A-S500

Yamaha A-S500, A-S700 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Yamaha A-S500 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
i Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Reinig dit toestel niet met chemische oplosmiddelen,
aangezien dat de afwerking kan beschadigen. Gebruik een
schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Koppel het netsnoer los van het stopcontact of van het toestel
tijdens onweer om bliksemschade te voorkomen.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk "PROBLEMEN OPLOSSEN" in de
handleiding over veel voorkomende vergissingen bij de
bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing
of defect vertoont.
18 Voordat u het toestel verplaatst, dient u op POWER te
drukken om dit toestel uit te schakelen en vervolgens het
netsnoer van het stopcontact los te koppelen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plaatse gebruikte
netspanning VOOR u het meegeleverde netsnoer in het
stopcontact steekt. Voltages zijn:
Modellen voor Azië........220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Zolang dit toestel met het stopcontact verbonden is, is
het niet losgekoppeld van de netstroombron, zelfs als
het toestel uitgeschakeld is met behulp van POWER
of als u het in stand-bymodus schakelt met behulp van
de -toets op de afstandsbediening.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO'S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Dit toestel gaat tot de stand-bymodus over als u
POWER naar binnen drukt naar de ON -stand en
vervolgens op de -toets van de afstandsbediening
drukt. In deze toestand is het toestel ontworpen om een
uiterst kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
1 Nl
INLEIDING
BEDIENING
EXTRA
INFORMATIE
Nederlands
VOORBEREIDING
KENMERKEN ....................................................... 1
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 1
REGELAARS EN HUN FUNCTIES.................... 2
Voorpaneel................................................................. 2
Afstandsbediening ..................................................... 3
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ........ 4
De afstandsbediening gebruiken................................ 4
Achterpaneel.............................................................. 5
AANSLUITINGEN ................................................ 6
Luidsprekers en andere componenten aansluiten ...... 6
Het meegeleverde netsnoer aansluiten....................... 8
AFSPELEN EN OPNEMEN..................................9
Een bron afspelen ...................................................... 9
De klankkwaliteit bijregelen.................................... 10
Een bron opnemen................................................... 11
PROBLEMEN OPLOSSEN.................................12
TECHNISCHE GEGEVENS...............................15
Over deze handleiding
y wijst op een bedieningstip.
Sommige handelingen kunnen zowel met de toetsen op het toestel zelf als met de toetsten op de afstandsbediening
worden uitgevoerd. In de gevallen waar de namen van toetsen op het toestel zelf verschillen van de namen op de
afstandsbediening, worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening tussen haakjes weergegeven.
Deze handleiding werd gedrukt voordat het toestel in productie ging. Het ontwerp en de specificaties kunnen mogelijk
worden gewijzigd als gevolg van verbeteringen en dergelijke. Indien er verschillen zijn tussen de handleiding en het
product, heeft het product voorrang.
INLEIDING
Ultradynamisch vermogen, aandrijfmogelijkheden voor
lage impedantie
Continu variabele loudness-regeling
CD DIRECT AMP-schakelaar om de hoogst mogelijke
geluidskwaliteit te verkrijgen bij cd's
PURE DIRECT-schakelaar om het brongeluid zo zuiver
mogelijk weer te geven
Minimaal RMS-uitgangsvermogen
90 W + 90 W (8 Ω), 0,019% THV, 20 Hz tot 20 kHz
REC OUT-keuzeknop is onafhankelijk van de keuze van
ingangsbron
Op afstand bedienbaar
Controleer of u alle volgende onderdelen ontvangen heeft:
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDING
BEDIENING
EXTRA INFORMATIE
KENMERKEN
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
Afstandsbediening Batterijen (× 2)
(AA, R6, UM-3)
Netsnoer
2 Nl
1 POWER
Druk deze toets in naar de ON-stand om het toestel in te
schakelen. U kunt dit toestel in de stand-bymodus
schakelen door op de -toets van de afstandsbediening te
drukken of het toestel inschakelen door op de -toets van
de afstandsbediening te drukken als het toestel
ingeschakeld is.
Druk nogmaals om de toets naar buiten te laten terugkeren
tot de OFF-stand om het toestel uit te schakelen.
Zelfs indien het toestel uitgeschakeld is, verbruikt het nog een
kleine hoeveelheid stroom om het geheugen te bewaren.
2 POWER-lampje
Licht op als volgt:
ON: Helder
Stand-bymodus: Donker
OFF: Uit
3 Afstandsbedieningssensor
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
4 INPUT-keuzeknop en -lampjes
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
De lampjes van de ingangsbronnen lichten op als de
overeenkomstige ingangsbron wordt gekozen.
y
De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de
namen van de aansluitingen op het achterpaneel.
De ingangsinstelling wordt ongeveer 1 week bewaard nadat het
netsnoer is losgekoppeld.
5 PHONES-aansluiting
Sluit een hoofdtelefoon aan om ongestoord te luisteren.
Draai de SPEAKERS-keuzeknop op het voorpaneel naar
de OFF-stand om het geluid van de luidsprekers uit te
schakelen.
6 SPEAKERS-keuzeknop
Schakel de luidsprekerset in of uit die verbonden is met de
SPEAKERS A- en/of B-aansluitingen op het achterpaneel
telkens als de overeenkomstige SPEAKERS-keuzeknop
op A, B of A+B wordt ingesteld.
7 REC OUT-keuzeknop
Kies een opnamebron om onafhankelijk van de instelling
van de INPUT-keuzeknop op te nemen. Zo kunt u de
geselecteerde bron opnemen terwijl u naar een andere
bron luistert.
Zie pagina 11 voor meer informatie.
8 BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen.
Zie pagina 10 voor meer informatie.
9 TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen.
Zie pagina 10 voor meer informatie.
0 BALANCE
Hiermee regelt u de geluidsbalans tussen de linker en
rechter luidsprekers. Zie pagina 10 voor meer informatie.
A LOUDNESS
Hiermee behoudt u het volledige klankbereik bij alle
volumeniveaus.
Zie pagina 11 voor meer informatie.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
Opmerking
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
B CD DIRECT AMP en lampje
Geeft het geluid van cd's in de hoogste signaalkwaliteit
weer, ongeacht de instelling van de INPUT-keuzeknop.
Het lampje erboven licht op als deze functie ingeschakeld
is. Zie pagina 10 voor meer informatie.
C PURE DIRECT en lampje
Geeft eender welk ingevoerd geluid weer in de zuiverst
mogelijke kwaliteit.
Het lampje erboven licht op als deze functie ingeschakeld
is. Zie pagina 10 voor meer informatie.
D VOLUME
Hiermee regelt u het geluidsuitvoerniveau.
Dit heeft geen invloed op het REC-niveau voor opname.
Dit toestel bedienen
1 Zender van het infraroodsignaal
Zendt signalen naar het toestel.
2 POWER ( )
Hiermee schakelt u het toestel in.
Deze toets werkt alleen als POWER op het voorpaneel ingedrukt
is in de ON-stand.
3 STANDBY ( )
Hiermee schakelt u het toestel in de stand-bymodus.
Deze toets werkt alleen als POWER op het voorpaneel
ingedrukt is in de ON-stand.
In de stand-bymodus verbruikt het toestel nog een kleine
hoeveelheid stroom om de infraroodsignalen van de
afstandsbediening te kunnen ontvangen.
4 Invoerkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
5 Bedieningstoetsen versterker
INPUT l / h
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
VOL +/–
Hiermee regelt u het geluidsuitvoerniveau.
Dit heeft geen invloed op het REC-niveau voor opname.
MUTE
Hiermee onderbreekt u de uitvoer van geluid. Druk
nogmaals op MUTE om opnieuw geluid uit te voeren. Het
lampje van de geselecteerde ingang knippert als het geluid
wordt onderbroken.
Andere componenten bedienen
De functies van de toetsen om andere Yamaha-
componenten te bedienen zijn dezelfde als die van de
overeenkomstige toetsen op die componenten. Raadpleeg
de handleidingen van de componenten voor meer
informatie.
6 Bedieningstoetsen Yamaha-tuner
Hiermee kunt u de verschillende functies van een
Yamaha-tuner bedienen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw tuner voor meer informatie.
Niet alle Yamaha-tuners of functies kunnen worden bediend met
deze afstandsbediening.
7 Bedieningstoetsen Yamaha-cd-speler
Hiermee kunt u de verschillende functies van een
Yamaha-cd-speler bedienen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw cd-speler voor meer
informatie.
Niet alle Yamaha-cd-spelers of functies kunnen worden bediend
met deze afstandsbediening.
Afstandsbediening
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
4 Nl
1 Druk op het met gemarkeerde deel en
schuif de klep van het batterijvak.
2 Plaats twee meegeleverde batterijen
(AA, R6, UM-3) in het batterijvak, in
overeenstemming met de
polariteitsaanduidingen (+ en –).
3 Schuif de klep terug tot deze op haar plaats
vastklikt.
Opmerkingen m.b.t. batterijen
Vervang beide batterijen als het werkingsbereik van de
afstandsbediening afneemt.
Gebruik batterijen van het type AA, R6, UM-3.
Zorg dat de polariteit klopt. Bekijk de illustratie in het
batterijvak.
Verwijder de batterijen als de afstandsbediening
gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar
(zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Lees
aandachtig de informatie op de verpakking, want de
verschillende soorten batterijen kunnen dezelfde vorm
en kleur hebben.
Als de batterijen lek zijn, dient u ze onmiddellijk weg
te gooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal
niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz.
komt. Maak het batterijvak grondig schoon voor u er
nieuwe batterijen in plaatst.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk
afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de
plaatselijk geldende regelgeving in acht.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het
toestel als u het toestel wilt bedienen.
Omgaan met de afstandsbediening
Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en dit toestel.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen of bewaar ze niet
op de volgende plaatsen:
zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een bad
zeer warme plaatsen, zoals bij een verwarming of
kachel
extreem koude plaatsen
stoffige plaatsen
Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke
verlichting, in het bijzonder van fluorescentielampen
met een voorschakelapparaat; anders is het mogelijk
dat de afstandsbediening niet goed werkt. Indien nodig
dient u dit toestel uit direct licht te plaatsen.
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
2
1
3
De afstandsbediening gebruiken
Minder dan 6 m
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 CD-ingangsaansluitingen
Om een cd-speler aan te sluiten.
Zie pagina 6 voor meer informatie over de aansluitingen.
2 PHONO-aansluitingen en GND-aansluiting
De PHONO-aansluitingen dienen om een platenspeler met
MM-pick-upelement aan te sluiten.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
3 Aansluitingen voor invoer/uitvoer van audio
Om externe componenten, zoals een tuner, enz. aan te
sluiten.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
4 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR moet worden ingesteld op de
ter plaatse gebruikte netspanning voor u het meegeleverde
netsnoer in het stopcontact steekt.
Zie pagina 8 voor meer informatie.
5 AC IN
Hier sluit u het meegeleverde netsnoer aan.
Zie pagina 8 voor informatie over de aansluitingen.
6 SPEAKERS-aansluitingen
Sluit een of twee luidsprekersets aan.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
7 IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zie IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar op deze
pagina.
8 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u uw andere audio-/videocomponenten van
stroom voorzien.
Zie pagina 8 voor meer informatie.
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar niet in een
andere stand terwijl het toestel is ingeschakeld. Als u dat
wel doet, kan het toestel beschadigd worden.
Indien het toestel inschakelen niet lukt, is het mogelijk dat
de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar zich niet
volledig in een van de standen bevindt. In dat geval dient u
de schakelaar volledig in een van de standen te schuiven
als de stroom van het toestel volledig afgesneden is.
Bepaal de stand van de schakelaar (LOW of HIGH) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Achterpaneel
(Modellen voor Azië en Algemene modellen)
LET OP
Stand van
schakelaar
Impedantieniveau
HIGH
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van de luidspreker 6
Ω of hoger
zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 12
Ω of
hoger zijn. (Behalve bij modellen voor de V.S.
en Canada)
Indien u bi-wire-verbindingen (dubbele
bedrading) maakt, dan moet de impedantie
van de luidspreker 6
Ω of hoger zijn. Zie
pagina 7 voor meer informatie.
LOW
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van de luidspreker 4
Ω of hoger
zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 8
Ω of
hoger zijn.
Indien u bi-wire-verbindingen (dubbele
bedrading) maakt, dan moet de impedantie
van de luidspreker 4
Ω of hoger zijn. Zie
pagina 7 voor meer informatie.
6 Nl
VOORBEREIDING
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het stroomnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten
gemaakt zijn.
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen
niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
Gebruik RCA-stereokabels voor audiotoestellen behalve luidsprekers.
y
De PHONO-aansluitingen dienen om een platenspeler met MM-pick-upelement aan te sluiten.
Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter
mogelijk dat er minder ruis is zonder de verbinding met de GND-aansluiting.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers en andere componenten aansluiten
LET OP
Platenspeler
Tuner
Audio-
uitgang
Cd-recorder, enz.
Cd-speler Dvd-speler, enz.
Cassettedeck, enz.
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
GND
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
Audio-
ingang
Luidsprekers A
Luidsprekers B
7 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDING
De IMPEDANCE SELECTOR moet op de juiste stand zijn ingesteld voor u een of twee luidsprekersets aansluit. Zie
pagina 5 voor meer informatie.
Laat de naakte luidsprekerkabels elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het stroomnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten
gemaakt zijn.
1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en
draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar
om kortsluiting te voorkomen.
2 Verbind de luidsprekerkabel.
1 Draai de knop los.
2 Breng een naakt kabeleind aan in het gat
aan de zijkant van elke aansluiting.
3 Draai de knop aan om de kabel goed vast te
maken.
Aansluiten met behulp van
bananenstekkers (Behalve bij modellen
voor Azië, Korea, V.K. en Europa)
Draai eerst de knop vast en breng vervolgens de
bananenstekker in het uiteinde van de overeenkomstige
aansluiting in.
U kunt een of twee luidsprekersets op dit toestel aansluiten.
Bi-wire-aansluiting
Een bi-wire-aansluiting scheidt de woofer van het deel
voor de middentonen en de tweeters. Een luidsprekerkast
voor bi-wiring heeft vier klemaansluitingen. Deze twee
sets van aansluitingen maken het mogelijk de
luidsprekerkast op te delen in twee onafhankelijke delen.
Via deze verbindingen wordt de reproductie van de
midden- en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid
en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere aansluitingen.
Zet bij het maken van bi-wire-aansluitingen de IMPEDANCE
SELECTOR-schakelaar op HIGH of LOW, afhankelijk van de
impedantie van uw luidsprekers:
6 Ω of hoger: HIGH
4 Ω of hoger: LOW
Zie pagina 5 voor IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar.
Bij het maken van bi-wire-aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of -kabels van de luidspreker te verwijderen.
y
Plaats de SPEAKERS-keuzeknop in de stand A+B om van bi-
wire-aansluitingen gebruik te maken.
LET OP
Opmerking
10 mm
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
LET OP
Opmerking
Dit toestel
Luidspreker
8 Nl
AANSLUITINGEN
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plaatse gebruikte
netspanning VOOR u het meegeleverde netsnoer in het
stopcontact steekt.
Indien u de VOLTAGE SELECTOR verkeerd instelt, kan
dit toestel beschadigd raken en kan brandgevaar ontstaan.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of
tegen de klok in naar de correcte stand met behulp van een
gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................ 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië ........... 1 contactdoos
Modellen voor Korea..................................................Geen
Andere modellen ........................................ 2 contactdozen
Gebruik deze contactdozen om de stroomkabels van uw
andere componenten op dit toestel aan te sluiten. De
stroom naar de AC OUTLET(S) wordt geregeld met
POWER op het voorpaneel van dit toestel (of op de
afstandsbediening). De contactdozen voorzien stroom
voor alle aangesloten componenten wanneer de stroom
van dit toestel is ingeschakeld. Voor meer informatie over
het maximale vermogen (totale stroomverbruik van
componenten), zie "TECHNISCHE GEGEVENS" op
pagina 15.
Verbind geen componenten met een ingebouwde versterker, zoals
een subwoofer, enz.
Het meegeleverde netsnoer aansluiten
Verbind het meegeleverde netsnoer met AC IN op het
achterpaneel van dit toestel en verbind vervolgens het
netsnoer met het stopcontact nadat alle andere
verbindingen zijn gemaakt.
Het meegeleverde netsnoer aansluiten
(Modellen voor Azië en
Algemene modellen)
Naar het stopcontact met
het meegeleverde
netsnoer
Opmerking
9 Nl
Nederlands
BEDIENING
BEDIENING
1 Draai VOLUME op het voorpaneel zo ver als
mogelijk tegen de klok in.
2 Druk POWER op het voorpaneel naar binnen
in de ON-stand.
3 Draai de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de ingangsbron te
kiezen waarnaar u wilt luisteren.
Het lampje van de gekozen ingangsbron licht op.
4 Draai aan de SPEAKERS-keuzeknop op het
voorpaneel om SPEAKERS A, B of A+B te
kiezen.
Schakel de SPEAKERS-keuzeknop in de A+B-stand als u bi-
wire-verbindingen maakt of als u tegelijkertijd twee sets
luidsprekers gebruikt (A en B).
Draai de keuzeknop naar de OFF-stand als u met een
hoofdtelefoon luistert.
5 Speel de bron af.
AFSPELEN EN OPNEMEN
Een bron afspelen
Opmerkingen
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Licht op
10 Nl
AFSPELEN EN OPNEMEN
6 Draai aan VOLUME op het voorpaneel (of
druk op VOL +/– op de afstandsbediening)
om het geluidsuitvoerniveau te regelen.
y
U kunt de klankkwaliteit bijregelen met behulp van de regelaars
voor BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS, de CD
DIRECT AMP-schakelaar of de PURE DIRECT-schakelaar op
het voorpaneel.
7 Druk op POWER op het voorpaneel om het
toestel uit te schakelen nadat u het gebruikt
hebt.
y
U kunt de stroom inschakelen door op de -toets op de
afstandsbediening te drukken als u dit toestel in stand-bymodus
schakelt door op de -toets te drukken op de afstandsbediening.
De CD DIRECT AMP-schakelaar
gebruiken
Hiermee stuurt u ingevoerde signalen rechtstreeks naar de
eindversterker van uw cd-speler, ongeacht de instelling
van de INPUT-keuzeknop. Als gevolg gaan de ingevoerde
signalen niet langs de INPUT-keuzeknop en de regelaars
voor BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS. Ook
de versterkingsfactor is speciaal aan cd's aangepast,
waardoor het zuiverst mogelijke geluid wordt
weergegeven zonder enige wijziging aan de cd-signalen.
De regelaars voor BASS, TREBLE, BALANCE, LOUDNESS
en de INPUT-keuzeknop werken niet terwijl de CD DIRECT
AMP-schakelaar ingeschakeld is.
Zorg dat de cd-speler op de invoeraansluitingen voor cd
aangesloten is als u de CD DIRECT AMP-schakelaar gebruikt.
De PURE DIRECT-schakelaar gebruiken
Hiermee stuurt u de signalen van uw audiobronnen.
Daardoor gaan de ingevoerde signalen niet langs de
regelaars voor BASS, TREBLE, BALANCE en
LOUDNESS, waardoor er geen wijzigingen zijn aan de
geluidssignalen en het geluid van alle ingangsbronnen
meer direct en superieur wordt.
De regelaars voor BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
werken niet terwijl de PURE DIRECT-schakelaar ingeschakeld
is.
De regelaars voor BASS en TREBLE
bijregelen
Hiermee past u de versterking van de hoge en lage tonen
aan.
De middelste stand levert een vlakke klank op.
BASS
Draai de regelaar met de klok mee om de lage tonen te
versterken als ze te zwak zijn. Draai de regelaar tegen de
klok in om de lage tonen te verzwakken als ze te sterk zijn.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 Hz)
TREBLE
Draai de regelaar met de klok mee om de hoge tonen te
versterken als ze te zwak zijn. Draai de regelaar tegen de
klok in om de hoge tonen te verzwakken als ze te sterk
zijn.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 kHz)
De BALANCE-regelaar bijregelen
Regel de geluidsbalans van de linker en rechter
luidsprekers om het onevenwicht in geluid te
compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van
de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar
er wordt geluisterd.
De klankkwaliteit bijregelen
Opmerkingen
AfstandsbedieningVoorpaneel
of
Licht op
Opmerking
Licht op
11 Nl
AFSPELEN EN OPNEMEN
BEDIENING
Nederlands
De LOUDNESS-regelaar bijregelen
Behoud het volledige klankspectrum bij alle
volumeniveaus, door de compensatie van het verlies van
het menselijk oor aan gevoeligheid voor hoge en lage
frequenties bij een laag volume.
Als de CD DIRECT AMP-schakelaar (of de PURE
DIRECT-schakelaar) wordt ingeschakeld terwijl de
LOUDNESS-regelaar op een bepaald niveau is ingesteld,
dan gaan de ingevoerde signalen niet langer langs de
loudness-regelaar, wat een plotse toename in het
geluidsuitvoerniveau met zich meebrengt. Om te
voorkomen dat uw gehoor of de luidsprekers beschadigd
raken, dient u de CD DIRECT AMP-schakelaar (of de
PURE DIRECT-schakelaar) pas in te drukken NADAT u
het geluidsuitvoerniveau hebt verlaagd of NADAT u hebt
gecontroleerd of de LOUDNESS-regelaar correct is
ingesteld.
1 Stel de LOUDNESS-regelaar in op de FLAT-
stand.
2 Draai aan VOLUME op het voorpaneel (of
druk op VOL +/– op de afstandsbediening)
om het geluidsuitvoerniveau in te stellen op
het luidste niveau waar u zou naar luisteren.
3 Draai aan de LOUDNESS-regelaar tot het
gewenste volume is bereikt.
y
Nadat u de LOUDNESS-regelaar hebt ingesteld, kunt u genieten
van muziek op het volume naar uw keuze met behulp van de
VOLUME-regelaar. Indien het effect van de loudness-regelaar te
sterk of zwak is, kunt u de LOUDNESS-regelaar opnieuw
aanpassen.
De audiosignalen worden niet uitgevoerd via de LINE 2 REC-
of LINE 3 REC-uitgangsaansluitingen als LINE 2 of LINE 3 is
gekozen met de REC OUT-keuzeknop.
De audiosignalen worden uitgevoerd via zowel de LINE 2
REC- en LINE 3 REC-uitgangsaansluitingen als u PHONO,
TUNER, CD of LINE 1 kiest.
De regelaars voor VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en
LOUDNESS en de CD DIRECT AMP-schakelaar (en de PURE
DIRECT-schakelaar) hebben geen effect op de bron die wordt
opgenomen.
Raadpleeg de wetgeving m.b.t. auteursrechten voor het
opnemen van platen, cd's, radio, enz. Het opnemen van
materiaal dat auteursrechtelijk beschermd is, kan een inbreuk
vormen op de wetgeving m.b.t. auteursrechten.
1 Draai aan de REC OUT-keuzeknop op het
voorpaneel om de bron te kiezen die u wilt
opnemen.
2 Speel de bron af en begin op te nemen op het
opnameapparaat dat aangesloten is op de
REC-uitgangsaansluitingen (LINE 2 en/of
LINE 3) op het achterpaneel. Zie pagina 6.
y
Indien u dezelfde bron kiest met de INPUT-keuzeknop als met
de REC OUT-keuzeknop, dan kunt u met de opname
meeluisteren.
Om te luisteren naar een andere ingangsbron zonder het huidige
uitgangssignaal van de opname te beïnvloeden, kies dan de bron
met de INPUT-keuzeknop.
LET OP
AfstandsbedieningVoorpaneel
of
Een bron opnemen
Opmerkingen
12 Nl
EXTRA INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem dat u ervaart hieronder
niet vermeld staat of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, schakel dan dit toestel in stand-bymodus, koppel
het netsnoer los en neem contact op met de dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of het dichtstbijzijnde servicecenter.
Algemeen
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Het toestel wordt niet
ingeschakeld door op
de POWER-
schakelaar op het
voorpaneel te
drukken. Het POWER-
lampje licht ook niet
op.
Het meegeleverde netsnoer is niet
aangesloten of de stekker is niet volledig
ingebracht.
Sluit het meegeleverde netsnoer stevig aan.
8
De POWER ( )-schakelaar is ingedrukt
op de afstandsbediening terwijl het toestel
uitgeschakeld is.
Schakel POWER op het voorpaneel op ON.
3
Er is een probleem met het interne
schakelsysteem van het toestel.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of het
dichtstbijzijnde servicecenter. Als het toestel een
ongewone geur of een ongewoon geluid produceert,
schakel de stroom dan niet in, koppel het netsnoer los en
neem contact op met een servicecenter voor herstelling.
De stroom van het
toestel is plotseling
uitgeschakeld en het
POWER-lampje
knippert.
Het toestel wordt
uitgeschakeld nadat
het enkele seconden
probeerde in te
schakelen en het
POWER-lampje
knippert.
De luidsprekerkabels staan met elkaar in
contact of veroorzaken kortsluiting tegen
het achterpaneel.
Sluit de luidsprekerkabels correct aan en schakel de
POWER-schakelaar opnieuw op ON. Het VOLUME
vermindert automatisch en het toestel wordt
ingeschakeld nadat het INPUT-lampje gedurende
ongeveer 15 seconden knippert. Controleer of het
geluid uit de luidsprekers normaal uitgevoerd wordt
door het volume geleidelijk aan te verhogen. Daarna
kunt u het toestel normaal bedienen.
7
De luidspreker is defect. Vervang de luidsprekerset en schakel de POWER-
schakelaar opnieuw op ON. Het VOLUME
vermindert automatisch en het toestel wordt
ingeschakeld nadat het INPUT-lampje gedurende
ongeveer 15 seconden knippert. Controleer of het
geluid uit de luidsprekers normaal uitgevoerd wordt
door het volume geleidelijk aan te verhogen. Daarna
kunt u het toestel normaal bedienen.
De beveiliging is in werking getreden
door een overdadige invoer of overdadig
volumeniveau.
Draai aan de VOLUME-regelaar op het voorpaneel
om het volumeniveau te verminderen en schakel de
stroom vervolgens terug in.
De beveiliging is in werking getreden
door een overdadige interne temperatuur.
Voorzie ongeveer 30 minuten om de temperatuur in
het toestel te laten verminderen, draai aan de
VOLUME-regelaar op het voorpaneel om het volume
te verminderen en schakel de stroom vervolgens terug
in. Zet het toestel op een plaats waar de warmte zich
gemakkelijk weg van het toestel kan verspreiden.
De IMPEDANCE SELECTOR-
schakelaar bevindt zich mogelijk niet
volledig in een van de standen.
Schakel de stroom uit en schuif de IMPEDANCE
SELECTOR-schakelaar helemaal in een van de
standen.
5
De impedantie is verkeerd ingesteld. Stel de impedantie in overeenstemming met uw
luidsprekers in.
5
Dit toestel werd blootgesteld aan een
sterke externe elektrische schok (zoals
bliksem of sterke statische elektriciteit).
Schakel het toestel in stand-bymodus, koppel het
netsnoer los, sluit het terug aan na 30 seconden en
gebruik het toestel vervolgens normaal.
Er is een probleem met het interne
schakelsysteem van het toestel.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende Yamaha-dealer of het
dichtstbijzijnde servicecenter. Als het toestel een
ongewone geur of een ongewoon geluid produceert,
schakel de stroom dan niet in, koppel het netsnoer los
en neem contact op met een servicecenter voor
herstelling.
13 Nl
PROBLEMEN OPLOSSEN
EXTRA
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Zie
pagina
Geen geluid Het geluid is onderbroken. Druk op MUTE op de afstandsbediening om opnieuw
geluid uit te voeren.
3
Kabels verkeerd aangesloten. Sluit de stereokabel voor audiotoestellen en de
luidsprekerkabels correct aan. Als het probleem zich
blijft voordoen, zijn de kabels mogelijk defect.
6
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Kies een geschikte ingangsbron met de INPUT-
keuzeknop op het voorpaneel (of een van de
invoerkeuzetoetsen op de afstandbediening).
9
De SPEAKERS-keuzeknop is niet correct
ingesteld.
Stel de overeenkomstige SPEAKERS-keuzeknop in
op de A-, B- of A+B-stand.
9
Het geluid valt
plotseling weg.
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR-
instelling juist is.
5
Controleer of de luidsprekerkabels niet in contact
staan met elkaar en of ze geen kortsluiting tegen het
achterpaneel van het toestel veroorzaken. Schakel
vervolgens de stroom van het toestel terug in.
6
Er komt slechts aan
één kant geluid uit de
luidspreker.
Kabels verkeerd aangesloten. Verbind de kabels correct. Als het probleem zich
blijft voordoen, zijn de kabels mogelijk defect.
6
De BALANCE-regelaar is verkeerd
ingesteld.
Stel de BALANCE-regelaar in op de geschikte stand.
10
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is
sfeerloos.
De + en – kabels zijn omgekeerd
aangesloten op de versterker of de
luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste + en –
aansluitingen.
6
U hoort een
"gezoem".
Kabels verkeerd aangesloten. Sluit de audiostekkers stevig aan. Als het probleem
zich blijft voordoen, zijn de kabels mogelijk defect.
6
De platenspeler is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Verbind de platenspeler met de GND-aansluiting van
dit toestel.
6
Het volumeniveau is
laag bij het afspelen
van een plaat.
De platenspeler is aangesloten op andere
aansluitingen dan de PHONO-
aansluitingen.
Verbind de platenspeler met de PHONO-
aansluitingen. 6
De plaat wordt afgespeeld op een
platenspeler met een MC-cartridge.
Gebruik een platenspeler uitgerust met een MM-pick-
upelement.
Het volumeniveau kan
niet verhoogd worden
of het geluid is
vervormd.
De component aangesloten op de LINE 2
REC- of LINE 3 REC-aansluitingen van
dit toestel is uitgeschakeld.
Schakel de stroom van de component in.
Het geluid is van
mindere kwaliteit
wanneer u luistert
met een
hoofdtelefoon
verbonden met de cd-
speler of het
cassettedeck die op
dit toestel
aangesloten zijn.
De stroom van dit toestel is uitgeschakeld
of dit toestel is ingesteld op stand-
bymodus.
Schakel de stroom van dit toestel in.
9
Het geluidsniveau is
laag.
De LOUDNESS-regelaar is in werking. Stel de LOUDNESS-regelaar in op de FLAT-stand.
11
De ingangsbron kan
niet veranderd
worden hoewel er aan
de INPUT-keuzeknop
gedraaid wordt.
De CD DIRECT AMP-schakelaar is
ingeschakeld.
Schakel de CD DIRECT AMP-schakelaar uit.
10
Het gebruik van de
BASS-, TREBLE-,
BALANCE- en
LOUDNESS-regelaars
beïnvloedt de
klankkwaliteit niet.
De CD DIRECT AMP- of de PURE
DIRECT-schakelaar is ingeschakeld.
De CD DIRECT AMP- of de PURE DIRECT-
schakelaar moet uitgeschakeld zijn om deze regelaars
te gebruiken.
10
14 Nl
PROBLEMEN OPLOSSEN
Afstandsbediening
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Zie
pagina
De afstandsbediening
werkt niet correct.
De afstandsbediening is te ver weg of
wordt te schuin gehouden.
De afstandbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van de loodrechte op het voorpaneel.
4
Direct zonlicht of sterke verlichting (van
fluorescentielampen met een
voorschakelapparaat, enz.) valt op de
afstandsbedieningssensor van dit toestel.
Verplaats dit toestel of de verlichting.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang alle batterijen. 4
15 Nl
EXTRA
INFORMATIE
Nederlands
VERSTERKERGEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen
(8 Ω, 20 Hz tot 20 kHz, 0,019% THV) .................... 90 W + 90 W
(6 Ω, 20 Hz tot 20 kHz, 0,03% THV) .................. 105 W + 105 W
Dynamisch vermogen (IHF)
(8/6/4/2 Ω) ..........................................................135/160/200/240 W
Maximum uitgangsvermogen
[Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω) ................................................... 160 W
[Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen] (JEITA)
(1 kHz, 10% THV, 8/6 Ω) ........................................... 140/160 W
IEC uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,019% THV, 8 Ω) ................................................. 105 W
Bandbreedte van spanning
(0,03% THV, 50 W, 8 Ω) ................................... 10 Hz tot 50 kHz
Dempingsfactor
1 kHz, 8 Ω ................................................................... 240 of meer
Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,019% THV) ............................ 70 mV of meer
Cd, enz. (1 kHz, 0,019% THV) .............................. 2,2 V of meer
Frequentierespons
Cd, enz. (20 Hz tot 20 kHz) .......................................... 0 ± 0,5 dB
CD DIRECT AMP ON (10 Hz tot 100 kHz) ................ 0 ± 1,0 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO .............................................................................± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO naar OUT (REC)
(20 Hz tot 20 kHz, 3 V) ................................... 0,008% of minder
Cd, enz. naar SP OUT
(20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω) ........................ 0,012% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV ingang kortgesloten) ......................87 dB of meer
CD DIRECT AMP
(200 mV ingang kortgesloten) ............................110 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
CD DIRECT AMP ON ....................................................... 30 µV
PURE DIRECT ON .......................................................... 110 µV
Gain tracking error (0 tot –60 dB) ............................ 2 dB of minder
BEDIENINGSGEDEELTE
Ingangsgevoeligheid/Ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,0 mV/47 kΩ
Cd, enz. .................................................................. 200 mV/47 kΩ
Uitgangsniveau/Uitgangsimpedantie
REC-niveau ......................................... 200 mV/1,2 kΩ of minder
Uitgang/impedantie van hoofdtelefoon
(Ingang 1 kHz, 200 mV, 8 Ω, 0,015% THV)
Cd, enz. ................................................................. 0,47 V/470 Ω
Kanaalscheiding
Cd, enz.
(5,1 kΩ ingang kortgesloten, 1/10 kHz) ......... 65/50 dB of meer
Karakteristieken toonregeling
BASS
Versterking/Verzwakking (20 Hz) ................................. ±10 dB
Wisselfrequentie .............................................................. 350 Hz
TREBLE
Versterking/Verzwakking (20 kHz) ............................... ±10 dB
Wisselfrequentie ............................................................ 3,5 kHz
Continue loudness-regeling
Demping (1 kHz) ................................................................ –30 dB
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa] ... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor V.S. en Canada] .......................... 260 W, 360 VA
[Andere modellen] ............................................................. 260 W
Stroomverbruik in stand-by ..................................................... 0,1 W
Maximaal stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
(6 Ω, 1 kHz, 10% THV)...................................................... 650 W
Contactdozen
[Modellen voor V.K. en Australië]
......................................................... 1 (Totaal maximaal 100 W)
[Modellen voor Korea] ...........................................................Geen
[Algemene Modellen] ..........................2 (Totaal maximaal 50 W)
[Andere modellen] .............................2 (Totaal maximaal 100 W)
Afmetingen (B × H × D) ................................ 435 × 151 × 382 mm
• Gewicht ................................................................................. 10,9 kg
Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
TECHNISCHE GEGEVENS
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele
aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het
even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt
zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of
het onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het
product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de "Yamaha AV garantievoorwaarden" worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi .com/ of http://www.y amah a-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of
vervanging van het product.
7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke formulieren en gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude
apparaten en Gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische
en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte
batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving
en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen
heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van
verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis
en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
/