Chicco Go de handleiding

Categorie
Draagzakken
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

20
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
ONDERDELEN
A. Draagzak
B. Hoofdsteun
C. Opening waar de armen doorheen moeten (draag-
wijze gezicht naar mama)
D. Verstelgesp buikomtrek ouder
E. Bevestigingsgesp (gordel - schouderband)
F. Verstelband buikomtrek kind
G. Zitting
H. Schouderbanden
I. Gordel
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOOR, OM
GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BE-
WAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING.
HOUD U ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES,
OM DE VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET
SPEL TE ZETTEN.
LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVEN-
TUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAK-
KINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD
ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN BA-
BY’S EN KINDEREN
WAARSCHUWINGEN
Gebruiksleeftijd: vanaf de geboorte, van 3,5 kg
tot 9 kg.
Gebruik de Draagzak alleen als u staat of loopt.
LET OP: u kunt uw evenwicht verliezen door uw
eigen bewegingen en die van het kind.
LET OP: kijk uit als u zich bukt of voorover buigt.
Verzeker u ervan dat de armen het kind goed
ondersteunen.
LET OP: gebruik de Draagzak niet tijdens sport-
activiteiten.
LET OP: laat het kind nooit onbewaakt in de
Draagzak als hij niet wordt gedragen.
Gebruik de Draagzak voor niet meer dan één
kind tegelijk.
Deze Draagzak mag uitsluitend door een vol-
wassene worden gebruikt.
Deze Draagzak mag niet worden gebruikt om
een kind op uw rug te vervoeren.
Gebruik de Draagzak niet als er onderdelen stuk
of gescheurd zijn of ontbreken.
Breng geen niet door de fabrikant geleverde ac-
cessoires, reserveonderdelen of onderdelen aan
de Draagzak aan.
Totdat het kind niet in staat is zijn hoofd om-
hoog en de schouders recht te houden, tot on-
geveer de 4e levensmaand, moet hij worden ge-
dragen met zijn gezichtje naar degene die hem
draagt (wijze gezicht naar mama”).
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de
Draagzak zet of hem eruit haalt.
Verzeker u er voor het gebruik van dat de gor-
dels goed zijn aangebracht en afgesteld en dat
de gespen vastzitten.
Als het kind eenmaal in de Draagzak zit, contro-
leert u zorgvuldig dat de buik- en de beenafstel-
lingen goed zijn afgesteld. Verander ze anders
eventueel.
Controleer altijd dat er genoeg ruimte rondom
het gezicht van het kind is, zodat het voldoende
lucht krijgt.
Denk eraan dat het kind in de Draagzak eerder
op klimatologische veranderingen zal reageren
dan degene die hem draagt.
REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS
Dit artikel heeft periodiek onderhoud nodig.
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen
alleen door een volwassene worden verricht.
Reinigen
Houd u aan de instructies op het wasetiket. Contro-
leer de stevigheid van de stof en de gordels na iedere
wasbeurt.
Onderhoud
Controleer de Draagzak regelmatig op eventuele
losse naden, beschadigingen of ontbrekende delen.
Gebruik het product in dit geval niet.
Met koud water op de hand wassen
Niet bleken
Niet mechanisch drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
DE DRAAGZAK DRAGEN
LET OP: doe de Draagzak altijd om, voordat u het
kind erin zet.
1. Om de Draagzak om te doen, haalt u uw hoofd
door de kruising van de schouderbanden (fig. 1).
2. Maak de schouderbanden met de speciale gespen
vast, zoals in fig. 2 wordt getoond. Controleer of de
gespen aan beide kanten goed zijn vastgemaakt.
3. Stel de lengte van de schouderbanden af door de
uiteinden van de twee zijgordels vast te pakken.
Trek eraan tot ze op het lichaam aansluiten (fig.
3).
4. Voor een maximaal comfort tijdens het dragen,
moet de kruising van de schouderbanden zich in
het midden net onder de schouderbladen bevin-
den (fig. 4).
HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de Draag-
30° C
30° C
30° C
30° C
30° C
21
zak zet.
GEZICHT NAAR MAMA
5. Zet het kind in de draagzak (fig. 5).
LET OP: ondersteun het kind stevig, terwijl u deze
handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen
van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden.
6. Maak de gewatteerde gordel ( I ) met de gespen
( E ) aan de uiteinden van de gordel zelf aan de
schouderbanden van de draagzak vast. Zorg er-
voor dat de bevestiging gebeurt door de gesp van
onder naar boven door de lussen te halen (fig. 6 A).
Gebruik het voor de groeifase van het kind meest
geschikte gleufje en zorg ervoor dat het hoofd van
het kind goed door de hoofdsteun wordt omgeven
(B). Controleer of de gespen goed vastzitten (fig.6
C).
7. Gebruik de regelaars van de gesp ( E ) om het
kindje een comfortabele en veilige houding te ge-
ven ( fig. 7). De buikomvang van het kind moet
ook altijd met de hiervoor bestemde banden ( F )
worden afgesteld, opdat de draagzak nooit te wijd
of te nauw is, maar goed is aangepast aan de li-
chaamsbouw van het kind (zie punt 16).
LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte rond-
om het gezicht van het kind is, zodat het voldoende
lucht krijgt.
8. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte
van de schouderbanden één voor één af door aan
de banden te trekken, tot het kind hoog tegen uw
borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de
comfortabelste en veiligste manier (fig. 8).
GEZICHT NAAR DE STRAAT
Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog
en de schouders recht kan houden, ongeveer vanaf
de 4e levensmaand, kan het omgedraaid, dus met
zijn gezichtje naar de straat, worden gedragen.
9. Zet het kind met zijn gezichtje naar de straat ge-
draaid in de draagzak (fig. 9).
LET OP: ondersteun het kind stevig, terwijl u deze
handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen
van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden.
10. Vouw de gewatteerde gordel 180° door hem
omlaag te klappen (fig. 10A).
11. Maak de gewatteerde band met de gespen aan
de uiteinden van de band zelf aan de schou-
derbanden van de draagzak vast (fig. 11). Zorg
ervoor dat de bevestiging gebeurt door de gesp
van onder naar boven door de lussen te halen.
Gebruik het voor de lengte van het kind meest
geschikte gleufje. Controleer of de gespen goed
vastzitten.
12. Gebruik de regelaars van de gesp ( E ) om het
kindje een comfortabele en veilige houding te
geven (fig. 12A). De buikomvang van het kind
moet ook altijd met de hiervoor bestemde ban-
den ( F ) worden afgesteld, opdat de draagzak
nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aange-
past aan de lichaamsbouw van het kind (zie punt
16). Stel de lengte van de zijregelaars af voor een
optimaal comfort voor uzelf en het kind ( fig. 12
B). LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte
rondom het gezicht van het kind is, zodat het
voldoende lucht krijgt.
13. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte
van de schouderbanden één voor één af door aan
de banden te trekken, tot het kind hoog tegen uw
borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind
de comfortabelste en veiligste manier. (fi g. 13).
HET KIND UIT DE DRAAGZAK NEMEN
Het is raadzaam dat u zit, als u het kind uit de Draag-
zak haalt.
14. Ondersteun het kind stevig en maak de gespen
op de gewatteerde band aan beide kanten los
(fig. 14).
15. Neem het kind uit de draagzak (fig. 15).
DE DRAAGZAK AFSTELLEN
16. De draagzak is ook uitgerust met twee prakti-
sche omvangregelaars om de afmetingen van het
middelste gedeelte zelfstandig af te stellen en
zich zo goed mogelijk aan de verschillende groei-
fasen van het kind aan te passen. De omvang kan
worden afgesteld door aan de banden te trekken,
zoals wordt getoond in fig. 16.
