Nikon COOLPIX L620 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve
voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden
gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
Gedrukt in Europa
CT3G01(1F)
6MN2841F-01
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
i
Inleiding
Onderdelen van de camera
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en afspelen
Algemene camera-instellingen
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
ii
Inleiding
Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van de Nikon COOLPIX L620 digitale camera. Lees de informatie in
“Voor uw veiligheid” (A viii-xi) door voordat u de camera gaat gebruiken en maak uzelf vertrouwd
met de informatie die in deze handleiding wordt verstrekt. Houd de handleiding, nadat u deze hebt
doorgelezen, bij de hand en raadpleeg deze indien nodig om optimaal te kunnen genieten van uw
nieuwe camera.
Lees dit eerst
iii
Inleiding
Over deze handleiding
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u “De grondbeginselen van
opnemen en weergeven” (A 10).
Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en over de informatie die wordt
weergegeven op de monitor, raadpleegt u “Onderdelen van de camera” (A 1).
iv
Inleiding
Overige informatie
Symbolen en conventies
Teneinde het gemakkelijker voor u te maken om de benodigde informatie te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt in deze handleiding:
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in deze
handleiding.
De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling” genoemd.
De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de camera en de
namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden vet weergegeven.
In deze handleiding worden soms onderdelen van de monitor niet weergegeven zodat
aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
Pictogram Beschrijving
B
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
C
Dit pictogram geeft opmerkingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
A/E/F
Deze pictogrammen geven andere pagina's aan die relevante informatie bevatten:
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”.
v
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning
en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met
de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande site voor de contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van Nikon, inclusief batterijladers,
batterijen en lichtnetadapters, zijn door Nikon speciaal gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera
van Nikon. Deze accessoires zijn ontwikkeld en getest om goed en veilig te werken binnen de door het
elektronische circuit van onze camera's gestelde eisen.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon erkende
leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best
enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
vi
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden
vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware
en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met
behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde wettelijke
documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal
kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren
van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en
internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor
andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vii
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan
een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto's van de lucht). Vergeet niet eventuele
foto's die u voor de optie Selecteer beeld in de instelling Welkomstscherm (A 69) hebt geselecteerd, te
vervangen. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging
van eigendommen.
viii
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle
gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit
de camera of de lichtnetadapter komt,
koppel de lichtnetadapter dan los en
verwijder de batterijen onmiddellijk. Let
hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u de camera blijft gebruiken,
kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij
is verwijderd, dient het apparaat door
een door Nikon erkende servicedienst te
worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van
de camera of lichtnetadapter kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend
door bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera of de
lichtnetadapter door een val of ander
ongeluk openbreekt, haalt u de stekker
uit het stopcontact en/of verwijdert u de
batterijen en laat u het product nakijken
door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetadapter niet in de buurt
van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in
de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek
van een baby of kind.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product
in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
ix
Inleiding
Buiten bereik van kinderen
houden
Zorg ervoor dat baby’s geen batterijen of
andere kleine onderdelen in hun mond
kunnen stoppen.
Vermijd langdurig contact met
de camera, batterijlader of
lichtnetadapter terwijl de
apparaten zijn ingeschakeld of
in gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet.
Laat u de apparaten voor langere tijd in
direct contact komen met de huid, dan
kan dit lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Laat het product niet achter op
een plek waar het wordt
blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een
afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u zich niet aan deze
voorzorgsmaatregel houdt, kan dit
schade veroorzaken of tot brand kunnen
leiden.
Wees voorzichtig met batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen
wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let
op de volgende punten bij het gebruik
van de batterijen voor dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Als u een
lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan
voor dat de stekker uit het stopcontact
is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat
(
A
10). Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen of batterijen van verschillende
merken of typen door elkaar.
Als u Nikon oplaadbare
NiMH-batterijen EN-MH2 (EN-MH2-B2
of EN-MH2-B4) gebruikt (apart
verkrijgbaar), laadt u deze op en
gebruikt u ze als set. Combineer geen
batterijen van verschillende sets.
De oplaadbare batterijen EN-MH2 zijn
uitsluitend bestemd voor gebruik met
digitale camera’s van Nikon en zijn
compatibel met COOLPIX L620.
Plaats batterijen in de juiste richting.
U mag de batterijen niet kortsluiten of
uit elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
x
Inleiding
Dompel de batterijen niet onder in
water en zorg dat ze niet vochtig
worden.
Vervoer of bewaar de batterijen niet bij
metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterijen te
verwijderen wanneer deze leeg zijn.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterijen wanneer zich een
verandering voordoet, zoals
verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit
beschadigde batterijen onmiddellijk af
met ruim water.
Neem bij het gebruik van de
batterijlader (apart leverbaar)
de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit brand
veroorzaken.
Raak het netsnoer niet aan en blijf uit
de buurt van de batterijlader tijdens
onweer. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan het netsnoer. Trek
de kabel niet met kracht los en buig
deze niet. Plaats geen zware
voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als
de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat
het netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u
deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker of de batterijlader niet
met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Gebruik de lader niet met reisadapters
of adapters die ontworpen werden om
een voltage naar een ander voltage
om te zetten of met een omzetter van
gelijkstroom naar wisselstroom. Deze
voorzorgsmaatregel niet naleven, kan
leiden tot schade aan het product of
oververhitting of brand veroorzaken.
xi
Inleiding
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de
voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan
aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Cd-rom's
De cd-roms die zijn meegeleverd met dit
apparaat mogen niet worden afgespeeld
op audio-cd-apparatuur. Als u cd-rom's
afspeelt op een audio-cd-speler, kan dit
leiden tot gehoorverlies of beschadiging
van de apparatuur.
Wees voorzichtig met gebruik
van de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van een
te fotograferen persoon gebruikt, kan dit
tijdelijk oogletsel veroorzaken. De flitser
moet zich op minimaal 1 meter afstand
van het onderwerp bevinden. Wees met
name voorzichtig bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met
een persoon of voorwerp in
aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop
te letten dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en te voorkomen dat de
vloeibare kristallen in de monitor in aanraking
komen met uw huid, ogen of mond.
Schakel de camera uit in een
vliegtuig of ziekenhuis
Schakel de camera uit in het vliegtuig
tijdens het opstijgen of landen.
Gebruik geen draadloze netwerkfuncties
terwijl u zich in de lucht bevindt. Volg de
instructies van het ziekenhuis bij gebruik
in een ziekenhuis.
De elektromagnetische golven die
worden uitgestraald door deze camera
kunnen de elektronische systemen van
het vliegtuig of van de instrumenten van
het ziekenhuis verstoren. Als u
gebruikmaakt van een Eye-Fi-kaart,
verwijdert u deze uit de camera voordat
u aan boord van een vliegtuig gaat of
een ziekenhuis betreedt.
xii
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van
toepassing voor gebruikers in Europese
landen:
Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product
niet weg als huishoudelijk afval.
Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu
die kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit pictogram op de batterijen
geeft aan dat de batterijen via
gescheiden inzameling
moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op
gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi niet samen met het
huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Mededelingen
xiii
Inleiding
Inleiding................................................................. ii
Lees dit eerst................................................................. ii
Over deze handleiding ................................................. iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen .................. v
Voor uw veiligheid ................................................. viii
WAARSCHUWINGEN ................................................... viii
Mededelingen............................................................ xii
Onderdelen van de camera............................ 1
De camerabody ........................................................... 1
De camerariem bevestigen ....................................... 3
De flitser uit- en inklappen......................................... 3
Menu's gebruiken (knop d)............................... 4
De monitor.................................................................... 6
Opnamestand .................................................................... 6
Weergavestand ................................................................. 8
De grondbeginselen van opnemen en
weergeven......................................................... 10
Voorbereiding 1 De batterijen plaatsen.......... 10
Te gebruiken batterijen.............................................. 10
Voorbereiding 2 Een geheugenkaart
plaatsen....................................................................... 12
Intern geheugen en geheugenkaarten ........... 13
Voorbereiding 3 Weergavetaal, datum en tijd
instellen....................................................................... 14
Stap 1 De camera aanzetten................................ 18
Stap 2 Een opnamestand selecteren................ 20
Beschikbare opnamestanden................................. 21
Stap 3 Het beeld kadreren .................................... 22
De zoom gebruiken..................................................... 23
Stap 4 Scherpstellen en opnemen..................... 24
De ontspanknop............................................................ 25
Stap 5 Opnamen weergeven............................... 26
Stap 6 Opnamen wissen........................................ 27
Opnamefuncties............................................... 29
G (Eenvoudige autostand)................................. 29
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde
onderwerpen)............................................................ 30
Tips en opmerkingen.................................................. 31
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname) ....................................................... 35
Stand Slim portret (lachende gezichten
fotograferen).............................................................. 37
A Autostand............................................................ 39
Functies die kunnen worden ingesteld met de
multi-selector ............................................................ 40
De flitser gebruiken...................................................... 41
De zelfontspanner gebruiken................................ 44
Macro-stand gebruiken............................................. 46
Helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie) ........................................ 47
Standaardinstellingen ................................................ 48
Functies die kunnen worden ingesteld met de
knop d (Opnamemenu)................................... 50
Beschikbare opties in het opnamemenu....... 51
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt ....................................................................... 52
Inhoudsopgave
xiv
Inleiding
Scherpstelling ........................................................... 54
Gezichtsherkenning gebruiken............................. 54
Huid verzachten gebruiken..................................... 55
Gebruik AF met doelopsporing ............................ 56
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
autofocus ............................................................................ 57
Scherpstelvergrendeling........................................... 58
Weergavefuncties ........................................... 59
Zoomweergave ........................................................ 59
Miniatuurweergave, Kalenderweergave......... 60
Functies die kunnen worden ingesteld met de
knop d (Weergavemenu)................................ 61
Films opnemen en afspelen........................ 63
Films opnemen......................................................... 63
Functies die kunnen worden ingesteld met de
knop d (menu Film)............................................... 66
Films afspelen ........................................................... 67
Algemene camera-instellingen.................. 69
Functies die kunnen worden ingesteld met de
knop d (menu Set-up)...................................... 69
De camera op een televisie, computer of
printer aansluiten............................................ 71
Verbindingsmethoden .......................................... 71
ViewNX 2 gebruiken ............................................... 73
ViewNX 2 installeren..................................................... 73
Beelden overzetten naar de computer............ 76
Opnamen weergeven................................................. 78
Referentiegedeelte..................................... E1
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en
weergave) .............................................................. E2
Opnemen met eenvoudig panorama......... E2
Beelden bekijken die met eenvoudig
panorama werden vastgelegd ........................ E5
Stand Favoriete beelden .................................. E6
Beelden toevoegen aan albums..................... E6
Beelden in albums weergeven........................ E7
Beelden verwijderen uit albums..................... E8
Het pictogram Favoriet album wijzigen.... E9
Stand Automatisch sorteren ........................ E10
Stand Sorteer op datum ................................ E11
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks)
weergeven en wissen ..................................... E12
Beelden in een reeks weergeven................ E12
Beelden in een reeks wissen .......................... E13
Foto's bewerken ............................................... E14
Voordat u beelden gaat bewerken............ E14
Snel retoucheren: contrast en verzadiging
verbeteren................................................................. E15
D-Lighting: helderheid en contrast
verbeteren................................................................. E15
Rode-ogencorrectie: rode ogen door gebruik
van de flitser corrigeren .................................... E16
Huid verzachten: huidtinten
verzachten................................................................. E17
Filtereffecten: digitale filtereffecten
toepassen................................................................... E18
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld
verkleinen................................................................... E20
Uitsnede: een uitgesneden kopie
maken........................................................................... E21
xv
Inleiding
De camera aansluiten op een televisie (beelden
bekijken op een televisie) .............................. E22
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print) ...................................................................... E 24
De camera op een printer aansluiten....... E25
Afzonderlijke opnamen afdrukken............. E26
Meerdere opnamen afdrukken .................... E28
Films bewerken ................................................. E31
Het opnamemenu
(voor stand A (Autostand)) ........................ E33
Instellingen voor beeldmodus (Beeldformaat
en -kwaliteit)............................................................. E33
Witbalans (kleurtoon aanpassen)................ E35
Continu-opname................................................... E38
ISO-waarde................................................................ E40
Kleuropties................................................................. E41
AF-veldstand............................................................ E42
Menu Slim portret ............................................ E43
Huid verzachten..................................................... E43
Glimlachtimer.......................................................... E44
Knipperdetectie...................................................... E45
Het weergavemenu ......................................... E46
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht
maken)......................................................................... E46
Diashow ...................................................................... E50
Beveiligen................................................................... E51
Beeld draaien........................................................... E53
Spraakmemo............................................................ E54
Kopiëren (kopiëren tussen intern geheugen en
geheugenkaart)...................................................... E55
Reeksweergaveopties......................................... E57
Kies hoofdfoto......................................................... E57
Filmmenu............................................................ E58
Filmopties................................................................... E58
Autofocus-stand .................................................... E61
Windruisreductie................................................... E61
Het menu Set-up .............................................. E62
Welkomstscherm................................................... E62
Tijdzone en datum ............................................... E63
Mo
nitorinste
llingen ............................................. E65
Datumstempel
(datum en tijd afdrukken) ................................ E67
Vibratiereductie...................................................... E68
Bewegingsdetectie .............................................. E69
AF-hulplicht .............................................................. E70
Digitale zoom .......................................................... E70
Geluidsinstellingen............................................... E71
Automatisch uit...................................................... E71
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form........................................... E72
Taal/Language ........................................................ E73
TV-instellingen ........................................................ E73
Knipperwaarsch...................................................... E74
Uploaden via Eye-Fi ............................................. E75
Standaardwaarden............................................... E76
Batterijtype................................................................ E77
Firmware-versie...................................................... E77
Foutmeldingen ................................................. E78
Bestandsnamen ................................................ E82
Optionele accessoires..................................... E83
De camerariem AN-CP23 bevestigen....... E84
xvi
Inleiding
Technische opmerkingen en index....... F1
Behandeling van het product .......................... F2
De camera...................................................................... F2
Batterijen ........................................................................ F3
Geheugenkaarten..................................................... F5
Reiniging en opslag ............................................. F6
Reinigen.......................................................................... F6
Opslag.............................................................................. F7
Problemen oplossen............................................ F8
Specificaties......................................................... F16
Goedgekeurde geheugenkaarten................ F20
Index....................................................................... F23
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
12 6 1
7
8
9
11
12
13
10
345
Objectiefbescherming
gesloten
1 Oogje voor polsriem................................................... 3
2
Zoomknop......................................................................23
f : groothoek .......................................................23
g : telefoto .............................................................23
h : miniatuurweergave...................................60
i : zoomweergave............................................59
j : help .....................................................................30
3 Ontspanknop................................................................24
4 Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje...........18
5
Zelfontspannerlampje.............................................44
AF-hulpverlichting.....................................................69
6 Microfoon (stereo).............................................61, 63
7 Flitser ............................................................................3, 41
8 Objectiefbescherming
9 Objectief
10
Deksel voedingsaansluiting (voor lichtnetadapter
die apart verkrijgbaar is bij Nikon
)
..................E83
11 Deksel aansluitingen................................................71
12 HDMI microconnector (Type D) .......................71
13 USB-/audio-/video-uitgang.................................71
2
Onderdelen van de camera
1 2
3
4
5
6
7
8
9
1011
13
12
1 Knop K (pop-up flitser).................................3, 41
2 Flitserlampje ..................................................................43
3 Knop b (e filmopname)....................................63
4 Knop A (opnamestand)......29, 30, 35, 37, 39
5 Knop c (weergave)................................................26
6 Multi-selector.................................................................. 4
7 Knop k (selectie toepassen)................................ 4
8 Knop l (wissen).........................................................27
9 Knop d (menu).........................4, 50, 61, 66, 69
10
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf......................................... 10, 12
11 Statiefaansluiting.................................................F18
12 Monitor................................................................................6
13 Luidspreker............................................................ 61, 67
3
Onderdelen van de camera
De camerariem bevestigen
Leid de riem door het linker- of rechteroogje voor de camerariem en bevestig de riem.
De flitser uit- en inklappen
Schuif met de knop K (pop-up flitser) om de flitser uit te klappen.
Zie “De flitser gebruiken” (A 41) voor meer informatie over flitserinstellingen.
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als deze
niet wordt gebruikt.
2
1
4
Onderdelen van de camera
Gebruik de multi-selector en k om door de menu's te navigeren.
Menu's gebruiken (knop d)
1 Druk op de knop d.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de multi-selector.
Het huidige menupictogram wordt geel
weergegeven.
3 Selecteer het gewenste
menupictogram.
Het menu wordt gewijzigd.
4 Druk op de knop k.
De menuopties kunnen nu worden
geselecteerd.
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Opnamemenu
Kleuropties
AF-veldstand
Menupictogrammen
Welkomstscherm
Datumstempel
Set-up
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
5
Onderdelen van de camera
C Opmerkingen over het instellen van menuopties
Bepaalde menuopties kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de huidige opnamestand of de
toestand van de camera. Opties die niet beschikbaar zijn worden grijs weergegeven en kunnen niet
worden geselecteerd.
Wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u overschakelen naar de opnamestand door op de
ontspanknop, de knop A (opnamestand) of de knop b (e filmopname) te drukken.
5 Selecteer een menuoptie. 6 Druk op de knop k.
De instellingen voor de optie die u hebt
geselecteerd worden weergegeven.
7 Selecteer een instelling. 8 Druk op de knop k.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
Als u klaar bent met het gebruiken van de
menu's, drukt u op de knop d.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Vibratiereductie
Aan
Uit
Vibratiereductie
Aan
Uit
6
Onderdelen van de camera
De informatie die wordt weergegeven op de monitor tijdens opname en weergave verandert
afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
Er wordt standaard informatie weergegeven als u de camera voor het eerst inschakelt en tevens als
u de camera bedient. Deze wordt na enkele seconden weer uitgeschakeld (als Foto-informatie is
ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A 69)).
Opnamestand
De monitor
10
10
9 9 9
999
2 9 m 0 s
29m 0s
F 3.3
F3.3
1 / 2 5 0
1/250
9 9 9
999
9 9 9 9
9999
+1.0
+1.0
10
10
PRE
PRE
120
120
60
60
1 4
2
35
6
30
8
7
9
10
12
13
14
11
15
16
18 1719
21 2022
25
23
24
26
27
28
29
31
32
33
35
34
36
7
Onderdelen van de camera
1 Opnamestand.......................................................20, 21
2 Flits-stand........................................................................41
3 Macro-stand...................................................................46
4 Zoomaanduiding ...............................................23, 46
5 Scherpstelaanduiding .............................................24
6
Filmopties (films op normale snelheid)
...........66
7 Filmopties (HS-films).................................................66
8 Beeldmodus..................................................51, E33
9 Eenvoudig panorama..............................................33
10 Pictogram Vibratiereductie..................................69
11 Pictogram Bewegingsdetectie...........................69
12 Windruisreductie........................................................66
13 Belichtingscorrectiewaarde .................................47
14 Resterende opnametijd voor films..................63
15
Aantal resterende opnamen
(stilstaande beelden)................................................18
16 Aanduiding intern geheugen.............................18
17 Scherpstelveld (centrum)......................................24
18
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
.......51, 56
19
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
huisdierherkenning)................................. 24, 34, 37
20 Diafragma.......................................................................25
21 Sluitertijd.........................................................................25
22 Pictogram voor reisbestemming.....................69
23 ISO-waarde.....................................................................51
24 Aanduiding batterijniveau...................................18
25 Aanduiding “Datum niet ingesteld”....... 14, 69
26 Datumstempel ............................................................69
27 Eye-Fi communicatieaanduiding.....................70
28 Huid verzachten .........................................................51
29 Stand voor witbalans...............................................51
30 Kleuropties.....................................................................51
31 Continu-opnamestand................................... 34, 51
32 Pictogram Knipperdetectie .................................51
33 Uit de hand, statief............................................31, 32
34 Aanduiding zelfontspanner ................................44
35 Glimlachtimer...............................................................51
36 Dierenp. autom. ontsp............................................34
8
Onderdelen van de camera
Weergavestand
9
Onderdelen van de camera
1
Albumpictogram in stand Favoriete
beelden.......................................................................E6
2
Categoriepictogram in stand Automatisch
sorteren....................................................................E10
3 Pictogram voor Sorteer op datum..........E11
4 Beveiligingspictogram ...........................61, E51
5
Reeksweergave (als Individuele foto's is
geselecteerd) ...............................................62, E57
6 Pictogram Afdrukopdracht .................61, E46
7 Aanduiding voor spraakmemo.........61, E54
8 Pictogram Huid verzachten................61, E17
9 Pictogram voor filtereffecten.............61, E18
10 D-Lighting-pictogram............................61, E15
11 Pictogram Snel retoucheren..............61, E15
12
Pictogram voor rode-ogencorrectie
...............................................................................61, E16
13 Aanduiding intern geheugen.............................13
14
(a) Nr. huidig beeld/
totale aantal beelden......................................26
(b) Filmduur..................................................................67
15 Volumeaanduiding...................................................67
16 Beeldmodus..................................................51, E33
17 Filmopties.......................................................66, E58
18 Eenvoudig panorama ............................... 33, E2
19 Pictogram Uitsnede..................................59, E21
20 Pictogram Kleine afbeelding..............61, E20
21
Weergavegids Eenvoudig
panorama ......................................................... 33, E5
Weergavegids reeks.................................62, E12
Gids voor filmweergave.........................................67
22 Opnametijd ...................................................................14
23 Opnamedatum ...........................................................14
24 Aanduiding batterijniveau...................................18
25 Bestandsnummer en -type..........................E82
26 Eye-Fi-communicatieaanduiding....70, E75
10
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
De grondbeginselen van opnemen en
weergeven
1 Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen
eruit vallen.
2 Plaats de batterijen.
Zorg ervoor dat de plus- (+) en minpool (–) correct zijn geplaatst.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
Te gebruiken batterijen
Twee LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen)
Twee FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Twee EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
Voorbereiding 1 De batterijen plaatsen
1
2
3
2
1
11
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
B De batterijen verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uitgeschakeld zijn voordat u
het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent.
Direct na gebruik van de camera kunnen de camera, batterijen en geheugenkaart heet aanvoelen.
B Opmerkingen over de batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen door elkaar.
Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Batterijtype
De batterijen werken het meest efficiënt als u Batterijtype zodanig instelt in het menu Set-up (A 70) dat
de waarde overeenkomt met het type batterijen dat in de camera is geplaatst.
De standaardinstelling is het type batterijen dat is meegeleverd bij aankoop.
C Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren, afhankelijk van de fabrikant. Kies een betrouwbaar
merk.
Batterijen met isolatie die het
gebied rond de minpool niet
afdekt
Batterijen met een
afbladderende buitenkant
Batterijen met een
platte minpool
12
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Schakel de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen
eruit vallen.
2 Plaats de geheugenkaart.
Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot de kaart op zijn plaats klikt.
B Zorg ervoor dat u de geheugenkaart in de juiste
richting plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren plaatst,
kan dit schade aan de camera en de geheugenkaart veroorzaken.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
Voorbereiding 2 Een geheugenkaart plaatsen
1
2
3
Geheugenkaartsleuf
2
1
13
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
B Geheugenkaarten formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een ander
apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de kaart in de camera, druk op de
knop d en selecteer Geheugenkaart form. in het menu Set-up.
