Microlife BP N2 Easy Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding
42
Weergave
Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Geleverd onderdeel type BF
Geachte klant,
Uw nieuwe
Microlife
bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch
apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is
eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het
controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmonitor is in
samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies
hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.*
Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veilig-
heidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het
apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen
wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw
Microlife
importeur. De
verkoper zal u het adres van de
Microlife
importeur in uw land geven.
Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u
waardevolle informatie kunt vinden over onze producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit apparaat gebruikt dezelfde meettechnologie als het
«BP 3BTO-H» model getest volgens het protocol van de European
Society for Hypertension (ESH).
Microlife BP N2 Easy
NL
1
AAN/UIT knop
2
Display
3
Batterijcompartiment
4
Manchet
5
Ontluchtingsventiel
6
Blaasbalg
7
Manchetconnector
8
Manchetaansluiting
9
Blaasbalg connector
AT
Connectoringang blaasbalg
AK
Hartslag en hypertensie indicator
AL
Aritmiedetectie (PAD)
AM
Druk opvoeren
AN
Batterijweergave
AO
Druk laten dalen
AP
Opgeslagen waarden
AQ
Hartslagfrequentie
AR
Diastolische waarde
AS
Systolische waarde
Droog houden
43BP N2 Easy
NL
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Selecteer de juiste manchet
Sluit de blaasbalg aan
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
4. Weergave van aritmiedetectie
5. Weergave hypertensie indicator
6. Geheugenopslag
7. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
8. Foutmeldingen
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering
Veiligheid en bescherming
Apparaatonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
10. Garantie
11. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal
keren dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw
gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een
gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk
(bijv. dieet en meer beweging).
Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen
zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts!
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk
onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige
omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen
voelt!
Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's
avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat
deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van
uw bloeddruk dan slechts één enkele meting.
Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen
twee metingen.
Als u een onregelmatige hartslag heeft (aritmie, zie «Para-
graaf 4.»), dienen metingen met dit apparaat te worden geëva-
lueerd met uw arts.
De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van patiënten met een pacemaker!
Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig
in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd
drastisch kan veranderen!
Deze bloeddrukmonitor is speciaal getest voor gebruik
tijdens de zwangerschap en pre-eclampsie. Indien u onge-
woon hoge waarden meet tijdens de zwangerschap, advi-
seren wij u de meting 4 uur later te herhalen. Wanneer de
meetwaarden dan nog te hoog zijn dient u uw arts of gynae-
coloog te raadplegen.
44
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment 3 bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (2 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Wanneer men gebruik maakt van een L manchet, moet het
zwarte overdrukventiel corresponderen.
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 4 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 8 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Sluit de blaasbalg aan
Sluit de blaasbalg 6 aan op het apparaat door de connector 9
stevig in de connectoringang AT te drukken.
De blaasbalg en manchet kunnen geplaatst worden in
connectoringang 8 of AT.
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient
op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Schakel het apparaat in en wacht totdat «0» verschijnt in de
weergave en de pijl «» AM begint te knipperen.
7. Neem de pompkogel in uw vrije hand (de arm waarmee u niet
meet) en pomp de manchet op. Volg de drukopbouw in het
display en pomp circa 40 mmHg hoger dan de verwachte systo-
lische waarde (de bovenste waarde). Als u niet genoeg
gepompt hebt zal een knipperende pijl «» AM verschijnen die
u zegt meer te pompen.
8. Na het pompen wordt de meting automatisch verricht. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AK op het
scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AS en de diastolische AR
bloeddruk en de hartslagfrequentie AQ wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige
weergaven.
Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij
volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, AHA, JSH). Data in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk optimaal
100 - 130 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk verhoogd
130 - 135 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk te hoog
135 - 160 85 - 100
Win medisch
advies in
4. bloeddruk gevaarlijk
hoog
160
100
Win dringend
medisch advies in!
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm
M 22 - 32 cm
L 32 - 42 cm
45BP N2 Easy
NL
11.Zodra de meting is voltooid drukt u het ontluchtingsventiel 5 in
om de manchet volledig te ontluchten. Verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
4. Weergave van aritmiedetectie
Dit symbool AL geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de
polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan
het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de
meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid.
Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer
per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts
te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
5. Weergave hypertensie indicator
Dit symbool
AK
knippert aan het einde van de meting, als uw
systolische of diastolische bloeddruk is hoger dan de aanbevolen
meetwaarden in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, AHA, JSH).
Systolische bloeddruk: > 135 mmHg
Diastolische bloeddruk: > 85 mmHg
6. Geheugenopslag
Het apparaat slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van de
meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF knop
ingedrukt 1 (het apparaat moet eerst zijn uitgeschakeld). Alle
weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los
wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M» AP.
7. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool
AN
knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeel-
telijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat
door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra
vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
AN
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open 3 aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik
2
nieuwe, long-life 1,5V, type
AA
alkaline batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmo-
nitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie regis-
treert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een
onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd.
Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per
week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt
medisch advies in te winnen.
Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om
onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te
ontdekken.
46
8. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals
in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door
onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedienings-
voorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische
specificaties»!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors
dan geleverd bij het apparaat.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromag-
netische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg
voor een afstand van minimaal
3,3
meter van dit soort apparaten,
wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd
is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
De gemeten temperatuur met dit apparaat is geen diagnose. Het
vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symp-
tomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresul-
taat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals
de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen
met uw arts.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3» Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Er kan geen juiste druk worden opge-
bouwd in de manchet. Er kan een lek in
het manchet zijn. Controleer of de
manchet en blaasbalg goed zijn aange-
sloten zorg dat de manchet niet te los
om de arm zit. Vervang de batterijen
indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar
en daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchetdruk
te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
47BP N2 Easy
NL
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasma-
chine en/of afwasmachine!
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Verwijdering
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
10.Garantie
Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum.
De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een
garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met
een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit
(opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid).
Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord).
11.Technische specificaties
Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische
hulpmiddelen 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Gewicht: 205 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 136 x 82 x 50 mm
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V dias-
tolisch
Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut – polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Hartslagnauwkeurig-
heid: ±5 % van de weergegeven waarde
Spanningsbron:
2 x 1,5V alkaline batterijen; type AA
Levensduur batterij: ongeveer 1500 metingen (met nieuwe
batterijen)
IP Klasse: IP20
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11
Verwachte
levensduur:
Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen
Accessoires: 2 jaar

Documenttranscriptie

Microlife BP N2 Easy 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AT AAN/UIT knop Display Batterijcompartiment Manchet Ontluchtingsventiel Blaasbalg Manchetconnector Manchetaansluiting Blaasbalg connector Connectoringang blaasbalg Weergave AK Hartslag en hypertensie indicator AL Aritmiedetectie (PAD) AM Druk opvoeren AN Batterijweergave AO Druk laten dalen AP Opgeslagen waarden AQ Hartslagfrequentie AR Diastolische waarde AS Systolische waarde Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Geleverd onderdeel type BF Droog houden 42 NL Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.* Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt dezelfde meettechnologie als het «BP 3BTO-H» model getest volgens het protocol van de European Society for Hypertension (ESH). Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het apparaat • Plaatsen van de batterijen • Selecteer de juiste manchet • Sluit de blaasbalg aan 3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat 4. Weergave van aritmiedetectie 5. Weergave hypertensie indicator 6. Geheugenopslag 7. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 8. Foutmeldingen 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 10. Garantie 11. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. • Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. BP N2 Easy • Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk (bijv. dieet en meer beweging). • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen voelt! Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. • Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u een onregelmatige hartslag heeft (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), dienen metingen met dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts. • De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren van patiënten met een pacemaker! • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! Deze bloeddrukmonitor is speciaal getest voor gebruik tijdens de zwangerschap en pre-eclampsie. Indien u ongewoon hoge waarden meet tijdens de zwangerschap, adviseren wij u de meting 4 uur later te herhalen. Wanneer de meetwaarden dan nog te hoog zijn dient u uw arts of gynaecoloog te raadplegen.  43 NL Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, AHA, JSH). Data in mmHg. SystoDiastoBereik lisch lisch Advies bloeddruk te laag  100  60 Raadpleeg uw arts 1. bloeddruk optimaal 100 - 130 60 - 80 Zelfcontrole 2. bloeddruk verhoogd 130 - 135 80 - 85 Zelfcontrole 3. bloeddruk te hoog 135 - 160 85 - 100 Win medisch advies in 4. bloeddruk gevaarlijk 160  100  Win dringend hoog medisch advies in! De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld: een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog». 2. Eerste gebruik van het apparaat Plaatsen van de batterijen Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen. Het batterijcompartiment 3 bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat. Plaats de batterijen (2 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij op de aangegeven polariteit. Selecteer de juiste manchet Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm). Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm M 22 - 32 cm L 32 - 42 cm Gebruik alleen Microlife manchetten! Wanneer men gebruik maakt van een L manchet, moet het zwarte overdrukventiel corresponderen.  Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten manchet 4 niet past.  Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchetconnector 7 duw de connector 8 zo ver als mogelijk in het apparaat.   44 Sluit de blaasbalg aan Sluit de blaasbalg 6 aan op het apparaat door de connector 9 stevig in de connectoringang AT te drukken. De blaasbalg en manchet kunnen geplaatst worden in connectoringang 8 of AT.  3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten. 3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm met de hogere bloeddruk moet worden gemeten. 4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen. 5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt (markering arm omtrek staat vermeld op het manchet). • Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak. • Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst. • De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd. • Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is. • Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Schakel het apparaat in en wacht totdat «0» verschijnt in de weergave en de pijl «» AM begint te knipperen. 7. Neem de pompkogel in uw vrije hand (de arm waarmee u niet meet) en pomp de manchet op. Volg de drukopbouw in het display en pomp circa 40 mmHg hoger dan de verwachte systolische waarde (de bovenste waarde). Als u niet genoeg gepompt hebt zal een knipperende pijl «» AM verschijnen die u zegt meer te pompen. 8. Na het pompen wordt de meting automatisch verricht. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AK op het scherm. 10.Het resultaat, inclusief de systolische AS en de diastolische AR bloeddruk en de hartslagfrequentie AQ wordt weergegeven. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 11.Zodra de meting is voltooid drukt u het ontluchtingsventiel 5 in om de manchet volledig te ontluchten. Verwijder de manchet. 12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). 4. Weergave van aritmiedetectie Dit symbool AL geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmonitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie registreert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd. Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd. Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Weergave hypertensie indicator Dit symbool AK knippert aan het einde van de meting, als uw systolische of diastolische bloeddruk is hoger dan de aanbevolen meetwaarden in overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, AHA, JSH). Systolische bloeddruk: > 135 mmHg Diastolische bloeddruk: > 85 mmHg 6. Geheugenopslag 7. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AN knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AN knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijcompartiment open 3 aan de onderzijde van het apparaat. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 2 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden.    Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid!     Het apparaat slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van de meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF knop ingedrukt 1 (het apparaat moet eerst zijn uitgeschakeld). Alle weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M» AP. BP N2 Easy 45 NL 8. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing De polsslag wordt onvoldoende doorge«ERR 1» Signaal te geven door de manchet. Plaats de zwak manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Er kan geen juiste druk worden opgedrukopbouw bouwd in de manchet. Er kan een lek in in de het manchet zijn. Controleer of de manchet manchet en blaasbalg goed zijn aangesloten zorg dat de manchet niet te los om de arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar resultaat en daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. «HI» Hartslag of De druk in de manchet is te hoog manchetdruk (boven 299 mmHg) OF de hartslagfrete hoog quentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder dan 40 slagen per minuut). Herhaal de laag meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».  46 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik. • Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische specificaties»! • Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou • De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden behandeld. • Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors dan geleverd bij het apparaat. • Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is aangebracht. • Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt. • Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert. • Open het apparaat nooit. • Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. • De gemeten temperatuur met dit apparaat is geen diagnose. Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen met uw arts. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasmachine en/of afwasmachine!  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 10. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. • De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit (opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid). Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). BP N2 Easy 11. Technische specificaties Werkingscondities: Bewaarcondities: Gewicht: Afmetingen: Meetprocedure: Meetbereik: Manchetdruk weergave bereik: Resolutie: Statische nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeurigheid: Spanningsbron: Levensduur batterij: IP Klasse: Verwijzing naar normen: Verwachte levensduur: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid 205 g (inclusief batterijen) 136 x 82 x 50 mm oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut – polsslag 0 - 299 mmHg 1 mmHg druk binnen ± 3 mmHg ±5 % van de weergegeven waarde 2 x 1,5V alkaline batterijen; type AA ongeveer 1500 metingen (met nieuwe batterijen) IP20 EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. 47 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67

Microlife BP N2 Easy Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding