Caso TC 2100 Thermo Control Handleiding

Type
Handleiding
8
39 Garanzia ........................................................................................................... 91
40 Dati tecnici ....................................................................................................... 92
41 Gebruiksaanwijzing ........................................................................................ 94
41.1 Algemeen ........................................................................................................... 94
41.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing ....................................................... 94
41.3 Waarschuwingsinstructies ............................................................................... 94
41.4 Aansprakelijkheid ............................................................................................. 95
41.5 Auteurswet ........................................................................................................ 95
42 Veiligheid ......................................................................................................... 95
42.1 Gebruik volgens de voorschriften ................................................................... 95
42.2 Algemene veiligheidsinstructies ..................................................................... 96
42.3 Bronnen van gevaar.......................................................................................... 97
42.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld ................................................................ 97
42.3.2 Verbrandingsgevaar .......................................................................................... 98
42.3.3 Explosiegevaar ................................................................................................. 98
42.3.4 Brandgevaar ..................................................................................................... 99
42.3.5 Gevaar door elektrische stroom ........................................................................ 99
43 Ingebruikname .............................................................................................. 100
43.1 Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 100
43.2 Leveringsomvang en transportinspectie ...................................................... 100
43.3 Uitpakken ......................................................................................................... 101
43.4 Verwijderen van de verpakking ..................................................................... 101
43.5 Plaatsen ........................................................................................................... 101
43.5.1 Eisen aan de plek van plaatsing ..................................................................... 101
43.5.2 Voorkomen van frequentiestoring ................................................................... 102
43.6 Elektrische aansluiting ................................................................................... 102
44 Opbouw en functie ........................................................................................ 102
44.1 Bedieningspaneel en display ......................................................................... 103
44.2 Aanwijzingen bij het apparaat ........................................................................ 103
44.3 Pieptonen ......................................................................................................... 103
44.4 Thermische beveiliging bij oververhitting .................................................... 104
44.5 Typeplaatje ...................................................................................................... 104
45 Bediening en gebruik ................................................................................... 104
45.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten ............................... 104
45.2 Aanwijzingen voor kookgerei ........................................................................ 104
45.3 Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 105
45.4 Gebruik van het apparaat ............................................................................... 106
93
Originele Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
TC 2100 Thermo Control (2223)
94
41 Gebruiksaanwijzing
41.1 Algemeen
Lees de hier vermelde informatie, zodat u snel vertrouwd raakt met uw apparaat en al zijn
functies in volle omvang kunt gebruiken.
U heeft jaren lang plezier van uw inductiekookplat als u hem vakkundig behandelt en
onderhoudt. Wij wensen u veel plezier met het gebruik.
41.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de inductiekookplat (vanaf hier ‘apparaat’
genoemd) en geeft u belangrijke aanwijzingen voor de ingebruikname, de veiligheid, het
doelgerichte gebruik en het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing moet altijd bij het apparaat voorhanden zijn en voor iedereen te
lezen en te gebruiken die met de ingebruikname bediening
oplossing van een storing en/of reiniging
van het apparaat belast is. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef hem samen met het
apparaat door aan een eventuele volgende eigenaar.
41.3 Waarschuwingsinstructies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende waarschuwingsinstructies gebruikt:
GEVAAR
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een dreigende, gevaarlijke
situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, leidt deze tot de dood of zware
verwondingen.
De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om het gevaar van dood
of zware verwondingen bij personen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot zware verwondingen leiden.
De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
VOORZICHTIG
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot lichte of matige
verwondingen leiden.
De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
TIP
Een tip duidt op extra informatie, die de omgang met het apparaat lichter maakt.
95
41.4 Aansprakelijkheid
Alle in deze gebruiksaanwijzing aanwezige technische informatie, gegevens en instructies
voor installatie, ingebruikname en onderhoud beantwoorden aan de laatste stand bij het in
druk gaan en vinden plaats met inachtneming van onze tot nu toe opgedane ervaringen en
kennis naar eer en geweten. Aan de informatie, afbeeldingen en beschrijvingen in deze
gebruiksaanwijzingen kunnen geen rechten worden ontleend. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schaden op grond van: Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Niet volgens de voorschriften geldend gebruik Ondeskundige reparaties
Technische veranderingen, modificaties van het apparaat
Toepassing van niet goedgekeurde onderdelen
Modificaties van het apparaat worden niet aanbevolen en vallen niet onder de garantie.
Vertalingen worden naar beste weten uitgevoerd. Wij zijn niet verantwoordelijk voor
vertaalfouten, ook niet in het geval dat de vertaling door ons of in opdracht van ons is
gemaakt. Bindend blijft alleen de oorspronkelijke Duitse tekst.
41.5 Auteurswet
Dit documentatiemateriaal is auteursrechtelijk beschermd.
Alle rechten, ook die van de fotomechanische reproductie, de verveelvoudiging en de
verbreiding door bijzondere handelswijzen (bijvoorbeeld gegevensverwerking,
informatiedragers en datanetwerken), ook ten dele, zijn de firma Braukmann GmbH
voorbehouden. Inhoudelijke en technische veranderingen voorbehouden.
42 Veiligheid
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies betreffende de omgang met het
apparaat. Dit apparaat beantwoordt aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Een
ondeskundig gebruik kan echter tot materiële schade en schade aan personen leiden.
42.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is alleen voor het gebruik in het huishouden in een gesloten ruimte ter
verwarmen, koken en braden van levensmiddelen bestemd. Het hierbij gebruikte
kookgerei moet geschikt zijn voor inductiekookplaten.
Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en in soortgelijke toepassingen zoals
bijvoorbeeld:
in keukens voor medewerkers in winkels, kantoren en andere commerciële
toepassingen; op boerderijen;
door klanten in hotels, motels en dergelijke; in pensions met ontbijt.
Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften.
WAARSCHUWING
Gevaar door gebruik niet volgens de voorschriften!
Bij onreglementair gebruik van het apparaat en/of gebruik op een andere wijze kunnen
gevaren ontstaan.
Het apparaat uitsluitend volgens de voorschriften gebruiken.
96
WAARSCHUWING
De in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelswijzen in acht nemen.
Aanspraken van welke aard dan ook wegens niet reglementair gebruik zijn uitgesloten.
Het risico draagt alleen de gebruiker.
42.2 Algemene veiligheidsinstructies
TIP
Houdt u zich voor een veilige omgang met het apparaat aan
de volgende algemene veiligheidsinstructies:
Controleer het apparaat voor de ingebruikname op aan de
buitenkant zichtbare schaden. Neem een beschadigd
apparaat niet in gebruik.
Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale
voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen
vakkracht geïnstalleerd worden.
Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door
personen met een geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke
handicap worden gebruikt, als zij zijn onderwezen in het
veilige gebruik en de mogelijke gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en
onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen
zonder toezicht worden uitgevoerd.
Het apparaat en het daarbij behorende aansluitsnoer met
buiten het bereik blijven van kinderen onder 8 jaar.
Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten.
Het apparaat nooit met de stekker uit het stopcontact
trekken.
Het apparaat niet in water of andere vloeistoffen
onderdompelen, niet in de vaatwasmachine zetten.
Een reparatie van het apparaat mag alleen door een door de
fabrikant geautoriseerde servicedienst uitgevoerd worden,
anders vervalt bij een volgende schade de aanspraak op
garantie. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke
gevaren voor de gebruiker ontstaan.
97
TIP
Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele
vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij die
onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet worden geplaatst op de kookplaat, omdat
deze heet kunnen worden.
Het apparaat is er niet voor bedoeld om met een externe
tijdschakelaar of een afzonderlijke afstandsbediening te
worden gebruikt.
42.3 Bronnen van gevaar
42.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld
WAARSCHUWING
Door bij gebruik ontstane magnetische velden kunnen
leiden tot belemmeringen:
Let u op de volgende veiligheidstips:
Personen met een verhoogde electrosensibiliteit moeten niet
langer dan nodig in de directe omgeving van het apparaat
blijven
Wetenschappelijke tests hebben aangetoond dat
inductiekookstellen niet gevaarlijk zijn. Personen met een
pacemaker moeten echter minstens een afstand van 60 cm
afstand tot het apparaat bewaren, als dit in werking is.
Daarnaast moeten personen met een pacemaker eventueel in
acht te nemen beschermende maatregelen voor het gebruik
met hun arts bespreken.
Zet de potten en pannen in het midden van de kookzone. Op
die manier beschermt de onderkant van de pan het
magnetische veld zoveel mogelijk af.
Verwijder geen dichtingen van het apparaat.
98
42.3.2 Verbrandingsgevaar
WAARSCHUWING
Het in dit apparaat bereidde voedsel alsook het gebruikte
kookgerei alsook de oppervlakte van het apparaat kan zeer
heet worden.
Let u op de volgende veiligheidsvoorschriften om u zelf of
anderen niet te verbranden:
Bescherm bij het werken van het warme apparaat of met
kookgerei uw handen met warmte-isolerende
ovenhandschoenen, pannenlappen of iets dergelijks..
Leg geen keukengereedschappen, pannendeksels, messen
of andere metalen voorwerpen op de kookzone.
De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken.
De inductiekoker ontwikkelt tijdens het koken zelf geen
warmte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt echter
de kookzone.
Plaats geen lege schalen op het apparaat.
De externe thermometer kan door de hete voeding erg heet
worden. Ga voorzichtig met de externe thermometer om.
Verbrandingsgevaar!
42.3.3 Explosiegevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
explosiegevaar door ontsteking van de inhoud.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
explosiegevaar te voorkomen:
Verwarm nooit voedsel of vloeistoffen in gesloten containers,
zoals Blikjes. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende druk
kan barsten van de tank. Een blikje wordt verwarmd op zijn
best, door het openen en is in een pot gevuld met water.
99
42.3.4 Brandgevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
brandgevaar.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
brandgevaar te voorkomen:
Verwijder tijdens het gebruik, alle brandbare voorwerpen
(zoals schoonmakers, spuitbussen, ovenwanten, theedoeken,
etc.) uit de onmiddellijke nabijheid van het apparaat.
Vermijd een langdurige oververhitting van oliën en vetten.
Oververhitte olie of vet kan snel vlam vatten.
Doe een lege pot niet op de kookplaat!
TIP
Als er een brand op een kookplaat, gaat u als volgt:
Schakel (indien nodig schakel de zekering).
U stik de vlammen met een grote pot deksel, een plaat of
een vochtige theedoek.
NIET HELDER WATER! Na de brand is geblust, laat
afkoelen keukenapparatuur en bieden voldoende frisse lucht.
42.3.5 Gevaar door elektrische stroom
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder stroom staande snoeren of
constructieonderdelen bestaat levensgevaar!
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om een
dreiging van elektrische stroom te voorkomen:
De installatie mag alleen door gekwalificeerde vakmensen
uitgevoerd worden.
Schakel het apparaat uit als het oppervlak is gebarsten en
schakel de zekering uit om een elektrische schok te
voorkomen.
100
GEVAAR
Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale
voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen
vakkracht geïnstalleerd worden.
Neem het apparaat niet in gebruik als de voedingskabel of
de stekker beschadigd is, als het niet naar behoren
functioneert, als het beschadigd is of op de grond is gevallen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de
fabrikant of zijn servicedienst of een soortgelijk
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om zo gevaren
te voorkomen.
Opent u in geen enkel geval de behuizing van het apparaat.
Zodra van spanning voorziene aansluitingen aangeraakt
worden en de elektrische en mechanische structuur
veranderd worden, dan bestaat het gevaar van een
elektrische schok. Bovendien kunnen hierdoor storingen in
het functioneren optreden.
Trek niet aan het aansluitsnoer en hou het apparaat niet vast
aan het aansluitsnoer.
Sluit het apparaat niet samen met andere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
43 Ingebruikname
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie omtrent de ingebruikname van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
43.1 Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing
Verpakkingsmateriaal mag niet als speelgoed gebruikt worden. Er bestaat kans op
verstikking.
43.2 Leveringsomvang en transportinspectie
De Inductiekookplaat TC 2100 Thermo Control wordt standaard met de volgende
onderdelen geleverd:
Inductiekookplaat TC 2100 Thermo Control Gebruiksaanwijzing
Externe thermometer
101
Houder voor de montage van de externe thermometer aan de kookpan
Tip
Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen.
Waarschuw de expediteur, de verzekering en de leverancier bij een onvolledige
levering of bij beschadiging als gevolg van gebrekkige verpakking of als gevolg van
het transport.
43.3 Uitpakken
Bij het uitpakken van het apparaat gaat u als volgt te werk:
Neem het apparaat uit de doos en verwijder het verpakkingsmateriaal.
43.4 Verwijderen van de verpakking
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. De verpakkingsmaterialen
zijn uitgezocht vanuit milieuvriendelijke en verwijderingtechnische gezichtspunten en
daarom recyclebaar. Het terugbrengen van de verpakking in de materiaalkringloop
bespaart grondstoffen en verkleint de afvalhoop. Lever niet meer benodigd
verpakkingsmateriaal in bij een afvalbrengstation, dat zorgdraagt voor de recycling.
TIP
Bewaar indien mogelijk het originele verpakkingsmateriaal gedurende de
garantieperiode, zodat u het apparaat indien nodig weer volgens de voorschriften kunt
inpakken.
43.5 Plaatsen
43.5.1 Eisen aan de plek van plaatsing
Voor een veilig en foutloos functioneren van het apparaat moet de plek waar het apparaat
komt te staan aan de volgende eisen voldoen:
Het apparaat moet op een vaste, vlakke, horizontale (waterpas) en hittebestendige
ondergrond met voldoende draagkracht voor de inductiekookplaat plus de naar
verwachting zwaarste potten en pannen geplaatst worden.
De inductiekookplaat mag niet op een ijzer- of staalachtige ondergrond in gebruik
genomen worden, omdat dit zwaar verhit kan worden.
Kies de plek dusdanig dat kinderen hete oppervlakken van het apparaat niet kunnen
aanraken.
Het apparaat is niet geschikt voor inbouw in een wand of in een inbouwkast.
Plaatst u het apparaat niet in een hete, natte of zeer vochtige omgeving of in de buurt
van brandbare materialen.
Plaats de inductiekookplaat niet in de buurt van apparaten en voorwerpen die gevoelig
zijn voor magnetische velden (bv. radio’s, televisies, cassetterecorders, etc. )
Het apparaat heeft voor een correcte werking voldoende luchtstroming nodig. Laat u bij
het plaatsen 10 cm. vrije ruimte aan alle zijden .
Dek geen openingen van het apparaat af en blokkeer de openingen niet.
102
Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat de voedingskabel er in geval
van nood ongecompliceerd uitgehaald kan worden.
De inbouw en montage van dit apparaat op niet stationaire plekken (bijvoorbeeld
schepen) mogen alleen door vakzaken/vakmensen uitgevoerd worden, als ze de
voorwaarden voor een veilig gebruik van dit apparaat garanderen.
43.5.2 Voorkomen van frequentiestoring
Door het apparaat kunnen storingen bij radio’s, televisies of soortgelijke apparaten
optreden.
Door de volgende maatregelen kunnen storingen weggenomen of gereduceerd worden:
Reinig de deur en de afdichtingen van het apparaat.
Plaats de radio, de televisie, etc. op een zo groot mogelijke afstand van het apparaat.
Gebruik voor het apparaat een ander stopcontact, zodat het apparaat en de gestoorde
ontvanger van verschillende stroomketens gebruik maken.
Gebruik een volgens de voorschriften geïnstalleerde antenne voor de ontvanger, om zo
zeker te zijn van een goede ontvangst.
43.6 Elektrische aansluiting
Voor een veilig en feilloos gebruik van het apparaat moeten bij de elektrische aansluiting
de volgende aanwijzingen in acht genomen worden:
Controleer voor het aansluiten van het apparaat de aansluitingsgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de gegevens van uw stroomnet. Deze gegevens
moeten overeenkomen, zodat het apparaat niet beschadigd kan raken. In geval van
twijfel vraagt u een vakkundige elektricien.
Bij gebruik van een verlengsnoer mag voor aansluiting van het apparaat op het
stroomnet alleen een uitgerold verlengsnoer van maximaal 3 meter lengte en een
doorsnede van 1,5 mm² gebruikt worden. Het gebruik van een stekker of stekkerdoos
met meerdere aansluitingen is vanwege het daarmee verbonden brandgevaar
verboden.
Vergewis u er van dat de voedingskabel onbeschadigd is en niet onder de oven of over
hete of scherpte oppervlakten gelegd is.
Het stopcontact moet beschermd zijn met een zekering of automatische schakelaar van
16 ampère.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen dan gegarandeerd wanneer het is
aangesloten aan een reglementair geïnstalleerd systeem met aardkabels en
veiligheidschakelaars. Laat u in geval van twijfel de huisinstallatie controleren door een
erkende elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden,
die door een gebrekkige of onderbroken aardingskabel veroorzaakt worden.
44 Opbouw en functie
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de opbouw en het functioneren van
het apparaat.
