Marantec Comfort 257.2 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Comfort 257.2
Aandrijfsysteem voor ondergrondse en gedeelde garages
Montage- en bedieningshandleiding
NL
1. Verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
2. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
3. Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . .3
4. Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
4.1 Leveringspakket Comfort 257.2 . . . . . . . . . . . . .4
4.2 Deurvarianten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
5. Montagevoorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
6. Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
6.1 Voorbereiding van de geleiderail . . . . . . . . . . . .7
6.2 Montage aan de deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
6.3 Plafondmontage van het aandrijfsysteem . . . . .9
6.4 Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
6.5 Ontkoppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
6.6 Montage van externe besturing Control vario .11
7. Handzender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
7.1 Bediening en toebehoren (optioneel) . . . . . . . .11
7.2 Codering van de handzenders . . . . . . . . . . . . .12
8. Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
8.1 Bedrading van het aandrijfsysteem met de
Control vario-bedieningsbesturing . . . . . . . . . .13
8.2 Besturingsaansluitingen van de aandrijving . . .14
8.3 Besturingsaansluitingen van de
bedieningsbesturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
8.4 Overzicht van besturingseenheid Control vario 18
8.5 Snelprogrammering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
8.6 Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties. . . . . . . . . . . . . . .22
9.1 Schema van de uitgebreide programmering
(voorbeeld voor niveau 2, menu 2) . . . . . . . . .22
9.2 Totaaloverzicht van de programmeerbare
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
9.3 Functieoverzicht van de programmeerniveaus .24
10. Meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
10.1 Overzicht van de LED-indicaties . . . . . . . . . . . .33
10.2 Statusmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
10.3 Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
10.4 Schema van storingsmeldingen van de
besturing met druktoetsen in de deksel en
sleutelschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
10.5 Storingen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
11. Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
11.1 Technische gegevens Comfort 257.2 . . . . . . . .38
11.2 Inbouwinstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Typeplaatje motoraggregaat
Type: ____________________________________________________
Artikelnr.: ________________________________________________
Productnr.: _______________________________________________
2. Inhoudsopgave1. Verklaring van de symbolen
Typeplaatje besturing
Type: ____________________________________________________
Artikelnr.: ________________________________________________
Productnr.: _______________________________________________
Aanwijzingen
Voorzichtig!
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die
absoluut in acht moeten worden genomen ter
voorkoming van lichamelijk letsel!
Attentie!
Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die
absoluut in acht moeten worden genomen ter
voorkoming van materiële schade!
Opmerking / Tip
Controle
Informatie
i
2 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
3. Algemene veiligheidsinstructies
Lees het onderstaande grondig door!
Doelgroep
Dit aandrijfsysteem mag uitsluitend door gekwalificeerd en geschoold
personeel worden gemonteerd, aangesloten en in bedrijf worden gesteld!
Gekwalificeerd en geschoold personeel overeenkomstig deze beschrijving zijn
personen:
- met kennis van de algemene en speciale veiligheidsvoorschriften en voorschriften
voor de preventie van ongevallen,
- met kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften,
- met een opleiding in gebruik en onderhoud van de toegepaste
veiligheidsuitrusting,
- met voldoende scholing en onder toezicht staan bij gespecialiseerde
elektrotechnici,
- met het vermogen om gevaren te herkennen die door elektriciteit kunnen
worden veroorzaakt,
- met kennis over de toepassing van de norm EN 12635 (eisen inzake installatie en
gebruik).
Garantie
Voor een garantie met betrekking tot de werking en veiligheid moeten de
aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen. Bij niet-inachtneming
van de waarschuwingen kan lichamelijk letsel en materiële schade optreden.
Voor beschadigingen die ontstaan door niet-inachtneming van de aanwijzingen
aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Niet onder garantie vallen batterijen, zekeringen en gloeilampen.
Om montagefouten en beschadigingen aan deur en aandrijfsysteem te vermijden,
moet er absoluut gewerkt worden overeenkomstig de montage-instructies in de
montagehandleiding. Het product mag pas na kennisneming van de bijbehorende
montage- en bedieningshandleiding worden gebruikt.
De montage- en bedieningshandleiding moet aan de gebruiker van de
deurinstallatie worden overhandigd en dient te worden bewaard. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen voor bediening, controle en onderhoud.
Het product wordt vervaardigd overeenkomstig de richtlijnen en normen die vermeld
zijn in de fabrikantenverklaring en de conformiteitsverklaring. Het product heeft de
fabriek in veiligheidstechnisch foutloze toestand verlaten.
Mechanisch aangedreven ramen, deuren en hekken moeten voor de eerste
inbedrijfstelling en wanneer nodig, maar minstens één keer per jaar, door een
deskundige worden gecontroleerd (met schriftelijk bewijs).
Eigenlijk gebruik
Het aandrijfsysteem is uitsluitend bestemd voor het openen en sluiten van
garagedeuren.
Het gebruik is alleen toegestaan in droge ruimten.
De maximale trek- en drukkracht moet in acht worden genomen.
Deurspecificaties
De deur moet:
- In balans zijn en op iedere positie blijven staan (door compensatie van de veren),
- Soepel lopen en met de hand te bedienen zijn.
Naast de aanwijzingen in deze handleiding moeten de algemeen
geldende veiligheidsvoorschriften en de voorschriften voor de preventie
van ongevallen in acht worden genomen! Onze algemene leverings- en
betalingsvoorwaarden zijn van toepassing.
Aanwijzingen voor de montage van het aandrijfsysteem
• Verzeker u ervan dat de deur zich in een goede mechanische toestand bevindt.
• Verzeker u ervan dat de deur in iedere positie blijft staan (in balans is).
• Verzeker u ervan dat de deur met de hand gemakkelijk in de richting OPEN en
DICHT kan worden bewogen.
• Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
• Verwijder alle niet-benodigde componenten van de deur (bijv. kabels,
kettingen, hoekstukken enz.).
Stel alle vergrendelingen buiten werking, die na de montage van het
aandrijfsysteem niet nodig zijn.
• Voor het installeren van de bekabeling koppelt u het aandrijfsysteem steeds los
van de netspanning.
Verzeker u ervan dat tijdens het installeren van de bekabeling de netspanning
onderbroken blijft.
• Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
• Installeer de net- en besturingskabels gescheiden. De stuurspanning bedraagt
24 V DC.
• Monteer het aandrijfsysteem alleen bij gesloten deur.
• Monteer alle impulsdrukknoppen en radiografische commandogevers (bijv.
radiografische codeschakelaar) op zicht afstand van de deur en op een veilige
afstand van de bewegende delen van de deur. Een minimale montagehoogte
van 1,5 meter moet worden aangehouden.
• Plaats waarschuwingslabels/-stickers op plaatsen waar klemgevaar kan optreden.
• Verzeker u ervan dat, na montage, er geen delen van de deur uitsteken op de
openbare weg.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem
De gebruikers van de deurinstallatie of hun vertegenwoordigers moeten na de
inbedrijfstelling van de installatie worden geïnstrueerd in de bediening.
• Verzeker u ervan dat kinderen niet met de besturing van de deur kunnen spelen.
• Alvorens de deur te bewegen, dient u zich ervan te verzekeren dat er zich geen
personen of voorwerpen in de gevarenzone van de deur bevinden.
• Controleer alle aanwezige Nood-bedieningsvoorzieningen.
• Grijp nooit in een lopende deur of bewegende onderdelen.
• Let op mogelijke knel- en afknijpgevaar van de deurinstallatie.
De bepalingen van EN 13241-1 moeten in acht worden genomen.
Aanwijzingen voor het onderhoud van het aandrijfsysteem
Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten
regelmatig worden gecontroleerd en eventueel worden hersteld.
Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem
altijd spanningsvrij worden geschakeld.
• Controleer iedere maand of het aandrijfsysteem omkeert wanneer de deur een
hindernis raakt. Zet daarvoor, overeenkomstig de looprichting van de deur, een
50 mm hoge/brede hindernis in de dagopening.
• Controleer de instelling van het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT.
• Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en aandrijfsysteem.
• Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging.
• Controleer of de deur licht met de hand te bedienen is.
Aanwijzingen voor de reiniging van het aandrijfsysteem
Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt:
Een directe waterstraal, een hogedrukreiniger, zuren en logen.
