Electrolux EHF3320NOK Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................. 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK.........................................................................................8
5. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 10
6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................... 11
7. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................11
8. MONTAGE ........................................................................................................14
9. TECHNISCHE INFORMATIE.............................................................................. 15
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat
jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt. Model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door
een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het
apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen
niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
www.electrolux.com4
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
NEDERLANDS
5
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op het
kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
120/180
mm
120/180
mm
145 mm
1
1
2
1
Kookzone
2
Bedieningspaneel
www.electrolux.com6
3.2 Indeling Bedieningspaneel
1 2 4 5 63
7810 9
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets -functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / De
kinderbeveiliging
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
/
- Het instellen van de kookstand.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in-
stelt.
6
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
7
- Kookzone selecteren:
8
/
- De tijd verlengen of verkorten.
9
- Het in- en uitschakelen van de buitenste
ring.
10
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
3.3 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
NEDERLANDS
7
Display Beschrijving
Toetsblokkering /De kinderbeveiliging-functie is in werking.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
3.4 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld. Zie hieronder.
De verhouding tussen warmte-
instelling en tijden van de functie:
• , 1 - 2— 6 uur
• 3 - 4— 5 uur
• 5 — 4 uur
• 6 - 9— 1,5 uur
4.3 De kookstand
aanraken om te verhogen.
aanraken om te verlagen. Raak en
tegelijkertijd aan om de kookzone uit te
schakelen.
4.4 In- en uitschakelen van de
buitenste ringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de pannen.
Tiptoets gebruiken:
Om de buitenste ring in te schakelen:
raak de tiptoets aan. Het controlelampje
gaat branden.
Om de buitenste ring uit te schakelen:
raak de tiptoets aan tot het indicatielampje
uit gaat.
4.5 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik deze functie om in te stellen hoe
lang de kookzone voor alleen deze keer
wordt gebruikt.
Stel eerst de kookzone in, dan de
functie. U kunt de kookstand voor of na
het instellen van de functie selecteren.
Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
Om de functie te activeren of de tijd te
wijzigen: raak
of van de timer aan
www.electrolux.com8
om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten).
Als het lampje van de kookzone langzaam
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van
de kookzone gaat sneller knipperen. Op
het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met
en raak aan. De
resterende tijd telt af tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten:
Raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan
om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
4.6 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.7 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones werken. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat aan voor 4 seconden.De
timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat
uitschakelt, stopt deze functie
ook.
4.8 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet werkt de functie weer.
NEDERLANDS
9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of kopperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische kookplaat.
5.2 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
• Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
• De bodems van de pannen en
kookzones dienen dezelfde afmeting te
hebben.
5.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Tempera-
tuurinstel-
ling
Te gebruiken voor: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten:
boter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden
2 - 3 Zachtjes aan de kook bren-
gen van rijst en gerechten op
melkbasis, reeds bereide ger-
echten opwarmen
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
4 - 5 Aardappelen stomen 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
www.electrolux.com10
Tempera-
tuurinstel-
ling
Te gebruiken voor: Tijd
(min)
Tips
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees,
koteletten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren, pannen-
koeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lend-
enbiefstukken, steaks
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van friet
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
6.2 De kookplaat schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad
over het oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen
De kookplaat is niet aan-
gesloten op een stopcon-
tact of is niet goed geïnstal-
leerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het
aansluitdiagram.
NEDERLANDS
11
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De zekering is doorge-
brand.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u
contact op met een er-
kende installateur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie gaat
niet branden.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend.
Als de kookzone lang gen-
oeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
U kunt de buitenste ring niet
inschakelen.
Schakel eerst de binnenring
in.
Er is een donker deel
op de meervoudige zone.
Het is normaal dat er een
donker deel is op de meer-
voudige zone.
De tiptoetsen worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in-
dien nodig.
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is
in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
De kinderbeveiliging of de
Toetsblokkering functie
werkt.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
www.electrolux.com12
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
en een getal gaat bran-
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroomtoe-
voer. Maak de zekering los
in de meterkast van het
huis. Sluit het apparaat op-
nieuw aan. Als weer
gaat branden, neem dan
contact op met de klanten-
service.
7.2 Als u geen oplossing vindt...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Geef de
gegevens van het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor de keramische
plaat (bevindt zich op de hoek van het
glazen oppervlak) en de foutmelding die
wordt weergegeven. Controleer of u de
kookplaat op de juiste manier gebruikt
hebt. Bij onjuist gebruik wordt het bezoek
van de servicemonteur of de vakhandelaar
in rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over de
servicecentrum en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
7.3 Labels meegeleverd in de
zak met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
230V-50Hz
IP20
0049
A B C
A) Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van
toepassing).
B) Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van
toepassing).
C) Plak het op het instructieboekje.
NEDERLANDS
13
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
8.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
8.3 Aansluitkabel
• De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde
voedingskabel door een speciale kabel
(type H05BB-F Tmax 90°C; of hoger).
Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
8.4 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek waar
het gat moet worden uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip
tegen de onderrand van de kookplaat
langs de buitenrand van de
keramische plaat. Rek het afdichtband
daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden
van de afdichtstrip zich in het midden
van een van de zijden van de
kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
8.5 Assemblage
min.
50mm
min.
500mm
270
+1
mm
R 5mm
min.
55mm
490
+1
mm
www.electrolux.com14
min.
28 mm
min.
12 mm
min.
20 mm
9. TECHNISCHE INFORMATIE
9.1 Specificatie kookzones
Kookzone
Nominaal vermogen (max
warmte-instelling) [W]
Diameter van de kookzone
[mm]
Middenvoor 1200 145
Middenachter 700 / 1700 120 / 180
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan de kookzone.
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
NEDERLANDS
15
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
www.electrolux.com16

Documenttranscriptie

2 www.electrolux.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................. 6 4. DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................................... 8 5. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 10 6. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................... 11 7. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................11 8. MONTAGE ........................................................................................................14 9. TECHNISCHE INFORMATIE.............................................................................. 15 WE DENKEN AAN U Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com Registreer uw product voor een betere service: www.registerelectrolux.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. Model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • • • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. 3 4 www.electrolux.com • • • • • • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de NEDERLANDS • • • • • • • • • • • • • • stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. Gebruik de juiste stroomkabel. Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. 5 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. 6 www.electrolux.com WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.5 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. 2.4 Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 1 Kookzone 2 Bedieningspaneel 120/180 mm 1 1 145 mm 2 NEDERLANDS 3.2 Indeling Bedieningspaneel 1 2 10 3 4 9 5 8 6 7 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets -functie Opmerking 1 AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 2 Toetsblokkering / De kinderbeveiliging Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen. 3 / - Het instellen van de kookstand. 4 - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. - Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer. - Kookzone selecteren: - De tijd verlengen of verkorten. - Het in- en uitschakelen van de buitenste ring. STOP+GO De functie in- en uitschakelen. 5 6 7 8 9 10 / 3.3 Kookstanddisplays Display Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. - De kookzone wordt gebruikt. STOP+GO -functie is in werking. + cijfer Er is een storing. Er is nog een kookzone heet (restwarmte). 7 8 www.electrolux.com Display Beschrijving Toetsblokkering /De kinderbeveiliging-functie is in werking. Automatisch uitschakelen -functie is in werking. 3.4 Restwarmte-indicatie WAARSCHUWING! Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 In- en uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 4.2 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • Alle kookzones zijn uitgeschakeld. • U de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld. Zie hieronder. De verhouding tussen warmteinstelling en tijden van de functie: • , 1 - 2— 6 uur • 3 - 4— 5 uur • 5 — 4 uur • 6 - 9— 1,5 uur 4.3 De kookstand aanraken om te verhogen. aanraken om te verlagen. Raak en tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen. 4.4 In- en uitschakelen van de buitenste ringen Het verwarmingsvlak kan worden aangepast aan de grootte van de pannen. Tiptoets gebruiken: Om de buitenste ring in te schakelen: raak de tiptoets aan. Het controlelampje gaat branden. Om de buitenste ring uit te schakelen: raak de tiptoets aan tot het indicatielampje uit gaat. 4.5 Timer Timer met aftelfunctie Gebruik deze functie om in te stellen hoe lang de kookzone voor alleen deze keer wordt gebruikt. Stel eerst de kookzone in, dan de functie. U kunt de kookstand voor of na het instellen van de functie selecteren. meerdere Kookzone instellen:raak malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Om de functie te activeren of de tijd te wijzigen: raak of van de timer aan 9 NEDERLANDS om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Om de functie in te schakelen: raak Resterende tijd weergeven:selecteer de Om de functie uit te schakelen: Raak kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. 4.7 Toetsblokkering Om de functie uit te schakelen: stel de en raak aan. De kookzone in met resterende tijd telt af tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand toont ). Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. 4.6 STOP+GO Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand. Als de functie loopt, kunt u de warmteinstelling niet wijzigen. De functie stopt de timerfunctie niet. aan. gaat branden. aan. De vorige kookstand gaat aan. U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones werken. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat aan voor 4 seconden.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitschakelt, stopt deze functie ook. 4.8 De kinderbeveiliging Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt. Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer. 10 www.electrolux.com 5. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Kookgerei De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. • De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben. 5.3 Voorbeelden van kooktoepassingen Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. 5.2 Energie besparen • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. Temperatuurinstelling Te gebruiken voor: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhouden zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen 1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 - 40 Met deksel bereiden 2-3 Zachtjes aan de kook bren25 - 50 gen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 3-4 Stomen van groenten, vis en vlees 20 - 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen. 4-5 Aardappelen stomen 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 4-5 Bereiden van grotere hoeveel- 60 heden voedsel, stoofschotels 150 en soepen -1 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. NEDERLANDS 11 Temperatuurinstelling Te gebruiken voor: Tijd (min) Tips 6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. zoals nodig Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks 5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Algemene informatie • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. 6.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. 7. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak U kunt de kookplaat niet in- De kookplaat is niet aanschakelen of bedienen gesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. oplossing Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram. 12 www.electrolux.com Probleem Mogelijke oorzaak oplossing De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt 2 of meer tiptoetsen Raak slechts één tiptoets tegelijk aangeraakt. tegelijk aan. STOP+GO -functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uitgeschakeld. U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets Verwijder het object van de tiptoets. geplaatst. Restwarmte-indicatie gaat niet branden. De zone is niet heet, omdat Als de kookzone lang genhij slechts kortstondig is be- oeg in werking is geweest diend. om heet te zijn, neemt u contact op met de klantenservice. U kunt de buitenste ring niet inschakelen. Er is een donker deel op de meervoudige zone. De tiptoetsen worden warm. Schakel eerst de binnenring in. Het is normaal dat er een donker deel is op de meervoudige zone. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones indien nodig. gaat branden. Automatisch uitschakelen is Schakel de kookplaat uit en in werking. weer in. gaat branden. De kinderbeveiliging of de Toetsblokkering functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. NEDERLANDS 13 Probleem Mogelijke oorzaak oplossing en een getal gaat branden. Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. 7.2 Als u geen oplossing vindt... van de servicemonteur of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over de servicecentrum en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Geef de gegevens van het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor de keramische plaat (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Controleer of u de kookplaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik wordt het bezoek A 7.3 Labels meegeleverd in de zak met accessoires Bevestig de stickers zoals hieronder weergegeven: B MOD. MOD. PROD.NO. PROD.NO. SER.NO SER.NO DATA DATA A) Plak het op de garantiekaart en verstuur dit deel (indien van toepassing). B) Plak het op de garantiekaart en bewaar dit deel (indien van toepassing). C MOD. PROD.NO. SER.NO. 0049 TYPE 230V-50Hz IP20 03 IT MADE IN ITALY C) Plak het op het instructieboekje. 14 www.electrolux.com 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Model ....................................... Productnummer (PNC) ........................................ Serienummer ........................... 8.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. • Vervang de beschadigde voedingskabel door een speciale kabel (type H05BB-F Tmax 90°C; of hoger). Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.4 De afdichting bevestigen 1. Reinig het werkblad rond de plek waar het gat moet worden uitgezaagd. 2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden. 3. Tel een paar mm bij de af te knippen lengte van de afdichtstrip. 4. Duw de twee uiteinden van de afdichtstrip samen. 8.3 Aansluitkabel • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. 8.5 Assemblage min. 500mm R 5mm min. 50mm min. 55mm 490+1mm 270+1mm NEDERLANDS 15 min. 12 mm min. 28 mm min. 20 mm 9. TECHNISCHE INFORMATIE 9.1 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal vermogen (max warmte-instelling) [W] Diameter van de kookzone [mm] Middenvoor 1200 145 Middenachter 700 / 1700 120 / 180 Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan de kookzone. 10. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het 16 www.electrolux.com symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Electrolux EHF3320NOK Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding