Documenttranscriptie
Veiligheidsvoorschriften
Jp
En
De
Fr
Es
Se
WAARSCHUWING
Haal het toestel niet uit elkaar
Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief kan een
letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici.
Indien het fototoestel of het objectief breekt na een val of een ander ongeluk, laat u het
product door een door Nikon erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het
stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt verwijderd.
Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen
Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het objectief
komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere
bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben.
Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Ru
Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Nl
Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen kan leiden
tot een ontploffing of brand.
It
Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker
Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker kan een
blijvend oogletsel veroorzaken.
Ck
Buiten het bereik van kinderen houden
Ch
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in hun
mond kunnen stoppen.
Kr
Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel
en het objectief
• Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte handen.
Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok tot
gevolg hebben.
• Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de zon richten
en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt. Dit kan namelijk
leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand tot gevolg.
• Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig dan
zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om het objectief te beschermen
tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit
brand tot gevolg hebben, aangezien het objectief het zonlicht kan convergeren op een
ontvlambaar voorwerp.
86
Terminologie
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
1 Montage-index voor zonnekap (p. 93)
2 Rubberen afdichting
3 Scherpstelring (p. 90)
4 Afstandsschaal (p. 92)
5 Afstandsindexlijn
6 Zoomring (p. 92)
7 Schaal brandpuntsafstand
8 Indexlijn voor schaal brandpuntsafstand
9 Rotatie-index voor statiefkraagring (p. 92)
0 Positie-indexen (90°) (p. 92)
! Statiefkraagring (p. 92)
@ Montage-index
# Rubberen pakking van objectiefvatting
(p. 95)
$ CPU-contacten (p. 95)
% Zonnekap (p. 93)
^ Instel-index voor zonnekap (p. 93)
& Bevestigings-index voor zonnekap (p. 93)
* Vrijzetknop voor zonnekapvergrendeling
(p. 93)
( Scherpstelmodusschakelaar (p. 90)
) Scherpstelling-begrenzingsschakelaar
(p. 90)
q ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
(p. 91)
w Vibratiereductiemodusschakelaar (p. 91)
e Bevestigingsschroef voor statiefkraagring
(p. 92)
r Vrijzethendel voor
statiefkraagvergrendeling (p. 92)
t Montagevoet voor statiefkraag (p. 92)
y Borgschroef voor statiefkraag (p. 92)
u Statiefkraag (p. 92)
( ): Referentiepagina
87
Ck
Ch
Kr
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Bedankt voor de aankoop van het AF-S NIKKOR 70-200mm f/2,8G
ED VRⅡ-objectief. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de
Gebruikshandleiding van uw camera alvorens u dit objectief gebruikt.
Belangrijkste functies
• De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle
opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige
buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.
• Door vibratiereductie te activeren (VRⅡ) kunnen langere snelle sluitertijden
(circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden
en zoomstanden kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera
vasthoudt om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens
de meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen
variëren naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.)
• Er zijn twee vibratiereductie-instellingen beschikbaar: met de (1) NORMALinstelling wordt voor kleine bewegingen van de camera gecompenseerd
en met de (2) ACTIVE-instelling kan voor grote bewegingen van de camera
worden gecompenseerd, zoals bij het fotograferen vanuit een rijdend
voertuig. De vibratiereductie werkt ook bij panning, aangezien het objectief
automatisch panning van cameratrillingen kan onderscheiden voor een
effectieve werking van de vibratiereductie (bij de NORMAL-instelling).
• Dit objectief maakt gebruik van een Silent Wave-motor om het
scherpstellingsmechanisme aan te drijven, waardoor de autofocus vloeiend, stil
en bijna onmiddellijk gebeurt. De Scherpstelmodusschakelaar is voorzien om
eenvoudig te kiezen tussen autofocus (AF) of manueel scherpstellen (MF).
• Autofocus kan worden opgeheven door de scherpstelmodusschakelaar op A/M of
M/A te zetten en handmatig scherp te stellen met de scherpstelring.
