NL
- 85 -
Montage van de schuimstoffi lter (fi g. 6/15)
Voor het natzuigen trekt u de bijgaande schuim-
stoffi lter (15) over de fi lterkorf.
Montage van het vouwfi lter (fi g. 7)
Voor het droogzuigen schuift u het vouwfi lter (18)
op de fi lterkorf (fi g. 3/4). Het vouwfi lter is alleen
geschikt voor het droogzuigen!
Montage van de vuilopvangzak (fi g. 9/14)
Voor het opzuigen van fi jn droog vuil is het aan te
raden de vuilopvangzak (14) aan te brengen. Trek
de vuilopvangzak (14) over de aanzuigopening.
De vuilopvangzak (14) is enkel geschikt voor het
droogzuigen. Opgezogen stof kan via de vuilop-
vangzak gemakkelijk worden verwijderd.
5.3 Montage van de zuigslang (fi g. 3,10,11)
Verbind naargelang het toepassingsgeval de zu-
igslang (10) met de overeenkomstige aansluiting
van de nat-/droogzuiger.
Zuigen
Sluit de zuigslang (10) aan op de aansluiting zu-
igslang (8).
Blazen
Sluit de zuigslang (10) aan op de blaasaansluiting
(9).
Voor het verlengen van de zuigslang (10) kunnen
een of meerdere elementen van de driedelige
zuigbuis (11) op de zuigslang (10) worden gezet.
Tussen de zuigbuis (11) en de combinatiezuig-
mond (12) resp. voegmondstuk (16) dient het
tussenstuk (17) worden ingestoken.
5.4 Zuigmondstukken
Combi-mondstuk (fi g. 2)
Het combi-mondstuk (12) is geschikt voor het
afzuigen van vaste stoff en en vloeistoff en op mid-
delgrote tot grote oppervlakken.
Voegmondstuk (fi g. 2)
Het mondstuk voor voegen (16) is geschikt voor
het afzuigen van vast stof en vloeistoff en in
hoeken, randen en op andere moeilijk toeganke-
lijke plaatsen.
Kussenmondstuk (fi g. 2)
Het kussenmondstuk (25) is met name geschikt
voor het afzuigen van vast stof op bekledingen en
tapijten.
5.5 Laden van de accu (fi g. 12a)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de zijdelingse grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (21) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu (20) op de lader (21).
4. Onder punt „Indicatie lader“ vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het her-
laden van de accupack te zorgen. Dit is in ieder
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap afneemt.
Ontlaad de accupack nooit helemaal. Dat leidt tot
een defect van de accupack!
Montage van de accu (fi g. 8/20)
Open het accudeksel (fi g. 8/19). Klap daarvoor
het deksel omhoog zoals getoond in afbeelding
8. Dan de accu (fi g. 2/20) in de houder steken en
naar voor schuiven, tot de accu hoorbaar inklikt.
Accu-capaciteitsindicator (fi g. 12b/23)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsin-
dicator (a). De accu-capaciteitsindicator (23)
signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
Anl_TC_VC 1820 Li Kit_SPK9.indb 85Anl_TC_VC 1820 Li Kit_SPK9.indb 85 20.11.2017 14:20:0420.11.2017 14:20:04