Documenttranscriptie
Handleiding – Viscount Cantorum V
1 BELANGRIJKE OPMERKINGEN VOORAF
1.1 ZORG VOOR HET PRODUCT
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zorg ervoor dat het product niet te lijden heeft van overmatige trillingen of harde stoten
(knoppen, druktoetsen, aansluitingen, enz.).
Plaats het product niet in de buurt van apparaten, waarvan mag worden verwacht dat ze
storende elektrische en magnetische velden opwekken, zoals radio’s, TV’s, monitoren, enz
Vermijd het blootstellen van het product aan hittebronnen. Laat het instrument niet staan in
een erg vochtige of stoffige omgeving of in de buurt van sterke magnetische velden.
Vermijd het blootstellen van het product aan direct zonlicht.
Plaats nooit voorwerpen in het product en giet er nooit vloeistoffen, van welke aard ook, in.
Gebruik voor het regelmatig reinigen alleen maar een zachte borstel/doek of perslucht.
Gebruik voor het reinigen nooit chemicaliën zoals benzine, verdunners, alcohol, enz.
Gebruik altijd afgeschermde kabels van goede kwaliteit voor de verbindingen met
versterkers en andere apparaten voor geluidsdistributie. Trek bij het losnemen van de
verbinding nooit aan de kabel zelf maar altijd aan de aansluitsteker. Vlecht kabels niet in
elkaar bij het oprollen.
Verzeker u ervan alvorens een verbinding te maken, dat de aan te sluiten systemen (in het
bijzonder de versterkers) zijn uitgeschakeld. Hierdoor wordt ongewenst geruis en mogelijk
zelfs het optreden van gevaarlijke signaalpieken voorkomen.
Verbind de netkabel met een randgeaard stopcontact .
Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die is vermeld op het label met
het srienumummer van het product.
Vergeet niet om de stekker van het product los te nemen als het instrument langere tijd niet
wordt gebruikt.
1.2 HINWEISE ZU BEDIENUNGSANLEITUNG
•
•
•
Ga zorgvuldig met de handleiding om.
De handleiding vormt met het product één geheel. De beschrijvingen en illustraties hierin
zijn niet bindend.
Hoewel de essentiële kenmerken van het product niet zullen veranderen, houdt de fabrikant
zich te allen tijde het recht voor om wijzigingen aan te brengen in onderdelen, details, of
NL - 2
Handleiding – Viscount Cantorum V
•
•
•
•
•
accessoires die nodig worden geacht om het product te verbeteren dan wel vanwege
constructieve eisen of om commerciële redenen, zonder de verplichting om deze publicatie
direct aan te passen.
“All rights reserved”: de reproductie van enig deel van deze handleiding, in welke vorm dan
ook, is zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden.
Alle handelsmerken die in deze handleiding worden genoemd, zijn eigendom van de
betreffende fabrikanten.
Aangeraden wordt om deze handleiding zorgvuldig door te nemen. Dan gaat niet onnodig
tijd verloren om met het product te kunnen omgaan en verkrijgt u betere resultaten met het
instrument.
Met tekens of cijfers tussen vierkante haken ( [ . . ] ) worden de namen van de druktoetsen,
regelschuiven, instelknoppen en aansluitingen aangeduid. Bij voorbeeld :
[TRANSPOSER] verwijst naar de TRANSPOSER druktoets.
De getoonde afbeeldingen dienen slechts ter informatie en kunnen verschillen van uw eigen
product.
NL - 3
Handleiding – Viscount Cantorum V
2 PANEEL AAN VOORZIJDE
Het paneel aan de voorzijde van uw instrument geeft
toegang tot alle instelbare eigenschappen en functies.
Hieronder volgen de namen van de druktoetsen:
1.[BALANCE]: Hiermee wordt de balans ingesteld tussen
de geluidssterkten van het linker deel (Bas en Manuaal I)
en het rechter deel (Manuaal II) van het toetsenbord.
2.[REVERB]: Regelt de hoeveelheid nagalm.
3.[ORGAN STYLE]: De Cantorum V kent drie
verschillende orgelstijlen (van links naar rechts):
Barok, Romantisch en Symfonisch. Hiermee kan
het klankkarakter worden gekozen, dat past bij de
orgelliteratuur die u wilt spelen.
4.[ENSEMBLE]:
Het
Ensemble-effect
introduceert subtiele natuurlijke toonhoogteverschillen tussen orgelpijpen onderling, waardoor
stemmingsverschillen, die in de loop van de tijd en door temperatuurschommelingen tussen de
pijpen ontstaan, worden nagebootst. Dit Ensemble-effect kan op vier niveaus worden ingesteld., U
drukt op de toetsen [ENSEMBLE] en [TEMPERAMENT] om al roterend tot het gewenste niveau
is bereikt. Dat niveau wordt dan met de bijbehorende LED aangegeven.
5.[TEMPERAMENT]: Met deze instelparameter kan worden gekozen uit een reeks historische
stemmingen (‘temperaturen’), afkomstig uit verschillende cultuurperioden en landen. Om een
‘temperatuur’ te kiezen, dient u de knop herhaald in te drukken tot de gewenste stemming is
bereikt. De bijbehorende LED (diode-lampje) gaat dan branden. Dit zijn de beschikbare
stemmingen: Gelijkzwevend (ook wel Evenredig Zwevend genoemd), Middentoon,
WerckmeisterIII en KirnbergerII.
NL - 4
Handleiding – Viscount Cantorum V
KORTE TOELICHTING OVER DE BESCHIKBARE STEMMINGEN
In het “natuurlijke”stemmingssysteem, gebaseerd op het akoestische verschijnsel van harmonisch klinkende
stemmingen, zijn twee belangrijke intervallen, de grote terts en de reine kwint die niet gelijktijdig zwevingsvrij zijn
te realiseren. Daarom zijn er door de eeuwen heen verschillende compromissen ontwikkeld, die bekend staan als
de ‘TEMPERATUREN’.
Deze geven op verschillende wijzen voorrang aan de zuiverheid van bepaalde intervallen boven andere.
In de oude tijden en de Middeleeuwen tot het eind van de 15de eeuw werd het Pythagoreïsche stemmingssysteem
of temperatuur met zijn reine kwinten gebruikt. Dit resulteerde in sterk zwevende en daarom onaangenaam
klinkende grote terts intervallen, die als dissonant werden beschouwd. De muziekpraktijk in die dagen was
voornamelijk monodisch (eenstemmig) en als er in polyfonie (meerstemmigheid) intervallen werden gebruikt,
waren dat kwinten. In de beginperiode van de Renaissance met de grootse opkomst van de vocale polyfonie, werd
het grote terts interval steeds meer als consonant (zuiver) ervaren en gewaardeerd.
Instrumenten met een vaste stemming, zoals orgel en klavechord, werden hierop aangepast met een
stemmingssysteem dat bekend is geworden als het Middentoon systeem. Deze temperatuur wordt gekenmerkt door
het weergeven van zuivere grote tertsen, die ten koste gingen van zuivere kwinten. Deze Middentoon stemming is
bijzondere belangrijk omdat deze tot de standaard temperatuur werd verheven in het Europa van de 16de en 17de
eeuw. Pas in de tweede helft van de 18de eeuw werd deze verdrongen door de Gelijkzwevende temperatuur,
waarin de onzuiverheden in de intervallen op gelijke wijze zijn verdeeld.
Daarom is de Cantorum V voorzien van de volgende drie oude stemmingen, waarvan de belangrijkste de
Middentoonstemming is:
MIDDENTOON: Deze belangrijke stemming heeft 8 zuivere grote tertsen (Es –G, Bes – D, F- A, C –E, G _ B, D –
Fis, A – Cis, E –Gis) en 4 uiterst onzuivere tertsen (B – Dis, Fis – Ais, Cis – Eis, As – C).
Van de kwinten is er één zeer dissonant, de “wolfskwint”(Gis – Es).
De chromatische opeenvolging van halve toonafstanden is in de Middentoonstemming nogal onregelmatig. Dit
geeft apart karakter aan composities met chromatische passages. Met deze temperatuur kan zeer zuiver worden
gespeeld in de volgende toonsoorten: C, D, G, A en Bes Majeur en Mineur.
De volgende stemmingen laten allen het gebruik van verhogingen en verlagingen toe, hoewel die met de meeste
voortekens, in tegenstelling tot de moderne gelijkzwevende stemming, een heel apart klankeffect geven:
WERCKMEISTER: Temperatuur, ontwikkeld door Andreas Werckmeister, aanbevolen voor de vertolking van
Duitse muziek aan het eind van de 16de eeuw.
KIRNBERGER: Temperatuur, ontwikkeld door Johann Philipp Kirnberger, een leerling van Bach, geschikt voor
Duitse barokmuziek en het oeuvre van J.S. Bach.
6.[TRANSPOSER]: Verandert de
toonhoogte met een bereik van -3 tot +2
semitonen (halve toonafstanden) in stappen
van één semitoon.
7.[MASTER VOLUME]: Regelt de
algemene geluidssterkte.
NL - 5
Handleiding – Viscount Cantorum V
8.[SPLIT]: Activeert of deactiveert een splitsingspunt (Split Punt) in het manuaal. Het komt er in
feite op neer (zie paragraaf 4.1) dat het toetsenbord kan worden bespeeld alsof er twee aparte
manualen ter beschikking staan. Het ene manuaal (rechts) gebruikt Manuaal II stemmen en het
andere manuaal (links) Manuaal I en Bas stemmen. Het splitsingspunt (Split Punt) wordt standaard
geplaatst bij de toets C4 (links inclusief). Daarbij kunnen op de twee delen van het manuaal
verschillende orkeststemmen worden gespeeld: een voor het linker deel, twee voor het rechter deel
van het manuaal.
9.[MAN.I 4']: Wanneer de manuaalsplitsing (Split punt) actief is, worden de noten van Manuaal I
(links) een octaaf omhoog getransponeerd.
10.[MAN.II 16']: Onafhankelijk van de manuaalsplitsing, worden de noten van Manuaal II (rechts)
een octaaf omlaag getransponeerd.
11.[ORCH. I]: Activeert/Deactiveert orkeststemmen op Manuaal I. Elk van de negen
orkeststemmen kan worden gekoppeld aan deze knop (zie paragraaf 4.3).
12.[ORCH. II A]: Aktiviert/Deaktiviert die Orchesterstimmen A in Manual II. Elk van de negen
orkeststemmen kan worden gekoppeld aan deze knop (zie paragraaf 4.3).
13.[ORCH. II B]: Aktiviert/Deaktiviert die Orchesterstimmen B in Manual II. Elk van de negen
orkeststemmen kan worden gekoppeld aan deze knop (zie paragraaf 4.3).
14.[SET]: Sla de inhoud van een geheugen op.
NL - 6
Handleiding – Viscount Cantorum V
15.GEHEUGENTOETSEN: [pp/1] [p/2] [mf/3] [f/4] [ff/5] [TUTTI/6]: roep de opgeslagen
registercombinaties op.
16.[USER]: schakelt tussen PRESET- (LED uit) en USER- (LED aan) geheugens.
Noot: voor het gebruik van de geheugens zij verwezen naar paragraaf 4.4.
17.[BASS]: Deze sectie bevat de Bas registers
18.[MAN. I]: Deze sectie bevat de registers van Manuaal I
29.[MAN. II]: Deze sectie bevat de registers van Manuaal II
NL - 7
Handleiding – Viscount Cantorum V
3 PANEEL AAN ACHTERZIJDE
1.[POWER ON]: Aanzetten van de Cantorum V.
2.[AC INPUT]: Aansluiting van de netvoeding.
3.[PHONES]: Jack aansluitplug voor het aansluiten van stereo hoofdtelefoons.
Als een hoofdtelefoon eenmaal is aangesloten, wordt de geluidsweergave via de interne
luidsprekers van het orgel uitgeschakeld.
4.[MIDI]: Met de 5-pens DIN aansluitpluggen kan verbinding met andere MIDI
muziekinstrumenten worden gemaakt (zie sectie 4.5 voor de werking van MIDI: Musical
Instrument Digital Interface). De [IN] connector ontvangt MIDI boodschappen die afkomstig zijn
van externe MIDI-bronnen, de [OUT] connector verzendt MIDI boodschappen die worden
gegenereerd door de Cantorum V.
5.[EXPR.PEDAL]: 6.35mm-Jack aansluitplug voor het aansluiten van een expressiepedaal.
6.[SUSTAIN]: demper pedaal aansluiting, om te worden gebruikt met de pianoklank. Gebruik de
aan/uit pedaalschakelaars.
7.[OUT]: .Twee 6.35mm-Jack aansluitpluggen als lijnuitgangen (‘line outputs’) voor externe
versterking van het orgelgeluid.
NL - 8
Handleiding – Viscount Cantorum V
4 ERWEITERTE FUNKTIONEN
4.1 MANUAALSPLITSING
De scheiding (‘Split Punt’) tussen Manuaal I and Manuaal II is standaard C4 (links ingesloten).
Wanneer de ‘Split’ is uitgeschakeld (Off), zijn de registers van Manuaal II actief over het gehele
toetsenbord. Wanneer de ‘Split’ is ingeschakeld (On), kunnen de registers van Manuaal I en de Bas
registers op het linker deel van het toetsenbord worden gespeeld (inclusief de ‘Split’ toets) en
evenzo die van Manuaal II play op het rechter deel van het toetsenbord.
De Bas sectie is monofoon (éénstemmig), met linkse prioriteit. Dat wil zeggen dat de laagst
gespeelde toon door de Bas wordt overgenomen.
Wanneer de manuaalsplitsing (‘Split Punt’) voorbij de 32ste toets (G4) wordt geplaatst, zal de Bas
sectie geen noten hoger dan deze toets weergeven.
➢
SPLIT POINT TE WIJZIGEN
Om de ligging van het ‘SPLIT POINT’ te wijzigen, drukt u op de [SPLIT] toets. Wanneer daarna
de LED ervan begint te knipperen, drukt u op een toets van het toetsenbord, terwijl u de [SPLIT]
toets ingedrukt houdt. De gekozen toets zal dan fungeren als het nieuwe Split Punt.
Het is niet mogelijk om een Split Punt hoger dan C7 of lager dan C3 te kiezen. Wanneer een keuze
voor een nieuwe Split Punt voorbij C7 dan wel C3 wordt gemaakt, wordt C7 dan wel C3 als Split
Punt ingesteld.
Noot: de positie van het Split Punt wordt niet beïnvloed door de instelling van de Transposer.
➢
BALANCE TERUG TE ZETTEN
Wanneer het splitsingspunt ("split point") is geactiveerd, kan het geluidsvolume van het rechter
(Manuaal II) en het linker (Bas and Manuaal I) deel van het klavier met de [BALANCE ►] en
[BALANCE ◄] toetsen worden gebalanceerd. Om BALANCE terug te zetten, drukt u
achtereenvolgens op [BALANCE ◄], [BALANCE ►] en [BALANCE ◄].
NL - 9
Handleiding – Viscount Cantorum V
4.2 FIJNAFSTEMMING TOONHOOGTE
Druk, om de toonhoogte nauwkeurig af te stemmen, op [SET] en [BALANCE ►] of
[REVERB◄] om deze te verhogen dan wel te verlagen. Druk, om deze terug te zetten op de
standaardwaarde van 440Hz, gelijktijdig op [BALANCE ►] en [REVERB◄].
4.3 REGISTERS
Er zij negen orkeststemmen, die kunnen worden toegekend aan drie orkestdrukknoppen (één knop
voor manuaal I, twee knoppen voor manuaal II). De orkeststemmen zijn: mannenkoor,
vrouwenkoor, strijkers1, strijkers2, celesta, harp, klavecimbel, klokkenspel, piano.
➢
KIES EEN ANDERE ORKESTSTEM
Om een andere orkeststem te laden achter een orkestdrukknop, dient u eerst de gewenste
orkestdrukknop te activeren door het indrukken van de [SET] knop samen met die orkestdrukknop.
Herhaal deze procedure om de acht orkeststemmen te bereiken.
➢
GELUIDSVOLUME VAN DE REGISTERS IN TE STELLEN
Volg deze procedure om het geluidsvolume voor ieder register afzonderlijk in te stellen:
Zet het instrument aan terwijl gelijktijdig [pp/1] + [p/2] + [mf/3] worden ingedrukt. Bij het
opstarten zullen de LEDs van ieder register even gaan branden waarbij de LEDs van de Transposer
het geluidsniveau aangeven.
Met de zes LEDs van de Transposer worden zes mogelijke geluidsniveaus aangegeven, uitgedrukt
in dB, en wel als volgt (van links naar rechts): -6, -4, -2, 0dB, +2, +4. Als nu een register wordt
geselecteerd, gaat de LED ervan knipperen.
Druk nu op de [TRANSPOSER] toets om het geluidsvolume ervan te wijzigen, daarbij draaiend
door de zeven niveaus. Daarbij kunt u ook met bespelen direct het effect op het register horen.
(schakel Split aan als u de Bas en Manuaal I stemmen wilt horen). Als u meerdere registers
inschakelt, hoort u het effect op de gevormde totaalklank.
NB: deze procedures regelen allen voor de huidige Orgelstijl de geluidsvolumes van de stemmen. het is dus
mogelijk om per Orgelstijl voor een bepaalde stem een verschillende geluidsvolume in te stellen.
➢
REGELEN VAN SNELHEID EN DIEPTE VAN DE TREMULANT
Het regelen van snelheid en diepte van de tremulant gaat op dezelfde wijze als hierboven is
beschreven t.a.v. het wijzigen van de geluidsvolumen van de registers. Druk echter niet op een
registerknop, maar in plaats daarvan op de knop van de Tremulant. Druk vervolgens een aantal
NL - 10
Handleiding – Viscount Cantorum V
malen op de [TRANSPOSER] toets om een keuze te maken uit één van de zeven snelheden die
mogelijk zijn (aangegeven door de LEDs van de [TRANSPOSER] knop) en druk evenzo herhaald
op de [ENSEMBLE] knop om de gewenste modulatiediepte van de tremulant te kiezen. Ook hier
zijn zeven mogelijkheden, aangegeven door de LEDS van de Geheugentoetsen en [USER].
Beoordeling van het effect op de tremulant is mogelijk door een register van Manuaal II in te
schakelen en daarna weer de knop van de Tremulant in te drukken. Op het toetsenbord kan nu het
register met het tremulanteffect worden gespeeld.
Noot: De tremulant is alleen werkzaam op de registers van Manuaal II.
4.4 GEHEUGENS
De Cantorum V heeft 6 preset geheugens en 6 instelbare USER geheugens, waarin uw
registerconfiguraties kunnen worden opgeslagen. De door de fabriek ingestelde en de USER(gebruikers-) combinaties leggen de configuratie van het registerpalet van het instrument volledig
vast. De geheugendrukknoppen zijn aangeduid met: pp/1, p/2, mf/3, f/4, ff/5, TUTTI/6.
➢
EEN GEHEUGEN OP TE SLAAN
Om een GEHEUGEN op te slaan, drukt u op [SET] samen met één van de geheugentoetsen
(toetsen [pp/1] tot [TUTTI/6]).
➢
GEHEUGEN OP TE ROEPEN
Om een geheugen op te roepen drukt u op de gewenste toets (toetsen [pp/1] tot [TUTTI/6]). Druk
op de [USER] knop om te schakelen tussen de door de fabriek ingestelde en de USER(gebruikers-) geheugens.
Om een geheugen van de andere bank op te roepen dient u eerst op de [USER] toets te drukken en
daarna op de gewenste geheugentoets.
NB: Bedenk dat het USER geheugen ook de huidige stijl opslaat..
Wanneer een geheugen geactiveerd is, bestaat de mogelijkheid om gelijktijdig alle registers uit te
schakelen (dit wordt doorgaans ‘Cancel’ genoemd). Dit gebeurt door de toets van het actieve
geheugen een paar seconden lang in gedrukt te houden. In deze situatie blijft het orgel doorgaan met
het versturen van MIDI boodschappen, waardoor het mogelijk is dat de Cantorum V als een “mute
keyboard” (of Master Keyboard) te laten fungeren, die in staat is om, zonder zelf geluid voort te
brengen, andere keyboards, orgels en Sequencers aan te sturen. Het kan bij voorbeeld nuttig zijn om
het instrument te verbinden met een ander Viscount orgel of expander (zoals de CM1000) om op
NL - 11
Handleiding – Viscount Cantorum V
deze instrumenten muziek te maken. Om weer verder te spelen op de Cantorum V drukt u weer op
een geheugenknop of schakelt u een of meer registers in.
Wanneer geen van de geheugen wordt gebruikt (alle geheugen-LED's zijn uit), is de Cantorum V in
de “HR modus”. Wanneer een geheugen zou worden gebruikt, is het voldoende om bijbehorende
toets opnieuw in te drukken waardoor dit geheugen wordt gedeactiveerd en teruggekeerd wordt naar
de HR modus. In deze modus blijft de toestand van de registers altijd bewaard
4.5 MIDI
EEN INLEIDING TOT MIDI
Het MIDI-interface (MIDI betekent Musical Instrument Digital Interface) is een algemeen geaccepteerde standaard die
communicatie en besturing maakt mogelijk tussen verschillende (muziek)instrumenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van standaard codes .
MIDI communicatie maakt het dus mogelijk om twee (of meer) instrumenten tegelijk te bespelen, waardoor het “volle”
effect van een ensemble van instrumenten ontstaat. MIDI instrumenten kunnen als een eenheid samenwerken, waardoor
veel meer veelzijdige mogelijkheden ontstaan dan bij losse instrumenten.
MIDI instrumenten, verzenden informatie over de gespeelde noten, en over systeeminstellingen via een MIDI OUT
(uit) connector. Als deze 5-polige DIN connector wordt verbonden met een soortgelijke MIDI IN connector van een
ander keyboard, zoals een synthesizer of een expander (uitbreidingssysteem) dan zullen deze de gespeelde tonen precies
op dezelfde wijze worden gereproduceerd.
Deze informatieoverdracht kan ook worden gebruikt om de gespeelde noten als een reeks van MIDI boodschappen op
te slaan. Een “sequencer” is een apparaat dat hiervoor wordt gebruikt (sequence = volgorde, reeks).
Met MIDI kan door slechts één verbindingskabel een grote hoeveelheid digitale data worden doorgegeven. Dit is
mogelijk door het gebruik van MIDI kanalen. Er zijn in totaal 16 MIDI kanalen beschikbaar en net als bij
radio-communicatie kunnen twee stations alleen met elkaar ‘praten’ wanneer zij op dezelfde golflengte of op hetzelfde
kanaal zijn afgestemd. Op dezelfde wijze kunnen twee onderling verbonden MIDI instrumenten alleen maar informatie
uitwisselen als het zendinstrument (transmitter) en het ontvanginstrument (receiver) op hetzelfde MIDI kanaal zijn
afgesteld.
MIDI boodschappen kunnen in twee hoofdgroepen worden verdeeld: de Kanaalboodschappen (Channel messages) en
de Systeemboodschappen (System messages). Hieronder volgt een korte beschrijving ervan:
KANAALBOODSCHAPPEN (CHANNEL MESSAGES)
NOTE-ON, NOTE-OFF
Deze boodschappen heeft het ontvangende keyboard of geluidsgenerator nodig om de juiste toon te reproduceren. Zodra
een toets wordt ingedrukt, wordt er een Note-on (toets-is-ingedrukt) boodschap geproduceerd en als deze toets wordt
losgelaten een Note-off (toets-is-losgelaten) boodschap. Behalve het toetsnummer (een codering voor de naam van de
gespeelde noot) worden in deze Note-on en Note-off boodschappen ook de toetsdynamiek (de snelheid van het
neerdrukken resp. loslaten van de toets) als code meegezonden.
De NOTE ON boodschap wordt verstuurd na het indrukken van een toets en bevat de volgende informatie:
Note On [Noot Aan]:
informatie over wanneer werd een toets ingedrukt;
NL - 12
Handleiding – Viscount Cantorum V
Note Number [Nootnummer]:
code van de ingedrukte toets en dus van de gespeelde noot;
Velocity [Snelheid]:
een maat voor de kracht, de snelheid waarmee de toets werd ingedrukt.
De nummers voor de toetsen lopen van 0 tot 127, waarbij de centrale C wordt gerepresenteerd met het nummer 60.
De NOTE OFF boodschap, die wordt verstuurd na het loslaten van en toets en als effect heeft dat de klinkende toon
wordt beëindigd, bevat de volgende informatie
Note Off [Noot Uit]:
informatie over het moment dat een toets wordt losgelaten;
Note Number [Nootnummer]:
code van de losgelaten toets;
Velocity [Snelheid]:
een maat voor de snelheid waarmee de toets werd losgelaten
N.B.: Een Note On boodschap met Velocity=0 wordt geïnterpreteerd als een Note Off boodschap.
PROGRAM CHANGE
Program Change (Programma Verandering) is de verzamelnaam van MIDI boodschappen om programma’s te
selecteren. Hiermede kunnen ook klankkleuren worden gekozen op het ontvangende instrument.
Er bestaat ook een specifieke standaard, General MIDI, die omschrijft welke klank moet worden weergegeven bij het
ontvangen van een Program Change boodschap. Dit verband wordt meestal in tabelvorm weergegeven en opgenomen in
de handleiding van het instrument dat voldoet aan de General MIDI standaard.
Een Program Change boodschap bevat de volgende informatie:
* Program Change: klank- of programmaverandering;
* Program Change Number: het nummer van de klank of het programma dat moet worden geactiveerd.
CONTROL CHANGE
Control Change is de verzamelnaam voor besturingsboodschappen (vaak in relatie tot instelmogelijkheden en pedalen)
die worden gebruikt om meer expressie aan de bespeling toe te voegen. Control Change boodschappen maken het
mogelijk om klankeigenschappen in te stellen (en zonodig ook tijdens het spelen “real time” te wijzigen). Daarbij gaat
het om eigenschappen zoals geluidsvolume (CC n.7) of de stand van de expressiepedalen(CC n.11), enz.
Control Change boodschappen bevatten de volgende informatie:
* Control Change: de bijstelling van een regelorgaan (‘controller’) ;
* Controller Number: welke ‘controller’ wordt bijgesteld;
* Controller Position: de positie of waarde van de ‘controller’.
SYSTEEM BOODSCHAPPEN
SYSTEM EXCLUSIVE
Deze klasse van MIDI boodschappen kan alleen worden geïnterpreteerd door een instrument dat door dezelfde fabrikant
is gemaakt als het instrument dat deze boodschappen verstuurt. (in sommige gevallen moet het zelfs gaan om hetzelfde
model). Deze boodschappen hebben voornamelijk betrekking op de toonvorming en de programmeer-parameters.
De Cantorum V gebruikt de System Exclusive boodschappen om alle interne parameters te besturen en voor het in- en
uitschakelen van registers.
REAL TIME
Deze klasse van MIDI boodschappen worden gebruikt voor de directe (‘real-time’) besturing van specifieke modules en
functies van een aangesloten instrument.
Tot deze klasse van boodschappen behoren de Start, Stop, Pause/Continue (pauze/doorgaan) en Clock (klok)
commando’s. In de Cantorum V kunnen de volgende boodschappen worden verzonden wanneer de ingebouwde
Sequencer wordt gebruikt:
START: de Sequencer wordt gestart voor het opnemen (record) of afspelen (play) van een reeks MIDI boodschappen.
NL - 13
Handleiding – Viscount Cantorum V
STOP: de Sequencer wordt gestopt.
PAUSE / CONTINUE: de Sequencer komt in de ‘pauze’ toestand (deze functie wordt niet door de Cantorum V
ondersteund)
CLOCK: De snelheid van de Sequencer.
Tot de reeks ‘Real Time’ boodschappen behoort ook de ‘Active Sensing’ (actief waarnemen) code, die wordt verstuurd
om de dialoog tussen twee MIDI instrumenten actief te houden. Wanneer het ontvangende instrument na een
tijdsinterval van ongeveer 0,3 seconde geen enkele MIDI boodschap of de ‘Active Sensing” code binnen krijgt,
beschouwt deze de MIDI verbinding als gedeactiveerd en zal alle nog klinkende tonen uitschakelen. Bedenk dat het
verzenden en ontvangen van deze boodschap optioneel is. Niet alle instrumenten hebben de mogelijkheid om dit toe te
passen.
HET VERZENDEN VAN MIDI CODES
De MIDI kanalen van de Cantorum V zijn vast ingesteld en kunnen niet worden gewijzigd.
De gebruikte kanalen zijn:
•
Kanaal 1 voor Manuaal I
•
Kanaal 2 voor Manuaal II
•
Kanaal 4 voor de Bas sectie
➢
VASTLEGGEN VAN DE UIT TE ZENDEN MIDI CODES
Voor het vastleggen van de uit te zenden MIDI codes voor iedere sectie van het toetsenbord, dient
het instrument eerst in de MIDI modus worden gezet door de [TRANSPOSER] knop ongeveer 2
seconden in te drukken, zodat de LED begint te knipperen. Alle LEDs gaan uit met uitzondering
van de drie registers van de Bas sectie. Om de transmissie (het verzenden) van MIDI boodschappen
mogelijk te maken dan wel te blokkeren voor de 3 secties, zet u het betreffende register in de Bas
sectie aan dan wel uit (merk op dat de namen van de secties onder de 3 registers zijn geschreven).
De MIDI boodschappen die kunnen worden geblokkeerd zijn de Note-on, Note-off, Program
Change, Control Change en enkele SysEx boodschappen.
➢
HET WIJZIGEN VAN EEN MIDI-KANAALNUMMER
Om het nummer van een van de MIDI kanalen, waarlangs MIDI boodschappen worden verzonden,
te wijzigen, dient u eerst in de MIDI modus te komen (zoals hierboven is beschreven) door eerst het
instrument uit te zetten en vervolgens weer aan te zetten, waarbij u gelijktijdig de
[TRANSPOSER] drukknop ingedrukt houdt, waarvan de LED dan zal gaan knipperen. Kies nu
een van de drie secties om het MIDI kanaalnummer ervan te wijzigen door de onderkant van de drie
registers in de Bass secties gedurende ongeveer 2 seconden (de naam van de sectie die moet worden
gewijzigd is in witte letters onder de drie registers afgedrukt). De LED van de geselecteerde sectie
zal nu beginnen te knipperen. Op hetzelfde moment zullen de registers in de MAN.I en MAN.II
secties, die nu fungeren als een numeriek toetsenbord (met witte nummers eronder), gaan knipperen
NL - 14
Handleiding – Viscount Cantorum V
om het huidige kanaal aan te geven dat voor de overdracht van MIDI boodschappen is geselecteerd.