• De superieure optische prestaties en de weergavekenmerken worden
gemaximaliseerd door het gebruik van zeven glaselementen met extra lage
dispersie (ED) die zorgen voor een correctie van de chromatische aberratie.
Daarnaast produceert het afgeronde diafragma een zachte en aangename
beeldwaas in delen van het beeld waarop niet is scherpgesteld.
• De kortste scherpstelafstand is 1,4 m.
• Tot vier Draadloze Speedlights op afstand SB-R200 kunnen worden bevestigd
op de rand van het objectief.
• De AF-I/AF-S teleconverters TC-14E/TC-14EⅡ/TC-17EⅡ/TC-20E/TC-20EⅡ
kunnen worden gebruikt. Wanneer een teleconverter is bevestigd, zullen de
vibratiereductie en de autofocus toch juist werken.
Belangrijk
• Bij montage op een Nikon digitale spiegelreflexcamera (Nikon DX-formaat),
zoals de D300-Serie en de D90, wordt de beeldhoek 22°50’-8° en bedraagt
de brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 105-300 mm.
88
Geschikte camera’s en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
Gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Jp
Functie
VR AF
Belichtingsstand
P*1 6
$ 0
D3-Serie, D700, D2-Serie, D1-Serie, D300-Serie, D200, D100,
D90, D80, D70-Serie, D5000, D3000, D60, D50, D40-Serie,
F6, F5, F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie
3
3
3
3
3
3
Pronea 600i, Pronea S*2
—
3
3
3
3
3
F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie
—
3
3
3
—
—
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F-401x, F-401s, F-401
—
—
3
3
3
3
F-801s, F-801, F-601M
—
—
3
3
—
—
F3AF, F-601, F-501,
Nikon MF-camera’s (behalve F-601M)
—
—
—
—
—
—
Camera’s
3: Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus
*1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden.
*2: Handmatig (M) is niet beschikbaar.
• Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
ondersteunt, zet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op OFF. Als
u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in
combinatie met de Pronea 600i.
Stel de scherpstelfunctieschakelaar van de camera in overeenkomstig de volgende tabel.
D3-Serie, D700, D2-Serie, D1-Serie,
D300-Serie, D200, D100, D90, D80,
D70-Serie, D5000, D3000, D60, D50,
D40-Serie, F6, F5, F4-Serie, F100,
F90X, F90-Serie, F80-Serie, F75-Serie,
F70-Serie, F65-Serie, Pronea 600i,
Pronea S
Camera’s
scherpstelling
stand
M/A
Es
Se
Ru
Nl
Ck
M
AF (C/S)
Autofocus met Autofocus met Handmatige
handmatige handmatige scherpstelling
aanpassing
aanpassing (hulpverlichting
(AF-prioriteit) (MF-prioriteit) is beschikbaar)
MF
Handmatige scherpstelling
(hulpverlichting is beschikbaar)
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F-801s, AF (C/S)
F-801, F-601M, F-401x, F-401s, F-401
MF
Fr
Ch
Scherpstelstand van objectief
A/M
De
It
Scherpstellen
Camera’s
En
Handmatige scherpstelling
(hulpverlichting is beschikbaar,
behalve bij de F-601M)
AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling
89
Kr
A/M (autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit) modus en
M/A (autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit) modus
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp
te stellen met de scherpstelring.
A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp
te stellen met de scherpstelring, maar de gevoeligheid van
de scherpstelring is lager dan in de stand M/A. Gebruik
deze stand om te voorkomen dat de AF-instelling wordt
geannuleerd doordat u per ongeluk de scherpstelring verdraait.
a Zet de scherpstelmodusschakelaar op A/M of M/A.
b U kunt de autofocus handmatig opheffen door de scherpstelring te bedienen
terwijl u de ontspanknop halverwege indrukt of de AF-ON-knop op de
camera indrukt.
c Druk de ontspanknop of de AF-ON-knop opnieuw half in om de handmatige
scherpstelling te annuleren en autofocus te hernemen.
Beperken van het bereik van de autofocus
Deze functie is alleen beschikbaar bij autofocus.
• Als bij gebruik van de AF-functie het onderwerp altijd
verder is verwijderd dan 5 meter, moet u de scherpstellingbegrenzingsschakelaar op ∞–5m zetten om de scherpsteltijd
te verminderen.
• Als de afstand tot het onderwerp soms minder is dan 5 meter,
zet u de schakelaar op FULL.
Nl
It
Ch
Vibratiereductiemodus
Basisconcept van vibratiereductie
Hoog
Ck
Laag
Aantal vibraties
Kr
Cameratrilling
Sterke
camerabewegingen
bij het maken van
foto’s vanuit een
rijdend voertuig
Panoramafoto's
Zwak
Sterkte van vibraties
Sterk
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE.
90
Bij het fotograferen
Bij panoramafotografie
Bij fotografie vanuit een bewegend
voertuig
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
NORMAL of ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
ACTIVE.
Jp
En
Instellen van de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
De
ON: Vibratie wordt verminderd terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt en ook op het moment dat de ontspanknop wordt
losgelaten. Omdat vibratie wordt verminderd in de beeldzoeker
wordt automatisch en handmatig scherpstellen en nauwkeurige
kadrering van het onderwerp gemakkelijker.
OFF: Vibratie wordt niet verminderd.
Instellen van de vibratiereductiemodusschakelaar
Zet eerst de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op ON en kies dan een van de volgende
instellingen:
Fr
Es
Se
NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert vooral
cameratrillingen, waardoor vloeiende panorama-opnamen
mogelijk worden.
ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert vooral zichtbare
cameratrillingen, wanneer u bijvoorbeeld foto's neemt
vanuit een bewegend voertuig. In deze modus maakt de
lens niet automatisch het onderscheid tussen pannen en
cameratrillingen.
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de beeldzoeker
stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
• Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat het beeld in de
beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit is geen storing.
• Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op NORMAL. Als het fototoestel
gepand wordt in een grote cirkel, wordt er geen compensatie uitgevoerd voor bewegingen
van het fototoestel in de panrichting. Wanneer u bijvoorbeeld de camera horizontaal beweegt,
worden verticale cameratrillingen onderdrukt. Dit stabiliseert het beeld terwijl het gewenste
bewegingseffect kan worden gerealiseerd.
• Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van het fototoestel terwijl de
vibratiereductie in werking is. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief
klinken en aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken wanneer ermee
wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel opnieuw in om dit te corrigeren.
• Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet wanneer de ingebouwde
flitser wordt opgeladen.
• Bij fototoestellen met autofocus die zijn uitgerust met een AF-ON-knop, werkt de vibratiereductie
niet wanneer de AF-ON-knop wordt ingedrukt.
• Als het fototoestel op een statief met drie poten is geplaatst, stelt u de ON/OFF-schakelaar voor
vibratiereductie in op OFF. Het is echter aan te raden de schakelaar op ON in te stellen wanneer
u de camera gebruikt met een statief met drie poten zonder het uiteinde van het statief vast te
maken of met een statief met één poot.
91
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Scherpstellen, zoomen en scherptediepte
Jp
En
De
Fr
Es
Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring om de brandpuntsafstand aan te
passen tot de gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera is uitgerust
met een knop of hendel voor een scherptediepte voorbeeld (stop-down), kunt u
een voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de zoeker van de camera.
• Dit objectief is uitgerust met een Internal Focusing-systeem (IF). Naarmate de
opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.
• De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp
en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn
te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp
lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.
• Zie p. 170 voor meer informatie.
De diafragma instellen
Se
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.
Ru Gebruik van een statief
Nl
It
Ck
Bij gebruik van een statief moet dit aan de statiefkraag van het objectief
worden bevestigd in plaats van aan de camera.
LET OP
Bij gebruik van een statief dient de borgschroef voor statiefkraag volledig
te worden vastgedraaid, want anders kan het objectief per ongeluk van het
statief vallen en letsel veroorzaken.
Het statief bevestigen
Steek de montagevoet voor statiefkraag in de statiefkraag
(1) en draai dan de borgschroef voor statiefkraag (2)
zorgvuldig vast.
Ch
Kr
Veranderen van de positie van de camera
Draai de bevestigingsschroef voor statiefkraagring (1)
los. Afhankelijk van de positie van de camera (verticaal
of horizontaal) draait u het objectief naar een geschikte
positie-index op de statiefkraagring door de rotatie-index
voor de statiefkraagring op het objectief (2) uit te lijnen en
dan draait u de schroef (3) vast.
Het statief losmaken
Draai de borgschroef voor statiefkraag (1) volledig los.
Terwijl u de vrijzethendel voor statiefkraagvergrendeling
(2) omlaag gedrukt houdt, schuift u de montagevoet voor
statiefkraag (3).
92
De ingebouwde flitser en vignettering
Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap.
Camera’s
Jp
Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand
F70-Serie
• 85 mm/2 m of meer
• 105 mm of meer/Geen beperking
En
F60-Serie
• 105 mm/2,5 m of meer
• 135 mm of meer/Geen beperking
De
F50-Serie
• 135 mm/2,5 m of meer
• 200 mm/Geen beperking
F65-Serie, F55-Serie
• 105 mm/3 m of meer
• 135 mm of meer/Geen beperking
F75-Serie, Pronea 600i
• 85 mm/2,5 m of meer
• 105 mm of meer/Geen beperking
Pronea S
• 200 mm/2 m of meer
Fr
Es
Se
Ru
Gebruik van de zonnekap
Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief.
De zonnekap bevestigen
• Zorg ervoor dat de montage-index voor zonnekap ( )
wordt uitgelijnd met de instel-index voor zonnekap
( ) (3).
• Om het vastmaken of verwijderen van de zonnekap
te vergemakkelijken, neemt u deze aan de basis vast
(bij de Bevestigings-index voor zonnekap ( )) in
plaats van aan de buitenste rand.
• Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er
vignettering voorkomen.
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze
omgekeerd op het objectief.
De zonnekap losmaken
Terwijl u de vrijzetknop voor zonnekapvergrendeling
(1) omlaag gedrukt houdt, draait u de zonnekap
rechtsom (gezien vanaf de camerakant) (2, 3).
93
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Aanbevolen matglazen
Jp
En
De
Fr
Er zijn diverse uitwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde Nikon SLRcamera’s voor elke fotogelegenheid. De volgende worden voor dit objectief
aangeraden:
Matglazen
Camera
F6
F5+DP-30
F5+DA-30
Es Ⴟ
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
A
B
C
E
EC-B
EC-E
G1
G2
G3
G4
J
L
M
U
: Uitstekende scherpstelling
: Redelijke scherpstelling
Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto.
— : Niet beschikbaar
( ): Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte
meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander
matglas’ te selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6: Compensatie voor
matglas’ en het LW-bereik in te stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van 0,5
LW. Wanneer u een ander type matglas gebruikt dan type B of E, selecteert
u ‘Ander matglas’, zelfs als de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie
vereist). Voor de F5 corrigeert u de belichting via persoonlijke instelling
18 op de camera. Raadpleeg de handleiding van de camera voor meer
informatie.
Een leeg vakje betekent ‘niet van toepassing’. Aangezien een M-type matglas
zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van
1:1 of hoger als voor microfotografie, heeft dit matglas andere toepassingen
dan de andere matglazen.
Belangrijk
• Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende matglazen worden
gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L.
• Bij gebruik van B-type en E-type matglazen in andere camera´s dan de
hierboven vermelde, raadpleegt u de kolommen voor de B-type en E-type
matglazen.
Ⴜ
94
Onderhoud van het objectief
• Let op dat u niet alleen de camera vasthoudt wanneer het objectief is
aangebracht want dit kan resulteren in beschadiging van de camera
(objectiefvatting). Houd het objectief en de camera beide vast wanneer u deze
draagt.
• Zorg ervoor dat de CPU-contactpunten niet vuil of beschadigd worden.
• Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, moet u
het objectief voor reparatie naar de dichtstbijzijnde door Nikon erkende
servicedienst brengen.
• Reinig het objectief met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te verwijderen,
gebruikt u een zachte, zuivere katoenen doek of een objectiefdoekje met
ethanol (alcohol) of objectiefreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van
het midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen maakt of andere
onderdelen van het objectief aanraakt.
• Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om het
objectief te reinigen.
• NC-filters zijn beschikbaar om het voorste objectiefelement te beschermen. De
zonnekap helpt ook om de voorkant van het objectief te beschermen.
• Wanneer u het objectief in het flexibele objectiefetui opbergt, maakt u zowel de
voorste als de achterste objectiefdoppen vast.
• Wanneer het objectief is geïnstalleerd op een fototoestel, mag u het fototoestel
en het objectief niet optillen of vasthouden aan de zonnekap.
• Bewaar het objectief op een koele, droge plaats wanneer u deze gedurende
een lange periode niet gebruikt om schimmel- en roestvorming te voorkomen.
Berg het objectief ook op om deze te beschermen tegen rechtstreeks zonlicht of
chemicaliën zoals kamfer en naftaleen.
• Laat geen water op het objectief komen en laat het objectief niet in water
vallen. Hierdoor zal het objectief roesten en slecht functioneren.
• Bepaalde onderdelen van het objectief zijn vervaardigd uit versterkt plastic. Zet
het objectief nooit in een overmatig hete ruimte om schade te voorkomen.
Standaardaccessoires
•
•
•
•
77mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-77
Achterste objectiefdop LF-1
Bajonetkap HB-48
Zachte tas CL-M2
Optioneel accessoire
• 77mm vastschroefbare filters
• AF-S teleconverters (TC-14EⅡ/TC-17EⅡ/TC-20EⅡ)
95
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Technische gegevens
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Objectief type:
G-type AF-S Zoom-NIKKOR-objectief met
ingebouwde CPU en Nikon-bajonetsluiting
Brandpuntsafstand: 70–200mm
Maximaal diafragma: f/2,8
Objectiefconstructie: 21 elementen in 16 groepen (7 ED lenselementen en
sommige lenselementen met Nano Crystal Coat)
Beeldhoek:
34°20´–12°20´ bij 35mm (135) formaat Nikon film-SLR
camera’s en Nikon FX-formaat digitale SLR-camera’s
22°50´–8° bij Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s
27°40´–9°50´ bij camera’s met IX240-systeem
Schaal
70, 85, 105, 135, 200mm
brandpuntsafstand:
Afstandsinformatie: Doorgeven aan camera body
Zoombediening:
Handmatig via aparte zoomring
Scherpstelling:
Nikon Internal Focusing-systeem (IF), autofocus met
Silent Wave Motor; handmatig met scherpstellen met
aparte scherpstelring
Vibratiereductie:
Lens-shift methode behulp van voice coil-motoren
(VCM’s)
Schaal
Schaalverdeling in meters vanaf 1,4 m tot oneindig ()
opnameafstand:
Dichtste
1,4 m bij alle zoominstellingen
scherpstelafstand:
Aantal
9 stuks (afgerond)
diafragmalamellen:
Diafragma:
Volledig automatisch
Diafragmaschaal:
f/2,8 tot f/22
Belichtingsmeting:
Door middel van volledige diafragma-methode bij
camera’s met CPU-interfacesysteem
ScherpstellingUitgerust; twee bereiken beschikbaar: FULL (∞–1,4 m),
begrenzingsschakelaar: of ∞–5 m
Statiefkraag:
Draaibaar over 360°, objectiefrotatiepositie-index bij
90°, alleen statiefkraag afneembaar
Montage-afmeting:
77mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen:
Circa 87 mm (diameter) x 205,5 mm (afstand van de
objectiefvatting op de camera)
Gewicht:
Circa 1.540 gram
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving of verplichting van de zijde van de fabrikant.
96