gedeelte brandt danwel als het middelste gedeelte knippert. Het filteralarm verschijnt wanneer de motor uitgeschakeld
is en is ongeveer 30 seconden zichtbaar. Om opnieuw te beginnen moet u de toets 2 seconden gedurende het
zichtbaar zijn van het alarm.
Bedieningselementen van Fig. 13: Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het
corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120
bedrijfsuren gaat het corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden
schoongemaakt en het koolstoffilter moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten
(RESET), moet de toets A ongeveer 1” ingedrukt gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is). Toets B:
schakelt de motor in op de 1
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); als hij ongeveer 1” ingedrukt
gehouden wordt, gaat de motor uit; door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER
geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert). Toets C: schakelt de motor in op de
2
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door nogmaals op de toets te drukken (terwijl het lampje
brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende lampje knippert).
Toets D: schakelt de motor in op de 3
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals
in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt (het corresponderende
lampje knippert). Toets E: schakelt de motor in op de 4
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door
de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5’ stopt
(het corresponderende lampje knippert).
Er dient met name zorg besteed te worden aan de vetfilters: Als het door u aangeschafte model uitgerust is met
de op figuur 12 afgebeelde bedieningselementen: de vetfilters moeten na elke circa 30 werkingsuren schoongemaakt
worden (als het middelste gedeelte op het display gaat branden of gaat knipperen). Om de filters te verwijderen: duw
ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal
afwasmidd. Zodra de schone filters weer gemonteerd zijn moet u toets R (Reset) 2 seconden lang ingedrukt houden
zodat de telling weer overnieuw kan beginnen. Voor nadere informatie zie Bedieningselementen van Fig. 12 onder
de paragraaf “Werking”.
Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 10/11 afgebeelde bedieningselementen: het vetfilter
moet van tijd tot tijd vervangen worden in verhouding tot de mate waarin het apparaat gebruikt wordt (minimaal één
keer in de twee maanden). Om het filter te verwijderen: druk ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek
het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal afwasmiddel. Als het door u aangeschafte model uitgerust
is met de op figuur 13 afgebeelde bedieningselementen: de vetfilters moeten na elke circa 30 werkingsuren
schoongemaakt worden (als het lampje van de verlichtingtoets gaat branden - Fig. 13S). Om de filters te verwijderen:
duw ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal
afwasmiddel. Als de schone filters zijn teruggeplaatst, moet de verlichtingtoets ongeveer 1” ingedrukt worden om de
telling opnieuw te laten starten (Fig. 13A), terwijl het corresponderende lampje (S) brandt. Voor nadere informatie zie
Bedieningselementen van Fig. 13 onder de paragraaf “Werking”.
Koolstoffilter(s): als het apparaat in de filterversie wordt gebruikt, moet de koolstoffilter worden vervangen. Haal
de koolstoffilters als volgt weg, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (afb. 14), haal het koolstoffilter dan met een draaiende
beweging (met de klok mee) weg.
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (afb. 9), verwijder het koolstoffilter dan door eerst de 2
filtervergrendelingen M weg te halen.
Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 12 afgebeelde bedieningselementen dan moet u de
koolstoffilters vervangen telkens als het middelste gedeelte op het display knippert (d.w.z. na elke 120 werkingsuren).
Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 10/11 afgebeelde bedieningselementen dan moet
u de koolstoffilters vervangen in verhouding tot de mate waarin het apparaat gebruikt wordt, gemiddeld één keer in
de 6 maanden. Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op figuur 13 afgebeelde bedieningselementen,
moeten de koolstoffilters telkens worden vervangen wanneer het lampje van de verlichtingstoets (Fig. 13S) knippert
(d.w.z. na elke 120 werkingsuren).
Om het gloeilampje(s) te vervangen moeten de vetfilters worden verwijderd op de manier die eerder beschreven
is, en moet het lampje worden weggehaald. Vervang hem door een lampje van hetzelfde type.
Voor het vervangen van de halogeen lampen, de fitting losdraaien “tegen de klok in” en het lampje uitnemen
(Fig. 15). De lampen vervangen met hetzelfde type lamp. LET OP: het lampje niet met de blote hand aanraken.
De motor die in deze wasemkap wordt gebruikt is voorzien van een veiligheidsvoorziening (hittebeveiliging)
die gevoelig is voor de temperatuur; om toevallige redenen of wegens afwijkingen in de installatie zou deze
voorziening kunnen ingrijpen door de motor automatisch uit te schakelen, om ernstige schade aan het
apparaat te vermijden. In deze gevallen kan de wasemkap opnieuw worden ingeschakeld nadat de motor is
afgekoeld; de oorzaken van de storing dienen echter te worden opgeheven dor na te gaan of de installatie
correct is uitgevoerd en te controleren alle instructies uit het blad met Waarschuwingen zijn opgevolgd.