• De netaansluiting staat onder stroom
• Schakel de stroomtoevoer naar de net-
aansluiting uit.
• Garandeer de bescherming tegen aanra-
king door een vakkundige inbouw
• Loszittende en onvakkundig aangebrach-
te stekkerverbindingen kunnen overver-
hitting van de aansluiting veroorzaken.
• Laat de klemaansluitingen correct instal-
leren door een gekwalificeerde elektricien
• Zorg ervoor dat het snoer niet wordt be-
last door trekken
• Gebruik de juiste voedingskabel en ver-
vang de beschadigde voedingskabel voor
een juiste kabel. Neem contact op met
een klantenservice bij u in de buurt.
Het apparaat moet met een poolschakelaar
op een elektrisch circuit zijn aangesloten,
met een contactopening van minstens 3
mm, zodat het apparaat te allen tijde uitge-
schakeld kan worden. U dient gebruik te
maken van de juiste isolatie-toestellen:
stroomonderbrekers, zekeringen (schroef-
zekeringen moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekstrips en contacten.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel aan personen of huisdieren
of schade aan eigendom veroorzaakt
door het niet opvolgen van de volgende
vereisten.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Aard het apparaat volgens de veiligheids-
maatregelen.
• Zorg ervoor dat het nominale voltage en
het type vermogen op het typeplaatje
overeenkomen met het voltage en het
vermogen van de stroomvoorziening in
uw woning.
• Dit apparaat wordt geleverd met een net-
snoer. Dit moet zijn voorzien van een ge-
schikte stekker, die geschikt is voor de
belasting die vermeld is op het identifica-
tieplaatje. De stekker moet in een ge-
schikt stopcontact worden gestoken.
• Alle elektrische onderdelen moeten wor-
den geïnstalleerd of worden vervangen
door een technicus van de service-afde-
ling of door gekwalificeerd onderhouds-
personeel.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het appa-
raat los te koppelen. Trek altijd aan de
stekker.
• Het apparaat moet niet worden aange-
sloten op een verlengsnoer, een adapter
of een meervoudige aansluiting (brandge-
vaar). Controleer of de aarding conform
de normen en regelgeving is.
• De stroomkabel moet zo worden ge-
plaatst dat er geen contact wordt ge-
maakt met een heet oppervlak.
• Sluit het apparaat op de netvoeding aan
met behulp van een voorziening waarmee
het apparaat kan worden losgekoppeld
van de alle polen van de netvoeding, met
een contactopening van minimaal 3 mm
breed, b.v. een automatische bescher-
mende stroomonderbreker, aardlekscha-
kelaars of een zekering.
• Geen enkel deel van de aansluitkabel
mag een temperatuur van 90°C bereiken.
De blauwe neutrale draad moet worden
aangesloten op de eindklem gemarkeerd
met "N". De bruine (of zwarte) fasedraad
(gemonteerd in het contact van de eind-
klem gemarkeerd met "L") moet altijd
worden aangesloten op de fase van het
voedingsnet.
Vervanging van het aansluitsnoer
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen
alleen het type H05V2V2-F T90 of een ge-
lijksoortig type. Zorg ervoor dat de door-
snede van het snoer geschikt is voor het
voltage en de bedrijfstemperatuur. De geel/
groene aardedraad moet ongeveer 2 cm
langer zijn dan de bruine (of zwarte) fase-
draad.
Montage
40-50 mm
55 mm
30 mm
min. 650 mm
490 mm
min. 100 mm
600 mm
270 mm
4 electrolux