VOOR NADERE INFORMATIE:
PHARSANA NV
Maccabilaan 34
2660 Hoboken BELGIE
telefoon: (0032) 3 828 08 80
www.chicco.com

Documenttranscriptie

NL GEBRUIKSAANWIJZING • Verzeker u er voor het gebruik van dat de gordels goed zijn aangebracht en afgesteld en dat de gespen vastzitten. • Als het kind eenmaal in de Draagzak zit, controleert u zorgvuldig dat de buik- en de beenafstellingen goed zijn afgesteld. Verander ze anders eventueel. • Controleer altijd dat er genoeg ruimte rondom het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. • Denk eraan dat het kind in de Draagzak eerder op klimatologische veranderingen zal reageren dan degene die hem draagt. ONDERDELEN A. Draagzak B. Hoofdsteun C. Opening waar de armen doorheen moeten (draagwijze gezicht naar mama) D. Verstelgesp buikomtrek ouder E. Bevestigingsgesp (gordel - schouderband) F. Verstelband buikomtrek kind G. Zitting H. Schouderbanden I. Gordel BELANGRIJKE MEDEDELINGEN • BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. HOUD U ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET SPEL TE ZETTEN. • LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN BABY’S EN KINDEREN REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS Dit artikel heeft periodiek onderhoud nodig. Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene worden verricht. Reinigen Houd u aan de instructies op het wasetiket. Controleer de stevigheid van de stof en de gordels na iedere wasbeurt. Onderhoud Controleer de Draagzak regelmatig op eventuele losse naden, beschadigingen of ontbrekende delen. Gebruik het product in dit geval niet. WAARSCHUWINGEN • Gebruiksleeftijd: vanaf de geboorte, van 3,5 kg tot 9 kg. 30° C • Gebruik de Draagzak alleen als u staat of loopt. • LET OP: u kunt uw evenwicht verliezen door uw 30° C eigen bewegingen en die van het kind. • LET OP: kijk uit als u zich bukt of voorover buigt. C Verzeker u ervan dat de armen 30°het kind goed ondersteunen. 30° C • LET OP: gebruik de Draagzak niet tijdens sportactiviteiten. • LET OP: laat het kind nooit onbewaakt in de Draagzak als hij niet wordt gedragen. • Gebruik de Draagzak voor niet meer dan één kind tegelijk. • Deze Draagzak mag uitsluitend door een volwassene worden gebruikt. • Deze Draagzak mag niet worden gebruikt om een kind op uw rug te vervoeren. • Gebruik de Draagzak niet als er onderdelen stuk of gescheurd zijn of ontbreken. • Breng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires, reserveonderdelen of onderdelen aan de Draagzak aan. • Totdat het kind niet in staat is zijn hoofd omhoog en de schouders recht te houden, tot ongeveer de 4e levensmaand, moet hij worden gedragen met zijn gezichtje naar degene die hem draagt (wijze “gezicht naar mama”). •H  et is raadzaam dat u zit, als u het kind in de Draagzak zet of hem eruit haalt. 30° C Met koud water op de hand wassen Niet bleken Niet mechanisch drogen Niet strijken Niet chemisch laten reinigen DE DRAAGZAK DRAGEN LET OP: doe de Draagzak altijd om, voordat u het kind erin zet. 1. Om de Draagzak om te doen, haalt u uw hoofd door de kruising van de schouderbanden (fig. 1). 2. Maak de schouderbanden met de speciale gespen vast, zoals in fig. 2 wordt getoond. Controleer of de gespen aan beide kanten goed zijn vastgemaakt. 3. Stel de lengte van de schouderbanden af door de uiteinden van de twee zijgordels vast te pakken. Trek eraan tot ze op het lichaam aansluiten (fig. 3). 4. Voor een maximaal comfort tijdens het dragen, moet de kruising van de schouderbanden zich in het midden net onder de schouderbladen bevinden (fig. 4). HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN Het is raadzaam dat u zit, als u het kind in de Draag20 16). Stel de lengte van de zijregelaars af voor een optimaal comfort voor uzelf en het kind ( fig. 12 B). LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte rondom het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. 13. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de schouderbanden één voor één af door aan de banden te trekken, tot het kind hoog tegen uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de comfortabelste en veiligste manier. (fi g. 13). zak zet. GEZICHT NAAR MAMA 5. Zet het kind in de draagzak (fig. 5). LET OP: ondersteun het kind stevig, terwijl u deze handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden. 6. Maak de gewatteerde gordel ( I ) met de gespen ( E ) aan de uiteinden van de gordel zelf aan de schouderbanden van de draagzak vast. Zorg ervoor dat de bevestiging gebeurt door de gesp van onder naar boven door de lussen te halen (fig. 6 A). Gebruik het voor de groeifase van het kind meest geschikte gleufje en zorg ervoor dat het hoofd van het kind goed door de hoofdsteun wordt omgeven (B). Controleer of de gespen goed vastzitten (fig.6 C). 7. Gebruik de regelaars van de gesp ( E ) om het kindje een comfortabele en veilige houding te geven ( fig. 7). De buikomvang van het kind moet ook altijd met de hiervoor bestemde banden ( F ) worden afgesteld, opdat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (zie punt 16). LET OP: controleer altijd dat er genoeg ruimte rondom het gezicht van het kind is, zodat het voldoende lucht krijgt. 8. Steun de draagzak van onderen en stel de lengte van de schouderbanden één voor één af door aan de banden te trekken, tot het kind hoog tegen uw borstkas aan zit. Dit is voor u en voor het kind de comfortabelste en veiligste manier (fig. 8). HET KIND UIT DE DRAAGZAK NEMEN Het is raadzaam dat u zit, als u het kind uit de Draagzak haalt. 14. Ondersteun het kind stevig en maak de gespen op de gewatteerde band aan beide kanten los (fig. 14). 15. Neem het kind uit de draagzak (fig. 15). DE DRAAGZAK AFSTELLEN 16. De draagzak is ook uitgerust met twee praktische omvangregelaars om de afmetingen van het middelste gedeelte zelfstandig af te stellen en zich zo goed mogelijk aan de verschillende groeifasen van het kind aan te passen. De omvang kan worden afgesteld door aan de banden te trekken, zoals wordt getoond in fig. 16. GEZICHT NAAR DE STRAAT Vanaf het moment dat het kind zijn hoofd omhoog en de schouders recht kan houden, ongeveer vanaf de 4e levensmaand, kan het omgedraaid, dus met zijn gezichtje naar de straat, worden gedragen. 9. Zet het kind met zijn gezichtje naar de straat gedraaid in de draagzak (fig. 9). LET OP: ondersteun het kind stevig, terwijl u deze handeling verricht. Verzeker u ervan dat de benen van het kind zich schrijlings van de zitting bevinden. 10. Vouw de gewatteerde gordel 180° door hem omlaag te klappen (fig. 10A). 11. Maak de gewatteerde band met de gespen aan de uiteinden van de band zelf aan de schouderbanden van de draagzak vast (fig. 11). Zorg ervoor dat de bevestiging gebeurt door de gesp van onder naar boven door de lussen te halen. Gebruik het voor de lengte van het kind meest geschikte gleufje. Controleer of de gespen goed vastzitten. 12. Gebruik de regelaars van de gesp ( E ) om het kindje een comfortabele en veilige houding te geven (fig. 12A). De buikomvang van het kind moet ook altijd met de hiervoor bestemde banden ( F ) worden afgesteld, opdat de draagzak nooit te wijd of te nauw is, maar goed is aangepast aan de lichaamsbouw van het kind (zie punt VOOR NADERE INFORMATIE: PHARSANA NV Maccabilaan 34 2660 Hoboken BELGIE telefoon: (0032) 3 828 08 80 www.chicco.com 21
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Chicco Go de handleiding

Categorie
Draagzakken
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor