19
Hamerboren (Fig. 14)
Zet de wijzer van de wisselhefboom tegenover het h
symbool. Plaats de punt van de boor op de plaats waar
geboord moet worden en druk dan de trekschakelaar in.
Forceer de machine niet. Een lichte druk geeft de beste
resultaten. Houd de machine stevig op zijn plaats en zorg
dat deze niet uit het boorgat wegslipt.
Oefen geen grotere druk uit op de machine wanneer het
gat vol raakt met boorspanen of gruis. Laat in plaats
daarvan de machine onbelast draaien en verwijder deze
uit het gat. Door dit enkele keren te herhalen wordt het
gat gezuiverd.
LET OP:
Wanneer de boor door het beton heenkomt of op betonij-
zer stuit, kan de machine gevaarlijk vooruit- of terug-
schieten. Bewaar daarom tijdens het boren een goede
balans en een stevige steun voor de voeten, en houd de
machine met beide handen stevig vast.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer wordt geaktiveerd wanneer een
bepaald koppel wordt bereikt. De motor wordt dan ont-
koppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
Schakel de machine uit zodra de koppelbegrenzer wordt
geaktiveerd. Hierdoor wordt vroegtijdige slijtage van de
machine voorkomen.
Beitelen/Afbikken/Slopen (Fig. 15)
Zet de wijzer van de wisselhefboom tegenover het
g
symbool. Houd de machine met beide handen stevig
vast. Schakel de machine in en oefen niet meer druk uit
op de machine dan nodig is om deze onder controle te
houden. Door grote kracht op de machine uit te oefenen
verloopt het werk niet sneller.
Dieptemaat (Fig. 16)
De dieptemaat is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Draai de klemschroef los, stel de diepte-
maat af op de gewenste diepte, en draai dan de klem-
schroef weer stevig vast.
OPMERKING:
De dieptemaat kan niet worden gebruikt in de positie
waar deze tegen het tandwielhuis/motorhuis aanstoot.
Controlelampje (Fig. 17)
Het groene spanning-INGESCHAKELD controlelampje
gaat aan wanneer de machine wordt INGESCHAKELD.
Indien het controlelampje brandt maar de machine niet
start, zijn de koolborstels mogelijk versleten of is er een
defekt in de elektrische keten of de motor. Indien het con-
trolelampje niet aangaat en de machine niet start, is de
AAN/UIT schakelaar of het netsnoer mogelijk defekt.
Het rode slijtage-controlelampje gaat aan wanneer de
koolborstels bijna versleten zijn, om aan te geven dat de
machine een onderhoudsbeurt nodig heeft. Na ongeveer
8 gebruiksuren zal de motor automatisch afslaan.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 18 en 19)
Wanneer de koolborstels aan vervanging toe zijn, wordt
de machine automatisch uitgeschakeld. Wanneer dit
gebeurt, gaat u als volgt te werk. Draai de borgschroeven
van de borstelhouderkap los en verwijder de borstelhou-
derkap. Vervang dan beide koolborstels tegelijkertijd.
Gebruik uitsluitend identieke koolborstels.
Smeren
Deze machine hoeft niet om het uur of dagelijks te wor-
den gesmeerd, aangezien zij voorzien is van een met vet
gevuld smeersysteem. Smeer de machine telkens wan-
neer de koolborstels worden vervangen.
Laat de machine enkele minuten warmdraaien. Schakel
dan de machine uit en trek de stekker uit het stopkontakt.
Draai de zes schroeven los en verwijder de handgreep.
Let erop dat de bovenste schroeven verschillen van de
andere schroeven. (Fig. 20)
Trek aan de connector om deze los te maken. (Fig. 21)
Verwijder de carterdop met behulp van een zeskantsleu-
tel. (Fig. 22)
Plaats de machine op een tafel met de boorpunt naar
boven, zodat het oude smeervet in het carter wordt ver-
zameld. Verwijder dit oude smeervet en vervang het door
vers smeervet (60 g). Gebruik uitsluitend origineel Makita
smeervet voor hamermechanismen (los verkrijgbaar).
Indien u meer dan de voorgeschreven hoeveelheid
smeervet (ongeveer 60 g) bijvult, kunnen storingen
optreden in het hameren of in de werking van de
machine. Vul daarom niet meer smeervet bij dan de voor-
geschreven hoeveelheid. Breng de carterdop weer aan
en draai deze vast met de zeskantsleutel. (Fig. 23)
Sluit de connector aan en breng de handgreep opnieuw
aan. (Fig. 24)
LET OP:
• Pas op dat u de aansluitklemmen of de leidingdraden
niet beschadigt. Wees vooral voorzichtig tijdens het
verwijderen van het oud smeervet en het aanbrengen
van de handgreep.
• Draai de carterdop niet te vast aan. Deze is gemaakt
van hars en is derhalve breekbaar.
Opdat de machine veilig en betrouwbaar blijft, dienen alle
reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitge-
voerd bij een erkend Makita service centrum.