Electrolux EHH3320NVK Handleiding

Categorie
Meten
Type
Handleiding
EHH3320NVK
NL Kookplaat Gebruiksaanwijzing 2
DE Kochfeld Benutzerinformation 20
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................7
4. DAGELIJKS GEBRUIK.......................................................................................9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................11
6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................ 13
7. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................13
8. MONTAGE .......................................................................................................16
9. TECHNISCHE GEGEVENS............................................................................. 18
10. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................19
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
www.electrolux.com2
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
op te passen dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
of onder permanent toezicht.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS 3
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
www.electrolux.com4
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad
en de voorkant van de onderste unit.
De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een
adequate ventilatieruimte.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een
elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
NEDERLANDS 5
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
www.electrolux.com6
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
2.6 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
145 mm
210 mm
1
1
2
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
3.2 Bedieningspaneel lay-out
1 2 3 4 5 6
78910
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 7
Tip‐
toets
Functie Opmerking
2
Toetsblokkering / Het kin‐
derslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in‐
stelt.
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
- Om de kookzone te selecteren.
8
/
- De tijd verlengen of verkorten.
9
/
- Het instellen van de kookstand.
10
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
3.3 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
- / -
De kookzone wordt gebruikt.
De stip betekent een niveauverandering van half zoveel warmte.
STOP+GO-functie is in werking.
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei
op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
www.electrolux.com8
3.4 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte direct
in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
, 1 - 2
6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
4.3 De kookstand
aanraken om te verhogen.
aanraken om te verlagen. Raak en
tegelijkertijd aan om de kookzone uit te
schakelen.
4.4 Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan
naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak
aan ( gaat
aan). Raak direct aan ( gaat
branden). Raak direct aan tot de
correcte warmte-instelling gaat branden.
Na 3 seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: Raak aan.
4.5 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
NEDERLANDS 9
De functie kan slechts een beperkte tijd
voor de inductiekookzone worden
ingeschakeld. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat
branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
of aan.
4.6 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen of de
tijd te wijzigen: raak of van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak aan.
Raak
of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
4.7 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.8 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
www.electrolux.com10
4.9 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met
. Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
Om de functie uit te schakelen:
schakel de kookplaat in met . Stel
geen kookstand in. Raak 4 seconden
aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat
uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in
binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat
uitschakelt met , treedt de functie weer
in werking.
4.10 Vermogensbeheer-functie
Alle kookzones zijn aangesloten op
één fase. Zie afbeelding.
De fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
NEDERLANDS 11
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
5.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
5.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de kookstand en de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met de
toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone
met de medium kookstand minder dan
de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2. Hollandaisesaus, smelten:
boter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2. Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
2. - 3. Zachtjes aan de kook bren‐
gen van rijst en gerechten op
melkbasis, reeds bereide ge‐
rechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal
zoveel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren.
3. - 4. Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht
toevoegen.
4. - 5. Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4. - 5. Bereiden van grotere hoe‐
veelheden voedsel, stoof‐
schotels en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingre‐
diënten.
www.electrolux.com12
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
5. - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees,
koteletten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren, pannen‐
koeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidings‐
tijd omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, op‐
gebakken aardappelen, len‐
denbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidings‐
tijd omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is
geactiveerd.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
6.2 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 13
7.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet
inschakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aan‐
gesloten op een stopcon‐
tact of is niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg
het aansluitingsschema.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt
u contact op met een er‐
kende installateur.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tip‐
toetsen tegelijk aange‐
raakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan.
STOP+GO Functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of er zitten
vetspatten op het bedie‐
ningspaneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Er klinkt een geluidssig‐
naal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluids‐
signaal als de kookplaat uit
staat.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van
restwarmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, om‐
dat hij slechts kortstondig
is gebruikt.
Als het lang duurt alvorens
de zone voldoende heet is,
neem dan contact op met
de klantenservice.
De automatische opwarm‐
functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende
afkoelen.
De hoogste verwarmings‐
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand
heeft hetzelfde vermogen
als de functie.
De kookstand schakelt tus‐
sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk‐
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
www.electrolux.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De tiptoetsen worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste zones indien
mogelijk.
gaat branden.
De automatische uitscha‐
keling is in werking getre‐
den.
Schakel de kookplaat uit
en weer in.
gaat branden.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookge‐
rei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bo‐
dem van het kookgerei is
te klein voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni‐
sche informatie'.
en een getal gaan bran‐
den.
Er is een fout in de kook‐
plaat opgetreden.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroom‐
toevoer. Maak de zekering
los in de meterkast van het
huis. Sluit het apparaat op‐
nieuw aan. Als weer
gaat branden, neem dan
contact op met de klanten‐
service.
gaat branden.
Er is een storing opgetre‐
den in de kookplaat, omdat
er kookgerei is droogge‐
kookt. Automatische uit‐
schakeling en de overver‐
hittingsbescherming voor
de zones zijn in werking
getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookge‐
rei. Schakel na ongeveer
30 seconden de zone op‐
nieuw in. Als het probleem
lag bij het kookgerei, ver‐
dwijnt het foutbericht. Het
indicatielampje van rest‐
warmte kan blijven bran‐
den. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Con‐
troleer of uw kookgerei ge‐
schikt is voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
NEDERLANDS 15
7.2 Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
7.3 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
IP20
0049
A B C
A. Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van
toepassing).
B. Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van
toepassing).
C. Plak het op het instructieboekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
8.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
www.electrolux.com16
8.3 Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T
min. 90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
8.4 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden
uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand van
de keramische plaat. Rek het
afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat
de uiteinden van de afdichtstrip zich
in het midden van een van de zijden
van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
8.5 Montage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
NEDERLANDS 17
270
+1
mm
R 5mm
min.
55mm
490
+1
mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenvoor 2300 3700 10 180 - 210
Middenachter 1400 2500 4 125 - 145
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in
de tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
www.electrolux.com18
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014
Modelidentificatie EHH3320NVK
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 2
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzo‐
nes (Ø)
Middenvoor
Middenachter
21,0 cm
14,5 cm
Energieverbruik per kook‐
zone (EC electric coo‐
king)
Middenvoor
Middenachter
176,9 Wh / kg
178,1 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric
hob)
177,5 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 19

Documenttranscriptie

EHH3320NVK NL DE Kookplaat Kochfeld Gebruiksaanwijzing Benutzerinformation 2 20 2 www.electrolux.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................7 4. DAGELIJKS GEBRUIK.......................................................................................9 5. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................11 6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................ 13 7. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................13 8. MONTAGE .......................................................................................................16 9. TECHNISCHE GEGEVENS............................................................................. 18 10. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................19 WE DENKEN AAN U Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registerelectrolux.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. NEDERLANDS 3 Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. 1.2 Algemene veiligheid • • • WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. 4 www.electrolux.com • • • • • • • • • Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken. LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan. WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. NEDERLANDS • • • • • • • • • • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte. 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • • • • • • • • • • • • • • • 5 Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. Gebruik de juiste stroomkabel. Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het 6 www.electrolux.com isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • • • • • • • • • • • • • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. Vertrouw niet alleen op de pandetector. Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • • • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • • • • • • • • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat. Laat kookgerei niet droogkoken. Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat. Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.4 Onderhoud en reiniging • • • • • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, NEDERLANDS oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • • 2.5 Verwijdering 2.6 Servicedienst WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 1 Inductiekookzone 2 Bedieningspaneel 1 145 mm 1 210 mm 2 3.2 Bedieningspaneel lay-out 1 2 3 4 10 9 5 8 6 7 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tip‐ toets 1 Functie Opmerking AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 7 8 www.electrolux.com Tip‐ toets Functie Opmerking 2 Toetsblokkering / Het kin‐ Het bedieningspaneel vergrendelen/ derslot ontgrendelen. 3 STOP+GO De functie in- en uitschakelen. - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd in‐ stelt. - Timerdisplay De tijd in minuten weergeven. - Om de kookzone te selecteren. / - De tijd verlengen of verkorten. / - Het instellen van de kookstand. Powerfunctie De functie in- en uitschakelen. 4 5 6 7 8 9 10 3.3 Kookstanddisplays Display Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. - / - De kookzone wordt gebruikt. De stip betekent een niveauverandering van half zoveel warmte. STOP+GO-functie is in werking. Automatisch opwarmen-functie is in werking. Powerfunctie is in werking. + cijfer Er is een storing. Er is nog een kookzone heet (restwarmte). Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Automatisch uitschakelen-functie is in werking. NEDERLANDS 3.4 Restwarmte-indicatie WAARSCHUWING! Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Kookstand 4.1 In- of uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 4.2 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • • • • • • alle kookzones zijn uitgeschakeld. u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd branden en wordt de gaat kookplaat uitgeschakeld. De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: 9 De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. ,1-2 De kookplaat wordt uitgescha‐ keld na 6 uur 3-4 5 uur 5 4 uur 6-9 1,5 uur 4.3 De kookstand aanraken om te verhogen. aanraken om te verlagen. Raak en tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen. 4.4 Automatisch opwarmen Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone in aan ( te schakelen: raak aan). Raak direct aan ( gaat gaat aan tot de branden). Raak direct correcte warmte-instelling gaat branden. Na 3 seconden gaat branden. De functie uitschakelen: Raak aan. 4.5 Powerfunctie Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. 10 www.electrolux.com De functie kan slechts een beperkte tijd voor de inductiekookzone worden ingeschakeld. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. Om de functie voor een kookzone te activeren: raak branden. aan. gaat Om de functie uit te schakelen: raak of aan. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display toont De functie inschakelen: raak Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie. Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Om de functie in te schakelen of de tijd te wijzigen: raak of van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Resterende tijd weergeven:selecteer aan. of van de timer aan om de Raak tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Het geluidssignaal stopzetten: raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. 4.6 Timer Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie. . 4.7 STOP+GO Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand. Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen. De functie stopt de timerfunctie niet. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan. 4.8 Toetsblokkering de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. De functie uitschakelen: stel de Stel eerst de kookstand in. kookzone in met en raak aan. De resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Om de functie in te schakelen: raak Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: raak aan. aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. NEDERLANDS 4.9 Het kinderslot • Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt. • Om de functie in te schakelen: schakel • de kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Schakel de kookplaat uit met . • • Om de functie uit te schakelen: schakel de kookplaat in met geen kookstand in. Raak aan. uit met 11 De fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W. De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones. De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones de 3700 W overschrijdt. De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones. Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. . Stel 4 seconden gaat aan. Schakel de kookplaat . De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan gaat aan. Raak 4 met . seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt met in werking. , treedt de functie weer 4.10 Vermogensbeheer-functie • Alle kookzones zijn aangesloten op één fase. Zie afbeelding. 5. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Kookgerei Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als: • • een beetje water kookt snel op een zone die ingesteld is op de hoogste instelling. een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van de pannen Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan. 12 www.electrolux.com De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. 5.2 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • • • krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie). fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt. Kookstand Gebruik om: • klikken: er treedt elektrische schakeling op. • sissen, zoemen: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken. 5.3 Voorbeelden van kooktoepassingen De relatie tussen het stroomverbruik van de kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhou‐ zoals den. nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1 - 2. Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen. 1 - 2. Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 - 40 Met deksel bereiden. 2. - 3. Zachtjes aan de kook bren‐ 25 - 50 gen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide ge‐ rechten opwarmen. Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 3. - 4. Stomen van groenten, vis en 20 - 45 vlees. Een paar eetlepels vocht toevoegen. 4. - 5. Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 4. - 5. Bereiden van grotere hoe‐ veelheden voedsel, stoof‐ schotels en soepen. 60 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre‐ diënten. -1 NEDERLANDS Kookstand Gebruik om: Tijd (min) 5. - 7 Lichtjes braden: kalfsoester, zoals cordon bleu van kalfsvlees, nodig koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannen‐ koeken, donuts. Halverwege de bereidings‐ tijd omdraaien. 7-8 Door-en-door gebraden, op‐ gebakken aardappelen, len‐ denbiefstukken, steaks. Halverwege de bereidings‐ tijd omdraaien. 9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. 5 - 15 13 Tips Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd. 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Algemene informatie • • • • • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Gebruik altijd pannen met een schone bodem. Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. 6.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie, suiker en 7. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. • • suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn. 14 www.electrolux.com 7.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen. De kookplaat is niet aan‐ gesloten op een stopcon‐ tact of is niet goed geïn‐ stalleerd. Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het elektriciteitsnet. Raadpleeg het aansluitingsschema. De zekering is doorgesla‐ gen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een er‐ kende installateur. Schakel de kookplaat op‐ nieuw in en stel de kook‐ stand binnen 10 seconden in. U hebt twee of meer tip‐ toetsen tegelijk aange‐ raakt. Raak slechts één tiptoets tegelijk aan. STOP+GO Functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of er zitten vetspatten op het bedie‐ ningspaneel. Reinig het bedieningspa‐ neel. Er klinkt een geluidssig‐ U hebt een of meer tiptoet‐ Verwijder het voorwerp van naal en de kookplaat wordt sen afgedekt. de tiptoetsen. uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluids‐ signaal als de kookplaat uit staat. De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets geplaatst. Verwijder het object van de tiptoets. Het indicatielampje van restwarmte gaat niet aan. De zone is niet heet, om‐ dat hij slechts kortstondig is gebruikt. Als het lang duurt alvorens de zone voldoende heet is, neem dan contact op met de klantenservice. De automatische opwarm‐ functie start niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen. De hoogste verwarmings‐ stand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De kookstand schakelt tus‐ De Powerfunctie is in werk‐ Raadpleeg het hoofdstuk sen twee kookstanden. ing. 'Dagelijks gebruik'. NEDERLANDS 15 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of Plaats groter kookgerei op staat te dicht bij het bedie‐ de achterste zones indien ningspaneel. mogelijk. gaat branden. De automatische uitscha‐ keling is in werking getre‐ den. Schakel de kookplaat uit en weer in. gaat branden. Het kinderbeveiliging of de vergrendelfunctie is actief. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. Er staat geen kookgerei op Zet kookgerei op de zone. de zone. Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookge‐ rei. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. De diameter aan de bo‐ dem van het kookgerei is te klein voor de zone. en een getal gaan bran‐ Er is een fout in de kook‐ plaat opgetreden. den. Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Techni‐ sche informatie'. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroom‐ toevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat op‐ nieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klanten‐ service. gaat branden. Er is een storing opgetre‐ den in de kookplaat, omdat er kookgerei is droogge‐ kookt. Automatische uit‐ schakeling en de overver‐ hittingsbescherming voor de zones zijn in werking getreden. Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookge‐ rei. Schakel na ongeveer 30 seconden de zone op‐ nieuw in. Als het probleem lag bij het kookgerei, ver‐ dwijnt het foutbericht. Het indicatielampje van rest‐ warmte kan blijven bran‐ den. Laat het kookgerei voldoende afkoelen. Con‐ troleer of uw kookgerei ge‐ schikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. 16 www.electrolux.com 7.2 Als u het probleem niet kunt oplossen... van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik A 7.3 Labels meegeleverd in de zak met accessoires Bevestig de stickers zoals hieronder weergegeven: B MOD. MOD. PROD.NO. PROD.NO. SER.NO SER.NO DATA DATA C MOD. PROD.NO. SER.NO. 0049 TYPE IP20 03 IT MADE IN ITALY A. Plak het op de garantiekaart en verstuur dit deel (indien van toepassing). B. Plak het op de garantiekaart en bewaar dit deel (indien van toepassing). C. Plak het op het instructieboekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Model ....................................... Productnummer (PNC) ........................................ Serienummer ........................... 8.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. NEDERLANDS 8.3 Aansluitkabel • • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T min. 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.4 De afdichting bevestigen 1. Reinig het werkblad rond de plek waar het gat moet worden uitgezaagd. 8.5 Montage min. 500mm min. 50mm min. 2mm min. 2 mm A min. 2 mm B 57 mm 41 mm 31 mm B > 20 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm A B < 20 mm 17 2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden. 3. Tel een paar mm bij de af te knippen lengte van de afdichtstrip. 4. Duw de twee uiteinden van de afdichtstrip samen. min 30 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm B 57 mm 41 mm 31 mm 18 www.electrolux.com min. 38 mm min. 2 mm R 5mm min. 55mm 490+1mm 270+1mm min. 12 mm min. 2 mm 9. TECHNISCHE GEGEVENS 9.1 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal ver‐ Powerfunctie mogen (max [W] warmte-instel‐ ling) [W] Powerfunctie maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Middenvoor 2300 3700 10 180 - 210 Middenachter 1400 2500 4 125 - 145 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. NEDERLANDS 19 10. ENERGIEZUINIGHEID 10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014 Modelidentificatie EHH3320NVK Type kooktoestel Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 2 Verwarmingstechnologie Inductie Diameter ronde kookzo‐ nes (Ø) Middenvoor Middenachter 21,0 cm 14,5 cm Energieverbruik per kook‐ Middenvoor zone (EC electric coo‐ Middenachter king) 176,9 Wh / kg 178,1 Wh / kg Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 177,5 Wh / kg EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie 10.2 Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. • • • • • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert. Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones. Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone. Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. 11. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Electrolux EHH3320NVK Handleiding

Categorie
Meten
Type
Handleiding

in andere talen