Door de MAN.I en MAN.II registers als numeriek toetsenbord te gebruiken, is het mogelijk om een
ander MIDI kanaalnummer van 01 tot 15 te kiezen (het gebruik van 2 cijfers is hier verplicht). De
eerste 2 LED's van de sectie [TEMPERAMENT] geven de positie vaan van het cijfer dat moet
worden ingetoetst (als de eerste LED brandt, betreft dat het eerste cijfer, brandt de tweede LED, dan
moet het tweede cijfer worden ingetoetst). Zodra het tweede cijfer is ingevoerd, zal de LED van het
eerste register van MAN. I (waar de tekst “PG” onder staat) vijf keer knipperen om aan te geven dat
het nieuwe kanaalnummer met succes is ingevoerd. De LED die behoort bij de sectie waar de
wijziging betrekking op heeft, zal dan ophouden met knipperen. Wanneer het ingegeven getal
buiten de toegestane waarden ligt, zal de procedure automatisch ongedaan worden gemaakt en het
oorspronkelijke MIDI kanaalnummer behouden blijven. Om de MIDI kanaal selectie modus te
verlaten, schakelt u het instrument uit en daarna weer aan.
Om terug te keren tot de 'Normal' modus, schakelt u het instrument uit en daarna weer aan.
Noot: ontvangst van MIDI boodschappen blijft altijd mogelijk.
ACTIVERING VAN DE "LOCAL OFF" FUNCTIE
De "Local Off" functie maakt het mogelijk om het Cantorum V keyboard los te koppelen van de
interne toonopwekking van elk van de Cantorum V secties. Wanneer de Local Off functie is
geactiveerd, zal de interne toonopwekking nog wel worden aangestuurd door binnenkomende MIDI
boodschappen (bijv. afkomstig van een MIDI pedaal) maar zal de [MIDI OUT] uitgang van de
Cantorum V MIDI nog wel boodschappen doorsturen, die afkomstig zijn van het keyboard.
Om de Local Off functie te activeren, dient u eerst in de MIDI modus te komen door bij het
aanzetten van het instrument gelijktijdig de [TRANSPOSER] toets in te drukken. Druk vervolgens
gedurende ongeveer 2 seconden op het Bass sectie register dat behoort bij de keyboard sectie die u
in de Local Off toestand wilt zetten. De bijbehorende LED gaat nu knipperen. De MAN.I sectie kan
nu worden gebruikt als een numeriek toetsenbord (met witte cijfers eronder afgedrukt), en een van
de twee LEDs “0” en “1” van dit numerieke toetsenbord zal gaan branden om de Local Off
toestand voor de geselecteerde sectie aan te geven: “0” indien deze uit staat, “1” indien deze is
geactiveerd. Om de status van die sectie te wijzigen, drukt u op een van de twee LEDs “0” of “1”.
De “SPLIT” LED zal vijf keer knipperen om aan te geven dat de nieuwe status met succes is
ingevoerd en de LED van de gewijzigde sectie zal dan stoppen met knipperen. Om de Local Off
instelmodus te verlaten, zet u het instrument uit en daarna weer aan.
NL - 15
Handleiding – Viscount Cantorum V
HET VERZENDEN VAN PROGRAM CHANGE CODES
Aan elk van de 12 geheugens kunt u een Program Change getal verbinden en iedere keer als u een
geheugen oproept, het verzenden van de betreffende MIDI boodschap activeren.
Voor het verzenden en het activeren van de transmissie van Program Changes dient u eerst in de
MIDI modus te komen door de [TRANSPOSER] toets ongeveer 2 seconden in te drukken. De
groene [TRANSPOSER] LED zal gaan knipperen. Voor het versturen van een Program Change
(programmawijziging) gerelateerd aan een geheugen, drukt u eerst de knop in die betrekking heeft
op dat geheugen (druk zo nodig op de [USER] toets om te schakelen tussen fabrieks- en
gebruikersgeheugens). Een Program Change nummer moet worden ingevoerd. De registers van
manuaal I en manuaal II zullen achter elkaar gaan knipperen om het huidige Program Change
nummer te laten zien (nummers van 0 tot 9 zijn geschreven onder de registers van Manuaal I en
manuaal II). Inmiddels is de Program Change-nummer wordt verstuurd via MIDI.
Een voorbeeld ter illustratie: door het drukken op geheugentoets [pp/1], zal het register met label
“0” twee keer gaan knipperen en vervolgens het register met label “1” één keer. Daarmee wordt
aangegeven dat het Program Change getal dat verbonden is met geheugentoets [pp/1] de waarde
“001”heeft.
Ondertussen wordt het Program Change getal via de MIDI uitgang verzonden. U kunt nu een nieuw
Program Change getal voor het geselecteerde geheugen invoeren: druk daartoe op de
registerknoppen die corresponderen met het getal dat u wilt invoeren.
Ieder getal is opgebouwd uit 3 cijfers (als u dus, bij voorbeeld, het Program Change getal negen wilt
invoeren dient u achtereenvolgens in te voeren :“0”, “0”, “9”).
Om de Program Change modus te verlaten, drukt u weer op [TRANSPOSER].
Noot: Wanneer in iedere sectie het verzenden van MIDI boodschappen is gedeactiveerd (uitgeschakeld), zal
ook geen Program Change boodschap worden verzonden.
4.6 DEMONSTRATIEMUZIEK
Er zijn zes Demo muziekstukken beschikbaar om de klankkwaliteit en mogelijkheden van het
instrument op zijn waarde te schatten. Om de Demo muziekstukken af te spelen, drukt u ongeveer
twee seconden op de [USER] toets. Daarna kiest u één van de demonstratiestukken door op één van
de geheugentoetsen te drukken (toetsen [pp/1] bis [TUTTI/6]).
Druk tenslotte op de [USER] toets om de Demo modus te verlaten.
NL - 16
Handleiding – Viscount Cantorum V
4.7 HET INSTELLEN VAN DE TOETSDYNAMIEK
Het Cantorum V keyboard is aanslaggevoelig. Het is daarbij mogelijk om te kiezen uit 3
dynamische curven en 4 vaste snelheidswaarden die de klank van de orkeststemmen en de MIDI
boodschappen, die door het instrument worden verzonden, zullen beïnvloeden. De klank van de
orgelregisters wordt overigens niet beïnvloed door veranderingen van de aanslaggevoeligheid.
Om één van de zeven mogelijkheden te kiezen, zet u het instrument aan terwijl u gelijktijdig de
toetsen [p/2] + [mf/3] + [f/4] ingedrukt houdt. Eén van de LEDs van de Transposer zal gaan
branden om de geselecteerde aanslaggevoeligheid aan te geven, van links naar rechts: Soft (zacht),
Normal (normaal), Hard, Fixed (gefixeerd) op de waarde 32, Fixed op de waarde 64, Fixed op de
waarde 96, Fixed op de waarde 127. Kies uit één van deze mogelijkheden door de [ENSEMBLE]
toets aan aantal keer in te drukken.
Om deze modus te verlaten, zet u eenvoudig het instrument uit en daarna desgewenst weer aan.
4.8 EQUALIZER AAN/UIT
Om een optimale geluidsweergave te bereiken, bezit de CantorumV een audio equalizer (is een
uitgebreide toonregeling) die speciaal is ontworpen voor het interne versterkersysteem. Wanneer
evenwel de geluidsweergave van het instrument plaats vindt middels een ander versterkersysteem,
dient de equalizer te worden uitgeschakeld. Dit kan worden gedaan door het instrument aan te
zetten, waarbij gelijktijdig de geheugendruktoetsen [pp/1], [ff/5] en [TUTTI/6] zijn ingedrukt. Nu
kunnen de eerste twee registers van Manuaal I (die voorzien zijn van “0” en “1” erboven afgedrukt,
dicht bij de LED) worden gebruikt om de equalizer te activeren (“1”) dan wel uit te zetten (“0”).
4.9 UPDATE VAN DER FIRMWARE
Om een nieuwe versie van de Firmware (systeemsoftware) te laden, zet u het instrument aan terwijl
u gelijktijdig de eerste vijf “witte” toetsen van het klavier (van C2 tot G2) indrukt. Alle LEDs van
Temperament (keuze van de stemmingen) gaan nu aan. Het instrument zal nu wachten op het
ontvangen van nieuwe Firmware modulen via de MIDI aansluiting. Firmware modulen worden
verstuurd als MIDI bestanden die via een externe sequencer moeten worden verzonden naar de
MIDI IN poort van de Cantorum V. Een voorbeeld: wanneer gebruik wordt gemaakt van een
computer, is het nodig om via een geschikt programma de MIDI file af te spelen naar de MIDI OUT
poort van de PC. Tijdens het ontvangen van de Firmware codes zal de LED [SPLIT] knipperen.
Aan het eind van het binnenhalen (‘uploaden’) van de software zal het instrument automatisch
opnieuw worden gestart. Als er tijden het ‘uploaden’ fouten optreden, zullen alle LEDs van de
NL - 17
Handleiding – Viscount Cantorum V
Temperament sectie gaan knipperen. Start in dit geval het instrument opnieuw en probeer de
‘upload’ procedure een andere keer opnieuw
4.10 FABRIEKSINSTELLINGEN
De fabrieksinstellingen vormen de standaard configuratie van het instrument die tijdens de
productie van het instrument wordt geladen. Herstellen van de fabrieksinstellingen betekent dat alle
later door de gebruiker gemaakte veranderingen in de configuratie en in de geheugens worden
vervangen door de oorspronkelijke instellingen.
Om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen weer te herstellen, zet u het instrument aan terwijl
tegelijk de toetsen [ORCH. I] + [MAN.I 4'] + [MAN.II 16'] zijn ingedrukt: alle LEDs gaan nu
ongeveer 3 seconden branden. Dan wordt het instrument opnieuw opgestart met de originele
fabrieksinstellingen.
NL - 18
Afvalverwerking van elektrische en elektronische apparatuur (voor landen in de Europese Unie
en andere Europese landen met systemen voor de gescheiden inzameling van afval)
Dir. 2002/95/CE, 2002/96/CE e 2003/108/CE
Dit symbool op een product of de verpakking van een product geeft aan dat het product niet als gewoon
huishoudelijk afval mag worden aangeboden. In plaats daarvan moet het product worden aangeboden
bij een speciaal daarvoor ingericht verzamelstation, zodat het product geheel of gedeeltelijk kann
worden hergebruikt. Als u het product op deze manier voor afvalverwerking aanbiedt, voorkomt u
mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Het recyclen van materialen
draagt bij aan het behoud van natuurlijke bronnen. Neem voor meer informatie over het hergebruik van
dit product contact op met de gemeente, de dienst afvalstoffenverwerking in uw woonplaats of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Dit product voldoet aan de eisen van EMCD 2004/108/EC en LVD 2006/95/EC.