Fujitsu ASHG12KGTB Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
AIRCONDITIONER (Muurgemonteerd type)
Lees vóór gebruik van dit product deze instructies goed door en
bewaar deze handleiding zodat u deze later ook kunt raadplegen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nederlands
MODEL:
* Schrijf de modelnaam op.
(Raadpleeg het classicatielabel.)
ONDERDEEL Nr. 9387602050
Nl-1
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees, voordat u dit product gebruikt, dit hoofdstuk aandachtig door,
en zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt,
zodat persoonlijk letsel en materiële schade worden voorkomen.
Onjuiste bedieningshandelingen die het gevolg zijn van het niet
volgen van de instructies, kunnen leiden tot schade, de ernst
waarvan als volgt wordt geclassiceerd:
WAARSCHUWING
Dit teken waarschuwt voor dodelijk of ernstig letsel.
OPGELET
Dit teken waarschuwt voor letsel of materiële schade.
Dit teken geeft een handeling aan die is VERBODEN.
Dit teken geeft een handeling aan die VERPLICHT is.
Uitleg van symbolen wordt weergegeven op de buiten-unit of de buiten-unit.
WAARSCHUWING
Dit symbool laat zien dat dit product een brandbaar
koelmiddel gebruikt. Als het koelmiddel lekt en wordt
blootgesteld aan een externe ontstekingsbron, is er
een risico van brand.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat de bedieningshandleiding
aandachtig moet worden doorgelezen.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat servicepersoneel
deze apparatuur moet hanteren en daarbij de
installatiehandleiding moet raadplegen.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat informatie beschikbaar is, zoals
een bedieningshandleiding of een installatiehandleiding.
WAARSCHUWING
Het apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen
in een vertrek met een vloeroppervlak van meer dan X m².
Hoeveelheid koelmiddelvulling
M (kg)
Minimale ruimte
X (m
2
)
M ≤ 1,22
-
1,22 < M ≤ 1,23 1,45
1,23 < M ≤ 1,50 2,15
1,50 < M ≤ 1,75
2,92
1,75 < M ≤ 2,0
3,82
2,0 < M ≤ 2,5 5,96
2,5 < M ≤ 3,0
8,59
3,0 < M ≤ 3,5
11,68
3,5 < M ≤ 4,0 15,26
(IEC 60335-2-40)
• Dit product bevat geen onderdelen waaraan de
gebruiker onderhoud kan voor uitvoeren. Raadpleeg
altijd geautoriseerd personeel voor reparatie,
installatie en verplaatsing van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot
lekkage, elektrische schok of brand.
In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u
onmiddellijk stoppen met het gebruik van de airconditioner,
en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de
elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact
halen. Raadpleeg vervolgens geautoriseerd personeel.
Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigt.
Is de kabel beschadigd, dan mag deze uitsluitend
worden vervangen door geautoriseerd servicepersoneel
zodat gevaarlijke situaties worden voorkomen.
• In het geval van koelmiddellekkage moet u uit de
buurt blijven van brand of brandbare stoen, en
bevoegd onderhoudspersoneel raadplegen.
In het geval van onweer of een voorgaand teken van
blikseminslag, moet u de airconditioner via de afstandsbediening
uitschakelen, en het product of de stroomvoorziening niet
aanraken om elektrische gevaren te voorkomen.
• Dit product moet worden opgeslagen in een vertrek
zonder continu werkende ontstekingsbronnen
(bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasapparaat of
een werkend elektrisch verwarmingstoestel).
• Dit product moet worden opgeborgen in een goed
geventileerde ruimte.
Bedenk dat koelmiddelen misschien geen geur afgeven.
• Dit product moet zo worden opgeborgen dat er geen
mechanische beschadiging kan optreden.
• Dit product moet op juiste wijze worden weggedaan,
in overeenstemming met nationaal en regionaal
geldende voorschriften.
• Tijdens vervoer of verplaatsing van de binnen-unit
moeten leidingen worden afgedekt en beschermd met
de steun van de wandhaak.
Houd bij het verplaatsen van dit product niet de
leidingen van de binnen-unit vast.
(De spanning die op de verbindingen van de leidingen
wordt gezet kan leiden tot lekkage van brandbaar gas
tijdens de werking van het systeem).
Inhoud
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................. 1
2. VOORBEREIDING .................................................... 2
3. NAAM VAN DE ONDERDELEN ................................ 3
3.1. Binneneenheid ................................................. 3
3.2. Afstandsbediening ............................................ 3
4. EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN ......... 5
5. INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM .............. 5
5.1. Instelling ventilatorsnelheid .............................. 5
5.2. Instelling van de richting van de luchtstroom ... 5
6. BEDIENINGSHANDELINGEN VOOR DE TIMER ..... 5
6.1. Wekelijkse timer ............................................... 6
6.2. ON-timer of OFF-timer ..................................... 6
6.3. Programmatimer ............................................... 6
6.4. Slaap-timer ...................................................... 6
7.
BEDIENINGSFUNCTIES VOOR ENERGIEBESPARING
.... 7
7.1. Zuinige stand .................................................... 7
7.2. Human sensor voor energiebesparing ............. 7
7.3.
Regeling van de ventilator voor energiebesparing
... 7
8. OVERIGE BEDIENINGSHANDELINGEN ................. 8
8.1. Krachtige werking ............................................. 8
8.2. Buitenunit Ruisonderdrukking bediening .......... 8
8.3. 10 °C Verwarmen ............................................. 8
9. INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE ............ 8
9.1.
Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
... 8
10. REINIGING EN ONDERHOUD ................................. 8
11. ALGEMENE INFORMATIE ...................................... 10
12. ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN ........11
12.1. Bedrade afstandsbediening ............................. 11
12.2. Draadloze LAN-bediening ...............................11
12.3. Multi-type airconditioner ..................................11
13. PROBLEEMOPLOSSING ........................................11
Nl-2
WAARSCHUWING
• Het is niet de bedoeling dat dit product wordt gebruikt
door personen (waaronder kinderen) met beperkte
fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die
een gebrek hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze
onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
omtrent het gebruik van dit product door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht
op kinderen zodat ze niet met dit product spelen.
• Gooi het verpakkingsmateriaal veilig weg. Scheur en
gooi de plastic zakken weg, zodat kinderen daarmee
niet kunnen spelen. Er bestaat verstikkingsgevaar als
kinderen met de originele plastic zakken spelen.
• Installeer de unit niet in een ruimte die is gevuld met
minerale olie zoals een fabriekshal of een ruimte die
een grote hoeveelheid gemorste olie of stoom bevat,
bijvoorbeeld een keuken.
• Start of stop de werking van dit product niet door het
invoegen van of trekken aan de stekker, of door het
in- of uitschakelen van de stroomonderbreker.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
• Stel uzelf niet voor vele uren bloot aan de directe
koelende luchtstroom.
• Steek uw vingers of andere voorwerpen niet in de
uitlaatrooster, het open paneel of het inlaatrooster.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen.
• Gebruik geen middelen om het ontdooien of het
reinigen van dit product te versnellen, anders dan
middelen die worden aanbevolen door de fabrikant.
• Gebruik niet een scherp voorwerp of open vuur.
OPGELET
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens gebruik.
Gebruik dit product altijd met geïnstalleerde luchtlters.
• Zorg ervoor dat elektrisch apparatuur op een afstand
van ten minste 1 m van dit product staat.
• Ontkoppel alle stroomvoorziening wanneer u dit
product voor een langere periode niet gebruikt.
Na een lange periode van gebruik moet u ervoor zorgen
dat de montage van de binnen-unit wordt gecontroleerd
zodat wordt voorkomen dat het product valt.
• De richting van de luchtstroom en de
kamertemperatuur moeten zorgvuldig worden
overwogen wanneer u dit product gebruikt in een
kamer met kinderen, bejaarden of zieke personen.
Houd de ruimte rond de buiten-unit schoon en opgeruimd
en plaats er geen voorwerpen omheen. Voorwerpen die
de apparatuur blokkeren of in de uitlaatpoorten komen,
kunnen een storing van het product veroorzaken.
• Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of
verwarmingstoestellen.
Blokkeer of bedek het inlaatrooster en de uitlaatpoort niet.
Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
• Klim niet op het product of plaats geen voorwerpen op
of hang voorwerpen aan dit product.
Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke
bezittingen direct onder dit product. Druipende
condensatie van dit product kan ze nat maken, en kan
leiden tot schade aan of storing van uw eigendommen.
• Stel dit product niet direct bloot aan water.
Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel,
planten, dieren, precisie-apparatuur, kunstwerken of
andere objecten. Dit kan leiden tot achteruitgang in de
kwaliteit van deze producten.
Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
• Drink de afvoer van de airconditioner niet.
• Trek niet aan de voedingskabel.
2. VOORBEREIDING
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat baby´s en jonge kinderen niet per
ongeluk de batterijen kunnen inslikken.
OPGELET
• Als vloeistof van een lekkende batterij in contact komt
met uw huid, ogen of mond, moet onmiddellijk spoelen
met water en uw arts raadplegen.
Lege batterijen moeten onmiddellijk worden verwijderd
en afgevoerd volgens de plaatselijke wetten en
regelgeving van uw regio.
• Probeer niet droge batterijen op te laden.
• Gebruik geen droge batterijen die zijn opgeladen.
Binnenunit accessoires
Gaarne controleren of de volgende accessoires zijn meegeleverd.
Afstandsbediening Houder
afstandsbediening
Tapschroeven
Batterijen Luchtreiniging lters Filterhouders
Installatie houder afstandsbediening
321
Plaatsen
Schroeven
Opschuiven
OPGELET
• Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar
ingebouwd in dit product niet aan, om letsel bij
repareren van het apparaat te voorkomen.
• Ga niet op een onstabiele ondergrond of ladder
staan bij gebruik of reiniging van dit product. Het kan
omvallen en letsel veroorzaken.
Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen.
Nl-3
*1) Controleer, voor u de werkzaamheden start, dat het inlaatrooster
volledig is gesloten. Onvolledig afsluiten kan gevolgen hebben voor
het juist functioneren of de prestaties van het product.
*2)
Er gaan onder de volgende omstandigheden indicatielampjes branden.
Naam
Kleur
Bedieningshandeling of conditie
Bediening-
shandeling
Groen Normale werking
Timer Oranje Timerwerking
Zuinige Groen Zuinige stand
10 °C Verwarmen
3.2. Afstandsbediening
Wanneer u de optionele afstandsbediening gaat gebruiken,
kunnen de weergave en de bedieningsprocedure verschillen.
Voor informatie, gaarne de bedieningshandleiding van de
afstandsbediening raadplegen.
: De instelling moet worden gedaan wanneer het
instellingenscherm wordt getoond voor elke functie.
: De knop is alleen regelbaar wanneer de airconditioner aanstaat.
Voor Energiebesparing bedieningen .... Raadpleeg pagina 7.
Deactiveert en deactiveert de stand
Energiebesparing.
Activeert of deactiveert het
energiebesparingsprogramma dat de human
sensor gebruikt
.
Voor Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
.... Raadpleeg pagina 8.
Activeert of deactiveert de Ruisonderdrukking
bediening van de Buitenunit.
Display afstandsbediening
In deze paragraaf worden alle mogelijke beschrijvingen voor controlelampjes
weergegeven. In de huidige bediening wordt het display gekoppeld met de
toetsbediening, en toont alleen de noodzakelijke controlelampjes voor elke instelling.
Druk niet op deze knop bij normaal gebruik.
Hiermee wordt het proefdraaien gestart (uitsluitend te gebruiken door
bevoegd servicepersoneel).
OPMERKINGEN:
Als het proefdraaien onbedoeld wordt gestart, kunt
u het proefdraaien afsluiten door op
te drukken.
Signaalzender
Richt juist op de signaalontvanger van de binneneenheid.
Werkgebied is ongeveer 7 m.
• [
] verschijnt wanneer het signaal wordt verzonden.
• De binneneenheid zal een akoestisch signaal laten klinken wanneer het signaal goed
wordt ontvangen. Als er geen signaal klinkt, moet u de knop nogmaals indrukken.
Voor eenvoudige bedieningshandelingen ....... Raadpleeg pagina 5.
Start of stopt de werking van de
airconditioner.
Wijzigt de bedrijfsstand.
Past de insteltemperatuur aan.
Voor 10 °C Verwarming bediening ....Raadpleeg pagina 8.
Activeert de 10 °C Verwarming bediening.
3. NAAM VAN DE ONDERDELEN
OPGELET
Voor passende signaaloverdracht tussen de afstandsbediening en de
binneneenheid moet u de signaalontvanger uit de buurt houden van:
- Direct zonlicht of ander sterk lichten
- Flat-paneel-tv-scherm
In kamers met onmiddellijke tl-verlichting, zoals type-omvormers, wordt
het signaal misschien niet goed doorgegeven. In een dergelijk geval
moet u contact opnemen met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Batterij laden en voorbereiding afstandsbediening
(R03/LR03/AAA x 2)
5
7
6
4
8
1
2
3
1
~
3
Plaats de batterijen zoals in bovenstaande
afbeelding wordt weergegeven.
4
Druk op
teneinde de klokinstelling te staren.
5
Druk op
voor het instellen van de
dagen van de week (Maandag tot Zondag).
* Door te drukken op , zal de time indicator
worden gewijzigd van een 24-uur naar een 12-uur klok.
6
Druk op
om verder te gaan.
7
Druk op
om de klok in te stellen.
Druk op de knoppen om de klok met een minuut te wijzigen.
Houd de knoppen ingedrukt om de klok met 10 minuten te wijzigen.
8
Druk op
om de instelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit. Bij het drukken op de knop op een
afstand, worden de instellingen mogelijk niet correct verzonden.
OPMERKINGEN:
Gebruik alleen het aangegeven type van batterijen.
Gebruik geen verschillende typen batterij of nieuwe en gebruikte batterijen door elkaar.
Batterijen kunnen bij normaal gebruik gedurende ongeveer 1 jaar worden gebruikt.
Als u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, vervang dan
de batterijen. en druk op zoals weergegeven op pagina 4.
3.1. Binneneenheid
Ontvanger signaal
afstandsbediening
Lamellen richting
horizontale
luchtstroom
Voor Handmatige Auto bediening
en Filter indicator resetten
(Raadpleeg pagina 12.)
Classicatielabel
Afvoerslang
Indicatielampjes
*2)
Human sensor
(Raadpleeg pagina 7.)
Voorpaneel
Inlaatrooster
*1)
Luchtreiniging lter
Luchtlter
Nl-4
Voor Krachtige werking ........ Raadpleeg pagina 8.
Activeert of deactiveert de stand Krachtige
werking.
Voor werking van de timer .... Raadpleeg pagina 5.
Activeert of deactiveert de Week-timer.
Activeert of deactiveert de On timer, O timer,
of Programma timer.
Activeert of deactiveert de Slaap-timer.
Start de instelling van de timer.
Verzendt de timer- of klokinstelling naar de
binnenunit.
Verzendt de timer- of klokinstelling naar de
volgende stap.
Keert de timer- of klokinstelling terug naar de
vorige stap.
Past de waarde van de timer- of
klokinstellingen aan.
Start de klokinstelling.
Na het plaatsen van de batterijen
Druk op deze knop zoals weergegeven in de
afbeelding. Gebruik de punt van een balpen of een
ander klein voorwerp.
RESET
OPGELET
Om storingen of beschadigingen aan van de
afstandsbediening te voorkomen moet u het volgende doen:
- Plaats de afstandsbediening op een plek waar zij niet zal
worden blootgesteld aan direct zonlicht of overmatige hitte.
- Verwijder de batterijen als het product voor een
langere periode niet wordt gebruikt.
• Obstakels zoals een gordijn of een muur tussen
afstandsbediening en de binneneenheid kunnen de
juiste signaaloverdracht beïnvloeden.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke schokken.
• Giet geen water op de afstandsbediening.
Voor instellingen van de luchtstroom .... Raadpleeg pagina 5.
Regelt de ventilatorsnelheid.
Stelt de functie Automatisch Zwenken in.
Past de luchtstroom in verticale richting aan.
Nl-5
5.
INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM
5.1. Instelling ventilatorsnelheid
U kunt de ventilatorsnelheid regelen door op te drukken.
De snelheid van de ventilator verandert als volgt.
(Auto) (Hoog) (Gemidd.) (Laag) (Stil)
Wanneer
is geselecteerd, is de snelheid van de ventilator
afhankelijk van de werkstand.
Teneinde de luchtreinigende werking te verhogen, stelt u de
ventilatorsnelheid op Hoog.
5.2.
Instelling van de richting van de luchtstroom
Raadpleeg voor gegevens over het bereik van de luchtstroom
"Bereik van de richting van de luchtstroom".
Instelling richting verticale luchtstroom
U kunt de verticale luchtstroomrichting aanpassen door op
te drukken.
Instelling richting horizontale luchtstroom
OPGELET
Controleer, voordat u de richting van de horizontale
luchtstroom aanpast, dat de lamel voor de richting van
de verticale luchtstroom volledig tot stilstand is gebracht.
Stel de twee knoppen met de hand af.
6.
BEDIENINGSHANDELINGEN VOOR DE TIMER
OPMERKINGEN: Wanneer het indicatielampje [
] op de
binneneenheid knippert, stel de klok en de timer dan
opnieuw in. Dit knipperen is een aanwijzing dat de
interne klok opnieuw moet worden ingesteld omdat
er een onderbreking van de stroomvoorziening is
geweest. (Raadpleeg pagina 10.)
Instellingsprocedure van de Timer
De klok aanpassen vóór u de timer instelt. (Zie "voorbereiding
afstandsbediening").
1. Druk op
.
knippert op het display van de afstandsbediening.
2. Druk op
voor het kiezen van de timer
bediening.
De timer bediening zal als volgt veranderen.
[]
[]
[]
Wekelijkse
timer
Hiermee kunt u bedieningsschema's
instellen van maximaal 4 instellingen
voor elke dag van de week.
On timer
Start de werking op het gewenste
tijdstip.
O timer
Stopt de werking op het gewenste
tijdstip.
Programmatimer
Het werkt als de combinatie van de
On-timer en de O-timer.
Slaap-timer
Deze zorgt ervoor dat u comfortabel
kunt slapen doordat de werking van de
airconditioner geleidelijk wordt verminderd.
3. Druk op
.
4. Instellen van elke timer bediening.
Voor meer informatie, raadpleeg de volgende instructies van elke
timer.
5. Druk op
om de timerinstelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit.
Om de timerinstelling tijdens de procedure te annuleren, drukt u
nogmaals op .
4.
EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN
3 stappen voor het starten van de werking
1. Druk op
als u de werking wilt starten of stoppen.
2. Druk op
als u de werkstand wilt selecteren.
De werkstand verandert als volgt.
AUTO COOL DRY FAN HEAT
(Koelen) (Drogen) (Ventileren) (Verwarmen)
3. Stel de gewenste temperatuur in met een druk op
.
De temperatuur wijzigt in stappen van 0,5 °C.
Temperatuurinstelbereik
Auto/Koelen/Drogen 18,0 - 30,0 °C
Verwarmen 16,0 - 30,0 °C
OPMERKINGEN:
Stel in de stand Koelen of Drogen de temperatuur lager in dan de
actuele kamertemperatuur.
In stand Verwarmen,
- stelt u de temperatuur hoger in dan de actuele temperatuur van
het vertrek.
- de ventilator van de binneneenheid werkt in deze stand eerst
3 - 5 minuten lang op zeer lage snelheid.
- de functie automatische ontdooiing neemt het over van de functie
Verwarmen, wanneer dat nodig is.
In de stand Ventileren is temperatuurregeling niet beschikbaar.
Omschakelen Temperatuureenheid
1. Druk op
totdat alleen de klok wordt weergegeven.
2. De knop
voor meer dan 5 secondn ingedrukt houden.
De huidige temperatuureenheid wordt weergegeven. (Fabrieksinstelling: °C)
3. Druk op
voor het omschakelen van de temperatuureenheid. (°C
°F)
4. Druk op
om de instelling af te ronden.
Indien u 30 seconden lang niet op de knop drukt, wordt de
weergegeven temperatuureenheid ingesteld.
Instelling functie Zwenken
Druk op als u de functie Zwenken wilt starten/stoppen.
OPMERKINGEN:
De functie Zwenken kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator
van de binnen-unit op zeer lage snelheid draait of stopt.
Bereik van de richting van de luchtstroom
Richting verticale luchtstroom
1
2
3
4
5
6
Wijzig door
1
2
3
4
5
6
Functie Zwenken door
Koelen, Drogen 1 4
Verwarmen 3 6
Ventileren * 1 4 of 3 6
*
Het bereik van de functie Zwenken wordt bepaald door de richting van de
luchtstroom die is ingesteld voordat de functie zwenken is ingeschakeld.
OPMERKINGEN:
Stel de lamellen voor de richting van de luchtstroom niet met de hand af.
In de stand Auto of Verwarmen blijft de richting van de luchtstroom,
vanaf de start van de functie, enige tijd in positie 1.
In de stand Koelen of Drogen wordt positie 1 - 3 geadviseerd
zodat wordt voorkomen dat uw bezittingen worden beschadigd
door druppels condenswater. Als positie 4 - 6 30 minuten of meer
in deze standen wordt aangehouden, verandert de richting van de
luchtstroom automatisch naar stand 3.
Wanneer u de mobiele app gebruikt (als optie verkrijgbare draadloze
LAN-bediening noodzakelijk) kan voor de verticale luchtstroom
worden gekozen uit 4 posities.
Nl-6
6.1. Wekelijkse timer
Instelgegevens
1. Selecteer Week timer in stap 2 van de "Instellingsprocedure
van de Timer".
2. Druk op
voor het selecteren van het
programmanummer en de dag van de week.
Geselecteerd programmanummer (1~4) en dag van de week zullen knipperen.
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
3. Druk op
.
4. Druk op
voor het kiezen van de timer bediening.
5. Druk op
.
* Wanneer u "Zonder timer" kiest in stap 4, zal de instellingen
display terugkeren naar stap 1.
6. Druk op
voor het instellen van on time of o time.
7. Druk op
.
* Wanneer u "O timer" kiest in stap 4, zal de instellingen display
terugkeren naar stap 1.
8. Druk op
voor het instellen van de temperatuur.
Temperatuurinstelbereik
Auto, Koelen,
of Drogen
modus:
18,0-30,0 °C
*Zelfs als u instelt op 10,0, 16,0,-17,5 °C, zal
de airconditioner werken op 18,0 °C.
Stand Verwarmen:
10,0 of 16,0-30,0 °C
9. Druk op
.
De instellingen display zal terugkeren naar stap 1.
10. Druk op
om de instelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit.
OPMERKINGEN: [
] indicator op de binnenunit zal niet
inschakelen, zelfs als de instelling is afgerond.
Indien u wilt terugkeren naar de vorige stap, drukt u op .
Voor het checken van het schema, gebruikt u
voor het
browsen van de Week timer instellingen in stap 1.
Voor het afronden van het checken, drukt u op
.
Teneinde de Week timer uit te schakelen, drukt u op terwijl
op het display van de afstandsbediening wordt weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
OPMERKINGEN:
De bedieningsmodi zijn hetzelfde als de modus bij de laatste
keer dat de bewerking werd gestopt, zoals Koelen → Verwarmen
→ Koelen → Verwarming type van de bedieningen kan niet
automatisch worden ingesteld.
De ON-timer zal werken als u de ON-timer en de OFF-timer op
hetzelfde tijdstip instelt.
Als twee ON-timers op hetzelfde tijdstip zijn ingesteld, zal de
airconditioner werken op volgorde van het programmanummer.
U kunt de Week timer en de anderen timers tegelijkertijd instellen.
Indien u de On/O -timer, de Programma-timer of de Slaap-timer
instelt terwijl de Week timer is geactiveerd, zal de Week timer
worden uitgeschakeld.
Activeer, in dat geval, de Wekelijkse timer nadat de andere timer is
geëindigd.
Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten,
is deze functie beperkt.
Dagen van de
week
Programmanummer
(Zonder timer)
(On timer) (O timer)
Voorbeelden van Week timer
Voorbeeld 1
7:00 9:00 11:00 17:00 23:00
Maandag
tot
Vrijdag
Programma
1
Programma
2
Programma
3
Programma
4
Aan Uit Aan Uit
26 °C 28 °C
Wekken Naar het
werk
Thuiskomen Slapen
gaan
Zaterdag
(Geen
timerinstellingen)
Zondag
Programma
1
Programma
2
Programma
3
Programma
4
Uit Uit Uit Uit
(Aan) (Aan) (Aan) (Aan)
Voorbeeld 2: U kunt temperatuurinstellingen opgeven met behulp van
de timer Aan in de Week timer.
7:00 9:00 17:00 23:00
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
Aan Aan Aan Aan
28 °C 26 °C 27 °C 28 °C
6.2. ON-timer of OFF-timer
1. Selecteer On timer of O timer in stap 2 van de
"Instellingsprocedure van de Timer".
2. Druk op
voor het instellen van on time of o
time.
Door te drukken op de knop: Zal de tijd wijzigen met +5/-5 minuten.
Door de knop ingedrukt te houden: Zal de tijd wijzigen met
+10/-10 minuten.
Voor het uitschakelen van de On/O -timer, drukt u op
terwijl
op het display van de afstandsbediening wordt
weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
6.3. Programmatimer
1. Stel de On-timer en de O -timer in. (Zie "6.2. ON-timer of
OFF-timer").
2. Selecteer Programma timer in stap 2 van de
"Instellingsprocedure van de Timer".
De timer waarvan de ingestelde tijd dichter bij de huidige tijd ligt, zal
eerst werken.
De volgorde van de werking van de timer wordt als volgt weergegeven:
Timer Indicatielampje op display van afstandsbediening
On→O -timer
O →On-timer
OPMERKINGEN: U kunt de Programmatimer alleen instellen met een
onderbreking van 24 uur.
6.4. Slaap-timer
1. Selecteer Slaap timer in stap 2 of "Instellingsprocedure van
de Timer".
2. Druk op
voor het instellen van de tijd tot de
bediening stopt.
Telkens wanneer u op de knop drukt, verandert u de tijd als volgt:
00M
00M
00M
00M
00M
00M
30M
uren
(30 min.)
Teneinde de Slaap timer uit te schakelen, drukt u op
terwijl
op het display van de afstandsbediening wordt
weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
Nl-7
7. BEDIENINGSFUNCTIES VOOR
ENERGIEBESPARING
7.1. Zuinige stand
Bespaart meer elektriciteit dan andere bedrijfsstanden doordat de
temperatuur op een gematigde instelling wordt gezet.
Druk op als u de zuinige stand wilt activeren/
deactiveren.
Indicatielampje [ ] op de binneneenheid zal gaan branden.
Bedrijfsstand
Temperatuur van het vertrek
Koelen/
Drogen
Enkele graden hoger dan de ingestelde temperatuur
Verwarmen Enkele graden lager dan de ingestelde temperatuur
OPMERKINGEN:
In de standen Koelen, Verwarmen of Drogen is het maximale
rendement van deze bedrijfsstand ongeveer 70% van de
gebruikelijke werking.
Deze bedieningshandelingen kan niet worden uitgevoerd tijdens de
temperatuurbewaking in de stand Auto.
7.2. Human sensor voor energiebesparing
WAARSCHUWING
• Gebruik deze functie niet als er slechts baby's,
kinderen, bejaarden of zieke mensen in de kamer
aanwezig zijn.
OPGELET
• Deze functie niet in serverruimtes of op andere
plaatsen waar niemand aanwezig is gebruiken.
• Plaats geen grote objecten in de buurt van de human
sensor. Houd verwarmingseenheden tevens buiten
het detectiegebied van de sensor.
Wanneer er zich niemand in de kamer bevindt, werkt de airconditioner
matig om verspilling van elektriciteit te voorkomen.
(Deze functie is ingeschakeld ten tijde van aankoop.)
Voor het wijzigen van de instelling, drukt u op .
Wanneer het Energiebesparingsprogramma is geactiveerd, zal
op het display van de afstandsbediening inschakelen.
OPMERKINGEN:
De volgende bedieningen hebben voorrang op het
energiebesparingsprogramma.
- Slaap-timer bediening
- 10 ˚C Verwarming bediening
Het energiebesparingsprogramma werkt mogelijk niet als de
kamertemperatuur verschilt van de ingestelde temperatuur, zoals
wanneer onmiddellijk na het starten van de operatie.
Informatie over het
Energiebesparingsprogramma
Human sensor op de binnenunit detecteert bewegingen van mensen.
Als er gedurende 20 minuten niemand zich in de kamer bevindt, zal de
temperatuur matig worden aangepast.
Wanneer iemand terugkomt in de kamer, keert de airconditioner terug
naar de oorspronkelijke instellingen.
Bedrijfsstand
Temperatuur van het vertrek
(Wanneer niemand aanwezig is)
Koelen/
Drogen
Hoger dan de ingestelde temperatuur (Max. +2˚C)
Verwarmen Lager dan de ingestelde temperatuur (Max. -4˚C)
Auto
Afhankelijk van de bedieningsmodus (Koelen/
Verwarmen/ Drogen).
Detectiebereik van de Human sensor
90°
6 m
6 m
50° 50°
Zijaanzicht Bovenaanzicht
OPMERKINGEN: Aangezien de Human sensor infraroodlicht detecteert
dat door mensen wordt uitgestraald, kan de detectie
onjuist zijn in de volgende situaties.
Situaties waarin de sensor niemand in de kamer kan detecteren,
zelfs als er iemand aanwezig is:
Wanneer de kamertemperatuur hoog is en het verschil met de
lichaamstemperatuur van mensen gering is. (Zoals wanneer de
temperatuur in de zomer 30˚C of hoger is.)
Wanneer iemand in de kamer zich gedurende lange tijd beweegt.
Wanneer iemand achter een bank, ander meubilair is verstopt, glas
of in vergelijkbare situaties.
Wanneer iemand extreem dikke kleding draagt en met de rug
richting de sensor staat.
Situaties waarin de sensor personen in de kamer kan detecteren,
zelfs als er iemand aanwezig is:
Wanneer er een hond of een kat in de kamer rondloopt.
Wanneer wind gordijnen of planten heen en weer beweegt.
Wanneer verwarmingsunits, luchtbevochtigers of elektrische
apparaten zoals oscillerende elektrische ventilatoren in werking zijn.
7.3. Regeling van de ventilator voor
energiebesparing
In de Koelen bediening, wanneer de temperatuur
van het vertrek de ingestelde temperatuur
bereikt, de ventilator van de binnenunit met
onderbrekingen, zodat energie wordt bespaard.
(Deze functie is ingeschakeld ten tijde van
aankoop.)
Teneinde de instelling te veranderen,
gebruikt u de volgende stappen;
1. Druk op
totdat alleen de klok op het display van de
afstandsbediening wordt weergegeven.
2. De knop
voor meer dan 5 secondn ingedrukt houden.
De huidige Ventilator Besturingsstatus ( ) wordt weergegeven.
3. Druk op
voor het schakelen tussen geactiveerd
(
) of gedeactiveerd ( ).
4. Druk op
om de instellingen naar de binnenunit te
versturen.
Het display zal in het oorspronkelijke scherm terugkeren.
OPMERKINGEN: Indien u geen van de knoppen gedurende
30 seconden aanraakt na
wordt weergegeven,
zal het uitschakelen. In het voorgaande geval,
herhaalt u de instellingen van stap 2.
Tijdens de werking van de Slaap-timer verandert de instelling van de
temperatuur zoals in de volgende afbeelding wordt getoond.
In stand Verwarmen
Temperatuur
instellen
Tijd instellen
1 uur
Tijd instellen
1 uur
1,5 uur
30 min.
1 °C 2 °C 3 °C 4 °C
2 °C
1 °C
Stand Koelen of Drogen
De werking van de airconditioner wordt uitgeschakeld wanneer de
ingestelde tijd is verstreken.
Nl-8
8.
OVERIGE BEDIENINGSHANDELINGEN
8.1. Krachtige werking
In de stand voor de krachtige werking werkt de airconditioner op
maximaal vermogen en wordt het vertrek met een krachtige luchtstroom
snel gekoeld of verwarmd.
OPMERKINGEN:
In multi verbindingen, kan deze functie niet worden gebruikt.
Druk op als u de stand voor de krachtige werking
wilt activeren/deactiveren.
Wanneer deze stand wordt geactiveerd klinken er uit de
binneneenheid 2 korte piepjes.
Wanneer deze stand wordt gedeactiveerd klinken er uit de
binneneenheid 1 korte piepjes.
De stand voor de krachtige werking wordt automatisch uitgeschakeld in
de volgende situaties:
De stand voor de krachtige werking is voor een bepaalde tijd
ingeschakeld en de temperatuur van het vertrek bereikt de in de
stand Koelen, Drogen of Verwarmen ingestelde temperatuur.
20 minuten nadat de stand voor de krachtige werking is gestart.
OPMERKINGEN:
De luchtstroomrichting en de ventilatorsnelheid worden automatisch
gecontroleerd.
De stand voor de krachtige werking kan niet tegelijkertijd worden
uitgevoerd met de Zuinige stand.
De Powerful bewerking heft de volgende bewerkingen op. Wanneer
de volgende bewerkingen zijn ingesteld, zullen ze starten nadat de
Powerful bewerking is voltooid.
- Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
- Energiebesparingsprogramma
Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten,
is deze functie beperkt.
8.2. Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
De Buitenunit Ruisonderdrukking bediening reduceert het geluid van de
buitenunit. Tijdens de bediening, zal het aantal omwentelingen van de
compressor afnemen en de ventilator van de buitenunit draait langzaam.
OPMERKINGEN:
In multi verbindingen, kan deze functie niet worden gebruikt.
Drukt u op voor het activeren of deactiveren van de
Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit.
Wanneer de Buitenunit Ruisonderdrukking bediening is
geactiveerd, zal
op het display van de afstandsbediening
worden weergegeven.
De instelling blijft bewaard, zelfs als de airconditioner is uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
Ventilator modus, Drogen modus, en Powerful bediening.
Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten,
is deze functie beperkt.
8.3. 10 °C Verwarmen
10 °C Verwarmen bediening houdt de kamertemperatuur op 10 °C,
zodat de kamertemperatuur niet te laag kan worden.
Druk op voor het activeren van de 10 °C
Verwarming bediening.
De binnenunit zal 1 korte pieptoon laten horen en [ ] indicator op
de binnenunit zal uitschakelen.
Druk op voor het uitschakelen van de airconditioner.
[ ] indicator zal uitschakelen.
OPMERKINGEN:
Tijdens de 10 °C Verwarming bediening, is slechts
geldig.
Wanneer de kamertemperatuur warm genoeg is, wordt deze functie
niet uitgevoerd.
Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten,
is deze functie beperkt.
9.
INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE
9.1.
Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
Door de eigen code van de binnenunit en afstandsbediening in te stellen,
kunt u de airconditioner speciceren die de afstandsbediening bestuurt.
Wanneer er twee of meer airconditioners in de kamer aanwezig zijn en u wenst
deze afzonderlijk te bedienen, stelt u de eigen code in (4 selecties zijn mogelijk).
OPMERKINGEN: Indien eigen codes verschillend zijn tussen de
binnenunit en de afstandsbediening, kan de binnenunit
geen signaal van de afstandsbediening ontvangen.
Hoe de eigen code van de afstandsbediening in te stellen
1. Druk op
totdat alleen de klok op het display van de
afstandsbediening wordt weergegeven.
2. Ingedrukt houden
voor meer
dan 5 seconden.
De huidige eigen code zal worden
weergegeven (oorspronkelijk ingesteld op A).
3. Druk op
voor het
wijzigen van de eigen code tussen
A↔B↔C↔D (
).
* Pas de eigen code op het display aan
de eigen code van de airconditioner.
4. Druk nogmaals op
.
De eigen code zal worden ingesteld.
Het display zal naar de oorspronkelijke klok terugkeren.
Om de eigen code van de airconditioner te wijzigen, neem t u contact
op met een bevoegd servicepersoneel (oorspronkelijk ingesteld op A).
Indien u gedurende 30 seconden geen knoppen indrukt zal de eigen
code worden weergegeven, en het display zal naar de klokweergave
terugkeren. In het voorgaande geval, herhaalt u de instellingen van stap 2.
Afhankelijk van de afstandsbediening, de eigen code zal
terugkeren naar A bij het vervangen van de batterijen. In dit geval,
kunt u de eigen code resetten. Indien u niet weet welke eigen
code een airconditioner heeft, probeert u elke code totdat u de
code vindt die bij de airconditioner past.
10. REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET
• Voor het reinigen van dit product, moet u hem
uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
• Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het
inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig
afsluiten van het inlaatrooster kan eect hebben op de
juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
Als bij het reinigen van lters werk op hoogte moet
worden uitgevoerd, vraag dan advies aan bevoegd
servicepersoneel.
Voorkom dat u zich verwondt bij het verrichten van
onderhoud aan de unit, raak de aluminium lamellen van de
warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan.
• Stel de binneneenheid niet bloot aan
vloeistonsecticiden of haarspray.
• Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond
wanneer u het apparaat onderhoudt.
Inlaatrooster
Behuizing
binneneenheid
Luchtreiniging lters
(Apple catechin lter, Ion-ontgeuringslter)
Luchtlters
Nl-9
Reinigen van het Ion-ontgeuringslter en
Vervangen van het Apple-catechin lter
1. De luchtlters reinigen. Raadpleeg stappen 1 ~ 2 van "Het
luchtlter reinigen".
2. Verwijder de luchtreinigingslters uit de luchtlterhouder.
Luchtreiniging lter
Luchtreiniging lterframe
3. Spoel het Ion-ontgeuringslter (lichtblauw) door met warm
water onder hoge druk, totdat het oppervlak van de lters
bedekt is met water.
4. Was het Ion-ontgeuringslter met een neutraal
reinigingsmiddel.
Niet scheuren of wrijven, anders kan het geurbestrijdende eect
verminderen.
5. Spoel het Ion-ontgeuringslter met stromend water.
6. Droog het Ion-ontgeuringslter in de schaduw.
7. Verwijder het Apple-catechin-lter (lichtgroen) uit de
lterhouder voor het luchtlter.
8. Plaats de nieuwe of gewassen luchtreinigingslters in de
luchtlterlters.
OPMERKINGEN: Gebruik het Apple-catechin-lter zo snel mogelijk na
het openen van de verpakking. Het luchtreinigende
eect neemt af wanneer de lters in de geopende
verpakking worden achtergelaten.
9. Monteer de luchtlterhouders op de luchtlters.
Bevestig de 4 haken aan de achterkant van het lterframe voor
luchtlter in met de vergrendeling aan beide uiteinden van het
luchtlter.
* Zorgt u ervoor dat het luchtzuiveringslter niet buiten het frame
uitsteekt.
Haken (4 plaatsem aam de achterkant)
Vergrendeling (4 plaatsen)
OPMERKINGEN: Zorgt u ervoor dat het luchtzuiveringslter niet
buiten het frame uitsteekt.
10. Vervang de luchtlters en sluit het inlaatrooster. Raadpleeg
stappen 4 ~ 5 van "Het luchtlter reinigen".
Vervangen van het Ion ontgeuringslter
1. De luchtlters reinigen. Raadpleeg stappen 1 ~ 2 van "Het
luchtlter reinigen".
2. Verwijder het Ion-ontgeuringslter (lichtblauw) uit de
lterhouder voor het luchtlter.
3. Installeer de nieuwe Ion-ontgeuringslter.
De frequentie voor het schoonmaken wordt in de volgende tabel
getoond.
Wat u moet doen Frequentie
Reinigen van de behuizing van de
binneneenheid
Wanneer u merkt
Het luchtlter reinigen Om de 2 weken
Reinigen van het Ion ontgeuringslter Iedere 3 maanden
Vervangen van het Apple-catechin lter
(Model naam: UTR-FA16)
Vervangen van het Ion ontgeuringslter
(Model naam: UTR-FA16-2)
Elke 3 jaar
* De luchtzuiveringslters worden apart verkocht. Neem contact op met
de winkel van aankoop, wanneer u ze vervangt.
Reinigen van de behuizing van de
binneneenheid
OPMERKINGEN:
Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
1. Veeg de behuizing van de binneneenheid voorzichtig schoon
met een in water vochtig gemaakte zachte doek.
2. Veeg de binneneenheid voorzichtig droog met een droge,
zachte doek.
Het luchtlter reinigen
1. Open het inlaatrooster tot deze klikt.
2. De luchtlters reinigen.
Til het handvat van het luchtlter op, maak de twee lagere lipjes los
en neem het luchtlter uit eruit.
Handgreep luchtlter
Haakjes (2 plaatsen)
3. Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
Schoonmaken met een stofzuiger.
Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel.
Laat de luchtlters na het schoonwassen grondig drogen in de
schaduw.
4. Vervang de luchtlters.
Houd de zijkanten van het luchtlter langs het paneel en druk het
lter geheel naar binnen. Controleer dat de twee onderste nokjes
goed terugkeren in hun uitsparingen in de binneneenheid.
5. Sluit het inlaatrooster.
Druk op 4 plaatsen op het inlaatrooster tot het rooster volledig sluit.
OPMERKINGEN: Als er zich vuil op het luchtlter verzamelt, wordt de
luchtstroom beperkt, neemt de bedrijfs-eciency af
en neemt het lawaai toe.
Nl-10
Inlaatrooster losnemen en installeren
Inlaatrooster losnemen
1. Open het inlaatrooster tot deze klikt.
2. Trek aan de montage-assen terwijl u het inlaatrooster in een
horizontale positie houdt.
Inlaatrooster installeren
1. Plaats, terwijl u het inlaatrooster horizontaal houdt de linker-
en rechter montage-assen in de kussenblokken aan de
bovenzijde van het voorpaneel.
De steek de assen in tot deze goed op hun plaats vastklikken.
2. Sluit het inlaatrooster.
3. Druk op 4 plaatsen op het inlaatrooster tot het rooster
volledig sluit.
Na langdurig niet-gebruik van de unit
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, schakel
dan voor een halve dag de functie FAN in zodat de interne onderdelen
goed drogen voorafgaand aan de normale werking.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan het zich in de binneneenheid
verzamelde stof de prestaties van de unit beperken, zelfs als u het
apparaat op juiste wijze het onderhouden.
U kunt dan het beste een inspectie van de unit uitvoeren.
Neem voor meer informatie contact op met geautoriseerd personeel.
Reset van de lterindicator (Speciale instelling)
Deze functie kan worden gebruikt als deze op juiste wijze is ingesteld
bij de installatie. Vraag aan geautoriseerd servicepersoneel advies over
het gebruik van deze functie.
Reinig het luchtlter wanneer het indicatielampje het
volgende laat zien:
Indicatielampje Knipperpatroon
Knippert 3 keer, met tussenpozen van 21 seconden
Reset na het schoonmaken het indicatielampje van het lter door
op de binneneenheid gedurende maximaal 2 seconden
in te drukken.
11. ALGEMENE INFORMATIE
Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, waardoor
warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en deze warmte wordt
overgebracht naar de binneneenheid. Hierdoor zijn de prestaties minder
goed wanneer de buitentemperatuur lager wordt.
Als u vindt dt de verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij
u aan deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur.
Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een hoge
luchtvochtigheid, kan er ijsvorming ontstaan op de buiteneenheid tijdens
het verwarmen, en het kan de operationele prestaties van het product
verminderen.
Voor vorstbeveiliging is deze airconditioner voorzien van een
microcomputer-gestuurde automatische ontdooifunctie.
Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen en zal het
ontdooicircuit kort werken (maximaal 15 minuten).
Indicatielampje [
] op de binneneenheid knippert.
Als er na het verwarmen vorst wordt gevormd op de buiten-unit, zal
de buiten-unit na enkele minuten automatisch stoppen. Dan begint de
bewerking automatische ontdooiing.
Functie automatisch opnieuw opstarten
In het geval van een stroomstoring, zoals een stroomonderbreking,
stopt de airconditioner direct. Maar hij wordt automatisch opnieuw
opgestart en voert de vorige bewerking uit wanneer de stroomtoevoer
wordt hervat.
Als er een stroomonderbreking plaatsvindt nadat de timer is ingesteld,
wordt het aftellen van de timer gereset.
Nadat de stroomtoevoer wordt hervat, knippert het indicatielampje [
]
op de binneneenheid zodat u weet dat er een storing in de timer is
geweest. Reset in dat geval de klok en de instellingen van de timer.
Storingen veroorzaakt door andere
elektrische apparaten
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch
scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender
kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, schakel de
stroomonderbreker dan een keer uit. Zet hem dan weer aan, en hervat
de bewerking met behulp van de afstandsbediening.
Bereik temperatuur en luchtvochtigheid
binnen-unit
Toegestane bereiken voor de temperatuur en de luchtvochtigheid zijn
de volgende:
Binnentemperatuur Koelen/
Drogen
[°C] 18 tot 32
Verwarmen [°C] 16 tot 30
Luchtvochtigheid binnen [%] 80 of minder *
1)
*1) Als de airconditioner gedurende een groot aantal uren
ononderbroken wordt gebruikt, kan er condens op het oppervlak
ontstaan en lekken.
Als de unit wordt gebruikt onder condities buiten het toegestane
temperatuurbereik, zal de werking van de airconditioner
misschien worden onderbroken door het automatisch werkende
beveiligingscircuit.
Afhankelijk van de bedrijfscondities kan de warmtewisselaar
bevriezen, waardoor waterlekkage of een andere storing ontstaat (in
de stand Koelen of Drogen).
Overige informatie
Gebruik de airconditioner niet voor een ander doel dan het koelen/
drogen, verwarmen van een vertrek of voor het ventileren.
Raadpleeg voor het toegestane bereik van temperatuur en
luchtvochtigheid voor de buiten-unit, de installatiehandleiding van de
buiten-unit.
Nl-11
12.
ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN
12.1. Bedrade afstandsbediening
De optionele bedrade afstandsbediening kan worden gebruikt.
U kunt de bedrade afstandsbediening en de draadloze
afstandsbediening samen gebruiken.
Echter, zijn bepaalde functies van de draadloze afstandsbediening beperkt
beschikbaar. Als u de beperkte functies instelt, zal een akoestisch signaal klinken
en zullen de indicatielampjes [ ], [ ] en [ ] op de binnen-unit knipperen.
<Beperkte functies voor draadloze afstandsbediening>
Bij gebruik in combinatie met een bedrade afstandsbediening (type met
2 bedrading)
Week timer bediening
Krachtige werking
Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
10 °C Verwarmen
U kunt de bedrade afstandsbediening en draadloze LAN-bediening
gebruiken (optioneel).
Echter, sommige bewerkingen van de mobiele app zijn beperkt.
Meerdere afstandsbedieningen
U kunt twee niet-draadloze afstandsbedieningen op één airconditioner aansluiten.
U kunt de airconditioner met beide afstandsbedieningen bedienen.
Maar de timer-functies zijn niet beschikbaar voor de secundaire unit.
Groepsregeling
U kunt met een afstandsbediening tot wel 16 airconditioners bedienen.
Voor alle airconditioners gelden dan dezelfde instellingen.
U kunt niet groepsregeling en regeling met een draadloze LAN combineren.
12.2. Draadloze LAN-bediening
U kunt de als optie verkrijgbare draadloze LAN-bediening gebruiken.
12.3. Multi-type airconditioner
Deze binnen-unit kan worden aangesloten op een buiten-
unit van het multi-type. De multi-type airconditioner biedt de
mogelijkheid verschillende binneneenheden in verschillende
locaties te laten werken. De binneneenheden kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt, afhankelijk van hun werking.
Gelijktijdig gebruik van meerdere eenheden
Wanneer een multi-type airconditioner wordt gebruikt, kunnen er
meerdere binnen-units tegelijkertijd worden gebruikt, maar wanneer
er 2 of meer binnen-units van dezelfde groep tegelijkertijd worden
gebruikt, zal de eectiviteit van de koel- en verwarmingsfuncties lager
zijn dan wanneer er slechts één binnen-unit wordt gebruikt. Wanneer u
echter tegelijkertijd meer dan 1 binnen-unit voor koeling wilt gebruiken,
kunt u deze beter vooral ‘s nachts gebruiken of op een ander tijdstip
wanneer er minder opbrengst wordt gevraagd. Wanneer u meerdere
binneneenheden gelijktijdig voor verwarming wilt gebruiken, kunt u ze
beter met extra verwarmingstoestellen in de kamer gebruiken.
Seizoensgebonden omstandigheden, de buitentemperatuur, de indeling
van de kamers en het aantal personen in het vertrek kunnen ook de
eectiviteit beïnvloeden. Wij adviseren u meerdere toepassingspatronen
te proberen en vast te stellen hoe de verwarmings- en koelfuncties van
uw binnen-units presteren en hoe u ze kunt inzetten zodat ze het best
bij de levensstijl van uw gezin passen.
Als u merkt dat er één of meer binnen-units bij een gelijktijdige werking
lagere koel- of verwarmingsprestaties leveren, adviseren wij u de
gelijktijdige werking van meerdere binnen-units te stoppen.
De werking kan in de volgende standen niet plaatsvinden.
Als de binnen-unit wordt ingesteld op een stand die niet uitgevoerd kan
worden, knippert het indicatielampje [
] op de binnen-unit (1 seconde
aan, 1 seconde uit) en gaat de binnen-unit over in de stand Stand-by.
Stand Verwarmen en stand Koelen (of stand Drogen)
Stand Verwarmen en stand Ventileren
De werking kan in de volgende standen plaatsvinden.
Stand Koelen en stand Drogen
Stand Koelen en stand Ventileren
Stand Drogen en stand Ventileren
De bedrijfsstand (stand Verwarmen of stand Koelen (Drogen)) van de
buiten-unit wordt bepaald door de bedrijfsstand van de binnen-unit die
het eerst is bediend. Als de binnen-unit in de stand Ventileren is inge-
schakeld, wordt de bedrijfsstand van de buiten-unit niet bepaald.
Bijvoorbeeld, als de binnen-unit (A) is ingeschakeld in de stand Ven-
tileren en de binnen-unit (B) vervolgens is ingeschakeld in de stand
Verwarmen, werkt de binnen-unit (A) tijdelijk in de stand Ventileren.
Maar wanneer de binnen-unit (B) start met werken in de stand Ver-
warmen, gaat indicatielampje [
] van de binnen-unit (A) knipperen
(1 seconde aan, 1 seconde uit) en gaat de binnen-unit over in de stand
Stand-by. De binnen-unit (B) blijft in de stand Verwarmen werken.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen, moet u onmiddellijk stopen
met het gebruik van de airconditioner, en alle
voedingen loskoppelen door het uitschakelen van
de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit
het stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of
bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang de airconditioner is aangesloten op de
stroomvoorziening, is de voeding niet uitgeschakeld,
ook niet als u het apparaat is hebt uitgezet.
• Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
• Er lekt water uit het apparaat
Werkt helemaal niet.
Is er een stroomstoring geweest?
Als dat het geval is, start de unit automatisch opnieuw op wanneer
de stroomvoorziening wordt hersteld. (Raadpleeg pagina 10.)
Is de circuitonderbreker uitgeschakeld?
Schakel de circuitonderbreker in.
Is er een zekering doorgebrand of is de circuitonderbreker geactiveerd?
Vervang de zekering of reset de circuitonderbreker.
Is de timer in werking?
U kunt de instelling van de timer controleren of deactiveren,
raadpleeg hiervoor pagina 5.
Slechte koeling- of verwarmingsprestaties.
Werkt de unit onder condities die buiten het toegestane temper-
atuurbereik liggen?
Als dat het geval is, werkt de airconditioner misschien niet meer
omdat het automatische beveiligingscircuit in werking is getreden.
Is het luchtlter vuil?
Reinig het luchtlter. (Raadpleeg pagina 9.)
Is het inlaatrooster of de uitgangspoort van de binnen-unit geblokkeerd?
Verwijder de obstakels.
Is de kamertemperatuur goed afgesteld?
Voor het wijzigen van de temperatuurinstelling, raadpleeg pagina 5.
Is er een raam of deur open blijven staan?
Sluit het raam of de deur.
Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg
pagina 5.
Is de Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit ingesteld?
Voor het stoppen van de Ruisonderdrukking bediening van de
Buitenunit, raadpleeg pagina 8.
<In de stand Koelen> Dringt er direct of sterk zonlicht door in het vertrek?
Sluit de gordijnen.
<In de stand Koelen> Zijn er andere verwarmingsapparaten of
computers in bedrijf, of zijn er teveel mensen in het vertrek?
Schakel de verwarmingsapparatuur of computers uit, of stel de
temperatuur lager in. (Raadpleeg pagina 5.)
Nl-12
Luchtstroom is zwak of stopt.
Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg pagina 5.
Is de Ventilatorregeling ingesteld op Energiebesparing? Als dat
het geval is, zal de binnen-unit misschien tijdelijk tot stilstand ko-
men in de stand Koelen.
Voor het annuleren van de Ventilatorbesturing voor energiebe-
sparing, raadpleeg pagina 7.
<In de stand Verwarmen> Heeft u de unit pas in werking gesteld?
Als dit het geval is, draait de ventilator tijdelijk op een zeer lage snel-
heid zodat de interne onderdelen van de unit warm kunnen worden.
<In de stand Verwarmen> Is de kamertemperatuur hoger dan de
ingestelde temperatuur?
Als dat het geval is, komt de buiten-unit tot stilstand en draait de
ventilator van de binnen-unit op een zeer lage snelheid.
<In de stand Verwarmen> Knippert het indicatielampje [
]?
In dat geval is de functie Automatische ontdooiing in werking. De
binneneenheid komt maximaal 15 minuten tot stilstand. (Raad-
pleeg pagina 10.)
<In de stand Drogen> De binnen-unit werkt op lage ventilatorsnel-
heid voor het aanpassen van de luchtvochtigheid in het vertrek, en
kan van tijd tot tijd tot stilstand komen.
<In de stand Auto> In de stand Monitor, draait de ventilator op een
zeer lage snelheid.
Er is ruis hoorbaar.
Werkt de unit, of hoort u de ruis direct na het tot stilstand komen
van de unit?
Als dat het geval is, hoort u misschien het geluid van stromend
koelmiddel. Het zal misschien vooral hoorbaar zijn gedurende
2-3 minuten na aanvang van de werking.
Hoort u een zacht piepend geluid tijdens de werking?
Dit is het resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van
het frontpaneel die door een wijziging van de temperatuur worden
veroorzaakt.
<In de stand verwarming> houd u een sissend geluid?
Dit geluid wordt geproduceerd door de Automatische ontdooiing.
(Raadpleeg pagina 10.)
Er komt een geur uit de unit.
De airconditioner kan allerlei luchtjes absorberen die ontstaan door
stoering en meubels in het interieur of door sigarettenrook. Deze
luchtjes kunnen tijdens de werking van de unit worden uitgestoten.
Er komt nevel of stoom uit de unit.
<In de stand Koelen of Drogen> Er kan een lichte nevel ontstaan
door condensatie bij plotselinge afkoeling.
<In de stand Verwarmen> Knippert het indicatielampje [
] op de
binneneenheid?
In dat geval kan er stoom uit de buiteneenheid opstijgen omdat de func-
tie Automatische ontdooiing in werking is (Raaadpleeg pagina 10.)
Er loopt water uit de buiten-unit.
<In de stand Verwarmen> Er kan water uit de buiten-unit lopen
dat wordt gegenereerd door de Automatische ontdooiing. (Raad-
pleeg pagina 10.)
Het apparaat werkt anders dan de instelling van de
afstandsbediening.
Zijn de batterijen in de afstandsbediening leeg?
Vervang de batterijen.
Werking wordt vertraagd na het opnieuw opstarten.
Is de stroomvoorziening plotseling weer ingeschakeld?
Als dat het geval is, zal de compressor ongeveer 3 minuten niet
werken zodat wordt voorkomen dat de zekering springt.
Stop de werking onmiddellijk en zet in de volgende
gevallen de elektrische onderbreker uit. Raadpleeg dan
geautoriseerd personeel.
Het probleem blijft aanhouden, zelfs als u deze controles of
diagnosehandelingen uitvoert.
Op de binneneenheid knipperen [ ] en [ ] terwijl [ ] snel knippert.
OPMERKINGEN: Raadpleeg voor het oplossen van problemen met de
regeling van het W-LAN, de instelhandleiding voor
het W-LAN-adapter of de mobiele app die op uw
smartphone of tablet-PC is geïnstalleerd.
Status van de indicatielampjes
Verlichtingspatroon: Uit, Aan, Knipperend, Iedere status
Status Oorzaken en oplossingen
Zie
pagina
Automatische ontdooiing
Wacht tot het ontdooien is voltooid
(maximaal 15 minuten).
10
Filter-indicatielampje
Reinig het luchtlter en reset het
lterteken.
10
Foutcodeweergave
Vraag advies aan bevoegd
servicepersoneel.
-
Instelfout timer door Automatische herstart
Reset de instelling van de klok en van
de timer.
-
Proefdraaien (alleen voor geautoriseerd
personeel)
Druk op
als u het proefdraaien wilt
stoppen.
-
Beperkte functie
11
(Slow)
(Langzaam)
(In meervoudige aansluiting) stand Stand-by
Controleer de ingestelde bedrijfsstand
van de binnen-units.
11
Reset van bediening Handmatig Automatisch
en van Filter-indicatielampje
U kunt de airconditioner bedienen met op de
binnen-unit.
Status
Time voor het blijven
indrukken
Stand of werking
In bedrijf Meer dan 3 seconden Stoppen
Wordt
gestopt
2 seconden of minder Reset Filter-
indicatielampje
Meer dan 3 seconden
minder dan 10 seconden
Auto
*1)
Meer dan 10 seconden
(Alleen voor
servicewerkzaamheden.
*2)
)
Geforceerde koeling
*1) In meervoudige aansluiting volgt de bedrijfsstand de andere binnen-
units.
*2) Voor het stoppen van geforceerd koelen, druk op de knop of
op
de afstandsbediening.
(3 keer)
(Snel)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Fujitsu ASHG12KGTB Handleiding

Type
Handleiding