103
44.1 Bedieningspaneel en display
1 On/Standby toets 2. Functietoets Tijd
3. Functietoets Temperatuur 4. Functietoets Vermogen
5 Function Functietoets - keuze van de directfuncties
6 Keuzetoets (+), energiestand (watt), temperatuur of duur kunnen worden
verhoogd
7. Keuzetoets (-), reductie van de energiestand (watt), temperatuur of duur
8 Weergave van de gekozen instelling (display)
9 Directe functie Heat I stand 1 10 Directe functie Heat II stand 2
11 Directe functie Boil stand 8 12 Directe functie Fry stand 10
44.2 Aanwijzingen bij het apparaat
Deze aanwijzing en het verschijnen van “H” in het display dient ter
waarschuwing dat de keramische plaat heet kan zijn. De inductiekookplaat zelf
ontwikkelt tijdens het kookproces echter geen warmte: de temperatuur van het kookgerei
verwarmt echter de kookplaat!
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht, zodat u zich niet aan het hete apparaat
verbrandt:
VOORZICHTIG
Gevaar door hete oppervlakte!
De hete oppervlakte van het apparaat niet aanraken.
Brandgevaar! (H verschijnt in display)
Geen voorwerpen op de hete keramische plaat leggen .
44.3 Pieptonen
Het apparaat geeft ter kennisgeving de volgende akoestische signalen af:
TIP
Het akoestische signaal houdt zo lang aan, totdat de fout hersteld is of het apparaat
uitgezet wordt. Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk
Storingmeldingen.
104
44.4 Thermische beveiliging bij oververhitting
Het apparaat is uitgerust met een thermische beveiliging bij oververhitting.
Wanneer binnenin de temperatuur de kritische grens overschrijdt, verschijnt in het display
de bijbehorende code van de foutmelding (E05). Het apparaat schakelt uit
veiligheidsoverwegingen het lopende programma uit.
Na de afkoelfase kan het apparaat weer ingeschakeld worden.
TIP
Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk Storingmeldingen.
44.5 Typeplaatje
Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
45 Bediening en gebruik
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
45.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten
Bij een inductiekookplaat wordt de warmte niet door een verwarmingselement via de pan
op de etenswaren overgedragen maar de benodigde warmte wordt m.b.v. inductiestromen
direct in de pan gebracht. Een inductiespoel onder de glazen keramische kookplaat wekt
een elektromagnetisch wisselveld op, dat door dringt in de glazen keramische kookplaat
en in de bodem van de pan de warmte opwekkende stroom induceert. Voordelen van een
inductiekookplaat
Energiezuinig koken door directe energieoverdracht op de pan.
Verhoogde veiligheid, doordat de energie alleen wordt overgedragen als er een pan op
staat.
Energieoverdracht tussen inductiekookzones en panbodem met hoog rendement..
Hoge opwarmsnelheid
Gering verbrandingsgevaar omdat de kookoppervlakte alleen door de bodem van de
pan wordt verwarmd.
Overgelopen etenswaren branden niet aan.
Snelle, lichte regeling van de energietoevoer.
45.2 Aanwijzingen voor kookgerei
Het voor de inductiekookoppervlakte te gebruiken kookgerei moet uit metaal zijn,
magnetische eigenschappen hebben en over voldoende vlakke bodemruimte beschikken.
105
Zo kunt u vaststellen of het kookgerei geschikt is:
Stel vast of het kookgerei een aanwijzing bevat die duidt op koken met inductiestroom of
voer de volgende magneettest uit :
Breng een magneet (bv. een magneet van een magneetbord) naar
de bodem van uw pan. Wordt de magneet sterk aangetrokken, dan
kunt u deze pan op de inductiekookoppervlakte gebruiken.
De volgende tabel dient als houvast voor het kiezen van het juiste
kookgerei::
Geschikt kookgerei
Ongeschikt kookgerei
Kookgerei met ferromagnetische
(ijzerhoudende) bodem
Kookgerei uit koper, aluminium, vuurvast
glas en ander niet-metaal kookgerei
Geëmailleerde pan of pot uit staal met een
sterke onderkant
Potten of pannen uit roestvrij staal zonder
magnetische ijzerkern
Gietijzeren pan of pot met geëmailleerde
onderkant
Potten of pannen die geen vlakke laag op
de kookplaat hebben
Pan of pot uit roestvrij staal met meerdere
lagen, roestvrij ferriet staal resp. aluminium
met een speciale onderkant
Potten of pannen met een bodemdoorsnee
kleiner dan 14 cm. en groter dan 24 cm.
TIP
Bij gebruik van inductiebestendigde pannen van enkele fabrikanten kunnen geluiden
optreden, die terug te voeren zijn op de productiewijze van deze pannen.
Let u ook op de volgende aanwijzingen voor het gebruik van geschikt kookgerei:
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend pannen met een onderkant, geschikt voor inductie.
Het maximale toegestane gewicht van alle pannen met inhoud mag de 6 kg. niet
overschrijden.
Voorzichtig bij het gebruik van lege au bain-marie pannen. Deze pannen kunnen
ongemerkt leeg koken. Dat leidt tot beschadegingen aan de pan en de kookplaat.
45.3 Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het apparaat tijdens gebruik niet uit het oog verliezen, zodat er bij gevaren snel
ingegrepen kan worden.
Het apparaat niet tijdens het gebruik of met heet kookgerei van zijn plaats bewegen.
Let er op dat het kookgerei in het midden van de kookplaat staat. Het mag niet op het
bedieningspaneel of op de rand neergezet worden.
106
WAARSCHUWING
Geen aluminiumfolie of metalen bladen op de oppervlakte van het apparaat leggen, om
oververhitting te vermijden.
Geen keukengereedschap uit metaal, potten- of pannendeksels, messen of andere
voorwerpen uit metaal op de kookplaat leggen. Als het apparaat wordt ingeschakeld,
kunnen deze voorwerpen verhit worden.
De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekookplaat
ontwikkelt tijdens het koken zelf geen hitte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt
echter de kookplaat.
Houdt u de kookplaat en de onderkant van de pannen altijd droog en schoon. Als er
vloeistof tussen de onderkant van de pan en de kookplaat komt, kan de vloeistof
verdampen en door de ontstane druk kan de pan in de lucht vliegen. Kans op
verwonding.
TIP
Schakel het apparaat na gebruik uit. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en zorgt u
voor uw eigen veiligheid.
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de stekker uit het stopcontact
te trekken.
45.4 Gebruik van het apparaat
45.4.1 Inschakelen
Stekker in een geschikt stopcontact steken.
Het display geeft de temperatuur van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als
de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de
temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan. Een
akoestisch signaal weerklinkt. Alle LEDs lichten 1 seconde op. Het apparaat bevindt
zich nu in de stand-by stand.
Geschikt kookgerei met te bereiden voedsel in het midden van de kookzone
plaatsen(Ø 140 mm - 240 mm).
Om de inductiekookplaat in te schakelen drukt u nu op knop „On/Standby“.
45.4.2 Vermogens
Drukt u vervolgens op toets Functietoets Vermogen (Level). Die voorgeselecteerde
kookstand „8“ wordt uitgekozen en het apparaat schakelt in.
Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling van 1-12 veranderen.
Tip
Bij het koken raden wij u aan, net als bij het traditionele fornuis, de vermogensstanden
1- 12 te gebruiken.
107
45.4.3 Temperatuur
Bij het instellen van de temperatuur drukt u op Functietoets Temperatuur (Temp), net
zo lang tot de temperatuur 120°C knippert.
Interne thermometer: Wanneer de externe thermometer niet is aangesloten, kunt u
met de keuzetoetsen + / - de instelling tussen 60 240°C wijzigen.
(Temperatuurniveaus: 60, 70, 80, 90, 100, 120, 140, 160, 180, 200, 220 en 240°C).
De temperatuur wordt door een voeler onder de glaskeramische plaat gemeten.
Hierdoor kan de getoonde temperatuur afwijken van de temperatuur in de pan.
Tip
Voor koken op enkele graden nauwkeurig raden we het gebruik van de bijgesloten,
externe thermometer aan.
Reinig de externe thermometer voor de ingebruikname.
Externe thermometer sturing van de temperatuur in de kookbak
Tip
Bevestig de houder aan de kookpan en steek de thermometer erdoorheen.
Sluit de thermometer onderaan rechts aan het apparaat aan. Wanneer de thermometer
is aangesloten, meet hij continu en regelt de temperatuur overeenkomstig de gekozen
temperatuurinstelling. Na het begin van de verwarmingsprocedure wordt de actuele
temperatuur op het display getoond. Wanneer u nog een keer kort op de toets Temp
drukt, wordt de ingestelde streeftemperatuur weergeven.
De LED-temp brandt continu, wanneer de functie voor de sturing van de temperatuur in
de kookbak is geselecteerd.
Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling tussen 40 160°C wijzigen.
(Temperatuur : 40 - 160°C in stappen van 1°C)
Externe thermometer regeling van de gewenste kerntemperatuur van de voeding:
Sluit de thermometer onderaan rechts aan het apparaat aan. Druk 3 seconde lang op
de toets Temp. De vooringestelde temperatuur van 65° C verschijnt op het display.
De LED Temp knippert, wanneer de functie voor de sturing van de kerntemperatuur is
geselecteerd.
Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling tussen 40 160°C wijzigen en zo de te
bereiken kerntemperatuur regelen. (Temperatuur: 40 - 160°C in stappen van 1°C).
Tip
Bevestig de houder aan de kookpan en steek de thermometer erdoorheen. Let erop
dat het snoer van de thermometer de kookpan niet aanraakt.
Steek dan pas de thermometer in het voedsel.
Door op toets Temp te drukken wordt de geselecteerde streeftemperatuur
weergegeven en kan deze worden gewijzigd.
108
Zodra de gewenste streef-kerntemperatuur is bereikt, wordt de warmtetoevoer
stopgezet en toont het apparaat „END“
U kunt de kooktijd bovendien via de timer sturen:
a) Wanneer de gewenste kerntemperatuur is bereikt maar de ingestelde tijd (timer) is
nog niet afgelopen, dan wordt de warmtetoevoer stopgezet en toont het apparaat
„END“
b) Wanneer de ingestelde tijd (Timer) is bereikt, maar de gewenste kerntemperatuur
nog niet is bereikt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
U kunt door op toets Level te drukken omschakelen naar de prestatiemodus of met
toets Function een directe functie kiezen, om het koken te beginnen.
Let u er op dat u de beide functies “vermogen” en “temperatuur” apart van elkaar kunt
kiezen. U kunt òf met de keuze voor het vermogen òf met de temperatuurkeuze aan
de slag. De laatst gekozen instelling is actief.
Tip
Aangezien bij braden met zeer weinig vet de temperatuur van de panbodem zeer snel
oploopt en de grenswaarde van 270°C snel wordt bereikt, schakelt u bij braden om op
de functie “temperatuur”. Hier ligt de hoogste temperatuur bij 240°C.
45.4.4 Timer
Timerfunctie: Functietoets Tijd (Timer) drukken. Met de keuzetoetsen + / - kunt u de
instelling van 1 180 minuten in minutentact instellen.
Is de tijd afgelopen, dan hoort u een akoestisch signaal en schakelt het apparaat
automatisch in de standby stand.
Tip
Gedurende de looptijd van de timer kunt u de tijdsduur met behulp van de
keuzetoetsen +/- elk moment veranderen. Door de geheugenfunctie van het apparaat
blijft de instelling van de temperatuur / vermogen onveranderd.
45.4.5 Directfuncties
Schakel het inductiekookveld in met On/Standby en kies met de functietoets
Function de gewenste directfunctie. Het desbetreffende lampje zal branden.
Voorinstelling Directe functies
Directe functie
Instelling
Heat I
Stand 1
Heat II
Stand 2
Boil
Stand 8
Fry
Stand 10
Via de knop Timer kunt u met de keuzetoetsen +/- de tijd aanpassen.
109
45.4.6 Uitschakelen
Als het apparaat uitgeschakeld wordt (via „On/Standby“), geeft het display de
restwarmte van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als de temperatuur van
de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de temperatuur van de
oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan.
Tip
Kookgerei niet zonder inhoud op de keramische plaat zetten. Het verhitten van een
lege pot of pan activeert de thermische beveiliging bij oververhitting en schakelt het
apparaat uit.
Het apparaat niet in gebruik nemen als het op een of andere manier beschadigd is of
niet juist functioneert.
Het gebruik van niet door de fabrikant aanbevolen asseccoires en vervangende
onderdelen kan tot verwondingen en beschadigingen aan het apparaat leiden.
46 Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
46.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de
reiniging van het apparaat begint:
De apparaat moet regelmatig gereinigd worden. Ook voedselresten moeten regelmatig
verwijderd worden. Een niet in schone toestand gehouden apparaat heeft een negatief
effect op de levensduur van het apparaat en kan leiden tot een gevaarlijke toestand
van het apparaat als ook tot een aantasting van schimmels en bacteriën.
Schakelt u de apparaat vóór het reinigen uit en trek de stekker uit het stopcontact.
De kookplaat is na gebruik heet. Er is daardoor kans op verbranden! Wacht u totdat
het apparaat is afgekoeld.
Reinigt u de binnenkant na gebruik, zodra hij is afgekoeld. Te lang wachten verzwaart
de reiniging onnodig en maakt het in extreme gevallen onmogelijk. Te sterke
verontreinigingen kunnen onder omstandigheden het apparaat beschadigen.
Als er vloeistof het apparaat binnendringt, kunnen elektronische componenten
beschadigd raken. Let u er op dat er geen vloeistof door de ventilatiegleuven in het
binnenste van het apparaat terecht komt.
Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen en geen oplosmiddelen.
Kras niet met een hard voorwerp over hardnekkige verontreinigingen.
110
46.2 Reiniging
Keramische kookplaat & en externe thermometer
De keramische kookplaat en externe thermometer met een zachte, lichtvochtige doek of
met een milde, niet schurende zeepoplossing schoonwissen.
De Frame en bedieningspaneel
Met een zachte, lichtvochtige doek.
VOORZICHTIG
Gebruikt u geen oploshoudende reinigingsmiddelen zoals bv. benzine, om de
kunststof delen niet te beschadigen.
47 Storingen verhelpen
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t. het lokaliseren van storingen en het
verhelpen van storingen. Let u op de aanwijzingen om gevaren en beschadigingen te
voorkomen.
47.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen uitgevoerd worden door
gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is geschoold.
Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker
ontstaan, evenals schaden aan het apparaat.
47.2 Storingmeldingen
In het geval van een storing geeft het display een foutcode aan, die de oorzaak van de
storing beschrijft.
Foutcode
Beschrijving
E05
Overhettingbeveiliging: Verschijnt in het display de aanduiding „E05“ , dan
betekent dit dat de oververhittingsbeveiliging geactiveerd wordt om het
apparaat en het kookgerei te beschermen. Hij schakelt automatisch in zodra
u de directe functie gekozen heeft en de temperatuur hoger ligt dan 270°C.
Een in werking getreden thermische beveiliging bij oververhitting wordt door
het uit het stopcontact trekken van de stekker teruggezet en het apparaat
kan daarna weer gewoon gebruikt worden.
TIP
Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
111
47.3 Oorzaken van storingen
De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen
Storing
Mogelijke oorzaak
Verhelpen
Geen aanduiding
Stekker er niet ingestopt
Stekker erin steken
Zekering niet ingeschakeld
Zekering inschakelen
TIP
Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
48 Afvoer van het oude apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardvolle
materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen, die voor hun
functioneren en veiligheid noodzakelijk waren.
In het huishoudelijk afval of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen de menselijke
gezondheid en het milieu schade aanbrengen. Zet uw oude apparaat daarom nooit bij het
gewone huishoudelijk vuil.
Tip
Maak gebruik van de in uw woonplaats voorhanden zijnde inzamelplek voor teruggave
en verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten. Haal eventueel
informatie bij uw gemeentehuis, de vuilnisophaaldienst of bij uw winkelier.
Zorg ervoor dat uw oude apparaat tot het moment van transport op een kinderveilige
plek wordt bewaard.
49 Garantie
Voor dit product geven we vanaf de dag van aankoop 24 maanden garantie op gebreken,
die te herleiden zijn tot productie- of materiaalfouten.
Garantieclaims volgens §439 ff. BGB-E blijven hiervan van kracht.
Onder de garantie vallen niet de schaden die door onjuiste behandeling of ingebruikname
ontstaan zijn, zoals gebreken die de functie of de waarde van het apparaat slechts gering
beïnvloeden. Verder zijn aan slijtage onderhevige onderdelen, transportschade zo lang wij
deze niet te verantwoorden hebben, als ook schaden, die door niet door ons verrichtte
reparaties ontstaan zijn, uitgesloten van aanspraak op garantieclaim.
Dit apparaat is vervaardigd voor huishoudelijk gebruik (kleinverbruik) en voorzien van een
overeenkomstig vermogen. Een eventueel gebruik voor bedrijfsdoeleinden valt alleen
onder de garantie, als de mate van gebruik te vergelijken is met het gebruik in een
particulier kleinhuishouden. Het is niet voor de verdere bedrijfsdoeleinden bestemd.
Bij rechtmatige reclamaties zullen wij het defecte apparaat naar ons bevinden repareren of
tegen een apparaat vrij van gebreken omwisselen.
Zichtbare defecten moeten binnen 14 dagen na levering aangetoond worden. Verdere
claims zijn uitgesloten. Stelt u zich voor het indienen van een garantieclaim en het
terugsturen van uw apparaat via onderstaand adres (altijd met bewijs van koop!) met ons
in verbinding.
112
50 Technische gegevens
Apparaat
Inductiekookplaat
Model
TC 2100 Thermo Control (2223)
Aansluitgegevens
230 V; 50 Hz
Vermogensopname
2100 W
Standby “volgens ErP niveau 2”
Temperatuurbereik
60°C 240 °C (internet thermometer)
40°C 160 °C (externe thermometer)
Afmetingen buitenkant (B/H/D)
280 x 60 x 370 mm
Netto gewicht
2,23 kg

Documenttranscriptie

39 Garanzia ........................................................................................................... 91 40 Dati tecnici ....................................................................................................... 92 41 Gebruiksaanwijzing ........................................................................................ 94 41.1 Algemeen ........................................................................................................... 94 41.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing ....................................................... 94 41.3 Waarschuwingsinstructies ............................................................................... 94 41.4 Aansprakelijkheid ............................................................................................. 95 41.5 Auteurswet ........................................................................................................ 95 42 Veiligheid ......................................................................................................... 95 42.1 Gebruik volgens de voorschriften ................................................................... 95 42.2 Algemene veiligheidsinstructies ..................................................................... 96 42.3 42.3.1 42.3.2 42.3.3 42.3.4 42.3.5 Bronnen van gevaar.......................................................................................... 97 Gevaar door elektromagnetisch veld ................................................................ 97 Verbrandingsgevaar .......................................................................................... 98 Explosiegevaar ................................................................................................. 98 Brandgevaar ..................................................................................................... 99 Gevaar door elektrische stroom ........................................................................ 99 43 Ingebruikname .............................................................................................. 100 43.1 Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 100 43.2 Leveringsomvang en transportinspectie ...................................................... 100 43.3 Uitpakken ......................................................................................................... 101 43.4 Verwijderen van de verpakking ..................................................................... 101 43.5 43.5.1 43.5.2 43.6 Plaatsen ........................................................................................................... 101 Eisen aan de plek van plaatsing ..................................................................... 101 Voorkomen van frequentiestoring ................................................................... 102 Elektrische aansluiting ................................................................................... 102 44 Opbouw en functie ........................................................................................ 102 44.1 Bedieningspaneel en display ......................................................................... 103 44.2 Aanwijzingen bij het apparaat ........................................................................ 103 44.3 Pieptonen......................................................................................................... 103 44.4 Thermische beveiliging bij oververhitting .................................................... 104 44.5 Typeplaatje ...................................................................................................... 104 45 Bediening en gebruik ................................................................................... 104 45.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten............................... 104 45.2 Aanwijzingen voor kookgerei ........................................................................ 104 45.3 Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 105 45.4 Gebruik van het apparaat ............................................................................... 106 8 Originele Gebruiksaanwijzing Inductiekookplaat TC 2100 Thermo Control (2223) 93 41Gebruiksaanwijzing 41.1 Algemeen Lees de hier vermelde informatie, zodat u snel vertrouwd raakt met uw apparaat en al zijn functies in volle omvang kunt gebruiken. U heeft jaren lang plezier van uw inductiekookplat als u hem vakkundig behandelt en onderhoudt. Wij wensen u veel plezier met het gebruik. 41.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de inductiekookplat (vanaf hier ‘apparaat’ genoemd) en geeft u belangrijke aanwijzingen voor de ingebruikname, de veiligheid, het doelgerichte gebruik en het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing moet altijd bij het apparaat voorhanden zijn en voor iedereen te lezen en te gebruiken die met de  ingebruikname  bediening  oplossing van een storing en/of  reiniging van het apparaat belast is. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef hem samen met het apparaat door aan een eventuele volgende eigenaar. 41.3 Waarschuwingsinstructies In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende waarschuwingsinstructies gebruikt: GEVAAR Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een dreigende, gevaarlijke situatie. Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, leidt deze tot de dood of zware verwondingen. ► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om het gevaar van dood of zware verwondingen bij personen te voorkomen. WAARSCHUWING Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot zware verwondingen leiden. ► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij personen te voorkomen. VOORZICHTIG Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot lichte of matige verwondingen leiden. ► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij personen te voorkomen. TIP Een tip duidt op extra informatie, die de omgang met het apparaat lichter maakt. 94 41.4 Aansprakelijkheid Alle in deze gebruiksaanwijzing aanwezige technische informatie, gegevens en instructies voor installatie, ingebruikname en onderhoud beantwoorden aan de laatste stand bij het in druk gaan en vinden plaats met inachtneming van onze tot nu toe opgedane ervaringen en kennis naar eer en geweten. Aan de informatie, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzingen kunnen geen rechten worden ontleend. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schaden op grond van:  Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing  Niet volgens de voorschriften geldend gebruik  Ondeskundige reparaties  Technische veranderingen, modificaties van het apparaat  Toepassing van niet goedgekeurde onderdelen Modificaties van het apparaat worden niet aanbevolen en vallen niet onder de garantie. Vertalingen worden naar beste weten uitgevoerd. Wij zijn niet verantwoordelijk voor vertaalfouten, ook niet in het geval dat de vertaling door ons of in opdracht van ons is gemaakt. Bindend blijft alleen de oorspronkelijke Duitse tekst. 41.5 Auteurswet Dit documentatiemateriaal is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten, ook die van de fotomechanische reproductie, de verveelvoudiging en de verbreiding door bijzondere handelswijzen (bijvoorbeeld gegevensverwerking, informatiedragers en datanetwerken), ook ten dele, zijn de firma Braukmann GmbH voorbehouden. Inhoudelijke en technische veranderingen voorbehouden. 42Veiligheid In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies betreffende de omgang met het apparaat. Dit apparaat beantwoordt aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Een ondeskundig gebruik kan echter tot materiële schade en schade aan personen leiden. 42.1 Gebruik volgens de voorschriften Dit apparaat is alleen voor het gebruik in het huishouden in een gesloten ruimte ter verwarmen, koken en braden van levensmiddelen bestemd. Het hierbij gebruikte kookgerei moet geschikt zijn voor inductiekookplaten. Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en in soortgelijke toepassingen zoals bijvoorbeeld:  in keukens voor medewerkers in winkels, kantoren en andere commerciële toepassingen;  op boerderijen;  door klanten in hotels, motels en dergelijke;  in pensions met ontbijt. Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften. WAARSCHUWING Gevaar door gebruik niet volgens de voorschriften! Bij onreglementair gebruik van het apparaat en/of gebruik op een andere wijze kunnen gevaren ontstaan. ► Het apparaat uitsluitend volgens de voorschriften gebruiken. 95 WAARSCHUWING ► De in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelswijzen in acht nemen. Aanspraken van welke aard dan ook wegens niet reglementair gebruik zijn uitgesloten. Het risico draagt alleen de gebruiker. 42.2 Algemene veiligheidsinstructies TIP Houdt u zich voor een veilige omgang met het apparaat aan de volgende algemene veiligheidsinstructies: ► Controleer het apparaat voor de ingebruikname op aan de buitenkant zichtbare schaden. Neem een beschadigd apparaat niet in gebruik. ► Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen vakkracht geïnstalleerd worden. ► Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door personen met een geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap worden gebruikt, als zij zijn onderwezen in het veilige gebruik en de mogelijke gevaren begrijpen. ► Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. ► Het apparaat en het daarbij behorende aansluitsnoer met buiten het bereik blijven van kinderen onder 8 jaar. ► Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten. ► Het apparaat nooit met de stekker uit het stopcontact trekken. ► Het apparaat niet in water of andere vloeistoffen onderdompelen, niet in de vaatwasmachine zetten. ► Een reparatie van het apparaat mag alleen door een door de fabrikant geautoriseerde servicedienst uitgevoerd worden, anders vervalt bij een volgende schade de aanspraak op garantie. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. 96 TIP ► Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij die onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de veiligheidseisen voldoen. ► Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet worden geplaatst op de kookplaat, omdat deze heet kunnen worden. ► Het apparaat is er niet voor bedoeld om met een externe tijdschakelaar of een afzonderlijke afstandsbediening te worden gebruikt. 42.3 Bronnen van gevaar 42.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld WAARSCHUWING Door bij gebruik ontstane magnetische velden kunnen leiden tot belemmeringen: Let u op de volgende veiligheidstips: ► Personen met een verhoogde electrosensibiliteit moeten niet langer dan nodig in de directe omgeving van het apparaat blijven ► Wetenschappelijke tests hebben aangetoond dat inductiekookstellen niet gevaarlijk zijn. Personen met een pacemaker moeten echter minstens een afstand van 60 cm afstand tot het apparaat bewaren, als dit in werking is. Daarnaast moeten personen met een pacemaker eventueel in acht te nemen beschermende maatregelen voor het gebruik met hun arts bespreken. ► Zet de potten en pannen in het midden van de kookzone. Op die manier beschermt de onderkant van de pan het magnetische veld zoveel mogelijk af. ► Verwijder geen dichtingen van het apparaat. 97 42.3.2 Verbrandingsgevaar WAARSCHUWING Het in dit apparaat bereidde voedsel alsook het gebruikte kookgerei alsook de oppervlakte van het apparaat kan zeer heet worden. Let u op de volgende veiligheidsvoorschriften om u zelf of anderen niet te verbranden: ► Bescherm bij het werken van het warme apparaat of met kookgerei uw handen met warmte-isolerende ovenhandschoenen, pannenlappen of iets dergelijks.. ► Leg geen keukengereedschappen, pannendeksels, messen of andere metalen voorwerpen op de kookzone. ► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekoker ontwikkelt tijdens het koken zelf geen warmte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt echter de kookzone. ► Plaats geen lege schalen op het apparaat. ► De externe thermometer kan door de hete voeding erg heet worden. Ga voorzichtig met de externe thermometer om. Verbrandingsgevaar! 42.3.3 Explosiegevaar WAARSCHUWING Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat explosiegevaar door ontsteking van de inhoud. Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om explosiegevaar te voorkomen: ► Verwarm nooit voedsel of vloeistoffen in gesloten containers, zoals Blikjes. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende druk kan barsten van de tank. Een blikje wordt verwarmd op zijn best, door het openen en is in een pot gevuld met water. 98 42.3.4 Brandgevaar WAARSCHUWING Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat brandgevaar. Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om brandgevaar te voorkomen: ► Verwijder tijdens het gebruik, alle brandbare voorwerpen (zoals schoonmakers, spuitbussen, ovenwanten, theedoeken, etc.) uit de onmiddellijke nabijheid van het apparaat. ► Vermijd een langdurige oververhitting van oliën en vetten. Oververhitte olie of vet kan snel vlam vatten. ► Doe een lege pot niet op de kookplaat! TIP Als er een brand op een kookplaat, gaat u als volgt:  Schakel (indien nodig schakel de zekering).  U stik de vlammen met een grote pot deksel, een plaat of een vochtige theedoek.  NIET HELDER WATER! Na de brand is geblust, laat afkoelen keukenapparatuur en bieden voldoende frisse lucht. 42.3.5 Gevaar door elektrische stroom Levensgevaar door elektrische stroom! Bij contact met onder stroom staande snoeren of constructieonderdelen bestaat levensgevaar! Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om een dreiging van elektrische stroom te voorkomen: ► De installatie mag alleen door gekwalificeerde vakmensen uitgevoerd worden. ► Schakel het apparaat uit als het oppervlak is gebarsten en schakel de zekering uit om een elektrische schok te voorkomen. 99 GEVAAR ► Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen vakkracht geïnstalleerd worden. ► Neem het apparaat niet in gebruik als de voedingskabel of de stekker beschadigd is, als het niet naar behoren functioneert, als het beschadigd is of op de grond is gevallen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de fabrikant of zijn servicedienst of een soortgelijk gekwalificeerde persoon vervangen worden, om zo gevaren te voorkomen. ► Opent u in geen enkel geval de behuizing van het apparaat. Zodra van spanning voorziene aansluitingen aangeraakt worden en de elektrische en mechanische structuur veranderd worden, dan bestaat het gevaar van een elektrische schok. Bovendien kunnen hierdoor storingen in het functioneren optreden. ► Trek niet aan het aansluitsnoer en hou het apparaat niet vast aan het aansluitsnoer. ► Sluit het apparaat niet samen met andere apparaten aan op hetzelfde stopcontact. 43Ingebruikname In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie omtrent de ingebruikname van het apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen. 43.1 Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing ► Verpakkingsmateriaal mag niet als speelgoed gebruikt worden. Er bestaat kans op verstikking. 43.2 Leveringsomvang en transportinspectie De Inductiekookplaat TC 2100 Thermo Control wordt standaard met de volgende onderdelen geleverd:  Inductiekookplaat TC 2100 Thermo Control  Gebruiksaanwijzing  Externe thermometer 100  Houder voor de montage van de externe thermometer aan de kookpan Tip ► Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen. ► Waarschuw de expediteur, de verzekering en de leverancier bij een onvolledige levering of bij beschadiging als gevolg van gebrekkige verpakking of als gevolg van het transport. 43.3 Uitpakken Bij het uitpakken van het apparaat gaat u als volgt te werk: Neem het apparaat uit de doos en verwijder het verpakkingsmateriaal. 43.4 Verwijderen van de verpakking De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. De verpakkingsmaterialen zijn uitgezocht vanuit milieuvriendelijke en verwijderingtechnische gezichtspunten en daarom recyclebaar. Het terugbrengen van de verpakking in de materiaalkringloop bespaart grondstoffen en verkleint de afvalhoop. Lever niet meer benodigd verpakkingsmateriaal in bij een afvalbrengstation, dat zorgdraagt voor de recycling. TIP ► Bewaar indien mogelijk het originele verpakkingsmateriaal gedurende de garantieperiode, zodat u het apparaat indien nodig weer volgens de voorschriften kunt inpakken. 43.5 Plaatsen 43.5.1 Eisen aan de plek van plaatsing Voor een veilig en foutloos functioneren van het apparaat moet de plek waar het apparaat komt te staan aan de volgende eisen voldoen:  Het apparaat moet op een vaste, vlakke, horizontale (waterpas) en hittebestendige ondergrond met voldoende draagkracht voor de inductiekookplaat plus de naar verwachting zwaarste potten en pannen geplaatst worden.  De inductiekookplaat mag niet op een ijzer- of staalachtige ondergrond in gebruik genomen worden, omdat dit zwaar verhit kan worden.  Kies de plek dusdanig dat kinderen hete oppervlakken van het apparaat niet kunnen aanraken.  Het apparaat is niet geschikt voor inbouw in een wand of in een inbouwkast.  Plaatst u het apparaat niet in een hete, natte of zeer vochtige omgeving of in de buurt van brandbare materialen.  Plaats de inductiekookplaat niet in de buurt van apparaten en voorwerpen die gevoelig zijn voor magnetische velden (bv. radio’s, televisies, cassetterecorders, etc. )  Het apparaat heeft voor een correcte werking voldoende luchtstroming nodig. Laat u bij het plaatsen 10 cm. vrije ruimte aan alle zijden .  Dek geen openingen van het apparaat af en blokkeer de openingen niet. 101  Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat de voedingskabel er in geval van nood ongecompliceerd uitgehaald kan worden.  De inbouw en montage van dit apparaat op niet stationaire plekken (bijvoorbeeld schepen) mogen alleen door vakzaken/vakmensen uitgevoerd worden, als ze de voorwaarden voor een veilig gebruik van dit apparaat garanderen. 43.5.2 Voorkomen van frequentiestoring Door het apparaat kunnen storingen bij radio’s, televisies of soortgelijke apparaten optreden. Door de volgende maatregelen kunnen storingen weggenomen of gereduceerd worden:  Reinig de deur en de afdichtingen van het apparaat.  Plaats de radio, de televisie, etc. op een zo groot mogelijke afstand van het apparaat.  Gebruik voor het apparaat een ander stopcontact, zodat het apparaat en de gestoorde ontvanger van verschillende stroomketens gebruik maken.  Gebruik een volgens de voorschriften geïnstalleerde antenne voor de ontvanger, om zo zeker te zijn van een goede ontvangst. 43.6 Elektrische aansluiting Voor een veilig en feilloos gebruik van het apparaat moeten bij de elektrische aansluiting de volgende aanwijzingen in acht genomen worden:  Controleer voor het aansluiten van het apparaat de aansluitingsgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de gegevens van uw stroomnet. Deze gegevens moeten overeenkomen, zodat het apparaat niet beschadigd kan raken. In geval van twijfel vraagt u een vakkundige elektricien.  Bij gebruik van een verlengsnoer mag voor aansluiting van het apparaat op het stroomnet alleen een uitgerold verlengsnoer van maximaal 3 meter lengte en een doorsnede van 1,5 mm² gebruikt worden. Het gebruik van een stekker of stekkerdoos met meerdere aansluitingen is vanwege het daarmee verbonden brandgevaar verboden.  Vergewis u er van dat de voedingskabel onbeschadigd is en niet onder de oven of over hete of scherpte oppervlakten gelegd is.  Het stopcontact moet beschermd zijn met een zekering of automatische schakelaar van 16 ampère.  De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen dan gegarandeerd wanneer het is aangesloten aan een reglementair geïnstalleerd systeem met aardkabels en veiligheidschakelaars. Laat u in geval van twijfel de huisinstallatie controleren door een erkende elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden, die door een gebrekkige of onderbroken aardingskabel veroorzaakt worden. 44 Opbouw en functie In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de opbouw en het functioneren van het apparaat. 102 44.1 Bedieningspaneel en display 1 On/Standby toets 2. Functietoets Tijd 3. Functietoets Temperatuur 4. Functietoets Vermogen 5 Function Functietoets - keuze van de directfuncties 6 Keuzetoets (+), energiestand (watt), temperatuur of duur kunnen worden verhoogd 7. Keuzetoets (-), reductie van de energiestand (watt), temperatuur of duur 8 Weergave van de gekozen instelling (display) 9 Directe functie Heat I – stand 1 10 Directe functie Heat II – stand 2 11 Directe functie Boil – stand 8 12 Directe functie Fry – stand 10 44.2 Aanwijzingen bij het apparaat Deze aanwijzing en het verschijnen van “H” in het display dient ter waarschuwing dat de keramische plaat heet kan zijn. De inductiekookplaat zelf ontwikkelt tijdens het kookproces echter geen warmte: de temperatuur van het kookgerei verwarmt echter de kookplaat! Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht, zodat u zich niet aan het hete apparaat verbrandt: VOORZICHTIG Gevaar door hete oppervlakte! ► De hete oppervlakte van het apparaat niet aanraken. Brandgevaar! (H verschijnt in display) ► Geen voorwerpen op de hete keramische plaat leggen . 44.3 Pieptonen Het apparaat geeft ter kennisgeving de volgende akoestische signalen af: TIP ► Het akoestische signaal houdt zo lang aan, totdat de fout hersteld is of het apparaat uitgezet wordt. Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk „Storingmeldingen“. 103 44.4 Thermische beveiliging bij oververhitting Het apparaat is uitgerust met een thermische beveiliging bij oververhitting. Wanneer binnenin de temperatuur de kritische grens overschrijdt, verschijnt in het display de bijbehorende code van de foutmelding (E05). Het apparaat schakelt uit veiligheidsoverwegingen het lopende programma uit. Na de afkoelfase kan het apparaat weer ingeschakeld worden. TIP ► Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk „Storingmeldingen“. 44.5 Typeplaatje Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. 45Bediening en gebruik In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen. 45.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten Bij een inductiekookplaat wordt de warmte niet door een verwarmingselement via de pan op de etenswaren overgedragen maar de benodigde warmte wordt m.b.v. inductiestromen direct in de pan gebracht. Een inductiespoel onder de glazen keramische kookplaat wekt een elektromagnetisch wisselveld op, dat door dringt in de glazen keramische kookplaat en in de bodem van de pan de warmte opwekkende stroom induceert. Voordelen van een inductiekookplaat  Energiezuinig koken door directe energieoverdracht op de pan.  Verhoogde veiligheid, doordat de energie alleen wordt overgedragen als er een pan op staat.  Energieoverdracht tussen inductiekookzones en panbodem met hoog rendement..  Hoge opwarmsnelheid  Gering verbrandingsgevaar omdat de kookoppervlakte alleen door de bodem van de pan wordt verwarmd.  Overgelopen etenswaren branden niet aan.  Snelle, lichte regeling van de energietoevoer. 45.2 Aanwijzingen voor kookgerei Het voor de inductiekookoppervlakte te gebruiken kookgerei moet uit metaal zijn, magnetische eigenschappen hebben en over voldoende vlakke bodemruimte beschikken. 104 Zo kunt u vaststellen of het kookgerei geschikt is: Stel vast of het kookgerei een aanwijzing bevat die duidt op koken met inductiestroom of voer de volgende magneettest uit :  Breng een magneet (bv. een magneet van een magneetbord) naar de bodem van uw pan. Wordt de magneet sterk aangetrokken, dan kunt u deze pan op de inductiekookoppervlakte gebruiken. De volgende tabel dient als houvast voor het kiezen van het juiste kookgerei:: Geschikt kookgerei Ongeschikt kookgerei Kookgerei met ferromagnetische (ijzerhoudende) bodem Kookgerei uit koper, aluminium, vuurvast glas en ander niet-metaal kookgerei Geëmailleerde pan of pot uit staal met een sterke onderkant Potten of pannen uit roestvrij staal zonder magnetische ijzerkern Gietijzeren pan of pot met geëmailleerde onderkant Potten of pannen die geen vlakke laag op de kookplaat hebben Pan of pot uit roestvrij staal met meerdere lagen, roestvrij ferriet staal resp. aluminium met een speciale onderkant Potten of pannen met een bodemdoorsnee kleiner dan 14 cm. en groter dan 24 cm. TIP ► Bij gebruik van inductiebestendigde pannen van enkele fabrikanten kunnen geluiden optreden, die terug te voeren zijn op de productiewijze van deze pannen. Let u ook op de volgende aanwijzingen voor het gebruik van geschikt kookgerei: VOORZICHTIG ► Gebruik uitsluitend pannen met een onderkant, geschikt voor inductie. ► Het maximale toegestane gewicht van alle pannen met inhoud mag de 6 kg. niet overschrijden. ► Voorzichtig bij het gebruik van lege au bain-marie pannen. Deze pannen kunnen ongemerkt leeg koken. Dat leidt tot beschadegingen aan de pan en de kookplaat. 45.3 Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING ► Het apparaat tijdens gebruik niet uit het oog verliezen, zodat er bij gevaren snel ingegrepen kan worden. ► Het apparaat niet tijdens het gebruik of met heet kookgerei van zijn plaats bewegen. ► Let er op dat het kookgerei in het midden van de kookplaat staat. Het mag niet op het bedieningspaneel of op de rand neergezet worden. 105 WAARSCHUWING ► Geen aluminiumfolie of metalen bladen op de oppervlakte van het apparaat leggen, om oververhitting te vermijden. ► Geen keukengereedschap uit metaal, potten- of pannendeksels, messen of andere voorwerpen uit metaal op de kookplaat leggen. Als het apparaat wordt ingeschakeld, kunnen deze voorwerpen verhit worden. ► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekookplaat ontwikkelt tijdens het koken zelf geen hitte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt echter de kookplaat. ► Houdt u de kookplaat en de onderkant van de pannen altijd droog en schoon. Als er vloeistof tussen de onderkant van de pan en de kookplaat komt, kan de vloeistof verdampen en door de ontstane druk kan de pan in de lucht vliegen. Kans op verwonding. TIP ► Schakel het apparaat na gebruik uit. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en zorgt u voor uw eigen veiligheid. ► Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de stekker uit het stopcontact te trekken. 45.4 Gebruik van het apparaat 45.4.1 Inschakelen  Stekker in een geschikt stopcontact steken.  Het display geeft de temperatuur van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan. Een akoestisch signaal weerklinkt. Alle LEDs lichten 1 seconde op. Het apparaat bevindt zich nu in de stand-by stand.  Geschikt kookgerei met te bereiden voedsel in het midden van de kookzone plaatsen(Ø 140 mm - 240 mm).  Om de inductiekookplaat in te schakelen drukt u nu op knop „On/Standby“. 45.4.2 Vermogens  Drukt u vervolgens op toets Functietoets Vermogen (Level). Die voorgeselecteerde kookstand „8“ wordt uitgekozen en het apparaat schakelt in.  Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling van 1-12 veranderen. Tip ► Bij het koken raden wij u aan, net als bij het traditionele fornuis, de vermogensstanden 1- 12 te gebruiken. 106 45.4.3 Temperatuur  Bij het instellen van de temperatuur drukt u op Functietoets Temperatuur (Temp), net zo lang tot de temperatuur 120°C knippert.  Interne thermometer: Wanneer de externe thermometer niet is aangesloten, kunt u met de keuzetoetsen + / - de instelling tussen 60 – 240°C wijzigen. (Temperatuurniveaus: 60, 70, 80, 90, 100, 120, 140, 160, 180, 200, 220 en 240°C).  De temperatuur wordt door een voeler onder de glaskeramische plaat gemeten. Hierdoor kan de getoonde temperatuur afwijken van de temperatuur in de pan. Tip ► Voor koken op enkele graden nauwkeurig raden we het gebruik van de bijgesloten, externe thermometer aan. ► Reinig de externe thermometer voor de ingebruikname. Externe thermometer – sturing van de temperatuur in de kookbak Tip ► Bevestig de houder aan de kookpan en steek de thermometer erdoorheen. Sluit de thermometer onderaan rechts aan het apparaat aan. Wanneer de thermometer is aangesloten, meet hij continu en regelt de temperatuur overeenkomstig de gekozen temperatuurinstelling. Na het begin van de verwarmingsprocedure wordt de actuele temperatuur op het display getoond. Wanneer u nog een keer kort op de toets Temp drukt, wordt de ingestelde streeftemperatuur weergeven.  De LED-temp brandt continu, wanneer de functie voor de sturing van de temperatuur in de kookbak is geselecteerd.  Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling tussen 40 – 160°C wijzigen. (Temperatuur : 40 - 160°C in stappen van 1°C) Externe thermometer – regeling van de gewenste kerntemperatuur van de voeding:  Sluit de thermometer onderaan rechts aan het apparaat aan. Druk 3 seconde lang op de toets Temp. De vooringestelde temperatuur van 65° C verschijnt op het display.  De LED Temp knippert, wanneer de functie voor de sturing van de kerntemperatuur is geselecteerd. Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling tussen 40 – 160°C wijzigen en zo de te bereiken kerntemperatuur regelen. (Temperatuur: 40 - 160°C in stappen van 1°C). Tip ► Bevestig de houder aan de kookpan en steek de thermometer erdoorheen. Let erop dat het snoer van de thermometer de kookpan niet aanraakt.  Steek dan pas de thermometer in het voedsel.  Door op toets Temp te drukken wordt de geselecteerde streeftemperatuur weergegeven en kan deze worden gewijzigd. 107  Zodra de gewenste streef-kerntemperatuur is bereikt, wordt de warmtetoevoer stopgezet en toont het apparaat „END“  U kunt de kooktijd bovendien via de timer sturen: a) Wanneer de gewenste kerntemperatuur is bereikt maar de ingestelde tijd (timer) is nog niet afgelopen, dan wordt de warmtetoevoer stopgezet en toont het apparaat „END“ b) Wanneer de ingestelde tijd (Timer) is bereikt, maar de gewenste kerntemperatuur nog niet is bereikt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.  U kunt door op toets Level te drukken omschakelen naar de prestatiemodus of met toets Function een directe functie kiezen, om het koken te beginnen.  Let u er op dat u de beide functies “vermogen” en “temperatuur” apart van elkaar kunt kiezen. U kunt òf met de keuze voor het vermogen òf met de temperatuurkeuze aan de slag. De laatst gekozen instelling is actief. Tip ► Aangezien bij braden met zeer weinig vet de temperatuur van de panbodem zeer snel oploopt en de grenswaarde van 270°C snel wordt bereikt, schakelt u bij braden om op de functie “temperatuur”. Hier ligt de hoogste temperatuur bij 240°C. 45.4.4 Timer  Timerfunctie: Functietoets Tijd (Timer) drukken. Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling van 1 – 180 minuten in minutentact instellen.  Is de tijd afgelopen, dan hoort u een akoestisch signaal en schakelt het apparaat automatisch in de standby stand. Tip ► Gedurende de looptijd van de timer kunt u de tijdsduur met behulp van de keuzetoetsen +/- elk moment veranderen. Door de geheugenfunctie van het apparaat blijft de instelling van de temperatuur / vermogen onveranderd. 45.4.5 Directfuncties  Schakel het inductiekookveld in met On/Standby en kies met de functietoets Function de gewenste directfunctie. Het desbetreffende lampje zal branden. Voorinstelling Directe functies Directe functie Instelling Heat I Stand 1 Heat II Stand 2 Boil Stand 8 Fry Stand 10  Via de knop Timer kunt u met de keuzetoetsen +/- de tijd aanpassen. 108 45.4.6 Uitschakelen  Als het apparaat uitgeschakeld wordt (via „On/Standby“), geeft het display de restwarmte van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan. Tip ► Kookgerei niet zonder inhoud op de keramische plaat zetten. Het verhitten van een lege pot of pan activeert de thermische beveiliging bij oververhitting en schakelt het apparaat uit. ► Het apparaat niet in gebruik nemen als het op een of andere manier beschadigd is of niet juist functioneert. ► Het gebruik van niet door de fabrikant aanbevolen asseccoires en vervangende onderdelen kan tot verwondingen en beschadigingen aan het apparaat leiden. 46Reiniging en onderhoud In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen. 46.1 Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de reiniging van het apparaat begint: ► De apparaat moet regelmatig gereinigd worden. Ook voedselresten moeten regelmatig verwijderd worden. Een niet in schone toestand gehouden apparaat heeft een negatief effect op de levensduur van het apparaat en kan leiden tot een gevaarlijke toestand van het apparaat als ook tot een aantasting van schimmels en bacteriën. ► Schakelt u de apparaat vóór het reinigen uit en trek de stekker uit het stopcontact. ► De kookplaat is na gebruik heet. Er is daardoor kans op verbranden! Wacht u totdat het apparaat is afgekoeld. ► Reinigt u de binnenkant na gebruik, zodra hij is afgekoeld. Te lang wachten verzwaart de reiniging onnodig en maakt het in extreme gevallen onmogelijk. Te sterke verontreinigingen kunnen onder omstandigheden het apparaat beschadigen. ► Als er vloeistof het apparaat binnendringt, kunnen elektronische componenten beschadigd raken. Let u er op dat er geen vloeistof door de ventilatiegleuven in het binnenste van het apparaat terecht komt. ► Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen en geen oplosmiddelen. ► Kras niet met een hard voorwerp over hardnekkige verontreinigingen. 109 46.2 Reiniging  Keramische kookplaat & en externe thermometer De keramische kookplaat en externe thermometer met een zachte, lichtvochtige doek of met een milde, niet schurende zeepoplossing schoonwissen.  De Frame en bedieningspaneel  Met een zachte, lichtvochtige doek. VOORZICHTIG ► Gebruikt u geen oploshoudende reinigingsmiddelen zoals bv. benzine, om de kunststof delen niet te beschadigen. 47Storingen verhelpen In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t. het lokaliseren van storingen en het verhelpen van storingen. Let u op de aanwijzingen om gevaren en beschadigingen te voorkomen. 47.1 Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG ► Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen uitgevoerd worden door gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is geschoold. ► Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan, evenals schaden aan het apparaat. 47.2 Storingmeldingen In het geval van een storing geeft het display een foutcode aan, die de oorzaak van de storing beschrijft. Foutcode Beschrijving E05 Overhettingbeveiliging: Verschijnt in het display de aanduiding „E05“ , dan betekent dit dat de oververhittingsbeveiliging geactiveerd wordt om het apparaat en het kookgerei te beschermen. Hij schakelt automatisch in zodra u de directe functie gekozen heeft en de temperatuur hoger ligt dan 270°C. Een in werking getreden thermische beveiliging bij oververhitting wordt door het uit het stopcontact trekken van de stekker teruggezet en het apparaat kan daarna weer gewoon gebruikt worden. TIP ► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan contact op met de klantendienst. 110 47.3 Oorzaken van storingen De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen Storing Geen aanduiding Mogelijke oorzaak Verhelpen Stekker er niet ingestopt Stekker erin steken Zekering niet ingeschakeld Zekering inschakelen TIP ► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan contact op met de klantendienst. 48Afvoer van het oude apparaat Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardvolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen, die voor hun functioneren en veiligheid noodzakelijk waren. In het huishoudelijk afval of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen de menselijke gezondheid en het milieu schade aanbrengen. Zet uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huishoudelijk vuil. Tip ► Maak gebruik van de in uw woonplaats voorhanden zijnde inzamelplek voor teruggave en verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten. Haal eventueel informatie bij uw gemeentehuis, de vuilnisophaaldienst of bij uw winkelier. ► Zorg ervoor dat uw oude apparaat tot het moment van transport op een kinderveilige plek wordt bewaard. 49 Garantie Voor dit product geven we vanaf de dag van aankoop 24 maanden garantie op gebreken, die te herleiden zijn tot productie- of materiaalfouten. Garantieclaims volgens §439 ff. BGB-E blijven hiervan van kracht. Onder de garantie vallen niet de schaden die door onjuiste behandeling of ingebruikname ontstaan zijn, zoals gebreken die de functie of de waarde van het apparaat slechts gering beïnvloeden. Verder zijn aan slijtage onderhevige onderdelen, transportschade zo lang wij deze niet te verantwoorden hebben, als ook schaden, die door niet door ons verrichtte reparaties ontstaan zijn, uitgesloten van aanspraak op garantieclaim. Dit apparaat is vervaardigd voor huishoudelijk gebruik (kleinverbruik) en voorzien van een overeenkomstig vermogen. Een eventueel gebruik voor bedrijfsdoeleinden valt alleen onder de garantie, als de mate van gebruik te vergelijken is met het gebruik in een particulier kleinhuishouden. Het is niet voor de verdere bedrijfsdoeleinden bestemd. Bij rechtmatige reclamaties zullen wij het defecte apparaat naar ons bevinden repareren of tegen een apparaat vrij van gebreken omwisselen. Zichtbare defecten moeten binnen 14 dagen na levering aangetoond worden. Verdere claims zijn uitgesloten. Stelt u zich voor het indienen van een garantieclaim en het terugsturen van uw apparaat via onderstaand adres (altijd met bewijs van koop!) met ons in verbinding. 111 50 Technische gegevens Apparaat Inductiekookplaat Model TC 2100 Thermo Control (2223) Aansluitgegevens 230 V; 50 Hz 2100 W Vermogensopname Standby “volgens ErP niveau 2” Temperatuurbereik 60°C – 240 °C (internet thermometer) 40°C – 160 °C (externe thermometer) Afmetingen buitenkant (B/H/D) 280 x 60 x 370 mm Netto gewicht 2,23 kg 112
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Caso TC 2100 Thermo Control Handleiding

Type
Handleiding