Als er voor het afdrukken van faxen een ander formaat papier is geplaatst dan is opgegeven bij
Paginaformaat (Page size), worden de ontvangen faxen niet afgedrukt, maar opgeslagen in het
apparaatgeheugen (geheugenontvangst). Plaats papier van het formaat dat is opgegeven bij
Paginaformaat (Page size) en druk vervolgens op de knop OK op het apparaat.
•
Controle 6: is Paginaformaat (Page size) ingesteld op een ander formaat dan A4,
Letter, LTR of Legal?
Als Paginaformaat (Page size) is ingesteld op een ander type dan A4, Letter, LTR of Legal,
wordt de inkomende fax niet afgedrukt, maar opgeslagen in het apparaatgeheugen
(geheugenontvangst). Stel de optie Paginaformaat (Page size) in op A4, Letter, LTR of Legal.
De papierinstellingen wijzigen
Opmerking
Sommige paginaformaten zijn niet beschikbaar; dit is afhankelijk van het land of de regio
van aankoop.
• Controle 7: is Mediumtype (Media type) ingesteld op een ander type dan Gewoon
papr (Plain paper)?
Als Mediumtype (Media type) is ingesteld op een andere optie dan Gewoon papr (Plain
paper), wordt de inkomende fax niet afgedrukt, maar opgeslagen in het apparaatgeheugen
(geheugenontvangst). Stel Mediumtype (Media type) in op Gewoon papr (Plain paper).
De papierinstellingen wijzigen
• Controle 8: is er papier geplaatst?
Als er geen papier is geplaatst, worden ontvangen faxen niet afgedrukt, maar in het
apparaatgeheugen opgeslagen (Geheugenontvangst). Plaats nieuw papier en druk op de knop
OK.
•
Controle 9: is de hoeveelheid resterende inkt voldoende om een fax af te
drukken?
Als de resterende hoeveelheid inkt onvoldoende is om af te drukken, worden ontvangen faxen
niet afgedrukt, maar in het apparaatgeheugen opgeslagen (Geheugenontvangst). Vervang de
FINE-cartridge en druk vervolgens de faxen in het apparaatgeheugen af.
Document opgeslagen in apparaatgeheugen
Opmerking
Als het apparaat faxen ontving in de faxmodus, word het afdrukken automatisch gestart
zodra de FINE-cartridge is vervangen.
Een FINE-cartridge vervangen
U kunt het apparaat zo instellen dat ontvangen faxen geforceerd worden afgedrukt, zelfs
als de inkt op is.
Stel Afdr. bij geen inkt (Print when no ink) bij Autom. afdrukinstell. (Auto print
settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) in op Afdrukken (Print).
Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is.
Bovendien wordt de inhoud van de fax niet opgeslagen in het apparaatgeheugen.
Als de inkt al op is, wordt u bovendien aanbevolen om Niet afdrukken (Do not print) te
selecteren voor Ontvangen docum. (Received documents) bij Autom. afdrukinstell.
(Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) om de ontvangen fax op te
slaan in het apparaatgeheugen. Nadat u de FINE-cartridge hebt vervangen en Afdrukken
(Print) selecteert voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom.
afdrukinstell. (Auto print settings), wordt automatisch de fax afgedrukt die in het
apparaatgeheugen is opgeslagen.
Autom. afdrukinstell. (Auto print settings)
• Controle 10: is de juiste ontvangstmodus van het apparaat ingeschakeld?
Controleer de instellingen voor de ontvangstmodus en pas deze desgewenst aan het type
verbinding aan.
De ontvangstmodus instellen
•
Controle 11: is Faxontv. geweigerd (FAX RX reject) ingesteld op AAN (ON)?
Selecteer UIT (OFF) voor Faxontv. geweigerd (FAX RX reject) in Beveiligingsbeheer
(Security control) onder Faxinstellingen (Fax settings).
Zie Faxontvangst weigeren voor meer informatie over het instellen hiervan.