Documenttranscriptie
Inhoudsopgave
Pagina
1. Inleiding ......................................................................................................................... 60
2. Voorgeschreven gebruik .............................................................................................. 61
3. Leveringsomvang ......................................................................................................... 61
4. Verklaring van symbolen .............................................................................................. 61
5. Productbeschrijving ...................................................................................................... 62
6. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................................... 63
7. Overzicht van de aansluitcontacten en indicatoren .................................................... 64
8. Aansluitmogelijkheden ................................................................................................. 65
a) Stroomvoorziening .................................................................................................. 65
b) Ontvangeringang ..................................................................................................... 66
c) Aansluiting van de looplicht-LED’s ......................................................................... 67
d) Aansluiting van de schakeluitgangen ..................................................................... 68
9. Ingebruikname .............................................................................................................. 70
a) Ingebruikname in de “RC”-modus .......................................................................... 70
b) Ingebruikname in de “Stand alone”-modus ............................................................ 71
c) Selectie van de startsequentie van het looplicht ................................................... 72
d) Instellen van de looplichtsnelheid .......................................................................... 73
10. PC-aansluiting .............................................................................................................. 75
11. Reiniging ....................................................................................................................... 76
12. Afvalverwijdering .......................................................................................................... 76
13. Technische gegevens ................................................................................................... 77
59
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorwaarden.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om de toestand van het apparaat te
handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Ze bevat belangrijke aanwijzingen over het in gebruik nemen en het onderhoud. Neem deze instructies
in acht, ook wanneer u het product aan derden doorgeeft.
Bewaar deze handleiding om haar achteraf te raadplegen !
Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
60
2. Voorgeschreven gebruik
De 16-kanaals-looplichtbesturing is uitsluitend bedoeld voor privaat gebruik in de hobby- of
modelbouw en de bijhorende gebruikstijden.
Het product is niet geschikt voor andere toepassingen. Een ander gebruik dan hier beschreven
kan de beschadiging van het product en de hiermee verbonden gevaren zoals bv. kortsluiting,
brand, elektrische schokken, enz. tot gevolg hebben. de veiligheidsaanwijzingen moeten
absoluut worden opgevolgd!
Het product mag niet vochtig of nat worden. De elektronica is alleen geschikt voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur van -5 tot 60°C.
Het product is geen speelgoed. Het is niet geschikt voor kinderen onder 14 jaar.
Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op. Deze bevat belangrijke informatie voor het gebruik van het product.
U alleen bent verantwoordelijk voor een veilige werking van een model met een 16kanaals-looplicht!
3. Leveringsomvang
• 16-kanaals-looplichtbesturing
• Gebruiksaanwijzing
4. Verklaring van symbolen
Het symbool met het uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing die in ieder geval moeten worden opgevolgd.
Het “hand”-symbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de
bediening zult verkrijgen.
61
5. Productbeschrijving
Bij de 16-kanaals-looplichtbesturing gaat het om een gebruiksklare elektronische platine die
tot 16 LED’s of LED-groepen kan besturen om verschillende looplichtfuncties mogelijk te
maken.
In de leveringsomvang zijn reeds 17 verschillende lichtsequenties en een automatisch
programma opgeslagen. In het automatisch programma worden de afzonderlijke lichtsequenties
telkens gedurende ca. 6 seconden afgespeeld en aansluitend wordt naar de volgende
lichtsequentie omgeschakeld.
De lichtsequenties waarmee na het inschakelen van de stroomvoorziening moet worden
gestart, kan afzonderlijk worden ingesteld en opgeslagen. De snelheid van de looplichtfunctie
kan in 26 niveaus worden ingesteld.
De platine kan ofwel in de “Stand alone”- of in de “RC”-modus worden gebruikt.
In de “Stand alone”-modus gebeurt de omschakeling of selectie van de afzonderlijke
looplichtseqenties via een druk op de toets op de module.
In de “RC”-modus kan via een vrij ontvangerkanaal de looplichtfunctie via een afstandsbediende zender worden omgeschakeld. Bovendien zijn in de “RC”-modus nog 4 schakelbare
uitgangen voor speciale functies beschikbaar.
De programmering van de 16-kanaals-looplichtbesturing (Open Source C-Control Pro
Programm) kan indien nodig individueel aan het model worden aangepast. Op
www.c-control.de is daarvoor een gratis programmeeroppervlak beschikbaar.
De elektronica is niet beschermd tegen vocht en andere omgevingsinvloeden. Bij gebruik in
een modelvliegtuig of -voertuig mag deze uitsluitend aan de binnenkant van het model worden
ingebouwd.
De in- en uitgangen zijn aan de hand van in de handel verkrijgbare soldeercontacten
uitgevoerd, waaraan de aansluitkabels of 2,54mm pinstrip kunnen worden gesoldeerd.
62
6. Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing,
vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij
niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig
gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet
aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Geachte klant,
deze veiligheidsvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van het product,
maar ook van uw gezondheid en die van andere personen tot doel. Lees daarom
dit hoofdstuk zeer aandachtig door voordat u het product gebruikt!
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of
wijzigen van het product niet toegestaan.
• Het product is geen speelgoed. Het is niet geschikt voor kinderen onder 14 jaar.
• Het product mag niet vochtig of nat worden. De elektronica is alleen geschikt voor
gebruik bij een omgevingstemperatuur van -5 °C tot +60 °C.
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u
nog niet genoeg kennis heeft voor het gebruik van afstandsbediende modelbouw- en afstandsbediende producten.
• Let bij het aansluiten van LED’s, servo’s of aansluitleidingen op een veilig
contact. Losse of wankele stekkers kunnen storingen veroorzaken die bij het
gebruik van de looplichtbesturing in een model tot verlies van het model kunnen
leiden.
• Controleer na het aansluiten van LED’s of leidingen, dat bij het solderen geen
kortsluiting op de platine is ontstaan.
• Let bij het inbouwen van de platine op, dat de soldeercontacten niet met metalen
onderdelen in contact komen, waardoor een kortsluiting ontstaat.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen
gevaarlijk speelgoed zijn.
• Gelieve u tot onze “technische helpdesk” (zie hoofdstuk 1 voor het contactadres)
of een andere vakman te wenden indien u vragen heeft die niet met behulp van
deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
63
7. Overzicht van de aansluitcontacten en indicatoren
R4
SW 2 LED1
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
GND
R24
T6
T8
R7
R8
R19
R17
R20
R18
L1
5 - 18 VDC
T4
R5
R6
R23
T3
R3
K4
RC
SW 1
T2
R2
C7
K6
RXD
C11
C10
K8
Q1
GND
TXD
T1
R1
D3
K2
R21
USB TO UART
U3
16 - K_Lauflicht_V11
T5
T7
COM S3 S1 K16 K15 K14 K13 K12 K11 K10 K9
De 16-kanaals-looplichtbesturing beschikt over de volgende aansluitcontacten:
Afbeelding 1
UB:
plus-soldeerklem voor de stroomvoorziening (+)
GND:
min-soldeerklem voor de stroomvoorziening (-)
RC:
Impuls-ingang van het afstandsbedieningssignaal
GND:
Massa-aansluiting van het afstandsbedieningssignaal
K1 – K16:
Soldeeraansluitingen voor de looplicht-LED’s
S1 – S4:
Soldeeraansluitingen voor de speciale schakelfuncties
SW 1:
Reset toets
SW 2:
Mode-toets
LED1:
LED-indicator
USB TO UART:
Soldeeraansluitingen voor een USB-interface
64
Een precieze beschrijving van de afzonderlijke contacten en de aansluitmogelijkheden kunt u in de volgende hoofstukken vinden.
8. Aansluitmogelijkheden
a) Voedingsspanning
Voor de normale functie moet de 16-kanaals-looplichtbesturing met de aandrijfaccu van een model
of bij stationair gebruik met een netadapter worden verbonden. Soldeer daarom aan de linkerzijde
van de platine twee aansluitleidingen aan de soldeerpunten “UB” (+) en “GND” (-).
R21
USB TO UART
Q1
GND
TXD
RXD
RC SW 1
C11
C10
C7
SW 2 LED1
R23
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
GND
D3
R24
R1
R1
L1
5 - 18 VDC
16 - K_Lauflicht_V11
Afbeelding 2
De 16-kanaals-looplichtbesturing kan met een spanning van 5 tot 18 V/DC worden
gebruikt.
In de modelbouwpraktijk bleek dat de 16-kanaals-looplichtbesturing via de balancerstekker van een 2 - 4-cellige LiPo-accu van stroom kan worden voorzien. In dit geval
moet aan de stroomaansluitleidingen een passende stekker (zoals aan de balanceraansluiting van het laadapparaat) worden aangebracht. Voor de aansluiting worden dan alleen de beide buitenste contacten van de stekker gebruikt.
65
b) Ontvangeringang
“RC”- modus
“Stand alone”- modus
R21
USB TO UART
Q1
GND
TXD
RXD
RC SW 1
SW 2
C11
C10
GND
C7
R24
GND
TXD
RXD
RC SW 1
SW 2
R1
R1
16 - K_Lauflicht_V11
GND
5 - 18 VDC
D3
C7
LED1
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
L1
5 - 18 VDC
C11
C10
R23
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
Q1
LED1
R23
R21
USB TO UART
D3
R24
R1
R1
L1
16 - K_Lauflicht_V11
Afbeelding 3
“RC”- modus:
Als de 16-kanaals-looplichtbesturing in de modelbouw moet worden ingezet en via afstandsbediening moet worden bediend, kan een vrije ontvangeruitgang, die van een tuimelschakelaar met middelste stand of een draai-/schuifregelaar in de zender is voorzien, voor de
besturing worden gebruikt.
Tip uit de praktijk:
Voor het eenvoudige omschakelen tijdens de vlucht of rit bleek een tuimelschakelaar met middelste stand (aan/uit/aan) het best.
De impulsleiding van de overeenkomstige ontvangeruitgang moet met de ingang “RC” worden
verbonden. De min-leiding van de ontvangeruitgang wordt aan het massa-contact “GND”
aangesloten.
“Stand alone”- modus:
Wanneer de 16-kanaals-looplichtbesturing niet via afstandsbediening moet worden bediend,
moet de ingang “RC” met de massa-aansluiting “GND” worden verbonden. In dit geval kunnen
de vier schakeluitgangen (S1 tot S4) niet worden gebruikt.
66
c) Aansluiting van de looplicht-LED’s
De 16-kanaals-looplichtbesturing biedt de mogelijkheid tot 16 LED’s of LED-groepen te
bedienen. De maximale stroom per looplichtkanaal mag de 150 mA niet overschrijden. De
schakelniveau’s van het looplicht werken als open collectorschakeling en verbinden in de
aangestuurde toestand de soldeerpunten K1 tot K16 met massa/GND.
Omwille van deze reden moeten de LED’s volgens het hieronder weergegeven schakelvoorbeeld worden gedraaid. Voor een beter overzicht werd per kanaal slechts een LED
gebruikt. De mogelijkheid bestaat echter om meerdere LED’s per kanaal in serie of parallel te
gebruiken. De maximum toegelaten totale stroom van 150 mA per kanaal mag echter niet
overschreden worden.
T1
R1
D3
T2
R2
C7
T3
T4
K4
T6
K6
T8
K8
R3
R4
R5
R6
R7
R8
R19
R17
R20
R18
K2
R21
T5
T7
U3
auflicht_V11
COM S3 S1 K16 K15 K14 K13 K12 K11 K10 K9
De linker LED-reeks komt van boven naar onder overeen met kanaal 1 - 8 en de rechter LEDreeks komt van boven naar onder overeen met kanaal 9 - 16.
1
8
9 Rv
16
UB
Max. 18V
Afbeelding 4
Zelfs wanneer u meerdere LED’s in serie aansluit, zullen deze in regel een aanzienlijk lagere
bedrijfsspanning tonen dan de verbonden stroomvoorziening (UB). Omwille van deze reden
moet een geschikte voorweerstand (Rv) worden berekend en gebruikt.
67
In het hiervolgende rekenvoorbeeld wordt van een 3-cellige LiPo-accu uitgegaan, die als
aandrijfaccu in een model wordt gebruikt. Als u een 2- of 4-cellige LiPo-accu of een NiCd- of
NiMH-accu gebruikt, dan moet de nominale spanning van de accu als bedrijfsspanning (UB)
worden aangetrokken. Bij stationair gebruik berekent u de voorweerstand met de nominale
spanning van de netadapter.
Tip uit de praktijk:
Ook wanneer de nominale spanning van een 3-cellige LiPo-accu 11.1V bedraagt,
mag u voor de berekening van de voorweerstand met een bedrijfsspanning van 12
V werken, omdat de klemspanning van een pas opgeladen 11,1 V LiPo-accu
duidelijk boven de 12 V ligt.
Rekenvoorbeeld:
We nemen aan dat de gebruikte lichtdiode een stroomspanning van 2,6 V en een stroomopname van 20 mA heeft.
In de eerste rekenstap moet eerst de spanning die op de voorweerstand moet afvallen, worden
uitgerekend:
12 V – 2, 6 V = 9,4 V
Als u twee gelijke dioden na elkaar wilt schakelen, dan moet 2 x 2,6 V = 5,2 V van
de bedrijfsspanning 12 V worden afgetrokken.
Nu kan volgens de Wet van Ohm R = U : I de voorschakelweerstand Rv worden berekend:
Rv = 9,4 V : 0,02 A = 470 Ohm
Met de vermogensformule P = U x I kan het vermogen worden berekend die de voorschakelweerstand moet uithouden:
9,4 V x 0,02 A = 0,188 W
Een weerstand met 470 Ohm en een vermogen van ¼ W (0,25 W) zou daarom voldoende zijn.
Belangrijk!
Let bij het aansluiten van de LED’s op de correcte polarisering van de aansluitleidingen, aangezien LED’s de stroom maar in een richting doorleiden.
68
d) Aansluiten van de schakeluitgangen
De 16-kanaals-looplichtbesturing biedt u de mogelijkheid bovenop de 16 LED’s of LEDgroepen van het looplicht nog 4 schakeluitgangen (S1 - S4) te gebruiken. U heeft dan de
mogelijkheid de aan de 4 uitgangen aangesloten verbruikers afzonderlijk via afstandsbediening in en samen opnieuw uit te schakelen.
De aansluiting gebeurt zoals bij de looplicht-LED’s in overeenstemming met de hieronder
weergegeven schets.
Let er op, dat u de schakeluitgangen uitsluitend in verbinding met een afstandsbediening of een ingangssignaal op de RC-ingang kunt gebruiken.
T1
R1
D3
T2
R2
C7
T3
T4
K4
T6
K6
R3
R4
T5
R5
R6
T7
R7
T8
U3
S4 S2 K8
R8
R19
R17
R20
R18
K2
R21
auflicht_V11
COM S3 S1 K16 K15 K14 K13 K12 K11 K10 K9
De maximum toegelaten stroom per schakelkanaal bedraagt 2 A.
2
4
1 Rv
3
UB
Max. 18V
Afbeelding 5
69
9. Ingebruikname
Sluit de 16-kanaals-looplichtbesturing in overeenstemming met de afbeeldingen in hoofdstuk
8 aan (afbeeldingen 2 tot 5). Controleer de aansluitingen en zorg ervoor dat de soldeerpunten
op de platine geen kortsluitingen tonen of dat de platine niet met stroomvoerende onderdelen
in aanraking komt.
“RC”- modus
Q1
GND
TXD
RXD
RC SW 1
SW 2
C11
C10
GND
5 - 18 VDC
D3
Q1
C7
R24
GND
TXD
RXD
RC SW 1
SW 2
C11
C10
R1
R1
16 - K_Lauflicht_V11
GND
C7
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
L1
D3
LED1
R23
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
R21
USB TO UART
LED1
R23
U1
“Stand alone”- modus
R21
USB TO UART
R24
5 - 18 VDC
R1
R1
L1
16 - K_Lauflicht_V11
Afbeelding 6
a) Ingebruikname in de “RC”-modus
Als u de looplichtbesturing bij gebruik in de modelbouw in de “RC”-modus wilt gebruiken,
neemt u eerst de zender en dan de ontvanger in gebruik. Let er daarbij op dat de stuurgever
(schuifregelaar, draairegelaar of tuimelschakelaar) voor de omschakelfunctie zich in de
middelste stand bevindt.
Opmerking i.v.m. de stuurfunctie:
Wanneer u de stuurgever uit de middelste stand in een richting beweegt, bedient
u de looplichtomschakeling. Wanneer u de stuurgever uit de middelste stand in de
andere richting beweegt, bedient u de 4 bijkomende schakelfuncties.
Sluit de stroomvoorziening aan de 16-kanaals-looplichtbesturing aan.
Automatische herkenning van het RC-signaal:
Onmiddellijk na het inschakelen controleert de elektronica, of een RC-impuls met de ingang
RC/GND is verbonden. Als na het inschakelen van de platine binnen de 2 seconden geen RCimpuls beschikbaar is, gaat de 16-kanaals-looplichtbesturing automatisch in de “Stand alone”modus.
70
Als er geen RC-impuls beschikbaar is en de RC-ingang niet met massa/GND verbonden is,
kan de looplichtsnelheid sterk schommelen.
In de “RC”-modus zijn de looplichtfunctie en de schakelkanalen eerst uitgeschakeld. Al
naargelang de richting dat de stuurgever op de zender wordt ingedrukt kunt u nu de
lichtsequenties van het looplicht in- of omschakelen of de 4 schakelkanalen (S1 tot S4)
bedienen. Elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt wordt een schakelkanaal ingeschakeld
en bij de vijfde druk op de schakelaar worden alle 4 schakelkanalen samen opnieuw
uitgeschakeld.
De middelste stand van de schakelaar moet daarbij met een impulsbreedte aan de RC-ingang
van 1,5 ms overeenkomen. Bij een waarde boven de 1,8 ms schakelt de elektronica de
looplichtfunctie om en bij een waarde onder de 1,2 ms worden de schakelkanalen omgeschakeld.
Dit biedt het voordeel dat u met een onbelicht model start en aansluitend tot vreugde van de
toeschouwers de verschillende lichtfuncties en het looplicht terwijl u het model gebruikt, in
gebruik kunt nemen.
b) Ingebruikname in de “Stand alone”-modus
Als u de looplichtbesturing in de “Stand alone”-modus gebruikt, moet de RC-ingang
met massa/GND verbonden zijn om een constante looplichtsnelheid te bereiken.
Sluit de stroomvoorziening aan de 16-kanaals-looplichtbesturing aan.
In de “Stand alone”-modus begint de looplichtfunctie onmiddellijk na het inschakelen van de
bedrijfsspanning. Door om de modus-toets SW2 te drukken kunnen de afzonderlijke lichtsequenties van het looplicht worden omgeschakeld.
Let op!
De spanningsstabilisator U1 kan al naargelang de verbonden bedrijfsspanning
warm tot heet worden. Let bij het indrukken van de toets SW 2 op dat u de
stabilisator U1 niet met de blote vinger aanraakt.
71
c) Selectie van de startsequentie van het looplicht
De 16-kanaals-looplichtbesturing biedt u naast de 17 lichtsequenties en het automatisch
programma nog de mogelijkheid met de door u gewenste lichtsequenties te starten.
De volgende lichtsequenties zijn af fabriek beschikbaar:
1. Looplicht uit
2. Looppunt met richtingsverandering
1.
3. Looppunt zonder richtingsverandering
2.
4. Twee looppunten van buiten naar binnen met
richtingsverandering
3.
5. Dubbel looppunt met richtingsverandering
5.
6. Twee looppunten van buiten naar binnen met
aansluitend pauze
7. Dubbel 8-kanaals-looplicht
8. Flikkerend looplicht met achteruitgang zonder richtingsverandering
9. Meervakslooppunt
verandering
zonder
richtings-
4.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
10. Doorlopende groep van 4 zonder richtingsverandering
14.
11. Doorlopende groep van 2 met richtingsverandering
16.
15.
17.
12. Afzonderlijk inschakelen van alle LED’s met
gemeenschappelijke uitschakeling
Afbeelding 7
13. Tweemaal knipperen van alle LED’s
14. Wisselend knipperen van groepen van 8
15. Viermaal dubbel knipperen van groep van 8 met pauze
16. Lichtbandopbouw van binnen naar buiten
17. Stapsgewijze op- en afbouw van lichtbalk
18. Automatisch programma waarbij alle lichtsequenties doorlopen*
* Als teken dat het automatisch programma geactiveerd werd, knipperen alle LED’s kortstondig snel op.
72
Ga als volgt te werk om de startsequentie vast te leggen en op te slaan:
• Schakel de 16-kanaals-looplichtbesturing in.
• Kies ofwel via de schakelaar aan de afstandsbediening of via de mode-toets SW 2 op de
platine de gewenste looplichtsequentie waarmee de 16-kanaals-looplichtbesturing bij het
inschakelen moet starten.
• Om de instelling op te slaan, drukt u op de mode-toets SW 2 en houdt u deze zolang
ingedrukt tot het LED-controlelampje “LED1” eerst oplicht en aansluitend knippert. Van
zodra de LED knippert, is de lichtsequentie opgeslagen.
R21
USB TO UART
Q1
GND
TXD
RXD
RC SW 1
C11
C10
C7
SW 2 LED1
R23
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
GND
D3
R24
R1
R1
L1
16 - K_Lauflicht_V11
5 - 18 VDC
Afbeelding 8
73
d) Instellen van de looplichtsnelheid
Naast de lichtsequentie kunt u ook de looplichtsnelheid van de 16-kanaals-looplichtbesturing
instellen. Daarvoor staan er 26 snelheidsniveaus te uwer beschikking.
Om de gewenste looplichtsnelheid in te stellen, gaat u als volgt te werk:
• Schakel de 16-kanaals-looplichtbesturing in.
• Druk op de mode-toets SW 2 en houd deze zolang ingedrukt tot het LED-controlelampje
“LED1” (zie afbeelding 8) permanent oplicht.
• Laat nu de mode-toets SW 2 los. Het LED-controlelampje licht verder permanent op.
• Druk opnieuw op de mode-toets SW 2 om de looplichtsnelheid een niveau langzamer te
schakelen. Wanneer u reeds het langzaamste niveau heeft opgeroepen, begint de looplichtbesturing opnieuw met de hoogst mogelijke snelheid wanneer u verder de mode-toets SW
2 indrukt.
• Druk zo vaak op de mode-toets SW 2 tot u de gewenste looplichtsnelheid heeft ingesteld.
• Voor het verlaten van de snelheidsinstelling drukt u op de mode-toets SW 2 en houdt u deze
zolang ingedrukt tot het LED-controlelampje uitdooft.
• Om de ingestelde snelheid op te slaan, drukt u op de mode-toets SW 2 en houdt u deze
zolang ingedrukt tot het LED-controlelampje knippert.
74
De ingestelde en opgeslagen looplichtsnelheid werkt op alle lichtsequenties met
hetzelfde effect. Een snelheidsinstelling die enkel op bepaalde lichtsequenties
betrekking heeft, is niet mogelijk.
10. PC-verbinding
De 16-kanaals-looplichtbesturing kan indien nodig individueel worden
geprogrammeerd.
De omprogrammering van de looplichtfuncties gaat echter uit van een omvangrijke
basiskennis in de programmeertaal Compact C (vereenvoudigd C-dialect).
Om de 16-kanaals-looplichtbesturing met de PC of een notebook te kunnen verbinden, moet
de interface-adapter (Conrad-bestelnummer 197326) aan de voorbereide aansluiting
“USB TO UART” worden gesoldeerd. Verder is een mini-USB-kabel voor de verbinding met
de PC nodig.
Nadat u de interfacestekker heeft gesoldeerd en de verbindingskabel heeft aangesloten,
installeert u de driver, die met de interfacestekker werd meegeleverd, op uw PC.
R21
USB TO UART
Q1
GND
TXD
RXD
RC SW 1
C11
C10
C7
SW 2 LED1
R23
U2
GND
RESET MODE
UB
R22
U1
GND
D3
R24
R1
R1
L1
16 - K_Lauflicht_V11
5 - 18 VDC
Afbeelding 9
Op www.c-control.de kan in het gedeelte “C-Control Pro” een IDE-ontwikkelingsomgeving (CControlSetup.exe) en het looplichtprogramma gratis worden gedownload.
75
Nadat u de C-Control-software heeft geïnstalleerd en de COM-poort aan de gebruikte
interface heeft toegewezen, kunt u de verbinding tussen de 16-kanaals-looplichtbesturing en
de PC herstellen.
Druk beide toetsen SW 1 en SW 2 in en houd deze ingedrukt. Laat dan toets SW 1 los terwijl
u toets SW 2 ingedrukt houdt. Aansluitend kunt u ook toets SW 2 loslaten.
Anders kunt u ook de bedrijfsspanning aan de 16-kanaals-looplichtbesturing inschakelen
terwijl u toets SW 2 ingedrukt houdt.
Bij een correcte installatie en ingebruikname krijgt u een melding van de looplichtbesturing in
het uitgavevenster van de C-Control-software Nu kunt u onder IDE het looplichtprogramma
oproepen en overeenkomstig aan uw wensen omprogrammeren.
Op www.c-control.de vindt u in het gedeelte C-Control Pro uitgebreide helpteksten
die bij eventuele installatie- en configuratieproblemen kunnen helpen.
11. Reiniging
De buitenkant van de 16-kanaals-looplichtbesturing mag slechts met een zachte, droge doek
of borstel te worden gereinigd. Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of
chemische oplossingen, aangezien deze de oppervlakken van de platine kunnen beschadigen. Bescherm de platine tegen vuil en vocht.
12. Afvalverwijdering
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke
voorschriften.
76
13. Technische gegevens
Voedingsspanning ...................................... 5 - 18 V/DC
Stroomopname zonder LED’s .................... ca. 45 mA
Aantal looplichtkanalen .............................. 16
Aantal van de speciale schakelkanalen .... 4
Stroombelastbaarheid
per looplichtkanaal ...................................... max. 150 mA (weerstandsbelasting in Ohm)
Stroombelastbaarheid
per bijzonder schakelkanaal ...................... max. 2000 mA
Looplichtsequenties .................................... 17 + automatisch programma
Looplichtsnelheidsniveaus ......................... 26
Afmetingen (L x B x H) ............................... 50 x 30 x 10 mm
Platinegewicht zonder kabel en stekker .... 6 g
Arbeidstemperatuurbereik .......................... -5 °C tot +60 °C
77
www.conrad.com
CONRAD IM INTERNET
http://www.conrad.com
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung
vorbehalten.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Legal Notice
These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic
data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ce mode d'emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans
des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même
par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques
et de l'équipement.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming
of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk,
ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting
voorbehouden.
© Copyright 2014 by Conrad Electronic SE.
V3_0214_01