Electrolux EHX9575FHK Handleiding

Type
Handleiding
EHX9575FHK
NL Kookplaat Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................7
4. DAGELIJKS GEBRUIK.......................................................................................9
5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE................................................................ 13
6. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................16
7. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................ 19
8. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................19
9. MONTAGE .......................................................................................................23
10. TECHNISCHE INFORMATIE......................................................................... 25
11. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................26
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
www.electrolux.com2
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De
verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
NEDERLANDS 3
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad
en de voorkant van de onderste unit.
De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een
adequate ventilatieruimte.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
www.electrolux.com4
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een
elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
NEDERLANDS 5
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
2.6 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
www.electrolux.com6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
3 2
1
1
1
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
3
Flexibele inductiekookzone bestaat
uit vier delen
3.2 Indeling Bedieningspaneel
1213
7 82 3 41
14 11
5
910
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het
kinderslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
ProCook De functie in- en uitschakelen.
4
FlexiBridge Om over te schakelen tussen drie modi
van de functie.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in‐
stelt.
7
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
8
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en
uitschakelen.
NEDERLANDS 7
Tip‐
toets
Functie Opmerking
9
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
10
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
12
- Kookzone selecteren:
13
/
- De tijd verlengen of verkorten.
14
- Bedieningsstrip Het instellen van de warmteinstelling voor
de flexibele inductiekookzone.
3.3 Kookstanddisplays
Weergave Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met
koken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei
op de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
/ /
ProCook -functie is in werking.
www.electrolux.com8
3.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte direct
in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte-
instelling en de tijd waarna de
kookplaat uitschakelt:
Temperatuurin‐
stelling
De kookplaat
schakelt uit na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
4.4 Aanduiding kookzone
De horizontale lijn toont de maximale
maat van het kookgerei.
max.
NEDERLANDS 9
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
4.5 Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan
naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de juiste kookstand aan.
Na 3 seconden gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.6 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.7 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: selecteer de kookzone met
.
Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone
met
. Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
www.electrolux.com10
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: Raak aan.
Raak
of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
4.8 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.9 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
4.10 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat het
kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met
. Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet werkt de functie weer.
4.11 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
4.12 Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van
de kookplaat. Zie afbeelding.
NEDERLANDS 11
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
4.13 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat
als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste
afzuigkappen wordt het
afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 –
H6 om de functie automatisch te
bedienen. De kookplaat is oorspronkelijk
ingesteld op H5. De afzuigkap reageert
als u de kookplaat bedient. De kookplaat
herkent de temperatuur van de pannen
automatisch en stelt de snelheid van de
ventilator erop af.
Automatische modi
Auto‐
mati‐
sche
verlich‐
ting
Koken
1)
Bak‐
ken
2)
Modus
H0
Uit Uit Uit
Modus
H1
Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H3
Aan Uit Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H4
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H5
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Modus
H6
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Ventila‐
torsnel‐
heid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces
en activeert de ventilatorsnelheid overeen‐
komstig de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces
en activeert de ventilatorsnelheid overeen‐
komstig de automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de
verlichting en reageert niet op de tempera‐
tuur.
www.electrolux.com12
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het
display gaat aan en uit
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot
aan gaat.
5. Raak
van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische
modus van de functie uit om
de kookplaat direct te
bedienen op het
kookplaatplaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de
ventilator per ongeluk de
komende 30 seconden
activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig
bedienen
U kunt de functie ook handmatig
bedienen. Raak daartoe aan als de
kookplaat actief is. Dit schakelt de
automatische bediening van de functie
uit zodat u de ventilatorsnelheid
handmatig kunt veranderen. Als u op
drukt, wordt de ventilatorsnelheid met
één verhoogd. Als u een intensief niveau
bereikt en weer op drukt, stelt u de
ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de
afzuigkampventilator uitschakelt. Om de
ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de
automatische bediening van
de functie te activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u
de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de
afzuigkap gaat uit 2 minuten
nadat u de kookplaat heeft
uitgeschakeld.
5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 FlexiBridge functie
De flexibele inductiekookzone bestaat uit
vier gedeelten. De gedeelten kan men
combineren in twee kookzones van
verschillende grootte, of in één groot
kookgebied. U kiest de combinaties van
de gedeelten door het kiezen van de
modus die overeenstemt met de omvang
van het kookgerei dat u wilt gebruiken.
Er zijn drie modi: standaard (schakelt
automatisch in als u de kookplaat
inschakelt), Big Bridge en Max Bridge.
Gebruik de twee
bedieningsbalken aan de
linkerkant om de kookstand
in te stellen.
Schakelen tussen de modi
Gebruik het sensorveld om te schakelen
tussen de modi: .
NEDERLANDS 13
Als u tussen de modi
schakelt dan wordt de
warmte-instelling teruggezet
op0.
Diameter en positie van het kookgerei
Kies de modus die overeenstemt met de
vorm en de omvang van het kookgerei.
Het kookgerei dient het gekozen
gedeelte zoveel mogelijk te bedekken.
Plaats het kookgerei centraal op het
gekozen gedeelte!
Plaats kookgerei met een bodem kleiner
dan 160 mm diameter centraal op een
één deel van de kookzone.
100-160mm
Plaats kookgerei met een bodem groter
dan 160 mm diameter centraal tussen
twee gedeelten.
> 160 mm
5.2 FlexiBridge
Standaardmodus
Deze modus is actief als u de kookplaat
inschakelt. Het brengt de gedeelten
samen in twee afzonderlijke kookzones.
U kunt de kookstand instellen voor elke
zone afzonderlijk.Gebruik de twee
bedieningsbalken aan de
linkerkant.Gebruik de knoppen voor de
twee linker zones.
Juiste positie voor kookgerei:
Onjuiste positie kookgerei:
5.3 FlexiBridge Big Bridge-
modus (grote overbrugging)
Druk om deze modus te activeren op
tot u de juiste indicatie van de modus
ziet. Deze modus brengt drie achterste
gedeelten samen in één kookzone. Het
eerste gedeelte is niet aangesloten en
werkt als een aparte kookzone. U kunt
de warmte voor elke zone apart instellen.
Gebruik de twee bedieningsbalken aan
de linkerkant.Gebruik de knoppen voor
www.electrolux.com14
de twee linker zones.
Juiste positie voor kookgerei:
Als u deze modus gebruikt dan moet u
het kookgerei op de drie
samengebrachte gedeelten plaatsen.Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
drie gedeelten, geeft het display
weer
en schakelt de zone na 2 minuten uit.
Onjuiste positie kookgerei:
5.4 FlexiBridge Max Bridge
mode (Maximale overbrugging)
Druk om deze modus te activeren op
tot u de juiste indicatie van de modus
ziet. Deze modus brengt alle gedeelten
samen in één kookzone. Gebruik de
twee bedieningsbalken aan de linkerkant
om de kookstand in te stellen.
Juiste positie voor kookgerei:
Als u deze modus gebruikt dan moet u
het kookgerei op de vier
samengebrachte gedeelten plaatsen.Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
drie gedeelten, geeft het display
weer
en schakelt de zone na 2 minuten uit.
Onjuiste positie kookgerei:
5.5 ProCook-functie
Deze functie maakt het u mogelijk de
temperatuur aan te passen door het
kookgerei naar een andere positie op de
inductiekookzone te bewegen.
De functie verdeelt de inductiekookzone
in drie zones met verschillende warmte-
instellingen. De kookplaat detecteert de
positie van het kookgerei en stelt in
NEDERLANDS 15
overeenstemming met de positie de
warmte in. U kunt het kookgerei in de
voorste, de middelste of de achterste
positie zetten. Als u het kookgerei in de
voorste positie plaatst, krijgt u de
hoogste kookstand. U kunt de warmte-
instelling verlagen door het kookgerei
naar de middelste of de achterste positie
te bewegen.
Gebruik maar één pot als u
met deze functie werkt.
Algemene informatie:
de minimale bodemdiameter van het
kookgerei moet voor deze functie 160
mm zijn.
Het display van de warmte-instelling
voor de bedieningsstrip linksachter
geeft de positie van het kookgerei op
de inductiekookzone weer. Voor
,
midden , achter .
Display van de warmte-instelling voor
de bedieningsstrip linksachter geeft
de warme-instelling weer. Gebruik de
bedieningsstrip linksvoor om de
warmte-instelling te wijzigen.
Als u de functie voor het eerst
activeert, krijgt u een warmte-
instelling voor de voorste positie,
voor de middelste positie en
voor de achterste positie.
U kunt de warmte-instelling voor elke
positie afzonderlijk wijzigen. De
kookplaat zal uw warmte-instellingen
onthouden voor de volgende keer dat
u de functie activeert.
De functie inschakelen
Plaats om de functie te activeren het
kookgerei in de juiste positie op de
kookzone. Tik op
. Het lampje boven
het symbool gaat aan. Als u geen
kookgerei op de kookzone plaatst, gaat
aan en na 2 minuten wordt de
flexibele inductiekookzone ingesteld op
.
De functie uitschakelen
Druk op om de functie uit te
schakelen of zet de warmte-instelling op
. Het lampje boven het symbool
gaat uit.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.electrolux.com16
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk elektro-
magnetisch veld ervoor dat
het kookgerei erg snel heet
wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water op een zone met de
hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De afdruk op de flexibele
inductiekookzone kan vies
worden of van kleur
veranderen door schuivend
kookgerei. U kunt de zone
op de normale manier
schoonmaken.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair. Wanneer u de warmte-
instelling verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
NEDERLANDS 17
Verwar‐
mingsstand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten:
boter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook bren‐
gen van rijst en gerechten op
melkbasis, reeds bereide ge‐
rechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal
zoveel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht
toevoegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoe‐
veelheden voedsel, stoof‐
schotels en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingre‐
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees,
koteletten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren, pannen‐
koeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidings‐
tijd omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op‐
gebakken aardappelen, len‐
denbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidings‐
tijd omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is
geactiveerd.
6.5 Praktische tips voor de
functie Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de
functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan
in het afzuigkappaneel.
Dek het afzuigkappaneel niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand of een
handgreep van een pan). Zie de
afbeelding. Afzuigkap is slechts een
voorbeeld.
www.electrolux.com18
Het kan gebeuren dat
andere op afstand bediende
apparaten het signaal
blokkeren. Bedien om dit te
voorkomen de
afstandsbediening van het
apparaat en de kookplaat
niet tegelijkertijd.
Afzuigkappen met de Hob²Hood
functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met
deze functie werken. De Electrolux-
afzuigkappen die met deze functie
werken moeten het symbool hebben.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 19
8.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet
inschakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aan‐
gesloten op een stopcon‐
tact of is niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
De zekering is doorge‐
brand.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt
u contact op met een er‐
kende elektricien.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tip‐
toetsen tegelijk aange‐
raakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Er klinkt een geluidssig‐
naal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluids‐
signaal als de kookplaat uit
staat.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie
treedt niet in werking.
De zone is niet heet, om‐
dat hij slechts kortstondig
is gebruikt.
Als het lang duurt alvorens
de zone voldoende heet is,
neem dan contact op met
de klantenservice.
Hob²Hood-functie werkt
niet.
U dekte het bedieningspa‐
neel af.
Verwijder het voorwerp van
het bedieningspaneel.
Automatisch opwarmen-
functie werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende
afkoelen.
De hoogste verwarmings‐
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand
heeft hetzelfde vermogen
als de functie.
www.electrolux.com20
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookstand schakelt tus‐
sen twee kookstanden.
Vermogensbeheer -functie
is in werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste zones indien
mogelijk.
Er klinkt geen signaal wan‐
neer u de sensorvelden
van het bedieningspaneel
aanraakt.
De signalen zijn uitgescha‐
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De flexibele inductiekook‐
zone verwarmt het kookge‐
rei niet.
Het kookgerei staat op de
verkeerde plek op de flexi‐
bele inductiekookzone.
Zet het kookgerei op de
juiste plek op de flexibele
inductiekookzone. De
plaats van het kookgerei is
afhankelijk van de geacti‐
veerde functie of functie‐
modus.
Zie het hoofdstuk "Flexibe‐
le inductiekookruimte".
De diameter van de bodem
van het kookgerei is niet
goed voor de geactiveerde
functie of functiemodus.
Gebruik alleen kookgerei
met een diameter die ge‐
schikt is voor de geacti‐
veerde functie of functie‐
modus. Gebruik kookgerei
met een diameter kleiner
dan 160 mm op één deel
van de flexibele inductie‐
kookzone.
Zie het hoofdstuk "Flexibe‐
le inductiekookruimte".
gaat branden.
Automatisch uitschakelen
is in werking.
Schakel de kookplaat uit
en weer in.
gaat branden.
Het kinderslot of de Toets‐
blokkering-functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookge‐
rei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bo‐
dem van het kookgerei is
te klein voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni‐
sche informatie'.
NEDERLANDS 21
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
FlexiBridge -functie is in
werking. Eén of meerdere
delen van de werkende
functiemodus wordt niet af‐
gedekt door het kookgerei.
Zet het kookgerei op het
juiste aantal delen van de
werkende functiemodus of
wijzig de functiemodus.
Zie het hoofdstuk "Flexibe‐
le inductiekookruimte".
ProCook -functie is in
werking. Er worden twee
pannen geplaatst op de
flexibele inductiekookzone.
Gebruik slechts één pan.
Zie het hoofdstuk "Flexibe‐
le inductiekookruimte".
en een getal gaat bran‐
den.
Er is een fout in de kook‐
plaat opgetreden.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroom‐
toevoer. Ontkoppel de ze‐
kering uit het elektrische
systeem van het huis. Sluit
het apparaat opnieuw aan.
Als weer gaat branden,
neem dan contact op met
de klantenservice.
gaat branden.
Er is een fout in de kook‐
plaat omdat kookgerei
droog kookt. Automatisch
uitschakelen en de over‐
verhittingsbeveiliging voor
de zones werkt.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookge‐
rei. Schakel na ongeveer
30 seconden de zone op‐
nieuw in. Als het kookgerei
het probleem was, gaat de
foutmelding weg. Rest‐
warmte-indicatie kan aan
blijven. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Con‐
troleer of uw kookgerei ge‐
schikt is voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
8.2 Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
www.electrolux.com22
9. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
9.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
9.3 Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
netsnoer (of hoger): H05BB-F T min
90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
9.4 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden
uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand van
de keramische plaat. Rek het
afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat
de uiteinden van de afdichtstrip zich
in het midden van een van de zijden
van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
9.5 Montage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
NEDERLANDS 23
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
min.
55mm
R 5mm
490
+1
mm
880
+1
mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
www.electrolux.com24
9.6 Beveiligingsdoos
Als u een beveiligingsdoos (een
additioneel toebehoren) gebruikt, zijn de
ruimte van 2 mm op de vloer voor de
luchtstroom en de beschermingsvloer
direct onder het fornuis niet noodzakelijk.
De beveiligingsdoos is als toebehoren
niet in elk land verkrijgbaar. Neem
contact op met uw plaatselijke
leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos
niet gebruiken als u de
kookplaat boven een oven
installeert.
10. TECHNISCHE INFORMATIE
10.1 Typeplaatje
Model EHX9575FHK PNC productnummer 949 596 436 00
Type 58 GCD CR AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 11.1 kW Vervaardigd in Duitsland
Ser. nr. ................. 11.1 kW
ELECTROLUX
10.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (maxi‐
male kook‐
stand) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenvoor 1800 / 3500 2800 / 3700 5 145 - 180 / 245
- 280
Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210
Flexibele in‐
ductiekookzo‐
ne
2300 3200 10 minimaal 100
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in
de tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
NEDERLANDS 25
11. ENERGIEZUINIGHEID
11.1 Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie EHX9575FHK
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 3
Aantal kookzones 1
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzo‐
nes (Ø)
Middenvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
28,0 cm
14,5 cm
21,0 cm
Lengte (L) en breedte (B)
van de kookzone
Links L 46.1 cm
B 21.4 cm
Energieverbruik per kook‐
zone (EC electric coo‐
king)
Middenvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
166,0 Wh / kg
175,1 Wh / kg
166,2 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookzone (EC electric
cooking)
Links 180,7 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric
hob)
174,9 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie
11.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op het kookgerei.
Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.electrolux.com26
NEDERLANDS 27
www.electrolux.com/shop
867327157-A-392015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Electrolux EHX9575FHK Handleiding

Type
Handleiding