Roland SP-404A Handleiding

Categorie
Muzikale uitrusting
Type
Handleiding
Referentiehandleiding
Copyright © 2017 ROLAND CORPORATION
2
Inhoud
Paneelbeschrijving ........................3
De batterijen ..............................5
Basisfuncties 7
Voordat u begint ..........................8
De SP-404A op uw luidsprekers aansluiten ............ 8
Het apparaat inschakelen ............................ 9
Een SD-kaart plaatsen ...............................10
Geluiden afspelen ........................11
Samples afspelen ...................................11
Eecten toepassen ..................................13
Patronen afspelen ................................... 14
Hettempo instellen .................................15
Samples opnemen – Basisfuncties .........16
STAP 1: Apparatuur aansluiten .......................16
STAP 2: Samplen ....................................18
Een sample verwijderen .............................21
Geavanceerde bediening 23
Een extern geluid afspelen ................24
Het volume van de [EXTSOURCE]-pad regelen .......24
Samples opnemen – geavanceerde
bediening ................................25
Over de beschikbare sampletijden ................... 25
Het bestandstype van de samplegegevens
speciceren .........................................25
Het samplen automatisch starten (Auto Sampling) ...25
Samplen met een gespeciceerd tempo .............26
Een aftelling gebruiken ..............................26
Resampling .........................................26
Een sample bewerken .....................27
Het volume van een sample instellen ................27
De afspeelregio van een sampleaanpassen ..........27
Een ongewenst deel wissen (Truncate) ...............29
De BPM van een sample veranderen .................30
De lengte van een sample veranderen, zonder dat de
toonhoogte verandert (Time Modify) ..........................30
Alle samples verwijderen ............................30
Samples tussen twee pads uitwisselen ...............31
Eensample naar een andere pad kopiëren ...........31
Patroonsequencer ........................32
Een patroon opnemen ..............................32
Een patroon verwijderen ............................34
Alle patronen verwijderen ...........................34
De patronen van twee pads uitwisselen ..............34
Een patroon naar een andere pad kopiëren ..........34
Over SD-kaarten ..........................35
Een SD-kaart formatteren ...........................35
WAVE-bestanden exporteren ........................35
WAVE-bestanden importeren ........................36
Back-upgegevens opslaan (Backup Save) ............37
Back-upgegevens laden (Backup Load) ..............37
Back-upgegevens verwijderen (Backup Delete) ......37
Over de beveiligingsfunctie .........................38
Andere functies ...........................39
Lijst van functies ....................................39
De ingangsversterking regelen ......................39
De uitgangsversterking regelen .....................39
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ....40
Schermverlichting en slaapinstellingen ..............40
Het versienummer controleren ......................40
Appendix 41
Eectenlijst ..............................42
Eect Limit-modus ..................................42
Foutmeldingen ...........................45
Problemen oplossen ......................45
Over MIDI ................................47
MIDI-implementatietabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Specicaties ..............................49
Index ....................................50
3
Paneelbeschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Naam Beschrijving Pagina
1
[VOLUME]-knop
Met deze knop regelt u het volume.
p.9
2
[CTRL 1] – [CTRL 3]-knoppen
Met deze knoppen regelt u de eectparameters.
U kunt de knoppen ook gebruiken om de volgende waarden in te stellen.
p.13
CTRL 1
Het startpunt van een sample
De afspeeltijd van een sample
p.29
p.30
CTRL 2
Het tempo (BPM) van het patroon
Het eindpunt van een sample
p.15
p.28
CTRL 3/MFX
Het type MFX
Het samplingniveau
Het volume van de sample
p.13
p.19
p.27
3
PEAK-indicatielampje
Geeft het analoge ingangsniveau van de LINE IN-jacks aan.
Pas het volume van de aangesloten apparatuur aan zodat het indicatielampje af en toe gaat branden.
p.19
4
Eectknoppen
Met deze knoppen selecteert u het gewenste eect.
p.13
5
Display
Hierop ziet u informatie zoals het tempo (BPM), de waarden van diverse instellingen en
foutmeldingen.
p.45
Displayverlichting
Knippert synchroon met het tempo van het patroon.
Licht rood op als het audiosignaal tijdens het samplen te hoog is.
p.40
p.19
6
[SELECT]-knop Druk op deze knop als u een patroon wilt afspelen of opnemen. p.14
[LENGTH]-knop Met deze knop bepaalt u de lengte van het patroon dat u opneemt. p.32
[QTZ]-knop
Met deze knop bepaalt u de automatische timingcorrectie (quantization) van het patroon dat
u opneemt.
p.32
7
[DEL]-knop Met deze knop verwijdert u een sample of een patroon. p.21
[REC]-knop Met deze knop start/stopt u het samplen of opnemen van patronen. p.18
[RESAMPLE]-knop Met deze knop past u een eect toe op een sample en resamplet u het resultaat. p.26
[CANCEL]-knop
Met deze knop annuleert u opdrachten als samplen, patronen afspelen of opnemen.
Als u viermaal snel na elkaar op deze knop drukt, stopt u alle geluiden die worden afgespeeld.
p.12
[REMAIN]-knop
Als u op deze knop drukt, verschijnt de resterende sampletijd op het display.
Als u deze knop ingedrukt houdt en op een pad drukt, kunt u bovendien de sample
selecterenwaarop u een eect wilt toepassen of waarvan u de instellingen wilt bewerken
(huidige pad wijzigen).
p.25
p.13
[MARK]-knop Gebruik deze knop als u alleen een deel van de sample wilt afspelen. p.27
4
Paneelbeschrijving
Naam Beschrijving Pagina
8
Pad [1] – [12]
Wanneer u op deze pads drukt, hoort u de samples die aan deze pads zijn toegewezen.
Als de [SELECT]-knop brandt, kunt u met de pads patronen selecteren.
p.11
p.14
9
[START/END/LEVEL]-knop Met deze knop kunt u het start- en eindpunt en het volume van een sample aanpassen. p.27
[TIME/BPM]-knop Met deze knop kunt u de afspeeltijd of het tempo (BPM) van een sample instellen. p.15
[TAP TEMPO]-knop
U kunt het tempo wijzigen door meerdere keren in het gewenste tempo op deze knop
tedrukken.
Als u het geluid tijdelijk wilt stopzetten, houdt u de [FUNC]-knop ingedrukt en drukt u op
de[TAP TEMPO] (PAUSE)-knop.
p.15
p.12
10
[LO-FI]-knop Met deze knop bepaalt u de afspeelkwaliteit van een sample (standaard/lo-). p.12
[STEREO]-knop Met deze knop bepaalt u of u in mono of stereo gaat samplen. p.18
[GATE]-knop
Met deze knop schakelt u tussen gate-weergave en trigger-weergave. Bij gate-weergave wordt
de sample afgespeeld zolang u de pad ingedrukt houdt. Bij trigger-weergave start en stopt
ude sample door op de pad te drukken.
p.12
[LOOP]-knop
Met deze knop schakelt u tussen loop-weergave en one-shot-weergave. Bij loop-weergave
wordt de sample voortdurend herhaald. Bij one-shot-weergave wordt de sample één keer
afgespeeld.
p.12
[REVERSE]-knop
Met deze knop activeert u de reverse-weergave, waarbij de sample achterstevoren wordt
afgespeeld.
p.12
11
[BANK]-knoppen
Met deze knoppen kunt u tussen sample- of patroonbanken schakelen.
p.11
12
[FUNC]-knop
Met deze knop kunt u verschillende instellingen opgeven.
p.39
13
[HOLD]-pad Met deze pad zorgt u ervoor dat een sample blijft doorspelen nadat u een pad hebt losgelaten. p.12
[EXT SOURCE]-pad Via deze pad hoort u het geluid van de externe ingang (line of mic). p.24
[SUB PAD]-pad Via deze pad hoort u de sample van de pad die u het laatst hebt ingedrukt. p.12
14
[MIC]-knop
Met deze knop schakelt u de microfooningang aan of uit.
p.17
15
Interne microfoon
Dit is de ingebouwde microfoon van de SP-404A. Als u uw eigen microfoon (apart
verkrijgbaar) op de microfooningang van het frontpaneel aansluit, wordt de interne
microfoonuitgeschakeld.
p.17
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Naam Beschrijving Pagina
16
PHONES-jack
Hierop kunt u een stereohoofdtelefoon aansluiten. Op deze uitgang hoort u hetzelfde geluid als
op de LINE OUT-jacks.
p.8
17
SD-kaartsleuf
Hierin kunt u een SD-kaart plaatsen. Op de SD-kaartsleuf is een afdekplaatje aangebracht dat is
bevestigd met een schroef. Zo wordt de SP-404A vanaf de fabriek geleverd. Verwijder de schroef
zoals beschreven in “Verwijder de schroef om het afdekplaatje van de kaartsleuf los te maken”.
(p.10).
p.10
18
[MIC LEVEL]-knop
Met deze knop regelt u het volume van de interne microfoon van de SP-404A of van de op de
MIC-jack aangesloten microfoon.
p.19
19
MIC IN-jack
Op deze jack kunt u een (apart verkrijgbare) microfoon aansluiten.
p.17
20
Aansluitpunt voor
aarding
Indien nodig kunt u dit aansluitpunt met een externe elektrische aarding verbinden.
21
DC IN-jack
Hierop sluit u de bijgeleverde netstroomadapter aan.
p.8
22
[POWER]-schakelaar
Hiermee schakelt u het apparaat in of uit.
p.9
23
MIDI IN-ingang
Op deze ingang kunt u een MIDI-apparaat aansluiten.
p.47
24
LINE IN-jacks
Hierop kunt u een draagbare muziekspeler of ander audioapparaat aansluiten waarvan u wilt samplen.
p.16
25
LINE OUT-jacks
Hierop kunt u uw audiosysteem, versterker of mengpaneel aansluiten.
p.8
26
Veiligheidsslot ( )
http://www.kensington.com/
5
De batterijen
Verwijder het afdekplaatje van het batterijvak aan de onderzijde van de SP-
404A en plaats de batterijen op de juiste wijze. Let daarbij op de polariteit
(richting) van de batterijen zoals is aangegeven op de binnenzijde van het
batterijvak. Sluit daarna het afdekplaatje zorgvuldig.
LET OP
Omgaan met batterijen
Als batterijen op onjuiste wijze worden gebruikt, kunnen ze exploderen of gaan lekken. Lees en volg alle gedeelten over het gebruik van de batterijen in “HET
APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de Gebruikershandleiding) zorgvuldig.
Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars beschermen tegen schade. Ga ook voorzichtig om met het apparaat,
laat het niet vallen.
Als de batterijen leeg raken
Als de batterijen leeg raken, gaat de displayverlichting uit en gaan de stip aan de rechteronderzijde van het display en
de [FUNC]-knop knipperen. Als de batterijen helemaal leeg zijn, verschijnt Lo in het display en is verder werken met de
SP-404A onmogelijk. Vervang in dat geval onmiddellijk de batterijen.
MEMO
Als het resterende batterijvermogen afneemt, kan het geluid bij bepaalde standen van de [VOLUME]-knop gaan
vervormen. Vervang in dat geval de batterijen.
Batterijtypen die geschikt zijn voor
deSP-404A
Voor de SP-404A kunnen de volgende typen
batterijen worden gebruikt.
Gebruik geen andere typen batterijen.
Alkaline AA-type droge batterij
Ni-MH AA-type oplaadbare batterij
Het type batterijen opgeven
U dient op te geven welk type batterijen u gebruikt
(alkaline of Ni-MH oplaadbaar). Op basis hiervan berekent
de SP-404A het resterende batterijvermogen.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en schakel het
apparaat in.
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om het type batterijen
dat u wilt gebruiken op te geven.
De [REC]-knop knippert als u aan de knop draait.
Waarde Beschrijving
AL
Alkaline droge batterij
ni
Ni-MH oplaadbare batterij
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling te
bevestigen.
MEMO
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen,
ookals het apparaat wordt uitgeschakeld.
Het resterende batterijvermogen
controleren
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt.
Als deze wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om de
verlichting uit te schakelen.
2. Druk op de [REMAIN]-knop.
Als u deze knop ingedrukt houdt, wordt het resterende
batterijvermogen aangegeven door het aantal brandende
BANK-knoppen. Als alleen de BANK [A/F]-knop brandt,
moeten de batterijen worden vervangen. Een tijdje na
deze indicatie springt het display op Lo en is het niet
meer mogelijk om met de SP-404A te werken.
MEMO
Als de netstroomadapter is aangesloten, lichten alle
[BANK]-knoppen op.
Sluimerstand
Als u de (sluimer)instelling SLP hebt geselecteerd bij
“Displayverlichting en sluimerstand” (p.40), gaan alle
knoppen van de SP-404A uit als er ongeveer vijf minuten
niet met het apparaat is gewerkt en gaat het apparaat in
sluimerstand. Dit verlengt de levensduur van de batterijen
als het apparaat hierop werkt.
6
MEMO
Basisfuncties
8
Voordat u begint
De SP-404A op uw luidsprekers aansluiten
Zorg dat de SP-404A en uw actieve luidsprekers (die we vanaf nu “luidsprekers” noemen) zijn uitgeschakeld en sluit het
systeem aan zoals hieronder aangegeven.
Actieve luidsprekers
(apart verkrijgbaar)
Audiokabels
(apart verkrijgbaar)
Netstroomadapter
LINE OUT-jacks DC IN-jack
LINE IN-jacks
Hier kunt u een hoofdtelefoon
(apart verkrijgbaar) aansluiten.
Plaats de netstroomadapter met
het indicatielampje (zie afbeelding)
naar boven gericht en de tekst naar
beneden. Het indicatielampje gaat
branden als u de adapter in het
stopcontact steekt.
LET OP
Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de
apparatuur te voorkomen.
9
Voordat u begint
Het apparaat inschakelen
LET OP
Als alle aansluitingen zijn verricht, zet u de apparaten
aan in de aangegeven volgorde. Als apparaten in
de verkeerde volgorde worden ingeschakeld, kan
dit onjuist functioneren en/of beschadiging van
luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
1. Zet het volume van de SP-404A en uw luidsprekers
op nul.
Draai de [VOLUME]-knop van de SP-404A helemaal
linksom.
2. Zet de [POWER]-schakelaar van de SP-404A op ON.
LET OP
Het apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit.
Het duurt even (een paar seconden) voordat
het apparaat normaal functioneert nadat het is
ingeschakeld.
3. Zet uw luidsprekers aan.
4. Stel het volume in.
Terwijl u geluid maakt door op de pads van de SP-404A te
drukken, draait u de [VOLUME]-knop langzaam naar rechts
en stelt u het volume van de SP-404A en uw luidsprekers
in.
Het apparaat uitschakelen
1. Zet het volume van de SP-404A en uw luidsprekers
op nul.
2. Schakel uw luidsprekers uit.
3. Zet de [POWER]-schakelaar van de SP-404A op
OFF.
Auto O-instelling
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld
na een vooraf ingestelde tijdsspanne sinds
het apparaat voor het laatst werd gebruikt om
muziek af te spelen of sinds de knoppen of
bedieningselementen van het apparaat voor het
laatst werden gebruikt (Auto O-functie).
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt
uitgeschakeld, schakelt u de Auto O-functie uit.
LET OP
Instellingen die worden bewerkt op het moment
dat het apparaat wordt uitgeschakeld, gaan
verloren. Als u instellingen hebt gemaakt die u
wilt behouden, moet u deze eerst opslaan.
Druk opnieuw op de aan/uit-knop om het
apparaat weer in te schakelen.
1. Houd de BANK [A/F]-knop ingedrukt en
schakel het apparaat in.
2. Draai aan de [CTRL 3]-regelaar om de
gewenste instelling voor de Auto O-functie
te selecteren.
Waarde Uitleg
oFF
De Auto O-functie wordt niet gebruikt.
4Hr
De SP-404A wordt automatisch
uitgeschakeld nadat u vier uur lang het
apparaat niet hebt bediend.
3. Druk op de [REC]-knop om uw selectie te
bevestigen.
MEMO
De instelling die u hier maakt wordt behouden
zelfs wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
10
Voordat u begint
Een SD-kaart plaatsen
Als u een in de handel verkrijgbare SD-kaart in de SP-404A plaatst, kunt u beschikken over langere sampletijden.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een SD-kaart plaatst. In de SP-404A zit echter al een SD-kaart met vooraf ingestelde
geluiden. De hier beschreven procedure is dus niet strikt noodzakelijk.
Verwijder de schroef om het afdekplaatje van de kaartsleuf los te maken.
Bij levering van de SP-404A is het afdekplaatje van de kaartsleuf afgesloten
met een schroef op het onderpaneel met de markering CARD LOCK. Omhet
afdekplaatje te verwijderen, hebt u een kruisschroevendraaier nodig waarmee
u de CARD LOCK-schroef kunt losdraaien. Deze schroef is aangebracht voor
stabiliteit tijdens het transport; u hebt deze schroef verder niet meer nodig.
LET OP
Zorg ervoor dat de verwijderde schroef niet per ongeluk kan worden ingeslikt door kleine kinderen.
Leg een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide zijden van het apparaat als u het omkeert om schade aan knoppen en knoppen
tevoorkomen. Richt het apparaat zodanig dat geen knoppen of knoppen worden beschadigd.
Plaats of verwijder een SD-kaart nooit als het apparaat is ingeschakeld. Dit kan de gegevens in het apparaat of op de SD-kaart onleesbaar maken.
1. Verwijder het afdekplaatje van het frontpaneel.
2. Plaats de SD-kaart in de sleuf en zet het afdekplaatje weer vast.
Steek de SD-kaart voorzichtig en in zijn geheel in het apparaat, totdat
deze stevig op zijn plaats zit.
Geschikte SD-kaarten voor de SP-404A
De SP-404A ondersteunt SDHC/SD-kaarten tot een capaciteit van 32 GB.
Een SD-kaart voorbereiden voor gebruik
Voordat u een in de handel verkrijgbare SD-kaart voor de SP-404A kunt gebruiken, moet u deze formatteren zoals is
beschreven in “Een SD-kaart formatteren (p. 35). Echter, formatteer nooit de SD-kaart die met de SP-404A wordt
meegeleverd. Als u dat wel doet, worden alle voorgeprogrammeerde gegevens op de kaart gewist.
* Bepaalde soorten geheugenkaarten van sommige fabrikanten kunnen mogelijk niet correct opnemen of afspelen op het apparaat.
De SD-kaart mag niet op LOCK staan!
De SP-404A kan niet goed functioneren als de SD-kaart op LOCK staat. (“LoC verschijnt in
het display.) Zorg dat de SD-kaart niet op LOCK staat.
Kaart mag niet
op LOCK staan!
Een SD-kaart verwijderen
1. Duw de SD-kaart naar binnen.
2. Pak de kaart vast en trek deze naar u toe.
11
Geluiden afspelen
Samples afspelen
Wat is een sample?
Een sample is de combinatie van een gesampled (opgenomen) geluid en allerlei instellingen, zoals looping, die bepalen
hoe het geluid klinkt. Het geheel wordt aan een pad toegewezen. U kunt een sample afspelen door op de bijbehorende
pad [1] – [12] te drukken.
Als u op een pad drukt, wordt de hieraan
toegewezen sample afgespeeld. De pad licht
roodop terwijl de sample wordt afgespeeld.
Wat is een samplebank?
Een samplebank is een groep van twaalf samples die zijn toegewezen aan de pads. De SP-404A heeft tien
samplebanken,A–J.
Gebruik de [A/F] – [E/J]-knoppen om naar de
samplebank te gaan. Om bank F te selecteren,
druktu tweemaal op de [A/F]-knop zodat deze
gaatknipperen.
Hoeveel samples kunnen tegelijk worden afgespeeld?
De SP-404A kan 12 mono- of 6 stereosamples tegelijk afspelen.
Bij resampling (p.26) is het maximum 4 mono- of 2 stereosamples.
De SD-kaart die met de SP-404A is meegeleverd vanaf de fabriek, bevat samples die zijn toegewezen aan pads van sommige
samplebanken. Wij raden u aan om deze samples eerst te beluisteren.
1. Zorg dat de [SELECT]-knop niet brandt.
Als deze brandt, drukt u op de knop om de
verlichting uit te schakelen.
2. Druk op de BANK [A/F]-knop zodat deze gaat branden.
Als de knop knippert, is bank F geselecteerd
Druk opnieuw op de [A/F]-knop zodat deze blijft
branden.
12
Geluiden afspelen
3. Druk op een pad om de bijbehorende sample af te spelen.
Deze pad knippert terwijl de sample wordt afgespeeld.
U kunt twee of meer pads tegelijk indrukken en afspelen.
U kunt samples afspelen via de onderstaande functies.
Een sample laten doorspelen
Als u een pad ingedrukt houdt en op de [HOLD]-pad drukt, kunt u een
sample laten doorspelen, ook nadat u de pad hebt losgelaten. Druk
opnieuw op de pad om de sample te stoppen.
Het geluid van de externe ingang afspelen
Via deze pad hoort u het geluid van de LINE IN-jacks of de
microfooningang (p.24).
Herhaald indrukken
Als u op de [SUB PAD]-pad drukt, wordt de sample afgespeeld van de pad
die u het laatst hebt ingedrukt. Zo kunt u gemakkelijk met twee handen
snelle reeksen produceren.
Sample-instellingen bekijken of bewerken
Op deze knoppen ziet u de sample-instellingen van de pad die u het laatst hebt gebruikt (de huidige pad).
Met deze knoppen kunt u de instellingen van de sample wijzigen.
* Met de fabrieksinstellingen zijn de samples in sommige banken van de meegeleverde SD-kaart beveiligd en kunnen
deze niet worden bewerkt. Hoe u de beveiliging kunt uitzetten, leest u in “Over de beveiligingsfunctie (p. 38).
Knop Indien verlicht Indien niet verlicht
LO-FI Afspelen met een lo--geluid Afspelen met het standaardgeluid
GATE Afspelen van sample wordt gestopt als u de pad loslaat Afspelen van sample gaat door, ook als u de pad loslaat
LOOP Herhaald afspelen (loop) Eenmaal afspelen (geen loop)
REVERSE Achterstevoren afspelen Normaal afspelen
Het geluid pauzeren (PAUSE)
Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [TAP TEMPO] (PAUSE)-knop; het geluid
wordtonderbroken en bediening via de knoppen is niet meer mogelijk. U kunt alleen
noghet afspelen hervatten.
Om het afspelen te hervatten, houdt u weer de [FUNC]-knop ingedrukt en drukt u op de [TAP
TEMPO] (PAUSE)-knop.
Als het geluid niet stopt
Als het geluid niet stopt, drukt u viermaal snel op de [CANCEL]-knop. Alle geluiden van de
SP-404A zullen dan stoppen.
13
Geluiden afspelen
Eecten toepassen
De SP-404A heeft 29 verschillende eecten. Als u bijvoorbeeld FILTER + DRIVE op een sample wilt toepassen, gaat u als volgt te
werk:
1. Druk op een pad om de bijbehorende sample af te spelen.
2. Druk op de [FILTER + DRIVE]-knop.
Met deze knoppen schakelt u eecten aan/uit (eect is uitgeschakeld als de
knop niet brandt). U kunt niet meerdere eecten tegelijk toepassen.
U kunt een met MFX geselecteerd eect op de volgende manieren wijzigen.
Houd de [MFX]-knop ingedrukt en draai aan de [CTRL 3]-knop.
Houd de [MFX]-knop ingedrukt en druk op een pad [1] – [12] (MFX 1 – 12)
Houd de [MFX]- en [DJFX LOOPER]-knop ingedrukt en druk op een pad
[1] – [12] (MFX 13 – 24)
Als de eectknoppen uit staan, kunt u via de [TAP
TEMPO]-knop zien welk eect u het laatst hebt
gebruikt: de knop van dit eect knippert.
3. Draai aan de [CTRL 1] – [CTRL 3]-knoppen om het eect in te stellen.
Knop Display Resultaat
CTRL 1
CoF (CUTOFF)
Stelt de cuto-frequentie van de lter in.
CTRL 2
rES (RESONANCE)
Stelt de resonantie van de lter in.
CTRL 3
drU (DRIVE)
Regelt de mate van drive (vervorming).
Meer informatie over de verschillende eecten vindt u in “Eectenlijst (p. 42).
Een eect op meerdere samples toepassen
Normaal gesproken wordt een eect alleen toegepast op de pad die u het laatst hebt ingedrukt. Via de [REMAIN]-knop
kunt u echter instellen dat een eect op meerdere samples wordt toegepast.
Houd de [REMAIN]-knop ingedrukt en druk op de gewenste pads. Het eect
wordt nu op elke pad toegepast die brandt.
Als u de [REMAIN]-knop
ingedrukt houdt en op de
knop drukt van het eect
dat u wilt gebruiken, wordt
het eect op alle samples
toegepast.
Een eect alleen toepassen als u de (EFFECT GRAB)-knop ingedrukt houdt
Als u de [TAP TEMPO] (EFFECT GRAB)-knop ingedrukt houdt en op een eectknop drukt,
wordt het eect alleen toegepast zolang u deze eectknop ingedrukt houdt. Op deze manier
kunt u in een live-situatie een eect snel aan- en uitzetten.
Parameters voor het volgende te
gebruiken eect vooraf instellen
Houd de [REMAIN]-knop ingedrukt en draai aan
de [CTRL 1] – [CTRL 3]-knoppen om de parameters
te bewerken. Als u daarna op een eectknop
drukt, wordt het eect toegepast met de
parameterwaarden die u net hebt opgegeven.
14
Geluiden afspelen
Patronen afspelen
Wat is een patroon?
Met de SP-404A kunt u via de pads verschillende samples in een bepaalde volgorde afspelen en een song creëren door
deze reeks op te nemen. Een dergelijke reeks samples wordt een “patroon genoemd.
Pads waaraan een patroon is toegewezen,
knipperen rood. Als u op een knipperende pad
drukt, wordt het hieraan toegewezen patroon
afgespeeld.
Wat is een patroonbank?
Een “patroonbank” is een groep van twaalf patronen die zijn toegewezen aan de pads. De SP-404A heeft tien
patroonbanken, A–J.
Gebruik de [A/F] – [E/J]-knoppen om naar een
andere patroonbank te gaan. Om F te selecteren,
drukt u tweemaal op de [A/F]-knop zodat deze
gaat knipperen.
Op de in de fabriek geïnstalleerde SD-kaart zijn patronen toegewezen aan pads van sommige patroonbanken. Wij raden u aan
om deze samples eerst te beluisteren.
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat deze gaat branden.
Op het display verschijnt Ptn”.
2. Druk op de BANK [A/F]-knop zodat deze gaat branden.
Als de knop knippert, is bank F geselecteerd Druk
opnieuw op de [A/F]-knop zodat deze blijft branden.
15
Geluiden afspelen
3. Druk op een pad om het bijbehorende patroon af te spelen.
De knipperende pad blijft nu branden en het patroon
wordt afgespeeld.
4. Druk op een andere pad om het volgende patroon te reserveren.
Als u tijdens het afspelen van een patroon op een
andere pad drukt, wordt het volgende patroon alvast
gereserveerd en gaat de bijbehorende pad knipperen.
Als het huidige patroon is afgelopen, wordt het
gereserveerde patroon afgespeeld.
Als u de [SUB PAD]-pad ingedrukt houdt en op een
pad drukt, wordt het bijbehorende patroon direct
afgespeeld.
5. Druk op de pad van het huidige patroon. Hiermee stopt u het patroon.
Als u het afspelen van een
patroon wilt stoppen, drukt
uop de [CANCEL]-knop.
MEMO
Meer informatie over het creëren van een patroon vindt u in “Een patroon opnemen (p. 32).
Hettempo instellen
Hier ziet u hoe u het afspeeltempo van een patroon kunt wijzigen.
1. Druk op de [TIME/BPM]-knop zodat deze gaat branden.
MEMO
Als de [SELECT]-knop gaat branden, wijzigt u het tempo van het
patroon. Als de [SELECT]-knop niet brandt, wijzigt uhet tempo van de
huidige sample.
2. Draai aan de [CTRL 2]-knop.
Het display geeft het tempo weer in BPM en het tempo van het afgespeelde
patroon wordt gewijzigd.
De waarden van de BPM kunnen variëren van 40 tot 200. Echter, als de BPM
binnen 40 – 60 of 160 – 180 ligt, kunnen alleen even getallen worden gebruikt.
Alsde BPM hoger is dan 180, kunt u dit alleen op 180, 183, 186, 190, 193, 196
of200 instellen.
U kunt het tempo ook instellen door de
[TAP TEMPO]-knop enkele malen in kwartnoot-
intervallen van het gewenste tempo in te drukken.
3. Als u het tempo hebt ingesteld, drukt u op de [TIME/BPM]-knop om deze functie weer uit te schakelen.
Wat is BPM?
BPM betekent Beats Per Minute, het aantal kwartnoten dat per minuut wordt gespeeld.
16
Samples opnemen – Basisfuncties
STAP 1: Apparatuur aansluiten
Een draagbare muziekspeler of stereo-installatie aansluiten
U sluit een draagbare muziekspeler, stereo-installatie of cd-speler aan door de uitgangen (LINE OUT-jacks, AUX OUT-jacks enz.)
van deze apparaten met audiokabels aan te sluiten op de LINE IN-jacks van de SP-404A.
De LINE OUT-jacks
van uw stereo-
installatie
De uitgang van uw
draagbare muziekspeler
LINE IN-jacks
Een platenspeler (draaitafel) kan niet rechtstreeks op de
SP-404A worden aangesloten. Als u een platenspeler wilt
aansluiten, moet u een speciale voorversterker gebruiken
waarop deze kan worden aangesloten of een phono-
equalizer tussen de platenspeler en de SP-404A plaatsen.
Voorversterker
of
phono-equalizer
Wees voorzichtig bij het aansluiten
Om onjuist functioneren en/of beschadiging van luidsprekers en andere apparaten te voorkomen, dient u het volume
terug te draaien en alle apparaten uit te schakelen voordat u de aansluitingen verricht.
Als u aansluitkabels met weerstanden gebruikt, kan het volume van de op de ingangen (LINE IN) aangesloten apparatuur
te laag zijn. Gebruik in dat geval aansluitkabels zonder weerstanden.
17
Samples opnemen – Basisfuncties
Een microfoon aansluiten
Als u een microfoon wilt gebruiken, sluit u deze aan op de MIC IN-jack en drukt u op de [MIC]-knop zodat deze gaat branden.
MIC IN-jack
Druk op de [MIC]-knop zodat deze gaat
branden.
MEMO
Als u geen microfoon gebruikt, mag deze
knop niet branden.
De ingebouwde microfoon
Als u de ingebouwde microfoon wilt
gebruiken, mag er niets op de MIC IN-jack
zijn aangesloten. De ingebouwde microfoon
werkt niet als een microfoon op de MIC
IN-jack is aangesloten.
Bij een bepaalde stand van de microfoon ten opzichte
van de luidsprekers kan een uitend geluid optreden
(feedback). Dit kan worden voorkomen door:
1. De positie van de microfoon(s) te wijzigen.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
18
Samples opnemen – Basisfuncties
STAP 2: Samplen
Hier laten we zien hoe u een sample kunt opnemen in pad [1] van bank J.
1. Zorg dat de [SELECT]-knop niet brandt.
Als deze brandt, drukt u op de knop om de
verlichting uit te schakelen.
2. Druk op de [REC]-knop zodat deze gaat branden.
Als u het samplen wilt
stoppen, drukt u op de
[CANCEL]-knop.
3. Druk op de BANK [E/J]-knop zodat deze knippert.
Als deze knop brandt, is bank E geselecteerd; druk opnieuw
op de [E/J]-knop zodat deze knippert.
Pads waarop u kunt samplen, gaan knipperen.
4. Druk op pad [1].
Pad [1] licht op en de [REC]-knop gaat knipperen.
5. Kies de STEREO-instelling.
Zet deze uit als u in mono gaat
samplen via een microfoon
bijvoorbeeld.
Welke invloed heeft dit op de sampletijd?
Bij monosampling hebt u ongeveer tweemaal zoveel sampletijd als bij stereosampling.
Bij monosampling kunt u tweemaal zoveel samples tegelijk afspelen (12 monosamples of 6 stereosamples).
19
Samples opnemen – Basisfuncties
Een eect toepassen terwijl u samplet
Als u tijdens het samplen op een eectknop drukt, kunt u het geluid met het toegepaste
eect samplen.
MEMO
In dit geval kunt u met de knoppen [CTRL 1] en [CTRL 2] de eectinstellingen wijzigen. Omdat de [CTRL 3]-knop wordt
gebruikt om het digitale ingangsniveau in te stellen, kunt u deze knop niet gebruiken om de eectinstellingen te wijzigen.
6. Stel het opnameniveau in
6-1. Speel geluid af op het apparaat dat u hebt aangesloten op de SP-404A (als u een microfoon gebruikt,
maakt u geluid via de microfoon).
6-2. Stel het volume van het aangesloten apparaat (bijv. een draagbare muziekspeler) zodanig in dat het
PEAK-indicatielampje van de SP-404A af en toe gaat branden.
Stel het volume van uw audiobron in
(bijv.eendraagbare muziekspeler)
MEMO
Als u het volume van uw apparaat niet kunt
aanpassen en de PEAK-indicator blijft opgelicht,
stel dan de ingangsversterking van de SP-404A in
op “-10 dB” (p.39).
Als u een microfoon gebruikt, draait
u aan de [MIC LEVEL]-knop om het
niveau in te stellen.
Het PEAK-indicatielampje
mag alleen af en toe
branden.
6-3. Als de displayverlichting rood gaat branden, is het interne digitale ingangssignaal te hoog; draai de
[CTRL 3]-knop naar links totdat het display niet langer rood brandt.
Als dit rood brandt, is het digitale
ingangsniveau te hoog!
Draai de [CTRL 3]-knop helemaal rechtsom en draai deze daarna
naar links tot het rode licht verdwijnt.
Signaalpad
LINE IN-jacks
[CTRL 3]
-knop
Displayverlichting
MIC IN-jack
PEAK
-indicatielampje
Ingangsgevoeligheid
Zie p.39
[MIC IN]
-knop
Eecten
Resampling
Analoog signaal Digitaal signaal
Zo instellen dat
dit af en toe gaat
branden
Als het rood
brandt, is het
niveau te hoog!
20
Samples opnemen – Basisfuncties
7. Speel geluid af op het apparaat dat u hebt aangesloten op de SP-404A en druk op de [REC]-knop als u het
samplen wilt starten.
De [REC]-knop licht op en het
samplen begint.
LET OP
Schakel nooit de spanning uit terwijl u aan het samplen bent. Als u dat doet, verliest u niet alleen de opgenomen sample
maar mogelijk ook andere samples.
8. Als u het samplen wilt stoppen, drukt u op de [REC]-knop.
De [REC]-knop gaat uit en het
samplen wordt beëindigd.
Als het display FUL aangeeft
In de volgende gevallen geeft het display FUL aan en wordt de sampling automatisch beëindigd.
Als op de SD-kaart geen vrije ruimte meer over is
Als de sample die wordt opgenomen meer dan 2 GB in beslag neemt (ongeveer 180 minuten in stereo)
9. Druk op pad [1] om de sample die u net hebt opgenomen af te spelen.
Als de sample een ongewenst deel bevat
Als aan het begin of einde van de sample een ongewenst geluid of stilte hoorbaar is, kunt u de sample zo instellen dat
alleen het gewenste deel hoorbaar is.
Meer informatie vindt u in “De afspeelregio van een sampleaanpassen (p. 27).
Als u de sample opnieuw wilt opnemen
Verwijder de sample zoals beschreven in “Een sample verwijderen (p. 21) op de volgende pagina en neem de sample
daarna opnieuw op.
21
Samples opnemen – Basisfuncties
Een sample verwijderen
Als u niet tevreden bent met het gesamplede geluid, volgt u de volgende procedure om de sample te verwijderen en samplet
u daarna het geluid opnieuw.
1. Druk op de [DEL]-knop.
2. Op het display ziet u dEL en de pads die kunnen worden verwijderd gaan knipperen.
Selecteer een bank. Beveiligde banken (p.38)
worden aangeduid met
Prt en kunnen niet worden
geselecteerd.
Pads die kunnen worden verwijderd, gaan knipperen.
3. Druk op de pad die u wilt verwijderen.
De geselecteerde pad die eerst knipperde, blijft nu branden.
U kunt meerdere pads selecteren.
4. Druk op de [DEL]-knop om de sample te verwijderen.
LET OP
Schakel nooit de spanning uit voordat de verwijdering is voltooid. Als de verwijdering is voltooid, verdwijnt de
dAL”-indicatie uit het display.
22
MEMO
Geavanceerde bediening
24
Een extern geluid afspelen
Geluid vanaf een externe bron (zoals vanaf een draagbare
muziekspeler die op de LINE IN-jacks is aangesloten, of
vanaf een microfoon die op de MIC IN-jack is aangesloten),
kan worden verwerkt zoals samples op de SP-404A worden
verwerkt; het kan worden afgespeeld en er kunnen
eecten aan worden toegevoegd.
1. Sluit uw draagbare muziekspeler of microfoon
op de SP-404A aan zoals wordt beschreven in
“Een draagbare muziekspeler of stereo-installatie
aansluiten (p. 16) of “Een microfoon aansluiten
(p. 17).
2. Druk op [EXT SOURCE] zodat de pad brandt.
Alsude microfoon gebruikt, drukt u ook op [MIC]
zodat de knop brandt.
Het externe geluid weerklinkt terwijl de pad brandt.
MEMO
Als de [GATE]-knop brandt, is het geluid alleen te horen
wanneer u de [EXT SOURCE]-pad ingedrukt houdt.
3. Met de [STEREO]-knop kunt u kiezen of de externe
input in stereo of mono wordt weergegeven.
Stereo is geselecteerd wanneer de knop brandt.
MEMO
Schakel de [STEREO]-knop in voor geluidsbronnen
die oorspronkelijk in stereo zijn, zoals een draagbare
muziekspeler.
4. U kunt een eect aan het externe geluid
toevoegen door een van de eectknoppen
inteschakelen (p.13).
MEMO
Als u een eectknop indrukt zodat de knop gaat
branden, maar het eect toch niet aan het externe
geluid wordt toegevoegd, houdt u de [REMAIN]
(CURRENT PAD)-knop ingedrukt en drukt u op de
[EXT SOURCE]-pad. Hierdoor wordt het eect aan
hetexterne geluid toegevoegd.
Het volume van de [EXTSOURCE]-
pad regelen
U kunt het volume van de [EXT SOURCE]-pad regelen.
Udient het volume als volgt te regelen.
1. Druk op [EXT SOURCE] zodat de pad brandt.
Alsude microfoon gebruikt, drukt u ook op
[MIC]zodat de knop brandt.
Het externe geluid weerklinkt.
2. Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt.
3. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
volume van het ingangsgeluid te regelen.
Als de schermverlichting van de SP-404A rood wordt, ishet
interne digitale ingangsniveau te belastend; draai de[CTRL
3]-knop naar links totdat de schermverlichting niet langer
rood is.
MEMO
Als u aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop draait en het volume
van het externe ingangsgeluid ongewijzigd blijft,
dient u de [REMAIN] (CURRENT PAD)-knop ingedrukt
te houden en op de [EXT SOURCE]-pad te drukken.
(Hierdoor wordt het externe signaal geactiveerd voor
de volumewijziging.)
Druk vervolgens opnieuw op de [START/END/LEVEL]-
knop en draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
volume te regelen.
4. Druk nogmaals op de [START/END/LEVEL]-knop.
De [START/END/LEVEL]-knop gaat uit en het volume is
ingesteld.
MEMO
Bij het inschakelen van het apparaat is dit altijd de
standaardwaarde (127).
25
Samples opnemen – geavanceerde bediening
MEMO
In dit deel worden de geavanceerdere methodes van
sampling beschreven. Raadpleeg “Samples opnemen –
Basisfuncties” (p. 16) voor basissampling.
Over de beschikbare sampletijden
De maximale sampletijd (-grootte) voor één sample
bedraagt ongeveer 180 minuten in stereo (2 GB).
Als u gebruikmaakt van een SDHC-kaart met grote
capaciteit, kunt u een groter aantal samples opslaan.
In de volgende tabel staat de bij benadering aangegeven
totale sampletijd van de samples die op één SD-kaart
kunnen worden opgeslagen.
Capaciteit
kaart
Stereo
(mono)
Capaciteit
kaart
Stereo
(mono)
1 GB
Ongeveer 90
min. (180 min.)
8 GB
Ongeveer 720 min.
(24 uur)
2 GB
Ongeveer 180
min. (360 min.)
16 GB
Ongeveer 24 uur
(48 uur)
4 GB
Ongeveer 360
min. (720 min.)
32 GB
Ongeveer 48 uur
(96 uur)
MEMO
Aangezien de SD-kaart van 1 GB die bij de SP-404A
wordt geleverd, gegevens bevat die noodzakelijk zijn
voor het laden, is de beschikbare sampletijd korter dan
de bovenvermelde tijd.
Resterende sampletijd
1. Als u op de [REMAIN]-knop drukt, verschijnt de
resterende tijd op het scherm.
0.11
Min. Sec.
10.3
Min. x10 sec.
173
Min.
24H
Uren
MEMO
De beschikbare sampletijd in stereomodus wordt
weergegeven. De weergegeven resterende tijd is
eenschatting.
Het bestandstype van de
samplegegevens speciceren
De gegevens die tijdens het samplen met de SP-404A
worden gemaakt, kunnen hetzij in WAV-formaat (.WAV),
hetzij in AIFF-formaat (.AIF) worden opgeslagen. Wanneer
u het gegevensformaat wilt wijzigen dat wordt gemaakt
wanneer u samplet, dient u de onderstaande procedure
te volgen.
1. Houd de [RESAMPLE]-knop ingedrukt en schakel
het apparaat in.
2. Druk op de [SELECT]-knop om WAV of AIF te
selecteren.
Als u op deze knop drukt, verschijnt UAU (WAV) of AiF
(AIFF) op het scherm, wat de huidige instelling is.
3. Druk op de [RESAMPLE]-knop om uw keuze te
bevestigen.
MEMO
Deze instelling blijft bewaard, ook als u het apparaat
uitschakelt.
Het samplen automatisch starten
(Auto Sampling)
De Auto Sampling-functie start het samplen automatisch
wanneer het ingangssignaal (geluid) een vooraf
bepaald niveau overschrijdt. Dit is handig als u vanaf
de intro van een song met samplen wilt beginnen.
Voordat u naar de samplingstand-bymodus gaat, stelt
u het samplingtriggerniveau bij, zoals hieronder wordt
beschreven.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [4]
(AUTO TRIG LEVEL)-pad.
De [REC]-knop gaat knipperen en op het scherm
verschijnt-0-”.
2. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
niveauin te stellen.
Het samplingtriggerniveau wordt het niveau waarop
deschermverlichting (rood) gaat branden. Door de
knopnaar rechts te draaien, wordt het niveau verhoogd.
Het door u vooraf bepaalde niveau wordt op het scherm
weergegeven (tien niveaus, 0 – 9).
MEMO
Wanneer “-0- wordt weergegeven, treedt
conventionele sampling op (dit betekent dat
automatische sampling niet wordt gebruikt). Kies de
-0-”-instelling als u automatische sampling niet wilt
gebruiken.
3. Om het samplingtriggerniveau te controleren
dient u nogmaals op de [REC]-knop te drukken.
Als u begint te samplen zonder dat automatische
sampling is gespeciceerd, wordt rdY op het scherm
weergegeven totdat een signaal wordt ontvangen dat
hetsamplingtriggerniveau overschrijdt.
26
Samples opnemen – geavanceerde bediening
Samplen met een gespeciceerd
tempo
Als u de BPM speciceert (tempo) terwijl het apparaat
nog in de samplingstand-bymodus staat, wordt het
eindpunt (het tijdstip waarop het geluid stopt met spelen)
automatisch ingesteld na het samplen op een tel van de
door u gespeciceerde BPM.
1. Bereid u voor om te samplen zoals wordt
beschreven in stap 1–6 van “STAP 2: Samplen” (p.
18).
2. Regel het tempo zoals wordt beschreven in
“Hettempo instellen (p. 15).
3. Druk op de [REC]-knop om met samplen te
beginnen.
4. Druk nogmaals op de [REC]-knop om het samplen
te beëindigen.
MEMO
Na het samplen wordt het eindpunt automatisch
volgens de geselecteerde BPM-waarde ingesteld en
brandt de [MARK]-knop. Raadpleeg “De afspeelregio
van een sampleaanpassen (p. 27).
Als de gesamplede tijd meerdere maten is of minder
dan één maat, kan de BPM-weergave verdubbelen of
halveren. In dit geval drukt u op de [TIME/BPM]-knop
zodat de knop brandt. Draai vervolgens aan de [CTRL2]
(BPM)-knop om de gewenste waarde in te stellen.
Raadpleeg “De BPM van een sample veranderen (p.
30).
De weergegeven BPM-waarde is een benaderingsgetal
op grond van de gesamplede tijd en is mogelijk niet
nauwkeurig.
Afhankelijk van de BPM-waarde komt de tijd
overeenkomstig de BPM mogelijk exact overeen met
de tijd van startpunt tot eindpunt. Als u Loop Playback
gebruikt (p.12) om een sample gedurende langere
tijd doorlopend af te spelen, kan de timing dus
geleidelijk gaan afwijken.
Een aftelling gebruiken
U kunt een aftelling (1, 2, 3, 4) toevoegen als u begint met
samplen. Dit is handig als u met een speciek tempo of
bepaalde maatsoort in gedachten samplet.
1. Speciceer het tempo zoals wordt beschreven in
stap 1-2 van “Samplen met een gespeciceerd
tempo (p. 26).
2. Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt.
3. Druk op de [REC]-knop.
De metronoom weerklinkt en op het scherm wordt het
volgende weergegeven:
-1- -> “-2- -> “-3- -> “-4- -> “rEC”.
Het samplen begint wanneer de rEC”-weergave verschijnt.
Resampling
U kunt een sample afspelen terwijl een eect wordt
toegevoegd, en dan het resultaat opnieuw samplen.
Ditwordt “resampling” genoemd.
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt.
Als de knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Voeg een eect aan de oorspronkelijke sample
toeen regel de eectparameters.
3. Druk op de [RESAMPLE]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm verschijnt LEU”.
4. Speel de oorspronkelijke sample af.
5. Regel de [CTRL 3] (LEVEL)-knop zodanig dat
deschermverlichting niet rood wordt.
MEMO
Zolang de [RESAMPLE]-knop brandt, kan de
[CTRL3]-knop niet worden gebruikt om de eectdiepte
teregelen. Als u de [CTRL 3]-knop wilt gebruiken om de
eectdiepte te regelen, dient u op de [CANCEL]-knop
te drukken zodat de [RESAMPLE]-knop wordt
uitgeschakeld.
6. Druk op de [REC]-knop zodat de knop knippert.
De bankknoppen en pads waarnaar resampling mogelijk
is, beginnen te knipperen.
7. Druk op de pad waarnaar u wilt resamplen zodat
de pad brandt.
U kunt ook naar een andere bank resamplen.
OPMERKING
U kunt niet resamplen naar een pad waaraan reeds
eensample is toegewezen.
8. Gebruik de [STEREO]-knop om stereo/mono te
speciceren.
Zie stap 5 van p.18 voor meer informatie.
9. Druk op de [REC]-knop zodat de knop brandt.
Het resamplen begint nu nog niet.
10. Druk op de pad waarnaar u wilt resamplen.
De sample wordt afgespeeld en het resamplen begint.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit tijdens het resamplen. Hierdoor
kunnen zowel de samples die u resamplet als andere
samples vernietigd worden.
11. Nadat het resamplen is voltooid, drukt u op de
[REC]-knop.
MEMO
Tijdens het resamplen kunt u tegelijkertijd tot vier
monosamples of twee stereosamples afspelen.
27
Een sample bewerken
MEMO
Raadpleeg p.12 voor details over de instelling van de
parameters GATE, LOOP, REVERSE en LO-FI.
Het volume van een sample
instellen
Hier wordt uitgelegd hoe het volume van elke pad
geregeld kan worden.
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt. Als de
knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Druk op de pad waaraan de sample is toegewezen
en waarvan u het volume wilt regelen.
De pad gaat branden en deze sample wordt afgespeeld.
3. Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt.
4. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
volume van de sample te regelen.
5. Als u het volume hebt geregeld, drukt u op de
[START/END/LEVEL]-knop zodat de knop niet
langer brandt.
Als de [CTRL 3] (LEVEL)-knop naar links wordt gedraaid,
wordt het volume gereduceerd. Als deze naar rechts wordt
gedraaid, neemt het volume toe. Een instelling van 127 is
het maximale volume. De standaardwaarde direct na het
samplen is 127.
MEMO
Zolang de [START/END/LEVEL]-knop brandt, kan niet
alleen het volume maar ook het startpunt en eindpunt
(p.27) met gebruik van de knoppen [CTRL 1] en
[CTRL 2] worden geregeld. Als u de knoppen [CTRL 1]
of [CTRL 2] per ongeluk hebt verplaatst, zet u deze weer
op de middenpositie. De instellingen keren naar hun
vorige waarden terug. Als u op de [START/END/LEVEL]-
knop drukt om het licht van de knop uit te doen,
zonder de knoppen weer in het midden te plaatsen,
worden de gewijzigde instellingen voor het start- en
eindpunt ingesteld.
De afspeelregio van een
sampleaanpassen
Met de SP-404A kan de regio binnen de golfvormgegevens
van de sample die feitelijk wordt afgespeeld, voor elke
sample afzonderlijk worden gespeciceerd.
Dit punt binnen de golfvormgegevens waarop het
afspelen begint, wordt het startpunt genoemd, en het
punt waarop het afspelen eindigt, is het eindpunt.
Als er sprake is van een ongewenst geluid of een
ongewenste stilte in het begin van een sample, dan kan
ditverwijderd worden door het startpunt aan te passen.
Als het ongewenste materiaal zich op het einde bevindt,
kan het eindpunt worden aangepast.
Begin sampling
Startpunt
Deze regio weerklinkt
Eindpunt
Ongewenst Ongewenst
Einde sampling
MEMO
Als u het startpunt of eindpunt speciceert, wordt de
BPM (tempo) automatisch berekend, volgens de nieuw
gespeciceerde tijdsduur, en weergegeven. Indien de
tijdsduur meerdere maten of minder dan één maat
beslaat, kan de weergegeven BPM-waarde de helft of
het dubbele van de werkelijke waarde zijn. Om de BPM
op de gewenste waarde in te stellen, kijkt u bij “De BPM
van een sample veranderen (p. 30).
In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer de lengte
van de regio drie tellen is, is het niet mogelijk om de
BPM-waarde op de juiste wijze te corrigeren.
De aangepaste afspeelregio annuleren
(een markering verwijderen)
De [MARK]-knop gaat branden als u een startpunt of
eindpunt hebt gespeciceerd. Als u deze instellingen wilt
annuleren, drukt u tijdens het afspelen op de brandende
[MARK]-knop zodat de knop niet langer brandt.
MEMO
Door het uitvoeren van de procedure die wordt
beschreven in “Een ongewenst deel wissen
(Truncate)” (p. 29), kunt u andere gedeelten dan
de gespeciceerde afspeelregio verwijderen, zodat
het startpunt en eindpunt zich in het begin en op het
eindevan de sample bevinden.
28
Een sample bewerken
Het startpunt en eindpunt aanpassen
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt. Als de
knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Druk op de pad waarvan u de afspeelregio
wiltaanpassen zodat deze te horen is.
MEMO
Indien de [MARK]-knop brandt, is het startpunt of
eindpunt al aangepast. In dit geval annuleert u de
startpunt-/eindpuntinstelling (p.27) voordat u met
dehieronder genoemde stappen verder gaat.
3. Terwijl u naar het geluid luistert, drukt u op de
[MARK]-knop op de plaats van het gewenste
startpunt.
4. Druk nogmaals op de [MARK]-knop, op de plaats
van het gewenste eindpunt.
Begin sampling
Druk op de
[MARK]-knop
Deze regio weerklinkt
Druk op de
[MARK]-knop
Ongewenst Ongewenst
Einde sampling
MEMO
Als u de BPM (tempo) tussen stap 3 en 4 speciceert,
wordt het eindpunt automatisch ingesteld op de locatie
van de tel die het dichtst ligt bij de plaats waar ude
[MARK]-knop bij stap 4 hebt ingedrukt (ineenheden
van tellen van de BPM-waarde, beginnend op het
startpunt). Om de BPM te speciceren, kunt u op de
[TIME/BPM]-knop drukken zodat de knop gaat branden
en dan aan de [CTRL 2]-knop draaien, of meerdere
malen op de [TAP TEMPO]-knop drukken.
Aangepast
Startpunt
Tijdstip waarop
u op de [MARK]-
knop drukt
Gespeciceerd eindpunt
Tel Tel Tel Tel
Alleen het eindpunt aanpassen
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt. Als de
knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Houd de [MARK]-knop ingedrukt en druk op de
pad waarvan u de afspeelregio wilt aanpassen
zodat deze te horen is.
3. Wanneer het geluid wordt afgespeeld, laat u de
[MARK]-knop los.
4. Terwijl het geluid wordt afgespeeld, drukt u op
de [MARK]-knop op de plaats van het gewenste
eindpunt.
MEMO
Als u de [MARK]-knop indrukt om de knop niet langer
te laten branden terwijl het geluid wordt afgespeeld,
wordt de verandering van startpunt en eindpunt
geannuleerd.
Alleen het startpunt aanpassen
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt. Als de
knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Druk op de pad waarvan u de afspeelregio wilt
aanpassen, zodat deze te horen is.
MEMO
Indien de [MARK]-knop brandt, is het startpunt of
eindpunt al aangepast. In dit geval annuleert u de
startpunt-/eindpuntinstelling (p.27) voordat u met
dehieronder genoemde stappen verder gaat.
3. Terwijl u naar het geluid luistert, drukt u op de
[MARK]-knop op de plaats van het gewenste
startpunt.
4. Stop het afspelen van de pad.
29
Een sample bewerken
Het startpunt en eindpunt
nauwkeuriger aanpassen
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt. Als de
knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Speel de pad af waarvan u de afspeelregio wilt
aanpassen, zodat deze de huidige pad wordt.
3. Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt.
4. Gebruik de [CTRL 1]-knop om het startpunt aan te
passen en de [CTRL 2]-knop om het eindpunt aan
te passen.
5. Als u het volume hebt geregeld, drukt u op de
[START/END/LEVEL]-knop zodat de knop niet
langer brandt.
Begin sampling
[CTRL 1]
Startpunt
[CTRL 2]
Eindpunt
Deze regio weerklinkt
Einde sampling
MEMO
Zelfs tijdens het maken van aanpassingen kunt u de pad
indrukken om geluid te produceren.
Voor zowel de [CTRL 1]-knop als de [CTRL 2]-knop geldt
dat het startpunt/eindpunt naar het begin van het geluid
wordt verplaatst wanneer de knop naar links wordt
gedraaid. Als de knop naar rechts wordt gedraaid, wordt
het punt naar het einde van het geluid verplaatst.
De afspeelregio vóór het begin of na het einde van de
sample kan niet aangepast worden.
Als u besluit de aanpassing te annuleren, zet u de
[CTRL1]-knop en de [CTRL 2]-knop in de middenpositie
terug, zodat de weergave 0 is.
Het bereik van één bewerking is ongeveer 130 milliseconden
voor of na het huidige start- of eindpunt. Als u het punt
verder wilt aanpassen, herhaalt u dezelfde procedure.
Het start- en eindpunt kunnen niet minder dan ongeveer
100 milliseconden van elkaar worden ingesteld.
Indien het startpunt en het eindpunt zich na uw
aanpassingen respectievelijk in het begin en op het einde
van de sample bevinden, gaat de [MARK]-knop uit.
Als de [MARK]-knop uit is (bijvoorbeeld als de afspeelregio
niet is aangepast), gaat de [MARK]-knop branden wanneer
het start- of eindpunt van de sample wordt aangepast.
Als het start- of eindpunt wordt verplaatst, wordt de BPM
(tempo) van de sample dienovereenkomstig gewijzigd.
Erzal echter een kleine discrepantie in de timing zijn.
Een ongewenst deel wissen
(Truncate)
Door het start-/eindpunt te speciceren en vervolgens
het overbodige deel (Truncate) te wissen, kunt u het
geheugen eciënter gebruiken.
Begin sampling
Startpunt
Deze regio weerklinkt
Ongewenst deel
Eindpunt
Ongewenst Ongewenst
Einde sampling
OPMERKING
Deze bewerking kan niet ongedaan worden gemaakt.
1. Speel de pad af waarvan u het ongewenste deel
wilt wissen, zodat deze de huidige pad wordt.
2. Controleer of de [MARK]-knop brandt (wat erop
wijst dat de afspeelregio is aangepast).
3. Druk op de [DEL]-knop.
4. Druk op de [MARK]-knop. De schermweergave
verandert in “
trC”.
5. Druk op de [DEL]-knop en het wisproces begint.
Zodra “
trC van het scherm verdwijnt, is de
bewerking voltooid.
MEMO
Schakel het apparaat nooit uit voordat deze bewerking
is voltooid. Als u dat toch doet, wordt de SD-kaart
vernietigd.
30
Een sample bewerken
De BPM van een sample
veranderen
De BPM (tempo) van een sample wordt automatisch
bepaald door de lengte tussen het startpunt en het
eindpunt van de sample. Afhankelijk van deze lengte kan
de berekende BPM echter de helft of het dubbele van de
feitelijke BPM zijn. In dit geval kunt u de BPM als volgt
corrigeren.
1. Speel de pad af die u wilt veranderen, zodat
dezede huidige pad wordt.
2. Druk op de [TIME/BPM]-knop zodat de knop
brandt.
3. Draai aan de [CTRL 2] (BPM)-knop om de
BPM-waarde te wijzigen. Draai de knop naar
linksals u de weergegeven waarde wilt halveren,
of naar rechts als u deze wilt verdubbelen.
4. Als de verandering is uitgevoerd, drukt
unogmaals op de [TIME/BPM]-knop zodat
deknop niet langer brandt.
MEMO
Terwijl u deze bewerking uitvoert, voert de
[CTRL1]-knop de Time Modify-functie uit.
Letopdatudit nietper ongeluk verandert.
De lengte van een sample veranderen,
zonder dat de
toonhoogte verandert
(Time Modify)
Als u samples met verschillende tempo's achter elkaar
wilt afspelen, kunt u de Time Modify-functie gebruiken
om natuurlijk klinkende overgangen te creëren, zodat het
tempo niet wordt onderbroken.
Als u Reverse Playback (p.12) hebt gespeciceerd, is
de Time Modify-instelling uitgeschakeld en kan het eect
niet verkregen worden. Als u Time Modify wilt gebruiken,
moetReverse Playback worden uitgeschakeld.
1. Speel de pad af die u wilt veranderen, zodat deze
de huidige pad wordt.
2. Druk op de [TIME/MODIFY]-knop zodat de knop
brandt.
3. Draai aan de [CTRL 1] (TIME)-knop om de lengte te
veranderen. De samplelengte wordt in termen van
de BPM op het scherm weergegeven.
4. Als de veranderingen zijn aangebracht, drukt
unogmaals op de [TIME/BPM]-knop zodat de
knop niet langer brandt.
MEMO
Als de [CTRL 1] (TIME)-knop geheel naar links wordt
gedraaid, wordt Time Modify uitgezet, zodat de sample
op zijn oorspronkelijke lengte wordt afgespeeld (“oFF
wordt op het scherm weergegeven.)
Als de [CTRL 1] (TIME)-knop geheel naar rechts
wordt gedraaid, wordt de sample op het tempo van
het patroon gespeeld (“
Ptn wordt op het scherm
weergegeven.)
De BPM kan op elke waarde, van de helft tot ongeveer
1,3 keer de oorspronkelijke BPM, worden ingesteld.
DeBPM moet echter wel binnen het bereik van
40–200 vallen.
Als Time Modify op
Ptn is ingesteld, verandert het
tempo van de sample volgens het patroontempo,
binnen een bereik van de helft en ongeveer 1,3 keer de
oorspronkelijke BPM van de sample. Als het tempo van
het patroon buiten dit bereik wordt ingesteld, is het
tempo van de sample beperkt tot de maximale waarde
(200) of de minimale waarde (40).
Houd er rekening mee dat een sample waarvoor Time
Modify is gespeciceerd, beverig of ruisachtig kan
klinken.
Alle samples verwijderen
Hier ziet u hoe de samples van alle banken in één
bewerking kunnen worden gewist.
MEMO
Raadpleeg “Een sample verwijderen (p. 21) als u
slechts éénofmeerdere samples wilt wissen.
1. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt.
Als de knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
2. Terwijl u de [CANCEL]-knop ingedrukt houdt,
dient u op de [DEL]-knop te drukken.
Op het scherm verschijnt dAL en de [DEL]-knop gaat
branden. De [BANK]-knoppen gaan knipperen.
3. Druk op één van de [BANK]-knoppen.
MEMO
Als u een beveiligde bank speciceert (p.38),
verschijnt op het scherm Prt (“Protected”) en kunt u
niets wissen.
Als u besluit om de bewerking hier te annuleren, dient
u op de [CANCEL]-knop te drukken.
4. Druk op de [DEL]-knop.
Als het wissen voltooid is, verdwijnt de dAL”-weergave
op het scherm.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit voordat het wissen
is voltooid. Als u dat toch doet, wordt de SD-kaart
vernietigd.
31
Een sample bewerken
Samples tussen twee pads
uitwisselen
U kunt samples tussen twee pads uitwisselen. Opdie
manier kunt u de gewenste samples in één bank
samenbrengen.
MEMO
Als u besluit om deze bewerking tijdens de procedure
te annuleren, dient u op de [CANCEL]-knop te drukken.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [2]
(EXCHANGE)-pad.
Op het scherm verschijnt CHG en gaan de [DEL]-knop en
de [REC]-knop branden.
2. Druk op de pad van één van de samples die u wilt
uitwisselen.
3. Druk op de andere pad.
MEMO
U kunt ook naar een andere bank selecteren.
Als de twee pads zijn ingedrukt, knippert de [REC]-knop.
4. Als u op de [REC]-knop drukt, begint de
uitwisseling.
Als de “CHG”-weergave op het scherm is verdwenen, is de
uitwisseling voltooid.
OPMERKING
Indien er niet voldoende vrij geheugen is om de
uitwisseling uit te voeren, wordt FUL op het scherm
weergegeven en kan de uitwisseling niet plaatsvinden.
Schakel het apparaat nooit uit voordat de uitwisseling
is voltooid. Als u dat toch doet, wordt de SD-kaart
vernietigd.
Eensample naar een andere pad
kopiëren
U kunt een sample van één pad naar een andere pad
kopiëren. Op die manier kunt u een andere sample
makenop basis van een bestaande sample.
MEMO
Als u besluit om deze bewerking tijdens de procedure
te annuleren, dient u op de [CANCEL]-knop te drukken.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [1]
(COPY)-pad.
Op het scherm verschijnt CPY”.
2. Druk op de pad van de kopieerbronsample.
Pads die beschikbaar zijn als kopieerbron, gaan knipperen.
3. Druk op de pad die de kopieerbestemming wordt.
MEMO
U kunt ook naar een andere bank selecteren.
Als de twee pads zijn ingedrukt, knippert de [REC]-knop.
4. Als u op de [REC]-knop drukt, begint het kopiëren.
Als de “CPY”-weergave op het scherm is verdwenen, is het
kopiëren voltooid.
OPMERKING
Indien er niet voldoende vrij geheugen is om het
kopiëren uit te voeren, wordt FUL op het scherm
weergegeven en kan het kopiëren niet plaatsvinden.
Schakel het apparaat nooit uit voordat het kopiëren
is voltooid. Als u dat toch doet, wordt de SD-kaart
vernietigd.
32
Patroonsequencer
De SP-404A is uitgerust met een patroonsequencerfunctie
die sampleafspeelbewerkingen kan opnemen. Of u kunt
verschillende frasen combineren tot een eenvoudige song,
of ritmesamples combineren tot ritmepatronen.
MEMO
Hier leggen we uit hoe er in de patroonsequencer
moet worden opgenomen en worden ook enkele
geavanceerde toepassingen beschreven. Raadpleeg
“Patronen afspelen” (p. 14) voor details over het
afspelen van de patroonsequencer.
Een patroon opnemen
Wanneer u samples afspeelt en uw uitvoering als een
patroon opneemt, wordt er herhaaldelijk opgenomen
over het aantal door u gespeciceerde maten (“loop
recording”), zodat u samples kunt stapelen en aan het
patroon kunt blijven toevoegen (overdubben).
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm wordt Ptn weergegeven en de pads
waaraan een patroon is toegewezen, gaan knipperen.
2. Druk op de [REC]-knop zodat de knop brandt.
Alle pads waaraan geen patroon is toegewezen, gaan
knipperen.
3. Druk op één van de [BANK]-knoppen om
de patroonbank waarin u wilt opnemen,
teselecteren.
4. Druk op de pad waaraan u het patroon wilt
toewijzen dat u gaat opnemen.
De pad die u hebt ingedrukt, licht op en de resterende
pads gaan uit. De [REC]-knop knippert en de metronoom
begint te weerklinken
5. Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt.
6. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
volume van de metronoom te regelen.
7. Druk op de [TIME/BPM]-knop zodat de knop brandt.
Het patroontempo (BPM) wordt op het scherm
weergegeven.
8. Speciceer het patroontempo door aan de [CTRL
2] (BPM)-knop te draaien of door op het gewenste
tempo meermalen op de [TAP TEMPO]-knop te
drukken.
9. Druk op de [LENGTH]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm wordt de lengte (aantal maten) van het op
te nemen patroon weergegeven.
10. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de lengte van het
patroon te speciceren.
De patroonlengte die u speciceert, wordt op het scherm
weergegeven.
Bereik: 1 – 99
Als het patroon reeds gegevens bevat, kunt u het niet
korter maken dan de huidige lengte.
De patroonlengte kan voor een reeks van 1-20 maten in
eenheden van één maat gespeciceerd worden, en voor
langere patronen in eenheden van vier maten.
11. Druk op de [QTZ]-knop zodat de knop brandt.
De [LENGTH]-knop brandt niet meer en de
kwantiseringsinstelling wordt op het scherm
weergegeven.
MEMO
Wat is kwantisering?
Kwantisering is een functie die lichte
onnauwkeurigheden in timing, die soms optreden
als u pads indrukt en samples afspeelt om een
opname te maken, automatisch corrigeert. Als u een
kwantiseringsinstelling hebt gespeciceerd, wordt uw
uitvoering met accurate intervallen van kwartnoten,
achtste noten of zestiende noten opgenomen.
12. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de gewenste
kwantiseringsinstelling te speciceren.
De kwantiseringsinstelling die u speciceert, wordt
ophetscherm weergegeven.
De weergave heeft de volgende betekenis.
S.8
Kwantisering naar 8ste noten met gebruik van
shuekwantisering.
S.16
Kwantisering naar 16de noten met gebruik van
shuekwantisering.
4
Kwantisering naar kwartnoten.
4.3
Kwantisering naar kwartentriolen.
8
Kwantisering naar achtste noten.
8.3
Kwantisering naar achtstentriolen.
16
Kwantisering naar zestiende noten.
16.3
Kwantisering naar zestiendentriolen.
32
Kwantisering naar tweeëndertigste noten.
oFF
Kwantisering wordt niet gebruikt. Het werkelijke tijdstip
waarop u de pad hebt ingedrukt, wordt opgenomen.
MEMO
Als u gebruikmaakt van shuekwantisering (“S.8”,
S.16”), dient u de [CTRL 2]-knop te gebruiken om de
hoeveelheid “shue voor backbeats te speciceren. De
instelling 50 brengt een “straight” ritme zonder shue
voort. Instellingen in een bereik van 60 – 66 geven
meestal een aangenaam shuegevoel.
13. Druk op de [QTZ]-knop zodat deze niet langer
brandt.
14. Druk op de [REC]-knop.
33
Patroonsequencer
De [REC]-knop verandert van knipperend in brandend en
de opname begint.
Er is een aftelling van één maat voordat de opname
werkelijk begint; wacht dus één maat terwijl u naar de
metronoom luistert. In deze tijd wordt een aftelling van -4,
-3, -2, -1 op het scherm weergegeven.
Als de telling eindigt, begint het opnemen en worden de
maat en de tel op het scherm weergegeven.
15. Druk op het gewenste tijdstip op de pads.
Tijdens de opname kunnen de pads gebruikt worden om
samples af te spelen. U kunt ook een bankknop indrukken
om naar een andere samplebank te gaan.
De samples van de pads die u hebt ingedrukt, worden
afgespeeld en opgenomen op de timing die met de
geselecteerde kwantiseringsinstelling is ingesteld.
Als het op het scherm getoonde maatnummer de
door u gespeciceerde patroonlengte bereikt, keert
uautomatisch naar maat één terug en gaat de opname
door (“loop recording”). De eerder opgenomen uitvoering
wordt nu afgespeeld.
Als u nogmaals op de [REC]-knop drukt zodat de knop
knippert, wordt “
rEH op het scherm weergegeven en
bevindt u zich in de Rehearsal-modus (oefenmodus).
Als de pads in deze stand worden ingedrukt, worden
de overeenkomstige samples afgespeeld maar niet
opgenomen. Wanneer u nog een keer op de [REC]-knop
drukt zodat de knop brandt, verlaat u de Rehearsal-modus
en keert u naar de conventionele opnamemodus terug.
Dit biedt u een gemakkelijke manier om de volgende
sample die u wilt afspelen, op te zoeken.
16. Druk op de pads van samples die u wilt
overdubben.
De uitvoering op de pads die u de laatste keer hebt
opgenomen, worden samen met de nieuwe uitvoering
opgenomen (overdubben). Deze methode kunt u
gebruiken om ingewikkelde ritmes die niet in één keer
afgespeeld kunnen worden, geleidelijk op te bouwen.
Tijdens dit opnameproces kan de kwantisering als volgt
veranderd worden.
1. Druk op de [QTZ]-knop zodat de knop brandt.
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de
kwantiseringsinstelling te veranderen.
3. Als u de gewenste instelling hebt uitgevoerd,
drukt u op de [QTZ]-knop zodat de knop niet
langer brandt.
De nieuwe kwantiseringsinstelling wordt direct toegepast.
17. Om te stoppen met opnemen, drukt u op de
[CANCEL]-knop.
De stip op het scherm knippert. Wanneer het knipperen is
gestopt, is de opname voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
Een fout in uw uitvoering wissen
Als u per ongeluk een sample hebt afgespeeld tijdens de
opname, kunt u de overeenkomstige pad gebruiken om
deze uit het opgenomen patroon te verwijderen.
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm wordt Ptn weergegeven, en de pads
waaraan een patroon is toegewezen, knipperen.
2. Druk op de [REC]-knop zodat de knop brandt.
3. Druk op de pad van het patroon dat de uitvoering
bevat waaruit u de fout wilt verwijderen.
De pad die u hebt ingedrukt, licht op en de andere pads
gaan uit. De [REC]-knop knippert en de metronoom begint
te weerklinken.
4. Druk op de [REC]-knop om met opnemen te
beginnen.
De [REC]-knop verandert van knipperend in brandend en
de opname begint.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld. Als u nu de
pad van een sample indrukt, wordt deze opgenomen.
5. Druk op de [DEL]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm verschijnt ErS”.
6. Druk op de pad van de sample die u wilt wissen,
binnen de periode waarin u het wissen wilt laten
plaatsvinden.
De stip op het scherm knippert en alle locaties waar de
betreende sample zich bevindt, worden gewist zolang
ude pad ingedrukt houdt.
MEMO
Door de [HOLD]-pad ingedrukt te houden, kunt u de
uitvoeringen van alle pads wissen.
7. Herhaal stap 6, indien gewenst.
8. Nadat u de fouten gewist hebt, drukt u op de
[DEL]-knop.
De [DEL]-knop gaat uit en het patroon keert naar normale
opname terug.
Als u nu de pad van een sample indrukt, wordt deze
opgenomen.
9. Druk op de [CANCEL]-knop om te wissen.
De stip op het scherm knippert, terwijl het wissen wordt
uitgevoerd. Wanneer het knipperen is gestopt, is het
wissen voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
34
Patroonsequencer
Een patroon verwijderen
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
"Ptn wordt op het scherm weergegeven en de pads die
zijn opgenomen, knipperen.
2. Druk op de [DEL]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm verschijnt dEL”.
Als op het scherm
EMP verschijnt, bevat die bank geen
pads waaraan een patroon is toegewezen.
3. Druk op een bankknop en op een pad om de bank
en de pad van het patroon dat u wilt verwijderen,
te speciceren.
De geselecteerde pad licht op en de [DEL]-knop knippert.
MEMO
Er gebeurt niets wanneer u een pad indrukt waaraan
geen patroon is toegewezen (een pad die niet
verlichtis).
U kunt meerdere pads tegelijkertijd selecteren, als deze
zich in dezelfde bank bevinden.
Als u een beveiligde bank speciceert (p.38),
verschijnt op het scherm
Prt (“Protected”) en kunt u
geen patroon verwijderen.
Indien u besluit een patroon niet te verwijderen, drukt
u op de [CANCEL]-knop.
4. Druk op de [DEL]-knop om te verwijderen.
Tijdens dit proces verandert de [DEL]-knop van knipperend
in brandend en knippert de stip op het scherm. Wanneer
de stip niet meer knippert, is het verwijderen voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
Alle patronen verwijderen
Hier ziet u hoe de patronen van alle banken in één
bewerking kunnen worden gewist.
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
"Ptn wordt op het scherm weergegeven en de pads die
zijn opgenomen, knipperen.
2. Terwijl u de [CANCEL]-knop ingedrukt houdt,
dient u op de [DEL]-knop te drukken.
Op het scherm verschijnt dAL en de [DEL]-knop gaat
branden. De [BANK]-knoppen gaan knipperen.
3. Druk op één van de [BANK]-knoppen.
MEMO
Als de beveiliging is ingeschakeld (p.38), wordt
Prt (“Protected”) weergegeven en kunt u de
verwijdering niet uitvoeren.
Indien u besluit de patronen niet te verwijderen, drukt
u op de [CANCEL]-knop.
4. Druk op de [DEL]-knop om te verwijderen.
Tijdens dit proces verandert de [DEL]-knop van knipperend
in brandend en knippert de stip op het scherm. Wanneer
de stip niet meer knippert, is het verwijderen voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
De patronen van twee pads
uitwisselen
Door patronen tussen twee pads uit te wisselen kunt u de
manier veranderen waarop patronen aan de pads worden
toegewezen.
MEMO
Als u besluit om deze bewerking tijdens de procedure
te annuleren, dient u op de [CANCEL]-knop te drukken.
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm verschijnt Ptn”.
2. Wissel de patronen uit volgens de procedure in
“Samples tussen twee pads uitwisselen” (p. 31).
Lees in de procedure overal “patroon” waar “sample staat.
Een patroon naar een andere pad
kopiëren
U kunt een patroon van één pad naar een andere pad
kopiëren. Op die manier kunt u een nieuw patroon maken
op basis van een bestaand patroon.
MEMO
Als u besluit om deze bewerking tijdens de procedure
te annuleren, dient u op de [CANCEL]-knop te drukken.
1. Druk op de [SELECT]-knop zodat de knop brandt.
Op het scherm verschijnt Ptn”.
2. Kopieer de patronen volgens de procedure in
“Eensample naar een andere pad kopiëren” (p.
31).
Lees in de procedure overal “patroon” waar “sample staat.
35
Over SD-kaarten
MEMO
Raadpleeg “Een SD-kaart plaatsen” (p. 10) voor details
over aanbevolen SD-kaarten en over de manier waarop
een SD-kaart moet worden geplaatst of verwijderd.
Raadpleeg “Over de beschikbare sampletijden (p.
25) voor details over de capaciteit van SD-kaarten en
sampletijden.
Een SD-kaart formatteren
OPMERKING
Wanneer u een SD-kaart formatteert, worden alle
gegevens op de kaart gewist.
U mag de SD-kaart die bij de SP-404A wordt
geleverd, niet formatteren!
De meegeleverde SD-kaart bevat gegevens die
noodzakelijk zijn voor het laden. Al die gegevens gaan
verloren als u de meegeleverde SD-kaart formatteert.
De fabrieksinstellingen van de meegeleverde
SD-kaart herstellen
Raadpleeg “De fabrieksinstellingen herstellen (Factory
Reset)” (p. 40) om de fabrieksinstellingen van de bij
de SP-404A geleverde SD-kaart te herstellen.
1. Terwijl u de [CANCEL]-knop ingedrukt houdt,
dient u op de [REMAIN]-knop te drukken.
De [BANK]-knoppen gaan knipperen en op het scherm
verschijnt “FMt”.
2. Druk op één van de [BANK]-knoppen.
De [BANK]-knoppen veranderen van knipperend in
brandend en de [DEL]-knop knippert.
MEMO
Indien u besluit de kaart niet te formatteren, drukt
uopde [CANCEL]-knop.
3. Druk op de [DEL]-knop.
De [DEL]-knop gaat branden en het formatteren begint.
Tijdens het formatteringsproces knippert de stip op het
scherm.
Wanneer het knipperen is gestopt, is het formatteren
voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip
knippert. Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden
beschadigd waardoor deze onbruikbaar wordt.
U mag de bestanden of mappen die worden gemaakt
wanneer een SD-kaart wordt geformatteerd, niet
wijzigen of wissen. Als u dat toch doet, zal de SP-404A
de kaart niet herkennen.
De inhoud van een SD-kaart op uw computer
opslaan
Gebruik een in de handel verkrijgbare kaartlezer
om de volledige inhoud van de SD-kaart naar uw
computer te kopiëren.
Naar een andere SD-kaart kopiëren
Als u bijvoorbeeld alle beschikbare ruimte op een
SD-kaart van 1 GB hebt gebruikt, kunt u uw gegevens
naar een door u gekochte kaart met grotere capaciteit
(zoals een kaart van 16 GB) kopiëren. Ga als volgt
tewerk.
1. Kopieer de volledige inhoud van de SD-kaart
van 1 GB naar uw computer.
2. Formatteer de gekochte SD-kaart in de
SP-404A (p.35).
3. Kopieer via uw computer de door u in stap 1
gekopieerde gegevens naar de door u in stap 2
geformatteerde SD-kaart. Daarbij overschrijft
u alle bestanden die op de kaartstaan.
WAVE-bestanden exporteren
Gegevens die door de SP-404A worden gesampled,
worden op de SD-kaart opgeslagen als WAVE-bestanden
(WAV/AIFF) (“Het bestandstype van de samplegegevens
speciceren (p. 25)). U kunt een in de handel
verkrijgbare kaartlezer gebruiken om de inhoud van de
SD-kaart naar uw computer te kopiëren, zodat de op
de SP-404Agesamplede WAVE-bestanden (WAV/AIFF)
opuwcomputer kunnen worden gebruikt.
Hoe WAVE-bestanden (WAV/AIFF) worden
weergegeven
De WAVE-bestanden (WAV/AIFF) bevinden zich in de
volgende map van de SD-kaart.
ROLAND/SP-404A/SMPL
Wanneer u uw computer gebruikt om de inhoud
van de bovenvermelde map weer te geven, ziet u de
bestandsnamen van de WAVE-bestanden (WAV/AIFF)
als volgt.
A0000001.WAV
A0000002.WAV
:
A0000012.WAV
B0000001.WAV
:
J0000001.WAV
MEMO
De letter in het begin van de bestandsnaam wijst de
banknaam aan en het getal wijst de padnaam aan.
Bijvoorbeeld, B0000003.WAV is de sample voor
pad [3] van bank B.
36
Over SD-kaarten
WAVE-bestanden importeren
U kunt WAVE-bestanden via een SD-kaart importeren en
aan pads toewijzen.
1. Kopieer via uw computer het WAVE-bestand
(WAV/AIFF) naar de map /ROLAND/IMPORT op
deSD-kaart.
2. Plaats de SD-kaart in de SP-404A en schakel
deSP-404A vervolgens in.
3. Controleer of de [SELECT]-knop niet brandt.
Als de knop wel brandt, drukt u op de [SELECT]-knop om
hem uit te zetten.
4. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op
de[3](IMPORT)-pad.
Op het scherm verschijnt iMP (“File Import”),
de[REC]-knop gaat branden en pads [1] – [12]
gaanknipperen.
5. Selecteer de samplebank waarnaar moet
wordengeïmporteerd.
Druk op één van de [BANK]-knoppen.
MEMO
Als u een beveiligde bank speciceert (p.38),
verschijnt op het scherm Prt (“Protected”) en kunt u
het bestand niet importeren.
6. Selecteer de pad waarnaar moet worden
geïmporteerd.
De pad die u hebt ingedrukt, licht op en de andere pads
knipperen niet meer.
De [REC]-knop gaat ook knipperen. Wanneer een sample is
toegewezen aan de geselecteerde pad (of volgende pads
als u meer dan één pad hebt geselecteerd), wordt deze
overschreven.
7. Druk op de [REC]-knop zodat de knop brandt.
Het importproces begint. Tijdens het importproces
knippert de stip op het scherm. Wanneer de knipperende
stip is verdwenen, is het importproces voltooid.
Regels voor importeren
De WAVE-bestanden worden geïmporteerd in de
ASCII-codevolgorde (volgens deze volgorde: cijfers,
hoofdletters en vervolgens kleine letters) van hun
bestandsnamen.
Als er sprake is van meer bestanden, dan worden deze
in volgorde van hun bestandsnaam geïmporteerd,
tebeginnen met de door u geselecteerde pad.
Wanneer er al samples bestaan, worden ze tijdens het
importeren overschreven. Als er echter sprake is van
beveiligde banken, dan worden deze banken tijdens
het importeren overgeslagen.
De WAVE-bestanden (WAV/AIFF) in de geïmporteerde
map /ROLAND/IMPORT worden automatisch
verwijderd.
Let op bij het importeren
Gebruik een SD-kaart die via de SP-404A is
geformatteerd. Als u gebruikmaakt van de bij de
SP-404A geleverde SD-kaart, mag u de kaart niet
formatteren.
Het WAVE-bestand importeren duurt ongeveer de
helft korter dan het bestand afspelen.
Zodra u het importproces start, kunt u het niet
annuleren voordat het is voltooid.
Tijdens het importeren kunnen maximaal
120WAVE-bestanden worden verwerkt. Als u meer
WAVE-bestanden op de SD-kaart hebt geplaatst,
kunt u de bestanden niet in hun ASCII-codevolgorde
importeren.
“Loop point”-instellingen in een AIFF-bestand worden
genegeerd.
Als op het scherm EMP verschijnt
Als zich geen WAVE-bestanden in de map
/ROLAND/IMPORT van de SD-kaart bevinden,
verschijnt op het scherm EMP (“Empty") verschijnen
en is het niet mogelijk om te importeren.
