Sigma F14306 Data papier

Categorie
Camera knippert
Type
Data papier
37
NEDERLANDS
Hartelijk dank voor de aankoop van de Sigma EF-500 DG SUPER NA-iTTL electronenflitser. Dit product is
speciaal ontworpen voor de Nikon SLR camera’s. Afhankelijk van het gebruikte cameramodel kunnen de
diverse functies afwijken. Wij adviseren u deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. De talloze
aantrekkelijke extra’s van deze flitser vormen een welkome uitbreiding van uw fotografische mogelijkheden.
Om uw flitser op de juiste wijze in te stellen en optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden, raden wij
u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen en tevens de gebruiksaanwijzing van uw camera
naast deze instructies te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen
Ter voorkoming van ongelukken en beschadiging, raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing
aandachtig te lezen en te letten op de speciale waarschuwingssymbolen. Let u vooral op de twee
onderstaande waarschuwingssymbolen:
Waarschuwing!!
Let Op!!
Dit symbool duidt op een belangrijke aanwijzing wanneer verwondingen en/of schade kunnen worden
veroorzaakt.
Dit symbool duidt op welke handelingen vermeden moeten worden
Wanneer u tijdens het gebruik van deze flitser deze waarschuwingen
negeert, loopt u het risico van ernstige verwondingen en/of schade.
Wanneer u tijdens het gebruik van deze flitser deze waarschuwingen
negeert, loopt u het risico van verwondingen en/of schade.
Waarschuwing!!
De electronische circuits in deze flitser hebben een hoog voltage. Maak de flitser niet open om
electrische schokken of brandwonden te voorkomen. Indien de behuizing van de flitser gescheurd of
kapot is, raak de delen binnenin dan niet aan.
Gebruik de flitser niet vlakbij de ogen. Het zeer felle licht zou de ogen kunnen beschadigen. Houdt
minimaal 1 meter afstand van het gezicht als u een flitsopname maakt.
Raak de flitscontacten van uw camera niet aan als de flitser op het flitsschoentje is bevestigd. Dit
kan een electrische schok geven.
Gebruik uw flitser nooit in een omgeving waar zich licht ontvlambare stoffen bevinden, dit zou tot
brand of ontploffing kunnen leiden.
Let Op!!
Gebruik deze electronenflitser niet voor andere camera’s dan de Nikon NA serie, aangezien anders
de electronische circuits van de camera beschadigd kunnen raken.
De flitser is niet waterdicht. Indien u de flitser in regen of in de nabijheid van water gebruikt, zorg er
dan voor dat deze niet nat wordt. Vaak is het vrijwel onmogelijk om waterschade aan electrische
circuits te repareren.
Stel u camera en flitser niet bloot aan schokken, stoten, stof, hoge temperaturen of vochtigheid.
Deze factoren kunnen tot storingen leiden in uw apparatuur.
Indien de flitser een sterke temperatuurswisseling ondergaat, kan er kon condensatie in het
binnenwerk optreden. Wacht in dit geval tot uw flitser de omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
Bewaar uw flitser niet in een ruimte waar zich chemische stoffen, kamfer of insecticides bevinden.
Deze stoffen kunnen de flitser beschadigen.
Gebruik geen thinner, benzine of andere schoonmaakmiddelen om de flitser te reinigen. Gebruik
alleen een schone, eventueel iets vochtige, doek.
Bewaar de flitser op een koele, goed geventileerde, droge plaats. Het is aan te raden om de flitser
enkele keren per maand op te laden en te ontsteken. Dit zal de levensduur van de flitser ten goede
komen.
38
Omschrijving van de onderdelen
Externe onderdelen
1.Flitskop 2.Ingebouwde groothoek diffusor 3.AF hulplicht 4.Flitshoek bij indirect flitsen
5.Rotatiehoek, links/rechts 6.Vergrendelknop indirect flitsen 7.Vergrendelknop rotatie links/rechts
8.LCD display 9.Batterijdeksel 10.Vastzetring 11.Flitsvoetje
Instelknoppen/toetsen
12.Functietoets 13.<SEL> keuzetoets 14.<+> plustoets 15.<-> mintoets 16.Zoomtoets
17.Test toets 18. Lichttoets 19. OK lampje 20. Aan/uit schakelaar
Camera modellen en functies
Deze electronenflitser kan in combinatie met onderstaande camera’s worden gebruikt:
D2 serie, D70. D1 serie, D100.
F5, F4 serie, F3 serie (*), F100, F90X/N90S serie, F90/N90 serie, F80 serie, F75/N75, F70D/N70, F65/N65,
F60D/N60, F55/N55, F50D/N50, F-801S/N8008S, F-801/8008, F601M, F-601/N6006, F501/N2020, F401X,
F401S/N4004S, F-401/N4004, F-301, N2000, FA, FE10, FE-2, FG, FM10, New FM2, Nikonos V (*), Pronea
600i
(*) Het is noodzakelijk een adapter voor aansluiting te gebruiken.
Dit instructieboekje is bruikbaar voor onderstaande objectieftypen (controleer hiervoor uw objectief):
Nikon objectieven met ingebouwde CPU
D Type objectieven, G Type objectieven,IX Nikor objectieven, Behalve D
type AF objectieven (niet de F3AF) Ai-P type objectieven
Nikon objectievenzonder ingebouwde CPU
Ai-S, Ai, E serie objectieven
Batterijen
Als stroombron voor deze flitser dienen 4 “AA” Alkaline batterijen van 1,5 Volt te worden gebruikt. Ook
kunnen oplaadbare Ni-Cad of Ni-MH worden gebruikt. Hoewel mangaan batterijen eveneens bruikbaar zijn,
raden wij vanwege hun korte levensduur het gebruik hiervan niet aan. Wanneer het OK-lampje pas na 30
sec. oplicht dient u de batterijen te vervangen of op te laden.
Ø
Om zeker te zijn van een goed electrisch contact kunt de batterijpolen schoonmaken voor u de batterijen inlegt.
Ø Ni-Cad batterijen hebben geen gestandaardiseerde contacten. Indien u Ni-Cad batterijen gebruikt dient u er
op te letten dat de polen goed contact maken met de contactpunten van de flitser.
Ø Gebruik altijd 4 batterijen van hetzelfde merk en type en gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar,
anders bestaat het risico van explosie, lekkage over oververhitting.
Ø
Sluit de batterijen niet kort en haal ze niet uit elkaar. Stel ze ook niet bloot aan vuur of water, want dan kunnen ze
exploderen. Probeer geen normale batterijen op te laden; dit is alleen mogelijk met Ni-CD (oplaadbare) batterijen.
Ø Verwijder de batterijen wanneer de flitser gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt om eventuele
lekkage te voorkomen.
Ø Bij lage temperaturen zal de werking van de batterijen achteruitgaan. Bewaar de batterijen goed beschermd
wanneer u de flitser bij koud weer gaat gebruiken.
Ø Het is aan te bevelen extra batterijen mee te nemen wanneer U voor langere tijd weg gaat of bij opnamen bij
koud weer.
Het inleggen van de batterijen
1. Overtuig u ervan dat de flitser middels de
hoofdschakelaar is uitgeschakeld en schuif vervolgens
het batterijdeksel open.
2. Plaats vier AA batterijen in het batterijcompartiment. Let er
op dat de plus- en minpolen op de juiste wijze worden
geplaatst volgens de aanduiding in het batterijcompartiment.
3. Sluit vervolgens het deksel.
4. Schakel de flitser in met behulp van de
hoofdschakelaar.
5. Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is.
6. Druk op de testknop om u ervan te overtuigen dat de flitser goed werkt.
39
Automatische uitschakeling
Indien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 80 sec. automatisch uitschakelen om
energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of de ontspanknop van de camera
half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als de flitser in de “slave” stand staat.
Foutmeldingen
Indien de batterijspanning onvoldoende is, of wanneer de electrische informatieoverdracht tussen camera en
flitser niet correct geschiedt, zal op het LCD display de aanduiding “Er” knipperen. Wanneer dit gebeurt dient u
de flitser uit te schakelen en meteen weer aan. Indien de “Er” aanduiding wederom verschijnt dient u de
batterijen te controleren.
Het afstellen van de flitskop
Depress the Bounce “Up and Down Lock and Release Button, and
adjust the flash head to the desired position.
! Druk de vergrendelknop (6) in en plaats de flitskop in de gewenste
positie. verschijnt op het LCD display indien u de flitser inschakelt
en de flitsknop in een niet correcte positie staat.
Het bevestigen en verwijderen van de flitser
Schakel de flitser met de hoofdschakelaar uit. Schuif
vervolgens het flitsvoetje van de flitser in het flitsschoentje
van de camera. Draai de vastzetring van het voetje vast.
` Wanneer u de flitser bevestigt of verwijdert pak deze dan
bij de onderzijde vast om beschadiging van het flitsvoetje
of flitsschoentje te voorkomen.
` Indien de ingebouwde flitser van de camera omhoog
staat, klap deze dan in vóór u de flitser op de camera
aanbrengt.
Het instellen van de zoomreflector
Indien u op de zoomtoets drukt zal het symbool verschijnen, iedere keer dat u de zoomtoets indrukt zal het
LCD display een oplopende waarde aangeven, zoals onderstaand wordt vermeld.
Ö
Ö
Ö
Ö
Ö
Ö
(Auto)
Ö
Controleer de afstand volgens tabel
A
op blz. 39. Indien de instelling mogelijk is met
1
dan afhankelijk van de
brandpuntafstand van de lens, zal de zoomhoek van de flitser automatisch worden gekozen indien de TTL
mode is ingeschakeld.
` Wanneer u de flitser inschakelt zal de reflector terugkeren naar de laatst gekozen stand; deze wordt
automatisch in het geheugen opgeslagen.
` Indien u een objectief gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan 28 mm is het mogelijk dat de randen
en/of hoeken onderbelicht worden.
` Afhankelijk van de zoominstelling zal het richtgetal van de flitser veranderen.
Groothoek diffusor
De flitser is voorzien van een ingebouwde groothoek
diffusor, waarmee het mogelijk is om met ultra
groothoekobjectieven tot 17 mm te werken. Trek de
groothoek diffusor uit de flitser en draai het voor de flitskop.
Het display zal automatisch 17 mm aangeven.
Indien de ingebouwde groothoek diffusor per ongeluk
uitklapt, zal de zoomtoets niet functioneren. Raadpleeg in
dit geval uw fotohandelaar.
40
Verlichting van het LCD display
Wanneer u de LIGHT toets indrukt, zal het LCD display voor ca. 8 sec. worden verlicht. Het LCD display
zal langer dan 8 sec. worden verlicht indien u de LIGHT knop nogmaals indrukt.
Het instellen van de ISO film gevoeligheid
De filmgevoeligheid zal automatisch worden ingesteld als u één van de
volgende combinaties gebruikt: EF-500 DG SUPER NA-iTTL met Digitale
Reflexcamera’s, F5, F4 serie, F100, F90X/F90/F80 (N90S/N90/N80) serie,
F75/N75, F70D/N70, F65/N65, F810S, N8008S, F-801/N8008 en
Pronea600i. Om de gekozen filmgevoeligheid te controleren drukt u op de
MODE toets Mocht uw type camera niet in het bovenstaande rijtje
voorkomen, dan dient u deze procedure te volgen:
1. Druk op de MODE toets om ISO te selecteren
2. Druk op de SEL toets en de ISO waarde gaat knipperen
3. Gebruik de
+
of
toets om de gewenste ISO waarde te selecteren
4. Druk op de SEL toets en de ISO waarde stopt met knipperen.
DDL Mode
De DDL mode voorziet de opname van de correcte belichting en controleert de hoeveelheid flitslicht.
` Raadpleeg tabel
A
waarin de verschillende combinaties van camera, objectief, belichtingsinstelling en
flitsinstelling staan weergegeven.
` De DDL functie werkt niet op camera’s uit de F3 serie, FM10, de nieuwe FM2, FE10 en de Nikonos V.
1. Stel de belichting van de camera in. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing
2. Schuif de hoofdschakelaar van de flitser op ON.
3. Selecteer TTL/BL of TTL door op de MODE toets te drukken
` Indien u een Digitale Reflexcamera gebruikt dient u de TTL/BL modus te
kiezen. Afhankelijk van het gebruikte cameramodel zal het i-TTL of
D-TTL systeem worden gebruikt. De
d
” markering zal in beide gevallen
zichtbaar zijn op het LCD display.
` Als u één van de onderstaande cameras gebruikt kunt u zowel TTL/BL
als TTL selecteren; F5 serie, F4 serie, F100, F90X/F90/F80
(N90S/N90/N80)serie, F75/N75, F70D/N70, F65/N65, F810S/N8008S
en Pronea 600i. Nikon camera’s die niet hierboven genoemd zijn,
kunnen alleen de TTL instelling selecteren.
4. Stel het beeld scherp.
5.
Stel vast dat het te fotograferen object zich in het effectieve bereik
bevindt hetgeen in de LCD display staat weergegeven.
` De methode om een opname met flits te maken is verschillend voor elke combinatie van camera, lens en
ingestelde belichtingsmethode. Raadpleeg tabel
A
en stel het F-waarde in met behulp van de
gebruiksaanwijzing.
6. Als de indicator aangeeft dat de flitser klaar is, kunt u de ontspanknop indrukken.
` Als de camera niet de juiste belichting ontvangt die nodig is voor de opname, dan knippert het TTL/BL-
of TTL-teken gedurende 5 seconden na de opname in het LCD display. Dit geeft aan dat de flitskracht
ontoereikend is geweest voor de situatie. Neemt u dan de foto opnieuw van minder grote afstand of
gebruik een grotere diafragma opening. In het geval van de F5, F100, F90X/F90/F80 (N90S/N90/N80)
serie en F70D/N70 camera’s, knippert de onderbelichtingsindicator gedurende vijf seconden. Als u de
display van de onderbelichting nogmaals wilt zien, druk dan op de LIGHT toets.
` Als de flitser geheel opgeladen is, verschijnt het flitsklaarlampje in de zoeker. Als deze niet verschijnt
staat de camera wellicht op een zeer lange sluitertijd zonder flitssynchronisatie.
` Als u de AF camera met een AF objectief gebruikt, zal het AF hulplicht automatisch gaan branden
wanneer u scherpstelt op een object in een donkere omgeving. Dit hulplicht licht echter niet op als de
camera niet op centrale scherpstelling staat ingesteld.
41
tabel A
Camera
Type Objectief
Belichtingsregeling
Lichtmeting
DDL Systeem
N.B.
Afstands
controle
D, G type
Alle instellingen
Alle instellingen
3-D Multi-Sensor BL
AF objectief of
ander dan D,G
Alle instellingen
Alle instellingen
Multi-Sensor BL
1
F5, F100
F90X/N90serie
F80/N80serie
F70D/N70
F75/N75
Zonder CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
Spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting/Invulflits
Kan omschakelen naar DDL
instelling. Bij de F5, F100, F80
serie is de spotmeting altijd
DDL
2
%
Matrix
DDL - BL
Met ingebouwde
CPU
Alle instellingen
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
1
F4 serie
F801S/N8008S
F801/N8008
F65/N65
Pronea 600i
Zonder
ingebouwde CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
Kan omschakelen naar DDL
instelling. DDL BL werkt alleen
bij de F4 serie, AF F3, Ai-S,
Ai, E objectief serie.
Spotmeting bij de F4 is altijd
DDL. Pronea 600i is DDL als
de “M” mode is ingesteld.
Nadruk midden BL
functioneerd niet
2
Matrix
DDL - BL
Met ingebouwde
CPU
Alle instellingen
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
F601/N6006
F601M
Zonder
ingebouwde CPU
A/M instelling
Nadruk midden /
spotmeting
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
Spotmeting kan niet worden
gebruikt met de F601M
2
Met ingebouwde
CPU
P/S
A/M
DDL - BL
Als de “M” mode is ingesteld
zal de nadruk midden /
spotmeting / invulflits worden
gebruikt
2
F60D/N60
F50D/N50
F401X/4004S
Zonder
ingebouwde CPU
M
Nadruk midden /
Spotmeting / Invulflits
2
P
DDL program
Met ingebouwde
CPU, Ai-S, E
serie, Af F3
objectieven
A/M
DDL
F501/N2020
F301/N2000
Andere dan
bovengenoemde
objectieven
A/M
DDL
2
P/S
DDL program
Met ingebouwde
CPU
A/M
DDL
2
F401S/N4004S
F401/N4004
Zonder
ingebouwde CPU
M
DDL
2
FA, FE2, FM3
FG, F3
Met en zonder
ingebouwde CPU
A/M
DDL
2
Afstandcontrole:
1
:Op de LCD display van de flitser is het ingesteld F-getal en de werkafstand zichtbaar.
2
:Zet het F-getal van de flitser gelijk aan het F-getal wat op de camera is ingesteld en controleer de
werkafstand op de LCD display van de flitser. Om het F-getal van de flitser te wijzigen drukt u op de SEL toets
zodat het F-getal gaat knipperen. Gebruik de
+
en
toetsen om het gewenste F-getal in te stellen. Druk
dan nogmaals op de SEL toets en het ingestelde F-getal stopt met knipperen.
! Indien u de flitser gebruikt in combinatie met een Digitale Reflexcamera zullen de diverse functies /
mogelijkheden sterk afhankelijk zijn van het gebruikte objectief type en de gekozen meet methode, dit is
vergelijkbaar met de F5 en F100 serie’s. (De TTL modus zal altijd de D-TTL of i-TTL zijn)
Maximale prestaties bij continu fotograferen.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal
flitsen in de onderstaande tabel:
Mode
Aantal flitsen
TTL, M(1/1,1/2)
15 flitsen achter elkaar
M(1/4, 1/8)
20 flitsen achter elkaar
M(1/16-1/32)
40 flitsen achter elkaar
Multi
10 cycli
Handmatige flitsinstelling
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser
handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van
1/1 (volledig) tot 1/64 (0.3 stop).
1. Stel de belichting van de camera in (A, M modes)
42
2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.
4. Druk op de * of de * toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen.
5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde
flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven
6. Na het oplichten van het ‘flitsklaar’ licht, is de camera klaar voor
opname.
Het juist instellen van de lichtdosering
Zie pagina 39 (Tabel
A
) combinatie
1
Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Stel vervolgens de
diafragmawaarde op het objectief zo in dat de afstand weergegeven op het LCD display ongeveer gelijk is
aan de afstand tot het onderwerp.
Indien u een andere camera gebruikt als omschreven werkt u als volgt
Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Wijzig vervolgens de
lichtdosering of de diafragmawaarde op het LCD display.
Om de diafragmawaarde te wijzigen gaat u als volgt te werk
1. Druk diverse keren op de SEL toets tot dat de diafragmawaarde gaat knipperen
2. Druk op de
+
en
toets om de juiste diafragmawaarde te kiezen
3. Druk weer op de SEL toets zodat de gekozen diafragmawaarde niet meer knippert
Zorg er voor dat de afstand zoals weergegeven op het LCD display ongeveer gelijk is aan de werkelijke
afstand tot het onderwerp.
Stel vervolgens de gekozen diafragmawaarde in op het objectief.
! U kunt de correcte belichting berekenen met onderstaande formule:
Richtgetal : afstand tot het onderwerp = diafragma-opening / waarde
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
Handmatige instelling met afstand voorkeuze.
Bij deze instelling zal de EF-500 DG SUPER NA i-TTL automatisch de juiste hoeveelheid licht bij de
gekozen afstand en diafragma waarde.
! Deze instelling is niet mogelijk met de D1X en D1H Digitale Reflexcamera’s.
Blz. 39 (Tabel
A
) combinatie
1
1.Stel de belichtings modus (A of M) in op de camera.
2.Druk op de MODE knop op de flitser en selecteer (GN)
3.Druk op de SEL knop tot afstand indicatie knippert.
4.Druk op de
+
of
knop om de gewenste afstand in te stellen.
5.Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde
stopt met knipperen.
6.Stel de diafragma waarde in op het objectief of op de camera.
7.Indien het controle lampje brandt is de flitser klaar voor gebruik.
Indien u een ander cameratype gebruikt als bovengenoemd
1. Volg de zelfde 3 stappen zoals bovengenoemd en druk diverse keren op de SEL knop tot de
diafragmawaarde indicatie knippert.
2. Druk op de
+
of
knop om de gewenste diafragmawaarde in te stellen.
3. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde stopt met knipperen.
4. Stel de diafragma waarde in op het objectief of op de camera en zorg dat de flitser volledig is opgeladen
voor gebruik.
! Handmatige instelling met afstand voorkeuze kan ook worden gebruikt in combinatie met de belichtings
compensatie modus.
1. Druk diverse keren op de SEL knop tot de belichtings compensatie indicatie knippert.
2. Druk op de
+
of
knop om de gewenste compensatie waarde in te stellen.
3. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde stopt met knipperen.
43
FV Lock (alleen D70)
De FV Lock modus maakt het mogelijk om de belichting te meten en te blokkeren voor een gedeelte van
het in de zoeker zichtbare opnamegebied.
!Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe
u de FV Lock instelling kunt gebruiken.
Belichtingscompensatie
U kunt de belichting compenseren d.m.v. lichtdosering van de flitser.
Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-500 DG SUPER NA-iTTL’s lichtdosering
`
Dedicated functies alleen mogelijk met de Digitale Reflexcamera’s, F5, F4 serie, F100, F90/N90, F90X/N90S,
F80 serie, F75/N75, F70D, F65/N65, F801S/N800S, F801/ N8008, F601M, F601/N6006 en Pronea 600i.
` Camera’s voorzien van een EV compensatie maken het mogelijk bij de EF-500 Super flitser of bij de
camera (of beide) belichtingscompensatie toe te passen. Indien u beide instellingen gebruikt zal de
opname worden gecompenseerd door de som van beide instellingen en zal vooral invloed hebben op de
achtergrond
` Als u een uit de F601/N6006 serie gebruikt kunt u belichtingscompensatie instellen door de
synchronisatie van de camera te wijzigen.
` Deze kan in stappen van 1/3 stop worden gewijzigd van +1 stop tot –3 stops.
1. Druk op de MODE functietoets om de TTL/BL (TTL) mode te
selecteren.
2. Druk op de SEL toets tot het belichtingscompensatie symbool
gaat knipperen.
3. Druk op de
+
en
toets om de gewenste compensatiewaarde
te kiezen
4. Druk nogmaals op SEL toets om de gekozen waarde te fixeren
Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-500 DG SUPER NA-iTTL’s lichtdosering en de achtergrond
` Deze functie kan niet worden gebruikt met de F3 serie, FM10, FM2 new en de FE10. Gebruik de
belichtingscompensatiemogelijkheden van de camera (raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw
camera).
Belichtingscompensatie in de M mode
In de M mode is het mogelijk de diafragma instelling op de camera, of de lichtdosering van de flitser te
wijzigen nadat u de gewenste belichtingscompensatie heeft ingesteld.
Synchronisatie van het 2
e
sluitergordijn
Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere sluitertijd
maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. Normaliter wordt de
flitser immers geactiveerd als het 1
e
sluitergordijn geheel is geopend. Het onderwerp wordt dus vanaf het
moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is (synchronisatie op het 1
e
sluitergordijn).
Maar wanneer u de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat
het 2
e
sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open
gaat tot dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een
natuurlijker effect ontstaat.
` Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s waarbij synchronisatie op het 2e sluitergordijn
mogelijk is.
` Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera
hoe u deze functie kunt gebruiken.
` Op het LCD display zal het symbool verschijnen als de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn is
ingesteld
44
Rode-ogen reductie
Bij het maken van flitsopnamen komt het vaak voor dat het flitslicht reflecteert in de ogen waardoor het effect
van rode ogen ontstaat. Indien u de rode-ogen functie gebruikt zal de flitser gedurende ongeveer 1 sec. enkele
“voorflitsen” geven voordat de werkelijke opname wordt gemaakt. Dit zal het rode-ogen effect sterk doen
afnemen.
` Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s voorzien van een rode-ogen reductie mogelijkheid.
` Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe
u deze functie kunt gebruiken.
` Op het LCD display zal een markering zichtbaar worden als de rode-ogen reductie functie is
geactiveerd.
Model / Testflits
Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te
beoordelen.
1. Druk op de mode toets om de functie te activeren.
2. Druk herhaaldelijk op de
+
of
toets tot het symbool zichtbaar is.
3. Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets.
Meervoudig flitsen
Bij deze instelling zal de flitser herhaaldelijk afgaan terwijl de sluiter open blijft. Hierdoor worden
achtereenvolgende bewegingen van een onderwerp in één opname vastgelegd. Deze instelling is het
meest effectief bij gebruik van een licht onderwerp tegen een donkere achtergrond. Het is mogelijk de
flitsfrequentie tussen 1 Hz en 100 Hz in te stellen. Tot maximaal 100 flitsen kunnen achter elkaar worden
ontstoken. Het maximum aantal flitsen kan variëren afhankelijk van het richtgetal en de flitsfrequentie. (zie
de tabel 3 op de vorige pagina)
1. Zet de camera op de M mode en stel het diafragma in.
2. Druk op de MODE toets totdat het multi flash symbool verschijnt.
3. Druk op de SEL toets totdat de flitsfrequentie knippert.
4.
Druk op de
+
of
toets om de gewenste flitsfrequentie te kiezen.
5. Na het wederom indrukken van de SEL toets gaat het symbool van
de lichtdosering knipperen.
6. Druk op de
+
of
toets om de gewenste lichtdosering in te stellen.
7. Druk weer op de SEL toets en het flitsaantal symbool gaat knipperen.
8. Druk op de
+
of
toets om het gewenste aantal flitsen te selecteren.
9. Druk nogmaals op de SEL toets, de LCD display zal stoppen met knipperen.
10. Wanneer het OK lampje van de flitser brandt, is de flitser klaar voor gebruik.
NB: Zet de sluitertijd langer dan: het aantal gewenste flitsen gedeeld door de flitsfrequentie.
Het instellen van de juiste lichtdosering
Pag. 39 (tabel
A
) combinatie van
1
Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van uw objectief. Draai aan de diafragmaring
van het objectief totdat de afstand aangegeven op het LCD display en de afstand tot het onderwerp
ongeveer gelijk zijn.
Indien u met andere camera’s werkt als bovengenoemd, lees de afstand tot het onderwerp af op de
scherpstelring van uw objectief. U kunt nu zowel de lichtdosering als de diafragmawaarde aanpassen. Let
u op de volgende punten als u de diafragmawaarden aanpast.
1. Druk diverse malen op de SEL toets totdat de F-waarde begint te knipperen.
2. Druk op de
+
of
toets om de F-waarde te bepalen.
3. Druk op de SEL toets en de F-waarde zal stoppen met knipperen.
Zorg ervoor dat de aangegeven afstand op het LCD display ongeveer gelijk ligt aan de werkelijke afstand
tot het onderwerp.
Lees de F-waarde af en stel deze in op het objectief.
45
! U kunt de juiste belichting berekenen door gebruik te maken van de formule
richtgetal / afstand tot het onderwerp = F-stop
Deze flitser berekent de afstand tot het onderwerp door gebruik te maken van bovengenoemde formule
en geeft deze tevens aan. (zie tabel 1 op laatste bladzijde)
Indirect flitsen
Wanneer u in een kamer fotografeert met flits, ontstaat er soms achter het onderwerp een zware
slagschaduw. Indien u de flitsreflector omhoog richt of opzij om het licht via het plafond of de muur te
laten weerkaatsen, zal het onderwerp veel zachter worden belicht. Druk op de ‘lock’-toets en verstel de
flitserkop in de gewenste hoek. De volgende hoeken zijn in te stellen:
Omhoog: 0°, 60°, 75° en 90° Omlaag: 0°, 7°
Rechts: 0°, 60°, 75°, 90° Links: 0°, 60°, 75°, 120°, 150°, 180°
In deze instellingen wordt een symbool zichtbaar op het LCD
display.
De opname zal een kleurzweem krijgen in dezelfde tint als het
reflecterende oppervlak. Kiest u daarom een wit oppervlak voor
weerkaatsing van de flits. Het effectieve bereik van de TTL AUTO
instelling is variabel en afhankelijk van de grootte van het
reflectie-oppervlak, de afstand van het onderwerp en andere factoren.
Daarom is het raadzaam om na elke opname de flitsaanduiding
(EDDL of DDL symbool) op het LCD display te controleren.
Close-up opnamen
Voor opnamen dichtbij kan de flitser naar beneden gericht worden. De flits heeft alleen effect wanneer
het onderwerp zich tussen de 0.5 en 2 meter van de lens verwijderd is. Wanneer de flitskop naar beneden
gericht is, verschijnt het symbool in het LCD display.
Draadloos flitsen (alleen D70)
Indien u één of meerdere draadloze flitsers zoals de EF-500
DG SUPER NA-iTTL
gebruikt kunt u een veel
natuurlijkere belichting van het onderwerp creëren en bijvoorbeeld lelijke schaduwvorming bij portretten
vermijden. Met de EF-500 Super wordt de draadloze verbinding tot stand gebracht door het licht van de
flitser. De camera zal, als hij op de draadloze mode staat ingesteld, automatisch de juiste belichting kiezen.
" Het is mogelijk de ingebouwde flitser van de D70 te gebruiken voor draadloos gebruik van de flitser.
" In deze gebruiksaanwijzing zullen wij de flitser welke op de camera is gemonteerd de Master unit
noemen en alle andere draadloos te gebruiken flitsers de Slave unit.
" Als u de Slave unit op de gewenste plaats wilt opstellen kunt u de mini-standaard gebruiken. Deze
mini-standaard heeft tevens een statiefaansluiting.
" Plaats de Slave unit op de gewenste positie. Pas op dat de Slave unit niet in beeld komt.
" Plaats zowel de camera als de Slave unit op een afstand tussen de 0,5 en 5 meter tot het onderwerp.
" Twee of meer Slave units kunnen in groepen worden ingedeeld en verschillende (flits-) instellingen
kunnen voor elke groep (1-3) apart worden gekozen. Voor de instelling van de Master unit kan 0 worden
gekozen.
" Kanaal en groep nummers dienen zowel op de master unit en op de slave unit(s) ingesteld te worden.
Overige instellingen kunnen op de Master unit worden ingesteld.
Het instellen van de Slave unit
1. Plaats de flitser op de camera en zet de flitser aan (“ON”). Druk op de
MODE knop om het TTL /
/ symbool te selecteren.
!Voor bovengenoemde instelling is het noodzakelijk dat het display van
de camera geactiveerd is. Indien het display van de camera niet
geactiveerd is dient u de ontspanknop van de camera half in te drukken.
2. Druk op de SEL knop tot de kanaal indicatie knippert druk vervolgens
op de
+
of
knop om het gewenste kanaal te selecteren (C1-C4).
46
3. Druk op de SEL knop zodat het groepnummer gaat knipperen en druk vervolgens op de
+
of
knop
om het gewenste groepnummer te selecteren. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen waarde te
bevestigen.
4. Neem de slave unit flitser van de camera en plaats hem op de gewenste positie.
!Indien u de ingebouwde flitser van de D70 gebruikt bij draadloos flitsen dient u het kanaalnummer op 3
en groepnummer op 1 te zetten, voor de overige instellingen dient u de gebruiksaanwijzing van de
camera te raadplegen. Ook dient u er rekening mee te houden dat de instellingen AA en M1/128 niet
bruikbaar zijn.
Het instellen van de Master unit
Het instellen van het kanaalnummer op de Master unit
1.Plaats de flitser op de camera en zet de flitser aan. Druk op de MODE
knop om het symbool te kiezen.
2.De markering is zichtbaar op het display. Druk nu op de SEL knop
tot dat de kanaalindicatie knippert.
3.Druk op de
+
of
knop om het gewenste kanaalnummer in te
stellen. (kies het zelfde kanaalnummer als de slave flitser)
4.Druk diverse keren op de SEL knop tot de indicatie stopt met knipperen.
Het instellen van de flitsmodus op de Master unit
5.Druk op de
+
of
knop om te selecteren (master)
6.Druk op de SEL knop zodat het
symbool knippert.
(indien u de Master unit niet wilt laten flitsen druk dan op de
+
of
knop
en selecteer het symbool. Druk hierna op de SEL knop
)
7.Druk nogmaals op de SEL knop.
8.Druk op de de MODE knop en selecteer TTL, M of MULTI en druk vervolgens op de SEL knop.
9.Indien TTL is geselecteerd zal het symbool knipperen en kunt u ook de gewenste
belichtingscompensatie instellen. Indien er geen belichtings compensatie is gewenst drukt u op de SEL
knop om instelling af te sluiten. Indien er wel een belichtings compensatie is gewenst drukt u op
+
of
knop om de gewenste compensatie waarde in te stellen. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen
waarde te bevestigen. Indien wordt gekozen voor de M modus dient u op de
+
of
knop te drukken
om de gewenste lichtopbrengst in te stellen. Indien wordt gekozen voor MULTI modus zal de Multi Flash
Mode worden gekozen.
Het instellen van de flitsmodus op de Slave unit
10.
Druk op de
+
of
knop om het gewenste Slave groepnummer te
selecteren.
11. Druk op de SEL knop om de indicatie te laten knipperen en druk op de
+
of
knop om het
symbool te selecteren.
12. Volg de instructies vanaf bovenstaande stap 7.
` Indien u twee of meer Slave units in verschillende flitsmodi wilt
gebruiken dient u de gewenste instellingen per groep in te stellen.
` Indien u de Master- of Slave unit op de MULTI modus insteld dient u alle alle groepen op MULTI in te
stellen. Een combinatie met andere flitsmodi is niet mogelijk.
` Indien de flitsmodus van de Master- of Slave unit wordt gewijzigd van MULTI naar TTL of M zullen de
andere groepen ook in deze modus worden gezet. Indien echter de belichtingcompensatie of de
lichtopbrengst worden worden teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zullen de flitsers opnieuw
moeten worden ingesteld.
13. Controleer of alle flitsers volledig zijn opgeladen.
` Let er op dat het controle lampje van de Master unit brandt en dat bij de Slave units het AF hulplicht
knippert.
` Standaard zal de TTL modus op het display worden getoond onafhankelijk van de ingestelde flits
modus.
47
Het gebruik van Modeling flash bij draadloos flitsen.
%
Indien de master unit wordt gebruikt voor de modeling flash
Na het instellen van de draadloze flitser kan de modeling flash gebruikt worden door de TEST knop in te
drukken
Indien de slave unit wordt gebruikt voor de modeling flash
1. Nadat de flitsers op een correcte manier voor draadloze werking zijn ingesteld drukt u op de
+
of
knop van de Master unit om het symbool te selecteren.
2. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat op het LCD display zichtbaar is.
3. Druk op de
+
of
Knop om te selecteren. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen
waarde te bevestigen.
4. Door op de TEST knop te drukken kan alleen de flitser waarop de flits modus is ingesteld voor de
modeling flash worden gebruikt.
!Indien u de master unit wilt gebruiken voor modeling flash dient u te selecteren en te
wissen op het LCD display.
!Het is geen probleem als op de draadlose flitser op het LCD display zichtbaar is.
Slave functie
Slave functie
Zelfs als de EF-500 DG SUPER NA-iTTL niet aan de camera bevestigd zit, kunt toch flitsen door gebruik te
maken van de ingebouwde flitser van de camera of een andere flitser.
1. Bevestig de flitser op het flitsschoentje van de camera
2. Zet de belichting op de gewenste instelling, wanneer u de A of M
mode gebruikt dient u ook het diafragma in te stellen.
3. Zet de flitser aan en druk dan de ontspanknop half in.
! De diafragmawaarde en de waarde van de filmsnelheid worden nu
aan de flitser doorgezonden.
4. Verwijder de flitser van de camera
5. Druk op de MODE toets en selecteer het / symbool
6. Druk meerdere malen op de SEL toets om de flitsvermogen indicator te laten knipperen
7. Druk om op de
+
en
toets om de juiste waarde in te stellen
! U kunt het benodigde flitsvermogen bepalen door op de LCD display de zo goed mogelijke geschatte
afstand tot het object in te stellen. Als deze afstand buiten het bereik valt, dient u de diafragmawaarde
aan te passen.
! U kunt de diafragmawaarde en filmsnelheid ook handmatig op de flitser instellen.
a) Voor het instellen van de filmsnelheid drukt u op de MODE toets en selecteert u de ISO-aanduiding,
waarna u vervolgens op de SEL toets drukt om de aanduiding te laten knipperen. Met de
+
en
toets kunt u de gewenste filmsnelheid instellen en om deze op te slaan drukt u wederom op de SEL
toets.
b) Voor het instellen van de diafragmawaarde (wanneer de flitser in de ‘slave’ instelling staat) drukt u op
de SEL toets om de aanduiding van het diafragma te laten knipperen. Met de
+
en de
toets kunt
u de gewenste diafragmawaarde selecteren en opslaan door nogmaals op de SEL toets te drukken.
8. Druk meerdere malen op de SEL toets om het LCD display te laten stoppen met knipperen.
9. Plaats de slave flitser op de gewenste positie. Plaats de unit echter niet zo dat deze zichtbaar wordt op
de opname.
10. Nadat u uzelf ervan overtuigd heeft dat de flitsers opgeladen zijn, drukt u op de ontspanknop om de
opname te voltooien.
! NB Als de EF-500 DG SUPER NA-iTTL geheel geladen is, licht het AF hulplampje op.
! De flitser zal niet flitsen als deze in de ‘slave’-instelling op de camera is geplaatst.
! Indien u een Canon flitser met (3-D) Multi-Sensor BL functie op uw camera gebruikt en een EF-500 DG
SUPER NA-iTTL flitser als Slave unit dan dient u de (3-D) Multi-Sensor BL functie uit te schakelen. Het
is mogelijk dat de voorflitsen van de Master flitser de Slave unit voortijdig doet af gaan
48
Voorkeuze van de slave flitser
Als u twee of meerdere EF-500 DG SUPER NA-iTTL flitsers gebruikt, kunt u een voorkeuze maken welke
flitsers tegelijk flitsen door verschillende kanaalinstellingen. In deze stand zal één flitsunit gebruikt worden
op de camera als aansturende flitser en de overigen voor de slave belichting.
Het instellen van de slave mode.
1. Monteer de flitser op de camera
2. Zet de belichtingsstand op de S of M mode
! Zet nu de sluitertijd op 1/30 of langzamer. De aansturende flitser
zal dan een signaal naar de overige units sturen voordat deze
flitsen. Dit wil dus zeggen dat wanneer u een sluitertijd sneller dan
1/30 hanteert, de flitsen niet synchroon zullen zijn.
3. Zet de flitser aan, en druk de ontspanknop van de camera half in.
! De diafragmawaarde en de filmsnelheid worden nu aan de slave flitser doorgegeven
4. Verwijder de slave-unit van de camera
5. Druk op de MODE toets en selecteer de / (slave mode)
6. Druk op de SEL toets om de kanaalaanduiding te laten knipperen
7. Druk op de
+
of
toets om het kanaal te selecteren (c1 of c2)
8. Druk op de SEL toets om de flitsvermogen aanduiding te laten knipperen
9. Druk op de
+
of
toets om het flitsvermogen in te stellen
! U kunt het benodigde flitsvermogen bepalen door op het LCD display de geschatte afstand tot het object
in te stellen. Als deze afstand buiten het bereik valt, dient u de diafragmawaarde aan te passen.
10. Druk meerdere malen op de SEL toets om het LCD display te laten stoppen met knipperen.
11. Plaats de ‘slave-unit’ op de gewenste positie. Plaats de unit echter niet in het beeld van de opname.
Instellen van de slave-controler unit
12. A Monteer de aansturende flitser op de camera body
13. Druk op de MODE toets en selecteer het / symbool (slave
mode)
14. Druk op de SEL toets om de kanaalaanduiding te laten knipperen
15. Druk op de
+
of
toets om hetzelfde kanaal te selecteren als
dat van de andere unit (c1 of c2)
16. Druk op de SEL toets om de flitsvermogen aanduiding te laten knipperen
17. Druk op de
+
toets om te tonen
18. Druk op de SEL toets om het display te laten stoppen met knipperen.
19. Nadat u uzelf ervan overtuigd heeft dat de flitsers opgeladen zijn, drukt u op de ontspanknop om de
opname te voltooien.
! Als de aansturende EF-500 DG SUPER NA-iTTL geheel geladen is, licht het AF hulplampje op.
! U kunt de diafragmawaarde niet veranderen met de SEL toets, wanneer u de heeft geselecteerd
bij de flitsvermogen instelling.
! De aansturende flitser geeft alleen instructies aan de slave-unit(s)
Technische gegevens:
Type
Opschuifbare DDL Autozoom Electronenflitser
Richtgetal
50 (ISO 100 / op 105mm zoompositie)
Stroombron
4 AA alkaline of 4 oplaadbare Ni-Cd, of Ni-MH batterijen
Oplaadtijd
Ca. 6 sec. (met alkaline batterijen Ca. 4 sec. (met oplaadbare batterijen)
Aantal flitsen
Ca. 220 met alkaline batterijen Ca. 100 met oplaadbare batterijen
Flitsduur
Ca. 1/700 sec. bij vol vermogen
Verlichtingshoek
28mm – 105mm motorisch gestuurd 17mm met ingebouwde groothoekdiffusor
Automatische uitschakeling
Ja
Gewicht / Afmetingen
330 gram / 76mmX138mmX116mm
108
ENGLISH
The CE Mark is a Directive conformity mark of the European Community (EC).
DEUTSCH
Die CE-Kennzeichnung ist eine Konformitätserklärung des Herstellers, die dokumentiert, daß das betreffende Produkt
die Anforderungen von EG-Richtlinien einhält.
FRANÇAIS
Le label CE garantit la conformité aux normes établies par la Communauté Européenne.
NEDERLANDS
Het CE teken is een aanduiding voor de Europese Gemeenschap (EC).
ESPAÑOL
El logotipo CE es una directiva de conformidad con la Comunidad Europea (CE).
ITALIANO
Questo è il marchio di conformità alle direttive della comunità Europea (CE).
SVENSKA
CE-märket betyder att varan blivit godkänd av EU:s gemensamma kvalitetsnorm.
DANSK
CE-mærket er i overensstemmelse med de gældende regler i EU.
SIGMA (Deutschland) GmbH
Carl-Zeiss-Str. 10/2, D-63322 Rödermark, F.R.GERMANY
Verkauf: 01805-90 90 85-0 Service: 01805-90 90 85-85 Fax: 01805-90 90 85-35

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Hartelijk dank voor de aankoop van de Sigma EF-500 DG SUPER NA-iTTL electronenflitser. Dit product is speciaal ontworpen voor de Nikon SLR camera’s. Afhankelijk van het gebruikte cameramodel kunnen de diverse functies afwijken. Wij adviseren u deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. De talloze aantrekkelijke extra’s van deze flitser vormen een welkome uitbreiding van uw fotografische mogelijkheden. Om uw flitser op de juiste wijze in te stellen en optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden, raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen en tevens de gebruiksaanwijzing van uw camera naast deze instructies te gebruiken. Voorzorgsmaatregelen Ter voorkoming van ongelukken en beschadiging, raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen en te letten op de speciale waarschuwingssymbolen. Let u vooral op de twee onderstaande waarschuwingssymbolen: Waarschuwing!! Wanneer u tijdens het gebruik van deze flitser deze waarschuwingen negeert, loopt u het risico van ernstige verwondingen en/of schade. Let Op!! Wanneer u tijdens het gebruik van deze flitser deze waarschuwingen negeert, loopt u het risico van verwondingen en/of schade. Dit symbool duidt op een belangrijke aanwijzing wanneer verwondingen en/of schade kunnen worden veroorzaakt. Dit symbool duidt op welke handelingen vermeden moeten worden Waarschuwing!! De electronische circuits in deze flitser hebben een hoog voltage. Maak de flitser niet open om electrische schokken of brandwonden te voorkomen. Indien de behuizing van de flitser gescheurd of kapot is, raak de delen binnenin dan niet aan. Gebruik de flitser niet vlakbij de ogen. Het zeer felle licht zou de ogen kunnen beschadigen. Houdt minimaal 1 meter afstand van het gezicht als u een flitsopname maakt. Raak de flitscontacten van uw camera niet aan als de flitser op het flitsschoentje is bevestigd. Dit kan een electrische schok geven. Gebruik uw flitser nooit in een omgeving waar zich licht ontvlambare stoffen bevinden, dit zou tot brand of ontploffing kunnen leiden. Let Op!! Gebruik deze electronenflitser niet voor andere camera’s dan de Nikon NA serie, aangezien anders de electronische circuits van de camera beschadigd kunnen raken. De flitser is niet waterdicht. Indien u de flitser in regen of in de nabijheid van water gebruikt, zorg er dan voor dat deze niet nat wordt. Vaak is het vrijwel onmogelijk om waterschade aan electrische circuits te repareren. Stel u camera en flitser niet bloot aan schokken, stoten, stof, hoge temperaturen of vochtigheid. Deze factoren kunnen tot storingen leiden in uw apparatuur. Indien de flitser een sterke temperatuurswisseling ondergaat, kan er kon condensatie in het binnenwerk optreden. Wacht in dit geval tot uw flitser de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. Bewaar uw flitser niet in een ruimte waar zich chemische stoffen, kamfer of insecticides bevinden. Deze stoffen kunnen de flitser beschadigen. Gebruik geen thinner, benzine of andere schoonmaakmiddelen om de flitser te reinigen. Gebruik alleen een schone, eventueel iets vochtige, doek. Bewaar de flitser op een koele, goed geventileerde, droge plaats. Het is aan te raden om de flitser enkele keren per maand op te laden en te ontsteken. Dit zal de levensduur van de flitser ten goede komen. 37 Omschrijving van de onderdelen Externe onderdelen 1.Flitskop 2.Ingebouwde groothoek diffusor 3.AF hulplicht 4.Flitshoek bij indirect flitsen 5.Rotatiehoek, links/rechts 6.Vergrendelknop indirect flitsen 7.Vergrendelknop rotatie links/rechts 8.LCD display 9.Batterijdeksel 10.Vastzetring 11.Flitsvoetje Instelknoppen/toetsen 12.Functietoets 13.<SEL> keuzetoets 14.<+> plustoets 15.<-> mintoets 16.Zoomtoets 17.Test toets 18. Lichttoets 19. OK lampje 20. Aan/uit schakelaar Camera modellen en functies Deze electronenflitser kan in combinatie met onderstaande camera’s worden gebruikt: D2 serie, D70. D1 serie, D100. F5, F4 serie, F3 serie (*), F100, F90X/N90S serie, F90/N90 serie, F80 serie, F75/N75, F70D/N70, F65/N65, F60D/N60, F55/N55, F50D/N50, F-801S/N8008S, F-801/8008, F601M, F-601/N6006, F501/N2020, F401X, F401S/N4004S, F-401/N4004, F-301, N2000, FA, FE10, FE-2, FG, FM10, New FM2, Nikonos V (*), Pronea 600i (*) Het is noodzakelijk een adapter voor aansluiting te gebruiken. Dit instructieboekje is bruikbaar voor onderstaande objectieftypen (controleer hiervoor uw objectief): Nikon objectieven met ingebouwde CPU Nikon objectievenzonder ingebouwde CPU D Type objectieven, G Type objectieven,IX Nikor objectieven, Behalve D type AF objectieven (niet de F3AF) Ai-P type objectieven Ai-S, Ai, E serie objectieven Batterijen Als stroombron voor deze flitser dienen 4 “AA” Alkaline batterijen van 1,5 Volt te worden gebruikt. Ook kunnen oplaadbare Ni-Cad of Ni-MH worden gebruikt. Hoewel mangaan batterijen eveneens bruikbaar zijn, raden wij vanwege hun korte levensduur het gebruik hiervan niet aan. Wanneer het OK-lampje pas na 30 sec. oplicht dient u de batterijen te vervangen of op te laden. Ø Om zeker te zijn van een goed electrisch contact kunt de batterijpolen schoonmaken voor u de batterijen inlegt. Ø Ni-Cad batterijen hebben geen gestandaardiseerde contacten. Indien u Ni-Cad batterijen gebruikt dient u er op te letten dat de polen goed contact maken met de contactpunten van de flitser. Ø Gebruik altijd 4 batterijen van hetzelfde merk en type en gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar, anders bestaat het risico van explosie, lekkage over oververhitting. Ø Sluit de batterijen niet kort en haal ze niet uit elkaar. Stel ze ook niet bloot aan vuur of water, want dan kunnen ze exploderen. Probeer geen normale batterijen op te laden; dit is alleen mogelijk met Ni-CD (oplaadbare) batterijen. Ø Verwijder de batterijen wanneer de flitser gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt om eventuele lekkage te voorkomen. Ø Bij lage temperaturen zal de werking van de batterijen achteruitgaan. Bewaar de batterijen goed beschermd wanneer u de flitser bij koud weer gaat gebruiken. Ø Het is aan te bevelen extra batterijen mee te nemen wanneer U voor langere tijd weg gaat of bij opnamen bij koud weer. Het inleggen van de batterijen 1. Overtuig u ervan dat de flitser middels de hoofdschakelaar is uitgeschakeld en schuif vervolgens het batterijdeksel open. 2. Plaats vier AA batterijen in het batterijcompartiment. Let er op dat de plus- en minpolen op de juiste wijze worden geplaatst volgens de aanduiding in het batterijcompartiment. 3. Sluit vervolgens het deksel. 4. Schakel de flitser in met behulp van de hoofdschakelaar. 5. Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is. 6. Druk op de testknop om u ervan te overtuigen dat de flitser goed werkt. 38 Automatische uitschakeling Indien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 80 sec. automatisch uitschakelen om energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of de ontspanknop van de camera half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als de flitser in de “slave” stand staat. Foutmeldingen Indien de batterijspanning onvoldoende is, of wanneer de electrische informatieoverdracht tussen camera en flitser niet correct geschiedt, zal op het LCD display de aanduiding “Er” knipperen. Wanneer dit gebeurt dient u de flitser uit te schakelen en meteen weer aan. Indien de “Er” aanduiding wederom verschijnt dient u de batterijen te controleren. Het afstellen van de flitskop Depress the Bounce “Up and Down” Lock and Release Button, and adjust the flash head to the desired position. ! Druk de vergrendelknop (6) in en plaats de flitskop in de gewenste positie. verschijnt op het LCD display indien u de flitser inschakelt en de flitsknop in een niet correcte positie staat. Het bevestigen en verwijderen van de flitser Schakel de flitser met de hoofdschakelaar uit. Schuif vervolgens het flitsvoetje van de flitser in het flitsschoentje van de camera. Draai de vastzetring van het voetje vast. ` Wanneer u de flitser bevestigt of verwijdert pak deze dan bij de onderzijde vast om beschadiging van het flitsvoetje of flitsschoentje te voorkomen. ` Indien de ingebouwde flitser van de camera omhoog staat, klap deze dan in vóór u de flitser op de camera aanbrengt. Het instellen van de zoomreflector Indien u op de zoomtoets drukt zal het symbool verschijnen, iedere keer dat u de zoomtoets indrukt zal het LCD display een oplopende waarde aangeven, zoals onderstaand wordt vermeld. Ö Ö Ö Ö Ö Ö (Auto) Ö Controleer de afstand volgens tabel A op blz. 39. Indien de instelling mogelijk is met 1 dan afhankelijk van de brandpuntafstand van de lens, zal de zoomhoek van de flitser automatisch worden gekozen indien de TTL mode is ingeschakeld. ` Wanneer u de flitser inschakelt zal de reflector terugkeren naar de laatst gekozen stand; deze wordt automatisch in het geheugen opgeslagen. ` Indien u een objectief gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan 28 mm is het mogelijk dat de randen en/of hoeken onderbelicht worden. ` Afhankelijk van de zoominstelling zal het richtgetal van de flitser veranderen. Groothoek diffusor De flitser is voorzien van een ingebouwde groothoek diffusor, waarmee het mogelijk is om met ultra groothoekobjectieven tot 17 mm te werken. Trek de groothoek diffusor uit de flitser en draai het voor de flitskop. Het display zal automatisch 17 mm aangeven. Indien de ingebouwde groothoek diffusor per ongeluk uitklapt, zal de zoomtoets niet functioneren. Raadpleeg in dit geval uw fotohandelaar. 39 Verlichting van het LCD display Wanneer u de LIGHT toets indrukt, zal het LCD display voor ca. 8 sec. worden verlicht. Het LCD display zal langer dan 8 sec. worden verlicht indien u de LIGHT knop nogmaals indrukt. Het instellen van de ISO film gevoeligheid De filmgevoeligheid zal automatisch worden ingesteld als u één van de volgende combinaties gebruikt: EF-500 DG SUPER NA-iTTL met Digitale Reflexcamera’s, F5, F4 serie, F100, F90X/F90/F80 (N90S/N90/N80) serie, F75/N75, F70D/N70, F65/N65, F810S, N8008S, F-801/N8008 en Pronea600i. Om de gekozen filmgevoeligheid te controleren drukt u op de MODE toets Mocht uw type camera niet in het bovenstaande rijtje voorkomen, dan dient u deze procedure te volgen: 1. Druk op de MODE toets om ISO te selecteren 2. Druk op de SEL toets en de ISO waarde gaat knipperen 3. Gebruik de + of – toets om de gewenste ISO waarde te selecteren 4. Druk op de SEL toets en de ISO waarde stopt met knipperen. DDL Mode De DDL mode voorziet de opname van de correcte belichting en controleert de hoeveelheid flitslicht. ` Raadpleeg tabel A waarin de verschillende combinaties van camera, objectief, belichtingsinstelling en flitsinstelling staan weergegeven. ` De DDL functie werkt niet op camera’s uit de F3 serie, FM10, de nieuwe FM2, FE10 en de Nikonos V. 1. Stel de belichting van de camera in. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing 2. Schuif de hoofdschakelaar van de flitser op ON. 3. Selecteer TTL/BL of TTL door op de MODE toets te drukken ` Indien u een Digitale Reflexcamera gebruikt dient u de TTL/BL modus te kiezen. Afhankelijk van het gebruikte cameramodel zal het i-TTL of D-TTL systeem worden gebruikt. De “d” markering zal in beide gevallen zichtbaar zijn op het LCD display. ` Als u één van de onderstaande camera’s gebruikt kunt u zowel TTL/BL als TTL selecteren; F5 serie, F4 serie, F100, F90X/F90/F80 (N90S/N90/N80)serie, F75/N75, F70D/N70, F65/N65, F810S/N8008S en Pronea 600i. Nikon camera’s die niet hierboven genoemd zijn, kunnen alleen de TTL instelling selecteren. 4. Stel het beeld scherp. 5. Stel vast dat het te fotograferen object zich in het effectieve bereik bevindt hetgeen in de LCD display staat weergegeven. ` De methode om een opname met flits te maken is verschillend voor elke combinatie van camera, lens en ingestelde belichtingsmethode. Raadpleeg tabel A en stel het F-waarde in met behulp van de gebruiksaanwijzing. 6. Als de indicator aangeeft dat de flitser klaar is, kunt u de ontspanknop indrukken. ` Als de camera niet de juiste belichting ontvangt die nodig is voor de opname, dan knippert het TTL/BLof TTL-teken gedurende 5 seconden na de opname in het LCD display. Dit geeft aan dat de flitskracht ontoereikend is geweest voor de situatie. Neemt u dan de foto opnieuw van minder grote afstand of gebruik een grotere diafragma opening. In het geval van de F5, F100, F90X/F90/F80 (N90S/N90/N80) serie en F70D/N70 camera’s, knippert de onderbelichtingsindicator gedurende vijf seconden. Als u de display van de onderbelichting nogmaals wilt zien, druk dan op de LIGHT toets. ` Als de flitser geheel opgeladen is, verschijnt het flitsklaarlampje in de zoeker. Als deze niet verschijnt staat de camera wellicht op een zeer lange sluitertijd zonder flitssynchronisatie. ` Als u de AF camera met een AF objectief gebruikt, zal het AF hulplicht automatisch gaan branden wanneer u scherpstelt op een object in een donkere omgeving. Dit hulplicht licht echter niet op als de camera niet op centrale scherpstelling staat ingesteld. 40 tabel A Camera Type Objectief Belichtingsregeling F5, F100 F90X/N90serie F80/N80serie F70D/N70 F75/N75 D, G type AF objectief of ander dan D,G Alle instellingen Alle instellingen 3-D Multi-Sensor BL Alle instellingen Alle instellingen Multi-Sensor BL Zonder CPU Met ingebouwde F4 serie CPU F801S/N8008S F801/N8008 F65/N65 Zonder Pronea 600i ingebouwde CPU F601/N6006 F601M F60D/N60 F50D/N50 F401X/4004S Met ingebouwde CPU Zonder ingebouwde CPU Met ingebouwde CPU Zonder ingebouwde CPU Met ingebouwde CPU, Ai-S, E serie, Af F3 F501/N2020 objectieven F301/N2000 Andere dan bovengenoemde objectieven Met ingebouwde CPU F401S/N4004S F401/N4004 Zonder ingebouwde CPU FA, FE2, FM3 Met en zonder FG, F3 ingebouwde CPU Lichtmeting DDL Systeem N.B. Kan omschakelen naar DDL instelling. Bij de F5, F100, F80 serie is de spotmeting altijd DDL Nadruk midden / Nadruk midden / Spotmeting Spotmeting/Invulflits Kan omschakelen naar DDL Matrix DDL - BL instelling. DDL BL werkt alleen Alle instellingen Nadruk midden / Nadruk midden / spotmeting Spotmeting / Invulflits bij de F4 serie, AF F3, Ai-S, Ai, E objectief serie. Spotmeting bij de F4 is altijd DDL. Pronea 600i is DDL als Nadruk midden / Nadruk midden / A/M instelling spotmeting Spotmeting / Invulflits de “M” mode is ingesteld. Nadruk midden BL functioneerd niet Matrix DDL - BL Alle instellingen Nadruk midden / Nadruk midden / Spotmeting kan niet worden spotmeting Spotmeting / Invulflits gebruikt met de F601M Nadruk midden / Nadruk midden / A/M instelling spotmeting Spotmeting / Invulflits Als de “M” mode is ingesteld P/S zal de nadruk midden / DDL - BL spotmeting / invulflits worden A/M gebruikt Nadruk midden / M Spotmeting / Invulflits P DDL program A/M instelling Afstands controle 1 2% 1 2 2 2 2 A/M DDL A/M DDL P/S A/M DDL program DDL 2 M DDL 2 A/M DDL 2 2 Afstandcontrole: 1:Op de LCD display van de flitser is het ingesteld F-getal en de werkafstand zichtbaar. 2:Zet het F-getal van de flitser gelijk aan het F-getal wat op de camera is ingesteld en controleer de werkafstand op de LCD display van de flitser. Om het F-getal van de flitser te wijzigen drukt u op de SEL toets zodat het F-getal gaat knipperen. Gebruik de + en – toetsen om het gewenste F-getal in te stellen. Druk dan nogmaals op de SEL toets en het ingestelde F-getal stopt met knipperen. ! Indien u de flitser gebruikt in combinatie met een Digitale Reflexcamera zullen de diverse functies / mogelijkheden sterk afhankelijk zijn van het gebruikte objectief type en de gekozen meet methode, dit is vergelijkbaar met de F5 en F100 serie’s. (De TTL modus zal altijd de D-TTL of i-TTL zijn) Maximale prestaties bij continu fotograferen. Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal flitsen in de onderstaande tabel: Mode TTL, M(1/1,1/2) M(1/4, 1/8) M(1/16-1/32) Multi Aantal flitsen 15 flitsen achter elkaar 20 flitsen achter elkaar 40 flitsen achter elkaar 10 cycli Handmatige flitsinstelling Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van 1/1 (volledig) tot 1/64 (0.3 stop). 1. Stel de belichting van de camera in (A, M modes) 41 2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren 3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt. 4. Druk op de * of de * toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen. 5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven 6. Na het oplichten van het ‘flitsklaar’ licht, is de camera klaar voor opname. Het juist instellen van de lichtdosering Zie pagina 39 (Tabel A) combinatie 1 Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Stel vervolgens de diafragmawaarde op het objectief zo in dat de afstand weergegeven op het LCD display ongeveer gelijk is aan de afstand tot het onderwerp. Indien u een andere camera gebruikt als omschreven werkt u als volgt Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Wijzig vervolgens de lichtdosering of de diafragmawaarde op het LCD display. Om de diafragmawaarde te wijzigen gaat u als volgt te werk 1. Druk diverse keren op de SEL toets tot dat de diafragmawaarde gaat knipperen 2. Druk op de + en – toets om de juiste diafragmawaarde te kiezen 3. Druk weer op de SEL toets zodat de gekozen diafragmawaarde niet meer knippert Zorg er voor dat de afstand zoals weergegeven op het LCD display ongeveer gelijk is aan de werkelijke afstand tot het onderwerp. Stel vervolgens de gekozen diafragmawaarde in op het objectief. ! U kunt de correcte belichting berekenen met onderstaande formule: Richtgetal : afstand tot het onderwerp = diafragma-opening / waarde De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina) Handmatige instelling met afstand voorkeuze. Bij deze instelling zal de EF-500 DG SUPER NA i-TTL automatisch de juiste hoeveelheid licht bij de gekozen afstand en diafragma waarde. ! Deze instelling is niet mogelijk met de D1X en D1H Digitale Reflexcamera’s. Blz. 39 (Tabel A) combinatie 1 1.Stel de belichtings modus (A of M) in op de camera. 2.Druk op de MODE knop op de flitser en selecteer (GN) 3.Druk op de SEL knop tot afstand indicatie knippert. 4.Druk op de + of – knop om de gewenste afstand in te stellen. 5.Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde stopt met knipperen. 6.Stel de diafragma waarde in op het objectief of op de camera. 7.Indien het controle lampje brandt is de flitser klaar voor gebruik. Indien u een ander cameratype gebruikt als bovengenoemd 1. Volg de zelfde 3 stappen zoals bovengenoemd en druk diverse keren op de SEL knop tot de diafragmawaarde indicatie knippert. 2. Druk op de + of – knop om de gewenste diafragmawaarde in te stellen. 3. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde stopt met knipperen. 4. Stel de diafragma waarde in op het objectief of op de camera en zorg dat de flitser volledig is opgeladen voor gebruik. ! Handmatige instelling met afstand voorkeuze kan ook worden gebruikt in combinatie met de belichtings compensatie modus. 1. Druk diverse keren op de SEL knop tot de belichtings compensatie indicatie knippert. 2. Druk op de + of – knop om de gewenste compensatie waarde in te stellen. 3. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat de ingestelde waarde stopt met knipperen. 42 FV Lock (alleen D70) De FV Lock modus maakt het mogelijk om de belichting te meten en te blokkeren voor een gedeelte van het in de zoeker zichtbare opnamegebied. !Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe u de FV Lock instelling kunt gebruiken. Belichtingscompensatie U kunt de belichting compenseren d.m.v. lichtdosering van de flitser. Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-500 DG SUPER NA-iTTL’s lichtdosering ` Dedicated functies alleen mogelijk met de Digitale Reflexcamera’s, F5, F4 serie, F100, F90/N90, F90X/N90S, F80 serie, F75/N75, F70D, F65/N65, F801S/N800S, F801/ N8008, F601M, F601/N6006 en Pronea 600i. ` Camera’s voorzien van een EV compensatie maken het mogelijk bij de EF-500 Super flitser of bij de camera (of beide) belichtingscompensatie toe te passen. Indien u beide instellingen gebruikt zal de opname worden gecompenseerd door de som van beide instellingen en zal vooral invloed hebben op de achtergrond ` Als u een uit de F601/N6006 serie gebruikt kunt u belichtingscompensatie instellen door de synchronisatie van de camera te wijzigen. ` Deze kan in stappen van 1/3 stop worden gewijzigd van +1 stop tot –3 stops. 1. Druk op de MODE functietoets om de TTL/BL (TTL) mode te selecteren. 2. Druk op de SEL toets tot het belichtingscompensatie symbool gaat knipperen. 3. Druk op de + en – toets om de gewenste compensatiewaarde te kiezen 4. Druk nogmaals op SEL toets om de gekozen waarde te fixeren Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-500 DG SUPER NA-iTTL’s lichtdosering en de achtergrond ` Deze functie kan niet worden gebruikt met de F3 serie, FM10, FM2 new en de FE10. Gebruik de belichtingscompensatiemogelijkheden van de camera (raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw camera). Belichtingscompensatie in de M mode In de M mode is het mogelijk de diafragma instelling op de camera, of de lichtdosering van de flitser te wijzigen nadat u de gewenste belichtingscompensatie heeft ingesteld. Synchronisatie van het 2e sluitergordijn Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere sluitertijd maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. Normaliter wordt de flitser immers geactiveerd als het 1e sluitergordijn geheel is geopend. Het onderwerp wordt dus vanaf het moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is (synchronisatie op het 1e sluitergordijn). Maar wanneer u de synchronisatie op het 2e sluitergordijn gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2e sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect ontstaat. ` Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s waarbij synchronisatie op het 2e sluitergordijn mogelijk is. ` Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe u deze functie kunt gebruiken. ` Op het LCD display zal het symbool verschijnen als de synchronisatie op het 2e sluitergordijn is ingesteld 43 Rode-ogen reductie Bij het maken van flitsopnamen komt het vaak voor dat het flitslicht reflecteert in de ogen waardoor het effect van rode ogen ontstaat. Indien u de rode-ogen functie gebruikt zal de flitser gedurende ongeveer 1 sec. enkele “voorflitsen” geven voordat de werkelijke opname wordt gemaakt. Dit zal het rode-ogen effect sterk doen afnemen. ` Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s voorzien van een rode-ogen reductie mogelijkheid. ` Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe u deze functie kunt gebruiken. ` Op het LCD display zal een markering zichtbaar worden als de rode-ogen reductie functie is geactiveerd. Model / Testflits Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te beoordelen. 1. Druk op de mode toets om de functie te activeren. 2. Druk herhaaldelijk op de + of – toets tot het symbool zichtbaar is. 3. Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets. Meervoudig flitsen Bij deze instelling zal de flitser herhaaldelijk afgaan terwijl de sluiter open blijft. Hierdoor worden achtereenvolgende bewegingen van een onderwerp in één opname vastgelegd. Deze instelling is het meest effectief bij gebruik van een licht onderwerp tegen een donkere achtergrond. Het is mogelijk de flitsfrequentie tussen 1 Hz en 100 Hz in te stellen. Tot maximaal 100 flitsen kunnen achter elkaar worden ontstoken. Het maximum aantal flitsen kan variëren afhankelijk van het richtgetal en de flitsfrequentie. (zie de tabel 3 op de vorige pagina) 1. Zet de camera op de M mode en stel het diafragma in. 2. Druk op de MODE toets totdat het multi flash symbool verschijnt. 3. Druk op de SEL toets totdat de flitsfrequentie knippert. 4. Druk op de + of – toets om de gewenste flitsfrequentie te kiezen. 5. Na het wederom indrukken van de SEL toets gaat het symbool van de lichtdosering knipperen. 6. Druk op de + of – toets om de gewenste lichtdosering in te stellen. 7. Druk weer op de SEL toets en het flitsaantal symbool gaat knipperen. 8. Druk op de + of – toets om het gewenste aantal flitsen te selecteren. 9. Druk nogmaals op de SEL toets, de LCD display zal stoppen met knipperen. 10. Wanneer het OK lampje van de flitser brandt, is de flitser klaar voor gebruik. NB: Zet de sluitertijd langer dan: het aantal gewenste flitsen gedeeld door de flitsfrequentie. Het instellen van de juiste lichtdosering Pag. 39 (tabel A) combinatie van 1 Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van uw objectief. Draai aan de diafragmaring van het objectief totdat de afstand aangegeven op het LCD display en de afstand tot het onderwerp ongeveer gelijk zijn. Indien u met andere camera’s werkt als bovengenoemd, lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van uw objectief. U kunt nu zowel de lichtdosering als de diafragmawaarde aanpassen. Let u op de volgende punten als u de diafragmawaarden aanpast. 1. Druk diverse malen op de SEL toets totdat de F-waarde begint te knipperen. 2. Druk op de + of – toets om de F-waarde te bepalen. 3. Druk op de SEL toets en de F-waarde zal stoppen met knipperen. Zorg ervoor dat de aangegeven afstand op het LCD display ongeveer gelijk ligt aan de werkelijke afstand tot het onderwerp. Lees de F-waarde af en stel deze in op het objectief. 44 ! U kunt de juiste belichting berekenen door gebruik te maken van de formule richtgetal / afstand tot het onderwerp = F-stop Deze flitser berekent de afstand tot het onderwerp door gebruik te maken van bovengenoemde formule en geeft deze tevens aan. (zie tabel 1 op laatste bladzijde) Indirect flitsen Wanneer u in een kamer fotografeert met flits, ontstaat er soms achter het onderwerp een zware slagschaduw. Indien u de flitsreflector omhoog richt of opzij om het licht via het plafond of de muur te laten weerkaatsen, zal het onderwerp veel zachter worden belicht. Druk op de ‘lock’-toets en verstel de flitserkop in de gewenste hoek. De volgende hoeken zijn in te stellen: Omhoog: 0°, 60°, 75° en 90° Omlaag: 0°, 7° Rechts: 0°, 60°, 75°, 90° Links: 0°, 60°, 75°, 120°, 150°, 180° In deze instellingen wordt een symbool zichtbaar op het LCD display. De opname zal een kleurzweem krijgen in dezelfde tint als het reflecterende oppervlak. Kiest u daarom een wit oppervlak voor weerkaatsing van de flits. Het effectieve bereik van de TTL AUTO instelling is variabel en afhankelijk van de grootte van het reflectie-oppervlak, de afstand van het onderwerp en andere factoren. Daarom is het raadzaam om na elke opname de flitsaanduiding (EDDL of DDL symbool) op het LCD display te controleren. Close-up opnamen Voor opnamen dichtbij kan de flitser 7° naar beneden gericht worden. De flits heeft alleen effect wanneer het onderwerp zich tussen de 0.5 en 2 meter van de lens verwijderd is. Wanneer de flitskop naar beneden gericht is, verschijnt het symbool in het LCD display. Draadloos flitsen (alleen D70) Indien u één of meerdere draadloze flitsers zoals de EF-500 DG SUPER NA-iTTL gebruikt kunt u een veel natuurlijkere belichting van het onderwerp creëren en bijvoorbeeld lelijke schaduwvorming bij portretten vermijden. Met de EF-500 Super wordt de draadloze verbinding tot stand gebracht door het licht van de flitser. De camera zal, als hij op de draadloze mode staat ingesteld, automatisch de juiste belichting kiezen. " Het is mogelijk de ingebouwde flitser van de D70 te gebruiken voor draadloos gebruik van de flitser. " In deze gebruiksaanwijzing zullen wij de flitser welke op de camera is gemonteerd de Master unit noemen en alle andere draadloos te gebruiken flitsers de Slave unit. " Als u de Slave unit op de gewenste plaats wilt opstellen kunt u de mini-standaard gebruiken. Deze mini-standaard heeft tevens een statiefaansluiting. " Plaats de Slave unit op de gewenste positie. Pas op dat de Slave unit niet in beeld komt. " Plaats zowel de camera als de Slave unit op een afstand tussen de 0,5 en 5 meter tot het onderwerp. " Twee of meer Slave units kunnen in groepen worden ingedeeld en verschillende (flits-) instellingen kunnen voor elke groep (1-3) apart worden gekozen. Voor de instelling van de Master unit kan 0 worden gekozen. " Kanaal en groep nummers dienen zowel op de master unit en op de slave unit(s) ingesteld te worden. Overige instellingen kunnen op de Master unit worden ingesteld. Het instellen van de Slave unit 1. Plaats de flitser op de camera en zet de flitser aan (“ON”). Druk op de MODE knop om het TTL / / symbool te selecteren. !Voor bovengenoemde instelling is het noodzakelijk dat het display van de camera geactiveerd is. Indien het display van de camera niet geactiveerd is dient u de ontspanknop van de camera half in te drukken. 2. Druk op de SEL knop tot de kanaal indicatie knippert druk vervolgens op de + of – knop om het gewenste kanaal te selecteren (C1-C4). 45 3. Druk op de SEL knop zodat het groepnummer gaat knipperen en druk vervolgens op de + of – knop om het gewenste groepnummer te selecteren. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen waarde te bevestigen. 4. Neem de slave unit flitser van de camera en plaats hem op de gewenste positie. !Indien u de ingebouwde flitser van de D70 gebruikt bij draadloos flitsen dient u het kanaalnummer op 3 en groepnummer op 1 te zetten, voor de overige instellingen dient u de gebruiksaanwijzing van de camera te raadplegen. Ook dient u er rekening mee te houden dat de instellingen AA en M1/128 niet bruikbaar zijn. Het instellen van de Master unit Het instellen van het kanaalnummer op de Master unit 1.Plaats de flitser op de camera en zet de flitser aan. Druk op de MODE knop om het symbool te kiezen. 2.De markering is zichtbaar op het display. Druk nu op de SEL knop tot dat de kanaalindicatie knippert. 3.Druk op de + of – knop om het gewenste kanaalnummer in te stellen. (kies het zelfde kanaalnummer als de slave flitser) 4.Druk diverse keren op de SEL knop tot de indicatie stopt met knipperen. Het instellen van de flitsmodus op de Master unit 5.Druk op de + of – knop om te selecteren (master) 6.Druk op de SEL knop zodat het symbool knippert. (indien u de Master unit niet wilt laten flitsen druk dan op de + of – knop en selecteer het symbool. Druk hierna op de SEL knop) 7.Druk nogmaals op de SEL knop. 8.Druk op de de MODE knop en selecteer TTL, M of MULTI en druk vervolgens op de SEL knop. 9.Indien TTL is geselecteerd zal het symbool knipperen en kunt u ook de gewenste belichtingscompensatie instellen. Indien er geen belichtings compensatie is gewenst drukt u op de SEL knop om instelling af te sluiten. Indien er wel een belichtings compensatie is gewenst drukt u op + of – knop om de gewenste compensatie waarde in te stellen. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen waarde te bevestigen. Indien wordt gekozen voor de M modus dient u op de + of – knop te drukken om de gewenste lichtopbrengst in te stellen. Indien wordt gekozen voor MULTI modus zal de Multi Flash Mode worden gekozen. Het instellen van de flitsmodus op de Slave unit 10.Druk op de + of – knop om het gewenste Slave groepnummer te selecteren. 11.Druk op de SEL knop om de indicatie te laten knipperen en druk op de + of – knop om het symbool te selecteren. 12.Volg de instructies vanaf bovenstaande stap 7. ` Indien u twee of meer Slave units in verschillende flitsmodi wilt gebruiken dient u de gewenste instellingen per groep in te stellen. ` Indien u de Master- of Slave unit op de MULTI modus insteld dient u alle alle groepen op MULTI in te stellen. Een combinatie met andere flitsmodi is niet mogelijk. ` Indien de flitsmodus van de Master- of Slave unit wordt gewijzigd van MULTI naar TTL of M zullen de andere groepen ook in deze modus worden gezet. Indien echter de belichtingcompensatie of de lichtopbrengst worden worden teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zullen de flitsers opnieuw moeten worden ingesteld. 13.Controleer of alle flitsers volledig zijn opgeladen. ` Let er op dat het controle lampje van de Master unit brandt en dat bij de Slave units het AF hulplicht knippert. ` Standaard zal de TTL modus op het display worden getoond onafhankelijk van de ingestelde flits modus. 46 Het gebruik van Modeling flash bij draadloos flitsen. % Indien de master unit wordt gebruikt voor de modeling flash Na het instellen van de draadloze flitser kan de modeling flash gebruikt worden door de TEST knop in te drukken Indien de slave unit wordt gebruikt voor de modeling flash 1. Nadat de flitsers op een correcte manier voor draadloze werking zijn ingesteld drukt u op de + of – knop van de Master unit om het symbool te selecteren. 2. Druk diverse keren op de SEL knop tot dat op het LCD display zichtbaar is. 3. Druk op de + of – Knop om te selecteren. Druk hierna op de SEL knop om te gekozen waarde te bevestigen. 4. Door op de TEST knop te drukken kan alleen de flitser waarop de flits modus is ingesteld voor de modeling flash worden gebruikt. !Indien u de master unit wilt gebruiken voor modeling flash dient u wissen op het LCD display. !Het is geen probleem als op de draadlose flitser te selecteren en te op het LCD display zichtbaar is. Slave functie Slave functie Zelfs als de EF-500 DG SUPER NA-iTTL niet aan de camera bevestigd zit, kunt toch flitsen door gebruik te maken van de ingebouwde flitser van de camera of een andere flitser. 1. Bevestig de flitser op het flitsschoentje van de camera 2. Zet de belichting op de gewenste instelling, wanneer u de A of M mode gebruikt dient u ook het diafragma in te stellen. 3. Zet de flitser aan en druk dan de ontspanknop half in. ! De diafragmawaarde en de waarde van de filmsnelheid worden nu aan de flitser doorgezonden. 4. Verwijder de flitser van de camera 5. Druk op de MODE toets en selecteer het / symbool 6. Druk meerdere malen op de SEL toets om de flitsvermogen indicator te laten knipperen 7. Druk om op de + en – toets om de juiste waarde in te stellen ! U kunt het benodigde flitsvermogen bepalen door op de LCD display de zo goed mogelijke geschatte afstand tot het object in te stellen. Als deze afstand buiten het bereik valt, dient u de diafragmawaarde aan te passen. ! U kunt de diafragmawaarde en filmsnelheid ook handmatig op de flitser instellen. a) Voor het instellen van de filmsnelheid drukt u op de MODE toets en selecteert u de ISO-aanduiding, waarna u vervolgens op de SEL toets drukt om de aanduiding te laten knipperen. Met de + en – toets kunt u de gewenste filmsnelheid instellen en om deze op te slaan drukt u wederom op de SEL toets. b) Voor het instellen van de diafragmawaarde (wanneer de flitser in de ‘slave’ instelling staat) drukt u op de SEL toets om de aanduiding van het diafragma te laten knipperen. Met de + en de – toets kunt u de gewenste diafragmawaarde selecteren en opslaan door nogmaals op de SEL toets te drukken. 8. Druk meerdere malen op de SEL toets om het LCD display te laten stoppen met knipperen. 9. Plaats de slave flitser op de gewenste positie. Plaats de unit echter niet zo dat deze zichtbaar wordt op de opname. 10. Nadat u uzelf ervan overtuigd heeft dat de flitsers opgeladen zijn, drukt u op de ontspanknop om de opname te voltooien. ! NB Als de EF-500 DG SUPER NA-iTTL geheel geladen is, licht het AF hulplampje op. ! De flitser zal niet flitsen als deze in de ‘slave’-instelling op de camera is geplaatst. ! Indien u een Canon flitser met (3-D) Multi-Sensor BL functie op uw camera gebruikt en een EF-500 DG SUPER NA-iTTL flitser als Slave unit dan dient u de (3-D) Multi-Sensor BL functie uit te schakelen. Het is mogelijk dat de voorflitsen van de Master flitser de Slave unit voortijdig doet af gaan 47 Voorkeuze van de slave flitser Als u twee of meerdere EF-500 DG SUPER NA-iTTL flitsers gebruikt, kunt u een voorkeuze maken welke flitsers tegelijk flitsen door verschillende kanaalinstellingen. In deze stand zal één flitsunit gebruikt worden op de camera als aansturende flitser en de overigen voor de slave belichting. Het instellen van de slave mode. 1. Monteer de flitser op de camera 2. Zet de belichtingsstand op de S of M mode ! Zet nu de sluitertijd op 1/30 of langzamer. De aansturende flitser zal dan een signaal naar de overige units sturen voordat deze flitsen. Dit wil dus zeggen dat wanneer u een sluitertijd sneller dan 1/30 hanteert, de flitsen niet synchroon zullen zijn. 3. Zet de flitser aan, en druk de ontspanknop van de camera half in. ! De diafragmawaarde en de filmsnelheid worden nu aan de slave flitser doorgegeven 4. Verwijder de slave-unit van de camera 5. Druk op de MODE toets en selecteer de / (slave mode) 6. Druk op de SEL toets om de kanaalaanduiding te laten knipperen 7. Druk op de + of – toets om het kanaal te selecteren (c1 of c2) 8. Druk op de SEL toets om de flitsvermogen aanduiding te laten knipperen 9. Druk op de + of – toets om het flitsvermogen in te stellen ! U kunt het benodigde flitsvermogen bepalen door op het LCD display de geschatte afstand tot het object in te stellen. Als deze afstand buiten het bereik valt, dient u de diafragmawaarde aan te passen. 10. Druk meerdere malen op de SEL toets om het LCD display te laten stoppen met knipperen. 11. Plaats de ‘slave-unit’ op de gewenste positie. Plaats de unit echter niet in het beeld van de opname. Instellen van de slave-controler unit 12. A Monteer de aansturende flitser op de camera body 13. Druk op de MODE toets en selecteer het / symbool (slave mode) 14. Druk op de SEL toets om de kanaalaanduiding te laten knipperen 15. Druk op de + of – toets om hetzelfde kanaal te selecteren als dat van de andere unit (c1 of c2) 16. Druk op de SEL toets om de flitsvermogen aanduiding te laten knipperen 17. Druk op de + toets om te tonen 18. Druk op de SEL toets om het display te laten stoppen met knipperen. 19. Nadat u uzelf ervan overtuigd heeft dat de flitsers opgeladen zijn, drukt u op de ontspanknop om de opname te voltooien. ! Als de aansturende EF-500 DG SUPER NA-iTTL geheel geladen is, licht het AF hulplampje op. ! U kunt de diafragmawaarde niet veranderen met de SEL toets, wanneer u de heeft geselecteerd bij de flitsvermogen instelling. ! De aansturende flitser geeft alleen instructies aan de slave-unit(s) Technische gegevens: Type Richtgetal Stroombron Oplaadtijd Aantal flitsen Flitsduur Verlichtingshoek Automatische uitschakeling Gewicht / Afmetingen Opschuifbare DDL Autozoom Electronenflitser 50 (ISO 100 / op 105mm zoompositie) 4 AA alkaline of 4 oplaadbare Ni-Cd, of Ni-MH batterijen Ca. 6 sec. (met alkaline batterijen Ca. 4 sec. (met oplaadbare batterijen) Ca. 220 met alkaline batterijen Ca. 100 met oplaadbare batterijen Ca. 1/700 sec. bij vol vermogen 28mm – 105mm motorisch gestuurd 17mm met ingebouwde groothoekdiffusor Ja 330 gram / 76mmX138mmX116mm 48 ENGLISH The CE Mark is a Directive conformity mark of the European Community (EC). DEUTSCH Die CE-Kennzeichnung ist eine Konformitätserklärung des Herstellers, die dokumentiert, daß das betreffende Produkt die Anforderungen von EG-Richtlinien einhält. FRANÇAIS Le label CE garantit la conformité aux normes établies par la Communauté Européenne. NEDERLANDS Het CE teken is een aanduiding voor de Europese Gemeenschap (EC). ESPAÑOL El logotipo CE es una directiva de conformidad con la Comunidad Europea (CE). ITALIANO Questo è il marchio di conformità alle direttive della comunità Europea (CE). SVENSKA CE-märket betyder att varan blivit godkänd av EU:s gemensamma kvalitetsnorm. DANSK CE-mærket er i overensstemmelse med de gældende regler i EU. SIGMA (Deutschland) GmbH Carl-Zeiss-Str. 10/2, D-63322 Rödermark, F.R.GERMANY Verkauf: 01805-90 90 85-0 Service: 01805-90 90 85-85 Fax: 01805-90 90 85-35 108
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Sigma F14306 Data papier

Categorie
Camera knippert
Type
Data papier