Terug naar de overzichtspagina
Wachtwoorden
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Latitude™2100
Een systeemwachtwoord gebruiken
Een Administrator-wachtwoord gebruiken
Een wachtwoord voor de vaste schijf gebruiken
Wachtwoorden worden niet in de fabriek ingeschakeld. U dient deze functie in System Setup in te schakelen als u een wachtwoord wilt gebruiken. Als u een
wachtwoord vergeet, zoek dan op www.support.dell.com naar informatie over hoe u een wachtwoord op uw computer kunt wissen.
Een systeemwachtwoord, Administrator-wachtwoord, en een wachtwoord voor de vaste schijf verhinderen allemaal ongeoorloofde toegang tot uw computer,
alhoewel elk wachtwoord dat op een andere manier doet. In de volgende tabel staan de typen en kenmerken van de wachtwoorden die u op uw computer
kunt gebruiken.
Wachtwoorden bieden een hoog beveiligingsniveau voor gegevens op uw computer of vaste schijf. Wachtwoorden vormen echter geen waterdichte
beveiliging. Als u een betere bescherming wilt, maak dan gebruik van aanvullende vormen van bescherming zoals smartcards, gegevenscoderingsprogramma's
of PC Card-apparaten met coderingstechnieken.
Een systeemwachtwoord gebruiken
Met het systeemwachtwoord kunt u uw computer beschermen tegen ongeoorloofde toegang. Nadat u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, dient u dit
elke keer op te geven wanneer u de computer inschakelt. Nadat u de computer hebt ingeschakeld, wordt het volgende bericht weergegeven:
Please type in the system or administrator password and press <Enter>
(Geef het systeemwachtwoord of het Administrator-wachtwoord op en druk op <Enter>).
Geef uw wachtwoord op om door te gaan (maximaal acht tekens lang). Als u niet binnen twee minuten een wachtwoord opgeeft, keert de computer terug
naar de vorige status waarin deze verkeerde.
Als u een Administrator-wachtwoord hebt ingesteld, kunt u dit in plaats van het systeemwachtwoord gebruiken. De computer vraagt u niet specifiek naar het
Administrator-wachtwoord.
Een Administrator-wachtwoord gebruiken
Het Administrator-wachtwoord is ontworpen om systeembeheerders of servicetechnici toegang te geven tot computers zodat zij deze kunnen herstellen of
opnieuw kunnen configureren. De beheerders of technici kunnen een identiek Administrator-wachtwoord toekennen aan groepen van computers, waardoor u
het systeemwachtwoord kunt toekennen.
Als u een Administrator-wachtwoord instelt, wordt de optie Configure Setup (Setup configureren) beschikbaar in System Setup. De optie Configure Setup
(Setup configureren) geeft u de mogelijkheid toegang tot System Setup te beperken op een soortgelijke manier als u de toegang tot uw computer kunt
beperken. Het Administrator-wachtwoord kan in plaats van het systeemwachtwoord worden gebruikt. Telkens wanneer u wordt gevraagd om het
systeemwachtwoord op te geven, kunt u het Administrator-wachtwoord opgeven.
Een wachtwoord voor de vaste schijf gebruiken
Het wachtwoord voor de vaste schijf beschermt de gegevens op de vaste schijf tegen ongeoorloofde toegang. U kunt ook een wachtwoord instellen voor een
externe vaste schijf (als er een wordt gebruikt). Dat wachtwoord kan hetzelfde of anders zijn als het wachtwoord voor de primaire vaste schijf.
Na het instellen van een wachtwoord voor de vaste schijf, dient u dit elke keer op te geven wanneer u de computer inschakelt en elke keer wanneer u de
computer weer vanuit de stand-bymodus gaat gebruiken. Als het wachtwoord voor de vaste schijf is ingeschakeld, wordt het volgende bericht elke keer op de
computer weergegeven wanneer u deze inschakelt:
Hard-disk #***********-****, the system Primary HDD, is
protected by a password authentication system. You cannot
access data on this hard drive without the correct password.
Please type in the hard-disk drive password and press <Enter>.
(Vaste schijf nr. ***********-****, de primaire vaste schijf van dit systeem, is