Lincoln Electric Power Wave 455M, POWER WAVE 455M CE, POWER WAVE 455M/STT CE Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Lincoln Electric Power Wave 455M Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
67
Veiligheid
08/03
WAARSCHUWING
Deze apparatuur moet gebruikt worden door gekwalificeerd personeel. Zorg ervoor dat installatie, gebruik, onderhoud
en reparatie alleen uitgevoerd wordt door gekwalificeerd personeel. Lees en begrijp deze gebruiksaanwijzing alvorens te
lassen. Negeren van waarschuwingen en aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzingen kunnen lijden tot verwondingen,
letsel, dood of schade aan het apparaat. Lees en begrijp de volgende verklaringen bij de waarschuwingssymbolen.
Lincoln Electric is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door verkeerde installatie, slecht onderhoud of
abnormale toepassingen.
WAARSCHUWING: Dit symbool geeft aan dat alle navolgende instructies uitgevoerd moeten worden
om letsel, dood of schade aan de apparatuur te voorkomen. Bescherm jezelf en anderen tegen letsel.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIES: Lees en begrijp deze gebruiksaanwijzing alvorens het
apparaat te gebruiken. Elektrisch lassen kan gevaarlijk zijn. Het niet volgen van de instructies uit
deze gebruiksaanwijzing kan letsel, dood of schade aan de apparatuur tot gevolg hebben.
ELEKTRISCHE STROOM KAN DODELIJK ZIJN: Lasapparatuur genereert hoge spanning. Raak
daarom de elektrode, werkstukklem en aangesloten werkstuk niet aan. Isoleer jezelf van elektrode,
werkstukklem en aangesloten werkstukken.
ROOK EN GASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN: Lassen produceert rook en gassen die gevaarlijk
voor de gezondheid kunnen zijn. Voorkom inademing van rook of gassen. Om deze gevaren te
voorkomen moet er voldoende ventilatie of een afzuigsysteem zijn om de rook en gassen bij de lasser
vandaan te houden.
BOOGSTRALING KAN VERBRANDING VEROORZAKEN: Gebruik een lasscherm met de juiste
lasglazen om de ogen te beschermen tegen straling en spatten. Draag geschikte kleding van een
vlamvertragend materiaal om de huid te beschermen. Bescherm anderen in de omgeving door
afscherming van de lasboog en vertel dat men niet in de lasboog moet kijken.
LASSPATTEN KUNNEN BRAND OF EXPLOSIE VEROORZAKEN: Verwijder brandbare stoffen uit
de omgeving en houdt een geschikte brandblusser paraat.
ELEKTRISCHE APPARATUUR: Schakel de voedingsspanning af m.b.v. de schakelaar aan de
zekeringkast als u aan de machine gaat werken. Aard de machine conform de nationaal (lokaal)
geldende normen.
ELEKTRISCHE APPARATUUR: Controleer regelmatig de aansluit-, de las- en de werkstukkabel.
Vervang kabels waarvan de isolatie beschadigd is. Leg de elektrodehouder niet op het werkstuk of
een ander oppervlak dat in verbinding met de werkstukklem staat om ongewenst ontsteken van de
boog te voorkomen.
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN: Elektrische stroom,
vloeiend door een geleider, veroorzaakt een lokaal elektrisch- en magnetisch veld (EMF). EMF-
velden kunnen de werking van pacemakers beïnvloeden. Personen met een pacemaker dienen hun
arts te raadplegen alvorens met lassen te beginnen.
AAN GELASTE MATERIALEN KUNT U ZICH BRANDEN: Lassen genereert een hoop warmte. Aan
hete oppervlakken en materialen in de werkomgeving kunt u zich lelijk branden. Gebruik
handschoenen en tangen om werkstukken en materialen in de werkomgeving vast te pakken of te
verplaatsen.
CE OVEREENSTEMMING: Deze machine voldoet aan de Europese richtlijnen.
VEILIGHEIDSMARKERING: Deze machine is geschikt voor gebruik als voedingsbron voor lasstroom
in omgevingen met een verhoogd risico en kans op elektrische aanraking.
68
GASFLESSEN KUNNEN EXPLODEREN BIJ BESCHADIGING: Gebruik alleen gasflessen die het
juiste beschermgas voor uw lasproces bevatten en gebruik bijbehorende reduceerventielen. Houd
gasflessen altijd verticaal en zet ze vast op een onderstel of andere daarvoor geschikte plaats.
Verplaats of transporteer geen flessen zonder kraanbeschermdop. Voorkom dat elektrode,
elektrodehouder of andere elektrisch hete delen in aanraking komen met de fles. Plaats flessen
zodanig dat geen kans bestaat op omverrijden of blootstelling aan andere materiële beschadiging en
een veilige afstand tot las- of snijdwerkzaamheden en andere warmtebronnen, vonken of spatten
gewaarborgd is.
HF
LET OP: De Hoge Frequentie welke gebruikt wordt voor het contactloos starten bij het TIG (GTAW)
lassen, kan interferentie veroorzaken op onvoeldoende afgeschermde computer apparatuur, EDP
centrales en industriële robots en kan zelfs een algehele storing veroorzaken. TIG (GTAW) lassen
kan eveneens storing veroorzaken op telefooncentrales en de ontvangst van radio en of TV
beïnvloeden.
Installatie en Bediening
Lees dit hele hoofdstuk voordat u de machine installeert
en in gebruik neemt.
Definitie van Lasterminologie
Niet-synergische lasmodes: Bij een niet-
synergische lasmode moeten alle parameters
ingesteld worden door de gebruiker.
Synergische lasmodes: Een Synergischc
lasmode biedt de mogelijkheid van eenknops
bediening. De machine steld zelf de juiste stroom
en spanning in naar aanleiding van de door de
gebruiker ingestelde draadsnelheid.(WFS).
WFS: Draadsnelheid ( Wire Feed Speed)
CC: Constante stroom (Constant Current)
CV: Constante spanning (Constant Voltage)
GMAW: Mig/Mag lassen (Gas Metal Arc welding)
GMAW-P: Pulsmig lassen (Gas Metal Arc welding-
(Pulse Arc)
GMAW-S: Kortsluitbooglassen (Gas Metal Arc
welding - Short Circuiting Arc)
GTAW: TIG lassen (Gas Tungsten Arc welding)
GTAW-P: TIG puls lassen (Gas Tungsten Arc
welding - Pulse Arc)
PAW: Plasma lassen (Plasma Arc welding)
SMAW: Elektrodelassen (Shielded Metal Arc
welding)
SW: Stud Arc Welding
SAW: OP-lassen (Submerged Arc Welding)
SAW-S: OP-lassen (Submerged Arc Welding -
Series)
STT: Surface Tension Transfer
FCAW: Innershield lassen (Flux Core Arc Welding)
CAC: Gutsen (Carbon Arc Cutting)
Product Omschrijving
De Power Wave is een semi-automatische digitaal
gecontroleerde lasinverter, in staat om complexe snelle
golfvormen te produceren, deel van een modulair
multiprocess lassysteem. Afhankelijk van de
configuratie en indien juist opgebouwd is deze instaat de
volgende processen te ondersteunen: CC, CV, GMAW,
GMAW-P, FCAW, SMAW, GTAW, CAC, en pulse
lasmodes.
Alleen de 455M/STT: ondersteunt ook de STT mode.
(Zie ook de technische gegevens voor de juiste
technische specificaties).
De Power Wave is ontworpen om tesamen gebruikt te
worden met de Power Feed draadaanvoersystemen. (in
het bijzonder de Power Feed M familie) Het geheel
werkt als één systeem. Elk onderdeel in het systeem is
voorzien van speciale circuits om met de andere
componenten te “praten” zodat elk component weet wat
de ander aan het doen is. Deze componenten
communiceren met behulp van het Arc Link protocol.
Alleen ArcLink compatible Power Feed semi-
automatische draadaanvoerkoffers en interfaces mogen
gebruikt worden. Andere Lincoln
draadaanvoersystemen of niet Lincoln
draadaanvoersystemen kunnen niet gebruikt worden.
Inschakelduur en Periodetijd
De Power Feed draadaanvoerkoffers kunnen met een
100% inschakelduur lassen (continue lassen). De
inschakelduur van de Power Wave is de beperkende
factor in het systeem. De inschakelduur is gebaseerd op
een 10 minuten cyclus. Een 60% ID komt overeen met
6 minuten lassen en 4 minuten rust in een 10 minuten
periode.
Plaats en omgeving
De Power Wave kan alleen binnenshuis gebruikt
worden. Daarnaast is het belangrijk enkele eenvoudige
maatregelen te treffen om een lange levensduur te
verzekeren.
Deze machine heeft een IP23S beschermingsgraad
en mag niet geheel of gedeeltelijk ondergedompelt
of geplaatst worden onder vallend water. Gebeurt
dit toch dan kan dit een onjuiste werking en of een
onveilige situatie veroorzaken. Plaats de Power
Wave in een droge afgeschermde omgeving.
Plaat en gebruik de machine niet op een
ondergrond waarvan de hellingshoek groter is dan
15° van horizontaal.
Plaats de machine daar waar er een vrije circulatie
van schone lucht en waar er geen restricties zijn
voor vrije luchtbeweging naar en van de
ventilatieopeningen. Bedek de machine niet af met
papier of doek wanneer deze ingeschakeld is.
Beperk de opname van stof en vuil tot een
minimum.
De machine is voorzien van F.A.N. (fan as needed)
besturing. De ventilator werkt alleen dan wanneer
het stroomcircuit werkt, wanneer er belasting is
maar ook zonder belasting. De ventilator loopt nog
ca 5 minuten nadat de uitgang uitgeschakeld is.
Indien gewenst kan de F.A.N. functie uitgeschakeld
worden waardoor de ventilator altijd loopt wanneer
69
de machine ingeschakeld is, (verbindt draden 444
and X3A tezamen aan de uitgang van de solid state
fan controle relais, achterop de Control PC board
behuizing (zie ook het bedradingsschema).
Plaats de machine weg van radio bestuurde
installaties. Normaal bedrijf van kan de werking van
radiobestuurde apparatuur beïnvloedden. Dit kan
resulteren in slechte of geen werking van de
aanwezige apparatuur of gevaar opleveren voor
anderen. Leer de sectie elektromagnetische
compatibiliteit elders in deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik de machine niet daar waar de
omgevingstemperatuur groter is dan 40°C.
Aansluiting Voedingsspanning
Alleen gekwalificeerde technici mogen deze
stroombronnen aansluiten. Aansluitingen moeten
voldoen aan de lokaal geldende regelgeving.
Gebruik een 3 phasen voeding. Een 45mm opening
voor opname van de trekontlasting zit aan de
linkerbovenzijde naast de deur die toegang geeft tot het
aansluitpaneel. Sluit L1, L2, L3 en Aarde aan zoals
aangegeven op het aansluitschema op de binnenzijde
van het deurtje naar het aansluitpaneel of zie
onderstaande afbeelding.
Controleer de Aarde aansluiting, Primaire spanning, fase
en frequentie alvorens de machine in te schakelen. De
maximaal toelaatbare voedingsspaning staat
aangegeven in de technische gegevens van deze
gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje van de
machine.
De noodzakelijke zekeringswaardes kabeldoorsnedes
zijn aangegeven in de technische specificatie s van deze
gebruiksaanwijzing.
Aansluitingen Uitgang
Een systeem met Twist-Mate kabelkoppelingen wordt
gebruikt voor het aansluiten van de laskabels. Zie
verder onderstaande instructies voor meer informatie
over het aansluiten van de machine afhankelijk van de
toepassing.
Aansluiten Las- en Werkstukkabel
Sluit een werkstukkabel met de juiste lengte en
doorsnede aan op de juiste aansluiting op de machine.
Verzeker u ervan dat de verbinding metaal op metaal
elektrisch contact maakt. Voor de best mogelijke
resultaten en om interferentie te voorkomen is het
raadzaam alle kabel direkt naar het werkstuk te leiden.
Vermijd grote lengtes kabel en roll de overgebleven
kabel niet op.
Minimum doorsnede werkstuk en elektrode kabels:
Lasstroom
(60% Inschakelduur Cycle)
Minimum koperdoorsnede
(tot 30m. lengte)
400A
70mm
2
500A
95mm
2
600A
95mm
2
Opmerking: K1796 coaxiale laskabel word aanbevolen
om inductie over grotere lengtes kabel te reduceren.
Speciaal tijdens het Pulslassen of voor de PW
455M/STT tijdens STT applicaties.
Inductie in laskabel en het effect op Puls lassen
Tijdens Pulslas proceesen zal inductie in de laskabel het
lasgedrag negatief beïnvloeden. Traditionele laskabels
kunnen gebruikt worden wanneer de totale stroomkring
korter is dan 15 meter. Bove de 15 meter wordt het
gebruik van K1796 Coaxiale laskabels aanbevolen. De
lengte van de stroomkring wordt als volgt bepaald:
Lengte = Lengte laskabel (A) + Lengte Werkstukkabel
(B) + Lengte werkstuk (C) (zie ook figuur hieronder).
1. Werkstuk.
Een verplaatsbare werkstukaansluiting is voor lange
werkstukken noodzakelijk om de totale stroomkring
korter dan 15 meter te houden (zie onderstaand figuur).
1. Werkstuk.
2. Verplaatsbare werkstukklem.
3. Meet vanaf buitenzijde van de kabel.
4. K1796 coaxiale kabel.
De meeste lasapplicaties worden uitgevoerd met de
elektrode aan de pluspool (+). Sluit voor deze
toepassing de elektrodekabel aan tussen de
draadaanvoerkoffer en de positieve (+) stekkerdoos op
de Power Wave (achter de geveerde beschermkap
onderaan de voorzijde van de machine). Sluit het
andere uiteinde van de elektrodekabel aan op de
draadaanvoerplaat. Verzeker u ervan dat de verbinding
goed elektrisch contact maakt. De doorsnede van de
elektrodekabel moet voldoen aan de in de scpecificatie
gestelde eisen. Sluit een Werkstukkabel tussen
werkstuk en de negatieve (-) stekkerdoos. De
verbinding met het werkstuk moet stevig vastzitten en
goed elektrisch contact maken, speciaal wanneer er
Puls gelast wordt.
Alleen 455M/STT: Wanneer er volgens de STT
procedure gelast gaat worden, moet men gebruik maken
van de aansluiting “STT”. (Indien gewenst kunnen ook
andere processen via deze aanluiting gelast worden,
hoewel de maximale stroom beperkt wordt to 325A).
Voor niet-STT proceesen is het gebruik van de Positieve
(+) aansluiting, zodat het gehele vermogen beschikbaar
is, aan te bevelen. Verbind onder geen voorwaarde
“STT” en “Power Wave” aansluitingen aan elkaar. Het
Parallel verbinden zal het STT circuit buiten werking
70
stellen en het STT lasgedrag zeer negatief beïnvloeden.
WAARSCHUWING: Excessief voltageverlies
veroorzaakt door slechte werkstukverbindingen
resulteren in een slecht lasgedrag.
Negatieve elektrode polariteit
Waneer een negative elektrode polariteit gewenst is,
zoals bij sommige innershield applicaties, moet men de
aansluitingen van de Elektrode- en Werkstukkabel
omkeren bij de Power Wave (elektrode kabel aan de
negatieve (-) stekkerdoos en werkstukkabel aan de
positieve (+) stekkerdoos.
Men moet voor het lassen aan de Minpool ook de
“Electrode Sense Polarity" DIP switch op de juiste
"Negatieve" positie instellen op het Wire Drive Feed
Head PC Board. De machine staat standaard ingesteld
op de Positieve elektrode polariteit. Zie de
Gebruiksaanwijzing van de Power Feed
draadaanvoerkoffer voor verdere details.
Meting Lasspanning
De machine geeft de beste lasresultaten wanneer de
Power Wave accurate gegevens van uit de lasboog
krijgt. Afhankelijk van de proceskeuze en inductie in las-
en werkstuk kan de werkelijke lasspanning afwijken van
de spanning op de stroomaansluitingen. Meetdraden
voor de werkelijk lasspanning verbeteren de
nauwkeurigheid van de spanningsmeting en hebben een
positief effect op het lasgedrag. Sense Lead Kits (K940-
10, -25 or -50) zijn beschikbaar voor deze toepassing.
WAARSCHUWING: Wanneer het meten van de
lasspanning ingeschakeld is, maar de meetdraden
ontbreken, zijn slecht aangesloten, defect of de machine
staat op de verkeerde polariteit ingesteld, kan een
extreem hoge lasstroom optreden.
De Elektrode meetdraad (67) is opgenomen in het
kabelpakken en wordt automatisch gebruikt voor alle
semi –automatische processen. De Werkstuk
meetdraad (21) wordt met de Power Wave verbonden
aan de 4 polige connector bij de stroomaansluitingen.
Standaard wordt de Werkstuk spanning gecontroleerd
via de werkstukaansluiting van de stroombron. Zie de
onderstaande paragraaf voor meer informatie over de
Werkstuk meetsnoer (21).
Alle constant current processen meten de lasspanning
op de stroomaansluitingen, op de voorzijde van de
machine.
Gebruikde Meetdraden als volgt:
Proces
Elektrode Voltage
meetdraad 67
Werkstuk Voltage
meetdraad 21
GMAW 67 draad noodzakelijk 21 draad optioneel
GMAW-P 67 draad noodzakelijk 21 draad optioneel
FCAW 67 draad noodzakelijk 21 draad optioneel
GTAW
Voltage meting op
stroomaansluiting
Voltage meting op
stroomaansluiting
GTAW-P
Voltage meting op
stroomaansluiting
Voltage meting op
stroomaansluiting
SAW 67 draad noodzakelijk 21 draad optioneel
CAC
Voltage meting op
stroomaansluiting
Voltage meting op
stroomaansluiting
455M/STT
alleen
STT 67 draad noodzakelijk 21 draad optioneel
* De elektrode voltage 67 meetdraad is geïntegreerd in
de besturingskabel naar de draadaanvoerkoffer.
Meting Voltage Werkstuk
Standaard wordt de Power Wave met de voltage meting
werkstuk:
Uitgeschakeld, voor de 455M.
Ingeschakeld, voor de 455M/STT.
Voor processen waarbij het noodzakelijk is dat de
lasspanning nauwkeurig gemeten moet worden, sluit
men draad (21) werkstuk voltage ui t set (K940) aan
tussen de stekkerdoos op de Power Wave en het
werkstuk. Sluit de meetdraad zo kor tmogelijk bij de te
lassen plaats als praktisch mogelijk is. Zorg er echter
voor dat deze niet in de retourweg van de lasstroom
geplaatst wordt. Verander de status indien nodig zoals
onderstaand:
Schakel de stroombron uit en verwijder de stekker
uit de netaansluiting.
Verwijder het frontpaneel van de stoombron.
Het control board is aan de linkerkant geplaatst.
Zoek de 8-standen DIP switch en zoek schakelaar 8
van de DIP switch (zie onderstaande afbeelding).
Schuif schakelaar 8 naar de UIT positie, gebruik
makend van een potlood of elk ander puntig
voorwerp, wanneer de werkstuk aansluiting niet is
aangesloten. Omgekeerd: schuif de schakelaar
naar de ON opisitie wanneer een meetdraad
aanwezig is (zie onderstaande afbeelding).
Fabrieksinstelling Dip-switch:
Sw
455M 455M/STT
1 Niet gebruikt # Niet gebruikt #
2 Niet gebruikt # Niet gebruikt #
3
Equipment group 1
selected
Off Niet gebruikt #
4
Equipment group 2
selected
Off Niet gebruikt #
5 Niet gebruikt # Niet gebruikt #
6 Niet gebruikt # Niet gebruikt #
7
Auto mapping
(enable=off)
Off Niet gebruikt #
8
Work sense lead
(connected=on)
Off
Work sense lead
(connected=on)
On
Sluit het frontpaneel met de schroeven. De print
“Leest” de standen van de schakelaar bij het
opstarten en configureerd vervolgens de machine
zoals ingesteld.
71
Meting Elektrode Voltage
In- of Uitschakelen van de Elektrode voltage meting
gebeurt automatisch door de software. De 67 elektrode
meetdraad is intern opgenomen in het kabelpakket en
altijd aangesloten wanneer er een draadaanvoerkoffer is
aangesloten.
Belangrijk: De elektrode polariteit moet voor alle semi
automatische toepassingen, goed ingesteld zijn op de
draadaanvoerkoffer. Staat deze foutiief ingesteld dan
bestaat de kans op extreem hoge lasstromen.
Aansluitingen tussen Power Wave en
Power Feed draadaanvoersystemen
De Power Wave en daarbij horende draadaanvoer-
sytemen communiceren door middel van een 5 aderige
besturingskabel (K1543). Deze besturingskabel bestaat
uit twee voedingsdraden, een paar twisted aders voor
digitale communicatie en een draad voor
spanningsmeting. Deze kabels zijn 1 op 1 op de
connectors aangesloten om een eventuele verlenging
eenvoudig te maken (verleng niet meer dan 30,5 meter
totale lengte). De aansluiting op de stroombron is
geplaatst onder de geveerde beschermkap op de
voorzijde van de machine. De aansluiting op de Power
Feed izit normaliter op de achterzijde van het
draadaanvoersysteem of anders op de onderzijde van
de User interface.
Gemakshalve kunnen de las- en besturingskabels achter
de trekontlasting en door de kabelgoten naar achteren
gevoerd worden.
Door de flexibiliteit van he tgeheel zijn meerdere
configuraties mogelijk. Het volgende is een algemen
omschrijving vanhet systeem. Voor specifieke
toepassingen verwijzen wij naar de gebruiksaanwijzing
van de Power Feed.
Systeem Omschrijving
De Power Wave en Power Feed M familie gebruiken een
digitaal communicatiesysteem dat Arc Link genoemd
wordt. Eenvoudigweg: ArcLink laat het toe grote
hoeveelheden informatie met een hoge snelheid naar de
aangesloten comopnenten binnen het systeem te sturen.
Dit systeem heeft slechts twee draden nodig voor deze
communicatie en door zijn Bus-like structuur, kunnen de
componenten in elke volgorde aangesloten worden
waardoor de aansluiting van deze componenten danig
vereenvoudigt wordt.
Elk "systeem" kan slechts één stroombron bevatten. Het
aantal draadaanvoersystemen wordt bepaald door het
type feeder. Zie ook de gebruiksaanwiojzing van de
draadaanvoerkoffer.
Lassen met meerdere Power Waves
WAARSCHUWING: Speciale aandacht is nodig
wanneer er meer dan een Power Wave wordt
aangesloten op een werkstuk. Magnetische
blaaswerking en of interferentie tussen de beide
lasbogen kan optreden of versterkt worden.
Elke Power Wave moet voorzien zijn van een werkstuk
meetdraad vanaf de aansluiting tot aan het werkstuk.
Combineer onder geen voorwaarde de meerdere
meetdraden en werkstukkabels onder een aansluiting.
De lasrichting moet van de werkstukaansluiting af
gericht zijn zoals aangegeven in onderstaande
afbeelding. Verbindt alle werkstukmeetdraden vanaf de
stroombron naar het werkstuk aan het einde van de las.
Voor de beste resultaten tijdens het pulslassen is het
noodzakelijk de draadsnelheid voor alle stroombronnen
geliijk in te stellen. Wanneer de parameters gelijk zijn, is
de pulsfrequentie gelijk waardoor de lasbogen stabieler
worden.
Elke lastoorts moet voorzien zijn van een separaat
gasreduceertoestel, voor een juiste gasstroom en
bescherming.
Probeer niet Twee of meer toortsen aan te sluiten op
een reduceertoestel.
Wanneer een antispat systeem gebruikt wordt moet elk
pistool zijn eigen antispat systeem hebben (zie ook
hieronder).
1. Lasrichting.
2. Verbindt beide meetdraden aan het einde van de
lasnaad.
3. Verbind de werkstukkabels aan het begin van de
lasnaad.
Meerdere lasbogen, plaatsing niet
gesynchoniseerde meetdraden een
werkstukkabels
Foutieve aansluiting
Lasstroom van boog Arc#1 beïnvloed meetdraad
Sense#2.
Lasstroom van boog Arc#2 beïnvloed meetdraad
Sense#1.
Geen van beide meetdraad registreerd de juiste
werkstukspanning, wat resulteerd in slecht starten
Nen een instabiele lasboog.
72
Betere aansluiting
Meetdraad Sense#1 wordt alleen beïnvloed door de
lasstroom van boog Arc#1.
Meetdraad Sense#2 wordt alleen beïnvloed door de
laastrrom van boog Arc#2.
Door spanningsval in het werkstuk, kan de
boogspanning laag uitvallen, waardoor aanpassing
van de standaard procedures noodzakelijk is.
Beste aansluiting
Beide meetdraden Sense# zijn buiten het pad van
de lasstroom aangebracht.
Beide meetdraden Sense# meten de juiste
boogspanning.
Er is geen spanningsval tussen de boog Arc# en
meetdraad Sense# .
De beste start, de beste lasboog, meest
betrouwbare resultaten.
I/O specificaties stekkerdoos machine
Aansluiting draadaanvoersysteem S1
Pin Draad Functie
A 53 Communication Bus L
B 54 Communication Bus H
C 67A Electrode Voltage Sense
D520Vdc
E 51 +40Vdc
Aansluiting Voltage meetdraad S2
Pin Draad Functie
3 21A Work Voltage Sense
Aansluiting RS232 S3
Pin Draad Functie
2 253 RS232 Receive
3 254 RS232 Transmit
4 # S3 Pin 5
5 # S3 Pin 4
6 # # S3 Pin 20
20 # # S3 Pin 6
7 251 RS232 Common
Water doorstroom Sensor
Watergekoelde laspistolen kunnen zeer snel beschadigt
raken wanneer deze zonder gebruikt worden zonder
waterdoorstroom. Een water doorstroom sensor wordt
aanbevolen voor waterkoelers die niet voorzien zijn van
een geïntegreerde doorstroom sensor.
Bedien- en controle-elementen
Alle bedienelementen voor de lasser zijn aangebracht in
het frontpaneel van de PowerWave zoals aangegeven in
de afbeelding hieronder:
1. Aan / Uit schakelaar: Zorg ervoor dat de machine
correct is aangesloten alvorens de machine in te
schakelen.
2. Status Lamp: Een twee kleuren lampje dat syteem
fouten aangeeft. Normale en abnormale condities
worden aangegeven zoals in onderstaande tabel:
Lamp status Betekenis
Brand Groen Systeem OK. Power Wave
communiceert normaal met de
draadaanvoerkoffer en zijn
componenten.
Knippert
Groen
Gebeurt gedurende een Reset, waarin
de Power Wave identificeert welke
componenten aangesloten zijn in het
systeem. Dit is normaal voor de
eerste 1-10 seconden nadat de
machine is ingeschakelt, of het
systeem is gewijzigd gedurende
gebruik.
Knipperend
Groen / Rood
Niet-herstelbare systeemfout.
Wanneer de stauts lamp knippert in
elke combinatie van rood en groen zijn
er problemen aanwezig in de Power
Wave. Lees de error code voordat
de machine uitgeschakeld wordt.
De Error Code die aangegeven Wordt
door de Status lamp is terug te vinden
in de service manual. Individuele
foutcodes worden in rood aangegeven
met een lange pauze tussen de codes.
Is er meer dan een code aanwezig,
dan worden deze codes gescheiden
door middel van een groene code.
Om de storing te resetten moet de
machine uit en weer ingeschakeld
worden.
Constant
Rood
Niet herstelbare Hardware fout.
Normaliter het geval wanner er niets is
aangesloten op de aansluiting voor de
draadaanvoerkoffer.
Knipperend
Rood
Niet van toepassing.
73
Pas op: de Power Wave status lamp knippert
groen en soms zelfs rood en groen tot op 1 minuut
wanneer de machine voor het eerst wordt
ingeschakeld. Dit is normaal doordat de machine
een zelftest uitvoert na het inschakelen.
3. Temperatuur Lamp (thermische overbelasting): Een
gele lamp licht op wanneer een te hoge temperatuur
optreed. De lasstroom wordt uitgeschakeld, terwijl
de ventilator blijft draaien om de machine af te
koelen. Wanneer de machine voldoende afgekoeld
is gaat de lamp uit en is de machine klaar voor
gebruik.
4. 10A Zekeringsautomaat voor het
draadaanvoersysteem: Beschermd de 40Vdc
hulpspanning voor de draadaanvoermotor.
5. 5A Zekeringsautomaat hulpvermogen: Beschermt
de 220Vac stekerdoos op de voorzijde van de
machine.
6. Connector S2 (meetdraad /Sense Lead): Zie ook
de paragraaf “I/O specificatie stekerdoos” voor mer
informatie.
7. Connector S3 (RS-232): Zie ook de paragraaf “I/O
specificatie stekerdoos” voor mer informatie.
8. Stekkerdoos draadaanvoersysteem S1 (5 pin): Zie
ook de paragraaf “I/O specificatie stekerdoos” voor
mer informatie.
9. Negatieve Aansluiting: Afhankelijk van het gekozen
lasproces sluit men hier de las of werkstukkabel op
aan.
10. Positieve Aansluiting: Afhankelijk van het gekozen
lasproces sluit men hier de las of werkstukkabel op
aan.
11. Aansluiting Hulpvermogen: 220Vac stekkerdoos op
voorzijde machine.
12. Devicenet Connector (5 pin): Deze optionele
module can gebruikt worden voor Devicenet
toepassingen. Het is een 5 pin sealed mini
connector per ANSI B93.55M-1981.
13. Stekkerdoos Optionele Robotic Wire Feeder: Voor
Robotic toepassingen is een optionele Wire Drive
Control Module noodzakelijk om het Power Feed-
10R draadaanvoersysteem aan te sturen. Deze
module kan vanaf de fabriek of in het veld voor
Robot toepassingen gemonteerd worden.
De Wire Drive Control Module is ook uitgevoerd met
een aansluitstrip voor het aansluiten van een aantal
eenvoudige signalen. Het kan gebruikt worden om
extern de basis signalen van het
draadaanvoersysteem te besturen. Deze funktie is
verdeeld in 3 groepen: Toortsdrukker, Koude
draadaanvoer en uitschakelen.
14. Optionele I/O Connector: De Wire Drive Control
Module is ook uitgevoerd met een aansluitstrip voor
het aansluiten van een aantal eenvoudige signalen.
Het kan gebruikt worden om extern de basis
signalen van het draadaanvoersysteem te besturen.
Deze funktie is verdeeld in 3 groepen:
Toortsdrukker, Koude draadaanvoer en
uitschakelen.
15. Alleen 455M/STT: STT Aansluiting: Afhankelijk
van het gekozen lasproces sluit men hier de
laskabel op aan.
16. Optionele Ethernet Connector: Deze module bevat
DeviceNet en EtherNet mogelijkheden. De
DeviceNet aanluiting gebruikt een 5 pin gesloten
mini connector als per ANSI B93.55M-1981. De
EtherNet verbinding gebruikt een RJ5 connector.
Het maken van een las
De Power Wave is ontworpen om te werken met circa
20mm elektrode stick-out tijdens CV en Pulse
processen. Een te veel te korte of veel te lange
elektrode stick-out zal slecht beperkt functioneren.
WAARSCHUWING: De werkingsgraad van een product
of bouwwerk waarbij gebruik gemaakt is van de
lasprogramma’s kan en moet alleen voor de
verantwoording van de bouwer / gebruiker zijn. Er zijn
zeer veel externe variabelen buiten het bereik van de
Lincoln Electric Company welke invloed hebben op de
toepassing van de ze lasprogramma’s. Hieronder vallen
ondermeer (maar zijn niet beperkt tot). De gebruikte
lasprocedure, Chemische samenstelling en temperatuur
van het werkstuk, ontwerp van de lasbewerking,
fabricage methode en gebruik van het werkstuk. De
beschikbare lasprogramma’s hoeven niet geschikt te zijn
voor alle applicaties en de bouwer / gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de programmakeuze.
De stappen die nodig zijn om de Power Wave te
bedienen variëren afhankelijk van de geïnstalleerde
opties in de User interface (control box) van het
systeem. De flexibiliteit van het Power Wave system
biedt de gebruiker de mogelijkheid het systeem te
optimaliseren voor de beste resultaten.
Allereerst, kies het te gebruiken lasproces en werkstuk
om te lassen. Kies een bijbehorend toevoegmateriaal,
diameter, beschermgas en lasproces (GMAW, GMAW-
P, etc.).
Zoek vervolgens het lasprogramma dat het beste bij het
gekozen lasproces past. De standaard software
waarmee de Power Wave uitgerust is, omvat een brede
range van veelvoorkomende toepassingen en zal voor
bijna alle voorkomende situaties voldoen. Indien een
speciaal lasprogramma gewenst is kunt u contact
opnemen met uw Lincoln Electric vertegenwoordiger.
De Power Wave moet weten welke lasparameters nodig
zijn voor het maken van een las. De Power Feed (PF)
familie van communiceert zijn instellingen naar de
stroombron door de besturingskabel. Alle gegevens
zoals booglengte, draadsnelheid, boogregeling etc
worden digitaal via de besturingskabel verstuurd.
Afstelling Lasparameters
Alle instellingen worden uitgevoerd op de
gebruikersinterface (de besturingskast). Deze bevat de
schakelaars, displays en knoppen die nodig zijn om
zowel de Power Wave en Power Feed te besturen.
Standaard is de besturingskast onderdeel van de
draadaanvoerkoffer. Deze kan direkt op de
draadaanvoerunit gemonteerd worden of zelfs separaat
74
worden gemonteerd in een mechanisatie opstelling.
De besturingskast kan met diverse opties uitgevoerd
worden. Het is mogelijk dat in uw systeem niet alle
onderstaande opties of bedienelementen aanwezig zijn.
Ongeachte de aanwezigheid ervan zijn hieronder alle
bedienelementen omschreven. Zie voor meer informatie
ook de gebruiksaanwijzing van heet
draadaanvoersysteem.
WFS / AMPS:
In synergische las modes (synergisch CV, pulse GMAW,
STT), is de draadsnelheid WFS (wire feed speed) de
besturingsparameter, die alle andere variabelen
controleert. De gebruiker kiest de draadsnelheid
behorend bij de factoren als lasdoorsnede,
inbrandingsdiepte, heat input, etc. De Power Wave
gebruikt de draadsnelheid om zijn uitgangskarateristiek
in te stellen (lasspanning, lasstroom) volgens vast
geprogrammeerde instellingen. In niet-synergische
modes werkt de draadsnelheid als bij een conventionele
CV stroombron. Draadsnelheid en voltage worden apart
ingesteld.
In constant current modes (elektrode, TIG) bestuurd
deze de lasstroom.
VOLTS / TRIM:
In constant voltage modes (synergisch CV, standaard
CV) bestuurd deze de lasspanning.
Tijdens het synergisch pulslassen (alleen pulse GMAW)
kan de gebruiker de Trim instelling gebruiken om de
booglengte te regelen. Deze instelling is regelbaar
tussen 0.500 tot 1.500. Een Trim instelling van 1.000 is
een goed startpunt voor de meeste toepassingen.
455M/STT alleen: In STT mode, Kan de gebruiker de
Trim instelling gebruiken om de heatinput naar de las te
wijzigen.
Lassen mode:
Wordt geselecteerd op naam (CV/MIG, CC/Stick Crisp,
Gouge, etc.) of door een mode nummer (10, 24, 71, etc.)
afhankelijk van de opties van de besturingskast. De
gekozen welding mode bepaald de laskarakteristiek van
de Power Wave. Zie ook onderstaande uitleg voor een
meer complete omschrijving van de lasmodes die
beschikbaar zijn in de Power Wave.
A
rc Control:
Ook bekend als smoorspoelwerking of Wave Control.
Biedt de gebruiker de mogelijkheid de eigenschappen
van de lasboog in te stellen van “zacht” tot “hard” in alle
lasmodes. Deze is regelbaar van -10.0 tot +10.0, met
een middenstand van 00.0 (de middenstand 00.0 kan op
sommige Power Feed systemen als OFF weergegeven
worden). Zie ook hieronder voor een meer
gedetailleerde uitleg hoe Arc Control elke modes
aanpast.
Constant Voltage Lassen
Synergisch CV:
Voor elke draadsnelheid is er een overeenkomstige
lasspanning voorgeprogrameerd in de machine met
behulp van speciale software in de fabriek. De normaal
voorgeprogrammeerde lasspanning is een goed
gemiddelde bij een gegeven draadsnelheid, maar kan
naar wens aangepast worden. Wanneer de
draadsnelheid veranderd, wijzigt de Power Wave
automatisch de lasspanning overeenkomend met de
laskarakteristiek die daarby hoort.
Niet Synergisch CV:
Dit type CV mode gedraagt zich zoals een conventionele
CV stroombron. Voltage en draadsnelheid kunnen
onafhankelijk van elkaar ingesteld worden. De gebruiker
moet dan ook bij elke wijziging van de lasspanning ook
de draadsnelheid aanpassen.
Alle CV Modes:
Arc Control, vaak ook wel wave control genoemd, regeld
de inductie van de puls vorm. Dee wave control regeling
is te vergelijken met de smoorspoelwerking in
conventionele machines. Daardoor geeft het opvoern
van de wave control groter dan 0.0 een hardere “Koude”
lasboog, terwijl waarden van de wave control lager dan
0.0 een zachtere maar meer “warme” lasboog geeft (zie
ook figuur hieronder).
Puls Lassen
Puls lasprocedure zijn ingesteld met een gemiddlede
booglengte variabele. Tijdens het pulslassen is de
booglengte heel afhankelijk van de pulsvorm.
Piekstroom, grondstroom, stijgtijd en daaltijd hebben
allemaal invloed op de lasspanning. De exacte
lasspanning bij een bepaalde draadsnelheid kan alleen
opgegeven wordn wanneer alle parameters bekend zijn.
Het gebruiken van een vaste preset boogspanning is
onmogelijk en in plaats daarvan kan de gebruiker de
gewenste booglengte instellen met "trim".
Met Trim regelt de gebruiker de booglengte en de
waarde is instelbaar tussen 0.50 en 1.50, met een
nominale waarde van 1.00. Trim waarden groter dan
1.00 vergroot de booglengte, terwijl waarden kleiner dan
1.00 verkleint de booglengte.
De meste puls lasprogramma’s zijn synergisch.
Wanneer de draadsnelheid aangepast, dan rekent de
Power Wave automatisch de pulsvormparameters door
om de lasboog zo gelijk mogelijk te houden.
De Power Wave gebruikt een "actieve besturingl" om
veranderingen in de uitsteeklengte tijdens het lassen te
compenseren. (Uitsteklengte is de afstand van
contacttip tot het werkstuk). De Power Wave
pulsvormen zijn geoptimaliseerd voor 19mm
uitsteeklengte. De actieve besturing ondersteund
uitsteeklengtes tussen 13 en 32mm. Bij zeer lage of
juist zeer hoge draadaanvoersnelheid kan deze waarde
varieren door de fysische beperkingen van het
lasproces.
Arc Control, vaak ook wel wave control genoemd, in puls
programma’s usually, regelt de focus of vorm van de
75
lasboog. Wave control waarden groter dan 0.0
verhogen de puls frequentie terwijl de grondstroom
afneemt, wat resulteerd in een geconcentreerde lasboog
vooral geschikt voor hoge snelheid lassen. Wave
control waarden groter dan 0.0 verlagen de puls
frequentie terwijl de grondstroom toeneemt, wat een
zachte lasboog geeft, geschikt voor het in positie lassen
(zie ook figuur hieronder).
Alleen 455M/STT: STT Lassen
De afbeeldingen geven de pulsstroom aan voor het STT
proces. Deze tekeningen zijn niet op schaal, maar
alleen voor voor het verduidelijken van de invloed van de
variabelen op het lasproces.
Trim in de STT mode regelt de “tail out” en grondstroom
instelling van de pulsvorm. Voor doorlassingen is de
“tail out” gefixeerd en de trim beïnvloed alleen de
grondstroom. Trim waarden groter dan 1.0 geven meer
energie in de lasboog waardoor het smeltbad warmer
wordt. Trim waarden kleiner dan 1.0 beperken de
energie in de lasboog. De nominale waarde van 1.0
voldoet voor de meeste applicaties (zie ook figuur
hieronder).
In de meeste programma’s wordt de Piekstroom geregelt
met de arc control, ook wel wave control genoemd. Een
wave control waarde van +10.0 maximaliseerd de
piekstroom, terwijl een piekstroom van -10.0 de
piekstroom minimaliseerd. Algemeen: de piekstroom is
proportioneel met de booglengte (zie ook onderstaand
figuur).
Let op: Het beriek van de Wave Control en Trim zijn
afhankelijk van het gebruikte lasprogramma. De
waarden die getoond worden zijn typische bereiken.
Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
06/02
Deze machine is ontworpen in overeenstemming met alle van toepassing zijnde bepalingen en normen. Desondanks
kan de machine elektromagnetische ruis genereren die invloed kan hebben op andere systemen zoals
telecommunicatiesystemen (radio, televisie en telefoon) of beveiligingssystemen. Deze storing interferentie kan leiden
tot veiligheidsproblemen in het betreffende systeem. Lees en begrijp deze paragraaf om elektromagnetische
interferentie (storing), opgewekt door deze machine, te elimineren of te beperken.
Deze installatie is ontworpen om in een industriële omgeving gebruikt te worden. Het is belangrijk om voor
gebruik in een huiselijke omgeving aanvullende voorzorgsmaatregelen te nemen om mogelijke
elektromagnetische interferentie te elimineren. De gebruiker dient deze machine te installeren en te
gebruiken zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Indien elektromagnetische interferentie voorkomt,
dient de gebruiker maatregelen te nemen om deze interferentie te elimineren. Indien nodig kan hij hiervoor assistentie
vragen aan de dichtstbijzijnde Lincoln Electric vestiging.
Voordat de machine geïnstalleerd wordt dient de gebruiker de werkplek te controleren op apparatuur die t.g.v.
interferentie slecht functioneren. Let hierbij op:
Primaire- en secundaire kabels, stuurstroomkabels en telefoonkabels in de directe en nabije omgeving van de
werkplek en de machine
Radio en/of televisie zenders en ontvangers. Computers of computergestuurde apparatuur.
Beveiligen en besturingen van industriële processen. Meet en ijkgereedschap.
Persoonlijke medische apparatuur zoals pacemakers en gehoorapparaten.
76
Controleer de elektromagnetische immuniteit van apparatuur op of nabij de werkplek. De gebruiker dient er zeker
van te zijn dat alle apparatuur in de omgeving immuun is. Dit kan betekenen dat er aanvullende maatregelen
genomen moeten worden.
De dimensies van het gebied waarvoor dit geldt hangen af van de constructie en andere activiteiten die
plaatsvinden.
Neem de volgende richtlijnen in acht om elektromagnetische emissie van de machine te beperken.
Sluit de machine op het net aan zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Indien storing optreedt, kan het
nodig zijn aanvullende maatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld het filteren van de primaire spanning.
Las en werkstukkabels dienen zo kort mogelijk naast elkaar te liggen. Leg, indien mogelijk, het werkstuk aan aarde
om elektromagnetische emissie te beperken. De gebruiker moet controleren of het aan aarde leggen van het
werkstuk gevolgen heeft voor het functioneren van apparatuur en de veiligheid van personen.
Het afschermen van kabels in het werkgebied kan elektromagnetische emissie beperken. Dit kan bij speciale
toepassingen nodig zijn.
Technische Specificaties
POWER WAVE 455M CE & 455M/STT CE:
PRIMAIR
Primaire spanning
400V ± 15%
Drie fasen
Nominale primaire stroom
36A @ 100% ID
48A @ 60% ID
Frequentie
50/60 Hertz (Hz)
NOMINALE OUTPUT BIJ 40°C
Inschakelduur
(op basis van een10 min. Cyclus)
Lasstroom secundair Lasspanning
455M
100%
60%
400A
500A
36Vdc
40Vdc
455M/STT
Alle processen behalve STT
100%
60%
Alleen STT proces
100%
Alle processen behalve STT
400A
500A
Alleen STT proces
325A
Alle processen behalve STT
36Vdc
40Vdc
Alleen STT proces
33Vdc
SECUNDAIRE OUTPUT
Bereik lasstroom
5-500Ampère
Maximum Open spanning
75Vdc
Proces stroombereik
Puls Frequentie
0.15-1000Hz
MIG / MAG
50-500A
Puls Voltage
5-55Vdc
FCAW
40-500A
Puls and grondstroom tijd
100u sec.-3.3 sec.
SMAW
30-500A
Hulpvermogen
40Vdc @ 10A en 220Vac @ 5A
Puls
5-720A
Alleen 455M/STT: STT Piek & Grondstroom
15-450A
Alleen 455M/STT: STT
40-325A
AANBEVOLEN PRIMAIRE KABEL EN ZEKERINGEN
Zekering (traag) of installatieautomaat (“D” karakteristiek)
40A
Primaire kabel
4 x 10mm2
AFMETINGEN EN GEWICHT
Hoogte
663mm
Breedte
505mm
Lengte
835mm
Gewicht
455M: 114Kg
455M/STT: 121Kg
Werktemperatuur
-20°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
-40°C tot +40°C
Neem voor reparatie of onderhoud contact op met de dichtstbijzijnde Lincoln Electric dealer of Lincoln Electric service
center zelf. Ondeskundig onderhoud en of reparatie uitgevoerd door niet bevoegde personen kunnen gevaarlijk zijn en
zorgt ervoor dat de garantie vervalt.
97
Spare Parts, Parti di Ricambio, Ersatzteile, Lista de Piezas de
Recambio, Pièces de Rechange, Deleliste, Reserve
Onderdelen, Reservdelar, Wykaz Części Zamiennych
07/03
Part List reading instructions
Do not use this part list for a machine if its code number is not listed. Contact the Lincoln Electric Service Department for
any code number not listed.
Use the illustration of assembly page and the table below to determine where the part is located for your particular code
machine.
Use only the the parts marked "x" in the column under the heading number called for in the assembly page (# indicate a
change in this printing).
Parti di Ricambio:instruzioni per la lettura
Non utilizzare questa lista se il code della macchina non è indicato. Contattare l’Assistenza Lincoln Electric per ogni code
non compreso.
Utilizzare la figura della pagina assembly e la tabella sotto riportata per determinare dove la parte è situata per il code
della vostra macchina.
Usare solo le parti indicate con "x" nella colonna sotto il numero richiamato nella pagina assembly (# indica un cambio in
questa revisione).
Hinweise zur Verwendung der Ersatzteillisten
Verwenden Sie diese Ersatzteilliste nicht für Geräte, nach deren code number diese Liste nicht gültig ist. Kontaktieren Sie
in diesem Fall die Ihnen bekannte Lincoln Service Station.
Bestimmen Sie mit Hilfe der assembly page, der Stückliste und der code number Ihres Geräts, an welcher Stelle sich das
jeweilige Ersatzteil befindet.
Ermitteln Sie zunächst mit Hilfe der assembly page die für die code number Ihres Geräts gültige Index-Spaltennummer,
und wählen Sie anschließend nur die Ersatzteile aus, die in dieser Spalte mit einem “X” markiert sind (das Zeichen #
weist auf eine Änderung hin).
Lista de piezas de recambio: instrucciones
No utilizar esta lista de piezas de recambio, si el número de code no está indicado. Contacte con el Dpto. de Servicio de
Lincoln Electric para cualquier número de code no indicado.
Utilice el dibujo de la página de ensamblaje (assembly page) y la tabla para determinar donde está localizado el número
de code de su máquina.
Utilice sólo los recambios marcados con “x” de la columna con números según página de ensamblaje (# indica un
cambio en esta revisión).
Comment lire cette liste de pièces détachées
Cette liste de pièces détachées ne vaut que pour les machines dont le numéro de code est listé ci-dessous. Dans le cas
contraire, contacter le Département Pièces de Rechange.
Utiliser la vue éclatée (assembly page) et le tableau de références des pièces ci-dessous pour déterminer l'emplacement
de la pièce en fonction du numéro de code précis de la machine.
Ne tenir compte que des pièces marquées d'un "x" dans la colonne de cette vue éclatée (# Indique un changement).
Instruksjon for deleliste
Ikke bruk denne delelisten hvis code nummeret for maskinen ikke står på listen. Kontakt Lincoln Electric Serviceavd. for
maskiner med code utenfor listen.
Bruk sprengskissen og pos. nr. på assembly page nedenfor for å finne de riktige delene til din maskin.
Bruk kun de delene som er merket med "x" i den kolonnen som det henvises til på siden med assembly page (# indikerer
endring).
Leessinstructie Onderdelenlijst
Gebruik deze onderdelenlijst niet voor machines waarvan de code niet in deze lijst voorkomt. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde Lincoln dealer wanneer het code nummer niet vermeld is.
Gebruik de afbeelding van de assembly page en de tabel daaronder om de juiste onderdelen te selecteren in combinatie
met de gebruikte code.
Gebruik alleen de onderdelen die met een "x" gemerkt zijn in de kolom onder het model type op de assembly page (#
betekent een wijziging in het drukwerk).
Instruktion för reservdelslistan
Använd inte denna lista för en maskin vars Code No inte är angivet i listan. Kontakta Lincoln Electric’s serviceavdelning
för Code No som inte finns i listan.
Använd sprängskisserna på Assembly Page och tillhörande reservdelslista för att hitta delar till din maskin.
Använd endast delar markerade med "x" i kolumnen under den siffra som anges för aktuellt Code No på sidan med
Assembly Page (# Indikerar en ändring i denna utgåva).
Wykaz części dotyczących instrukcji
Nie używać tej części wykazu dla maszyn, których kodu (code) nie ma na liście. Skontaktuj się z serwisem jeżeli numeru
kodu nie ma na liście.
Użyj ilustracji montażu (assembly page) i tabeli poniżej aby okreslić położenie części dla urządzenia z konkretnym kodem
(code).
Użyj tylko częci z oznaczeniem “x” w kolumnie pod numerem głównym przywołującym stronę (assembly page) z
indeksem modelu (# znajdź zmiany na rysunku).
/