23
Hamerboren (Fig. 15)
LET OP:
Wanneer de boor door het beton heenkomt of op betonij-
zer stuit, kan de machine gevaarlijk vooruit- of terug-
schieten. Bewaar daarom tijdens het boren een goede
balans en een stevige steun voor de voeten, en houd de
machine met beide handen stevig vast.
Zet de wisselhefboom en de schakelhefboom in de
h
positie. Plaats de punt van de boor op de plaats waar
geboord moet worden en druk dan de trekschakelaar in.
Forceer de machine niet. Een lichte druk geeft de beste
resultaten. Houd de machine stevig op zijn plaats en zorg
dat deze niet uit het boorgat wegslipt.
Oefen geen grotere druk uit op de machine wanneer het
gat vol raakt met boorspanen of gruis. Laat in plaats
daarvan de machine onbelast draaien en verwijder deze
uit het gat. Door dit enkele keren te herhalen wordt het
gat gezuiverd.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer wordt geaktiveerd wanneer een
bepaald koppel wordt bereikt. De motor wordt dan ont-
koppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
Schakel de machine uit zodra de koppelbegrenzer wordt
geaktiveerd. Hierdoor wordt vroegtijdige slijtage van de
machine voorkomen.
Beitelen/Afbikken/Slopen (Fig.16)
Zet de wisselhefboom en de schakelhefboom in de
g
positie. Houd de machine met beide handen stevig vast.
Schakel de machine in en oefen niet meer druk uit op de
machine dan nodig is om deze onder controle te houden.
Door grote kracht op de machine uit te oefenen verloopt
het werk niet sneller.
Boren (Fig. 17)
Gebruik de los verkrijgbare boorkopmontage. Om deze
te monteren, zie “Aanbrengen of verwijderen van de
boor” op de vorige pagina. U kunt nu boren tot een dia-
meter van maximaal 13 mm in metaal en een diameter
van maximaal 30 mm in hout.
Zet de wisselhefboom en de schakelhefboom in de
positie.
• Boren in hout
Voor boren in hout krijgt u de beste resultaten met
houtboren die voorzien zijn van een geleideschroef.
Het boren gaat dan gemakkelijker aangezien de gelei-
deschroef de boor in het hout trekt.
• Boren in metaal
Wanneer u begint te boren, gebeurt het vaak dat de
boor slipt. Om dit te voorkomen, slaat u van tevoren
met een drevel een deukje in het metaal op de plaats
waar u wilt boren. Plaats vervolgens de boor in het
deukje en start het boren.
Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De
enige uitzonderingen is koper dat droog geboord dient
te worden.
LET OP:
• Door overmatige druk op het gereedschap uit te oefe-
nen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, teveel
druk op het gereedschap zal alleen maar de boorpunt
beschadigen, de prestatie van het gereedschap ver-
minderen en de gebruiksduur verkorten.
• Gebruik nooit “roteren met hameren” wanneer de boor-
kop op het gereedschap is gemonteerd. De boorkop
kan hierdoor namelijk beschadigd raken.
Dieptemaat (Fig. 18)
De dieptemaat is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Draai de klemschroef los, stel de diepte-
maat af op de gewenste diepte, en draai dan de klem-
schroef weer stevig vast.
OPMERKING:
De dieptemaat kan niet worden gebruikt in de positie
waar deze tegen het tandwielhuis/motorhuis aanstoot.
Controlelampje (Fig. 19)
Het groene spanning-INGESCHAKELD controlelampje
gaat aan wanneer de machine wordt INGESCHAKELD.
Indien het controlelampje brandt maar de machine niet
start, zijn de koolborstels mogelijk versleten of is er een
defekt in de elektrische keten of de motor. Indien het con-
trolelampje niet aangaat en de machine niet start, is de
AAN/UIT schakelaar of het netsnoer mogelijk defekt.
Het rode slijtage-controlelampje gaat aan wanneer de
koolborstels bijna versleten zijn, om aan te geven dat de
machine een onderhoudsbeurt nodig heeft. Na ongeveer
8 gebruiksuren zal de motor automatisch afslaan.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 20 en 21)
Wanneer de koolborstels aan vervanging toe zijn, wordt
de machine automatisch uitgeschakeld. Wanneer dit
gebeurt, gaat u als volgt te werk. Verwijder de borg-
schroeven van de borstelhouderkap en verwijder de bor-
stelhouderkap en dop van koolborstelhouder. Vervang
dan beide koolborstels tegelijkertijd. Gebruik uitsluitend
identieke koolborstels.
Smeren
Deze machine hoeft niet om het uur of dagelijks te wor-
den gesmeerd, aangezien zij voorzien is van een met vet
gevuld smeersysteem. Smeer de machine telkens wan-
neer de koolborstels worden vervangen.
Laat de machine enkele minuten warmdraaien. Schakel
dan de machine uit en trek de stekker uit het stopkontakt.
Draai de zes schroeven los en verwijder de handgreep.
Let erop dat de bovenste schroeven verschillen van de
andere schroeven. (Fig.22)
Trek aan de aansluitklem om deze los te maken. (Fig. 23)
Verwijder de carterdop met behulp van een zeskantsleu-
tel. (Fig. 24)
Plaats de machine op een tafel met de boorpunt naar
boven, zodat het oude smeervet in het carter wordt ver-
zameld. Verwijder dit oude smeervet en vervang het door
vers smeervet (30 g). Gebruik uitsluitend origineel Makita
smeervet voor hamermechanismen (los verkrijgbaar).
Indien u meer dan de voorgeschreven hoeveelheid
smeervet (ongeveer 30 g) bijvult, kunnen storingen
optreden in het hameren of in de werking van de
machine. Vul daarom niet meer smeervet bij dan de voor-
geschreven hoeveelheid. Breng de carterdop weer aan
en draai deze vast met de zeskantsleutel. (Fig. 25)
Sluit de aansluitklem aan en breng de handgreep
opnieuw aan. (Fig. 26)