Geheugenkaarten verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in (1) om de kaart
gedeeltelijk uit te werpen (2).
B Waarschuwing bij hoge temperatuur
Direct na gebruik van de camera kunnen de camera, batterijen en geheugenkaart heet aanvoelen.
Intern geheugen en geheugenkaarten
Het is mogelijk om cameragegevens, met inbegrip van foto's en films, op te slaan in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Als u het interne geheugen wilt gebruiken,
moet u eerst de geheugenkaart verwijderen.
1 2
14
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor taalselectie en het
scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok weergegeven.
Als u afsluit zonder de datum en tijd in te stellen, knippert O als het opnamescherm wordt
weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
de gewenste taal te selecteren en druk
op de knop k.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Voorbereiding 3 Weergavetaal, datum en tijd instellen
Taal/Language
Annuleren
Annuleren
Ja
Nee
Tijdzone kiezen en datum en
tijd instellen?
15
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
4 Selecteer uw eigen tijdzone en druk
op de knop k.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te
schakelen. Als de functie voor de zomertijd is
ingeschakeld, wordt W boven de kaart
weergegeven. U kunt de zomertijdfunctie
uitschakelen door op I te drukken.
5 Selecteer de datumnotatie en druk op de knop
k.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de knop k.
Selecteer een veld: druk op JK (schakelt over tussen D, M, J,
uur en minuut).
Wijzig de datum en tijd: druk op HI.
Bevestig de instelling: selecteer het minuutveld en druk op de
knop k.
7 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Terug
London, Casablanca
Datumnotatie
Jaar/maand/dag
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
Bewerk.
Datum en tijd
01 01 2013
00 00
JM
D
Bewerk.
Datum en tijd
Ja
Nee
OK?
15/11/2013 15:30
16
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
8 Druk op de knop A.
Het selectiescherm voor opnamestanden wordt weergegeven.
9 Als Eenvoudige autostand wordt
weergegeven, drukt u op de knop k.
De opnamestand wordt ingeschakeld en u kunt opnamen
maken in de Eenvoudige autostand (A 20).
Schakel over naar een andere opnamestand door op HI te
drukken voordat u op de knop k drukt.
Bewerk.
Datum en tijd
Druk in opname-
stand op de knop
om het menu met
opnamestanden
weer te geven.
Eenvoudige autostand
17
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
C Taalinstelling en instelling voor datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en datum in het
menu Set-up z (A 69).
U kunt zomertijd in- en uitschakelen in het menu Set-up z door Tijdzone en datum te selecteren,
gevolgd door Tijdzone. Druk op K van de multi-selector en vervolgens op H om de zomertijd in te
schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of op I om de zomertijd uit te schakelen en de klok een
uur terug te zetten.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij. De
noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterijen in de camera zijn geplaatst of als de camera
is aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur opladen gedurende enkele
dagen de klok van stroom voorzien.
Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen van datum en
tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. Zie stap
3(A 14) van “Voorbereiding 3 Weergavetaal, datum en tijd instellen” voor meer informatie.
C De opnamedatum afdrukken in afgedrukte beelden
U kunt de opnamedatum permanent afdrukken in beelden terwijl deze worden vastgelegd door
Datumstempel in te stellen in het menu Set-up (A 69).
Als u wilt dat de opnamedatum wordt afgedrukt zonder gebruik te maken van de instelling
Datumstempel, drukt u af met de ViewNX 2-software (A 73).
18
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de hoofdschakelaar.
De monitor wordt ingeschakeld.
U zet de camera uit door nogmaals op de hoofdschakelaar te
drukken.
2 Controleer de aanduiding voor het
batterijniveau en het aantal resterende
opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden vastgelegd wordt weergegeven.
C wordt weergegeven als geen geheugenkaart in de camera is geplaatst. In dat geval worden de
opnamen opgeslagen in het interne geheugen.
Stap 1 De camera aanzetten
Melding Beschrijving
b De batterij is bijna vol.
B De batterij is bijna leeg.
Batterij is
leeg.
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt met
de camera.
Vervang de batterijen.
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
19
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
C Opmerkingen over de flitser
Als u de flitser nodig hebt, bijvoorbeeld bij het maken van opnamen op donkere plekken of bij tegenlicht,
schuift u de regelaar K (pop-up flitser) om de flitser uit te klappen (A 3, 41).
C De functie Automatisch uit
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, bedraagt ongeveer één
minuut. De tijd kan worden gewijzigd met de instelling Automatisch uit in het menu Set-up (A 70).
Terwijl de camera in de stand-bystand staat, wordt de monitor opnieuw ingeschakeld als een van de
volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:
Op de hoofdschakelaar, ontspanknop, knop A (opnamestand), knop c (weergave) of knop
b (e filmopname) drukken
7 80
780
2 5m 0s
25m 0s
Knippert
Geen
bewerkingen
uitgevoerd
Geen
bewerkingen
uitgevoerd
3 min.
De camera gaat naar
de stand-bystand.
Camera wordt
uitgeschakeld.
20
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de knop A.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
een opnamestand te selecteren en druk
op de knop k.
In dit voorbeeld wordt G (Eenvoudige autostand)
gebruikt.
De instelling voor de opnamestand wordt
opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
Stap 2 Een opnamestand selecteren
Eenvoudige autostand
21
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Beschikbare opnamestanden
G Eenvoudige autostand A 29
De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand tijdens het kadreren van een
beeld, waardoor het nog gemakkelijker wordt om opnamen te maken met behulp van
instellingen die geschikt zijn voor het onderwerp.
b Onderwerpstand A 30
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd op basis van de onderwerpstand die u
selecteert.
G Speciale effecten A 35
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret A 37
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een opname maken
zonder de ontspanknop te hoeven indrukken (glimlachtimer). U kunt ook de optie Huid
verzachten gebruiken om de huidtinten van gezichten van personen te verzachten.
A Autostand A 39
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden aangepast op basis van de
opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
22
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van
objectief, flitser, AF-hulpverlichting, microfoon en luidspreker.
2 Kadreer het beeld.
Als de camera automatisch de onderwerpstand bepaalt,
verandert het pictogram voor de opnamestand (A 29).
Stap 3 Het beeld kadreren
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
Pictogram voor
opnamestand
23
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
B Opmerkingen over Eenvoudige autostand
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste onderwerpstand niet
selecteren. Selecteer in dergelijke gevallen een andere opnamestand (A 30, 35, 37, 39).
Als de digitale zoom is ingeschakeld, wijzigt de onderwerpstand U.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren.
- Bij het maken van opnamen bij weinig licht
- Als de flitser is ingeklapt of een opnamestand is geselecteerd waarbij de flitser niet afgaat
- Bij gebruik van de telefotostand
Stel bij gebruik van een statief om de camera te stabiliseren tijdens het fotograferen Vibratiereductie in
op Uit in het menu Set-up (A 69) om mogelijke fouten ten gevolge van deze functie te voorkomen.
De zoom gebruiken
Als u de zoomknop verplaatst, verandert de positie van het
zoomobjectief.
Dichter inzoomen op het onderwerp: draai richting g (telefoto)
Uitzoomen en een groter gebied bekijken: draai richting
f (groothoek)
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom in de maximale
groothoekstand gezet.
De zoom werkt snel als u de zoomknop volledig draait (behalve
bij het opnemen van films).
Er wordt een zoomaanduiding weergegeven aan de
bovenzijde van de monitor als aan de zoomknop wordt
gedraaid.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt
vergroten tot circa 2× de maximale optische zoomfactor, kan
worden geactiveerd door de zoomknop richting g te draaien en deze vast te houden als de
camera is ingezoomd op de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom en interpolatie
Tijdens het gebruik van de digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af vanwege
interpolatie als de zoomfactor wordt verhoogd tot voorbij de stand V. De
positie van V wordt verder naar rechts verplaatst naarmate het formaat van
een opname verder afneemt.
Uitzoomen
Inzoomen
Optische zoom Digitale zoom
Klein beeldformaat
24
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk de ontspanknop half in.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, licht het scherpstelveld
groen op (meerdere scherpstelvelden kunnen groen oplichten).
Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de camera scherp
op het onderwerp in het midden van het beeld en wordt het
scherpstelveld niet weergegeven. Zodra de camera heeft
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A 7) groen op.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert, kan
de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en probeer
vervolgens de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
2 Druk zonder uw vinger op te tillen de
ontspanknop verder helemaal in.
Stap 4 Scherpstellen en opnemen
F 3.3F 3.3
1 / 2 5 01/250
25
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
De ontspanknop
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of het opnemen van een film. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een
aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
Half indrukken
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en diafragma) instellen
door de ontspanknop iets in te drukken totdat u geringe weerstand
voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd
zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een
opname te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de ontspanknop aangezien
dit kan leiden tot het trillen van de camera en een wazig beeld. Druk de
knop zachtjes in.
26
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de knop c (weergave).
Als u op de knop c (weergave) drukt en deze ingedrukt
houdt terwijl de camera is uitgeschakeld, wordt de camera
ingeschakeld in de weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om een opname te
selecteren voor weergave.
Druk op HIJK en houd deze ingedrukt om snel door de
beelden te bladeren.
U kunt teruggaan naar de opnamestand door op de knop
A of de ontspanknop te drukken.
Stap 5 Opnamen weergeven
Knop
c
(weergave)
Hiermee geeft u de vorige
opname weer
Hiermee geeft u de volgende
opname weer
4 / 4
4/4
0 0 04 . J P G
0004.JPG
1 5 /1 1 / 2 01 3 15 :3 0
15/11/2013 15:30
27
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de knop l om de opname te wissen die
op de monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
gewenste methode voor wissen te selecteren en
druk op de knop k.
Druk op d om af te sluiten zonder het beeld te wissen.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
U kunt annuleren door Nee te selecteren en op de knop k te
drukken.
Stap 6 Opnamen wissen
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
28
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren dat u wilt wissen en gebruik H om
c weer te geven.
U kunt de selectie ongedaan maken door op I te drukken om
c te verwijderen.
Draai de zoomknop (A 1) naar g (i) om over te schakelen
naar schermvullende weergave of naar f (h) om terug te
schakelen naar de miniatuurweergave .
2 Voeg c toe aan alle opnamen die u wilt wissen en druk vervolgens op de
knop k om de selectie te bevestigen.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op de monitor.
B Beelden in een reeks wissen
Als u op de knop l drukt en een hoofdfoto wist terwijl alleen hoofdfoto's worden weergegeven voor
reeksen beelden (A 62), worden alle beelden in de reeks, met inbegrip van de hoofdfoto, gewist.
U kunt afzonderlijke beelden in een reeks wissen door op de knop k te drukken om de beelden één voor
één weer te geven en op de knop l te drukken.
C De laatst gemaakte opname wissen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop l om de als laatste opgeslagen opname te wissen.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
29
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand tijdens het kadreren van een beeld,
waardoor het nog gemakkelijker wordt om opnamen te maken met behulp van instellingen die
geschikt zijn voor het onderwerp.
Automatische onderwerpselectie
Als de camera een onderwerpstand selecteert, verandert het pictogram voor de opnamestand dat
wordt weergegeven op het opnamescherm in het pictogram voor de onderwerpstand die
momenteel is ingeschakeld.
Beschikbare functies in G (Eenvoudige autostand)
Zelfontspanner (A 44)
Belichtingscompensatie (A 47)
Menu voor Eenvoudige autostand (A 50)
G (Eenvoudige autostand)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M G (eenvoudige autostand) M knop k
e Portret (close-ups van een of twee personen)
b Portret (opnamen van drie of meer mensen, opnamen met een ruime achtergrond)
f Landschap
h Nachtportret (close-ups van een of twee personen)
c Nachtportret (opnamen van drie of meer mensen, opnamen met een ruime achtergrond)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (opnamen zonder mensen)
d Tegenlicht (opnamen met mensen)
U Andere onderwerpen
30
Opnamefuncties
Als een onderwerpstand wordt geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor de geselecteerde onderwerpstand.
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
2
De camera stelt scherp op oneindig.
3
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Vibratiereductie in op Uit
in het menu Set-up (A 69) wanneer u een statief gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens het
fotograferen.
Een beschrijving van elke onderwerpstand weergeven (Helpscherm)
Selecteer een onderwerpstand en draai de zoomknop (A 1) naar
g (j) om een beschrijving van die onderwerpstand te bekijken.
Ga terug naar het originele scherm door de zoomknop weer naar
g (j) te draaien.
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde
onderwerpen)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram van boven*) M
KM HIJK M selecteer een onderwerpstand M knop k
b Portret
(standaardinstelling)
c Landschap
2
d Sport
1
(A 31)
e Nachtportret
(A 31)
f Party/binnen
1
(A 31)
Z Strand
1
z Sneeuw
1
h Zonsondergang
1, 3
i Schemering
2, 3
j Nachtlandschap
2
(A 32)
k Close-up
1
(A 32)
u Voedsel
1
(A 32)
l Museum
1
(A 33)
m Vuurwerk
2, 3
(A 33)
n Zwart-wit-kopie
1
(A 33)
o Tegenlicht
1
(A 33)
p
Eenvoudig panorama
1
(A 33)
O Dierenportret
(A 34)
Eenvoudig panorama
31
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
d Sport
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 6 beelden continu vastgelegd
met een snelheid van ongeveer 2 bps (wanneer Beeldmodus is ingesteld op r 4896×3672).
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor beeldmodus en de
gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en kleurtoon zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de
eerste afbeelding in elke reeks.
e Nachtportret
De flitser gaat altijd af. Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven nadat u e Nachtportret hebt geselecteerd, de
optie Uit de hand of Statief.
Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram e linksboven in de monitor groen oplicht, drukt u de ontspanknop
helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden gecombineerd tot één enkel beeld en
opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden totdat er
een foto wordt weergegeven. Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet
uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu-opnamen maakt, kan het beeld vervormd
raken, overlappen of vaag worden.
Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Vibratiereductie (A 69) in het menu Set-up ingesteld
op Aan.
f Party/binnen
Houd de camera stil om geen last te hebben van het trillen van het toestel. Stel Vibratiereductie in
op Uit in het menu Set-up (A 69) wanneer u een statief gebruikt om de camera te stabiliseren tijdens
het fotograferen.
32
Opnamefuncties
j Nachtlandschap
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven nadat u j Nachtlandschap hebt geselecteerd, de
optie Uit de hand of Statief.
Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram j linksboven in de monitor groen oplicht, drukt u de ontspanknop
helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die worden gecombineerd tot één enkel beeld en
opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden totdat er
een foto wordt weergegeven. Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet
uitschakelen voordat het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
Statief:
- Eén beeld wordt met een langere sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs al is Vibratiereductie (A 69) in het menu Set-up ingesteld
op Aan.
k Close-up
Macro-stand (A 46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
u Voedsel
Macro-stand (A 46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurtoon aanpassen door HI van de multi-selector te
gebruiken. De instelling voor de kleurtoon wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
33
Opnamefuncties
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramafoto's
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van de printer.
Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
l Museum
De camera maakt een reeks van maximaal tien opnamen terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
wordt gehouden, en het scherpste beeld in de reeks wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen
(BSS (best shot selector)).
De flitser gaat niet af.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op ongeveer vier seconden.
Er zijn zes zoomstanden beschikbaar.
n Zwart-wit-kopie
Gebruik deze stand in combinatie met de macro-stand (A 46) bij het maken van opnamen van
onderwerpen die zich dicht bij de camera bevinden.
o Tegenlicht
De flitser gaat altijd af. Klap de flitser uit voordat u opnamen gaat maken.
p Eenvoudig panorama
Selecteer het opnamebereik op het scherm dat wordt weergegeven nadat u p Eenvoudig
panorama hebt geselecteerd. Maak hierbij een keuze uit Normaal (180°) of Breed (360°).
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
Druk de ontspanknop helemaal in, haal uw vinger van de knop en pan de camera langzaam
horizontaal. De opname eindigt wanneer de camera het opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld als de opname start.
Als u op de knop k drukt als een opgenomen beeld wordt weergegeven in de stand voor
schermvullende weergave, wordt het beeld automatisch verplaatst.
de beelden kunnen niet worden bewerkt op deze camera.
Zie “Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)” (E2) voor meer informatie.
34
Opnamefuncties
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instellingen voor Dierenp. autom. ontsp. te wijzigen.
- Y: de camera detecteert het gezicht van een hond of kat en ontspant automatisch de sluiter als is
scherpgesteld op het gedetecteerde gezicht.
- k: de sluiter wordt niet automatisch ontspannen, zelfs niet als het gezicht van een hond of kat wordt
gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert tevens de gezichten van personen als
k is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op k nadat vijf serieopnamen zijn gemaakt.
Het maken van opnamen is tevens mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling
van Dierenp. autom. ontsp.. Als Continu is geselecteerd, kunt u continu-opnamen maken door de
ontspanknop helemaal ingedrukt te houden.
B Scherpstelveld
Als de camera een gezicht detecteert, wordt het gezicht weergegeven
binnen een geel kader. Als de camera scherpstelt op een gezicht dat
wordt weergegeven binnen in een dubbel kader (scherpstelveld),
wordt de dubbele rand groen. Als geen gezichten worden
gedetecteerd, stelt de camera scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Bij sommige opnameomstandigheden wordt het gezicht van het
huisdier mogelijk niet gedetecteerd en worden andere onderwerpen
weergegeven binnen in een kader.
O Dierenportret
Wanneer u met de camera naar een hond of kat wijst, detecteert deze het gezicht van het huisdier en
stelt hierop scherp. Standaard wordt automatisch de sluiter ontspannen nadat de camera heeft
scherpgesteld (Dierenp. autom. ontsp.).
Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven nadat u O Dierenportret hebt geselecteerd, de
optie Enkelvoudig of Continu.
- Enkelvoudig: wanneer is scherpgesteld op het gedetecteerde gezicht, wordt één opname gemaakt.
- Continu: wanneer is scherpgesteld op het gedetecteerde gezicht, worden drie opnamen gemaakt
via continu-opname.
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
35
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram voor het als laatste geselecteerde effect wordt weergegeven.
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens
opname)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M G (derde pictogram van boven*) M
KM HIJK M selecteer een effect M knop k
Categorie Beschrijving
G High-key
(standaardinstelling)
Geeft het hele beeld een lichte toon.
H Low-key Geeft het hele beeld een donkere toon.
D Zacht Verzacht het beeld door een lichte waas aan het hele beeld toe te voegen.
E Nostalgisch sepia
Hiermee wordt een sepiatint toegevoegd en wordt het contrast verminderd om
de kenmerken van een oude foto na te bootsen.
F Hoogcontrast
monochr.
Verandert de opname in zwart-wit en verscherpt het contrast.
I Selectieve kleur Creëert een zwart-witbeeld waarin alleen de opgegeven kleur behouden blijft.
Selectieve kleur
36
Opnamefuncties
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur is geselecteerd, drukt u op HI van
de multi-selector om de gewenste kleur van de schuifknop te
kiezen.
Om de instellingen voor de volgende functies te wijzigen, drukt u
eerst op de knop k om de kleurselectie ongedaan te maken.
- Flits-stand (A 41)
-Zelfontspanner (A 44)
-Macro-stand (A 46)
- Belichtingscompensatie (A 47)
Om terug te keren naar het kleurselectiescherm, drukt u
nogmaals op de knop k.
OpslaanOpslaan
Schuifknop
37
Opnamefuncties
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een opname maken zonder
de ontspanknop te hoeven indrukken (glimlachtimer (A 51)). U kunt de optie Huid verzachten
gebruiken om de huidtinten van gezichten van personen te verzachten.
1 Kadreer het beeld.
Richt de camera op het gezicht van een persoon.
2 Wacht zonder op de ontspanknop te drukken totdat het onderwerp
glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is, glimlacht, wordt
automatisch de sluiter ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt automatisch de sluiter ontspannen.
3 Hiermee wordt het automatisch opnemen beëindigd.
Voer een van de hieronder genoemde bewerkingen uit om het opnemen te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen of glimlachende
gezichten detecteren (A 54). De ontspanknop kan eveneens worden gebruikt voor opnemen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een gezicht herkent en
flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Stand Slim portret (lachende gezichten fotograferen)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Slimme portretstand M knop k
38
Opnamefuncties
Functies die beschikbaar zijn in de stand Slim portret
Flits-stand (A 41)
Zelfontspanner (A 44)
Belichtingscompensatie (A 47)
Menu Slim portret (A 50)
39
Opnamefuncties
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden aangepast op basis van de
opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het gebied van het beeld selecteert waarop moet
worden scherpgesteld door de instelling AF-veldstand (A 51) te wijzigen.
De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A 56).
Beschikbare functies in de A (Autostand)
Flits-stand (A 41)
Zelfontspanner (A 44)
Macro-stand (A 46)
Belichtingscompensatie (A 47)
Opnamemenu (A 50)
A Autostand
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M knop k
40
Opnamefuncties
Welke functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamestand, zoals hieronder weergegeven.
1
Kan worden ingesteld als de flitser is uitgeklapt. De flitser gaat niet af als deze is ingeklapt.
2
Beschikbaarheid afhankelijk van de instelling.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
multi-selector
G
(eenvoudige
autostand)
Onderwerpstand
Speciale
effecten
Slim
portret
A (auto)
1 X Flits-stand
1
(A 41)
2
ww
2
w
2 n Zelfontspanner (A 44) www
2
w
3 p Macro (A 46) w w
4 o
Belichtingscompensatie
(A 47)
w www
1
3
42
41
Opnamefuncties
De flitser gebruiken
Op donkere plekken of bij tegenlicht kunt u opnamen maken met de flitser door de flitser uit te
klappen.
Bij gebruik van de stand A (Autostand) en andere opnamestanden kunt u de flits-stand instellen
op de opnameomstandigheden.
1 Schuif met de knop K (pop-up flitser).
De flitser wordt uitgeklapt.
De flitser gaat niet af als deze is ingeklapt. W wordt weergegeven om aan te geven dat de flitser niet
afgaat.
2 Druk op H (X) van de multi-selector.
3 Selecteer de gewenste flits-stand (A 42) en
druk vervolgens op de knop k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
Automatisch
42
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
Klap de flitser in als u niet wilt dat deze afgaat.
U Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
Het pictogram voor de flits-stand op het opnamescherm wordt pas direct nadat de instelling
is uitgevoerd weergegeven.
V Autom. met rode-ogenred.
Hiermee vermindert u rode ogen in portretten ten gevolge van het gebruik van de flitser
(A 43).
X Invulflits
De flitser gaat af telkens wanneer een opname wordt gemaakt. Gebruik deze stand om
schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergrondscènes. De flitser gaat zo nodig af om
het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of bij
weinig licht de achtergrond vast te leggen.
43
Opnamefuncties
B De flitser inklappen
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als deze niet wordt
gebruikt (A 3).
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de ontspanknop
half in te drukken.
Aan: de flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal indrukt.
Knipperen: de flitser wordt opgeladen. Er kunnen geen opnamen
worden gemaakt met de camera.
Uit: de flitser gaat niet af wanneer een opname wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor uitgeschakeld tijdens het opladen van de flitser.
C Flits-standinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden.
De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
C Rode-ogenreductie
Wanneer de camera rode ogen detecteert terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie
bewerkt om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens het fotograferen:
Er is meer tijd nodig dan gebruikelijk om opnamen op te slaan.
Rode-ogenreductie zal niet in alle situaties het gewenste resultaat opleveren.
In sommige gevallen wordt rode-ogenreductie onnodig toegepast op gebieden van een opname.
Selecteer in dergelijke gevallen een andere flits-stand en maak de opname opnieuw.
44
Opnamefuncties
De zelfontspanner gebruiken
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter ongeveer tien seconden nadat u
de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
Stel Vibratiereductie in op Uit in het menu Set-up (A 69) wanneer u een statief gebruikt om de
camera te stabiliseren tijdens het fotograferen.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
Als in de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret is
geselecteerd, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven
(A 34). De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
3 Kadreer het beeld en druk de
ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting worden
ingesteld.
Zelfontspanner
F 3.3F 3.3
1 / 2 5 01/250
1 010
45
Opnamefuncties
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
Het aftellen wordt gestart. Het zelfontspannerlampje
knippert en blijft vervolgens ongeveer één seconde
lang branden voordat de sluiter wordt ontspannen.
Als de sluiter wordt ontspannen, wordt de
zelfontspanner op OFF gezet.
U kunt het aftellen stoppen door de ontspanknop
opnieuw in te drukken.
9
9
F 3.3
F 3.3
1 / 2 5 0
1/250
46
Opnamefuncties
Macro-stand gebruiken
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-ups.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop k.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
3 Draai aan de zoomknop om de zoomfactor op
een positie te zetten waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
Als de zoomfactor op een positie staat waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer dan
ongeveer 10 cm van het objectief zijn verwijderd.
Als de zoom op een positie staat waarbij G wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op
onderwerpen die niet meer dan ongeveer 1 cm van het objectief zijn verwijderd.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 50 cm afstand niet geheel uitlichten.
C Instelling macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden.
De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Macro-stand
47
Opnamefuncties
Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een compensatiewaarde en druk op
de knop k.
Om de opname helderder te maken, stelt u een positieve
waarde (+) in.
Om de opname donkerder te maken, stelt u een negatieve
waarde (–) in.
De compensatiewaarde wordt toegepast, zelfs als u niet op de
knop k drukt.
C Belichtingscorrectiewaarde
De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Belichtingscompensatie
+2.0
+0.3
-2.0
48
Opnamefuncties
Standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven.
Flitser
1
(A 41)
Zelfontspanner
(A 44)
Macro
(A 46)
Belichtingscompensatie
(A 47)
G (eenvoudige autostand) U
2
Uit Uit
3
0.0
Onderwerpstand
b (portret) V Uit
Uit
4
0.0
c (landschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
d (sport)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
e (nachtportret)
V
5
Uit
Uit
4
0.0
f (party/binnen)
V
6
Uit
Uit
4
0.0
Z (strand) U Uit
Uit
4
0.0
z (sneeuw) U Uit
Uit
4
0.0
h (zonsondergang)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
i (schemering)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
j (nachtlandschap)
W
4
Uit
Uit
4
0.0
k (close-up) W Uit
Aan
4
0.0
u (voedsel)
W
4
Uit
Aan
4
0.0
l (museum)
W
4
Uit Uit 0.0
m (vuurwerk)
W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
4
n (kopie in zwart-wit) W Uit Uit 0.0
o (tegenlicht)
X
4
Uit
Uit
4
0.0
p (eenvoudig panorama) W
4
Uit
4
Uit
4
0.0
O (dierenportret)
W
4
Y
7
Uit 0.0
G (speciale effecten) U Uit Uit 0.0
F (slim portret) U
8
Uit
9
Uit
4
0.0
A (auto) U Uit Uit 0.0
49
Opnamefuncties
1
De instelling die wordt gebruikt als de flitser is uitgeklapt.
2
De instelling kan niet worden gewijzigd. De camera selecteert automatisch de optimale instelling voor de
flits-stand voor de door de camera geselecteerde onderwerpstand.
3
De instelling kan niet worden gewijzigd. Hiermee wordt automatisch overgeschakeld naar de
macro-stand als de camera Close-up selecteert.
4
De instelling kan niet worden gewijzigd.
5
De instelling kan niet worden gewijzigd. De flits-stand is vast ingesteld op invulflits met lange sluitertijd
en rode-ogenreductie.
6
De flits-stand Lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
7
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of uitgeschakeld
(A 34).
8
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan of als Glimlachtimer is ingesteld op
Aan (BSS).
9
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
50
Opnamefuncties
De onderstaande instellingen kunnen worden gewijzigd door tijdens het opnemen op de knop
d te drukken.
De instellingen die kunnen worden gewijzigd variëren afhankelijk van de opnamestand, zoals
hieronder weergegeven.
* De instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden.
Functies die kunnen worden ingesteld met de knop
d (Opnamemenu)
Eenvoudige
autostand
Onderwerpstand
Speciale
effecten
Slim portret Autostand
Beeldmodus* wwwww
Witbalans ––––w
Continu ––––w
ISO-waarde ––––w
Kleuropties ––––w
AF-veldstand ––––w
Huid verzachten –––w
Glimlachtimer –––w
Knipperdetectie –––w
7 80
780
2 5m 0s
25m 0s
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
AF-veldstand
Kleuropties
51
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het opnamemenu
Optie Beschrijving
A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit instellen
waarmee opnamen worden opgeslagen.
Standaardinstelling: r 4896×3672
E33
Witbalans
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan de weersomstandigheden of de
lichtbron om de kleuren in beelden te laten overeenkomen met wat u ziet
met uw ogen.
Standaardinstelling: Automatisch
E35
Continu
Hiermee kunt u enkelvoudige of continu-opname selecteren.
Standaardinstelling: Enkelvoudig
E38
ISO-waarde
Hiermee kunt u de gevoeligheid voor licht van de camera regelen.
Standaardinstelling: Automatisch
Als Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven op de monitor
tijdens het opnemen als de ISO-gevoeligheid toeneemt.
E40
Kleuropties
Hiermee kunt u de kleurtinten van beelden wijzigen.
Standaardinstelling: Normale kleur
E41
AF-veldstand
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera het scherpstelveld selecteert dat
voor autofocus wordt gebruikt.
Standaardinstelling: AF met doelopsporing (A 56)
E42
Huid
verzachten
Hiermee kunt u de huidtinten in gezichten van personen er vloeiender laten
uitzien.
Standaardinstelling: Aan
E43
Glimlachtimer
Hiermee kunt u selecteren of de sluiter automatisch wordt ontspannen als
een glimlachend gezicht van een persoon wordt gedetecteerd.
Standaardinstelling: Aan (BSS)
E44
Knipperdetectie
De camera ontspant automatisch tweemaal de sluiter bij elke opname en
slaat één opname op waarbij de ogen van het onderwerp open zijn.
Standaardinstelling: Uit
E45
52
Opnamefuncties
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flits-stand
Continu (A 51)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig wordt
geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Glimlachtimer
(A 51)
Als Aan (BSS) is geselecteerd, kan de flitser niet worden
gebruikt.
Knipperdetectie
(A 51)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de flitser niet
worden gebruikt.
Zelfontspanner
Glimlachtimer
(A 51)
Als Glimlachtimer is geselecteerd, kan de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A 51)
Beeldmodus wordt als volgt ingesteld afhankelijk van de
instelling voor continu-opname:
Continu H: 120 bps:
O (beeldformaat: 640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps:
m (beeldformaat: 1920 × 1080 pixels)
Multi-shot 16:
L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels)
Witbalans Kleuropties (A 51)
Bij gebruik van Zwart-wit, Sepia of Koelblauw, wordt de
optie Witbalans vast ingesteld op Automatisch.
ISO-waarde Continu (A 51)
Als Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot
16 is geselecteerd, wordt de instelling ISO-waarde
automatisch vastgesteld op basis van de helderheid.
AF-veldstand Witbalans (A 51)
Als Witbalans is ingesteld op een andere instelling dan
Automatisch in de stand AF met doelopsporing, wordt
het hoofdonderwerp
niet gedetecteerd door de camera.
Glimlachtimer
Knipperdetectie
(A 51)
Als Glimlachtimer is ingesteld op Aan (BSS), verandert
deze en wordt de optie vast ingesteld op Aan
(enkelvoudig) als Knipperdetectie wordt ingesteld op
Aan.
53
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet beschikbaar
(E70).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Knipperdetectie
Glimlachtimer
(A 51)
Als Glimlachtimer is ingesteld op Aan (BSS), wordt
Knipperdetectie vast ingesteld op Uit.
Datumstempel Continu (A 51)
Als Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps is
geselecteerd, kunnen datum en tijd niet worden afgedrukt
op beelden.
Bewegingsdetectie
Flits-stand (A 41)
Wanneer de flitser afgaat, wordt Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Continu (A 51)
Als een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, wordt Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
ISO-waarde (A 51)
Wanneer de ISO-waarde is ingesteld op een andere
waarde dan Automatisch, wordt Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Glimlachtimer
(A 51)
Als Aan (BSS) is geselecteerd, wordt Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Digitale zoom Continu (A 51)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de digitale
zoom niet worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A 51)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
54
Opnamefuncties
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op gezichten
van personen.
e/b Portret, h/c Nachtportret of d Tegenlicht in de
stand G (Eenvoudige autostand) (A 29)
Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (A 30)
Stand Slim portret (A 37)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand weergegeven rond het
gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele rand rond de andere gezichten.
Als geen gezichten worden herkend wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks van factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
Mogelijk kan de camera in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
Scherpstelling
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
55
Opnamefuncties
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen in een van de hieronder genoemde opnamestanden,
detecteert de camera gezichten van personen en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te
verzachten (maximaal drie gezichten).
Stand Slim portret (A 37)
e Portret, h Nachtportret of d Tegenlicht in de stand G (Eenvoudige autostand)
(A 29)
Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (A 30)
Huid verzachten kan tevens worden toegepast op opgeslagen beelden (A 61, E17).
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag nemen.
Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat bereikt met Huid
verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het beeld zonder gezichten.
56
Opnamefuncties
Gebruik AF met doelopsporing
Wanneer AF-veldstand (A 51) in de stand A (automatisch) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de wijze zoals hieronder beschreven wanneer u de
ontspanknop half indrukt:
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt hierop
scherp.
Als is scherpgesteld op het onderwerp, licht het scherpstelveld
groen op. Als een menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de
camera automatisch de scherpstelprioriteit hierop in.
Als geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd, selecteert de
camera automatisch een of meer van de negen
scherpstelvelden die het onderwerp bevatten dat zich het
dichtst bij de camera bevindt.
Zodra scherp is gesteld op het onderwerp, lichten de
scherpstelvelden waarop is scherpgesteld groen op.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat door de camera als hoofdonderwerp
wordt geïdentificeerd verschillen.
Mogelijk wordt het hoofdonderwerp niet gedetecteerd bij gebruik van bepaalde instellingen voor
Witbalans.
In de volgende situaties wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct gedetecteerd door de camera:
- Als het onderwerp heel donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig is gekadreerd dat het onderwerp zich aan de rand van de monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp een herhaald patroon bevat
1 / 2 5 0
1/250
F 3.3
F3.3
Scherpstelveld
F 3.3
F 3.3
1 / 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
57
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals verwacht. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld
of de scherpstelaanduiding groen oplichten:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon
achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel donker uitziet).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op
de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld
een onderwerp binnen in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere rijen ramen van
vergelijkbare vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera als het
eigenlijke portretonderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling (A 58).
58
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het scherpstelveld met het
gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de A (Autostand) (A 51).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk
vervolgens de ontspanknop half in.
Controleer of het scherpstelveld groen oplicht.
De scherpstelling en de belichting worden
vergrendeld.
3 Stel het beeld opnieuw samen zonder uw vinger
op te tillen.
Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera en het
onderwerp.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
F 3.3
F 3.3
1 / 2 5 0
1/250
F 3.3
F 3.3
1 / 2 5 0
1/250
59
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Draai de zoomknop naar g (i) in de schermvullende weergave (A 26) om in te zoomen op het
beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te draaien.
Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op HIJK van de multi-selector.
Als u een opname bekijkt die is gemaakt met behulp van de functie voor gezichtsherkenning of
huisdierherkenning, zoomt de camera op het moment van de opname in op het herkende
gezicht (behalve bij het bekijken van een beeld dat is vastgelegd in een reeks). U kunt inzoomen
op een onderdeel van de opname waarin zich geen gezichten bevinden door de zoomfactor aan
te passen en vervolgens op HIJK te drukken.
Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op de knop k om terug te keren naar
schermvullende weergave.
C Beelden uitsnijden
Als een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de knop d drukken om het beeld uit te snijden
zodat alleen het zichtbare gedeelte overblijft, en dit als apart bestand opslaan (E21).
Zoomweergave
1 5/ 11 /2 0 1 3 1 5: 30
15/11/2013 15:30
0 00 4. JP G
0004.JPG
4 /4
4/4
3 . 0
3.0
g (i)
f (h)
Er wordt ingezoomd op
de opname.
Opname wordt schermvullend
weergegeven.
Gids voor weergavegebied
60
Weergavefuncties
Als u de zoomknop richting f (h) draait in de schermvullende weergave (A 26), worden
beelden als miniatuur weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i)
te draaien.
Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op HIJK van de multi-selector om een
opname te selecteren en druk vervolgens op de knop k om die opname schermvullend weer te
geven.
Bij gebruik van de kalenderweergave drukt u op HIJK van de multi-selector om een datum
te selecteren en drukt u vervolgens op de knop k om de opnamen weer te geven die op die
dag zijn gemaakt.
B Opmerkingen over de kalenderweergave
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld, worden beschouwd
als opnamen die zijn gemaakt op 1 januari 2013.
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
1 /2 0
1/20
1 5/ 11 /2 0 1 3 1 5: 30
15/11/2013 15:30
0 00 1. JP G
0001.JPG
1/20
1 /2 0
1/20
Su M Tu W Th F Sa
2013 11
1
345678
10 11 12 13 14 15
24 25
26
27 28 29 30
17 18 19 20 21 22
2
9
16
23
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g (i)
f (h)
g (i)
f (h)
61
Weergavefuncties
Wanneer u beelden bekijkt in de schermvullende weergave of miniatuurweergavestand, kunt u de
volgende menufuncties configureren door op de knop d te drukken.
Functies die kunnen worden ingesteld met de knop
d (Weergavemenu)
Optie Beschrijving A
Snel retoucheren*
Hiermee kunt u geretoucheerde kopieën maken waarin het
contrast en de verzadiging werden verhoogd.
E15
D-Lighting*
Hiermee kunt u kopieën maken met verhoogde helderheid en
verhoogd contrast, waardoor donkere gedeeltes van een opname
lichter worden.
E15
Rode-ogencorrectie*
Hiermee corrigeert u het rode-ogeneffect dat soms optreedt in de
ogen bij het maken van opnamen met flitser.
E16
Huid verzachten*
De camera herkent gezichten van mensen in opnamen en maakt
een kopie met zachtere huidtinten.
E17
Filtereffecten*
Digitale filtereffecten kunnen worden gebruikt om diverse effecten
toe te passen op beelden.
E18
Afdrukopdracht
Hiermee kunt u vóór het afdrukken selecteren welke opnamen
worden afgedrukt en hoeveel exemplaren van elk beeld worden
afgedrukt.
E46
Diashow Hiermee kunt u beelden bekijken in een automatische diashow. E50
Beveiligen
Hiermee beveiligt u geselecteerde opnamen tegen ongewild
wissen.
E51
Beeld draaien
Hiermee kunt u het weergegeven beeld draaien in de staande of
liggende stand.
E53
Kleine afbeelding* Hiermee maakt u een kleine kopie van beelden. E20
Spraakmemo
Hiermee kunt u de microfoon van de camera gebruiken om
spraakmemo's op te nemen en toe te voegen aan beelden.
E54
Kopiëren
Hiermee kunt u opnamen kopiëren tussen het interne geheugen
en een geheugenkaart.
E55
62
Weergavefuncties
* Bewerkte beelden worden opgeslagen als aparte bestanden. Sommige beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Reeksweergaveopties
Hiermee kunt u bepalen of alleen de hoofdfoto van een continu
vastgelegde reeks beelden wordt weergegeven, dan wel de
individuele beelden van de reeks.
Wanneer alleen de hoofdfoto van een reeks wordt
weergegeven, drukt u op de knop k om elk beeld in de reeks
weer te geven. Druk op H van de multi-selector om terug te
keren naar de weergave van de hoofdfoto.
E57
Kies hoofdfoto
Hiermee kunt u de hoofdfoto wijzigen voor beelden die in een
reeks werden vastgelegd.
E57
Favoriete beelden
Hiermee kunt u beelden aan een album toevoegen.
Deze optie wordt niet weergegeven in de stand Favoriete beelden.
E6
Verwijderen uit favor.
Hiermee kunt u beelden uit een album verwijderen.
Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand Favoriete
beelden.
E8
Optie Beschrijving A
63
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A 69) in het
menu Set-up is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kan het
gebied dat zichtbaar zal zijn in de film worden gecontroleerd
voordat het opnemen van de film van start gaat.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
3 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
beëindigen.
Films opnemen
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
Resterende opnametijd voor
films
1 2 m 3 0 s
12m30s
64
Films opnemen en afspelen
B Maximale filmduur
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als
er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is voor langere opnamen.
De maximale filmduur voor een enkele film wordt weergegeven op het opnamescherm.
De opname kan worden beëindigd voordat een van beide limieten wordt bereikt als de temperatuur van
de camera te hoog oploopt.
De werkelijke filmduur kan variëren, afhankelijk van de inhoud van de film, de beweging van het
onderwerp of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of het opnemen van een film. Open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een
aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over het opnemen van films
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F20). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
Het geluid van de werking van de zoomknop, de zoom, de scherpstelbewegingen van het objectief, de
vibratiereductie en de werking van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen worden
opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden opgenomen.
Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen, zoals een
trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera wordt
verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de gebruikte zoomfactor kunnen onderwerpen die
herhaalde patronen bevatten (stoffen, latjesramen, enz.) gekleurde strepen (interferentiepatronen, moiré,
enz.) vertonen tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het patroon in het
onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren. Dit is geen apparaatstoring.
65
Films opnemen en afspelen
B Cameratemperatuur
De camera kan warm worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op
een hete locatie.
Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de camera
automatisch met opnemen.
De resterende tijd tot de camera de opname stopt (B10 sec.) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
B Opmerkingen over automatische scherpstelling
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A 57). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor de
filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp - dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste
onderwerp - in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om de opname te
starten en wijzig daarna de kadrering.
66
Films opnemen en afspelen
Functies die kunnen worden ingesteld met de knop d (menu
Film)
De instellingen van de onderstaande menuopties kunnen worden
geconfigureerd.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M knop k
Optie Beschrijving A
Filmopties
Selecteer het filmtype.
Selecteer normale snelheid voor het opnemen van films op normale
snelheid of HS (hoge snelheid) voor het opnemen van films in
slow- of fastmotion (vertraagde of versnelde weergave).
Standaardinstelling: d 1080P/30p of R 1080P/25p
E58
Autofocus-stand
Selecteer Enkelvoudige AF, waarmee de scherpstelling wordt
vergrendeld als het opnemen van een film begint, of Fulltime-AF,
waarmee het scherpstellen doorgaat tijdens het opnemen van een
film.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E61
Windruisreductie
Stel in of windruisreductie moet plaatsvinden tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Uit
E61
Filmopties
Autofocus-stand
Windruisreductie
67
Films opnemen en afspelen
Druk op de knop c om naar de weergavestand te gaan.
Films worden aangeduid met het pictogram voor filmopties
(A 66).
Druk op de knop k om films af te spelen.
U kunt het volume aanpassen door aan de zoomknop (A 1) te
draaien.
Films afspelen
1 5 /1 1 / 2 01 3 15 :3 0
15/11/2013 15:30
0 0 10 . M O V
0010.MOV
1 0 s
10s
Filmopties
Volume-aanduiding
68
Films opnemen en afspelen
Beschikbare functies tijdens het afspelen
Op de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd door
JK van de multi-selector te gebruiken om een bedieningsknop te
selecteren en vervolgens op de knop k te drukken.
Films verwijderen
U kunt een film verwijderen door de gewenste film te selecteren in schermvullende weergave
(A 26) of miniatuurweergave (A 60) en op de knop l (A 27) te drukken.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A
Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B
Houd de knop k ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop k ingedrukt om continu
terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop k ingedrukt om continu
vooruit te spoelen.
F
Hervat het afspelen.
I
Extraheer het gewenste deel van een film en sla dit op als apart bestand
(E31).
Einde
G
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
Gepauzeerd
69
Algemene camera-instellingen
Algemene camera-instellingen
De instellingen van de onderstaande menuopties kunnen worden
geconfigureerd.
Functies die kunnen worden ingesteld met de knop
d (menu Set-up)
Druk op de knop dM menupictogram z (Set-up) M knop k
Optie Beschrijving A
Welkomstscherm
Hiermee kunt u selecteren of al dan niet het welkomstscherm wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
E62
Tijdzone en datum Hiermee kunt u de cameraklok instellen. E63
Monitorinstellingen
Hiermee kunt u de weergave van foto-informatie, beelden bekijken na
de opname en de helderheidsinstellingen voor de monitor aanpassen.
E65
Datumstempel Hiermee kunt u de opnamedatum en -tijd afdrukken op beelden. E67
Vibratiereductie
Hiermee kunt u de instelling voor vibratiereductie selecteren die bij de
opname wordt gebruikt.
E68
Bewegingsdetectie
Hiermee kunt u instellen of de camera al dan niet automatisch de
sluitertijd verkort om wazige beelden ten gevolge van het trillen van
de camera te verminderen als bewegingen worden gedetecteerd
tijdens nemen van foto's.
E69
AF-hulplicht Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of uitschakelen. E70
Digitale zoom Hiermee kunt u de digitale zoom in- of uitschakelen. E70
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
70
Algemene camera-instellingen
Geluidsinstellingen Hiermee kunt u de geluidsinstellingen aanpassen. E71
Automatisch uit
Hiermee kunt u instellen na hoeveel tijd de monitor wordt
uitgeschakeld om stroom te besparen.
E71
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Hiermee kunt u het interne geheugen of de geheugenkaart
formatteren.
E72
Taal/Language Hiermee kunt u de weergavetaal van de camera wijzigen. E73
TV-instellingen
Hiermee kunt u de instellingen voor de aansluiting van een televisie
aanpassen.
E73
Knipperwaarsch.
Hiermee kunt u instellen of al dan niet gesloten ogen worden
gedetecteerd bij het maken van opnamen van mensen met behulp
van gezichtsherkenning.
E74
Uploaden via Eye-Fi
Hiermee kunt u instellen of u de functie voor het verzenden van
beelden naar een computer via een in de handel verkrijgbare
Eye-Fi-kaart al dan niet wilt inschakelen.
E75
Standaardwaarden Hiermee kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. E76
Batterijtype
Hiermee past u de instelling aan het type batterijen aan dat in de
camera is geplaatst.
E77
Firmware-versie Hiermee bekijkt u de huidige firmware-versie van de camera. E77
Optie Beschrijving A
71
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op een tv,
computer of printer.
Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het batterijniveau
voldoende is en schakelt u de camera uit. Schakel de camera uit voordat u kabels loskoppelt.
Als de lichtnetadapter EH-65A (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera van stroom
worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander
merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende activiteiten de
documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit document.
Verbindingsmethoden
Steek de connector recht
in de aansluiting.
USB-/audio-/video-uitgang
Open het deksel van
de aansluitingen.
HDMI-micro-aansluiting
(Type D)
72
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Beelden bekijken op een tv E22
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen worden bekeken op een
tv.
Verbindingsmethode: sluit de video- en audioplug van de optionele AV-kabel aan
op de ingangen van de tv. U kunt ook een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
aansluiten op de HDMI-ingang van de tv.
Beelden bekijken en ordenen op een computer A 73
U kunt beelden naar een computer overdragen om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te beheren.
Verbindingsmethode: sluit de camera aan op de USB-poort van de computer met
de meegeleverde USB-kabel.
Installeer, voordat u een aansluiting met een computer tot stand brengt, ViewNX 2
op de computer (
A
73).
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer E25
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u beelden
afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort van de printer
aan via de USB-kabel.
73
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
ViewNX 2 is een all-in-one softwarepakket waarmee u beelden kunt overzetten, bekijken, bewerken
en uitwisselen.
Installeer ViewNX 2 met behulp van de meegeleverde cd-rom voor ViewNX 2.
ViewNX 2 installeren
Een internetverbinding is vereist.
Compatibele besturingssystemen
Windows
Windows 8, Windows 7, Windows Vista, Windows XP
Macintosh
Mac OS X 10.6, 10.7, 10.8
Raadpleeg de website van Nikon voor meer informatie over de systeemvereisten, zoals de meest
recente informatie over compatibele besturingssystemen.
ViewNX 2 gebruiken
Uw gereedschapsbox voor foto's
ViewNX 2™
74
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
1
Start de computer en plaats de cd-rom voor ViewNX 2 in het cd-rom-station.
Windows: Als instructies voor het gebruik van de cd-rom worden weergegeven in het venster,
volgt u de instructies om door te gaan naar het installatievenster.
Mac OS: Dubbelklik, als het venster ViewNX 2 wordt weergegeven, op het pictogram Welcome.
2 Selecteer een taal in het dialoogvenster voor taalselectie om het
installatievenster te openen.
Als de gewenste taal niet beschikbaar is, klikt u op Region Selection (Regio selecteren) om een
andere regio te kiezen en kies vervolgens de gewenste taal (de knop Region Selection (Regio
selecteren) is niet beschikbaar in de Europese versie).
Klik op Volgende om het installatievenster weer te geven.
3 Start het installatieprogramma.
Wij adviseren u op Installatiehandleiding in het installatievenster te klikken om de
helpinformatie voor installatie en de systeemeisen te bekijken voordat u ViewNX 2 gaat installeren.
Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
4 Download de software.
Als het scherm Softwaredownload wordt weergegeven, klikt u op
Ik ga akkoord - Download starten.
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
75
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
5 Sluit het installatieprogramma af als het scherm verschijnt waarop wordt
aangegeven dat de installatie is voltooid.
Windows: Klik op Ja.
Mac OS: Klik op OK.
De volgende software wordt geïnstalleerd:
ViewNX 2 (bestaande uit de onderstaande drie modules)
- Nikon Transfer 2: voor het overzetten van beelden naar de computer
- ViewNX 2: voor het bekijken, bewerken en afdrukken van overgezette beelden
- Nikon Movie Editor: voor het uitvoeren van elementaire bewerkingen op overgezette films
Panorama Maker (om één panoramabeeld van een landschap enz. te maken op basis van een reeks
beelden die elk een afzonderlijk gedeelte van het onderwerp vastleggen)
6 Verwijder de cd-rom voor ViewNX 2 uit het cd-rom-station.
76
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Beelden overzetten naar de computer
1 Kies hoe foto’s naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
Directe USB-verbinding:
schakel de camera uit en controleer of de geheugenkaart in de camera is
geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Zet de camera aan.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera overzetten door de
geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het toestel aansluit op de computer.
SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in
de sleuf steken.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan
en plaats de geheugenkaart.
77
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande stappen
te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Onder Afbeeldingen en video's
importeren, klikt u op Ander programma. Er
wordt een programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren
met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren voordat Nikon
Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
2 Zet beelden over naar de computer.
Controleer of de naam van de aangesloten camera of verwisselbare schijf wordt weergegeven als
de “Bron” op de titelbalk “Opties” van Nikon Transfer 2 (1).
Klik op Overspelen starten (2).
Standaard worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd.
1
2
78
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
3 Verbreek de verbinding.
Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en koppelt u de
USB-kabel los. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijpassende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die de geheugenkaart aangeeft uit
te werpen en verwijdert u vervolgens de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Opnamen weergeven
Start ViewNX 2.
Zodra de overdracht is voltooid, worden de opnamen
weergegeven in ViewNX 2.
Raadpleeg online help voor meer informatie over het
gebruik van ViewNX 2.
C ViewNX 2 handmatig starten
Windows: dubbelklik op de ViewNX 2 snelkoppeling op het bureaublad.
Mac OS: klik op het ViewNX 2 pictogram in de dock.
E1
Het referentiegedeelte biedt gedetailleerde informatie en tips voor het gebruik van de camera.
Opnamen maken
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave).......................E2
Weergave
Stand Favoriete beelden......................................................................................E6
Stand Automatisch sorteren............................................................................ E10
Stand Sorteer op datum.................................................................................... E11
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen
..... E12
Foto's bewerken...................................................................................................E14
De camera aansluiten op een televisie (beelden bekijken op een televisie)
....... E22
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) ................................ E24
Films bewerken ....................................................................................................E31
Menu
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))...................................... E33
Menu Slim portret................................................................................................ E43
Het weergavemenu ............................................................................................ E46
Filmmenu................................................................................................................ E58
Het menu Set-up.................................................................................................. E62
Aanvullende informatie
Foutmeldingen..................................................................................................... E78
Bestandsnamen....................................................................................................E82
Optionele accessoires ........................................................................................ E83
Referentiegedeelte
E2
Referentiegedeelte
Opnemen met eenvoudig panorama
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
1 Selecteer Normaal (180°) of Breed (360°) als
het opnamebereik en druk op de knop k.
Met de camera klaar in de horizontale positie is het
beeldformaat als volgt (breedte × hoogte).
- Normaal (180°): 4800 × 920 bij horizontale beweging,
1536 × 4800 bij verticale beweging
- Breed (360°): 9600 × 920 bij horizontale beweging,
1536 × 9600 bij verticale beweging
2 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk vervolgens de
ontspanknop half in om scherp te stellen.
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het
beeld.
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en
weergave)
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram van boven*) M
KM HIJK M p (eenvoudig panorama) M knop k
Eenvoudig panorama
Normaal (180°)
Breed (360°)
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
E3
Referentiegedeelte
3 Druk de ontspanknop helemaal in en haal uw
vinger dan van de ontspanknop.
KLJI worden weergegeven om de richting aan te geven
waarin de camera moet bewegen.
4 Beweeg de camera langzaam in een van de vier
richtingen totdat de gidsaanduiding het einde
heeft bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke richting hij wordt
verplaatst begint de opname.
Voorbeeld van camerabeweging
Beweeg, terwijl u uw lichaam als draaias gebruikt, de camera langzaam in een boog in de richting
van de markering (KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen ongeveer 15 seconden (wanneer
Normaal (180°) is geselecteerd) of binnen ongeveer 30 seconden (wanneer Breed (360°) is
geselecteerd) nadat de opname start.
Gids
E4
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het beeld dat zichtbaar is
op de monitor tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig is (bijv. een muur
of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voor de camera halverwege het panoramabereik is gekomen, wordt
geen panoramabeeld opgeslagen.
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt beëindigd voor de
rand van het bereik wordt bereikt, wordt het niet vastgelegde bereik opgenomen en grijs weergegeven.
E5
Referentiegedeelte
Beelden bekijken die met eenvoudig panorama werden
vastgelegd
Schakel over naar de weergavestand (A 26), geef een beeld dat
werd vastgelegd met eenvoudig panorama in de schermvullende
weergavestand weer en druk vervolgens op de knop k om het
beeld te verschuiven in de richting die werd gebruikt tijdens het
maken van de opname.
Op de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven tijdens
het afspelen.
Gebruik JK van de multi-selector om een bedieningsknop te
kiezen en druk vervolgens op de knop k om de volgende
handelingen uit te voeren.
B Opmerkingen over scrollweergave
Deze camera kan mogelijk niet scrollen of inzoomen bij het bekijken van beelden die zijn gemaakt met
eenvoudig panorama en zijn vastgelegd met een digitale camera van een ander merk of model.
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen A Houd de knop k ingedrukt om snel achteruit te scrollen.
Vooruitspoelen B Houd de knop k ingedrukt om snel vooruit te scrollen.
Pauze E
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
C Houd de knop k ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de knop k ingedrukt om te scrollen.
F Hervat het automatisch scrollen.
Einde G Schakel over naar de stand voor schermvullende weergave.
1 5 /1 1 / 2 01 3 15 :3 0
15/11/2013 15:30
4 / 4
4/4
0 0 04 . J P G
0004.JPG
E6
Referentiegedeelte
Door beelden (maar geen films) als favoriete beelden toe te voegen aan albums, kunt u ervoor
zorgen dat alleen de toegevoegde beelden worden afgespeeld.
Beelden kunnen worden onderverdeeld in negen albums. Aan elk album kunnen tot
200 beelden worden toegevoegd.
De oorspronkelijke beelden worden niet gekopieerd of verplaatst.
Hetzelfde beeld kan aan meerdere albums worden toegevoegd.
Beelden toevoegen aan albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een
opname te selecteren en gebruik H om L weer
te geven.
U kunt L toevoegen aan meerdere beelden. Om L te
verwijderen, drukt u op I.
Draai de zoomknop (A 1) naar g (i) om over te schakelen
naar schermvullende weergave of naar f (h) om terug te
schakelen naar de miniatuurweergave .
2 Druk op de knop k nadat u de instellingen hebt geconfigureerd.
3 Selecteer het gewenste album en druk op de
knop k.
De geselecteerde beelden worden toegevoegd.
Stand Favoriete beelden
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Favoriete beelden M knop k
Favoriete beelden
TerugTerug
Favoriete beelden
Toev.TerugTerug
E7
Referentiegedeelte
Beelden in albums weergeven
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren en druk
vervolgens op de knop k om de beelden in het geselecteerde
album weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A 61) kunnen worden
gebruikt voor de beelden in het geselecteerde album (behalve
Kopiëren en Favoriete beelden).
In het albumselectiescherm kunt u de volgende bewerkingen
uitvoeren.
-Knop d: wijzigt het albumpictogram (E9).
-Knop l: wist alle oorspronkelijke beelden die zijn toegevoegd aan het geselecteerde album.
B Opmerkingen over wissen
Als een beeld wordt gewist tijdens het gebruik van de stand Favoriete beelden, wordt het oorspronkelijke
beeld gewist. Als u beelden wilt wissen uit albums, raadpleegt u “Beelden verwijderen uit albums” (E8).
Druk op de knop c (weergavestand) M knop cM h Favoriete beelden M knop k
Favoriete beelden
Kies pictogram
E8
Referentiegedeelte
Beelden verwijderen uit albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren en gebruik H om L te verbergen.
U kunt de pictogrammen opnieuw weergeven door op I te
drukken.
Draai de zoomknop (A 1) naar g (i) om over te schakelen
naar schermvullende weergave of naar f (h) om terug te
schakelen naar de miniatuurweergave .
2 Druk op de knop k nadat u de instellingen hebt geconfigureerd.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
U kunt de verwijdering annuleren door Nee te selecteren.
Ga naar de stand h Favoriete beelden M selecteer het album met het beeld dat u wilt
verwijderen M knop kM knop dM Verwijderen uit favor. M knop k
Verwijderen uit favor.
TerugTerug
E9
Referentiegedeelte
Het pictogram Favoriet album wijzigen
1 Gebruik de multi-selector om een album te
selecteren en druk op de knop d.
2 Gebruik JK om een pictogramkleur te
selecteren en druk op de knop k.
3 Selecteer een pictogram en druk op de knop k.
Het pictogram verandert.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop cM h Favoriete beelden M knop k
Favoriete beelden
Kies pictogram
Terug
Kies pictogram
Kies pictogram
TerugTerug
E10
Referentiegedeelte
Beelden worden automatisch gesorteerd op categorie, zoals portret, landschap en film, op basis van
de instellingen van de camera tijdens het opnemen.
Gebruik de multi-selector om een categorie te selecteren en druk
vervolgens op de knop k om de beelden in de geselecteerde
categorie weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A 61) kunnen worden
gebruikt voor de beelden in de geselecteerde categorie
(behalve Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
Druk terwijl het scherm voor categorieselectie wordt
weergegeven op de knop l om alle oorspronkelijke beelden in
de geselecteerde categorie te verwijderen.
B Opmerkingen over de stand Automatisch sorteren
In de stand Automatisch sorteren kunnen in elke categorie maximaal 999 beelden en filmbestanden
worden gesorteerd.
Beelden of films die zijn opgeslagen met een andere camera dan deze kunnen niet worden afgespeeld in
de stand Automatisch sorteren.
Stand Automatisch sorteren
Druk op de knop c (weergavestand) M knop cM F Automatisch sorteren M knop k
Portretten
Andere onderwerpen
E11
Referentiegedeelte
Gebruik de multi-selector om een datum te selecteren en druk op
de knop k om de beelden op de geselecteerde datum weer te
geven.
Functies in het weergavemenu (A 61) kunnen worden
gebruikt voor de beelden met de geselecteerde opnamedatum
(behalve Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
In het selectiescherm voor de opnamedatum zijn de volgende
bewerkingen beschikbaar.
-Knop d: de hieronder weergegeven functies zijn
beschikbaar.
Afdrukopdracht*
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die zijn vastgelegd op de
geselecteerde datum.
-Knop l: verwijdert alle beelden die werden vastgelegd op de geselecteerde datum.
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
Tot 29 datums kunnen worden geselecteerd. Als er beelden van meer dan 29 datums zijn, worden alle
beelden die eerder dan de meest recente 29 datums zijn opgeslagen, gecombineerd onder Overige.
De 9000 meest recente beelden kunnen worden weergegeven.
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld, worden
beschouwd als opnamen die zijn gemaakt op 1 januari 2013.
Stand Sorteer op datum
Druk op de knop c (weergavestand) M knop cM C Sorteer op datum M knop k
Sorteer op datum
3
20/11/2013
2
15/11/2013
1
10/11/2013
05/11/2013
10
E12
Referentiegedeelte
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die via continu-opname zijn vastgelegd worden als reeks opgeslagen.
Het eerste beeld van een reeks wordt gebruikt als de hoofdfoto om
de reeks weer te geven bij weergave in schermvullende
weergavestand of miniatuurweergavestand (standaardinstelling).
U kunt elk beeld in de reeks afzonderlijk weergeven door op de
knop k te drukken.
Nadat u op de knop k hebt gedrukt, zijn de onderstaande
bewerkingen beschikbaar.
U kunt het vorige of volgende beeld weergeven door op
JK van de multi-selector te drukken.
U kunt beelden weergeven die niet zijn opgenomen in de reeks
door op H te drukken om terug te gaan naar de weergave van
de hoofdfoto.
U kunt beelden in een reeks als miniaturen weergeven of deze
afspelen in een diashow door Reeksweergaveopties in te
stellen op Individuele foto's in het weergavemenu (E57).
B Reeksweergaveopties
Beelden die via continu-opname zijn vastgelegd met andere camera's dan deze kunnen niet als reeks
worden weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergave, drukt u op de knop
d om functies te selecteren in het weergavemenu (A 61).
Als u op de knop d drukt terwijl een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen de volgende instellingen
worden toegepast op alle beelden in de reeks:
- Afdrukopdracht, Beveiligen, Kopiëren, Favoriete beelden
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks)
weergeven en wissen
1 / 5
1/5
1 5 /1 1 / 2 01 3 15 :3 0
15/11/2013 15:30
0 0 04 . J P G
0004.JPG
TerugTerug
1 / 51/5
1 5 /1 1 / 2 01 3 15 :3 015/11/2013 15:30
0 0 04 . J P G0004.JPG
E13
Referentiegedeelte
Beelden in een reeks wissen
Als de knop l wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, variëren de beelden die worden gewist
afhankelijk van hoe de reeksen worden weergegeven.
Als de hoofdfoto wordt weergegeven:
- Huidig beeld: alle beelden in de weergegeven reeks worden gewist.
- Wis gesel. beeld(en): wanneer een hoofdfoto is geselecteerd in het selectiescherm om
beelden te wissen (A 28), worden alle beelden in de reeks gewist.
- Alle beelden: alle beelden in het interne geheugen of op de geheugenkaart worden gewist.
Als beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergavestand:
- Huidig beeld: het momenteel weergegeven beeld wordt gewist.
- Wis gesel. beeld(en): beelden die zijn geselecteerd in de reeks worden gewist.
- Volledige reeks: alle beelden in de weergegeven reeks worden gewist.
E14
Referentiegedeelte
Voordat u beelden gaat bewerken
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën worden als
aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van opnamen
Wanneer een bewerkte kopie verder wordt gewijzigd met een andere bewerkingsfunctie, dient u rekening
te houden met de volgende beperkingen.
Kopieën gemaakt met bewerkingsfuncties kunnen niet verder worden bewerkt met de functie waarmee
ze werden aangemaakt.
Foto's bewerken
Gebruikte
bewerkingsfunctie
Bewerkingsfuncties die kunnen worden toegevoegd
Snel retoucheren
D-Lighting
Filtereffecten
De functies Huid verzachten, Kleine afbeelding of Uitsnede kunnen worden
gebruikt.
Huid verzachten
Er kan gebruik worden gemaakt van de functies Snel retoucheren,
D-Lighting, Filtereffecten, Kleine afbeelding of Uitsnede.
Kleine afbeelding
Uitsnede
Er kan geen andere bewerkingsfunctie worden gebruikt. Wanneer u de
functie Kleine afbeelding of Uitsnede in combinatie met andere
bewerkingsfuncties gebruikt, gebruikt u de functies Kleine afbeelding en
Uitsnede nadat de andere bewerkingsfuncties zijn toegepast.
Rode-ogencorrectie Er kan geen andere bewerkingsfunctie worden toegevoegd.
E15
Referentiegedeelte
Snel retoucheren: contrast en verzadiging verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om de mate
waarin het effect wordt toegepast te selecteren en
druk op de knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant weergegeven.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
D-Lighting: helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om Uitvoeren te
selecteren en druk op de knop k.
De bewerkte versie wordt aan de rechterkant weergegeven.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om af te sluiten zonder
de kopie op te slaan.
Druk op de knop
c
(weergavestand)
M
selecteer een beeld
M
knop
dM
Snel retoucheren
M
knop
k
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM D-Lighting M
knop k
Snel retoucheren
Normaal
Waarde
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
E16
Referentiegedeelte
Rode-ogencorrectie: rode ogen door gebruik van de flitser corrigeren
Bekijk het resultaat en druk op de knop k.
Druk op J van de multi-selector om af te sluiten zonder de kopie op
te slaan.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Beelden waarbij de camera geen rode ogen kan detecteren kunnen niet worden gecorrigeerd.
Voor huisdieren (honden of katten), wordt rode-ogencorrectie toegepast op ogen ongeacht hun kleur.
Afhankelijk van het beeld wordt de functie mogelijk niet uitgevoerd zoals verwacht.
Rode-ogencorrectie kan in een heel enkel geval worden toegepast op gebieden waarin geen rode ogen
voorkomen.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM
Rode-ogencorrectie M knop k
Rode-ogencorrectie
OpslaanOpslaan
TerugTerug
E17
Referentiegedeelte
Huid verzachten: huidtinten verzachten
1 Gebruik HI van de multi-selector om de mate
waarin het effect wordt toegepast te selecteren
en druk op de knop k.
Het bevestigingsvenster wordt weergegeven met het gezicht
waarop het effect werd toegepast in het midden van de
monitor.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
2 Bekijk het resultaat en druk op de knop k.
Huidtinten in maximaal 12 gezichten worden verzacht, te
beginnen bij het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van
het beeld bevindt.
Als meer dan één gezicht werd verwerkt, gebruikt u JK om
een ander gezicht weer te geven.
Druk op de knop d om de mate waarin het effect wordt
toegepast aan te passen. De monitor keert terug naar het beeld
uit stap 1.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Huid verzachten kan niet worden toegepast als er geen gezichten worden gedetecteerd in het beeld.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten kan de camera
de gezichten mogelijk niet correct detecteren of werkt de functie Huid verzachten niet zoals verwacht.
Druk op de knop
c
(weergavestand)
M
selecteer een beeld
M
knop
dM
Huid verzachten
M
knop
k
Huid verzachten
Normaal
Waarde
Voorbeeld
OpslaanOpslaan
TerugTerug
E18
Referentiegedeelte
Filtereffecten: digitale filtereffecten toepassen
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk op de
knop k.
Wanneer Speelgoedcamera-eff. 1, Speelgoedcamera-eff.
2, Fisheye, Ster, Miniatuureffect of Schilderij is
geselecteerd, gaat u verder naar stap 3.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM Filtereffecten M
knop k
Type Beschrijving
Speelgoedcamera-eff. 1
Hiermee kunt u het volledige beeld een geelachtige tint geven en de randen van
het beeld donkerder maken.
Speelgoedcamera-eff. 2
Hiermee kunt u de kleurverzadiging van het volledige beeld verminderen en de
randen van het beeld donkerder maken.
Fisheye
Hiermee kunt u een beeld eruit laten zien alsof het met een visoogobjectief is
opgenomen. Dit effect is heel geschikt voor beelden die zijn vastgelegd in de
macro-stand.
Zacht
Hiermee kunt u het beeld verzachten door een lichte waas toe te voegen rond
het midden van het beeld. In beelden die werden vastgelegd terwijl
gezichtsherkenning of dierherkenning was geselecteerd, wordt de omgeving
rond de gezichten onscherp gemaakt.
Selectieve kleur
Hiermee kunt u één opgegeven kleur in het beeld behouden en de andere
kleuren in zwart-wit wijzigen.
Ster
Hiermee kunt u sterachtige lichtstralen maken die naar buiten stralen op basis
van heldere objecten zoals weerkaatsingen van zonlicht en straatverlichting. Dit
effect is geschikt voor nachtonderwerpen.
Miniatuureffect
Hiermee kunt u een beeld eruit laten zien als een miniatuur die werd vastgelegd
in de macro-stand. Dit effect is geschikt voor beelden die vanuit de hoogte
worden gemaakt met het hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
Schilderij Hiermee kunt u beelden een met de hand geschilderd uiterlijk geven.
Filtereecten
Ster
Speelgoedcamera-e. 2
Zacht
Speelgoedcamera-e. 1
Selectieve kleur
Miniatuureect
Fisheye
E19
Referentiegedeelte
2 Pas het effect aan en druk op de knop k.
Bij gebruik van Zacht: gebruik HI om het bereik van het
effect te selecteren.
Bij gebruik van Selectieve kleur: gebruik HI om de kleur die
u wilt behouden te selecteren.
Druk op J om terug te keren naar het selectiescherm voor
Filtereffecten zonder wijzigingen aan te brengen.
3 Bekijk het resultaat en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
Zacht
Normaal
Intensiteit
Voorbeeld: Zacht
Voorbeeld
OpslaanOpslaan
TerugTerug
E20
Referentiegedeelte
Kleine afbeelding: het formaat van een beeld verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste kopieformaat te selecteren en druk op
de knop k.
Beelden die zijn opgenomen bij een instelling voor de
beeldmodus van s 4896×2754 worden opgeslagen met
640 × 360 pixels. Ga verder naar stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt (compressieverhouding
1:16).
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM Kleine
afbeelding M knop k
Kleine afbeelding
640×480
320×240
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
E21
Referentiegedeelte
Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
1 Draai de zoomknop om het beeld te vergroten (A 59).
2 Verfijn de compositie van de kopie en druk op
de knop d.
Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om de zoomfactor
aan te passen. Stel een zoomfactor in waarbij u wordt
weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om alleen het gedeelte
van de opname dat u wilt kopiëren op de monitor weer te
geven.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt het beeld weergegeven
in een kleiner formaat tijdens de weergave.
C Het beeld uitsnijden in de huidige “staande” oriëntatie
Gebruik de optie Beeld draaien (E53) om het beeld zodanig te draaien dat het wordt weergegeven in de
liggende oriëntatie (landschap). Draai nadat u het beeld hebt uitgesneden het uitgesneden beeld terug in
de “staande” oriëntatie (Portret).
3 . 0
3.0
Dit beeld opslaan als
getoond?
Ja
Nee
E22
Referentiegedeelte
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek
bij het aansluiten of loskoppelen.
Bij gebruik van de AV-kabel
Wanneer u een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel gebruikt
De camera aansluiten op een televisie (beelden bekijken
op een televisie)
WitGeel Rood
HDMI-microconnector (Type D)
naar HDMI-aansluiting
E23
Referentiegedeelte
2 Stel de invoer van de televisie in op externe video-invoer.
Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
3 Houd de knop c ingedrukt om de camera aan
te zetten.
Er worden beelden worden weergegeven op de televisie.
De monitor van de camera wordt niet ingeschakeld.
B Als de beelden niet worden weergegeven op de televisie
Zorg dat TV-instellingen (E73) in het menu Set-up overeenkomt met de standaard die door uw televisie
wordt gebruikt.
C Een afstandsbediening voor een televisie gebruiken (besturing van HDMI-apparaat)
De afstandsbediening van een televisie die HDMI-CEC ondersteunt kan worden gebruikt om beelden te
selecteren, het afspelen van films te starten en te onderbreken, over te schakelen tussen schermvullende
weergave en miniatuurweergave met 4 beelden, enzovoort.
Stel de optie HDMI-apparaatbestur. (E73) bij TV-instellingen in op Aan (standaardinstelling) en
sluit vervolgens de camera en televisie op elkaar aan met een HDMI-kabel.
Richt de afstandsbediening op de televisie wanneer u deze bedient.
E24
Referentiegedeelte
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer
aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten (Direct Print)
Maak opnamen
Selecteer beelden die u wilt
afdrukken en het aantal kopieën
met de optie
Afdrukopdracht (E46)
Sluit de camera aan op de printer (E25)
Druk opnamen één voor
één af (E26)
Druk meerdere opnamen af (E28)
Wanneer het afdrukken voltooid is, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los
E25
Referentiegedeelte
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera met de USB-kabel aan op de printer.
Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek
bij het aansluiten of loskoppelen.
4 Zet de camera aan.
Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op de monitor van de camera,
gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
Afdrukselectie
15/11/2013 No. 32 32
12
E26
Referentiegedeelte
Afzonderlijke opnamen afdrukken
1 Gebruik de multi-selector om de gewenste
opname te selecteren en druk op de knop k .
Draai de zoomknop naar f (h) om over te schakelen naar
miniatuurweergave of naar g (i) om over te schakelen naar de
schermvullende weergave.
2 Gebruik HI om Kopieën te selecteren en druk
op de knop k.
3 Selecteer het gewenste aantal afdrukken
(maximaal negen) en druk op de knop k.
4 Selecteer Papierformaat en druk op de knop
k.
Afdrukselectie
15/11/2013 No. 32 32
PictBridge
Afdrukken starten
Kopieë n
Papierformaat
afdrukken
1
Kopieë n
4
PictBridge
Afdrukken starten
Kopieë n
Papierformaat
afdrukken
4
E27
Referentiegedeelte
5 Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
U kunt de instelling voor het papierformaat toepassen die op
de printer is geconfigureerd door Standaard te selecteren als
optie voor het papierformaat.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de
camera variëren afhankelijk van de printer die u gebruikt.
6 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
knop k.
Het afdrukken wordt gestart.
U kunt het afdrukken annuleren door op de knop k te drukken.
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
A4
100×150 mm
4×6 in.
8×10 in
PictBridge
Afdrukken starten
Kopieë n
Papierformaat
afdrukken
4
E28
Referentiegedeelte
Meerdere opnamen afdrukken
1 Wanneer het scherm Afdrukselectie wordt
weergegeven, drukt u op de knop d.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op de
knop k.
Druk op de knop d om het afdrukmenu te verlaten.
3 Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de knop k.
U kunt de instelling voor het papierformaat toepassen die op
de printer is geconfigureerd door Standaard te selecteren als
optie voor het papierformaat.
De opties voor het papierformaat die beschikbaar zijn op de
camera variëren afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af
of DPOF-afdrukken en druk vervolgens op de
knop k.
Afdrukselectie
15/11/2013 No. 32 32
Afdrukmenu
Papierformaat
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
A4
100×150 mm
4×6 in.
8×10 in
Afdrukmenu
Papierformaat
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
E29
Referentiegedeelte
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen (maximaal 99) en het aantal
afdrukken (maximaal negen) voor elke opname.
Gebruik JK van de multi-selector om opnamen te
selecteren en gebruik HI om het aantal af te
drukken exemplaren op te geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor afdrukken,
herkent u aan a en een getal dat het gewenste
aantal afdrukken aangeeft. Als er geen exemplaren
voor de opnamen worden opgegeven, wordt de
selectie geannuleerd.
Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar schermvullende weergave of
naar f (h) om terug te schakelen naar de miniatuurweergave.
Druk op de knop k als de instelling voltooid is.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
knop k om te starten met afdrukken.
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het
interne geheugen of op de geheugenkaart wordt
afgedrukt.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
knop k om te starten met afdrukken.
Afdrukselectie
Terug
1 1
3
5
Afdrukselectie
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
5
Druk alle beelden af
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
18
E30
Referentiegedeelte
C Meer informatie
Zie “Opnamen afdrukken op 1:1-formaat” (E34) voor meer informatie.
DPOF-afdrukken
Druk opnamen af waarvoor een afdrukopdracht werd
aangemaakt met de optie Afdrukopdracht (E46).
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
knop k om te starten met afdrukken.
Als u de huidige printopdracht wilt bekijken,
selecteert u Bek. beelden en drukt u op de knop k.
Als u opnamen wilt afdrukken, drukt u nogmaals op
de knop k.
DPOF-afdrukken
Afdrukken starten
Bek. beelden
Annuleren
afdrukken
5
E31
Referentiegedeelte
De gewenste delen van een opgenomen film kunnen als apart bestand worden opgeslagen.
1 Speel de gewenste film af en pauzeer bij het beginpunt van het gedeelte
dat u wilt opslaan (A 68).
2 Gebruik JK van de multi-selector om I te
selecteren en druk vervolgens op de knop k.
3 Gebruik HI om de knop M (Kies beginpunt) te
selecteren.
Gebruik JK om het beginpunt te verplaatsen.
U kunt het bewerken annuleren door O (terug) te selecteren
en op de knop k te drukken.
4 Gebruik HI om de knop N (Kies eindpunt) te
selecteren.
Gebruik JK om het eindpunt te verplaatsen.
U kunt het opgegeven gedeelte bekijken door c te selecteren
en vervolgens op de knop k te drukken. Druk opnieuw op de
knop k om de voorbeeldweergave te stoppen.
Films bewerken
1 m 30 s1m30s
Kies beginpunt
1 m 0 s
1m 0s
Kies eindpunt
3 0 s
30s
E32
Referentiegedeelte
5 Gebruik HI om m (Opslaan) te selecteren en
druk op de knop k.
Volg de instructies op het scherm om de film op te slaan.
B Opmerkingen over het bewerken van films
Films die zijn opgenomen met p iFrame 540/30p of p iFrame 540/25p (E58) kunnen niet
worden bewerkt.
Controleer of er voldoende batterijstroom resteert om te voorkomen dat de camera wordt uitgeschakeld
tijdens het bewerken. Als de aanduiding voor het batterijniveau B aangeeft, is het bewerken van films
niet mogelijk.
Een film die is gemaakt door middel van bewerken kan niet opnieuw worden bijgesneden.
Het uitgesneden gedeelte van een film kan iets afwijken van het gedeelte dat is geselecteerd met behulp
van het begin- en eindpunt.
Films kunnen niet zodanig worden bijgesneden dat zij minder dan twee seconden lang zijn.
Opslaan
3 0 s
30s
E33
Referentiegedeelte
Instellingen voor beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt bij het
opslaan van opnamen.
Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat waarop opnamen kunnen
worden afgedrukt en hoe lager de compressieverhouding, des te hoger de kwaliteit van de
opnamen, maar des te minder opnamen kunnen worden opgeslagen.
* Het totale aantal vastgelegde pixels en het aantal pixels dat horizontaal en verticaal is vastgelegd.
Voorbeeld: r 4896×3672 = circa 18 megapixels = 4896 × 3672 pixels
Het opnamemenu (voor stand A (Autostand))
Ga naar de opnamestand M knop dM Opnamemenu M Beeldmodus M knop k
Optie* Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
s 4896×3672P Circa 1:4 4:3
r 4896×3672
(standaardinstelling)
Circa 1:8 4:3
R 3264×2448 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
s 4896×2754 Circa 1:8 16:9
s 3672×3672 Circa 1:8 1:1
E34
Referentiegedeelte
C Opmerkingen over de beeldmodus
De instelling voor de beeldmodus kan tevens worden ingesteld in andere opnamestanden dan
A (Autostand). De gewijzigde instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden.
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
Het geschatte aantal opnamen dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op de monitor
tijdens het opnemen (A 18).
Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen sterk
variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van geheugenkaarten met dezelfde
capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus. Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen variëren afhankelijk van het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende opnamen op de
monitor weergegeven als “9999”.
C Opnamen afdrukken op 1:1-formaat
Wijzig de printerinstelling in “Rand.”
De opnamen kunnen, afhankelijk van de printer, mogelijk niet 1:1 worden afgedrukt.
E35
Referentiegedeelte
Witbalans (kleurtoon aanpassen)
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren in beelden te laten
overeenkomen met wat u ziet met uw ogen.
Maak in de meeste gevallen gebruik van Automatisch. Wijzig de instelling als u de kleurtoon van
de opname die u maakt wilt aanpassen.
B Opmerkingen over Witbalans
Klap de flitser in wanneer de witbalans is ingesteld op een andere waarde dan Automatisch en Flitser
(A 3).
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Selecteer de stand A (auto) M knop dM Witbalans M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
b Handm. voorinstelling
Gebruik deze optie als het gewenste resultaat niet wordt bereikt met
Automatisch, Gloeilamplicht, enz. (E36).
c Daglicht Witbalans aangepast voor direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Gebruik deze optie bij gloeilamplicht.
e TL-licht Gebruik deze optie bij TL-licht.
f Bewolkt Gebruik deze optie bij het maken van opnamen met bewolkte lucht.
g Flitser Gebruik deze optie met de flitser.
E36
Referentiegedeelte
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de onderstaande procedure om de waarde voor de witbalans te meten bij de verlichting die
wordt gebruikt tijdens de opname.
1 Plaats een wit of grijs referentieobject onder de verlichting die zal worden
gebruikt tijdens de opname.
2 Gebruik HI van de multi-selector om Handm.
voorinstelling te selecteren in het menu
Witbalans en druk op de knop k.
De camera zoomt in op de positie om de witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
U kunt de als laatste gemeten waarde toepassen door
Annuleren te selecteren en op de knop k te drukken.
4 Kadreer het referentievoorwerp in het
meetvenster.
Witbalans
Daglicht
Da g lic ht
Gloeilamplicht
Gl o eil a mp l ich t
TL-licht
TL- l ic h t
Bewolkt
Be w ol k t
Automatisch
Au to m ati s ch
Handm. voorinstelling
FlitserFl it s e r
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
E37
Referentiegedeelte
5 Druk op de knop k om de waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt voltooid. Er wordt geen afbeelding opgeslagen.
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Er kan geen waarde voor de flitserbelichting worden gemeten met Handm. voorinstelling. Wanneer u
met behulp van de flitser opneemt, stelt u Witbalans in op Automatisch of Flitser.
E38
Referentiegedeelte
Continu-opname
Selecteer de stand A (auto) M knop dM Continu M knop k
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één opname gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
k Continu H
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden continu
beelden opgenomen.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer 10 bps en het
maximale aantal continue opnamen bedraagt ongeveer 6 (als de
beeldmodus is ingesteld op r 4896×3672).
m Continu L
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden continu
beelden opgenomen.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer 2 bps en het
maximale aantal continue opnamen bedraagt ongeveer 6 (als de
beeldmodus is ingesteld op r 4896×3672).
n Continu H:
120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden beelden
vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer 120 bps en het
maximale aantal continue opnamen is 50.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat: 640 × 480 pixels).
j Continu H:
60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden beelden
vastgelegd op hoge beeldsnelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer 60 bps en het
maximale aantal continue opnamen is 25.
Beeldmodus is vast ingesteld op m (beeldformaat: 1920 × 1080 pixels).
D BSS
(Best shot selector)
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, wordt een reeks van
maximaal tien beelden vastgelegd en wordt automatisch de scherpste opname
opgeslagen.
Gebruik deze optie bij het maken van opnamen van een stilstaand voorwerp op
plaatsen waar fotograferen met flitser verboden is en de kans op het trillen van
de camera groot is.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt, maakt de camera een reeks 16 opnamen en
slaat ze op als één beeld.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 30 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op
L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
E39
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over Continu-opnamen
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig wordt geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste
afbeelding in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-gevoeligheid wordt verhoogd, kan er ruis in de gemaakte beelden optreden.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor beeldmodus en de
gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Bij gebruik van Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 kan er zich bandvorming of
een variatie in helderheid of tint voordoen in beelden die werden gemaakt bij verlichting die met hoge
snelheid flikkert, zoals TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen.
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
E40
Referentiegedeelte
ISO-waarde
Een hogere ISO-waarde maakt het mogelijk om donkerdere onderwerpen te fotograferen.
Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen van vergelijkbare helderheid, opnamen worden gemaakt
met kortere sluitertijden en kan onscherpte door het trillen van de camera of het bewegen van het
onderwerp worden verminderd.
Hoe hoger de ISO-gevoeligheid wordt ingesteld, des te groter de kans dat opnamen ruis
bevatten.
B Opmerkingen over ISO-waarde
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
C Het scherm voor ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Als Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-gevoeligheid automatisch toeneemt.
Selecteer de stand A (auto) M knop dM ISO-waarde M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd uit het bereik van
ISO 125 tot 1600.
125, 200, 400, 800, 1600, 3200 De gevoeligheid is vergrendeld op de opgegeven waarde.
E41
Referentiegedeelte
Kleuropties
Maak kleuren levendiger of sla beelden op in monochroom.
B Opmerkingen over Kleuropties
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Selecteer de stand A (auto) M knop dM Kleuropties M knop k
Optie Beschrijving
n Normale kleur
(standaardinstelling)
Gebruik deze optie om natuurlijke kleuren te verkrijgen in uw beelden.
o Levendig Gebruik deze optie om een levendig, “fotoprint”-effect te verkrijgen.
p Zwart-wit Hiermee slaat u beelden op in zwart-wit.
q Sepia Hiermee slaat u beelden op in sepiakleuren.
r Koelblauw Hiermee slaat u monochrome beelden op in koelblauwe tinten.
E42
Referentiegedeelte
AF-veldstand
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld selecteert voor autofocus.
B Opmerkingen over AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld ongeacht
de instelling voor AF-veldstand.
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Selecteer de stand A (auto) M knop dM AF-veldstand M knop k
Optie Beschrijving
y Centrum
De camera stelt scherp op het onderwerp
in het midden van het beeld.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp detecteert, stelt deze
scherp op dat onderwerp.
Zie “Gebruik AF met doelopsporing”
(A 56).
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
Scherpstelveld
1 / 2 5 0
1/250
F 3.3
F3.3
Scherpstelveld
E43
Referentiegedeelte
Zie “Instellingen voor beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)” (E33) voor meer informatie
over Beeldmodus.
Huid verzachten
De resultaten van het effect voor huid verzachten op uw onderwerp kunnen niet worden
gecontroleerd tijdens het opnemen. Controleer de resultaten in de weergavestand, nadat u de
opnamen hebt gemaakt.
Menu Slim portret
Ga naar de stand Slim portret M knop dM Huid verzachten M knop k
Optie Beschrijving
e Aan
(standaardinstelling)
Wanneer de sluiter wordt ontspannen, detecteert de camera een of meer
gezichten van personen (maximaal drie) en wordt het beeld verwerkt om
de huidtinten te verzachten voordat de opname wordt opgeslagen.
Uit Hiermee wordt Huid verzachten uitgeschakeld.
E44
Referentiegedeelte
Glimlachtimer
De camera detecteert gezichten van personen en ontspant vervolgens automatisch de sluiter
wanneer een glimlach wordt gedetecteerd.
B Opmerkingen over de glimlachtimer
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Ga naar de stand Slim portret M knop dM Glimlachtimer M knop k
Optie Beschrijving
a Aan
(enkelvoudig)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de camera één beeld vast.
a D Aan (BSS)
(standaardinstelling)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de camera continu maximaal
5 beelden vast en slaat het beeld op waarin de glimlach het beste is vastgelegd.
De flitser kan niet worden gebruikt.
Uit Hiermee wordt de glimlachtimer uitgeschakeld.
E45
Referentiegedeelte
Knipperdetectie
B Opmerkingen over knipperdetectie
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Ga naar de stand Slim portret M knop dM Knipperdetectie M knop k
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant automatisch
tweemaal de sluiter bij elke opname en
slaat één opname op waarbij de ogen
van het onderwerp open zijn.
Als de camera een opname heeft
opgeslagen waarin de ogen van het
onderwerp mogelijk gesloten zijn,
verschijnt het venster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet worden gebruikt.
Uit (standaardinstelling) Hiermee wordt knipperdetectie uitgeschakeld.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
E46
Referentiegedeelte
Zie “Foto's bewerken” (E14) voor meer informatie over functies voor het bewerken van
opnamen.
Zie “Stand Favoriete beelden” (E6) voor meer informatie over Favoriete beelden en
Verwijderen uit favor..
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)
Als u vooraf instellingen voor afdrukopdrachten configureert, kunt u deze gebruiken met de
hieronder genoemde afdrukmethoden.
Als u de geheugenkaart naar een digitale fotoservice brengt, wordt DPOF-afdrukken (Digital Print
Order Format) ondersteund
De geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer plaatsen
De camera aansluiten op een PictBridge-compatibele printer (E24)
1 Gebruik HI van de multi-selector om Beelden
selecteren te selecteren en druk op de knop k.
In de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of Sorteer
op datum wordt het rechts getoonde scherm niet weergegeven.
Ga verder naar stap 2.
Het weergavemenu
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Afdrukopdracht M knop k
Afdrukopdracht
Beelden selecteren
Afdrukopdracht wissen
E47
Referentiegedeelte
2 Selecteer de opnamen (maximaal 99) en het
aantal afdrukken (maximaal negen) voor elke
opname.
Gebruik JK van de multi-selector om opnamen te selecteren
en gebruik HI om het aantal af te drukken exemplaren op te
geven.
Opnamen die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan
a en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als
er geen exemplaren voor de opnamen worden opgegeven, wordt de selectie geannuleerd.
Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar schermvullende weergave of naar
f (h) om terug te schakelen naar de miniatuurweergave.
Druk op de knop k als de instelling voltooid is.
3 Geef aan of u ook de opnamedatum en
opname-informatie wilt afdrukken.
Selecteer Datum en druk op de knop k om de opnamedatum
af te drukken op alle opnamen.
Selecteer Info en druk op de knop k om sluitertijd en
diafragma af te drukken op alle opnamen.
Selecteer tot slot Gereed en druk op de knop k om de
afdrukopdracht te voltooien.
Afdrukselectie
Terug
1 1
3
Afdrukopdracht
Gereed
Datum
Info
E48
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over Afdrukopdracht
Wanneer een afdrukopdracht wordt aangemaakt in de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of
Sorteer op datum, wordt het onderstaande scherm weergegeven indien andere beelden dan die in het
geselecteerde album, de geselecteerde categorie of vastgelegd op de geselecteerde opnamedatum,
werden gemarkeerd voor afdrukken.
Ja: afdrukmarkeringen uit andere opnamen worden niet verwijderd en de huidige instellingen voor de
afdrukopdracht worden toegevoegd.
Nee: afdrukmarkeringen uit alle andere opnamen worden verwijderd en alleen de huidige instellingen
voor de afdrukopdracht worden gebruikt.
Als het totale aantal beelden in de afdrukopdracht groter is dan 99, wordt het onderstaande scherm
weergegeven als de nieuwe instellingen worden toegepast.
Ja: afdrukmarkeringen uit alle andere opnamen worden verwijderd en alleen de huidige instellingen voor
de afdrukopdracht worden gebruikt.
Annuleren: afdrukmarkeringen uit andere opnamen worden niet verwijderd en de huidige instellingen
voor de afdrukopdracht worden geannuleerd.
Afdrukopdracht
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor andere
beelden opslaan?
Afdrukopdracht
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor
andere data opslaan?
Stand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Stand Sorteer op datum
Afdrukopdracht
Info
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukmarkering van andere
beelden verwijderen?
Ja
Annuleren
Afdrukopdracht
Info
Teveel geselecteerde
beelden. Afdrukmarkering voor
andere data verwijderen?
Ja
Annuleren
Stand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Stand Sorteer op datum
E49
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over afdrukken met de opnamedatum en opname-informatie
Bepaalde printers kunnen mogelijk de opnamedatum en opname-informatie niet afdrukken.
Er wordt geen opname-informatie afgedrukt als de camera is verbonden met een printer.
De instellingen van Datum en Info worden gereset telkens wanneer de optie Afdrukopdracht wordt
weergegeven.
De afgedrukte datum is de datum die werd opgeslagen toen de
opname werd gemaakt.
Voor opnamen die zijn gemaakt terwijl de datumoptie
Datumstempel (E67) was ingeschakeld, kunnen alleen de datum
en tijd die zijn afgedrukt tijdens de opname worden afgedrukt, zelfs als
de datumoptie Afdrukopdracht is ingeschakeld voor de opnamen.
C Bestaande afdrukopdracht annuleren
Selecteer Afdrukopdracht wissen in stap 1 van “Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)”
(E46).
C Meer informatie
Zie “Opnamen afdrukken op 1:1-formaat” (E34) voor meer informatie.
15 .11. 201 3
15.11.2013
E50
Referentiegedeelte
Diashow
Speel beelden één voor één af in een automatische “diashow”. Als filmbestanden worden
afgespeeld in de diashow, wordt alleen het eerste beeld van elke film weergegeven.
1 Gebruik HI van de multi-selector om Start te
selecteren en druk op de knop k.
Start de diashow.
Als u het interval tussen opnamen wilt aanpassen, selecteert u
Tussenpauze en daarna het gewenste interval, drukt u op de
knop k en geeft u vervolgens de gewenste intervaltijd op
voordat u Start selecteert.
Als u de diashow automatisch wilt herhalen, selecteert u
Herhalen en drukt u op de knop k voordat u Start selecteert.
De maximale weergavetijd is ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is ingeschakeld.
2 Selecteer Beëindigen of Opnieuw starten.
Het scherm aan de rechterkant wordt weergegeven nadat de
diashow is beëindigd of onderbroken. U kunt de diashow
afsluiten door G te selecteren en vervolgens op de knop k te
drukken. U kunt de diashow hervatten door F te selecteren
en vervolgens op de knop k te drukken.
Bewerkingen tijdens het afspelen
Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te geven. Druk en houd ingedrukt om snel
vooruit of terug te spoelen.
Druk op de knop k om de diashow te onderbreken of te beëindigen.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Diashow M knop k
Diashow
Start
Herhalen
Pauzeren
Tussenpauze
3s
E51
Referentiegedeelte
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde opnamen tegen ongewild wissen.
Selecteer opnamen die u wilt beveiligen, of annuleer de beveiliging van eerder beveiligde opnamen
in het scherm voor opnameselectie (E52).
Houd er rekening mee dat beveiligde bestanden permanent worden gewist als het interne
geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd (E72).
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beveiligen M knop k
E52
Referentiegedeelte
Het scherm voor opnameselectie
Als er een scherm voor opnameselectie, zoals rechts wordt
weergegeven, verschijnt terwijl de camera wordt bediend, volgt u
de hieronder beschreven procedures om de opnamen te
selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector om een
opname te selecteren.
Draai de zoomknop (A 1) naar g (i) om over te schakelen
naar schermvullende weergave of naar f (h) om terug te
schakelen naar de miniatuurweergave .
Bij het selecteren van een opname voor Beeld draaien, Kies
hoofdfoto of Welkomstscherm, of bij gebruik van het
scherm Afdrukselectie voor het afdrukken van afzonderlijke
opnamen, kan slechts één opname worden geselecteerd. Ga
verder naar stap 3.
2 Gebruik HI om te selecteren of de selectie op
te heffen (of om het aantal exemplaren op te
geven).
Als een opname is geselecteerd, wordt een pictogram onder de
opname weergegeven. Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer
opnamen wilt selecteren.
3 Druk op de knop k om de beeldselectie toe te passen.
Wanneer Geselecteerde beelden wordt geselecteerd, wordt een bevestigingsvenster
weergegeven. Volg de instructies op de monitor.
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
E53
Referentiegedeelte
Beeld draaien
Geef de richting op waarin opgeslagen beelden worden weergegeven tijdens het afspelen.
Foto's kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (E52). Als het scherm Beeld draaien
wordt weergegeven, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden te draaien.
Druk op de knop k om de weergegeven oriëntatie toe te passen en deze informatie samen met de
opname op te slaan.
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Beeld draaien M knop k
Terug
Beeld draaien
Draaien
Terug
Beeld draaien
Draaien
Terug
Beeld draaien
Draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
E54
Referentiegedeelte
Spraakmemo
Er kunnen spraakmemo's worden opgenomen toegevoegd aan opnamen.
Spraakmemo's opnemen
Houd de knop k ingedrukt om een spraakmemo (maximaal
20 seconden) op te nemen.
Raak de microfoon niet aan.
Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor.
Het spraakmemo-weergavescherm verschijnt nadat de opname
is beëindigd. Druk op de knop k om de spraakmemo af te
spelen.
Wis de huidige spraakmemo voordat u een nieuwe
spraakmemo opneemt (E55).
p wordt weergegeven voor beelden met een spraakmemo in de schermvullende
weergavestand.
Spraakmemo's afspelen
Selecteer een beeld met p weergegeven voordat u op de knop
d drukt.
Druk op de knop k om de spraakmemo af te spelen. Druk
opnieuw op de knop om de weergave te stoppen.
Draai aan de zoomknop tijdens de weergave om het volume
aan te passen.
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop dM Spraakmemo M
knop k
1 7 s
17s
TerugTerug
2 0 s
20s
E55
Referentiegedeelte
Spraakmemo's wissen
Druk op de knop l terwijl het scherm dat wordt beschreven in
“Spraakmemo's afspelen” (E54) wordt weergegeven.
Als het bevestigingsscherm wordt weergegeven, gebruikt u
HI van de multi-selector om Ja te selecteren en drukt u op de
knop k.
Als u een spraakmemo wilt wissen voor een beveiligd beeld,
moet u eerst de instelling Beveiligen uitschakelen.
Kopiëren (kopiëren tussen intern geheugen en geheugenkaart)
Kopieer opnamen tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Gebruik HI van de multi-selector om een
bestemming te selecteren waarnaar de
opnamen worden gekopieerd en druk
vervolgens op de knop k.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk vervolgens op
de knop k.
Als u de optie Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u het
scherm voor opnameselectie om opnamen op te geven (E52).
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Kopiëren M knop k
Ja
Nee
Bestand wordt gewist. OK?
Kopië ren
Geselecteerde beelden
Alle beelden
E56
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over het kopiëren van opnamen
Er kunnen alleen bestanden worden gekopieerd in indelingen die door deze camera kunnen worden
opgenomen.
De werking wordt niet gegarandeerd voor opnamen die werden gemaakt met een camera van een ander
merk of opnamen die werden aangepast op een computer.
De instellingen voor Afdrukopdracht (E46) die zijn geconfigureerd voor opnamen worden niet
gekopieerd.
Gekopieerde beelden of films kunnen niet worden weergegeven in de automatische sorteervolgorde
(E10).
Wanneer een beeld wordt gekopieerd dat toegevoegd is aan een album (E6), wordt het gekopieerde
beeld niet toegevoegd aan het album.
C Opmerkingen over het kopiëren van beelden in een reeks
Wanneer u een hoofdfoto van een reeks in Geselecteerde beelden selecteert, worden alle beelden in
de reeks gekopieerd.
Wanneer u op de knop d drukt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is alleen de
kopieeroptie Kaart camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden gekopieerd als u Huidige
reeks selecteert.
C Kopiëren naar een geheugenkaart die geen beelden bevat
Als de camera in de weergavestand wordt gezet, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven.
Druk op de knop d om Kopiëren te selecteren.
E57
Referentiegedeelte
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode die wordt gebruikt voor het afbeelden van opnamen in de reeks (E12).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Kies hoofdfoto
Geef een andere opname in de reeks op als hoofdfoto.
Wanneer het keuzescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u een beeld
(E52).
Druk op de knop c (weergavestand) M knop dM Reeksweergaveopties M knop k
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Hiermee wordt elke opname in een reeks afzonderlijk weergegeven.
F wordt weergegeven in het weergavescherm.
V Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Hiermee wordt alleen de hoofdfoto weergegeven voor opnamen in een
reeks.
Druk op de knop c (weergavestand) M geef een reeks aan waarvan u de hoofdfoto wilt
wijzigen M knop dM Kies hoofdfoto M knop k
E58
Referentiegedeelte
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen.
Selecteer filmopties voor normale snelheid om op te nemen op normale snelheid of opties voor
HS-films (E59) voor opnamen in vertraagde of versnelde weergave.
Geheugenkaarten (klasse 6 of hoger) worden aanbevolen voor het opnemen van films (F20).
Filmopties voor normale snelheid
Filmmenu
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Filmopties M knop k
Optie
(beeldformaat/beeldsnelheid
1
,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
d
R
1080P/30p
1080P/25p
(standaardinstelling)
1920 × 1080 (Hoog) 16:9
e
S
1080/30p
1080/25p
1920 × 1080 16:9
Z
U
1080/60i
1080/50i
1920 × 1080 16:9
f
V
720/30p
720/25p
1280 × 720 16:9
p
iFrame 540/30p
2
iFrame 540/25p
2
960 × 540 16:9
g
W
480/30p
480/25p
640 × 480 4:3
E59
Referentiegedeelte
1
De beschikbare opties en beeldsnelheden variëren afhankelijk van de instelling voor TV-instellingen >
Videostand in het menu Set-up (A 69).
2
iFrame is een formaat dat wordt ondersteund door Apple Inc.. iFrame-bestanden kunnen niet worden
bewerkt op deze camera. Wanneer films worden opgenomen naar het interne geheugen, kan de
opname stoppen voordat de maximale filmduur is bereikt.
HS-filmopties
Opgenomen films worden versneld of vertraagd weergegeven.
Zie “Films afspelen in slowmotion en fastmotion” (E60).
B Opmerkingen over HS-films
Er wordt een geluid opgenomen.
Zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld als het opnemen van de film
wordt gestart.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
Beschrijving
i
X
HS 720/2×
1280 × 720
16:9
Films voor slowmotion op halve snelheid
Max. opnametijd: 30 seconden
(weergavetijd: 1 minuut)
j
Y
HS 1080/0,5×
1920 × 1080
16:9
2× snelheid van films in fastmotion
Max. opnametijd: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
E60
Referentiegedeelte
C Films afspelen in slowmotion en fastmotion
Bij opnemen op normale snelheid:
Bij opnemen op snelheid i/X HS 720/2×:
Films worden opgenomen op 2× de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in slowmotion op een 2× lagere snelheid.
Bij opnemen op snelheid j/Y HS 1080/0,5×:
Films worden opgenomen op 1/2 van de normale snelheid.
Zij worden afgespeeld in fastmotion op een 2× hogere snelheid.
Opnametijd
Weergavetijd
10 s
10 s
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in slowmotion
10 s
20 s
Opnametijd
Weergavetijd
Weergave in
fastmotion
10 s
5 s
E61
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vastgezet op
Enkelvoudige AF.
Windruisreductie
Stel in of windruisreductie moet plaatsvinden tijdens de filmopname.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vastgezet op Uit.
Ga naar de opnamestand M knop dM menupictogram D M Autofocus-stand M knop k
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De scherpstelling wordt vergrendeld als de knop b (e filmopname) wordt
ingedrukt om de opname te starten.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het onderwerp vrij
constant blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp.
Selecteer deze optie als de afstand tussen de camera en het onderwerp sterk
zal wijzigen tijdens de opname. Het geluid van het scherpstellen van de
camera is mogelijk te horen in de opgenomen film. Het gebruik van
Enkelvoudige AF wordt aanbevolen om te voorkomen dat het
scherpstelgeluid van de camera de opname stoort.
Ga naar de opnamestand
M
knop
dM
menupictogram
D M
Windruisreductie
M
knop
k
Optie Beschrijving
Y Aan
Hiermee wordt het geluid van de wind gereduceerd dat te horen is via de
microfoon. Andere geluiden worden mogelijk moeilijk hoorbaar tijdens het
weergeven.
Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is niet ingeschakeld.
E62
Referentiegedeelte
Welkomstscherm
Configureer het welkomstscherm dat wordt weergegeven als u de camera inschakelt.
Het menu Set-up
Knop dM menupictogram z M Welkomstscherm M knop k
Optie Beschrijving
Geen (standaardinstelling) Het welkomstscherm wordt niet weergegeven.
COOLPIX Er wordt een welkomstscherm weergegeven met het COOLPIX-logo.
Selecteer beeld
Toont het beeld dat voor het welkomstscherm werd geselecteerd.
Het scherm voor opnameselectie wordt weergegeven. Selecteer een
beeld (E52) en druk op de knop k.
Aangezien een kopie van het geselecteerde beeld is opgeslagen in de
camera, wordt dit weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld, zelfs als het originele beeld is gewist.
Een beeld kan niet worden geselecteerd als de beeldverhouding afwijkt
van die van het scherm of als het beeld extreem klein is nadat de functie
Kleine afbeelding of Uitsnede is toegepast.
E63
Referentiegedeelte
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
De tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector om Tijdzone
te selecteren en druk op de knop k.
Knop dM menupictogram z M Tijdzone en datum M knop k
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een item: druk op JK van de
multi-selector (schakelt over tussen D, M, J,
uur en minuut).
Wijzig de datum en tijd: druk op HI.
Pas de instelling toe: selecteer de
minuutinstelling en druk op de knop k.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone
Stel tijdzone en zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt geselecteerd nadat de eigen tijdzone
(w) is ingesteld, wordt automatisch het tijdsverschil tussen de reisbestemming
en de eigen tijdzone berekend en worden de datum en tijd in de geselecteerde
regio opgeslagen.
Bewerk.
Datum en tijd
01 01 2013
00 00
JM
D
Tijdzone en datum
Tijdzone
Datum en tijd
Datumnotatie
London, Casablanca
15/11/2013 15:30
E64
Referentiegedeelte
2 Selecteer w Eigen tijdzone
of x Reisbestemming en druk vervolgens op
de knop k.
De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven,
veranderen afhankelijk van of de eigen tijdzone of de
reisbestemming is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen. W wordt
weergegeven. Druk op I om de zomertijdfunctie uit te
schakelen.
Druk op de knop k om de tijdzone toe te passen.
Als niet de juiste tijd wordt weergegeven voor de instelling
voor de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming,
stelt u de juiste tijd in Datum en tijd in.
Tijdzone
Eigen tijdzone
London, Casablanca
15/11/2013 15:30
Reisbestemming
Tijdzone
Eigen tijdzone
London, Casablanca
15/11/2013 15:30
Reisbestemming
Terug
New York, Toronto, Lima
10:30
-05:00
Tijdzone
Eigen tijdzone
New York, Toronto, Lima
15/11/2013 10:30
Reisbestemming
E65
Referentiegedeelte
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Knop dM menupictogram z M Monitorinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Foto-informatie Stel in of al dan niet informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Deze instelling bepaalt of het vastgelegde beeld al dan niet onmiddellijk na de
opname wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Selecteer uit vijf instellingen.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Huidige instellingen en werkgids worden weergegeven zoals in Info tonen.
Als na enkele seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd, wordt de informatie
verborgen zoals in Info verbergen. Informatie wordt opnieuw weergegeven als de
volgende bewerking wordt uitgevoerd.
Info verbergen
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
4 /44/4
1 5/ 11 /2 0 1 3 1 5: 3015/11/2013 15:30
0 00 4. JP G0004.JPG
E66
Referentiegedeelte
Raster+autom. info
Behalve de informatie weergegeven
voor Automatische info, wordt een
raster weergegeven om te helpen
beelden te kadreren.
Het raster wordt niet weergegeven bij
het opnemen van films.
Huidige instellingen of werkgids worden
weergegeven zoals in Automatische
info.
Filmbeeld+autom. info
Behalve de informatie die wordt
weergegeven met Automatische info,
wordt voordat het opnemen van start
gaat een kader weergegeven dat het
gebied aangeeft dat wordt vastgelegd
bij het opnemen van een film.
Het filmframe wordt niet weergegeven
bij het opnemen van films.
Huidige instellingen of werkgids worden
weergegeven zoals in Automatische
info.
Opnamestand Weergavestand
7 8 0
780
2 5 m 0 s
25m 0s
4 /4
4/4
1 5/ 11 /2 0 1 3 1 5: 30
15/11/2013 15:30
0 00 4. JP G
0004.JPG
7 80
780
2 5m 0 s
25m 0s
4 /44/4
1 5/ 11 /2 0 1 3 1 5: 3015/11/2013 15:30
0 00 4. JP G0004.JPG
E67
Referentiegedeelte
Datumstempel (datum en tijd afdrukken)
De opnamedatum en -tijd kan op de foto's worden afgedrukt bij
het opnemen, waardoor de informatie zelfs kan worden afgedrukt
op printers die het afdrukken van datums (E49) niet
ondersteunen.
B Opmerkingen over Datumstempel
De in het beeld opgenomen datum vormt een permanent onderdeel van de beeldgegevens en kan niet
worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet worden afgedrukt op beelden nadat deze zijn
vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden afgedrukt in de volgende situaties:
-Bij gebruik van Nachtportret (als Uit de hand is geselecteerd), Nachtlandschap, Uit de hand (als
Eenvoudig panorama is geselecteerd) of Dierenportret (als Continu is geselecteerd) in de
onderwerpstand.
- Als de instelling voor continu-opname (E38) is ingesteld op Continu H: 120 bps of Continu H:
60 bps
- Bij het opnemen van films
De afgedrukte datum en tijd zijn mogelijk moeilijk te lezen bij gebruik van een klein beeldformaat.
Knop dM menupictogram z M Datumstempel M knop k
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt afgedrukt op beelden.
S Datum en tijd Datum en tijd worden afgedrukt op beelden.
Uit (standaardinstelling) Datum en tijd worden niet afgedrukt op beelden.
15 .11. 201 3
15.11.2013
E68
Referentiegedeelte
Vibratiereductie
Stel deze optie in om de effecten van het trillen van de camera tijdens het opnemen te beperken.
Stel Vibratiereductie in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het opnemen
te stabiliseren.
B Opmerkingen over Vibratiereductie
Nadat u de camera hebt ingeschakeld of nadat u hebt overgeschakeld van de weergavestand naar de
opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand volledig wordt weergegeven voordat u
opnamen gaat maken.
Beelden die direct na opname op de monitor van de camera worden weergegeven, zien er mogelijk
wazig uit.
Vibratiereductie kan in bepaalde situaties de effecten van cameratrilling niet volledig corrigeren.
Knop dM menupictogram z M Vibratiereductie M knop k
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Vibratiereductie is ingeschakeld.
Uit Vibratiereductie is uitgeschakeld.
E69
Referentiegedeelte
Bewegingsdetectie
Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van bewegingen van het onderwerp en
cameratrilling te verminderen als u foto's neemt.
B Opmerkingen over Bewegingsdetectie
De bewegingsdetectie kan de effecten van bewegingen van het onderwerp of cameratrilling in bepaalde
situaties niet elimineren.
De bewegingsdetectie wordt mogelijk uitgeschakeld als het onderwerp te sterk beweegt of te donker is.
De opnamen die zijn gemaakt met bewegingsdetectie kunnen er enigszins “korrelig” uitzien.
Knop dM menupictogram z M Bewegingsdetectie M knop k
Optie Beschrijving
U Automatisch
(standaardinstelling)
Bewegingsdetectie wordt ingeschakeld bij sommige opnamestanden of
instellingen als r wordt weergegeven op het opnamescherm.
Wanneer de camera bewegingen van het onderwerp of cameratrilling detecteert,
wordt r groen en worden de ISO-gevoeligheid en de sluitertijd automatisch
langer om wazige beelden te voorkomen.
Stel ISO-waarde (E40) in op Automatisch in de A (Autostand).
Uit Bewegingsdetectie is uitgeschakeld.
E70
Referentiegedeelte
AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting die ondersteuning biedt bij instelling van de autofocus in of uit.
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
- Wanneer Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Eenvoudig panorama of Dierenportret is
geselecteerd als onderwerpstand
- Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
-Als Continu is ingesteld op Multi-shot 16
Knop dM menupictogram z M AF-hulplicht M knop k
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting gaat automatisch aan wanneer het onderwerp zwak verlicht
is. De hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 2,0 m in de maximale
groothoekstand en ongeveer 1,1 m in de maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden de AF-hulpverlichting mogelijk
niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Knop dM menupictogram z M Digitale zoom M knop k
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
E71
Referentiegedeelte
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel hiermee de hoeveelheid tijd in die verstrijkt voordat de camera overschakelt naar de
stand-bystand (A 19).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C Opmerkingen over Automatisch uit
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, wordt in de volgende situaties
bepaald:
- Bij het maken van opnamen met
Dierenp. autom. ontsp.
: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec.
of
1min.
)
- Bij het maken van opnamen met Glimlachtimer: 5 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
- Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (als Automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1min.)
- Wanneer de AV-kabel is aangesloten: 30 minuten
- Wanneer een HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Knop dM menupictogram z M Geluidsinstellingen M knop k
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, produceert de camera één pieptoon
bij het uitvoeren van bewerkingen, twee pieptonen als het onderwerp de focus
krijgt en drie pieptonen als zich een fout voordoet. Tevens wordt het opstartgeluid
geproduceerd.
Geluiden zijn uitgeschakeld bij gebruik van de onderwerpstand Dierenportret.
Sluitergeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het sluitergeluid geproduceerd
als de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd bij gebruik van de stand voor
continu-opname, bij het opnemen van films of bij gebruik van de
onderwerpstand Dierenportret.
Knop dM menupictogram z M Automatisch uit M knop k
E72
Referentiegedeelte
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
Gebruik deze optie om het interne geheugen of een geheugenkaart te formatteren.
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens
voorgoed gewist. Eenmaal gewiste gegevens kunt u niet meer terughalen. Draag belangrijke
beelden naar een computer over voordat u gaat formatteren.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet tijdens het
formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Verwijder de geheugenkaart uit de camera. De optie Geheug.
formatteren wordt weergegeven in het menu Set-up.
Geheugenkaarten formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera. De optie Geheugenkaart
form. wordt weergegeven in het menu Set-up.
Knop dM menupictogram z M Geheug. formatteren/Geheugenkaart form. M knop k
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
Taal/Language
TV
-
instellingen
Alle beelden worden gewist!
OK?
Formatteren
Nee
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
Taal/Language
TV
-
instellingen
Alle beelden worden gewist!
OK?
Formatteren
Nee
E73
Referentiegedeelte
Taal/Language
Selecteer een taal voor weergave van cameramenu's en berichten.
TV-instellingen
Pas instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
C HDMI en HDMI-CEC
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een multimedia-interface. HDMI-CEC (HDMI-Consumer
Electronics Control) stelt compatibele apparaten in staat om samen te werken.
Knop dM menupictogram z M Taal/Language M knop k
Knop dM menupictogram z M TV-instellingen M knop k
Optie Beschrijving
Videostand
Maak uw keuze uit NTSC en PAL.
Zowel NTSC als PAL zijn standaarden voor analoge
kleurentelevisie-uitzendingen.
De beschikbare opties voor de beeldsnelheid voor Filmopties (E58)
variëren afhankelijk van de instelling voor Videostand.
HDMI
Selecteer een resolutie voor HDMI-uitvoer. Wanneer Automatisch
(standaardinstelling) is geselecteerd, wordt de optie die het best geschikt
is voor de tv waarop de camera is aangesloten, automatisch gekozen uit
480p, 720p of 1080i.
HDMI-apparaatbestur.
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, kan de afstandsbediening
van een televisie die HDMI-CEC ondersteunt worden gebruikt voor het
regelen van de cameraweergave (E23).
E74
Referentiegedeelte
Knipperwaarsch.
Bepaal of de camera menselijke gezichten die hebben geknipperd, moet herkennen met
gezichtsherkenning (A 54) bij opname in de volgende standen:
G (Eenvoudige autostand)
Portret of de onderwerpstand Nachtportret (A 30)
Het scherm Knipperwaarsch.
Gezichten die worden gedetecteerd door de
knipperwaarschuwing worden weergegeven binnen een kader.
De onderstaande handelingen zijn beschikbaar.
Voor het vergroten van het gezicht: draai de zoomknop naar
g (i). Als meer dan één gezicht wordt gedetecteerd, gebruikt u
JK van de multi-selector om het gewenste gezicht te
selecteren.
Om over te schakelen naar schermvullende weergave: draai de
zoomknop naar f (h).
Als u op de knop k drukt of als enkele seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd, keert
de camera automatisch terug naar de opnamestand.
B Opmerkingen over knipperwaarschuwing
De knipperwaarschuwing werkt mogelijk niet naar behoren onder bepaalde opnameomstandigheden.
Knop dM menupictogram z M Knipperwaarsch. M knop k
Optie Beschrijving
Aan
Wanneer een of meer menselijke onderwerpen die hebben geknipperd
worden gedetecteerd in een opname die is gemaakt met gezichtsherkenning,
wordt het scherm Knipperde er iemand? weergegeven op de monitor.
Controleer in dat geval de opname en bepaal of een nieuwe opname moet
worden gemaakt.
Uit
(standaardinstelling)
Knipperwaarschuwing is uitgeschakeld.
Knipperde er iemand?
SluitenSluiten
InzoomenInzoomen
E75
Referentiegedeelte
Uploaden via Eye-Fi
Stel in of de Eye-Fi-kaart van de camera (beschikbaar van externe fabrikanten) beelden naar uw
computer kan verzenden.
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Opmerking: er worden geen beelden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is, zelfs niet als
Inschakelen is geselecteerd.
Verwijder uw Eye-Fi-kaart uit de camera op plaatsen waar draadloze apparaten verboden zijn. Mogelijk
worden er toch signalen verzonden ook al is Uitschakelen geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. In het geval van een
storing neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar biedt mogelijk geen
ondersteuning voor andere Eye-Fi-functies.
De camera is niet compatibel met de functie voor oneindig geheugen. Als deze functie is ingesteld op
een computer, schakelt u deze uit. Als de functie voor oneindig geheugen is ingeschakeld, wordt het
aantal gemaakte opnamen mogelijk niet correct weergegeven.
Eye-Fi-kaarten zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in het land van aankoop. Houd u aan alle lokale
wetten met betrekking tot draadloze apparaten.
Als u de instelling op Inschakelen laat staan, raken de batterijen sneller leeg.
C Eye-Fi-communicatieaanduiding
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden gecontroleerd op de monitor (A 6, 8).
w: Uploaden via Eye-Fi is ingesteld op Uitschakelen.
x (brandt): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; wacht op begin van uploaden.
x (knippert): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; gegevens worden geüpload.
y: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld, maar geen beelden beschikbaar voor upload.
z: Er is een fout opgetreden. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet besturen.
Knop dM menupictogram z M Uploaden via Eye-Fi M knop k
Optie Beschrijving
b Inschakelen
(standaardinstelling)
Upload beelden die door de camera zijn opgenomen naar een vooraf
geselecteerde bestemming.
c Uitschakelen Er worden geen beelden geüpload.
E76
Referentiegedeelte
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen teruggezet naar de
standaardwaarden.
Bepaalde instellingen, zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet teruggezet.
C Bestandsnummering terugzetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle opnamen die opgeslagen zijn in
het interne geheugen of op de geheugenkaart wissen (A 27) voor u Standaardwaarden selecteert.
Knop dM menupictogram z M Standaardwaarden M knop k
E77
Referentiegedeelte
Batterijtype
U kunt controleren of de camera het juiste batterijniveau (A 18) weergeeft door het type batterijen
te selecteren dat u momenteel gebruikt.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmware-versie van de camera.
Knop dM menupictogram z M Batterijtype M knop k
Optie Beschrijving
k Alkaline
(standaardinstelling)
LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
l COOLPIX (Ni-MH) Nikon EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
m Lithium FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Knop dM menupictogram z M Firmware-versie M knop k
E78
Referentiegedeelte
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De camera schakelt uit
om oververhitting te
voorkomen.
Het inwendige van de camera is heet geworden.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld. Wacht totdat de
camera is afgekoeld voordat u doorgaat met het gebruiken
hiervan.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De schrijfbeveiligingsschuif is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschuif in de “schrijfstand”.
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van toegang tot de
geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
12,
F20
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de
camera.
Door de geheugenkaart te formatteren worden alle gegevens
verwijderd. Als u kopieën van beelden moet bewaren, selecteert u
Nee en slaat u de kopieën op een computer of ander medium op
voordat u de geheugenkaart gaat formatteren. Selecteer Ja en
druk op de knop k om de geheugenkaart te formatteren.
F5
Niet beschikbaar als
Eye-Fi-kaart is
vergrendeld.
De schrijfbeveiligingsschuif van de Eye-Fi-kaart is vergrendeld.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van toegang tot de
Eye-Fi-kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de Eye-Fi-kaart correct is geplaatst.
12
Geen geheugen meer. Wis beelden of plaats een nieuwe geheugenkaart.
12, 27,
68
E79
Referentiegedeelte
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
E72
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
E72
Het beeld kan niet worden gebruikt als welkomstscherm. E62
Er is onvoldoende vrije ruimte om de kopie op te slaan.
Wis opnamen van het doelmedium.
27
Album is vol. Er kunnen
geen foto's worden
toegevoegd.
Er zijn al 200 opnamen toegevoegd aan het album.
Verwijder enkele opnamen uit het album.
Voeg deze toe aan een ander album.
E8
E6
Geluidsbestand kan niet
worden opgeslagen.
Er kan geen spraakmemo worden toegevoegd aan deze opname.
Er kunnen geen spraakmemo's worden toegevoegd aan films.
Selecteer een opname die is gemaakt met deze camera.
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Selecteer opnamen die de bewerkingsfunctie ondersteunen.
E14,
F14
Kan film niet opnemen.
Er is een time-outfout opgetreden terwijl de film op de
geheugenkaart werd opgeslagen.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere schrijfsnelheid.
64,
F20
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E80
Referentiegedeelte
Geheugen bevat geen
beelden.
Er bevinden zich geen opnamen in het interne geheugen of op
de geheugenkaart.
Haal de geheugenkaart uit de camera om opnamen weer te
geven die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de
camera.
Druk op de knop d om Kopiëren in het weergavemenu te
selecteren en kopieer de beelden die in het interne geheugen
van de camera zijn opgeslagen naar de geheugenkaart.
13
E55
Er zijn geen opnamen toegevoegd aan het geselecteerde album.
E6,
E7
De categorie die is geselecteerd in de stand Automatisch sorteren
bevat geen opnamen.
E10
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand is niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het apparaat dat werd
gebruikt om dit bestand te maken of bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen opnamen beschikbaar voor een diashow. E50
Dit beeld kan niet gewist
worden.
De opname is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E51
Klap de flitser omhoog.
De flitser is ingeklapt.
Klap de flitser uit als u opnamen wilt maken met Nachtportret of
Tegenlicht in de onderwerpstand.
31, 33,
41
Lensfout
Er is een objectieffout opgetreden.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
18
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden bij het communiceren met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel opnieuw aan.
E25
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E81
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de
camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterijen en plaats deze weer
terug, en zet de camera aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
10, 18
Printerfout: controleer
printerstatus
Nadat u het probleem hebt opgelost, selecteert u Hervatten en
drukt u op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Laad papier van het opgegeven formaat, selecteer Hervatten en
druk op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk
op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Laad papier van het opgegeven formaat, selecteer Hervatten en
druk op de knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op de knop
k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang het inktpatroon, selecteer Hervatten en druk op de
knop k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het beeldbestand dat u wilt afdrukken.
Selecteer Annuleren en druk op de knop k om het afdrukken te
annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E82
Referentiegedeelte
Er worden als volgt bestandsnamen toegewezen aan beelden, films en spraakmemo's.
De bestandsnamen van spraakmemo's hebben dezelfde identificatie en hetzelfde
bestandsnummer als de opname waaraan de spraakmemo is toegevoegd.
Bestandsnamen
DSCN0001.JPG
Identificatie
(niet weergegeven op cameramonitor)
Oorspronkelijke foto's (inclusief
bijgevoegde spraakmemo) en
films
DSCN
Kleine kopieën (inclusief
bijgevoegde spraakmemo)
SSCN
Uitgesneden kopieën (inclusief
bijgevoegde spraakmemo)
RSCN
Beelden die zijn gemaakt met
een andere
beeldbewerkingsfunctie dan
Kleine kopie of Uitsnede
(inclusief bijgevoegde
spraakmemo) en films die zijn
gemaakt met de functie voor
filmbewerking
FSCN
Extensie
(geeft bestandsformaat aan)
Foto's .JPG
Films .MOV
Spraakmemo's .WAV
Bestandsnummer (wordt automatisch toegewezen in
oplopende volgorde, vanaf “0001”)
E83
Referentiegedeelte
* Gebruik voor het opladen van batterijen EN-MH2 alleen batterijlader MH-72 of MH-73. Gebruik deze
batterijladers niet voor het opladen van andere typen batterijen.
De beschikbaarheid kan verschillen per land of regio.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Oplaadbare batterij
Oplaadbare Ni-MH-batterijen EN-MH2-B2 (set van twee EN-MH2 batterijen)*
Oplaadbare Ni-MH-batterijen EN-MH2-B4 (set van vier EN-MH2 batterijen)*
Batterijlader
Batterijlader MH-72 (inclusief twee oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type
EN-MH2)*
Batterijlader MH-73 (inclusief vier oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type
EN-MH2)*
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-65A (aansluiten zoals weergegeven)
Controleer of het netsnoer correct is uitgelijnd in de groef van het batterijvak
voordat u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf sluit. Als een deel van het
snoer buiten de groef loopt, kan het deksel of het snoer beschadigd raken als
het deksel wordt gesloten.
AV-kabel AV-kabel EG-CP16
Camerariem
Camerariem AN-CP23
Zie “De camerariem AN-CP23 bevestigen” (E84) voor meer informatie.
1
2
2
1
E84
Referentiegedeelte
De camerariem AN-CP23 bevestigen
7
6
c
b
a
0
2
1
4
3
5
9
8
F1
Behandeling van het product ...............................F2
De camera.......................................................................................................... F2
Batterijen............................................................................................................F3
Geheugenkaarten ...........................................................................................F5
Reiniging en opslag ...............................................F6
Reinigen..............................................................................................................F6
Opslag .................................................................................................................F7
Problemen oplossen..............................................F8
Specificaties ........................................................ F16
Goedgekeurde geheugenkaarten...........................................................F20
Index .................................................................... F23
Technische opmerkingen
en index
F2
Technische opmerkingen en index
De camera
Als u lang plezier van dit Nikon-product wilt hebben, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen en
de waarschuwingen die worden beschreven in “Voor uw veiligheid” (A viii-xii) in acht nemen
wanneer u uw apparaat gebruikt of opbergt.
B Niet laten vallen
Er kan een storing optreden in het product als u het blootstelt aan krachtige schokken of trillingen.
B Ga voorzichtig om met het objectief en alle bewegende delen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de geheugenkaartsleuf of het
batterijvak. Deze onderdelen kunnen gemakkelijk beschadigd raken. Als u kracht uitoefent op de
objectiefbescherming, kan er een storing optreden in de camera of kan het objectief beschadigd raken. Als
de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
B Droog houden
Het apparaat raakt beschadigd als het wordt ondergedompeld in water of wordt blootgesteld aan hoge
luchtvochtigheid.
B Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt
condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u het toestel aan
plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
B Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen storingen
veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen van de camera
beschadigen.
Behandeling van het product
F3
Technische opmerkingen en index
B Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u de
camera gebruikt of opbergt. Fel licht kan schade toebrengen aan de beeldsensor, waardoor een wit waas
ontstaat in foto's.
B Schakel het product uit voordat u de voedingsbron verwijdert of loskoppelt
Verwijder de batterijen niet terwijl het product is ingeschakeld of terwijl beelden worden opgeslagen of
gewist. Het onderbreken van de stroomtoevoer in dergelijke situaties kan resulteren in gegevensverlies of in
schade aan het productgeheugen of de inwendige circuits.
B Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt; minimaal
99,99% van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat
deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart). Dit
is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen die worden vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van Nikon als
de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
Batterijen
Lees en volg de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (A viii-xii) voor u de batterijen gebruikt.
B Opmerkingen over het gebruik van batterijen
Gebruikte batterijen kunnen oververhit raken. Behandel deze met zorg.
Gebruik geen batterijen waarvan de aanbevolen uiterlijke gebruiksdatum is overschreden.
Schakel de camera niet herhaaldelijk in en uit als er lege batterijen in de camera zitten.
B Reservebatterijen
Wij adviseren u reservebatterijen mee te nemen, afhankelijk van waar u opnamen gaat maken. Het is
wellicht in bepaalde gebieden moeilijk om aan batterijen te komen.
B Batterijen opladen
Als u optionele oplaadbare batterijen gebruikt, laadt u de batterijen op voordat u opnamen gaat maken. De
batterijen zijn bij aankoop niet opgeladen.
Lees en volg de waarschuwingen in de bedieningsinstructies bij de batterijlader.
F4
Technische opmerkingen en index
B Oplaadbare batterijen opladen
Gebruik geen batterijen met verschillende laadniveaus of batterijen van verschillende merken of
modellen door elkaar.
Wanneer u batterijen van het type EN-MH2 gebruikt met deze camera, laadt u telkens twee batterijen
tegelijk op met batterijlader MH-72. Bij gebruik van batterijlader MH-73, laadt u twee of vier batterijen
tegelijk op. Gebruik alleen batterijlader MH-72 of MH-73 om EN-MH2 batterijen op te laden.
Bij gebruik van batterijlader MH-72 of MH-73, laadt u alleen EN-MH2 batterijen op.
B Opmerkingen over oplaadbare batterijen EN-MH1 en batterijlader MH-70/71
U kunt ook oplaadbare Ni-MH-batterijen van het type EN-MH1 gebruiken met deze camera.
Gebruik alleen batterijlader MH-70 of MH-71 om batterijen EN-MH1 op te laden.
Bij gebruik van batterijlader MH-70 of MH-71, laadt u alleen batterijen van het type EN-MH1 op.
Stel Batterijtype (A 70, E77) in op COOLPIX (Ni-MH).
B Opmerkingen over oplaadbare Ni-MH-batterijen
Als u herhaaldelijk oplaadbare Ni-MH-batterijen oplaadt terwijl deze nog gedeeltelijk opgeladen zijn,
wordt mogelijk het bericht Batterij is leeg. te vroeg weergegeven bij gebruik van de batterijen. Dit
wordt veroorzaakt door het “geheugeneffect,” waardoor de lading die de batterijen kunnen bevatten
geleidelijk aan minder wordt. Gebruik de batterijen totdat deze volledig leeg zijn. Zij vertonen dan weer
hun normale gedrag.
Oplaadbare Ni-MH-batterijen lopen leeg ook al worden zij niet gebruikt. Wij adviseren u de batterijen net
voor het gebruik op te laden.
B Gebruik in een koude omgeving
In koude omgevingen werken batterijen minder goed. Als u de camera in koude omgevingen gebruikt,
moet u proberen te voorkomen dat de camera en de batterij te koud worden. Mogelijk werkt de camera niet
als u gedeeltelijk lege batterijen gebruikt in koude omgevingen. Houd warme reservebatterijen bij de hand
en wissel af tussen twee sets van batterijen. Batterijen die niet kunnen worden gebruikt omdat zij te koud
zijn geworden, worden vaak weer bruikbaar nadat zij zijn opgewarmd.
B Contactpunten van batterijen
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Verwijder het vuil van de
contactpunten met behulp van een droge doek.
F5
Technische opmerkingen en index
B Resterende batterijlading
Als u gedeeltelijk lege batterijen in de camera plaatst, geeft het toestel mogelijk aan dat de batterijen nog
voldoende resterende lading bevatten. Dit is een eigenschap van batterijen.
B Recycling
Gebruikte batterijen bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke
voorschriften voor klein chemisch afval. Dek de contactpunten van de batterijen af met plastic tape wanneer
u ze gaat recyclen.
Geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde geheugenkaarten” (F20)
voor aanbevolen geheugenkaarten.
Neem de voorzorgsmaatregelen in de documentatie bij uw geheugenkaart in acht.
Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een ander
apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Wij adviseren om nieuwe
geheugenkaarten te formatteren met deze camera voordat u ze gebruikt met deze camera.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere gegevens
op de geheugenkaart permanent verwijderd. Als er gegevens op de geheugenkaart staan die u wilt
behouden, kopieert u deze gegevens naar een computer voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Als de melding Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld, moet de geheugenkaart worden geformatteerd. Als de geheugenkaart
gegevens bevat die u niet wilt wissen, selecteert u Nee en drukt u op de knop k. Kopieer die gegevens
naar een computer voordat u gaat formatteren. U kunt de geheugenkaart formatteren door Ja te
selecteren.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht tijdens het formatteren van de geheugenkaart, het
opslaan en wissen van beelden en het kopiëren van beelden naar een computer. De gegevens of de
geheugenkaart zelf kunnen anders beschadigd raken.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de geheugenkaart of batterijen
zitten.
- Zet de camera niet uit.
- Koppel de lichtnetadapter niet los.
F6
Technische opmerkingen en index
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Reiniging en opslag
Objectief
Vermijd het om glazen onderdelen aan te raken met uw vingers. Verwijder stof of pluisjes
met een blaasbalgje (meestal een klein pijpje met een rubberen bal aan het ene uiteinde
waarop wordt gedrukt om een luchtstroom te produceren via het andere uiteinde). U kunt
vingerafdrukken of andere vlekken die niet kunnen worden verwijderd met een blaasbalgje
verwijderen door het objectief af te vegen met een zachte doek, waarbij u een
ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden naar de randen toe. Als dit mislukt,
reinigt u het objectief met een doek die licht is bevochtigd met een in de handel
verkrijgbare lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken en andere
vlekken door de monitor te reinigen met een zachte, droge doek. Zorg er hierbij voor dat u
niet te hard drukt.
Camera-body
Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg vervolgens zachtjes na
met een zachte, droge doek.
Na gebruik van de camera op het strand of in een andere zanderige of stoffige omgeving,
dient u zand, stof en zout te verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd met
water. Droog de camera daarna grondig af. Let op: vuil of stof in de camera kan schade
veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
F7
Technische opmerkingen en index
Opslag
Zet de camera uit als deze niet wordt gebruikt. Zorg ervoor dat het camera-aan-lampje uit is voordat
u de camera uitschakelt. Verwijder de batterijen als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt.
Berg de camera niet op bij nafta- of kamfermottenballen of op de volgende plaatsen:
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of
radiotoestellen
plaatsen die zijn blootgesteld aan temperaturen onder –10°C of boven 50°C
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan 60%.
Voorkom de vorming van schimmel of meeldauw door de camera minimaal één keer per maand uit
de opbergruimte te halen. Schakel de camera in en ontspan de sluiter enkele keren voordat u de
camera weer opbergt.
Houd bij het opslaan van de batterijen de voorzorgmaatregelen in “Batterijen” (F3) in “Behandeling
van het product” (F2) in acht.
F8
Technische opmerkingen en index
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene
problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt.
Problemen met voeding, scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is ingeschakeld,
maar reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij of
batterijen en plaats ze terug, of, als u een lichtnetadapter
gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan los en sluit hem
vervolgens weer aan.
Merk op dat, ondanks het feit dat alle gegevens die op dat
moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed
zullen worden door het verwijderen of loskoppelen van
de stroombron.
10, 18,
E83
Camera gaat zonder
waarschuwing uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
stroom te besparen (functie Automatisch uit).
De camera of batterijen zijn te koud geworden en
werken niet naar behoren.
Het inwendige van de camera is heet geworden. Laat
de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de
camera is afgekoeld en schakel het toestel daarna pas
opnieuw in.
19
F4
Monitor geeft geen beeld.
De camera staat uit.
De batterijen zijn leeg.
De camera is op stand-by gezet om stroom te
besparen. Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop,
knop A, knop c of knop b (e filmopname).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht totdat de flitser is opgeladen.
De camera en computer zijn met elkaar verbonden via een
USB-kabel.
De camera is op de televisie aangesloten via een
AV-kabel of HDMI-kabel.
18
18
1, 19
43
71, 76
71, E22
F9
Technische opmerkingen en index
Beeld op monitor is niet goed
zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
69, E65
F6
Datum en tijd van de opname
zijn onjuist.
Als de klok van de camera niet is ingesteld, knippert
O tijdens het maken van opnamen en het opnemen
van films. Beelden en films die zijn opgeslagen voordat
de klok werd ingesteld, krijgen respectievelijk de datum
“00/00/0000 00:00” of “01/01/2013 00:00”. Stel de juiste
tijd en datum in met de optie Tijdzone en datum in
het menu Set-up.
De klok van de camera is niet zo nauwkeurig als
normale horloges of klokken. Vergelijk af en toe de tijd
van de cameraklok met die van een nauwkeuriger
uurwerk en stel de cameraklok zo nodig bij.
14, 69,
E63
Er zijn geen aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie in
Monitorinstellingen in het menu Set-up.
69, E65
Datumstempel niet
beschikbaar.
Tijdzone en datum is niet ingesteld in het menu Set-up.
14, 69,
E63
De datum wordt niet
afgedrukt op opnamen, zelfs
als Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand biedt geen ondersteuning
voor Datumstempel.
De datum kan niet worden afgedrukt op films.
69, E67
Het scherm voor het instellen
van tijdzone en datum wordt
weergegeven als de camera
wordt ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle instellingen zijn teruggezet op
de standaardwaarden.
14, 17
Standaardwaarden zijn
hersteld.
De camera wordt heet.
De camera kan heet worden als deze lange tijd wordt
gebruikt voor het opnemen van films of het verzenden
van beelden met een Eye-Fi-kaart, of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie. Dit is geen storing.
De camera maakt een geluid.
Als Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF of in
sommige opnamestanden produceert de camera
mogelijk een hoorbaar geluid bij het scherpstellen.
66, E61
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F10
Technische opmerkingen en index
Problemen bij het opnemen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet naar de opnamestand
gaan.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
71, 76,
E22,
E25
Er wordt geen opname
gemaakt als de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Wanneer de camera in de weergavestand staat, drukt u
op de knop A of de ontspanknop.
Als er menu's worden weergegeven, drukt u op de
knop d.
De batterijen zijn leeg.
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser
opgeladen.
1, 26
2
18
43
Camera kan niet scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met de Eenvoudige autostand, de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
29, 32, 46
57
69, E70
18
Opnamen zijn onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel vibratiereductie of bewegingsdetectie in.
Gebruik D (Best Shot Selector).
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren tijdens
het maken van opnamen (tegelijkertijd gebruikmaken
van de zelfontspanner is effectiever).
41
51, E40
69, E68,
E69
33, E38
44
F11
Technische opmerkingen en index
Er worden heldere vlekken
weergegeven in opnamen die
zijn gemaakt met flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Klap de flitser in.
3
Flitser treedt niet in werking.
De flitser is ingeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het gebruik
van de flitser beperkt.
Aan (BSS) is geselecteerd voor Glimlachtimer in het
menu Slim portret.
Aan is geselecteerd voor Knipperdetectie in het
menu Slim portret.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
3, 41
48
51, E44
51, E45
52
Digitale zoom kan niet
worden gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het menu Set-up.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de
volgende situaties.
- Wanneer Portret, Nachtportret, Nachtlandschap,
Eenvoudig panorama of Dierenportret is
geselecteerd als onderwerpstand
- Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
-Als Continu in het opnamemenu is ingesteld op
Multi-shot 16.
69, E70
30
37
51, E38
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Er is een functie ingeschakeld die het gebruik van de optie
Beeldmodus beperkt.
52
Geen geluid wanneer de
sluiter ontspant.
Uit is geselecteerd voor Geluidsinstellingen >
Sluitergeluid in het menu Set-up. In bepaalde
opnamestanden en bij bepaalde instellingen hoort u
geen geluid, zelfs als Aan is geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
70, E71
2
AF-hulpverlichting licht niet
op.
Uit is geselecteerd voor de optie AF-hulplicht in
het
me
nu Set-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van
de huidige onderwerpstand, eventueel niet aan, zelfs
wanneer Automatisch is geselecteerd.
69, E70
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F12
Technische opmerkingen en index
Opnamen zijn vlekkerig. Het objectief is vuil. Reinig het objectief. F6
Kleuren zijn onnatuurlijk. De witbalans of de tint is niet goed aangepast.
32, 51,
E35
Willekeurig verspreide pixels
(“ruis”) worden in het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-gevoeligheid te hoog. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
Door de flitser te gebruiken.
Door een lagere ISO-waarde in te stellen.
41
51, E40
Opnamen zijn te donker
(onderbelicht).
De flitser is ingeklapt of er is een opnamestand
geselecteerd die voorkomt dat de flitser wordt
gebruikt.
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas de belichtingscompensatie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp heeft tegenlicht. Selecteer de
onderwerpstand Tegenlicht of klap de flitser uit en
stel de flits-stand in op X (invulflits).
3, 41, 48
22
F18
47
51, E40
33, 41
Opnamen zijn te licht
(overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan. 47
Onverwachte resultaten
wanneer flitser is ingesteld op
V (automatisch met
rode-ogenreductie).
Bij het maken van opnamen met V (automatisch met
rode-ogenreductie) of bij het maken van opnamen met
Nachtportret (in de Eenvoudige autostand of in de
onderwerpstand) en als invulflits met lange sluitertijd en
rode-ogenreductie wordt gebruikt, is het in een heel enkel
geval mogelijk dat rode-ogenreductie ook wordt
toegepast op delen van het beeld zonder rode ogen.
Gebruik de autostand of een andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flits-stand naar een andere
instelling dan V (automatisch met rode-ogenreductie)
en maak nogmaals een opname.
31, 41
Huidtinten worden niet
verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Gebruik het effect
Huid verzachten
in het
weergavemenu voor opnamen met vier of meer gezichten.
55
61, E17
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F13
Technische opmerkingen en index
Problemen bij het afspelen
Het opslaan van beelden
neemt enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende
situaties.
Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een
donkere omgeving
Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch
met rode-ogenreductie)
Bij het maken van opnamen in de onderwerpstand
Nachtportret of Nachtlandschap
Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast
tijdens de opname
Bij gebruik van de stand voor continu-opname
43
31, 32
55
51, E38
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden afspelen die
zijn opgeslagen met een digitale camera van een ander
merk of model.
Met deze camera kunnen geen films worden
afgespeeld die zijn opgenomen met een digitale
camera van een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens afspelen die
zijn bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt voor films,
kleine afbeeldingen of beelden die zijn uitgesneden tot
een formaat van 320 × 240 of kleiner.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden
die zijn opgenomen met een digitale camera van een
ander merk of model.
Kan geen spraakmemo's
opnemen.
Er kunnen geen spraakmemo's worden toegevoegd aan films.
Er kunnen geen spraakmemo's worden toegevoegd
aan beelden die zijn opgenomen met andere camera's.
Spraakmemo's die zijn toegevoegd aan opnamen die
zijn gemaakt met een andere camera kunnen niet
worden afgespeeld op deze camera.
61, E54
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F14
Technische opmerkingen en index
Kan beeld niet bewerken.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die al zijn bewerkt, kunnen niet opnieuw
worden bewerkt.
Er is niet voldoende vrije ruimte beschikbaar in het
interne geheugen of op de geheugenkaart.
Deze camera kan geen beelden bewerken die zijn
vastgelegd met andere camera's.
Bewerkingsfuncties die worden gebruikt voor beelden
zijn niet beschikbaar voor films.
33, E14
Kan beeld niet draaien.
Met deze camera kunnen geen opnamen worden
gedraaid die zijn gemaakt met een digitale camera van
een ander merk of model.
Beelden worden niet
weergegeven op een televisie.
Videostand of HDMI is niet correct ingesteld bij
TV-instellingen in het menu Set-up.
De kabels worden tegelijkertijd verbonden met de
HDMI-microconnector (Type D) en met de USB/audio/
videouitgang.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel de
geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om
beelden in het interne geheugen weer te geven.
70, E73
71, 76,
E22,
E25
12
Nikon Transfer 2 start niet als
de camera wordt aangesloten
op een computer.
De camera staat uit.
De batterijen zijn leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
Controleer de systeemvereisten.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
18
18
71, 76
73
78
Voor afdrukken gemarkeerde
beelden worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel de
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om opnamen in het
interne geheugen af te drukken.
12
13
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F15
Technische opmerkingen en index
Kan het papierformaat niet
selecteren in de camera.
In de volgende situaties kan de camera niet worden
gebruikt om het papierformaat te selecteren, zelfs niet als
u afdrukt op een PictBridge-compatibele printer. Gebruik
de printer om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de door de camera bepaalde
papierformaten niet.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
71, E26,
E28
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F16
Technische opmerkingen en index
Nikon COOLPIX L620 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
18,1 miljoen
Beeldsensor
1
/2,3-inch type CMOS; circa 18,91 miljoen pixels in totaal
Objectief
NIKKOR-objectief met 14× optische zoom
Brandpuntsafstand
4.5–63.0 mm (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van een
25–350 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
f-waarde
f/3.3–5.9
Constructie
11 elementen in 10 groepen (2 ED-objectiefelementen)
Digitale zoom
Tot 2× (beeldhoek komt ongeveer overeen met die van een
700 mm-objectief in 35mm [135]-formaat)
Vibratiereductie
Lens-shift
Bewegingsvervagingsreductie
Bewegingsdetectie (foto's)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[G]: Circa 50 cm –,
[T]: Circa 1,0 m
Macro-stand: Circa 1 cm (groothoekpositie ten opzichte van G)–
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van de voorzijde van het
objectief)
Selectie scherpstelveld
Centrum, gezichtsherkenning, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), TFT LCD met circa 460.000 beeldpunten en
anti-reflectiecoating en helderheidsaanpassing met 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 96% horizontaal en 96% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 96% horizontaal en 96% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld)
F17
Technische opmerkingen en index
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 83 MB), SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF, Exif 2.3 en DPOF
Bestandsindelingen
Foto’s: JPEG
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: LPCM stereo)
Beeldformaat
(pixels)
18M (Hoog) [4896 × 3672P]
18M [4896 × 3672]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [4896 × 2754]
1:1 [3672 × 3672]
ISO-gevoeligheid
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
ISO 3200 (beschikbaar bij gebruik van autostand)
Belichting
Lichtmetingsstand
Matrixmeting, centrumgewogen (digitale zoom minder dan 2×), spot
(digitale zoom 2×)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en belichtingscompensatie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van
1
/3 LW)
Sluiter
Mechanische en elektronische (CMOS) sluiter
Sluitertijd
1
/1600–1 sec.
1
/4000 s (maximumsnelheid tijdens continu-opname op hoge
snelheid)
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde ND-filterselectie (–2 AV)
Bereik
2 stappen (f/3.3 en f/6.6 [G])
Zelfontspanner
Circa 10 sec.
F18
Technische opmerkingen en index
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[G]: 0,5–5,0 m
[T]: 1,0–3,0 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
Hi-Speed USB
Gegevensoverdrachtprotocol
MTP, PTP
Video-uitgang
Kan worden geselecteerd uit NTSC en PAL
HDMI-uitgang
Kan worden geselecteerd uit Automatisch, 480p, 720p en 1080i
In-/uitgang
Audio/video (A/V)-uitgang; digitale I/O (USB)
HDMI-microconnector (Type D) (HDMI-uitgang)
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengali, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel),
Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch,
Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens,
Perzisch, Pools, Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens, Russisch,
Servisch, Spaans, Tamil, Telugu, Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees,
Zweeds
Voedingsbronnen
Twee LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat)
Twee FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Twee EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (apart verkrijgbaar)
Lichtnetadapter EH-65A (apart verkrijgbaar)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto’s
Circa 150 opnamen bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 660 opnamen bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 410 opnamen bij gebruik van batterijen van het type EN-MH2
Films (werkelijke
gebruiksduur batterij
voor opname)
2
Circa 10 min. bij gebruik van alkalinebatterijen
Circa 1 uur 25 min. bij gebruik van lithiumbatterijen
Circa 55 min. bij gebruik van EN-MH2-batterijen
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 108,3 × 68,7 × 34,1 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Circa 237 g (inclusief batterijen en SD-geheugenkaart)
F19
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders wordt vermeld, zijn alle getallen gebaseerd op een omgevingstemperatuur van
23 ±3 °C , zoals gespecificeerd door de CIPA (Camera and Imaging Products Association), en het
gebruik van LR6/L40 (AA-formaat) alkalinebatterijen.
1
De gebruiksduur van de batterijen kan variëren, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de tijd
tussen opnamen of de tijdsduur waarin menu's en beelden worden weergegeven.
De meegeleverde batterijen dienen uitsluitend voor testgebruik. De vermelde gegevens voor
lithiumbatterijen zijn gemeten bij gebruik van in de handel verkrijgbare FR6/L91 (AA-formaat)
Energizer(R) Ultimate-lithiumbatterijen.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer dan 29 minuten. Het opnemen
kan stoppen voordat deze limiet bereikt wordt als de temperatuur van de camera te hoog oploopt.
B Specificaties
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0°C–40°C
Luchtvochtigheid
85% of minder (geen condens)
F20
Technische opmerkingen en index
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende SD-geheugenkaarten (Secure Digital) zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in deze
camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om
films op te nemen. Bij gebruik van een geheugenkaart met een lagere snelheidsclassificatie kan
de opname onverwachts stoppen.
1
Als u de geheugenkaart gebruikt met een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat, controleert u of dat
apparaat kaarten van 2 GB ondersteunt.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de hierboven vermelde kaarten. Wij kunnen
niet garanderen dat de camera naar behoren werkt bij gebruik van geheugenkaarten van andere
fabrikanten.
SD-geheugenkaart SDHC-geheugenkaart
2
SDXC-geheugenkaart
3
SanDisk 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
2
SDHC-compatibel.
Als u de geheugenkaart gebruikt met een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat, controleert
u of dat apparaat SDHC ondersteunt.
3
SDXC-compatibel.
Als u de geheugenkaart gebruikt met een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat, controleert
u of dat apparaat SDXC ondersteunt.
F21
Technische opmerkingen en index
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de
AVC Patent Portfolio License
voor het persoonlijk en
niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te coderen in overeenstemming met de
AVC
-standaard (“
AVC
-video”) en/of (ii)
AVC
-video te decoderen die door een consument werd
gecodeerd in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van
een videoleverancier die over een licentie beschikt om
AVC
-video aan te bieden. Er wordt geen
licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik.
Voor meer informatie kunt u terecht bij
MPEG LA, L.L.C.
Zie
http://www.mpegla.com
.
F22
Technische opmerkingen en index
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere
landen. Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van Apple Inc.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
Het SDXC-, het SDHC- en het SD-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw
Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaars.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2013 The FreeType Project
(http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2013 The HarfBuzz Project
(http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
F23
Technische opmerkingen en index
Symbolen
A Autostand............................................................ 39
o Belichtingscompensatie............................. 47
G Eenvoudige autostand................................ 29
m Flits-stand............................................................... 41
f Groothoek............................................................ 23
j Help .......................................................................... 30
d Knop................................... 2, 50, 61, 66, 69
d -knop ...................................................................... 4
A Knop (opnamestand)...................................... 2
k Knop (selectie toepassen).............................. 2
c Knop (weergave)....................................... 2, 26
l Knop (wissen) ................................................ 2, 27
K Knop Pop-up flitser................................ 2, 41
K -knop Pop-up flitser........................................ 3
be Knop voor filmopname............................ 2
p Macro-stand ....................................................... 46
z Menu Set-up....................................... 69, E62
h Miniatuurweergave....................................... 60
b Onderwerpstand............................................... 30
F Stand Automatisch sorteren............. E10
h Stand Favoriete beelden ....................... E6
F Stand Slim portret........................................... 37
C Stand Sorteer op datum ...................... E11
G Stand speciale effecten................................ 35
g Telefoto.................................................................... 23
c Weergavestand................................................ 26
n Zelfontspanner................................................. 44
i Zoomweergave................................................... 59
A
Aantal resterende opnamen.......... 18, E34
Afdrukopdracht ...................................... 61, E46
AF-hulpverlichting.......................... 1, 69, E70
AF-veldstand ............................................ 51, E42
Album....................................................................... E9
Alkalinebatterijen..................................................... 10
Audio/video-in-aansluiting............. 72, E22
Audio/videokabel.................................................... 72
Autofocus.......................................... 57, 66, E61
Autofocus-stand..................................... 66, E61
Automatisch flitsen............................................... 42
Automatisch uit.............................. 19, 70, E71
Autostand..................................................................... 39
AV-kabel ............................................. E22, E83
B
Batterij..................................................................... 10, 17
Batterijlader........................................................ E83
Batterijniveau............................................................. 18
Batterijtype ................................................ 70, E77
Beeld draaien ............................................ 61, E53
Beeld terugspelen.......................................... E65
Beeldmodus............................................... 51, E33
Belichtingscompensatie..................................... 47
Best shot selector .................................. 33, E38
Index
F24
Technische opmerkingen en index
Bestandsnaam.................................................. E82
Besturing van HDMI-apparaten............. E73
Beveiligen.................................................... 61, E51
Bewegingsdetectie ............................. 69, E69
BSS .................................................................. 33, E38
C
Camera aan ................................................................. 18
Camerariem.................................................. 3, E84
Close-up k........................................................ 30, 32
Compressieverhouding.............................. E33
Computer............................................................ 72, 76
Continu-opname.................................... 51, E38
D
Datum en tijd.................................. 14, 69, E63
Datum en tijd afdrukken.................... 17, E67
Datumnotatie ........................................... 15, E63
Datumstempel............................... 17, 69, E67
Deksel aansluitingen ................................................. 1
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
................................................................................... 2, 12
Diafragma..................................................................... 25
Diashow....................................................... 61, E50
Dierenp. autom. ontsp......................................... 34
Dierenportret O............................................ 30, 34
Digitale zoom.................................. 23, 69, E70
D-Lighting................................................... 61, E15
DPOF-afdrukken.............................................. E30
DSCN ...................................................................... E82
E
Eenvoudig panorama p........... 30, 33, E2
Eenvoudige autostand......................................... 29
Enkelvoudige AF.................................... 66, E61
Enkelvoudige opname........................ 51, E38
EN-MH1...................................................................... F4
EN-MH2.................................................... E83, F3
Extensie................................................................. E82
F
Favoriete beelden.................................... 62, E6
Film afspelen .............................................................. 67
Filmduur........................................................................ 63
Filmmenu................................................... 66, E58
Filmopname ............................................................... 63
Filmopties................................................... 66, E58
Films bewerken................................................. E31
Films in slowmotion opnemen
..................................................... 66, E59, E60
Films opnemen......................................................... 63
Filtereffecten ............................................. 61, E18
Firmware-versie...................................... 70, E77
Flitser.................................................................... 1, 3, 41
Flitserlampje ......................................................... 2, 43
Flits-stand..................................................................... 41
Formatteren..................................... 13, 70, E72
Foto-informatie................................................ E65
FSCN ....................................................................... E82
Fulltime-AF................................................ 66, E61
G
Geheugenkaart......................................... 12, F20
Geheugenkaarten formatteren
.............................................................. 13, 70, E72
F25
Technische opmerkingen en index
Geheugenkaartsleuf .............................................. 12
Geluidsinstellingen................................ 70, E71
Gezichtsherkenning............................................... 54
Glimlachtimer.......................................... 51, E44
H
Half indrukken ........................................................... 25
Handm. voorinstelling................................. E36
HDMI....................................................................... E73
HDMI-kabel................................................ 72, E22
HDMI-microconnector............................................. 1
Helderheid.......................................................... E65
Help.................................................................................. 30
High-key G................................................................. 35
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje... 1, 18
Hoogcontrast monochr. F.............................. 35
HS-film........................................ 66, E59, E60
Huid verzachten............ 51, 61, E17, E43
I
Identificatie......................................................... E82
Intern geheugen....................................................... 13
Intern geheugen formatteren....... 70, E72
Invulflits......................................................................... 42
Inzoomen ..................................................................... 23
ISO-waarde................................................ 51, E40
J
JPG........................................................................... E82
K
Kalenderweergave.................................................. 60
Kies hoofdfoto........................ 62, E12, E57
Kleine afbeelding................................... 61, E20
Kleuropties.................................................. 51, E41
Knipperdetectie...................................... 51, E45
Knipperwaarsch...................................... 70, E74
Knop Pop-up flitser..................................... 2, 3, 41
Knop voor filmopname .......................................... 2
Knop voor opnamestand...................................... 2
Knopgeluid.......................................................... E71
Koelblauw ........................................................... E41
Kopie in zwart-wit n ................................... 30, 33
Kopiëren....................................................... 61, E55
L
Landschap c............................................................ 30
Lange sluitertijd....................................................... 42
Levendig .............................................................. E41
Lichtnetadapter............................................... E83
Lithiumbatterijen..................................................... 10
Low-key H.................................................................. 35
Luidspreker..................................................................... 2
M
Macro-stand............................................................... 46
Menu Automatisch sorteren ........... 61, E10
Menu Favoriete beelden....................... 61, E7
Menu Set-up............................................. 69, E62
Menu Slim portret................................. 50, E43
Menu Sorteer op datum ..................... 61, E11
Microfoon (stereo) ...................................................... 1
Miniatuurweergave................................................ 60
Monitor .......................................................... 2, 6, F6
Monitorinstellingen.............................. 69, E65
MOV ........................................................................ E82
F26
Technische opmerkingen en index
Multi-selector................................................................ 2
Multi-shot 16..................................................... E38
Museum l........................................................ 30, 33
N
Nachtlandschap j....................................... 30, 32
Nachtportret e .............................................. 30, 31
Nikon Transfer 2............................................... 75, 76
Normale kleur ................................................... E41
Nostalgisch sepia E............................................. 35
O
Objectief............................................................ 1, F16
Objectiefbescherming............................................. 1
Onderwerpstand ..................................................... 30
Ontspanknop....................................................... 1, 24
Oogjes voor polsriem ............................................... 1
Oplaadbare batterij....................................... E83
Oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterijen
......................................................................................... 10
Opnamemenu......................................... 50, E33
Opnamen maken .................................. 18, 22, 24
Optie Afdrukopdracht ...... 17, E47, E49
Optionele accessoires.................................. E83
Optische zoom.......................................................... 23
P
Panorama Maker...................................................... 75
Papierformaat................................. E26, E28
Party/binnen f.............................................. 30, 31
PictBridge ................................................... 72, E24
Portret b...................................................................... 30
Printen............. 61, 72, E26, E28, E46
Printer ........................................................... 72, E24
R
Rechtstreeks afdrukken...................... 72, E24
Reeksweergaveopties........ 62, E12, E57
Rode-ogencorrectie.............................. 61, E16
Rode-ogenreductie...................................... 42, 43
RSCN....................................................................... E82
S
Schemering i ......................................................... 30
Scherpstelaanduiding ............................................. 7
Scherpstelling................................ 24, 54, E42
Scherpstelveld.......................................................... 24
Scherpstelvergrendeling .................................... 58
Selectieve kleur I.................................................. 35
Sepia....................................................................... E41
Sluitergeluid........................................................ E71
Sluitertijd....................................................................... 25
Sneeuw z................................................................... 30
Snel retoucheren .................................... 61, E15
Sport d ................................................................ 30, 31
Spraakmemo............................................ 61, E54
SSCN ....................................................................... E82
Stand Automatisch sorteren .................... E10
Stand Favoriete beelden............................... E6
Stand Slim portret................................................... 37
Stand Sorteer op datum.............................. E11
Stand Speciale effecten....................................... 35
Stand voor schermvullende weergave...... 26
Standaardwaarden............................... 70, E76
Statiefaansluiting........................................ 2, F18
F27
Technische opmerkingen en index
Strand Z...................................................................... 30
T
Taal/Language ........................................ 70, E73
Tegenlicht o.................................................... 30, 33
Tijdverschil.......................................................... E63
Tijdzone........................................................ 15, E63
Tijdzone en datum ...................... 14, 69, E63
TV..................................................................... 72, E22
TV-instellingen......................................... 70, E73
U
Uitsnede....................................................... 59, E21
Uitzoomen................................................................... 23
Uploaden via Eye-Fi ............................. 70, E75
USB-/audio-/video-uitgang
....................................... 1, 71, 76, E22, E24
USB-kabel .......................................... 72, 76, E25
V
Verwijderen uit favoriete beelden
.......................................................................... 62, E8
Vibratiereductie..................................... 69, E68
Videostand.......................................................... E73
ViewNX 2............................................................. 73, 74
Voedsel u............................................................ 30, 32
Volume......................................................... 67, E54
Vuurwerk m...................................................... 30, 33
W
WAV......................................................................... E82
Weergave ........................................................... 26, 67
Weergave Eenvoudig panorama..... 33, E5
Weergaveknop.................................................... 2, 26
Weergavemenu...................................... 61, E46
Weergavestand......................................................... 26
Welkomstscherm................................... 69, E62
Windruisreductie ................................... 66, E61
Wissen............................................................................. 27
Witbalans..................................................... 51, E35
Z
Zacht D ....................................................................... 35
Zelfontspanner......................................................... 44
Zelfontspannerlampje.................................... 1, 45
Zomertijd.................................................... 15, E64
Zonsondergang h................................................ 30
Zoomen......................................................................... 23
Zoomknop.............................................................. 1, 23
Zoomweergave........................................................ 59
Zwart-wit ............................................................. E41
F28
F29
F30
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve
voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden
gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
Gedrukt in Europa
CT3G01(1F)
6MN2841F-01
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212

Nikon COOLPIX L620 de handleiding

Type
de handleiding