N
ED-3
Identificatie van Bedieningen
Afstandsbediening
15. TOETS
Druk op de “ ”-TOETS om op 5 verschillende snelheden terug te
spoelen (X2 -> X4 -> X8 -> X16 -> X32 -> PLAY), druk op de
“PLAY”-toets om de normale afspeelmodus te hervatten.
16. STAP
Stapsgewijs afspelen in DVD-modus.
17. ZOEK
Naar het gewenste tijdpunt, titel of hoofdstuk gaan in DVD-modus.
18. ONDERTITELING
Druk in afspeelmodus meerdere keren op “SUBTITLE” om van
ondertitelingstaal te wisselen.
19. HOEK
DVD: Druk op “ANGLE” om de camerahoek te wijzigen, vooropgesteld
dat de DVD deze functie ondersteunt.
20. TITEL
Terugkeren naar het DVD-titelmenu.
21. ENTER
Menuselecties bevestigen.
22. INSTELLING
Instellingsmenu openen of verlaten.
23. VOL-
Volumeregeling.
24. HERHAAL
Druk in afspeelmodus meerdere keren op “REPEAT” om de gewenste
herhaalmodus te selecteren.
DVD: selecteer hoofdstuk/titel herhalen of uit.
VCD: selecteer enkele/alles herhalen of uit.
CD: selecteer enkele/folder herhalen of uit.
25. TRAAG
Druk meerdere keren op de “Slow”-toets om in slow motion af te
spelen en verschillende snelheden te doorlopen ½, 1/4, 1/8, 1/16
en normaal.
26. PROGRAMMA
DVD/VCD: Met de programmafunctie kunt u uw favoriete tracks van
de disc opslaan. Druk op de “PROGRAM”-toets (programma), waarna
het programmamenu op het scherm zal verschijnen. Nu kunt u de
cijfertoetsen gebruiken om direct de titel-, hoofdstuk- of
tracknummers in te voeren en de afspeeloptie te selecteren. U kunt de
normale afspeelmodus hervatten door op “PROGRAM” te drukken en
de “programmering wissen”-optie te selecteren in het
programmeermenu. Druk nogmaals op “PROGRAM” om het
programmeermenu te verlaten.
27. ZOOM
DVD/VCD: Gebruik “ZOOM” om het videobeeld te vergroten
of verkleinen.
1. Druk in afspeel- of pauzemodus op “ZOOM” om de zoomfunctie te
activeren. Het rechthoekframe zal kort rechtsonder
in het beeld verschijnen.
2. Telkens dat u op de “ZOOM”-toets drukt, verandert het TV-scherm
als volgt:
2X grootte → 3X grootte → 4X grootte → 1/2 grootte → 1/3 grootte
→ 1/4 grootte → normale grootte
JPEG: Gebruik “ZOOM” om de foto te vergroten of verkleinen.
1. Druk op “ZOOM”.
2. Gebruik “ ” om de afbeelding te vergroten of “ ” om te verkleinen.
Gebruik de “ ”-toets en om door de ingezoomde afbeelding
te bewegen.