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 3
4 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
15 Waarschuwingslabel ontkoppeling
16 Waarschuwingssticker
Naast het standaard leveringspakket is het volgende toebehoren
nodig voor de montage:
- Bedieningsbesturing
- Geleiderail
4.1 / 6
15
16
4.1 Leveringspakket Comfort 257.2
4. Productoverzicht
1 Aandrijving Comfort 257.2
2 Montagestrip
3 Trekstang
4 Railklem (2x)
5 Ophangklem (2x)
6 Bevestingsprofiel bovenkant deur
7 Hoekprofiel van het bevestigingsprofiel bovenkant deur
(2x)
8 Bevestigingsmateriaal rails
11 Schroef 6 x 14 (4x)
12 Zeskantschroef M6 x 20 (2x)
13 Plaatschroeven 6,3 x 16 (4x)
14 Pen A8 met SL-borging
Standaard leveringspakket
9 Adapterhuls
10 Schroef 4,0 x 10
4.1 / 1
1
2
3
4
7
6
4.1 / 2
5
4.1 / 3
8
4.1 / 4
9
4.1 / 5
!1
!”
!#
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 5
4. Productoverzicht
Externe besturing Control vario
4.1 / 8
Kabelwartelset
25 Kabelwartel M16 voor 4 pol. platte kabel
26 Kabelwartel M20 voor 6 pol. platte kabel
27 Kabelwartel M16 voor 4 - 6 mm ronde kabel
28 Kabelwartel M20 voor 6 - 9 mm ronde kabel
17 Externe besturing Control vario
18 Houtschroef 4 x 35 (4x)
19 Plug (4x)
20 Schroef 4 x 10 (4x)
21 Sleutel (2x)
22 Verstelbare kunststof bevestigingslippen (4x)
23 Kunstof klemopener
24 Kortsluitstekker
25
26
27
28
4.1 / 9
Kabelboom aandrijving - externe besturing
29
31 Geleiderail
32 Bevestigingsplaat latei/deurkozijn
33 Schroeven B4 4,2 x 13 (2x)
34 Veiligheidshuls klein
35 Pen 8 x 12,5
36 Bout M6 zelfborgend
37 Geleiderail
Geleiderail type 2
4.1 / 12
4.1 / 11
31
33
32
34
35
36
37
4.1 / 7
17
18
19
20
21
22
23
24
29 Kabelboom aandrijving - externe besturing
4.1 / 10
Kabelboom aandrijving – doorvoerkabel
30
30 Kabelboom aandrijving doorvoerkabel
Geleiderails
De aandrijving kan worden gecombineerd met verschillende
geleiderails.
Geleiderail type 1
Attentie!
Om een correcte montage te garanderen moeten,
voor het begin van de werkzaamheden, de
volgende controles steeds worden uitgevoerd.
Leveringspakket
• Controleer of het leveringspakket compleet is.
• Controleer of het benodigde toebehoren voor uw
inbouwsituatie aanwezig zijn.
Garage
• Controleer of uw garage over een geschikte
netspanningsaansluiting en een spanningonderbreker beschikt.
Deurinstallatie
Attentie!
Bij garages zonder tweede ingang moet in
geval van een storing de garage kunnen
worden betreden. Hiervoor moet een de
garagedeur wordewn uitgerust met een
noodontkopperling.
Wanneer een ontkoppelingsset wordt gebruikt:
• Controleer de correcte werking van de deurvergrendelingen.
De deurvergrendelingen mogen in geen geval buiten werking
worden gesteld.
Wanneer er geen ontkoppelingsset wordt gebruikt:
• Demonteer de deurvergrendelingen of stel de
deurvergrendelingen buiten werking.
• Controleer of de aan te drijven garagedeur voldoet aan de
volgende voorwaarden:
- De garagedeur moet gemakkelijk met de hand te bedienen
zijn.
- De deur moet in iedere positie blijven staan (in balans zijn).
Informatie:
Bij toepassing en montage van accessoires dient
de betreffende bijgevoegde handleiding in acht
te worden genomen.
i
5. Montagevoorbereidingen
4.2 Deurvarianten
4.2 / 1
De standaard levering met bijbehorende geleiderail is geschikt
voor de volgende deurvarianten.
Buiten de gevel draaiende kanteldeur
4.2 / 2
Sectionaaldeur tot 3 m breed
Binnen de gevel draaiende kanteldeur
4.2 / 3
Voor de volgende deurvarianten is extra toebehoren nodig.
4.2 / 4
Sectionaaldeur vanaf 3 m breed
4. Productoverzicht
6 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
6.1 Voorbereiding van de geleiderail
6. Montage
Attentie!
De geleiderail moet voorzichtig aan de
aandrijving worden gemonteerd.
Er mag geen geweld worden gebruikt, aangezien
de vertanding dan kan beschadigen!
6.1 / 1
B
Montage geleiderail type 1
6.1 / 3
A
6.1 / 2
D
C
6.1 / 5
FE
Montage geleiderail type 2
6.1 / 4
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 7
• Monteer de deurmeenemer.
• Plaats de borghuls (A).
• Monteer de latei-aansluitplaat (B).
• Ontgrendel de geleischoen.
• Steek de adapterhuls (C) op de aandrijfas.
• Monteer de rail (D) op het motorhuis.
• Stel de ontgrendelpin (E) in.
• Monteer de deurmeenemer (F).
6.1 / 6
G
A
• Plaats de borghuls (A).
• Monteer de latei-aansluitplaat (G).
8 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Montage aan de kanteldeur
10 - 50 mm
10 - 50 mm
Voorzichtig!
Het aandrijfsysteem moet tot aan de bevestiging
worden ondersteund tegen vallen.
Attentie!
Om een foutloze deur beweging te
garanderenmoet ,
- de bevestingsplaat latei/deurkozijn voor de
geleiderail in het midden boven het
deur bevestigingsprofiel worden gemonteerd.
- De bovenkant van het deurblad moet op zijn
hoogste punt van de openingsbaan
10 - 50 mm onder de horizontale onderkant
van de geleiderail liggen.
6.2 / 1
6.2 / 2
6.2 Montage aan de deur
Attentie!
De geleiderail moet voorzichtig op de aandrijving
worden gemonteerd.
Er mag geen geweld worden gebruikt, aangezien
de vertanding dan kan beschadigen!
6.1 / 8
D
C
6. Montage
Montage aan sectionaaldeur
6.1 / 7
• Ontgrendel de geleischoen.
• Steek de adapterhuls (C) op de aandrijfas.
• Monteer de rail (D) op het motorhuis.
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 9
6. Montage
15°- 30°
6.3 / 2
1
3
2
3
2
1
6.3 / 1
6.3 / 3
6.4 / 1
6.4 Verlichting
A
B
6.3 Plafondmontage van het aandrijfsysteem
• Bepaal montagepositie 1 en 2.
• Monteer de afhangklemmen op de montageposities 1 en 2.
• Buig de afhangplaat.
• Monteer de afhangplaat aan het plafond.
• Plaats de spaarlamp (A).
• Schroef de lampenkap (B) vast.
1. Deur en aandrijving ontkoppelen.
2. Deur en aandrijving weer verbinden.
6.5 / 2
2
1
Geleiderail type 2
1
2
6.5 Ontkoppeling
• Begrens de deurloop in de richting open.
• Monteer het trekkoord voor de ontkoppeling op een
minimale hoogte van 1,8 m.
• Breng het “Waarschuwingslabel ontkoppeling” aan op
het trekkoord.
Voorzichtig!
Bij het bedienen van de ontkoppeling kunnen
er ongecontroleerde bewegingen van de deur
ontstaan:
- Wanneer de deurveren zwak of gebroken zijn.
- Wanneer de deur niet in balans is.
Bij het openen van de deur met de hand kan
de geleideslede tegen de aandrijving botsen.
In ontkoppelde toestand mag de deur slechts
met matige snelheid worden bewogen!
1. Deur en aandrijving ontkoppelen.
2. Deur en aandrijving weer verbinden.
6.5 / 1
2
1
Geleiderail type 1
1
2
6. Montage
10 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 11
6. Montage
7.1 Bediening en toebehoren (optioneel)
7. Handzender
1
Voorzichtig!
- Handzenders horen niet thuis in de handen
van kinderen!
- De handzender mag alleen worden bediend als
men er zeker van is dat er zich geen personen
of voorwerpen in het bewegingsgebied van
de deur bevinden.
A Bedieningstoets groot
B Bedieningstoets klein
C Batterij-/zendcontroleled
D Overdrachtsbus
E Achterzijde van de handzender
F Batterij 3V CR 2032
Overzicht.
Toebehoren zonneklepclip.
7.1 / 1
A
D
C
B
D
E
F
7.1 / 3
Batterij verwisselen.
7.1 / 2
6.6 / 1
• Monteer de externe besturing Control vario aan de
aandrijfzijde.
6.6 / 2
• Boor met een getrapte boor op de geplande plaats een
opening.
• Sluit de opening af met een passende schroefverbinding
Uitbreiding van kabeldoorvoer
De kabeldoorvoer hoeft alleen te worden uitgebreid als er extra
systemen op de externe besturing worden aangesloten.
6.6 Montage van externe besturing
Control vario
7. Handzender
7.2 Codering van de handzenders
Handzender verbinden.
7.2.1 Codering kopiëren
• Bedien de master-zender en houdt de toets ingedrukt.
De LED in de zender brandt.
• Bedien de gewenste toets van de nieuw te coderen handzender,
terwijl u de toets van de master-zender ingedrukt houdt.
De LED knippert.
Na 1 - 2 sec. brandt de LED van de nieuw gecodeerde zender
constant. Het coderen is beëindigd.
• Verwijder de overdrachtsstekker.
7.2.1 / 1
Master-zender bedienen.
Codering overzetten.
7.2.1 / 2
7.2.1 / 3
• Steek de overdrachtsstekker in de handzender.
• Sluit één van de beide buitenste pinnen van de
overdrachtsstekker kort met de middelste pin
(bijv. met behulp van een schroevendraaier).
• Bedien de gewenste toets van de handzender.
Door een geïntegreerde toevalscodering wordt een nieuwe
codering bepaald.
De LED knippert snel.
Zodra de LED constant brandt, heeft de handzender een nieuwe
codering geleerd.
De toets kan worden losgelaten en de overdrachtsstekker kan
worden verwijderd.
Opmerking:
- Na een nieuwe codering van de handzender
moet ook de aandrijving opnieuw worden
geprogrammeerd.
- Bij zenders met meerdere kanalen moet het
codeerproces voor iedere toets apart worden
uitgevoerd.
Codering wijzigen.
7.2.2 / 1
7.2.2 Codering wijzigen
12 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
8.1 / 2
Attentie!
Voor een goede werking moeten
- de stekkers van systeemkabel (A) in de juiste
aansluitingen op de motoreenheid (B) en de
bedieningsbesturing (C) worden gestoken, en
- de verbindingskabels (E + F) correct
aangesloten.
Aandrijving Verbinding Besturingseenheid
XW40 <---> XW40A
B
A
D
G
H
E
F
C
XW40
XW40A
XN85A
XN81
8.1 Bedrading van het aandrijfsysteem met de
Control vario-bedieningsbesturing
• Draai alle vier schroeven van de behuizingsdeksel los.
• Draai alle vier schroeven van de behuizingsdeksel weg.
• Open de behuizingsdeksel aan één zijde.
8.1 / 1
Opmerking:
De schroeven hoeven niet te worden verwijderd
om de behuizingsdeksel te openen.
8. Inbedrijfstelling
Attentie!
- De volgende punten moeten in acht worden
genomen om schade te voorkomen:
- De geldende veiligheidsvoorschriften dienen
te worden opgevolgd.
- De voedings- en besturingskabels moeten
gescheiden worden aangelegd.
- Om de aangegeven beschermklasse van het
aandrijfsysteem te behouden moeten de
leidingen van passende kabelwartels zijn
voorzien.
Voorzichtig!
Gevaar voor stroomstoten:
Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor
worden gezorgd dat er geen netspanning op
de leidingen staat.
Ook moet ervoor worden gezorgd dat dat niet
per ongeluk netspanning op de leidingen kan
komen te staan (bijv. voorkomen dat de
netspanning kan worden ingeschakeld).
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 13
Sluit de doorvoerkabel (E) aan op de aandrijfeenheid (B) en de
besturing (C).
• Breek de kabeldoorvoer in de besturing (C) op positie (G) open.
• Leid de voedingskabel (F) door de opening (G) in de bestu-
ring (C).
Opmerking:
Met de dipschakelaar (D) kan de
programmering worden uitgeschakeld.
ON Programmering vrijgegeven
OFF Programmering geblokkeerd
8.2 Besturingsaansluitingen van de aandrijving
Attentie!
Om schade aan de besturing te voorkomen:
- Neem altijd de plaatselijke
veiligheidsbepalingen in acht.
- Leg netleidingen en besturingskabels beslist
gescheiden aan.
- De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
- Externe spanningen aan de aansluitingen
XW40, XB10 of XB02 leidt tot beschadiging
van de elektronica.
- Op de klemmen 1 en 2 (XB02) uitsluitend
potentiaalvrije maakcontacten aansluiten.
- De kortsluitingsstekker mag niet in de
systeembus XW40 worden gestoken!
Voorzichtig!
Gevaar voor een elektrische schok!
Voor het installeren van de bekabeling moet
worden gecontroleerd, dat de leidingen
spanningsvrij zijn.
Tijdens het installeren van de bekabeling moet
ervoor worden gezorgd, dat de leidingen
spanningsvrij blijven (opnieuw inschakelen
verhinderen).
3127071
XB10
XB02
XW40
8.2 / 1
Benaming Type / Functie
i
XB01
Aansluiten van externe
bedieningselementen zonder
systeembekabeling en tweedraadse
fotocel
9.3 /
Niveau 5 /
Menu 1
XB10
Aansluiten van externe
bedienings elementen met
-
systeembekabe ling 8.1
XW40 Aansluiting bedieningsbesturing -
XB70
8. Inbedrijfstelling
• Sluit de behuizingsdeksel.
• Draai alle vier schroeven over de behuizingsdeksel.
• Draai de behuizingsdeksel vast.
8.1 / 4
Attentie!
- Om beschadiging van de bekabeling te
voorkomen moet er bij het sluiten van de
deksel op worden gelet dat de kabels niet
klem komen te zitten.
- Om de aangegeven beschermklasse van het
aandrijfsysteem te behouden,
- dienen de openingen van passende
kabelwartels te worden voorzien,
- moeten de kabels correct in de
kabeldoorvoeren liggen.
- moeten de insteekbare kabeldoor voeringen
juist in de besturing zitten.
14 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
8.1 / 3
• Sluit de voedingskabel aan op aansluiting XN 81 en PE (H).
H
Benaming Aansluitkleur
L bruin
N blauw
H groen/geel
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 15
8. Inbedrijfstelling
Informatie:
Bij het monteren van externe
bedienings elementen, veiligheids- en signaalin-
richtingen, de overeenkomstige handleidingen in
acht nemen.
i
Opmerking:
Verwijder de overeenkomstige kortsluitings -
stekker alvorens een bedieningselement aan de
aansluitbus aan te sluiten.
8.3 Besturingsaansluitingen van de
bedieningsbesturing
Voorzichtig!
Gevaar voor stroomstoten:
Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor
worden gezorgd dat er geen netspanning op
de leidingen staat.
Ook moet ervoor worden gezorgd dat dat niet
per ongeluk netspanning op de leidingen kan
komen te staan (bijv. voorkomen dat de
netspanning kan worden ingeschakeld).
XB01
XW40B
XW40C
XN85A XN85B
XH89
XN81
XH14 F1
XW40A
8.3 / 1
Benaming Type / Functie
i
A Dipschakelaar programmering 8.1
F1 Zekering 6,3 A
XB01
2-draadsfotocel / externe fotocel en
impulsdetector
8.3 / 2,
8.3 / 3
XB50
Voeding externe bedieningselementen
24 V gelijkstroom, max. 100 mA
8.3 / 8
XB72 Aansluiting modulaire antenne
XH14 Aansluiting veegimpuls 8.3 / 7
XH89
Op aansluiting controlelampje NO
staat 230 V
8.3 / 7
XN81 Stekker stroomaansluiting 1N~230 V 8.3 / 5
XN85A
Stroomaansluiting afgeschermd voor
doorleiden motor
8.3 / 6
XN85B
Stroomaansluiting afgeschermd voor
doorleiden EWM-module
8.3 / 6
XP15
Veerlijst, 6-pins / besturing
veiligheidscircuit
8.3 / 4
XW40A MS BUS-motor
XW40B MS BUS-uitbreidingsmodule
XW40C MS BUS-weergave
XB50
XP15
Besturingsaansluitingen van de bedieningsbesturing
A
XB72
Aansluiting XB01 (2-draadsfotocel)
Benaming Type / Functie
1 GND 0V
2 Impuls
3 24 V
70 Aansluiting GND DICHT
71 Aansluiting fotocel DICHT
AP27 Fotocel TX-zender, RX-ontvanger
RX Fotocel RX-ontvanger
TX Fotocel TX-zender
Sb1 Impulsdetector
XB01 Aansluitklem bedieningselement
-XB01
7170
2 1 1
TX
2
RX
-W1
2
1
-W2
2
1
12
-W1
-W2
-AP27
1
23
-Sb1
8.3 / 2
M08E004
8. Inbedrijfstelling
16 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Aansluiting XB01 (externe fotocel)
Benaming Type / Functie
XB01 Aansluitklem bedieningselement
1 (XB01) GND 0V
2 (XB01) Impuls
3 (XB01) + 24 V DC
70 (XB01) GND-aansluiting
71 (XB01) Aansluiting fotocel DICHT
X1 Externe ontvanger
70 (X1) Aansluiting potentiaalvrij verbreekcontact
71 (X1) Aansluiting potentiaalvrij verbreekcontact
+ (X1) + 24 V DC
- (X1) GND
S1 Fotocel potentiaalvrij verbreekcontact
-X1
+
-
70 71
-XB01
7170
1
23
-S1
12 11
8.3 / 3
M09E045
Informatie:
Na aansluiting van een fotocel op XB01 moet
een bus-reset plaatsvinden (punt 9.3 /
niveau 1 / menu 8).
i
8. Inbedrijfstelling
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 17
Aansluiting contactlijst en ruststroomkring (RSK)
Benaming Type / Functie
AP01 Eenzijdige aansluiteenheid
R1 8K2-weerstand
XP01 6-polige stekkerdoos
BP49 Contactlijst DICHT
S1 Slapkabelschakelaar
XP15 Veerlijst, 6-pins / besturing veiligheidscircuit
BN Spiraalsnoer bruin
BK Spiraalsnoer zwart
GN Spiraalsnoer groen
WH Spiraalsnoer wit
YE Spiraalsnoer geel
-XP15
P1 b c d e f
-XP01
-W1
WH
BN GN BK
-AP01
YE
-S1
-R1
1 2 3 4 5 6
-BP49
8.3 / 4
M09E042
Aansluitingen MS BUS vario-besturing ondergrondse garage
-XH14
L1
N
H1 42
-KH42
A2 A1
-XH89
H9 94
-
HH
9
4
8.3 / 7
M10E022
8.3 / 5
M10E022
-XN85A
N L
-XN85B
N L
N
L
N
L
8.3 / 6
M10E022
-XB50
+24V DC
GND
- +
8.3 / 8
M10E022
8. Inbedrijfstelling
18 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Benaming Type / Functie
XB50
Voeding externe bedieningselementen 24 V
gelijkstroom, max. 100 mA
F0 max. 16 A
HH94 Controlelampje
KH42 Tijdrelais 3-min.-licht
X0 Netstekker 1N~50..60 Hz 230 V
XH14 Aansluiting veegimpuls
XH89
Op aansluiting controlelampje NO staat
laagspanning
XN81 Stekker stroomaansluiting 1N~230 V
XN85A
Stroomaansluiting afgeschermd voor doorleiden
motor
XN85B
Stroomaansluiting afgeschermd voor doorleiden
EWM-module
L1 (XH14) Stroomvoorziening ter plaatse
N (XH14) Stroomvoorziening ter plaatse
2
1
3
4
5
6
7
8
2
1
8.4 Overzicht van besturingseenheid
Control vario
B
A
D
E
F
C
8.4 / 1
Bedieningselementen
Benaming Type / Functie
i
A Weergave carrousel 10.1
B
Toets OPEN (+)
(bijv. deur in positie OPEN
bewegen of parameter in de
programmeermodus verhogen)
-
C
Toets DICHT (-)
(bijv. deur in positie DICHT
bewegen of parameter in de
programmeermodus verlagen)
-
D
Toets STOP (P)
(bijv. programmeermodus
openen of parameter opslaan)
-
E
Toets tussenpositie OPEN
(bijv. deur in tussenpositie OPEN
bewegen of vanuit tussenpositie
OPEN sluiten)
-
F
Sleutelschakelaar
0 = Afgesloten
I = Externe besturing
Control vario -
gebruiksklaar
II = Toetsen in de deksel
gedeactiveerd
-
8.5 Snelprogrammering
8.5.1 Snelprogrammeren
Voor de programmering worden de toetsen OPEN (+), DICHT (-)
en STOP (P) gebruikt.
Als er in de programmeermodus binnen 120 seconden geen van
de toetsen wordt ingedrukt, dan springt de besturing terug naar
de bedrijfstoestand.
Er wordt een overeenkomstige melding weergegeven.
Informatie:
De verklaring van de meldingen is beschreven
in punt 10.
i
8.5.2 Programmeertoetsen
Opmerking:
- Voor de snelprogrammering moet de slede-
aanslag worden gemonteerd.
- Voor een correcte inbedrijfstelling van het
aandrijfsysteem moet de snelprogrammering
worden uitgevoerd.
Dit geldt voor de eerste ingebruikneming en na
een reset.
• Draai de sleutelschakelaar in stand “0”.
• Druk op de knop STOP en houd deze toets ingedrukt.
• Zet de sleutelschakelaar binnen 4 seconden van stand “0” in
stand “1” en laat STOP weer los.
• Voer de snelprogrammering uit aan de hand van het volgende
stroomdiagram.
De volledige snelprogrammering is in het volgende schema
weergegeven.
Opmerking:
Bij de eerste ingebruikneming bevindt het
aandrijfsysteem zich reeds in de
snelprogrammeermodus.
Start van snelprogrammering
In de snelprogrammering worden de basisfuncties
van het aandrijfsysteem ingesteld.
- Eindpositie OPEN
- Eindpositie DICHT
- Radiografische besturing
Dit programmeerproces is doorlopend en moet dwingend worden
uitgevoerd.
Voorwaarden
Voor de snelprogrammering moet:
- De deur zich in de eindpositie DICHT bevinden.
- De geleideslede ingekoppeld zijn.
- De dipschakelaar staat op ON.
Opmerking:
Tijdens de programmering van de eindpositie
OPEN en DICHT moet het referentiepunt
worden gepasseerd.
Opmerking:
De snelprogrammering kan op elk moment
worden verlaten door 3x op de knop P te
drukkenn.
8. Inbedrijfstelling
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 19
8. Inbedrijfstelling
8.5.3 Verloop van de snelprogrammering
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Bedrijfs -
modus
1.
<4s
Snelprogrammering
starten /
Eindpositie OPEN
programmeren
2.
Deur in de positie OPEN
bewegen
3.
Correctie van de eindpositie
OPEN met de (+) en (-) toetsen
4.
1x <1s
Eindpositie OPEN
opslaan /
Eindpositie DICHT
programmeren
5.
Deur in de positie DICHT
bewegen
6.
Correctie van de eindpositie
DICHT met de (+) en (-) toetsen
7.
1x <1s
Eindpositie DICHT
opslaan /
Afstandsbesturing
programmeren
8.
Handzender bedienen
9.
Handzender loslaten
10.
1x <1s
Afstandsbesturing
opslaan /
Snelprogrammering
beëindigen
20 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
8. Inbedrijfstelling
Voorzichtig!
Het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT
moet correct worden ingesteld, om lichamelijk
letsel of materiële schade te voorkomen.
Het aandrijfsysteem leert de maximaal benodigde aandrijfkracht
tijdens de eerste bewegingen na de instelling van de eindposities.
• Laat de aandrijving (met gekoppelde deur) zonder onderbreking
één maal van de eindpositie DICHT naar de eindpositie OPEN
lopen en terug.
De aandrijving bepaalt tijdens deze leerbeweging de maximale
trek- en drukkracht en de krachtreserve, die nodig is om de deur
te bewegen.
1.
Na het indrukken van de (+) toets:
De deur moet openen en naar de opgeslagen
eindpositie OPEN bewegen.
2.
Na het indrukken van de (-) toets:
De deur moet sluiten en naar de opgeslagen
eindpositie DICHT bewegen.
3.
Na het indrukken van de toets van de
handzender:
Het aandrijfsysteem moet de deur in de
richting OPEN resp. in de richting DICHT
bewegen.
4.
Na het indrukken van de toets van de
handzender terwijl het aandrijfsysteem loopt:
Het aandrijfsysteem moet stoppen.
5.
Bij het volgende indrukken loopt het
aandrijfsysteem in de tegengestelde richting.
8.6.2 Controle van het uitschakelmechanisme
Controle:
Na de snelprogrammering en na veranderingen
in het programmeermenu moeten de volgende
leerbewegingen en controles worden
uitgevoerd.
Uitschakelmechanisme OPEN
Bij aandrijfsystemen voor deuren met openingen in het deurblad
(doorsnee opening > 50 mm):
Belast de deur tijdens de loopbeweging in het midden van de
onderkant met een gewicht van 20 kg.
De deur moet onmiddellijk stoppen.
Uitschakelmechanisme DICHT
• Zet een 50 mm hoge hindernis op de grond.
• Laat de deur op de hindernis lopen.
Het aandrijfsysteem moet bij het treffen van de hindernis
stoppen en omkeren.
8.6 Functiecontrole
8.6.1 Programmeerloop van de aandrijfkracht
Opmerking:
De instellingen van de parameters blijven bij
een onderbreking van de netspanning
opgeslagen.
Alleen door een reset worden de
aandrijfkrachten OPEN en DICHT terug gezet
naar de fabrieksinstellingen.
Controle:
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 21
9.1 Schema van de uitgebreide programmering (voorbeeld voor niveau 2, menu 2)
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties.
<4s
Programmering
beëindigen
ParameterMenu
Bedrijfs -
modus
Niveau
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
> 5 sec.
> 5 sec.
> 5 sec.
Niveau 3
Niveau 4
Menu 3
Waarde
verhogen
Menu-exit
(niveau 2)
Niveau 1
Niveau 8
Menu 8
Waarde
verlagen
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Niveau-exit
Niveau 2
Menu 2
Menu 1
Parameter
22 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
9.2 Totaaloverzicht van de programmeerbare functies
Niveau Menu Fabrieksinstelling
Niveau 1 – Basisfuncties
Menu 3: Tussenpositie OPEN
Menu 4: Tussenpositie DICHT
Menu 7: Relaisuitgang uitbreiding Signaallamp
Menu 8: RESET Geen reset
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen
Menu 1: Benodigde aandrijfkracht OPEN Stap 8
Menu 2: Benodigde aandrijfkracht DICHT Stap 8
Menu 3: Uitschakelmechanisme OPEN Stap 8
Menu 4: Uitschakelmechanisme DICHT Stap 8
Niveau 3 – Automatisch sluiten
Menu 1: Automatisch sluiten Gedeactiveerd
Menu 3: Deur-open-tijd 2 sec.
Menu 4: Voorwaarschuwingstijd 1 sec.
Menu 5: Startwaarschuwing 0 sec.
Menu 7: Signaallamp
Deurbeweging /
waarschuwing: knipperen
Deurstilstand: uit
Menu 8: Relaisuitgang 2-baansverkeersregeling Storingsmelding
Niveau 4 – Radiografische programmering
Menu 2: Tussenpositie OPEN
Menu 3: Tussenpositie DICHT
Menu 4: OPEN
Menu 5: DICHT
Menu 6: Verzoek binnenkomend verkeer
Menu 7: Verzoek uitgaand verkeer
Menu 8: EWM-relaisuitgang (niveau 1, menu 6, L 6)
Niveau 5 – Speciale functie
Menu 1: Programmeerbare impulsingang Impuls
Menu 4: Verlichtingstijd 180 sec.
Niveau 6 – Variabele snelheid
Menu 1: Snelheid OPEN Stap 16
Menu 2: Snelheid soft-loop OPEN Stap 7
Menu 3: Soft-looppositie OPEN
Menu 4: Snelheid DICHT Stap 16
Menu 5: Snelheid smart-loop DICHT Stap 10
Menu 6: Snelheid softlauf DICHT Stap 7
Menu 7: Smart-loop DICHT
Menu 8: Soft-looppositie DICHT
Niveau 7 – Service en onderhoud
Menu 1: Deurcyclusteller
Menu 2: Onderhoudsteller
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval UIT
Menu 8: Reset service en onderhoud Geen reset
Niveau 8 – Systeeminstellingen
Menu 1: Fotocel Werking zonder fotocel
Menu 2: Veiligheidscontactlijst Hek keert kort om (OPEN/DICHT)
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem
Deur stopt (OPEN)
Deur loopt kort terug (DICHT)
Menu 4: Bedrijfsmodi Zelfhoudend (OPEN/DICHT)
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever Niet actief
Menu 6: Functie van de impulscommandogever
Alleen STOP, vervolgens
standaardvolgorde van
impulsen
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 23
Informatie:
Na wijzigingen in de menu's 3 en 4 van niveau 1 dient er opnieuw een functietest te worden uitgevoerd (punt 8.6).
i
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
9.3 Functieoverzicht van de programmeerniveaus
Attentie!
Na een Reset worden alle parameters op de fabrieksinstellingen teruggezet.
Om een probleemloze werking van de besturing te garanderen:
- moeten alle gewenste functies opnieuw worden geprogrammeerd;
- moet de afstandsbediening worden geprogrammeerd;
- moet het aandrijfsysteem éénmaal in de eindpositie OPEN en DICHT lopen.
Niveau 1 – Basisfuncties
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Tussenpositie OPEN
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
“Tussenpositie OPEN” – functioneert met automatisch sluiten
Menu 4: Tussenpositie DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 7: Relaisuitgang uitbreiding
A7 B7 C7 D7 E7 F7 G7 H7 I7 J7 K7 L7
Menu 8: RESET
A8 B8 C8 D8 E8 F8 G8
Opmerking:
- Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan worden gebruikt.
- Bij geactiveerd automatisch sluiten (niveau 3 / menu 1) is de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) niet programmeerbaar.
Voorzichtig!
In de uitgebreide aandrijvingsfuncties kunnen belangrijke fabrieksinstellingen worden veranderd.
De afzonderlijke parameters moeten correct worden ingesteld om lichamelijk letsel en materiële schade te vermijden.
24 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
* Alle aangesloten en functionerende veiligheidselementen worden na de reset opnieuw herkend.
Menu 7: Relaisuitgang uitbreiding
Stap Functie Aantekening / Opmerking
i
A8 Geen reset Onveranderd -
B8 Reset besturing * Fabrieksinstelling -
C8 Reset afstandbediening Telegrammen worden gewist -
D8 Reset uitbreiding automatisch sluiten Niveau 3, Menu 1-7 -
E8 Reset alleen uitgebreide aandrijvingsfuncties *
Behalve hekpositie OPEN/DICHT en
afstandsbesturing impuls
-
F8 Reset veiligheidselementen * Fotocel -
G8 Reset van de busmodule De aangesloten busmodule wordt ingeleerd -
Menu 8: Reset
Stap
Functie (alleen met optioneel
signaallamprelais)
Aantekening / Opmerking
i
A7 Signaallichten Functie
Niveau 3
Menu 7
B7 Einpositie Open - -
C7 Eindpositie Dicht - -
D7 Tussenpositie Open - -
E7 Tussenpositie Dicht - -
F7 Aandrijving start Wisimpuls – 1 seconde -
G7 Storing - -
H7 Verlichting Verlichtingtijd
Niveau 5
Menu 4
I7 Vrijgave vergrendeling Aandrijving loopt -
J7 Vrijgave slot
Aandrijving start
Wisimpuls – 3 seconde
-
K7 Openschuifbeveiliging - -
L7 Afstandsbediening Relais schakelt gedurende de impuls -
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 25
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Niveau 3 – Automatisch sluiten
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Automatisch sluiten
A1 B1 C1 D1 E1 F1 G1 H1
Menu 3: Deur-open-tijd (in seconden)
2 5 10 15 20 25 30 35 40 50 80 100 120 150 180 255
Menu 4: Voorwaarschuwingstijd (in seconden)
1 2 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70
Menu 5: Startwaarschuwing (in seconden)
0 1 2 3 4 5 6 7
Menu 7: Signaallamp
A7 B7 C7 D7 E7 F7
Menu 8: Uitbreidingsmodule relaisuitgang
A8 B8 C8 D8 E8
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
* hoe hoger de stap, des te hoger de aandrijfkracht.
** hoe lager de stap, des te gevoeliger het uitschakelmechanisme.
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Benodigde aandrijfkracht OPEN (gevoeligheid in stappen**)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 2: Benodigde aandrijfkracht DICHT (gevoeligheid in stappen*)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Uitschakelmechanisme OPEN (gevoeligheid in stappen**)
UIT 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 4: Uitschakelmechanisme DICHT (gevoeligheid in stappen**)
UIT 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Voorzichtig!
Na het uitschakelen of hoger zetten van de automatische uitschakeltrappen (menu 3 en 4):
om kans op letsel uit te sluiten, moeten de in EN 12453 en EN 12445 vastgelegde metingen ter bewijs van de juiste
krachtuitschakeling worden uitgevoerd.
26 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Opmerking:
- Het automatisch sluiten kan alleen worden geprogrammeerd wanneer er een fotocel of een veiligheidscontactlijst is
aangesloten.
- De functie van menu 1 kan naar wens door de tijdwaarden in de menu's 3 en 4 worden gewijzigd.
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Menu 1: Automatisch sluiten
Opmerking:
Zonder aangesloten fotocel of sluitverhindering is alleen parameter A1 instelbaar.
Stap
Opening stijd
deur
(seconden)
Waarschu -
wingstijd
(seconden)
Auto. sluiten Overige functies
A1 - - Gedeactiveerd -
B1 15 5 Geactiveerd
Verlenging van de deur-OPEN-tijd alleen door een impuls
(knop, afstandsbediening)
C1 30 5 Geactiveerd
D1 60 8 Geactiveerd
E1 15 5 Geactiveerd
Annuleren van deuropeningstijd na passeren van fotocelF1 30 5 Geactiveerd
G1 60 8 Geactiveerd
H1 Oneindig 3 Geactiveerd Sluiten na passeren van fotocel/sluitverhindering
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 27
Menu 8: Uitbreidingsmodule relaisuitgang
Hier wordt de functie van de relaisuitgang van de uitbreidingsmodule ingesteld
Stap Functie Aantekening / Opmerking
i
A8 Storingsmelding 1 seconde -
B8 Elk verzoek van veegimpuls 1 seconde -
C8 Impuls binnenkomend verkeer 1 seconde -
D8 Impuls uitgaand verkeer 1 seconde -
E8 Start vergrendelingimpuls 1 seconde -
Menu 7: Signaallamp
Stap Deurbeweging / Waarschuwing Deurstilstand
A7 Knipperen Uit (energiebesparing)
B7 Branden Uit (energiebesparing)
C7 Knipperen Knipperen
D7 Branden Branden
E7 Knipperen Branden
F7 Branden Knipperen
Informatie:
De aansluiting van de signaallamp is instelbaar in niveau 1, menu 7.
i
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Niveau 5 – Speciale functie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Programmeerbare impulsingang (Klem 1/2)
A1 B1 C1 D1 E1
Menu 4: Verlichtingstijd (in seconden)
2 5 10 15 20 25 30 35 40 50 80 100 120 150 180 255
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 4 – Radiografische programmering
Menu 2: Tussenpositie OPEN
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 3: Tussenpositie DICHT
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 4: OPEN
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 5: DICHT
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 6: Verzoek binnenkomend verkeer (alleen met extra MS BUS-module)
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 7: Verzoek uitgaand verkeer (alleen met extra MS BUS-module)
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 8: EWM-relaisuitgang (Niveau 1, Menu 5, L5, Menu 6, L6, Menu 7, L7)
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
28 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Menu 1: Programmeerbare impulsingang
Informatie:
- De programmering van de speciale functie is afhankelijk van de aansluiting XB02.
De aansluiting XB02 wordt in punt 8.2 beschreven.
i
Stap Functie (alleen met optioneel signaallamprelais) Aantekening / Opmerking
A1 Impuls Alleen maakcontact
B1 Sluitverhindering Alleen maakcontact
C1 Stopt en keert om Alleen in de richting dicht – alleen verbreekcontact
D1 Stopt en keert om Alleen in de richting dicht – alleen maakcontact
E1 Impuls open Inductielus – alleen maakcontact
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 29
Niveau 6 – Variabele snelheid
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Snelheid OPEN (in stappen)
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 2: Snelheid softloop OPEN (in stappen)
1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Softlooppositie OPEN
Mit Taste (+ / AUF) und (- / ZU) einstellen
Menu 4: Snelheid DICHT (in stappen)
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 5: Snelheid smartloop DICHT (in stappen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 6: Snelheid softloop DICHT (in stappen)
1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 7: Positie smartloop DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 8: Softlooppositie DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Informatie:
Na wijzigingen in de menu's 1, 2, 3, 4, 6 en 8 van niveau 2 dient er opnieuw een functietest te worden uitgevoerd
(punt 8.6).
i
30 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Menu 8: Reset service en onderhoud
Voor service, diagnose en onderhoudswerkzaamheden wordt hier het foutengeheugen op nul gezet.
A8 Geen reset
B8 Reset foutengeheugen
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 7 – Service en onderhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Deurcyclusteller
A1 B1 C1 D1 E1 F1
Menu 2: Onderhoudsteller
A2 B2 C2 D2 E2
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval
A3 B3 C3 D3 E3 F3 G3 H3 I3 J3 K3 L3 M3 N3 O3 P3
Menu 8: Reset service en onderhoud
A8 B8
Menu 1: Deurcyclusteller
De deurcyclusteller van de besturing wordt hier uitgelezen en zescijferig weergegeven (tot 999.999).
De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven.
De gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven.
Met de knoppen (+) en (-) kan de volgende of de vorige positie van het gebruiksgetal worden weergeven.
A1 Deurcyclusteller 100.000-tal
B1 Deurcyclusteller – 10.000-tal
C1 Deurcyclusteller 1.000-tal
D1 Deurcyclusteller 100-tal
E1 Deurcyclusteller – 10-tal
F1 Deurcyclusteller 1-tal
Menu 2: Onderhoudsteller
De onderhoudsteller van de besturing wordt hier uitgelezen en vijfcijferig weergegeven (tot 99.999).
De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven.
De nog benodigde gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven.
De weergave vindt plaats zoals onder menu 1 wordt beschreven.
A2 Onderhoudsteller – 10.000-tal
B2 Onderhoudsteller 1.000-tal
C2 Onderhoudsteller – 100-tal
D2 Onderhoudsteller – 10-tal
E2 Onderhoudsteller 1-tal
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval
Hier wordt het aantal deurcycli geprogrammeerd vanaf welke de besturing weergeeft dat er een bepaald onderhoud moet
worden uitgevoerd.
A3 Onderhoudsinterval UIT
B3 Onderhoud telkens na 1.000 deurbewegingen
C3 Onderhoud telkens na 2.000 deurbewegingen
D3 Onderhoud telkens na 3.000 deurbewegingen
E3 Onderhoud telkens na 4.000 deurbewegingen
F3 Onderhoud telkens na 5.000 deurbewegingen
G3 Onderhoud telkens na 6.000 deurbewegingen
H3 Onderhoud telkens na 7.000 deurbewegingen
I3 Onderhoud telkens na 8.000 deurbewegingen
J3 Onderhoud telkens na 9.000 deurbewegingen
K3 Onderhoud telkens na 10.000 deurbewegingen
L3 Onderhoud telkens na 15.000 deurbewegingen
M3 Onderhoud telkens na 20.000 deurbewegingen
N3 Onderhoud telkens na 30.000 deurbewegingen
O3 Onderhoud telkens na 40.000 deurbewegingen
P3 Onderhoud telkens na 50.000 deurbewegingen
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 31
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 8 – Systeeminstellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Fotocel
A1 B1 C1 - - - - - - - - - - - - -
Menu 2: Veiligheidscontactlijst
A2 B2 C2 D2 - - - - - - - - - - - -
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem
A3 B3 C3 D3 - - - - - - - - - - - -
Menu 4: Bedrijfsoort
A4 B4 C4 D4 - - - - - - - - - - - -
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever
A5 B5 - - - - - - - - - - - - - -
Menu 6: Functie van de impulscommandogever
A6 B6 - - - - - - - - - - - - - -
Attentie!
Een aangesloten fotocel wordt door de besturing na het inschakelen van de spanning automatisch
herkend. De fotocel kan naderhand anders geprogrammeerd worden.
Menu 1: Fotocel
Opmerking:
Ongewenste fotocellen moeten worden afgeklemd omdat de besturing ze anders herkent.
Stap
Fotocel
(Aansluiting XB02 - klemmen 70/71)
Deurbeweging dicht
Fotocel reagerend op extern licht
(Aansluiting XB02 - klemmen 70/71)
Deurbeweging dicht
A1 Werking zonder fotocellen
B1
Deur keert lang om
2
Niet actief
C1 Niet actief
Deur keert lang om
2
Informatie:
Aansluiting XB02 wordt beschreven in punt 8.2.
i
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
32 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Menu 4: Bedrijfsoort
1
Deur keert kort om: Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegenovergestelde richting,
om een hindernis vrij te geven.
2
Deur keert lang om: Het aandrijfsysteem beweegt de deur tot in de tegengestelde deurpositie.
Stap OPEN DICHT
A4 Dodeman Dodeman
B4 Zelfhoudend Dodeman
C4 Dodeman Zelfhoudend
D4 Zelfhoudend Zelfhoudend
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever
Menu 6: Functie van de impulscommandogever
Stap Richtingcommandogever Verklaringen
A5 Niet actief
De richtingcommandogevers geven alleen bij een
stilstaande deur een commando af.
B5 Alleen STOP
Een bewegende deur wordt door iedere
richtingcommandogever gestopt.
Stap Impulscommandogever Verklaringen
A6 Niet actief
De impulscommandogevers geven alleen bij een
stilstaande deur een commando af.
B6 Alleen STOP, aansluitend normvolgorde
Een bewegende deur wordt door iedere
impulscommandogever gestopt. Een vervolgcommando
start het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting
(OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN).
9. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Stap Deurbeweging OPEN Deurbeweging DICHT
A3 Deur stopt
Deur keert kort om
1
B3
Deur keert kort om
1
Deur keert kort om
1
C3 Deur stopt
Deur keert lang om
2
D3
Deur keert lang om
2
Deur keert lang om
2
Menu 3: Functie van het uitschakelmechanisme
Stap Deurbeweging OPEN Deurbeweging DICHT
A2
Deur keert kort om
1
Deur keert kort om
1
B2
Deur keert kort om
1
Deur keert lang om
2
C2
Deur keert lang om
2
Deur keert kort om
1
D2
Deur keert lang om
2
Deur keert lang om
2
Menu 2: Veiligheidscontactlijst
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 33
LED-indicaties in de bedrijfsmodus
Status veiligheidselementen
Deur in deurpositie OPEN
Deur beweegt in richting OPEN
Tussenpositie OPEN
Tussenpositie DICHT
Deur in tussenpositie
Deur in deurpositie DICHT
Deur beweegt in richting DICHT
Referentiepunt (knippert tijdens het passeren van
het referentiepunt)
Onderhoud
Veiligheidsstopcircuit aandrijving
Commandogever geactiveerd
Afstandsbediening wordt geactiveerd
Gebruiksklaar
Voorbeeld:
De deur bevindt zich in de deurpositie OPEN.
Als de waarschuwingstijd / aanloopwaar schuwing
is afgelopen, zet de deur zich in beweging in de
richting DICHT.
Statusmeldingen geven naast de deurpositiemelding tijdens de
werking uitsluitsel over de toestand van het aandrijfsysteem.
Veiligheidselementen:
LED 1 dient als statusaanduiding van
de aangesloten veiligheidselementen
(veiligheidscontactlijst, fotocel).
Wordt het betreffende veiligheidselement
in werking gezet, dan licht LED 1 op zolang deze in
werking is.
Commandogevers / handzenders:
LED 7 dient als statusaanduiding en componententest
van de aangesloten bedieningselementen (OPEN,
DICHT, STOP, half OPEN, etc...).
Wordt het betreffende bedieningselement
in werking gezet, dan licht LED 7 op zolang deze in
werking is.
Bij ontvangst van een radiografisch signaal knippert
LED 7 snel.
10.2 Statusmeldingen 10.1 Overzicht van de LED-indicaties
10. Meldingen
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
34 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Wisselen naar de bedrijfsmodus
De besturing gaat naar de bedrijfsmodus, zodra deze een
bewegingsimpuls ontvangt.
Wisselen naar de diagnosemodus
Een wisseling naar de diagnosemodus kan plaatsvinden vanuit de
meldingsmodus of vanuit de bedrijfsmodus.
Voordat naar de diagnosemodus wordt overgeschakeld,
moet de
sleutelschakelaar in stand “1” staan.
• Druk op de knop STOP en houd deze toets ingedrukt.
• Zet de sleutelschakelaar binnen 4 seconden van stand “1” in
stand “2” en laat STOP weer los.
De besturing schakelt over naar de diagnosemodus.
Knopfuncties in de diagnosemodus
Toets (+ / OPEN) Door te drukken op de knop (+) wordt altijd de
actueel bestaande fout weergegeven.
Toets (- / DICHT) Door te drukken op de knop (-) worden
achtereenvolgens tot max. 5 fouten uit het
foutengeheugen weergegeven.
Toets (P / STOP) Door te drukken op de knop (P) wordt de
diagnosemodus beëindigd.
De carrouselweergave loopt achteruit.
De besturing schakelt terug naar de
bedrijfsmodus.
1.
Weergave van de meldingsnummers
gedurende ca. 3 seconden (voorbeeld:
melding 15).
2.
Weergavepauze gedurende
ca. 1 seconde.
3.
Weergave van de bedrijfsmodus gedurende
ca. 3 seconden (voorbeeld: bedrijfsspanning,
Deurpositie OPEN).
4.
Weergavepauze gedurende ca. 1 seconde.
5.
Herhaling van de displays 1 – 4.
Storingen in de installatie worden met een overeenkomend
meldingsnummer weergegeven.
De besturing gaat naar de meldingsmodus.
Opmerking:
- De besturing toont de meldingsnummers
door
het gelijkmatig knipperen van een of meer
LED’s.
Door de cijfers op te tellen wordt het
foutmeldingsnummer bepaald.
- Tijden de programmering worden status- en
andere meldingen onderdrukt. De weergaven
in de programmeermodus zijn altijd
éénduidig.
10.3 Storingsmeldingen
10. Meldingen
De foutmeldingsnummers hebben twee functies:
1. Zij geven een indicatie waarom de besturing het actuele
bewegingscommando niet correct kon uitvoeren.
2. Zij geven defecte componenten aan om een betere en
snellere service ter plaatse te kunnen geven en alleen de
werkelijk defecte onderdelen van de besturing te
vervangen.
De besturing bevindt zich in de meldingsmodus tot
de besturing wisselt naar de bedrijfsmodus of de diagnosemodus.
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 35
10. Meldingen
10.4 Schema van storingsmeldingen van de besturing met druktoetsen in de deksel en
sleutelschakelaar
Meldingsmodus
< 4s
< 4s
DiagnosemodusBedrijfs-modus
Storing
< 1 sec.
-
-
-
-
+
Meest actuele
melding
1e geheugen
2e geheugen
3e geheugen
4e geheugen
Pauze
1 sec.
3 sec.
1 sec.
3 sec.
Statusweergave
Pauze
Meldings -
weergave 15
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
36 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
Storingen met indicatie van de storingsmelding
Storing Oorzaak Oplossing
Melding 3 - Test SKS in de richting OPEN heeft
gereageerd.
- Gebied rond de deur controleren en obstakel verwijderen.
Melding 5 - Test SKS in de richting DICHT heeft
gereageerd.
- Gebied rond de deur controleren en obstakel verwijderen.
Melding 7 - Na 120 seconden zonder toetsbediening sluit de programmeermodus vanzelf af.
- Programmeren van de deurposities OPEN en DICHT zonder het referentiepunt te passeren.
Melding 8 - Referentiepuntsensor defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
10.5 Storingen oplossen
Storing Oorzaak Oplossing
LED 8 brandt niet. - Spanning ontbreekt. - Controleren of er netspanning aanwezig is.
- Stroomaansluiting controleren.
- Thermische beveiliging in de
nettransformator is geactiveerd.
- Nettransformator laten afkoelen.
- Besturingseenheid defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Geen reactie na impuls. - Aansluitklemmen voor schakelaar
“impuls” overbrugd, bijv. door
kortsluiting in de kabels of in de
systeemstekkers.
- Eventueel bekabelde sleutelschakelaars of binnendrukknoppen bij
wijze van proef van de besturingseenheid loskoppelen (punt 8.2):
Kabel uit bus XB02 trekken, kortsluitstekker insteken en
bekabelingsfout zoeken.
Geen reactie na impuls door
handzender.
- Modulaire antenne niet ingestoken. - Modulaire antenne verbinden met besturingseenheid.
- Handzendercodering stemt niet overeen
met ontvangercodering.
- Handzender opnieuw programmeren (punt 8.5).
- Batterij van de handzender leeg. - Nieuwe batterij plaatsen (punt 7.1).
- Handzender of besturingselektronica of
modulaire antenne defect.
- De 3 componenten laten controleren.
Aandrijving keert om bij onder-
breking van de fotocel in de lijst.
- De programmering van de fotocel op
het kozijn is niet correct uitgevoerd.
- Reset van de besturing uitvoeren (punt 9.4 / niveau 1 / menu F8),
snelprogrammering opnieuw uitvoeren (punt 8.5).
Storingen zonder indicatie van de storingsmelding
10. Meldingen
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 37
Storing Oorzaak Oplossing
Melding 9 - Impuls toerentalsensor niet aanwezig,
Aandrijfsysteem blokkeert.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 10 - Deur loopt te stroef.
- Deur blokkeert.
- Zorgen dat de deur soepel loopt.
- Maximale aandrijfkracht te laag
ingesteld.
- Max. aandrijfkracht (punt 9.4 / niveau 2 / menu 1+2) door de
vakhandelaar laten controleren.
Melding 11 - Looptijdbegrenzing. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 12 - Test van SKS in de richting OPEN niet OK. - Veiligheidscontactlijst controleren.
- Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst
deactiveren (punt 9.4 / niveau 8 / menu 2).
Melding 13 - Test van SKS in de richting DICHT niet
OK.
- Veiligheidscontactlijst controleren.
- Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst
deactiveren (punt 9.4 / niveau 8 / menu 2).
Melding 15 - Externe fotocel onderbroken of defect. - Hindernis verwijderen of fotocel laten controleren.
- Fotocel geprogrammeerd,
maar niet aangesloten.
- Fotocel uitschakelen of aansluiten.
Melding 16 - Stroomsensor voor het
uitschakelmechanisme defect.
- Aandrijving laten controleren.
Melding 26 - Te lage spanning, aandrijfsysteem over-
belast bij instelling max. kracht stap 16.
- Externe stroomvoorziening laten controleren.
- Zorgen dat de deur soepel loopt.
Melding 28 - Deur loopt te stroef of onregelmatig.
- Deur blokkeert.
- Deurbeweging controleren en zorgen dat de deur soepel loopt.
- Uitschakelmechanisme te gevoelig
ingesteld.
- Uitschakelmechanisme door de vakhandelaar laten controleren
(punt 9.4 / niveau 2 / menu 3+4).
Melding 35 - Elektronica defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 36 - Doorverbinding verwijderd, stop-toets
echter niet aangesloten.
- Stoptoets aansluiten of kortsluitstekker (punt 8.2) insteken.
- Aandrijfsysteem ontgrendeld.
- Ruststroomkring onderbroken.
- Aandrijfsysteem vergrendelen.
10. Meldingen
Legenda:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
38 Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740)
11.2 Inbouwinstructie
Hierbij verklaren wij dat het hierna beschreven product op basis
van zijn ontwerp en model alsook in de door ons in omloop
gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele
veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn inzake
elektromagnetische compatibiliteit, de machinerichtlijn en de
laagspanningsrichtlijn.
Op verzoek van de inspectiedienst wordt de documentatie in
papieren vorm beschikbaar gesteld.
Bij een niet met ons afgesproken wijziging van de producten
verliest deze verklaring haar geldigheid.
Product: Garagentorantrieb Comfort 257.2
Geldende EG-richtlijnen:
- Machinerichtlijn 2006/42/EG
EN 60204-1:2007
EN ISO 12100-1:2003
EN ISO 13849-1:2008
Cat.2 / PLc (prestatieniveau c) voor de functies
krachtbegrenzing en eindpositieherkenning
EN 61508:2001
- Elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG
EN 55014-1
EN 61000-3-2:2006 (2008)
EN 61000-3-3:2009
EN 61000-6-2:2006
EN 61000-6-3:2007
- Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EN 60335-1:2002
EN 60335-2-103:2004
Geldigheidsduur van deze inbouwhandleiding:
Productiedatum 02.08.2014- 31.08.2015
02.08.2014 M. Hörmann
Bedrijfsleiding
Fabrikant en documentbeheer
Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG
Remser Brook 11 · 33428 Marienfeld · Germany
Tel. +49 (5247) 705-0
11.1 Technische gegevens Comfort 257.2
Elektrische gegevens
Netspanning V 230 / 260
Netfrequentie Hz 50 / 60
Stroomopname A 0,7
Vermogensopname bedrijf KW 0,26
Vermogensopname stand-by W 3,6
Bedrijfsmodus (inschakelduur) min. KB 5
Stuurspanning V DC 24
Beschermingsgraad aandrijving IP 20
Veiligheidsklasse II
*) landspecifieke afwijkingen mogelijk
Mechanische gegevens
Max. trek- en drukkracht N 1.000
Loopsnelheid mm/sec. 140
Openingstijd (deurspecifiek) sec. 15
Eigenschappen/veiligheidsfuncties
Referentiepunttechniek x
Soft-start / soft-stop x
Uitschakelautomaat x
Blokkeerbeveiliging x
Beveiliging tegen te lage spanning x
Looptijdbegrenzing x
Elektronische eindpositieherkenning x
Aansluiting voor druk-, code- en sleutelschakelaars x
Foutsignalering x
Toebehoren
Modulaire antenne, 868 MHz, IP 65 x
Montageconsoles voor sectionaaldeuren x
Ontkoppelingssets voor kanteldeuren x
Curvenarm voor kanteldeuren x
Vleugeldeurbeslag voor naar buiten openslaande deuren x
Fotocellen x
Noodontkoppeling x
Relais voor knipperlicht bij gebruik van de automatische sluiten x
Drukschakelaar x
Sleutelschakelaar x
Codeschakelaar x
Leveringspakket *)
Motoraggregaat Comfort 257.2
met externe elektronische Control vario-besturing
*) landspecifieke afwijkingen mogelijk
11. Bijlage
Omgevingsgegevens
Afmetingen aandrijving mm 160x215x6,70395
Gewicht kg
Temperatuurbereik °C
-20
+60
Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 257.2 NL (#99740) 39
11. Bijlage
Uitgave: 08.2014
#99740
1 - NL 360315 - M - 0.5 - 1109
99740
Nederlands Oorspronkelijke handleiding. Auteursrechtelijk beschermd.
Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend met onze toestemming.
Wijzigingen met het oog op de technische vooruitgang voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Marantec Comfort 257.2 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor