Gebruik een keukenmachine, een blender of een staafmixer om deze
vruchten te verwerken.
- Bladeren en bladstelen van bijvoorbeeld sla kunnen ook in de
sapcentrifuge worden verwerkt.
- Drink het sap meteen nadat u het hebt gemaakt. Als het enige tijd aan
lucht wordt blootgesteld, verliest het sap zijn smaak en voedingswaarde.
- Om zoveel mogelijk sap te verkrijgen, moet u de stamper altijd
langzaam naar beneden duwen.
- De sapcentrifuge is niet geschikt voor het verwerken van zeer harde en/
of vezelrijke of zetmeelrijke vruchten en groenten, zoals suikerriet.
- Citrusvruchten kunnen ook met de sapcentrifuge worden verwerkt.
Verwijder de witte binnenschil van citrusvruchten omdat die een bittere
smaak heeft.
Gebruik nooit schuursponzen, schurende schoonmaakmiddelen of
agressieve vloeistoffen zoals alcohol, benzine of aceton om het apparaat
schoon te maken.
Het apparaat is gemakkelijker schoon te maken als u dat direct na gebruik
doet.
1 Schakel het apparaat uit. Haal de stekker uit het stopcontact en wacht
totdat het lter tot stilstand is gekomen.
2 Verwijder de vuile onderdelen van de motorunit. Ga als volgt te werk:
- Verwijder de stamper;
- Duw de vergrendelarm omlaag totdat deze niet meer in de
vergrendelde stand staat;
- Verwijder het deksel;
- Verwijder de pulpopvangbak;
3 Verwijder de sapopvangbak samen met het lter (g. 11).
4 Maak de afneembare tuit schoon met de borstel. Maak alle
onderdelen behalve de motorunit in warm water met wat
afwasmiddel schoon met de schoonmaakborstel en spoel de
onderdelen onder de kraan af.
23
4 Draai de bedieningsknop naar stand 1 (lage snelheid) of 2 (hoge
snelheid) om het apparaat in te schakelen. (g. 9)
- Snelheid 1 is met name geschikt voor zacht fruit en zachte groenten
zoals watermeloen, druiven, tomaten, komkommer en frambozen.
- Snelheid 2 is geschikt voor alle andere soorten fruit en groenten.
5 Doe de stukken fruit of groente in de vultrechter en duw deze met
de stamper voorzichtig naar beneden richting het ronddraaiende
lter (g. 10).
Oefen niet te veel druk uit op de stamper, omdat dit een negatief effect kan
hebben op de hoeveelheid sap.
Tip: Hoe langzamer u duwt, hoe meer sap u krijgt.
Steek nooit uw vingers of een voorwerp in de vultrechter.
Verwerk alle ingrediënten en wacht totdat er geen sap meer uit de tuit
stroomt. Schakel vervolgens het apparaat uit en wacht totdat het lter tot
stilstand is gekomen.
6 Druk de tuit omhoog om te voorkomen dat er sap uit de tuit
druppelt.
- Gebruik verse vruchten en groenten omdat deze meer sap bevatten. Bij
uitstek geschikt om te verwerken in een sapcentrifuge zijn ananas, rode
bieten, bleekselderij, appels, komkommer, wortels, spinazie, meloen,
tomaten, granaatappels en druiven.
- U hoeft dunne schilletjes en vliesjes niet te verwijderen. Verwijder alleen
de schillen die u niet zou eten, bijvoorbeeld die van sinaasappels, ananas,
kiwi’s, meloenen en ongekookte rode bieten.
- Als u appelsap maakt, onthoud dan dat de dikte van het sap afhangt van
het soort appel dat u gebruikt. Hoe sappiger de appel, hoe dunner het
sap wordt. Kies een appelsoort die het soort sap oplevert waarvan u
houdt.
- Appelsap wordt heel snel bruin. U kunt dit proces vertragen door een
paar druppels citroensap toe te voegen.
- Vruchten die zetmeel bevatten, zoals bananen, papaja’s, avocado’s, vijgen
en mango’s, zijn niet geschikt om in de sapcentrifuge te verwerken.