In het begin van een bestandsnaam kunt u het teken
. (punt) niet gebruiken. Bepaalde andere tekens (¥
/ : , : * ? ” < > |) kunt u evenmin in een bestandsnaam
gebruiken.
Als op het scherm UnS verschijnt
Als u probeert om een WAV/AIFF-bestand te
importeren waarvan het formaat niet wordt
ondersteund door de SP-404A, verschijnt de
foutmelding “
UnS (“Unsupported”) en kunt
uhetbestand niet importeren.
Gecomprimeerde WAVE-bestanden kunnen niet
worden geïmporteerd.
In sommige gevallen kan het onmogelijk zijn om
uiterst korte (korter dan 100 ms) WAVE-bestanden
teimporteren.
37
Over SD-kaarten
Back-upgegevens opslaan
(Backup Save)
Met deze bewerking worden back-upgegevens (alle
gegevens inclusief samplebanken en patroonbanken) op
de SD-kaart opgeslagen. U kunt tot 12 back-ups opslaan.
MEMO
Als u vele samples en patronen op een kaart hebt
opgeslagen en er niet veel ruimte over is, kunt u slechts
een klein aantal back-upsets opslaan.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [6]
(BACKUP SAVE)-pad.
Op het scherm wordt SAV weergegeven, en de pads
waarin geen back-upgegevens zijn opgeslagen, knipperen.
2. Selecteer de pad waarin u gegevens wilt opslaan.
De geselecteerde pad gaat branden, de andere pads gaan
uit en de [REC]-knop gaat branden.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
3. Druk op de [REC]-knop.
De [REC]-knop gaat branden en de bewerking voor het
opslaan van back-upgegevens wordt uitgevoerd. Tijdens
de uitvoering knippert de stip op het scherm. Wanneer het
knipperen ophoudt, is de bewerking voor het opslaan van
back-upgegevens voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
Back-upgegevens laden (Backup
Load)
Met deze bewerking worden back-upgegevens (alle
gegevens inclusief samplebanken en patroonbanken)
vanaf de SD-kaart geladen.
OPMERKING
Zodra u de procedure voor het laden van back-
upgegevens uitvoert, worden al uw bestaande samples
en patronen overschreven door de back-upgegevens
terwijl deze worden geladen.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [5]
(BACKUP LOAD)-pad.
Op het scherm wordt Lod weergegeven, en de pads
waarin back-upgegevens zijn opgeslagen, knipperen.
MEMO
Als het geheugen is beveiligd (p.38), verschijnt op
het scherm “
Prt (“Protected”) en kan de bewerking
voor het laden van back-upgegevens niet worden
uitgevoerd.
Als er geen back-upgegevens op de SD-kaart staan,
verschijnt op het scherm
EMP en kan de bewerking
voor het laden van back-upgegevens niet worden
uitgevoerd.
2. Druk op een pad om de back-upgegevens te
selecteren die u wilt laden.
De geselecteerde pad gaat branden en de andere pads
gaan uit. De [REC]-knop gaat knipperen.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
3. Druk op de [REC]-knop.
De [REC]-knop gaat branden en de bewerking voor het
laden van back-upgegevens wordt uitgevoerd. Tijdens de
uitvoering knippert de stip op het scherm. Wanneer het
knipperen ophoudt, is de bewerking voor het laden van
back-upgegevens voltooid.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
Back-upgegevens verwijderen
(Backup Delete)
Met deze bewerking worden back-upgegevens op de
SD-kaart verwijderd.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de [5]
(BACKUP LOAD)-pad om het Backup Load-scherm
teopenen.
2. Druk op de [DEL]-knop.
Op het scherm wordt bdL weergegeven, en de pads
waarin back-upgegevens zijn opgeslagen, knipperen.
3. Druk op een pad om de back-upgegevens te
speciceren die u wilt verwijderen.
De geselecteerde pad gaat branden en de andere pads
gaan uit.
De [DEL]-knop knippert.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
4. Druk op de [DEL]-knop.
De [DEL]-knop gaat branden en de bewerking voor het
verwijderen van back-upgegevens wordt uitgevoerd.
Tijdens de uitvoering knippert de stip op het scherm.
Als het knipperen ophoudt, is de bewerking voor het
verwijderen van back-upgegevens voltooid; u keert terug
naar het Backup Load-scherm.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
38
Over SD-kaarten
Over de beveiligingsfunctie
U kunt een SD-kaart zodanig beveiligen dat de samples
en patronen op de kaart niet per ongeluk kunnen worden
overschreven of verwijderd.
OPMERKING
Op de met de SP-404A meegeleverde SD-kaart
bevatten samplebanken en patroonbanken vooraf
geladen gegevens die beveiligd zijn. Als u de
beveiliging voor deze banken annuleert, kunnen
de gegevens worden overschreven of verwijderd.
Raadpleeg “De fabrieksinstellingen herstellen (Factory
Reset)” (p. 40) als u de SD-kaart wiltterugzetten op
de fabrieksinstellingen.
Alle samples en patronen beveiligen
1. Houd de [REMAIN]-knop ingedrukt en schakel het
apparaat in.
Op het scherm verschijnt P.on en zijn de samples en
patronen van banken A – J beveiligd.
OPMERKING
Als u een SD-kaart gebruikt met dezelfde SP-404A, zijn
de kaartbanken ook beveiligd, maar de kaart is niet
beveiligd wanneer u deze met uw computer gebruikt.
MEMO
Deze instelling blijft behouden, zelfs wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld.
De beveiliging voor alle gegevens
annuleren
1. Houd de [CANCEL]-knop ingedrukt en schakel
hetapparaat in.
Op het scherm verschijnt P.oF en voor de samples
en patronen van banken A – J wordt de beveiliging
geannuleerd.
MEMO
De beveiliging wordt geannuleerd voor de in de fabriek
ingestelde samples en patronen.
Deze instelling blijft behouden, zelfs wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld.
Een individuele bank beveiligen
1. Druk op de [SELECT]-knop om het type gegevens
(samples of patronen) te selecteren dat u wilt
beveiligen.
Om samplebanken te beveiligen, dient het licht van de
[SELECT]-knop uit te zijn.
Om patroonbanken te beveiligen, dient de [SELECT]-
knop te branden.
2. Druk op de [BANK]-knop om de bank te selecteren
die u wilt beveiligen.
3. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de
[REMAIN]-knop.
Op het scherm verschijnt P.on”.
De [REC]-knop knippert.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
4. Druk op de [REC]-knop.
De geselecteerde bank is beveiligd.
De beveiliging annuleren voor
eenindividuele bank
1. Druk op de [SELECT]-knop om het type gegevens
(samples of patronen) te selecteren waarvoor u de
beveiliging wilt annuleren.
Om de beveiliging voor een samplebank te annuleren,
dient het licht van de [SELECT]-knop uit te zijn.
Om de beveiliging voor een patroonbank te annuleren,
dient de [SELECT]-knop te branden.
2. Druk op de [BANK]-knop om de bank te selecteren
waarvoor u de beveiliging wilt annuleren.
3. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de
[CANCEL]-knop.
Op het scherm verschijnt P.oF”.
De [REC]-knop knippert.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
4. Druk op de [REC]-knop.
De beveiliging wordt geannuleerd voor de
geselecteerdebank.
39
Lijst van functies
U kunt de volgende functies gebruiken door de [FUNC]-knop ingedrukt te houden en op de overeenkomstige pad te drukken.
Voor details over elke functie dient u de pagina in de onderstaande tabel te raadplegen.
Pad Functie Beschrijving Pagina
TAP TEMPO PAUSE Stopt elk geluid p.12
1 COPY Kopieert een sample of patroon p.31, p.34
2 EXCHANGE Wisselt de patronen of samples van pads uit p.31, p.34
3 IMPORT Importeert WAV/AIFF-bestanden vanaf de SD-kaart p.36
4 AUTO TRIG LEVEL Regelt het triggerniveau voor automatische sampling p.25
5 BACKUP LOAD Laadt back-upgegevens p.37
6 BACKUP SAVE Slaat back-upgegevens op p.37
7 ILLUMINATION Schermverlichting en slaapinstellingen p.40
8 EFFECT LIMIT Wordt gebruikt om instellingen voor de Eect Limit-modus uit te voeren p.42
9 MIDI CH Verandert het MIDI-kanaal p.47
10 MIDI SYNC Synchronisatie met een extern MIDI-apparaat p.47
11 INPUT GAIN Regelt de ingangsversterking p.39
12 OUTPUT GAIN Regelt de uitgangsversterking p.39
Andere functies
De ingangsversterking regelen
Hier ziet u hoe de ingangsversterking van de SP-404A kan
worden geregeld.
MEMO
Als de PEAK-indicator blijft branden en het niet
mogelijk is om het volume van uw geluidsbronapparaat
te regelen, dient u de ingangsversterking van de
SP-404A op -10 dB in te stellen.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de
[11] (INPUT GAIN)-pad.
2. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om de
instelling uit te voeren.
De [REC]-knop knippert wanneer u aan de knop draait.
Bereik: -10 dB, 0 dB
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling te
bevestigen.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
Deze instelling blijft behouden, zelfs wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld.
LINE IN-jacks
MIC IN-jack
PEAK-
indicator
Ingangsversterking
[MIC IN]-
knop
De uitgangsversterking regelen
Hier ziet u hoe het algemene volume van de SP-404A kan
worden geregeld.
MEMO
De SP-404A heeft een maximale polyfonie van twaalf
noten. Er is een aanzienlijk verschil in volume tussen
het produceren van slechts één noot of twaalf noten.
Als u slechts enkele pads tegelijkertijd afspeelt, ofals
de SP-404A op een dj-mengpaneel of ander apparaat
is aangesloten en u deze als eectprocessor gebruikt,
kunt u op een hoger niveau uitzenden als het interne
verwerkingsniveau wordt verhoogd. Alsueen groot
aantal pads tegelijkertijd afspeelt en hetgeluid
vervormt, moet het interne verwerkingsniveau
verlaagd worden.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de
[12] (OUTPUT GAIN)-pad.
2. Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om de
instelling aan te passen.
De [REC]-knop knippert wanneer u aan de knop draait.
Bereik: -3 dB, 0 dB, 3 dB, 6 dB, 9 dB, 12 dB
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling te
bevestigen.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
Deze instelling blijft behouden, zelfs wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld.
40
Andere functies
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
Met deze bewerking worden de fabrieksinstellingen van de
sample- en patroongegevens van de SD-kaart en de interne
instellingen en gegevens van de SP-404A hersteld. Om deze
bewerking te kunnen uitvoeren hebt ueen computer en
een in de handel verkrijgbare kaartlezer nodig.
OPMERKING
Wanneer u deze bewerking uitvoert, gaan zowel
de sample- en patroongegevens van alle banken
als deinterne instellingen van de SP-404A verloren.
Alsugegevens wenst te behouden, moet u er eerst
eenback-up van maken (p.37).
1. Plaats een geformatteerde SD-kaart in de SP-404A
(p.35).
Als u de bij de SP-404A geleverde SD-kaart gebruikt of een
SD-kaart die momenteel met de SP-404A wordt gebruikt,
hoeft u de kaart niet te formatteren.
2. Houd de [CANCEL]-knop ingedrukt en schakel het
apparaat in om elke beveiliging te annuleren.
Op het scherm verschijntP.oF”, wat erop wijst dat de
beveiliging is uitgezet voor alle samples en patronen.
3. Schakel de SP-404A uit.
4. Gebruik uw computer en kopieer de map “FCTRY” naar
de hoofdmap (het hoogste niveau) van de SD-kaart.
MEMO
De bij de SP-404A geleverde SD-kaart beschikt al over
de map FCTRY, waardoor stap 4 niet nodig is.
Voor meer informatie over het downloaden van de map
“FCTRY raadpleegt u de Roland-website.
http://www.roland.com/support/
De map “FCTRY” bevat de vooraf in de fabriek
ingestelde gegevens.
5. Plaats de SD-kaart in de SP-404A. Houd de
knoppen [CANCEL], [REMAIN] en [DEL] ingedrukt
en schakel het apparaat in.
Op het scherm verschijnt ini en de [REC]-knop knippert.
MEMO
Als u besluit om niet verder te gaan met deze Factory
Reset-bewerking, kunt u het apparaat nu gewoon
uitschakelen.
6. Als u er zeker van bent dat u de SP-404A in zijn
in de fabriek ingestelde toestand wilt herstellen,
dient u op de [REC]-knop te drukken.
De [REC]-knop gaat branden en de stip op het scherm
knippert. Wanneer de bewerking is voltooid, stopt het
knipperen.
OPMERKING
Schakel het apparaat nooit uit terwijl de stip knippert.
Als u dat toch doet, kan de SD-kaart worden vernietigd.
MEMO
Als u gebruikmaakt van de bij de SP-404A geleverde
SD-kaart of van een SD-kaart die met de SP-404A
wordt gebruikt, en u deze procedure vanaf stap 2 aan
het uitvoeren bent, worden de back-upgegevens op
dekaart door deze procedure niet gewist.
De sample-/patroongegevens van alle banken wissen
Door deze procedure vanaf stap 5 uit te voeren met een
SD-kaart zonder map FCTRY, kunt u ervoor zorgen dat
de sample- en patroongegevens van alle banken leeg
zijn. De interne instellingen van de SP-404A zelf zijn de
fabrieksinstellingen.
Uitsluitend de interne instellingen van de SP-404A in de
in de fabriek ingestelde toestand herstellen
Door stap 5 en volgende uit te voeren zonder een SD-kaart
te plaatsen kunt u alleen de interne instellingen in hun in
de fabriek ingestelde toestand herstellen.
Schermverlichting en
slaapinstellingen
Hier ziet u hoe de kleur van de verlichting rond het scherm
kan worden gespeciceerd en hoe slaapinstellingen
kunnen worden uitgevoerd.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op de
pad [7] (ILLUMINATION).
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de instelling te
veranderen.
De [REC]-knop knippert wanneer u aan de knop draait.
Instelling Beschrijving
oFF
De verlichting knippert niet. Zelfs tijdens het
afspelen van het patroon knippert deze niet.
r b
De verlichting knippert in twee kleuren, rood en
blauw (standaardinstelling).
b
De verlichting knippert uitsluitend in het blauw.
r
De verlichting knippert uitsluitend in het rood.
SLP
Wanneer ongeveer vijf minuten verstreken zijn
zonder dat er enige bewerking is uitgevoerd,
gaan alle knoppen van de SP-404A uit en komt
het apparaat in de slaapmodus te staan. Als u
batterijen gebruikt, verlengt dit de levensduur van
uw batterijen.
In de slaapmodus knipperen de drie stippen
op het scherm achtereenvolgend.
Druk op een willekeurige knop om de
slaapmodus te verlaten.
De instelling van de schermverlichting is
dezelfde als “oFF”.
In de slaapmodus worden er geen geluiden
voortgebracht.
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling te bevestigen.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop als u de bewerking wilt
annuleren.
Deze instelling blijft behouden, zelfs wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld.
Het versienummer controleren
1. Houd de [MARK]-knop ingedrukt en schakel het
apparaat in.
Op het scherm verschijnt het versienummer.
MEMO
Druk op de [CANCEL]-knop om naar de normale
toestand terug te keren.
Appendix
42
Eecten die u rechtstreeks via een knop kunt selecteren
Type CTRL 1-functie (display) CTRL 2-functie (display) CTRL 3-functie (display)
FILTER+DRIVE
CUTOFF (
CoF)
RESONANCE (
rES)
2
DRIVE (drU)
2
Een low-pass-lter met oversturing.
Snijdt de hoge frequenties af en voegt
distortion (vervorming) toe.
Regelt de afsnijfrequentie.
Regelt de frequentiepiek op de
afsnijfrequentie van het lter.
Voegt distortion toe.
VOICE TRANS
FORMANT (
FrN) EFFECT LEVEL (EFF) DIRECT LEVEL (dir)
Transformeert een menselijke stem in
verschillende andere stemmen.
Regelt het karakter (formant) van
destem.
Regelt het volume van het eectgeluid.
Regelt het volume van het
directegeluid.
DELAY
DELAY TIME (
t32 t1)*1 FEEDBACK (Fdb)
2
BALANCE (
bAL)
Herhaalt het geluid. Regelt het interval van de herhalingen. Regelt het aantal herhalingen.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
ISOLATOR
LOW (
Lo )
2
MID (Nid)
2
HIGH (Hi )
2
Isoleert of verwijdert de lage, midden of
hoge tonen.
Isoleert/verwijdert de lage tonen. Isoleert/verwijdert het middengebied. Isoleert/verwijdert de hoge tonen.
DJFX LOOPER
LENGTH (
LEn)
2
SPEED (
-1.01.0) LOOP SW (oFF/on)
Maakt een loop van een kort deel
van het ingangsgeluid. U kunt de
afspeelrichting en -snelheid van het
ingangsgeluid wijzigen om draaitafel-
eecten te creëren.
Regelt de lengte van de loop.
Regelt de afspeelrichting en -snelheid.
Zet de knop in het gebied links van het
midden om het geluid achterstevoren af
te spelen; zet de knop in het gebied rechts
van het midden om het geluid vooruit af
te spelen. Als de knop in het midden staat,
wordt het afspelen gestopt.
Als u deze functie inschakelt terwijl het
geluid wordt afgespeeld, wordt het
geluid vanaf dit punt in een loop gezet.
Schakel deze functie uit om de loop te
annuleren.
MFX
Nr. Type CTRL 1-functie (display) CTRL 2-functie (display) CTRL 3-functie (display)
1
REVERB
REVERB TIME (
tiN) TONE (ton) BALANCE (bAL)
Voegt galm toe aan het geluid. Regelt de galmtijd. Regelt de klank van de galm.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
2
TAPE ECHO
RATE (
rAt)
INTENSITY (
int)
2
BALANCE (
bAL)
Simuleert een ouderwetse
tape-echo.
Regelt de tapesnelheid. Regelt het aantal herhalingen.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
3
CHORUS
DEPTH (
dPt) RATE (rAt) BALANCE (bAL)
Voegt een ruimtelijk gevoel en
diepte toe aan het geluid.
Regelt de diepte van de modulatie. Regelt de modulatiesnelheid.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
4
FLANGER
DEPTH (
dPt) RATE (rAt)
FEEDBACK (
Fdb)
2
Produceert een modulatie die lijkt
op het opstijgen en landen van een
straalvliegtuig.
Regelt de diepte van de modulatie. Regelt de modulatiesnelheid.
Regelt het niveau van het
eectgeluid dat wordt teruggeleid
naar de ingang.
Eectenlijst
Eect Limit-modus
Als u de Eect Limit-modus inschakelt, wordt de diepte van het eect beperkt om ongewenst luide geluiden of oscillatie te
voorkomen. Dat kan handig zijn als u met een hoog volume speelt, bijvoorbeeld in een club of tijdens een liveoptreden.
Parameters die worden beïnvloed door de Eect Limit-modus, worden gemarkeerd door een
2
-symbool in de Eectenlijst.
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op
pad[8] (EFFECT LIMIT).
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de waarde in
testellen.
De [REC]-knop gaat knipperen.
L.on”: Eect Limit-modus is ingeschakeld
L.oF”: Eect Limit-modus is uitgeschakeld
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling te
bevestigen.
MEMO
Als u wilt stoppen, drukt u op de [CANCEL]-knop.
Deze instelling blijft behouden, ook als het apparaat
wordt uitgeschakeld.
43
Eectenlijst
Nr. Type CTRL 1-functie (display) CTRL 2-functie (display) CTRL 3-functie (display)
5
PHASER
DEPTH (
dPt)
2
RATE (
rAt) MANUAL (NAn)
Produceert een golvend eect
door toevoeging van een in fase
verschoven signaal.
Regelt de diepte van de modulatie. Regelt de modulatiesnelheid.
Regelt de resonantiefrequentie van
het eectgeluid.
6
TREMOLO/PAN
DEPTH (
dPt) RATE (rAt) WAVEFORM (trN/PAn)
Geeft een cyclische variatie aan het
volume of de panning.
Regelt de diepte van het eect. Regelt de snelheid van het eect.
Regelt de modulatiecurve van het
eect. Draai de knop naar links om
het volume te wijzigen of naar rechts
om de panning te wijzigen.
7
DISTORTION
DRIVE (
drU)
2
TONE (ton)
2
LEVEL (LEU)
2
Zorgt voor een intense distortion
van het geluid.
Regelt de mate van distortion. Regelt de klank. Regelt het volume.
8
OVERDRIVE
DRIVE (
drU)
2
TONE (ton)
2
LEVEL (LEU)
2
Zorgt voor een milde distortion van
het geluid.
Regelt de mate van distortion. Regelt de klank. Regelt het volume.
9
FUZZ
DRIVE (
drU)
2
TONE (ton)
2
LEVEL (LEU)
2
Zorgt voor een intense distortion van
het geluid met boventonen.
Regelt de mate van distortion. Regelt de klank. Regelt het volume.
10
WAH
PEAK (
PEt) RATE (rAt) MANUAL (NAn)
Produceert het eect van een
wahwah-pedaal.
Regelt het frequentiebereik van
het eect.
Regelt de modulatiesnelheid.
Regelt de resonantiefrequentie van
het eectgeluid.
11
OCTAVE
-2OCT LEVEL (
oC2) -1OCT LEVEL (oC1) DIRECT LEVEL (dir)
Voegt een toon toe in een lager
octaaf.
Voegt een toon toe van twee
octaven lager.
Voegt een toon toe van een
octaaflager.
Regelt het volume van het directe
geluid.
12
COMP
SUSTAIN (
SUS)
ATTACK (
Att/rEL)
2
LEVEL (LEU)
2
Zorgt voor een constanter volume. Regelt de diepte van de compressie.
Regelt de aanslag. Als de
Limit-modus is ingeschakeld (
rEL),
regeltdit de release.
Regelt het volume.
13
EQUALIZER
LOW (
Lo )
2
MID (Nid)
2
HIGH (Hi )
2
Regelt het volume van elk
frequentiegebied.
Regelt het volume van het lage
frequentiegebied.
Regelt het volume van het
middengebied.
Regelt het volume van het hoge
frequentiegebied.
14
BIT CRASH
SAMPLE RATE (
rAt)
BIT (
bit)
2
FILTER (
FLt)
Geeft het geluid een extreem
lo--karakter.
Regelt de samplingfrequentie. Regelt de bitdiepte. Regelt de lterdiepte.
15
NOISE GEN
WHITE NOISE (
UHt) DISC NOISE (diS) HUM NOISE (HUN)
Geeft een lo--eect en voegt ook
ruis toe zoals witte ruis en ruis van
langspeelplaten.
Regelt het volume van de
sissenderuis.
Regelt het volume van de
ploppenderuis.
Regelt het volume van de bromruis.
16
VINYL SIM
FREQUENCY RANGE (
rnG) NOISE LEVEL (noS) WOW/FLUTTER (FLU)
Simuleert de klank van
langspeelplaten.
Regelt de frequentierespons van het
afspeelsysteem.
Regelt het volume van de ruis.
Regelt de instabiliteit van de rotatie
van een langspeelplaat.
17
RADIO TUNING
DETUNE (
tUn) NOISE LEVEL (noS) BALANCE (bAL)
Simuleert de klank van een radio.
Regelt het afstemverloop van
eenradio.
Regelt het volume van de ruis.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
18
SLICER+FLG
TIMING PTN (
P01P16) (*2) RATE (t32t1) (*1)
FEEDBACK (
Fdb)
2
Onderbreekt het geluid herhaal-
delijk. Er wordt ook eenanger
toegepast.
Regelt de timing waarmee het geluid
wordt onderbroken.
Regelt de lengte van TIMING PTN.
Regelt de diepte van het
angingeect.
19
RING MOD
FREQUENCY (
Frq)
2
SENS (SEn)
2
BALANCE (
bAL)
Geeft het geluid een metaalachtig
karakter.
Regelt de toonhoogte van het
metaalachtige geluid.
Regelt de diepte van de
frequentiemodulatie.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
20
CHROMATIC PS
PITCH1 (
- CCC) PITCH2 (- CCC)
BALANCE (
bAL)
Een tweestemmige pitch-shifter die
de toonhoogte in stappen van een
halve toon verschuift.
Regelt pitch 1 in stappen van een
halve toon over een bereik van
+/-1 octaaf.
Regelt pitch 2 in stappen van een
halve toon over een bereik van
+/-1 octaaf.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
44
Eectenlijst
Nr. Type CTRL 1-functie (display) CTRL 2-functie (display) CTRL 3-functie (display)
21
PITCH
PITCH (
Pit)
FEEDBACK (
Fdb)
2
BALANCE (
bAL)
Verschuift de toonhoogte.
Regelt de mate waarin de
toonhoogte wordt verschoven.
Regelt het niveau van het in
toonhoogte verschoven geluid dat
wordt teruggeleid naar de ingang.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
22
C.CANCELER
L–R BALANCE (
L-r) LOW BOOST (Lo ) HIGH BOOST (Hi )
Verwijdert de stem of andere
geluiden uit het midden van het
geluidsbeeld.
Regelt het punt waarop het
ongewenste geluid het best
wordtverwijderd.
Versterkt de lage tonen in het
centrum van het geluidsbeeld,
zoalsde bas.
Versterkt de hoge frequenties.
23
SUBSONIC
PITCH (
Pit) THRESHOLD (tHr) BALANCE (bAL)
Voegt een lage sinusgolf toe op
basis van het volume van het directe
geluid (*3).
Regelt de frequentie van de
sinusgolf.
Regelt het volumeniveau waarop de
sinusgolf hoorbaar wordt.
Regelt de balans tussen het directe
geluid en het eectgeluid.
24
BPM LOOPER
LENGTH (
LEn)
2
TIMING (
oFF, 1 8 ) LOOP SW (oFF/on)
Maakt een loop van een kort deel
van het ingangsgeluid.
Regelt de lengte van de loop.
Regelt de timing (in achtste noten)
waarmee de loop automatisch wordt
afgespeeld (*4). Zet deze functie op
oFF als u de loop niet automatisch
wilt laten afspelen.
Als u deze functie inschakelt terwijl
het geluid wordt weergegeven,
wordt het geluid vanaf dit punt in
een loop gezet. Schakel deze functie
uit als u geen loop wilt maken.
* Voor FLANGER en PHASER kunt u de [MFX]-knop + [CTRL 1]-knop gebruiken om de balans tussen het directe geluid en het eectgeluid in te stellen.
*1: Wordt opgegeven als een nootwaarde in relatie tot het tempo van de langste sample van de samples waarop het eect wordt toegepast.
Nootwaarden die u kunt opgeven:
32ste noot (t32)/16e noot (t16)/8ste triool (t8t)/gepuncteerde 16e noot (t16.) /8ste noot (t8)/kwartentriool (t4t)/gepuncteerde 8ste noot (t8.) /kwartnoot (t4)/halve noot
triool (t2t)/gepuncteerde kwartnoot (t4.) /halve noot (t2)/gepuncteerde halve noot (t2.) /hele noot (t1)
U kunt echter geen instelling selecteren waarmee de delaytijd groter wordt dan ongeveer 2000 milliseconden. Als een patroon wordt afgespeeld, wordt het tempo van het
patroon als referentie gebruikt.
*2: U kunt de volgende patronen selecteren door aan de [CTRL]-knop te draaien.
De TIMING PTN-cyclus wordt gesynchroniseerd met het tempo van de langste sample van alle samples waarop het eect wordt toegepast. Als een patroon wordt
afgespeeld, wordt de TIMING PTN-cyclus echter met het tempo van het patroon gesynchroniseerd.
Met RATE kunt u de synchronisatiesnelheid als volgt instellen.
RATE maximum (draai de [CTRL 2]-knop helemaal naar rechts): één cyclus van TIMING PTN komt overeen met één maat.
RATE minimum (draai de [CTRL 2]-knop helemaal naar links): één cyclus van TIMING PTN komt overeen met een 32ste noot.
Door aan de [CTRL 2]-knop te draaien, kunt u elke waarde kiezen tussen een 32ste noot tot een hele maat.
*3: Zet de [CTRL 3]-balans in het midden, draai de [CTRL 1]-pitchknop helemaal naar rechts en stel met de [CTRL 2]-knop de drempelwaarde zo in dat de sinusgolf goed klinkt
ten opzichte van het ingangsgeluid. Als u de drempelwaarde hebt ingesteld, kunt u de toonhoogte en balans aanpassen. Dit is een handige manier om iets extra's aan de
basdrum toe te voegen.
*4: De TIMING PTN-cyclus wordt gesynchroniseerd met het tempo van de langste sample waarop het eect wordt toegepast. Als een patroon wordt afgespeeld, wordt de
TIMING PTN-cyclus echter met het tempo van het patroon gesynchroniseerd.
45
Foutmeldingen
Melding Beschrijving
EJC
Eject (uitwerpen)
De bewerking is niet mogelijk omdat de SD-kaart is verwijderd.
* Verwijder de kaart niet als het apparaat is ingeschakeld.
LoC
Lock
De SD-kaart staat op LOCK. De SP-404A kan niet goed functioneren als de SD-kaart op LOCK staat.
(“LoC verschijnt inhetdisplay.) Zorg dat de SD-kaart niet op LOCK staat (p.10).
ENP
Empty (leeg)
Er zijn geen samples, patronen of back-upgegevens die u kunt verwijderen.
Er zijn geen back-upgegevens die u kunt laden.
Er is geen WAV- of AIFF-bestand dat u kunt importeren.
Err
Error (fout) Onjuiste gegevens aangetroen. Deze zijn gerepareerd of verwijderd.
FUL
Memory Full (geheugen vol)
De bewerking kan niet worden uitgevoerd vanwege onvoldoende geheugen.
De sample nam bij opname meer dan 2 GB in beslag (ongeveer 180 minuten in stereo). Samplen is gestopt.
Prt
Protected (beveiligd)
De bewerking kon niet worden uitgevoerd omdat de beveiliging is ingeschakeld.
Als u wilt doorgaan met de bewerking, moet de beveiliging worden uitgeschakeld zoals beschreven in “Over de
beveiligingsfunctie” (p. 38).
UnS
Unsupported format (formaat
wordt niet ondersteund)
De opdracht kan niet worden uitgevoerd omdat het WAV- of AIFF-formaat niet wordt ondersteund door de SP-404A.
Problemen oplossen
In dit gedeelte vindt u een aantal punten die u kunt controleren en stappen die u kunt nemen als zich problemen voordoen.
Raadpleeg het onderwerp dat op uw situatie van toepassing is.
Probleem Controlepunten Actie
Geen geluid/volume
te zacht
Is de spanning van de SP-404A en uw apparatuur
ingeschakeld?
Gebruik de bijbehorende netstroomadapter.
Controleer of de batterijen vol zijn.
Zijn de SP-404A en uw externe apparatuur op de
juiste manier aangesloten?
Controleer de aansluitingen.
Is een audiokabel defect? Vervang de kabel.
Staat het volume van de versterker of het
mengpaneel uit?
Stel het volume in op een juist niveau.
Staat het volume van de SP-404A op laag niveau? Stel het volume in op een juist niveau.
Controleer of het geluid te horen is op de
hoofdtelefoon.
Als het geluid te horen is op de hoofdtelefoon, is de aansluitkabel mogelijk defect of
is er een probleem met de aangesloten versterker of het mengpaneel. Controleer de
aansluitingen en de aangesloten apparatuur.
Gebruikt u een SD-kaart en is deze op de juiste
manier geplaatst?
Controleer de SD-kaart.
Is de pad van de sample die u probeert af te
spelenverlicht?
De sample wordt afgespeeld als u op een verlichte pad drukt. Aan een niet-verlichte
padis geen sample toegewezen.
Is het niveau van de sample te laag? Pas het niveau van de sample aan (p.19).
Is het niveau van het eect te laag?
Voor sommige typen eecten kan het niveau via een controleknop worden ingesteld.
Meer informatie over eecttypen en toewijzing van controleknoppen vindt u in
“Eectenlijst” (p. 42).
Is het uitgangsniveau te laag ingesteld? Controleer de instelling voor OUTPUT GAIN (uitgangsniveau) (p.39).
Geen geluid of te
laag volume van de
apparatuur die op
de LINE IN-jacks is
aangesloten
Brandt de [EXT SOURCE]-pad?
Om het geluid van de line-ingang af te spelen, drukt u op de [EXT SOURCE]-pad zodat
deze gaat branden.
Is het volume van het apparaat dat is aangesloten
opde LINE IN-jacks te laag?
Stel het volume op een juist niveau in.
Is de audiokabel op de juiste manier aangesloten? Controleer de aansluiting.
Is de audiokabel defect? Vervang de kabel.
Gebruikt u een audiokabel met een ingebouwde
weerstand?
Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde weerstand (zoals de Roland PCS-serie).
Is het ingangsniveau te laag ingesteld? Controleer de instelling voor INPUT GAIN (ingangsniveau) (p.39).
Geen geluid of te
laag volume van de
microfoon
Brandt de [MIC]-knop?
Om het geluid op de microfooningang af te spelen, drukt u op de [MIC]-knop zodat
deze gaat branden.
Is het niveau van de microfooningang te laag? Draai aan de [MIC IN]-knop om het juiste niveau in te stellen.
Is de microfoonkabel op de juiste manier
aangesloten?
Controleer de aansluitingen.
Is de microfoonkabel defect? Vervang de kabel.
De microfoon geeft
een storend geluid
De [MIC IN]-knop kan niet op nul worden gezet Als u geen microfoon gebruikt, zet u de [MIC]-knop uit.
46
Problemen oplossen
Probleem Controlepunten Actie
Akoestische feedback
(piepend of loeiend
geluid) hoorbaar
Bij een bepaalde stand van de microfoon ten
opzichte van de luidsprekers kan een uitend
geluidoptreden (feedback).
Dit kan worden voorkomen door:
1. De positie van de microfoon(s) te wijzigen.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
Samplen niet mogelijk
Is er geen vrije ruimte meer op de SD-kaart?
Bij onvoldoende geheugen geeft het display de melding
FUL (Memory Full) als
uprobeert te samplen. Verwijder samples die u niet meer nodig hebt om geheugen-
ruimte vrij te maken (p.21).
Is de SD-kaart op de juiste manier geplaatst? Zorg dat de SD-kaart op de juiste manier is geplaatst (p.10).
Is de SD-kaart op de juiste manier geformatteerd? Formatteer de SD-kaart met de SP-404A (p.35).
Zijn aan alle pads samples toegewezen?
U kunt niet samplen als er geen vrije pads meer zijn. Verwijder samples die u niet
meer nodig hebt om pads vrij te maken (p.21).
Brandt de [SELECT]-knop?
Als de [SELECT]-knop brandt, kunt u patronen opnemen maar niet samplen.
Druk op de [SELECT]-knop zodat deze niet brandt.
Brandt of knippert de [DEL]-knop?
Als de [DEL]-knop brandt of knippert, kunt u samples verwijderen maar niet samplen.
Druk op de [CANCEL]-knop (p.21).
Ruis of distortion
op het gesamplede
geluid
Is het ingangsniveau goed ingesteld?
Het gesamplede geluid wordt vervormd als het ingangsniveau te hoog is. Bij een te laag
ingangsniveau treedt ruis op. Pas het volume van de aangesloten apparatuur aan zodat
het PEAK-indicatielampje af en toe gaat branden (p.19).
Zijn de eecten goed ingesteld?
Sommige eecten maken het niveau hoger dan de originele sample of vervormen het
geluid zelf. Sommige eecten versterken ook de ruis. Schakel het eect uit en luister of
de ruis of distortion in de originele sample zelf aanwezig is. Stel daarna de eecten op
de juiste manier in.
Speelt u meer dan één sample tegelijk af?
Als u meerdere samples tegelijk afspeelt, wordt het totale niveau te hoog, zelfs als het
niveau van elke sample correct is, waardoor distortion kan optreden. Stel elke sample in
op een lager niveau om distortion te voorkomen.
Als het geluid niet
stopt
Druk viermaal snel op de [CANCEL]-knop. Alle geluiden van de SP-404A zullen
danstoppen.
De BPM-waarde op
hetdisplay klopt niet
Als de sampletijd meerdere maten of minder dan
één maat beslaat, kan de weergegeven BPM zijn
verdubbeld of gehalveerd.
Druk op de [TIME/BPM]-knop zodat deze gaat branden en draai daarna aan de [CTRL2]
(BPM)-knop om de gewenste waarde in te stellen. Zie “De BPM van een sample
veranderen (p. 30).
In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij een lengte van drie tellen, kan het onmogelijk zijn om de juiste BPM-waarde te berekenen of in te stellen.
Een geplaatste
SD-kaart wordt
niet herkend of de
gegevens ervan
kunnen niet worden
geselecteerd
Is de SD-kaart op de juiste manier geplaatst? Controleer de SD-kaart.
Is de SD-kaart van het juiste type? Gebruik een SD-kaart of een SDHC-kaart. Andere typen kunnen niet worden gebruikt.
Is de SD-kaart op de juiste manier geformatteerd?
U kunt geen SD-kaarten gebruiken die op een ander apparaat zijn geformatteerd dan
deSP-404A. Formatteer de SD-kaart (p.35).
Gegevens worden
niet op de juiste
manier op de SD-kaart
opgeslagen
Mogelijk is de spanning uitgeschakeld terwijl
gegevens naar de SD-kaart werden geschreven
(terwijl de stip op het display knipperde). De verloren
gegevens kunnen niet worden hersteld.
In dit geval zijn mogelijk alle gegevens op de SD-kaart verloren gegaan. Als u de
SD-kaart blijft gebruiken, kunnen nog meer storingen optreden. Formatteer de
SD-kaartp.35).
Als u de SD-kaart formatteert, gaan alle gegevens op de kaart verloren.
Patroonsequencer
loopt niet synchroon
met een extern
MIDI-apparaat
Hebt u de patroonsequencer op de juiste manier
ingesteld voor synchronisatie?
Controleer de instellingen (p.34).
Is het externe MIDI-apparaat ingesteld om
MIDI-clock-informatie te versturen?
Op sommige apparaten kan de transmissie van MIDI-clock-informatie worden in- en
uitgeschakeld. Sommige MIDI-apparaten, zoals sequencers, versturen alleen MIDI-clock-
informatie tijdens het afspelen.
Is het tempo van het externe MIDI-apparaat hoger
dan het tempobereik waarop de SP-404A kan worden
gesynchroniseerd?
De SP-404A kan worden gesynchroniseerd op een tempo van 40 – 200. Buiten ditbereik
kan de SP-404A mogelijk niet worden gesynchroniseerd.
47
Over MIDI
MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface.
Het is een universele standaard waarmee elektronische
muziekinstrumenten en computers gegevens kunnen
uitwisselen.
“MIDI-implementatietabel” (p. 48) is een tabel waarmee
u gemakkelijk kunt controleren welke MIDI-informatie
door de SP-404A kan worden ontvangen. U kunt de
MIDI-implementatietabel van de SP-404A en andere
MIDI-apparaten met elkaar vergelijken om te zien welke
informatie tussen de apparaten kan worden uitgewisseld.
MIDI-kanaal (Pad Base Ch.)
ennootnummers
Via de volgende MIDI-kanalen en nootnummers kunt u
de samples van de SP-404A met een ander MIDI-apparaat
afspelen.
Noot Nootnr.
MIDI-kanaal
Pad Base Ch Pad Base Ch+1
A2# 46 (0x2E) EXT SOURCE
B2
:
A3#
47 (0x2F)
:
58 (0x3A)
[A] Pad1
:
Pad12
[F] Pad1
:
Pad12
B3
:
A4#
59 (0x3B)
:
70 (0x46)
[B] Pad1
:
Pad12
[G] Pad1
:
Pad12
B4
:
A5#
71 (0x47)
:
82 (0x52)
[C] Pad1
:
Pad12
[H] Pad1
:
Pad12
B5
:
A6#
83 (0x53)
:
94 (0x5E)
[D] Pad1
:
Pad12
[I] Pad1
:
Pad12
B6
:
A7#
95 (0x5F)
:
106 (0x6A)
[E] Pad1
:
Pad12
[J] Pad1
:
Pad12
Het MIDI-kanaal wijzigen
(Pad Base Ch.)
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op
pad[9] (MIDI CH).
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om het MIDI-kanaal
inte stellen.
3. Druk op de [REC]-knop om de instelling op
teslaan.
MEMO
Deze instelling blijft behouden, ook als het apparaat
wordt uitgeschakeld.
De SP-404A met een ander
MIDI-apparaat synchroniseren
1. Houd de [FUNC]-knop ingedrukt en druk op
pad[10] (MIDI SYNC).
2. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de
MIDI-syncmodus in te stellen.
MIDI-syncmodus Beschrijving
AUt
(Auto Sync)
Als de SP-404A MIDI-clock-informatie ontvangt,
wordt op basis hiervan automatisch het eigen
tempo van het apparaat gesynchroniseerd.
AlsMIDI-start/stop/continue-informatie binnen-
komt, wordt het afspelen van het patroongestart/
gestopt. MIDI-start/stop/continue-informatie
wordt niet ontvangen tijdenshet opnemen van
patronen.
tNp
(Tempo Sync)
Als de SP-404A MIDI-clock-informatie ontvangt,
wordt op basis hiervan automatisch het eigen
tempo van het apparaat gesynchroniseerd.
MIDI-start/stop/continue-informatie wordt
niet ontvangen. Selecteer deze instelling als
ude patronen van de SP-404A later, maar wel
synchroon met een externe MIDI-sequencer,
inde gewenste timing wilt afspelen (waarbij de
apparaten dus niet op hetzelfde moment starten).
oFF
(Sync OFF)
MIDI-clock- en start/stop/continue-informatie
wordt niet ontvangen. Selecteer deze instelling
als u de samples van de SP-404A alleen via
MIDI-nootinformatie van de externe MIDI-sequen-
cer wilt afspelen.
Standaard staat deze instelling op AUt”.
3. Druk op de [REC]-knop zodat deze niet brandt.
MEMO
Deze instelling blijft behouden, ook als het apparaat
wordt uitgeschakeld.
Het patroontempo en het starten/stoppen van het
afspelen met een externe sequencer synchroniseren
Met de standaardinstelling (MIDI-synchronisatiemodus AUt)
kan de SP-404A op een externe MIDI-sequencer worden
aangesloten, waarmee het starten/stoppen en het tempo
van het afspelen van patronen kan worden gestuurd.
1. Sluit de MIDI OUT van de externe MIDI-sequencer
met een MIDI-kabel aan op de MIDI IN van de
SP-404A.
2. Druk op de [SELECT]-knop zodat deze gaat
branden.
3. Houd de [HOLD]-pad ingedrukt en druk op de pad
van het patroon dat u wilt afspelen.
Als u gewoon op de pad drukt zonder de [HOLD]-pad
ingedrukt te houden, wordt het patroon direct afgespeeld.
4. Als u de externe MIDI-sequencer stopt, stopt ook
het afspelen van het patroon.
Als het patroon niet wordt afgespeeld zodra u de
externe MIDI-sequencer start, of als het tempo niet met
de sequencer wordt gesynchroniseerd, kan het zijn dat
de sequencer geen MIDI clock- of start/stop/continue-
informatie verstuurt. Raadpleeg de handleiding van uw
externe MIDI-sequencer en controleer de instellingen.
Over MIDI
48
Over MIDI
MIDI-implementatietabel
Function...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Program
Change
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Messages
Notes
Transmitted Recognized
Remarks
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note On
Note O
Key’s
Channel’s
: True Number
: Song Position
: Song Select
: Tune Request
: Clock
: Commands
: All Sound O
: Reset All Controllers
: Local On/O
: All Notes O
: Active Sensing
: System Reset
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
**************
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1–16
1–16
Mode 3
X
O
X
46–106
46–106
X
X
X
X
X
O *1
X
X
O *2
O *1
O *3
X
X
X
O
X
* 1 Received if Sync Mode is AUTO.
* 2 Received if Sync Mode is AUTO or TEMPO.
* 3 All notes will be silenced regardless of their channel.
Model SP-404A
Date : July 01, 2017
Version : 1.00
**************
**************
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
X X
49
Specicaties
Roland SP-404A: Linear Wave Sampler
Maximale polyfonie 12 stemmen
Intern geheugen
Samples: 120 (12 samples x 10 banken) (opgeslagen op SD-kaart)
Patronen: 120 (12 patronen x 10 banken) (opgeslagen op SD-kaart)
Maximale sampletijd
(totale tijd voor alle samples)
De maximale sampletijd (grootte) voor een enkele sample is ongeveer 180 minuten in stereo (2 GB).
In de volgende tabel ziet u de totale sampletijd (bij benadering) van de samples die kunnen worden
opgeslagen op een SD-kaart.
Capaciteit Stereo (mono) Capaciteit Stereo (mono)
1 GB
Ongeveer 90 min. (180 min.)
8 GB
Ongeveer 720 min. (24 uur)
2 GB
Ongeveer 180 min. (360 min.)
16 GB
Ongeveer 24 uur (48 uur)
4 GB
Ongeveer 360 min. (720 min.)
32 GB
Ongeveer 48 uur (96 uur)
Omdat de bijgeleverde 1 GB SD-kaart vooraf geladen gegevens bevat, is de beschikbare sampletijd
korter dan hierboven aangegeven.
Gegevensformaat 16-bit lineair (.wav/ai)
Samplefrequentie 44,1 kHz
Patroonsequencer
Maximum aantal noten: ongeveer 16.000 noten
Resolutie: 96 ticks per kwartnoot
Patroonlengte: 1 – 99 maten
Opnamemethode: Realtime Loop Recording (met shue quantize-functie)
Eecten 29 typen
Pads 12 + SubPad x 1
Controllers Controleknop x 3
Display 7 segmenten, 3 tekens (LED)
Ingebouwde microfoon Mono x 1
Aansluitingen
LINE IN-jacks (L, R) (RCA/cinch)
LINE OUT-jacks (L, R) (RCA/cinch)
PHONES-jack (stereo 1/4 inch jack)
MIC IN-jack (1/4 inch jack)
MIDI IN-aansluiting
Adapteraansluiting
SD-kaartsleuf
Stroomvoorziening
DC 9 V (Ni-MH AA-type oplaadbare batterij x 6, Alkaline AA-type droge batterij x 6 of
netstroomadapter)
* Batterijen apart verkrijgbaar
Verwachte levensduur
batterijen bij continu gebruik
Oplaadbare nikkel-metaal-hybridebatterijen: circa 5 uur (Als u batterijen gebruikt met een capaciteit
van 1.900 mAh)
Alkaline droge batterijen: ongeveer 4 uur
* Deze cijfers kunnen afwijken afhankelijk van de omstandigheden waarin het apparaat wordtgebruikt.
Stroomverbruik 450 mA
Afmetingen 178 (B) x 257 (D) x 73 (H) mm
Gewicht 1,2 kg (zonder batterijen)
Accessoires
SD-kaart (1 GB)
Adapter PSB-1U
Infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
Gebruikershandleiding
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het moment dat het document werd vrijgegeven.
Raadpleeg de Roland-website voor de meest recente informatie.
50
A
AIFF .....................25, 35
Auto Sampling ..............25
AUTO TRIG LEVEL ...........25
B
Backup Delete ..............37
BACKUP LOAD ..............37
BACKUP SAVE ...............37
Batterijen ....................5
Beveiligingsfunctie ..........38
BPM ........................15
C
CANCEL-knop ............... 12
Computer ..................35
COPY .......................31
Count-in ....................26
D
DC IN-jack ...................8
DELAY ......................42
DEL-knop ............21, 30, 34
Displayverlichting ........19, 40
DJFX LOOPER ...............42
draaitafel ...................16
E
Een markering verwijderen ..27
Een sample bewerken .......27
Eect ....................13, 42
EFFECT GRAB ...............13
EFFECT LIMIT ...............42
Eect Limit-modus ..........42
EXCHANGE .................31
External Input Sound ........24
EXT SOURCE-pad ...........24
F
Factory Reset ...............40
FILTER+DRIVE ...............42
Formatting a SD Card .......35
Foutmeldingen .............45
FUL .........................20
FUNC-knop .................39
G
GATE-knop .................12
H
HOLD-pad ..................12
hoofdtelefoon ............... 8
I
IMPORT ..................... 36
ingebouwde microfoon .....17
INPUT GAIN .................39
ISOLATOR ...................42
K
kwantisering ................32
L
LENGTH-knop ..............32
LINE IN-jacks ................16
LINE OUT-jacks ...............8
LO-FI-knop .................12
LOOP-knop .................12
M
MARK-knop .................27
MFX ........................42
MIC IN-jack .................17
MIC-knop ...................17
MIC LEVEL-knop ............19
MIDI ........................47
MIDI CH ....................47
MIDI SYNC ..................47
N
Netstroomadapter ........... 8
O
opnameniveau ..............19
OUTPUT GAIN ..............39
P
patroon .....................14
patroonbank ................14
Patroonsequencer ..........32
PAUSE ......................12
PEAK-indicatielampje .......19
POWER-schakelaar ...........9
Problemen oplossen ........45
R
REC-knop ...................18
REMAIN-knop ...............13
Resampling .................26
REVERSE-knop ..............12
S
sample .....................11
samplebank ................11
Samples opnemen .......16, 25
Sampletijden ...............25
Sampling ................16, 25
SD-kaart .................10, 35
shuekwantisering .........32
Sleep Setting ...............40
Speakers .....................8
START/END/LEVEL-knop .....27
STEREO-knop ...............18
SUB PAD ....................12
T
TAP TEMPO-knop ...........15
Tempo ...................... 15
TIME/BPM-knop. . . . . . . . . . . . . 15
Time Modify ................30
Truncate ....................29
V
veiligheidsschroef kaartsleuf 10
Veiligheidsslot ............... 4
Version Number ............40
VOICE TRANS ...............42
VOLUME-knop ............... 9
W
WAV .....................25, 35
WAVE-bestand ...........35, 36
Index
01
1 / 1