).
Zet het toestel aan.
Het volume is te laag.
De LOUDNESS functie is ingeschakeld.
Zet LOUDNESS op de FLAT stand.
De signaalbron kan
niet worden gewijzigd
ook al draait u aan
INPUT.
De CD DIRECT AMP toets is
ingeschakeld.
Zet de CD DIRECT AMP toets uit.
De BASS, TREBLE,
BALANCE en
LOUDNESS
regelingen hebben
geen effect op de
toonweergave.
De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT
toets is ingeschakeld.
De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT toets moet
worden uitgeschakeld voor u deze regelingen kunt
gebruiken.
16
19
19
19
■ Tuner
Probleem
AM
40
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit probleem is inherent aan FM stereouitzendingen wanneer de zender te ver
weg is of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM
antenne.
13
Stem met de hand af.
24
Er is
vervorming en
ook een betere
FM antenne
zorgt niet voor
een betere
ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van
deze zg. multi-pad interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is los.
U hoort
doorlopend
gekraak en
gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van
bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort
gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de tv vandaan.
Veel ruis in de
FM stereoontvangst.
FM
Oorzaak
—
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM
antenne.
13
Stem met de hand af.
24
Programmeer de zenders opnieuw.
25
Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne
en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
24
—
—
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
10
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
De ID van de afstandsbediening en de ID
van dit toestel komen niet overeen.
Schakel de ID van de afstandsbediening of de ID van
dit toestel om.
9,32,33
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met
behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” achterin deze
handleiding.
38
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Gebruik de met de componenten in kwestie
meegeleverde afstandsbedieningen.
Oorzaak
—
10
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
41
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen
(8 Ω , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,019% THV) ............. 100 W + 100 W
(6 Ω , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,03% THV) ............... 120 W + 120 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
(8/6/4/2 Ω) ..................................................... 140/170/220/290 W
• Maximum uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω) .................................................... 160 W
• IEC uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,019% THV, 8 Ω) ................................................. 115 W
• Vermogensbandbreedte
(0,03% THV, 50 W, 8 Ω) ....................................10 Hz t/m 50 kHz
• Dempingsfactor (SPEAKERS A)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ................................................. 240 of meer
• Maximum uitgangsvermogen (EIAJ)
[Alleen modellen voor Azië en algemene modellen]
(1 kHz, 10% THV, 8/6 Ω) ........................................... 145/170 W
• Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,019% THV) ............................ 70 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,019% THV) .............................. 2,2 V of meer
• Continue Loudness regeling
Demping (1 kHz) ............................................................... –30 dB
VIDEO GEDEELTE
• Videosignaaltype
[Alleen modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Overige modellen] ................................................................. PAL
• Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet............................................... 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 107,9/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
• Frequentierespons
CD, enz. (20 Hz t/m 20 kHz) ....................................... 0 ± 0,5 dB
CD DIRECT AMP ON (10 Hz t/m 100 kHz) .............. 0 ± 1,0 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3%
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO ........................................................................... ± 0,5 dB
• Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5/ –2 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO naar OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 3 V) ................................. 0,008% of minder
CD, enz. naar SP OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω) ....................... 0,012% of minder
AM GEDEELTE
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV ingang kortgesloten) ...................... 87 dB of meer
CD DIRECT AMP (200 mV ingang kortgesloten) .....110 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
CD DIRECT AMP ON ....................................................... 30 µV
PURE DIRECT ON .......................................................... 110 µV
• Gain Tracking Error (0 t/m –60 dB) ......................... 2 dB of minder
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,0 mV/47 kΩ
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MAIN IN ....................................................................... 1 V/30 kΩ
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
OUT (REC) ......................................... 200 mV/1,2 kΩ of minder
PRE OUT .................................................................... 1 V/1,2 kΩ
SUB WOOFER OUTPUT .......................................... 4 V/1,2 kΩ
ZONE 2 OUT .............................................................. 1 V/1,2 kΩ
• Hoofdtelefoon uitgang/impedantie
(Ingang 1 kHz, 200 mV, 8 Ω , 0,015% THV)
CD, enz. ................................................................... 0,47 V/470 Ω
• Kanaalscheiding
CD, enz. (5,1 kΩ ingang kortgesloten, 1/10 kHz).... 65/50 dB of meer
• Karakteristieken toonregeling
BASS
Versterking/verzwakking (20 Hz) .................................. ±10 dB
Turnover frequentie ......................................................... 350 Hz
TREBLE
Versterking/verzwakking (20 kHz) ................................ ±10 dB
Turnover frequentie ........................................................ 3,5 kHz
42
• Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 45 dB
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]..... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa] ...................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 260 W/360 VA
[Overige modellen] ............................................................. 260 W
• Stroomverbruik uit (standby)................................................... 0,1 W
• Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
(6 Ω , 1 kHz, 10% THV) .................................................... 650 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor Australië] ................. 1 (Totaal 100 W maximum)
[Algemene modellen] ......................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Overige modellen] ........................... 2 (Totaal 100 W maximum)
• Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 389 mm
• Gewicht ................................................................................. 10,9 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.