Marantec Dynamic vario DC de handleiding

Type
de handleiding
Dynamic vario DC
Aandrijfsysteem voor industriële deuren
Montage- en bedieningshandleiding
NL
1. Verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
2. Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
3. Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . .3
4. Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
4.1 Leveringspakket Dynamic vario DC . . . . . . . . . .4
4.2 Montagevarianten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
4.3 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
5. Montagevoorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
5.1 Algemene gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
5.2 Controles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
5.3 Bekabelingsplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
6. Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
6.1 Voorbereiding van de deur . . . . . . . . . . . . . . . .8
6.2 Montage van de as-adapter . . . . . . . . . . . . . . . .9
6.3 Montage van de aandrijving op de deur . . . . . .9
6.4 Montage van de draaikoppelsteun . . . . . . . . . .10
6.5 Aansluitingen aan de besturing Control x.22 . .11
7. Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
7.1 Overzicht van besturingseenheid . . . . . . . . . .14
7.2 Snelprogrammering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
7.3 Van draairichting veranderen . . . . . . . . . . . . . .16
7.4 Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties . . . . . . . . . . . . . .18
8.1 Schema van de uitgebreide programmering
(voorbeeld voor niveau 2, menu 2) . . . . . . . . .18
8.2 Totaaloverzicht van de programmeerbare
functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
8.3 Functieoverzicht van de programmeerniveaus .20
9. Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
9.1 Standaardbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
9.2 Noodbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
10. Meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
10.1 Overzicht van de LED-indicaties . . . . . . . . . . . .31
10.2 Statusmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
10.3 Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
10.4 Storingen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
11. Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
11.1 Technische gegevens Dynamic vario DC . . . . . .35
11.2 Inbouwinstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
11.3 EG-Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . .36
Voorzichtig!
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die
absoluut in acht moeten worden genomen ter
voorkoming van lichamelijk letsel!
Attentie!
Gevaar voor materiële schade!
Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die
absoluut in acht moeten worden genomen ter
voorkoming van materiële schade!
Opmerking / Tip
Controle
Informatie
i
Aanwijzingen
Typeplaatje aandrijving
Type: ____________________________________________________
Artikelnr.: ________________________________________________
Productnr.: _______________________________________________
2. Inhoudsopgave1. Verklaring van de symbolen
Typeplaatje besturingseenheid (optioneel)
Type: ____________________________________________________
Artikelnr.: ________________________________________________
Productnr.: _______________________________________________
2 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
3. Algemene veiligheidsinstructies
Lees het onderstaande grondig door!
Doelgroep
Dit aandrijfsysteem mag uitsluitend door gekwalificeerd en geschoold
personeel worden gemonteerd, aangesloten
en in bedrijf worden gesteld!
Gekwalificeerd en geschoold personeel overeenkomstig deze beschrijving
zijn personen
- met kennis van de algemene en speciale veiligheidsvoorschriften en
voorschriften voor de preventie van ongevallen,
- met kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften,
- met een opleiding in gebruik en onderhoud van de toegepaste
veiligheidsuitrusting,
- met voldoende scholing en onder toezicht staan bij gespecialiseerde
elektrotechnici,
- met het vermogen om gevaren te herkennen die door elektriciteit
kunnen worden veroorzaakt,
- met kennis over de toepassing van de norm EN 12635 (eisen inzake
installatie en gebruik).
Garantie
Voor een garantie met betrekking tot de werking en veiligheid moeten
de aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen. Bij niet-
inachtneming van de waarschuwingen kan lichamelijk letsel en materiële
schade optreden. Voor beschadigingen die ontstaan door niet-inachtneming
van de aanwijzingen aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Uitgesloten van de garantie zijn batterijen, accu’s, zekeringen en
verlichting.
Om montagefouten en beschadigingen aan deur en aandrijfsysteem te
vermijden, moet er absoluut gewerkt worden overeenkomstig de
montage-instructies in de montagehandleiding. Het product mag pas na
kennisneming van de bijbehorende montage- en bedieningshandleiding
worden gebruikt.
De montage- en bedieningshandleiding moet aan de gebruiker van de
deurinstallatie worden overhandigd en dient te worden bewaard. Deze
bevat belangrijke aanwijzingen voor bediening, controle en onderhoud.
Het product wordt vervaardigd overeenkomstig de richtlijnen en normen
die vermeld zijn in de verklaring van de fabrikant en de conformiteitsver-
klaring. Het product heeft de fabriek in veiligheidstechnisch foutloze
toestand verlaten.
Mechanisch aangedreven ramen, deuren en hekken moeten voor de
eerste inbedrijfstelling en wanneer nodig, maar minstens één keer per
jaar, door een deskundige worden gecontroleerd (met schriftelijk bewijs).
Eigenlijk gebruik
Het aandrijfsysteem is uitsluitend bestemd voor het openen en sluiten van
industriële deuren. Het maximale koppel moet in acht worden genomen.
Naast de aanwijzingen in deze handleiding moeten de algemeen
geldende veiligheidsvoorschriften en de voorschriften voor de
preventie van ongevallen in acht worden genomen! Onze
algemene leverings- en betalingsvoorwaarde zijn van toepassing.
Deurspecificaties
Het aandrijfsysteem is geschikt voor sectionaaldeuren uitgerust met een
verenpakket.
Het beslag van de deur moet zodanig worden aangebracht dat het uit de
looprails springen van de deur, met name in het plafondgedeelte, wordt
voorkomen door middel van maatregelen als axiale loopwielborgingen en
dwarsversterkingen van de plafondlooprailsbevestigingen en -verbindin-
gen.
De draagveren zijn uitgerust met een veerbreukbeveiliging.
De steunkabels zijn uitgerust met een veiligheidsvoorziening die bij kabel-
breuk een verdere beweging van de deur in de richting van "Deur dicht"
voorkomt, of de beveiliging tegen neerstorten door andere constructie-
middelen, welke zijn geïntegreerd in het draagmiddelsysteem, voorkomt
het sluiten van de deur, zodat het verdere gebruik met een steunkabel
niet mogelijk is.
Aanwijzingen voor de montage van het aandrijfsysteem
• Verzeker u ervan dat de deur zich in een goede mechanische toestand
bevindt.
• Zorg er altijd voor dat de deur in balans is.
• Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
• Zorg voor geschikte netspanningaansluiting voor het aandrijfsysteem
aanwezig is.
• Verwijder alle niet-benodigde componenten van de deur (bijv. kabels,
kettingen, hoekstukken enz.).
• Stel alle vergrendelingen buiten werking, die na de montage van het
aandrijfsysteem niet nodig zijn.
• Voor bekabelingwerkzaamheden moet het aandrijfsysteem altijd
losgekoppeld worden van de netspanning. Houd een veiligheidsmarge
van 10 seconden aan om er zeker van te zijn dat er geen spanning
meer op het aandrijfsysteem staat.
• Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
• Gebruik alleen het voor het fundament goedgekeurde
bevestigingsmateriaal.
• Installeer de net- en besturingskabels gescheiden.
• Monteer het aandrijfsysteem alleen bij gesloten deur.
• Monteer alle impulsdrukknoppen en radiografische commandogevers
(bijv. radiografische codeschakelaar) op zicht afstand van de deur en op
een veilige afstand van de bewegende delen van de deur. Een minimale
montagehoogte van 1,5 meter moet worden aangehouden.
• Plaats waarschuwingslabels/-stickers op plaatsen waar klemgevaar kan
optreden (indien beschikbaar).
• Verzeker u ervan dat, na montage, er geen delen van de deur uitsteken
op de openbare weg.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem
De gebruikers van de deurinstallatie of hun vertegenwoordigers moeten
na de inbedrijfstelling van de installatie worden geïnstrueerd in de
bediening.
• Verzeker u ervan dat kinderen niet met de besturing van deur kunnen
spelen.
• Alvorens de deur te bewegen, dient u zich ervan te verzekeren dat er
zich geen personen of voorwerpen in de gevarenzone van de deur
bevinden.
• Controleer alle aanwezige Nood-bedieningsvoorzieningen.
• Grijp nooit in een bewegende deur of bewegende onderdelen.
• Let op mogelijke knel- en afknijpgevaar van de deurinstallatie.
De bepalingen van EN 13241-1 moeten in acht worden genomen.
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 3
4.1 Leveringspakket Dynamic vario DC
1 Dynamic vario DC aandrijving
(ontgrendelingskabel 3.000 mm)
Aandrijfsysteem
4.1 / 1
1
3
4. Productoverzicht
4.1 / 2
8
9
Draaimomentconsole
2 Schroef B4,8 x 13 SW8 (2x)
3 Houtschroef 8 x 60 (2x)
4 Plastic pluggen S-10 (2x)
5 Sluitring 8,4 (2x)
6 Sluitring 5,3 (2x)
7 Bevestigingshoek (2x)
8 Moer met aanzet SW13 (4x)
9 Zelfborgende moer SW13 (2x)
10 Schroef M8 x 16 (6x)
11 Draaimomentconsole
Informatie:
Zie de bijgaande handleiding voor de omvang
van de levering optionele toebehoren.
i
4
5
7
6
2
10
11
3. Algemene veiligheidsinstructies
4 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Lees het onderstaande grondig
door!
Aanwijzingen voor het onderhoud van het aandrijfsysteem
Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten
regelmatig worden gecontroleerd en eventueel worden hersteld.
Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem
altijd spanningsvrij worden geschakeld.
• Controleer iedere maand of het aandrijfsysteem omkeert wanneer de
deur een hindernis raakt. Zet daarvoor, overeenkomstig de looprichting
van de deur, een 50 mm hoge/brede hindernis in de dagopening.
• Controleer de instelling van het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT.
• Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en
aandrijfsysteem.
• Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging.
• Controleer of de deur licht met de hand te bedienen is.
• Controleer elke 6 maanden de aangesloten veiligheidsvoorzieningen.
Aanwijzingen voor de reiniging van het aandrijfsysteem
Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt:
Een directe waterstraal, een hogedrukreiniger, zuren en logen.
4. Productoverzicht
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 5
As-adapterset (optioneel)
4.1 / 3
12 Spie 1 (1x)
(alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie)
13 Spie 2 (3x)
(alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie)
14 Spie 3 (3x)
(alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie)
15 Spie (1x)
(afmetingen zijn situatie afhankelijk)
16 Borgring (2x)
25,4
6,35
27,55
25,4
6,4
17,8
31,75
SW 32,1
6,35
29,4
12
15
16
25,4
6,4
19,0
13
14
Veiligheidsinrichtingen (optioneel)
Afstandsbediening (optioneel)
4.1 / 4
Bedieningselementen (optioneel)
Voor de bediening van de aandrijving is een bedieningselement
nodig.
17
17 Command 613-bedieningselement
6 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
4. Productoverzicht
Informatie:
Voor de inbouw van de aandrijving met andere
montagevarianten moeten de betreffende
handleidingen worden aangehouden.
i
-y
Opsteekmontage
4.2 / 1
Montage met steekas met adapter (optioneel)
4.2 / 2
4.3 Afmetingen
4.3 / 1
4.3 / 2
Dynamic vario DC
Benodigde ruimte bij opsteekbevestiging
72,5
≥ 73
≥ 348
261
420
298,5
77
129
119
119
4.2 Montagevarianten
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 7
5.1 Algemene gegevens
De handleiding beschrijft de opsteekbevestiging voor de
aandrijving in de uitvoering met snelontkoppeling (SE).
De afbeeldingen in deze handleiding zijn niet op schaal.
Maten worden steeds in millimeter (mm) aangegeven.
In deze handleiding wordt de montage van de deurvariant met
normaal beslag binnen rechts beschreven.
Voor een correcte montage zijn de volgende gereedschappen
nodig:
5.1 / 1
8 / 10 / 13 2 / 2,5 20
2,5 4 ø 9
ø 10
*
* Vet
Attentie!
Het aandrijfsysteem kan van buiten niet worden
ontgrendeld.
Om in het geval van een storing in de garage te
kunnen, moet er een aparte ingang aanwezig
zijn.
De deur moet volledig zijn gemonteerd en op juiste werking zijn
gecontroleerd.
• Zorg ervoor dat uw deurinstallatie over een geschikte
netspanningaansluiting en een stroomonderbreker beschikt.
• Controleer of de aan te drijven deur aan de volgende
voorwaarden voldoet:
- De deur moet gemakkelijk met de hand kunnen worden
bewogen.
- De deur moet in iedere stand in balans zijn.
• Bepaal aan welke zijde van de deurinstallatie het
aandrijfsysteem moet worden gemonteerd.
• Controleer of er voldoende plaats is om het
aandrijfsysteem te monteren.
Informatie:
Zie de handleiding van de deur voor de
montage van de aandrijving op de deur.
i
Informatie:
Bij toepassing en montage van accessoires dient
de betreffende bijgevoegde handleiding in acht
te worden genomen.
i
5.2 Controles
Attentie!
Om een correcte montage te garanderen moeten,
voor het begin van de werkzaamheden, de
volgende controles steeds worden uitgevoerd.
Leveringspakket
• Controleer of het leveringspakket compleet is.
• Controleer of het benodigde toebehoren voor uw
inbouwsituatie aanwezig zijn.
Deurinstallatie
5. Montagevoorbereidingen
8 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
J
K
J
5. Montagevoorbereidingen
Opmerking:
De bekabeling is als voorbeeld weergegeven en
kan afhankelijk van het deurtype en de uitvoering
afwijken.
Informatie:
Zie voor de montage en bekabeling van de
deursensoren, bedieningselementen en signaal-
inrichtingen de desbetreffende handleidingen.
i
A Aandrijving Dynamic vario DC
B Bedieningselement
C Signalering (bijv. signaallamp)
D Voedingsaansluiting
Beschikbaar lengte:
- 1,1 m (230 V)
E Hoofdschakelaar
F Schakelaar veerbreukbeveiliging door derde
G Deursensoren slapkabelbeveiliging
H Optosensoren
I Fotocel
J Behuizing aansluiteenheid
K Deursensor loopdeur
L Platte kabel motoraggregaat – bedieningselement
M Besturing
• Vergrendel de deur.
6.1 / 1
Voorzichtig!
- De montage moet in een veilige positie
plaatsvinden om te voorkomen dat de deur
plotseling naar beneden valt. U kunt ook een
hoogwerker of een steiger gebruiken.
- Om letsel te voorkomen moet de deur moet
tijdens de montage zijn beveiligd tegen
openen en sluiten.
6.1 Voorbereiding van de deur
6. Montage
5.3 Bekabelingsplan
5.3 / 1
F
A
C
D
L
B
E
M
G
I
H
G
I
H
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 9
Attentie!
Voor een goede werking:
- Moet er een speling van circa 3 mm tussen de
lagerplaat en de borgring worden aangehouden,
- Moet de as-adapter in de draairichting zonder
speling op de veeras zijn bevestigd.
6. Montage
A
B
D
~ 3
6.2 / 1
C
• Ontbraam de veeras (B) met een vijl.
• Schuif de borgring (A) op de veeras (B).
• Draai de schroef van de borgring (A) vast.
• Vet de veeras in.
• Schuif de as-adapter (C) op de veeras (B).
Alleen bij as-adapter zonder geïntegreerde spie:
• Steek de spie in de as-adapter.
6.3 Montage van de aandrijving op de deur
6.3 / 1
• Plaats de aandrijving op de asadapter.
6.3 / 2
• Borg de aandrijving met een stelring.
6.2 Montage van de as-adapter
10 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
6. Montage
6.4 / 1
• Monteer de draaikoppelsteun (A) op de aandrijving.
• Monteer de montagebeugel (B) op de draaikoppelsteun (A).
• Monteer de montagebeugel (B) op de muur.
Opmerking:
De draaikoppelsteun kan op de muur of op het
frame worden gemonteerd.
6.4 Montage van de draaikoppelsteun
Montage op de muur
6.4 / 2
• Monteer de draaikoppelsteun (A) op de aandrijving.
• Monteer de eerste beugel (B) op de draaikoppelsteun (A).
• Schroef de tweede bevestigingsbeugel (C) op de eerste
beugel (B) vast.
• Monteer de tweede bevestigingsbeugel (C) op het frame.
Montage op het frame
A
A
B
B
C
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 11
P
3
4
5
6
7
1
2
L
N
PE
15
16 17
XW40B
6. Montage
Attentie!
Om schade aan de besturing te voorkomen:
- Neem altijd de plaatselijke veiligheidsbepalingen
in acht.
- Leg netleidingen en besturingskabels beslist
gescheiden aan.
- De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
- Externe spanningen aan de aansluitingen
XW40A, XB10 of XB02 leidt tot beschadiging
van de elektronica.
- Op de klemmen 1 en 2 (XB02) mogen alleen
potentiaalvrije contacten worden aangesloten.
6.5 Aansluitingen aan de besturing
Control x.22
Voorzichtig!
Gevaar voor een elektrische schok!
Voor het installeren van de bekabeling moet
worden gecontroleerd, dat de leidingen
spanningsvrij zijn.
Tijdens het installeren van de bekabeling moet
ervoor worden gezorgd, dat de leidingen
spanningsvrij blijven (opnieuw inschakelen
verhinderen).
Informatie:
Bij het monteren van externe
bedieningselementen, veiligheids- en signaalin-
richtingen, de overeenkomstige handleidingen
in acht nemen.
i
6.5 / 1
Omschrijving Soort / Functie
i
XB70 Aansluiting modulaire antenne
XB02
Aansluiten van externe
bedieningselementen zonder
systeembekabeling en tweedraadse
fotocel
6.5 / 3,
6.5 / 4,
8.3 /
Niveau 5 /
Menu 1
XB10
Aansluiten van externe
bedieningselementen met
systeembekabeling
XH02
Aansluiting programmeerbare uitgang
(bijvoorbeeld controlelampje)
6.5 / 5
XM70 Aansluiting motor (Draairichting) 7.3
XH75 Aansluiting deurvergrendeling 6.5 / 6
XN70 Aansluiting reserveaccu
Omschrijving Soort / Functie
XN81 Aansluiting voedingskabel 6.5 / 2
XP15 Aansluiting besturingsveiligheidscircuit 6.5 / 7
XV51 Aansluiting motortoerental
XW40A
MS BUS,
bijv. bedieningsbesturing, module
XW40B Aansluiting referentiecassette
XV51 XP15 XW40A
XB02XB10
XN70
XM70
XB70
XN81
XH02
Opmerking:
- Verwijder de overeenkomstige
kortsluitingsstekker alvorens een bedienings-
element aan de aansluitbus aan te sluiten.
- De Dynamic DC Vario-aandrijving wordt
standaard geleverd met een geïntegreerde
besturing. Bij uitbreiding met aanvullende
module, kan de Control vario-besturing ook
worden aangesloten via de MS-bus.
XH75
- XN81
- X0
L
PE
N
N
L
PE
- F0
L
N
PE
Aansluiting XN81
6.5 / 2
M07E039
Omschrijving Soort / Functie
L Aansluiting fase
N Aansluiting nuldraad
PE Aansluiting randaarde
12 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Opmerking:
Wanneer een fotocel wordt gebruikt met
standaard- of lijstfunctie, moet deze vóór de
ingebruikneming in spanningsloze toestand
worden geïnstalleerd.
Na het inschakelen van de netspanning wordt
de fotocel alleen automatisch door de besturing
herkend, wanneer de lichtbaan van de fotocel
ten minste 5 seconden continu vrij is. Anders
moet de fotocel achteraf alsnog worden
geprogrammeerd.
Veiligheidselementen die door aansluiting op de
besturing automatisch worden opgenomen in
het besturingsproces, kunnen alleen worden
uitgeschakeld door het lostrekken van de elek-
trische verbinding en een aansluitende reset van
de besturing (reset van veiligheidselementen).
Aansluiting XB02
-XB02
71 70
12
-W1
-W2
2
1 3
-Sb1
2 1 2
TX
RX
-AP27
-W1
1
2
-W2
1
2
1
6.5 / 3
M10E035
6. Montage
Omschrijving Soort / Functie
1 24 V DC (max. 50 mA)
2 Impuls
3 GND
70 GND
70 + 71 Tweedraadse fotocel
RX Ontvanger van de 2-draads fotocel
Sb1 Externe impulsschakelaar (indien aanwezig)
TX Zender van de 2-draads fotocel
-XH02
15
16 17
-HH14
L
N
M10E010
Omschrijving Soort / Functie
15 / 16
Aansluiting programmeerbare uitgang
potentiaalvrij NC
16 Aansluiting COM
16 / 17
Aansluiting programmeerbare uitgang
potentiaalvrij NO
HH14 Controlelampjes
Aansluiting XH02
6.5 / 5
Attentie!
De contactbelasting (max. 230 V / 2A) moet in
acht worden genomen om beschadigingen van
de printplaat te voorkomen.
-X1
-
+
7071
- XB02
71 70
1
2 3
-S1
12 11
6.5 / 4
M10E040
Omschrijving Soort / Functie
1 24 V DC (max. 50 mA)
2 Impuls
3 GND
70 GND
70 + 71 Tweedraadse fotocel
S1 Fotocel potentiaalvrij verbreekcontact
Aansluiting XB02 (externe fotocel)
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 13
6. Montage
Opmerking:
De SKS-aansluiting is standaard ingesteld op
een SKS van 8,2 kΩ. Bij gebruik van een SKS
OPTO 300 moet na aansluiting een reset
plaatsvinden.
Aansluiting XP15 (optioneel)
Omschrijving Soort / Functie
AP01 Eenzijdige aansluiteenheid
R1 8K2-weerstand
XP01 Stekkerdoos, 6-polig
BP49 Contactlijst DICHT
S1 Slapkabelschakelaar
XP15
Veerlijst, 6-polig
Besturing – veiligheidscircuit
- XP15
P1 b
c
d e f
-XP01
-W1
WH
BN GN BK
-AP01
YE
-S1
-R1
1 2 3 4 5 6
-BP49
6.5 / 7
M09E042
Aansluiting XH75 (optioneel)
6.5 / 6
• Sluit de elektrische vergrendeling (A) aan op de aansluitkast (B).
• Sluit de XH75-aansluiting aan op de aansluitkast (B).
XH75
Informatie:
De reset van de besturing is in punt 8.3 /
niveau 1 / menu 8 beschreven.
i
Aansluitvoorbeeld: gebruik met een contactlijst en
slapkabelschakelaar
B
A
14 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
P
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
7.1 / 1
Bedieningselementen
Benaming Type / functie
i
A Weergave carrousel 10.1
B
Toets OPEN (+)
(bijv. deur in positie OPEN
bewegen of parameter in de
programmeermodus verhogen)
-
C
Toets DICHT (-)
(bijv. deur in positie DICHT
bewegen of parameter in de
programmeermodus verlagen)
-
D
Toets (P)
(bijv. programmeermodus openen
of parameter opslaan)
-
Overzicht geïntegreerde Control x.22-besturing
BAD
C
7.2 Snelprogrammering
7.2.1 Snelprogrammeren
Opmerking:
Voor een correcte inbedrijfstelling van het
aandrijfsysteem moet de snelprogrammering
worden uitgevoerd.
Dit geldt voor de eerste ingebruikneming en na
een reset.
In de snelprogrammering worden de basisfuncties
van het aandrijfsysteem ingesteld.
- Eindpositie OPEN
- Eindpositie DICHT
- Radiografische besturing (indien beschikbaar)
Dit programmeerproces is doorlopend en moet dwingend worden
uitgevoerd.
Opmerking:
- Tijdens het programmeren van de deurposities
OPEN en DICHT moet de holle as ten minste
eenmaal 360 ° draaien zodat een referentie-
punt kan worden ingeleerd.
- Beweegt de deur na het indrukken van de
knop (+) in de deurpositie DICHT, dan moet
de snelprogrammering worden onderbroken
en eerst de draairichting veranderd.
Voor de programmering worden de toetsen OPEN (+), DICHT (-)
en (P) gebruikt.
De programmering gebeurt met de toetsen plus (+), min (-) en (P).
Als er in de programmeermodus binnen 120 seconden geen van
de toetsen wordt ingedrukt, dan springt de besturing terug naar
de bedrijfstoestand.
Er wordt een overeenkomstige melding weergegeven.
Informatie:
De verklaring van de meldingen is beschreven
in punt 10.
i
Informatie:
De verandering van draairichting wordt
beschreven in punt 7.3.
i
Start van snelprogrammering (geïntegreerde besturing)
• Voer de snelprogrammering uit volgens het navolgende schema.
Opmerking:
De snelprogrammering kan op elk moment
worden verlaten door 3x op de knop P te
drukkenn.
7.2.2 Programmeertoetsen
7.1 Overzicht van besturingseenheid
7. Inbedrijfstelling
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 15
7. Inbedrijfstelling
Bedrijfs -
modus
1.
P
1x >2s <10s
Snelprogrammering starten /
Eindpositie OPEN
programmeren
2.
Deur in de positie OPEN
bewegen
3.
Correctie van de eindpositie
OPEN met de (+) en (-) toetsen
4.
P
1x <1s
Eindpositie OPEN opslaan /
Eindpositie DICHT
programmeren
5.
Deur in de positie DICHT
bewegen
6.
Correctie van de eindpositie
DICHT met de (+) en (-) toetsen
7.
P
1x <1s
Eindpositie DICHT opslaan /
Afstandsbesturing
programmeren
8.
Handzender bedienen
9.
Handzender loslaten
10.
P
1x <1s
Afstandsbesturing opslaan /
Snelprogrammering
beëindigen
7.2.3 Verloop van de snelprogrammering
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
16 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
7. Inbedrijfstelling
1.
Na het indrukken van de (+) toets:
De deur moet openen en naar de opgeslagen
eindpositie OPEN bewegen.
2.
Na het indrukken van de (-) toets:
De deur moet sluiten en naar de opgeslagen
eindpositie DICHT bewegen.
3.
Na het indrukken van de toets van de
handzender:
Het aandrijfsysteem moet de deur in de
richting OPEN resp. in de richting DICHT
bewegen.
4.
Na het indrukken van de toets van de
handzender terwijl het aandrijfsysteem loopt:
Het aandrijfsysteem moet stoppen.
5.
Bij het volgende indrukken loopt het
aandrijfsysteem in de tegengestelde richting.
Controle:
Na de snelprogrammering en na veranderingen
in het programmeermenu moeten de volgende
leerbewegingen en controles worden uitgevoerd.
7.4 Functiecontrole
Programmeerloop van de aandrijfkracht
Het aandrijfsysteem leert de maximaal benodigde aandrijfkracht
tijdens de eerste bewegingen na de instelling van de eindposities.
• Laat de aandrijving (met gekoppelde deur) zonder onderbreking
één maal van de eindpositie DICHT naar de eindpositie OPEN
lopen en terug.
De aandrijving bepaalt tijdens deze leerbeweging de maximale
trek- en drukkracht en de krachtreserve,
die nodig is om de deur te bewegen.
Controle:
Attentie!
Om de juiste werking van het aandrijfsysteem
te garanderen, moet u de na de verandering
van draairichting op de bedieningsbesturing
een reset uitvoeren (alleen nodig indien de
deurposities al zijn ingeleerd).
Informatie:
- De aansluiting van de voeding is beschreven
in punt 6.5.
- De reset van de bedieningsbesturing is in
punt 8.3 / niveau 1 / menu 8 beschreven.
- De snelprogrammering wordt beschreven in
punt 7.2.3.
i
Voorzichtig!
Kans op stroomstoten:
Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor
worden gezorgd dat er geen spanning op de
leidingen staat.
Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor
gezorgd worden dat er geen netspanning op
de leidingen kan komen te staan (bijv. voor -
komen van inschakelen van de netspanning).
7.3 Van draairichting veranderen
7.3 / 1
XM70
• Verwissel op de motoraansluiting (XM70) de bruine draad met
de groene draad.
• Voer eerst een reset van de besturing uit.
• Voer de snelprogrammering opnieuw uit.
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 17
Voorzichtig!
Het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT
moet correct worden ingesteld, om lichamelijk
letsel of materiële schade te voorkomen.
Automatisch uitschakelsysteem
Uitschakelmechanisme OPEN
Bij aandrijfsystemen voor deuren met openingen in het deurblad
(doorsnee opening > 50 mm):
• Belast de deur tijdens de loopbeweging in het midden van de
onderkant met een gewicht van 20 kg.
De deur moet onmiddellijk stoppen.
Uitschakelmechanisme DICHT
• Zet een 50 mm hoge hindernis op de grond.
• Laat de deur op de hindernis lopen.
Het aandrijfsysteem moet bij het treffen van de hindernis
stoppen en omkeren.
Opmerking:
De instellingen van de parameters blijven bij
een onderbreking van de netspanning
opgeslagen.
Alleen door een reset worden de
aandrijfkrachten OPEN en DICHT terug gezet
naar de fabrieksinstellingen.
7. Inbedrijfstelling
Deursensoren
• Activeer alle deursensoren afzonderlijk.
Controlelampjesvoorziening
• Test de werking van de controlelampjesvoorziening.
Controle:
Test de deursensoren conform de betreffende
bedieningshandleiding. Bij het reageren van een
veiligheidselement gaat LED 1 branden.
Noodbediening
• Test de werking van de noodbediening.
Informatie:
De werking van de noodbediening is
beschreven in punt 9.
i
Fotocel in het frame
• Laat alle fotocellen afzonderlijk reageren.
Opmerking:
- Een aangesloten fotocel in het frame moet
boven de inbouwpositie in werking treden.
Onder de inbouwpositie wordt de werking
door de besturing uitgeschakeld.
- Bij het aansluiten van meerdere fotocellen
reageren alle fotocellen op dezelfde wijze als
een eventuele fotocel in het frame.
Fotocel
• Laat alle fotocellen afzonderlijk reageren.
• Controleer alle aangesloten fotocellen nét voor de deurpositie
DICHT.
18 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
8.1 Schema van de uitgebreide programmering
(voorbeeld voor niveau 2, menu 2)
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Programmering
beëindigen
ParameterMenu
Bedrijfs -
modus
(Geïntegreer
de besturing)
Niveau
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
+
-
> 5 sec.
> 10 sec.
> 5 sec.
> 5 sec.
Niveau 3
Niveau 4
Menu 3 Waarde verhogen
Menu 2
Menu 1
Menu-exit
(niveau 2)
Niveau 2
Niveau 1
Niveau-exit
Niveau 8
Menu 8
Parameter
Waarde verlagen
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 19
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
8.2 Totaaloverzicht van de programmeerbare functies
Niveau Menu Fabrieksinstelling
Niveau 1 – Basisfuncties
Menu 3: Tussenpositie OPEN
Menu 4: Tussenpositie DICHT
Menu 7: Relaisuitgang Signaallamp
Menu 8: RESET Geen reset
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen
Menu 1: Benodigde aandrijfkracht OPEN Stap 8
Menu 2: Benodigde aandrijfkracht DICHT Stap 8
Menu 3: Uitschakelmechanisme OPEN Stap 8
Menu 4: Uitschakelmechanisme DICHT Stap 8
Niveau 3 – Automatisch sluiten
Menu 1: Automatisch sluiten Gedeactiveerd
Menu 3: Deur-open-tijd 2 sec.
Menu 4: Voorwaarschuwingstijd 1 sec.
Menu 5: Startwaarschuwing 0 sec.
Menu 7: Signaallamp
Deurbeweging /
waarschuwing: knipperen
Deurstilstand: uit
Niveau 4 – Radiografische programmering
Menu 2: Tussenpositie OPEN
Menu 3: Tussenpositie DICHT
Menu 4: OPEN
Menu 5: DICHT
Menu 8: Relaisuitgang
Niveau 5 – Speciale functie
Menu 1: Programmeerbare impulsingang Impuls
Menu 4: Verlichtingstijd 180 sec.
Niveau 6 – Variabele snelheid
Menu 1: Snelheid OPEN Stap 16
Menu 2: Snelheid soft-loop OPEN Stap 7
Menu 3: Soft-looppositie OPEN
Menu 4: Snelheid DICHT Stap 16
Menu 5: Snelheid smart-loop DICHT Stap 16
Menu 6: Snelheid softlauf DICHT Stap 7
Menu 7: Smart-loop DICHT
Menu 8: : Soft-looppositie DICHT
Niveau 7 – Service en onderhoud
Menu 1: Deurcyclusteller
Menu 2: Onderhoudsteller
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval UIT
Menu 8: Reset service en onderhoud Geen reset
Niveau 8 – Systeeminstellingen
Menu 1: Fotocel Werking zonder fotocel
Menu 2: Veiligheidscontactlijst Hek keert kort om (OPEN/DICHT)
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem
Deur stopt (OPEN)
Deur loopt kort terug (DICHT)
Menu 4: Bedrijfsmodi Zelfhoudend (OPEN/DICHT)
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever Niet actief
Menu 6: Functie van de impulscommandogever
Alleen STOP, vervolgens
standaardvolgorde van impulsen
20 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Informatie:
Na wijzigingen in de menu's 3 en 4 van niveau 1 dient er opnieuw een functietest te worden uitgevoerd (punt 7.4).
i
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
8.3 Functieoverzicht van de programmeerniveaus
Attentie!
Na een Reset worden alle parameters op de fabrieksinstellingen teruggezet.
Om een probleemloze werking van de besturing te garanderen:
- moeten alle gewenste functies opnieuw worden geprogrammeerd;
- moet de afstandsbediening worden geprogrammeerd;
- moet het aandrijfsysteem éénmaal in de eindpositie OPEN en DICHT lopen.
Niveau 1 – Basisfuncties
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Tussenpositie OPEN
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
“Tussenpositie OPEN” – Functioneert met automatisch sluiten
Menu 4: Tussenpositie DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 7: Relaisuitgang
A7 B7 C7 D7 E7 F7 G7 H7 I7 J7 K7 L7
Menu 8: RESET
A8 B8 C8 D8 E8 F8 G8
Opmerking:
- Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan worden gebruikt.
- Bij geactiveerd automatisch sluiten (niveau 3 / menu 1) is de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) niet programmeerbaar.
Voorzichtig!
In de uitgebreide aandrijvingsfuncties kunnen belangrijke fabrieksinstellingen worden veranderd.
De afzonderlijke parameters moeten correct worden ingesteld om lichamelijk letsel en materiële schade te vermijden.
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 21
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
* Alle aangesloten en functionerende veiligheidselementen worden na de reset opnieuw herkend.
Stap Functie Aantekening / Opmerking
i
A8 Geen reset Onveranderd -
B8 Reset besturing * Fabrieksinstelling -
C8 Reset afstandbediening Telegrammen worden gewist -
D8 Reset uitbreiding automatisch sluiten Niveau 3, Menu 1-7 -
E8 Reset alleen uitgebreide aandrijvingsfuncties *
Behalve hekpositie OPEN/DICHT en
afstandsbesturing impuls
-
F8 Reset veiligheidselementen * Fotocel -
G8 Reset van de busmodule De aangesloten busmodule word ingeleerd -
Menu 8: Reset
Menu 7: Relaisuitgang
Stap Functie Toelichting/opmerking
i
A7 Signaallichten Functie
Niveau 3
Menu 7
B7 Einpositie Open - -
C7 Eindpositie Dicht - -
D7 Tussenpositie Open - -
E7 Tussenpositie Dicht - -
F7 Aandrijving start Wisimpuls – 1 seconde -
G7 Storing - -
H7 Verlichting Verlichtingtijd
Niveau 5
Menu 4
I7 Vrijgave vergrendeling Aandrijving loopt -
J7 Vrijgave slot
Aandrijving start
Wisimpuls – 3 seconde
-
K7 Openschuifbeveiliging - -
L7 Afstandsbediening Relais schakelt gedurende de impuls -
Opmerking:
Afhankelijk van de aard van de reset kan dit maximaal 30 seconden duren.
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
22 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Opmerking:
- Het automatisch sluiten kan alleen worden geprogrammeerd wanneer er een fotocel of een veiligheidscontactlijst is
aangesloten.
- De functie van menu 1 kan naar wens door de tijdwaarden in de menu's 3 en 4 worden gewijzigd.
Niveau 3 – Automatisch sluiten
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Automatisch sluiten
A1 B1 C1 D1 E1 F1 G1 H1
Menu 3: Deur-open-tijd (in seconden)
2 5 10 15 20 25 30 35 40 50 80 100 120 150 180 255
Menu 4: Voorwaarschuwingstijd (in seconden)
1 2 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70
Menu 5: Startwaarschuwing (in seconden)
0 1 2 3 4 5 6 7
Menu 7: Signaallamp
A7 B7 C7 D7 E7 F7
* hoe hoger de stap, des te hoger de aandrijfkracht.
** hoe lager de stap, des te gevoeliger het uitschakelmechanisme.
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Benodigde aandrijfkracht OPEN (gevoeligheid in stappen**)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 2: Benodigde aandrijfkracht DICHT (gevoeligheid in stappen*)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Uitschakelmechanisme OPEN (gevoeligheid in stappen**)
UIT 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 4: Uitschakelmechanisme DICHT (gevoeligheid in stappen**)
UIT 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Voorzichtig!
Na het uitschakelen of hoger zetten van de automatische uitschakeltrappen (menu 3 en 4):
om kans op letsel uit te sluiten, moeten de in EN 12453 en EN 12445 vastgelegde metingen ter bewijs van de juiste
krachtuitschakeling worden uitgevoerd.
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 23
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 1: Automatisch sluiten
Opmerking:
Zonder aangesloten fotocel of sluitverhindering is alleen parameter A1 instelbaar.
Stap
Opening stijd
deur
(seconden)
Waarschu -
wingstijd
(seconden)
Auto. sluiten Overige functies
A1 - - Gedeactiveerd -
B1 15 5 Geactiveerd
Verlenging van de deur-OPEN-tijd alleen door een impuls
(knop, afstandsbediening)
C1 30 5 Geactiveerd
D1 60 8 Geactiveerd
E1 15 5 Geactiveerd
Annuleren van deuropeningstijd na passeren van fotocel
F1 30 5 Geactiveerd
G1 60 8 Geactiveerd
H1 Oneindig 3 Geactiveerd Sluiten na passeren van fotocel/sluitverhindering
Menu 7: Signaallamp
Stap Deurbeweging/waarschuwing Deurstilstand
A7 Knipperen Uit (energiebesparing)
B7 Branden Uit (energiebesparing)
C7 Knipperen Knipperen
D7 Branden Branden
E7 Knipperen Branden
F7 Branden Knipperen
Informatie:
De aansluiting van de signaallamp is instelbaar in niveau 1, menu 7.
i
Niveau 4 – Radiografische programmering
Menu 2: Tussenpositie OPEN
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 3: Tussenpositie DICHT
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 4: OPEN
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 5: DICHT
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 8: Relaisuitgang (niveau 1, menu 7, L7)
LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Informatie:
Om storingen te voorkomen, mag steeds slechts één draadloos signaal per positie worden ingeleerd.
i
24 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Informatie:
- De programmering van de speciale functie is afhankelijk van de aansluiting XB02.
De aansluiting XB02 wordt in punt 6.5 beschreven.
- De ingestelde verlichtingstijd is allen actief, wanneer de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) op
Verlichting (H7) geprogrammeerd is.
i
Menu 1: Programmeerbare impulsingang
Stap Functie Toelichting/opmerking
A1 Impuls Alleen maakcontact
B1 Sluitverhindering Alleen maakcontact
C1 Stopt en keert om Alleen in de richting dicht – alleen verbreekcontact
D1 Stopt en keert om Alleen in de richting dicht – Alleen maakcontact
E1 Impuls open Inductielus – alleen maakcontact
F1 Houdt alleen opener vast Aandrijfsysteem stopt
Niveau 5 – Speciale functie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Programmeerbare impulsingang - Klem 1/2
A1 B1 C1 D1 E1 F1
Menu 4: Verlichtingstijd (in seconden)
2 5 10 15 20 25 30 35 40 50 80 100 120 150 180 255
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Opmerking:
Het niveau C1 kan alleen worden gebruikt indien er geen andere MS-Bus-modules met
programmeerbare impulsingang (zoals bijv. een externe besturing) zijn aangesloten.
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 25
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 6 - Variabele snelheid
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Snelheid OPEN (in stappen)
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 2: Snelheid soft-loop OPEN (in stappen)
1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 3: Softlooppositie OPEN
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 4: Snelheid DICHT (in stappen)
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 5: Snelheid smartloop DICHT (in stappen)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 6: Snelheid softloop DICHT (in stappen)
1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 7: Positie smartloop DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 8: Softlooppositie DICHT
Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Informatie:
Na wijzigingen in de menu's 1, 2, 3, 4, 6 en 8 van niveau 2 dient er opnieuw een functietest te worden
uitgevoerd (punt 7.4).
i
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
26 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 7 – Service en onderhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Deurcyclusteller
A1 B1 C1 D1 E1
Menu 2: Onderhoudsteller
A2 B2 C2 D2 E2
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval
A3 B3 C3 D3 E3 F3 G3 H3 I3 J3 K3 L3 M3 N3 O3 P3
Menu 8: Reset service en onderhoud
A8 B8
Menu 1: Deurcyclusteller
De deurcycliteller van de besturing wordt hier uitgelezen en met vijf posities weergegeven (tot 99.999).
De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven.
De gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven.
Met de knoppen (+) en (-) kan de volgende of de vorige positie van het gebruiksgetal worden weergeven.
Menu 2: Onderhoudsteller
De onderhoudsteller van de besturing wordt hier uitgelezen en vijfcijferig weergegeven (tot 99.999).
De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven.
De nog benodigde gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven.
De weergave vindt plaats zoals onder menu 1 wordt beschreven.
A1 Deurcyclusteller – 10.000-tal
B1 Deurcyclusteller – 1.000-tal
C1 Deurcyclusteller – 100-tal
D1 Deurcyclusteller – 10-tal
E1 Deurcyclusteller – 1-tal
A2 Onderhoudsteller – 10.000-tal
B2 Onderhoudsteller – 1.000-tal
C2 Onderhoudsteller – 100-tal
D2 Onderhoudsteller – 10-tal
E2 Onderhoudsteller – 1-tal
Weergave van de gebruiksgetallen:
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 27
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 3: Instelling onderhoudsinterval
Hier wordt het aantal deurcycli geprogrammeerd vanaf welke de besturing weergeeft dat er een bepaald onderhoud moet
worden uitgevoerd.
A3 Onderhoudsinterval UIT
B3 Onderhoud telkens na 1.000 deurbewegingen
C3 Onderhoud telkens na 2.000 deurbewegingen
D3 Onderhoud telkens na 3.000 deurbewegingen
E3 Onderhoud telkens na 4.000 deurbewegingen
F3 Onderhoud telkens na 5.000 deurbewegingen
G3 Onderhoud telkens na 6.000 deurbewegingen
H3 Onderhoud telkens na 7.000 deurbewegingen
I3 Onderhoud telkens na 8.000 deurbewegingen
J3 Onderhoud telkens na 9.000 deurbewegingen
K3 Onderhoud telkens na 10.000 deurbewegingen
L3 Onderhoud telkens na 15.000 deurbewegingen
M3 Onderhoud telkens na 20.000 deurbewegingen
N3 Onderhoud telkens na 30.000 deurbewegingen
O3 Onderhoud telkens na 40.000 deurbewegingen
P3 Onderhoud telkens na 50.000 deurbewegingen
Menu 8: Reset service en onderhoud
Voor service, diagnose en onderhoudswerkzaamheden wordt hier het foutengeheugen op nul gezet.
A8 Geen reset B8 Reset foutengeheugen
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
28 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Niveau 8 – Systeeminstellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Menu 1: Fotocel
A1 B1 C1 - - - - - - - - - - - - -
Menu 2: Veiligheidscontactlijst
A2 B2 C2 D2 E2 F2 G2 H2 - - - - - - - -
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem
A3 B3 C3 D3 - - - - - - - - - - - -
Menu 4: Bedrijfsoort
A4 B4 C4 D4 - - - - - - - - - - - -
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever
A5 B5 - - - - - - - - - - - - - -
Menu 6: Functie van de impulscommandogever
A6 B6 - - - - - - - - - - - - - -
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Attentie!
Een aangesloten fotocel wordt door de besturing na het inschakelen van de spanning automatisch
herkend. De fotocel kan naderhand anders geprogrammeerd worden.
Menu 1: Fotocel
Opmerking:
Ongewenste fotocellen moeten worden afgeklemd omdat de besturing ze anders herkent.
Stap
Fotocel
(Aansluiting XB02 - klemmen 70/71)
Deurbeweging dicht
Ongewenste fotocellen
(Aansluiting XB02 - klemmen 70/71)
Deurbeweging dicht
A1 Werking zonder fotocellen
B1
Deur keert lang om
2
Niet actief
C1 Niet actief
Deur keert lang om
2
Informatie:
Aansluiting XB02 wordt beschreven in punt 6.5.
i
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 29
Menu 4: Bedrijfsoort
Stap OPEN DICHT
A4 Dodeman Dodeman
B4 Zelfhoudend Dodeman
C4 Dodeman Zelfhoudend
D4 Zelfhoudend Zelfhoudend
Menu 5: Functie van de richtingcommandogever (OPEN / DICHT)
Menu 6: Functie van de impulscommandogever (impuls, tussenpositie OPEN, tussenpositie DICHT
Stap Richtingcommandogever Verklaringen
A5 Niet actief
De richtingcommandogevers geven alleen bij een
stilstaande deur een commando af.
B5 Alleen STOP
Een bewegende deur wordt door iedere
richtingcommandogever gestopt.
Stap Impulscommandogever Verklaringen
A6 Niet actief
De impulscommandogevers geven alleen bij een
stilstaande deur een commando af.
B6 Alleen STOP, aansluitend normvolgorde
Een bewegende deur wordt door iedere
impulscommandogever gestopt. Een vervolgcommando
start het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting
(OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN).
Stap Deurbeweging OPEN Deurbeweging DICHT
A3 Deur stopt
Deur keert kort om
1
B3
Deur keert kort om
1
Deur keert kort om
1
C3 Deur stopt
Deur keert lang om
2
D3
Deur keert lang om
2
Deur keert lang om
2
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem
1
Deur keert kort om: Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegenovergestelde richting,
om een hindernis vrij te geven.
2
Deur keert lang om: Het aandrijfsysteem beweegt de deur tot in de tegengestelde deurpositie.
8. Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 2: Veiligheidscontactlijst
Stap
Deurbeweging OPEN
(alleen met uitbreidingsmodule mogelijk)
Deurbeweging DICHT
A2
Deur keert kort om
1
Deur keert kort om
1
B2
Deur keert kort om
1
Deur keert lang om
2
C2
Deur keert lang om
2
Deur keert kort om
1
D2
Deur keert lang om
2
Deur keert lang om
2
E2 Deur keert kort
1
om met DW-test Deur keert kort
1
om met DW-test
F2 Deur keert kort
1
om met DW-test Deur keert lang
2
om met DW-test
G2 Deur keert lang
2
om met DW-test Deur keert kort
1
om met DW-test
H2 Deur keert lang
2
om met DW-test Deur keert lang
2
om met DW-test
30 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Aandrijving vergrendelen
• Trek de groene koordknop naar beneden.
• Vergrendel de deur door lichte bewegingen in de richting OPEN
en DICHT.
De deur kan elektrisch OPEN en DICHT worden gedaan.
9.2 / 1
• Trek de rode koordknop naar beneden.
Aandrijfsysteem met snelontgrendeling
Om de deur met de hand te bedienen kan de aandrijving van de
veeras worden ontkoppelt.
Aandrijving ontkoppelen
Deur bewegen
• Ontgrendel de deur door lichte bewegingen in de richting
OPEN en DICHT.
De deur kan nu met de hand in richtingen OPEN en DICHT
worden bewogen.
Deur in de richting OPEN bewegen
• Druk op de knop OPEN op het bedieningselement.
De deur stopt automatisch in de eindpositie OPEN.
Deur in de richting DICHT bewegen
• Druk op de knop DICHT op het bedieningselement.
De deur stopt automatisch in de eindpositie DICHT.
Opmerking:
Het aandrijfsysteem verplaatst de deur naar de
zelfhoudende stand.
Attentie!
Om schade aan de deur te voorkomen,
- mag de deur alleen in gesloten toestand
worden ont- en vergrendeld.
- moet een eventueel aanwezige deurvergren-
deling vóór de noodbediening buiten werking
worden gesteld.
9.1 / 1
9.1 / 2
9.2 Noodbediening9.1 Standaardbediening
9. Bediening
Opmerking:
Om een goede werking te garanderen, moet de
holle as na de blokkering ten minste éénmaal
360° draaien.
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 31
LED-indicaties in de bedrijfsmodus
Status veiligheidselementen
Deur in deurpositie OPEN
Deur beweegt in richting OPEN
Tussenpositie OPEN
Tussenpositie DICHT
Deur in tussenpositie
Deur in deurpositie DICHT
Deur beweegt in richting DICHT
Referentiepunt (knippert tijdens het passeren van
het referentiepunt)
Onderhoud
Veiligheidsstopcircuit aandrijving
Commandogever geactiveerd
Afstandsbediening wordt geactiveerd
Gebruiksklaar
Voorbeeld:
De deur bevindt zich in de deurpositie OPEN.
Als de waarschuwingstijd / aanloopwaar schuwing is
afgelopen, zet de deur zich in beweging in de
richting DICHT.
Statusmeldingen geven naast de deurpositiemelding tijdens de
werking uitsluitsel over de toestand van het aandrijfsysteem.
Veiligheidselementen:
LED 1 dient als statusaanduiding van
de aangesloten veiligheidselementen
(veiligheidscontactlijst, fotocel).
Wordt het betreffende veiligheidselement
in werking gezet, dan licht LED 1 op zolang deze in
werking is.
Commandogevers / handzenders:
LED 7 dient als statusaanduiding en componententest
van de aangesloten bedieningselementen (OPEN,
DICHT, STOP, half OPEN, etc...).
Wordt het betreffende bedieningselement
in werking gezet, dan licht LED 7 op zolang deze in
werking is.
Bij ontvangst van een radiografisch signaal knippert
LED 7 snel.
10.2 Statusmeldingen 10.1 Overzicht van de LED-indicaties
10. Meldingen
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
32 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
10. Meldingen
Wisselen naar de diagnosemodus
(Geïntegreerde besturing)
Een wisseling naar de diagnosemodus kan plaatsvinden vanuit de
meldingsmodus of vanuit de bedrijfsmodus.
• Druk kort op knop (P).
De besturing schakelt in de diagnosestand en geeft de laatste
melding weer.
Knopfuncties in de diagnosemodus
Toets (+ / OPEN) Door te drukken op de knop (+) wordt altijd de
actueel bestaande
fout weergegeven.
Toets (- / DICHT) Door te drukken op de knop (-) worden
achtereenvolgens tot max.
5 fouten uit het foutengeheugen weergegeven.
Toets (P / STOP) Door te drukken op de knop (P) wordt de
diagnosemodus beëindigd.
De carrouselweergave loopt achteruit.
De besturing schakelt terug naar de
bedrijfsmodus.
1.
Weergave van de meldingsnummers geduren-
de ca. 3 seconden (voorbeeld: melding 15).
2.
Weergavepauze gedurende
ca. 1 seconde.
3.
Weergave van de bedrijfsmodus gedurende
ca. 3 seconden
(voorbeeld: bedrijfsspanning,
Deurpositie OPEN).
4.
Weergavepauze gedurende
ca. 1 seconde.
5.
Herhaling van de displays 1 – 4.
Storingen in de installatie worden met een overeenkomend
meldingsnummer weergegeven.
De besturing gaat naar de meldingsmodus.
Opmerking:
- De besturing toont de meldingsnummers
door
het gelijkmatig knipperen van een of meer
LED’s.
Door de cijfers op te tellen wordt het
foutmeldingsnummer bepaald.
- Tijden de programmering worden status- en
andere meldingen onderdrukt. De weergaven
in de programmeermodus zijn altijd
éénduidig.
10.3 Storingsmeldingen
De foutmeldingsnummers hebben twee functies:
1. Zij geven een indicatie waarom de besturing het actuele
bewegingscommando niet correct kon uitvoeren.
2. Zij geven defecte componenten aan om een betere en
snellere service ter plaatse te kunnen geven en alleen de
werkelijk defecte onderdelen van de besturing te
vervangen.
De besturing bevindt zich in de meldingsmodus tot
de besturing wisselt naar de bedrijfsmodus of de diagnosemodus.
Wisselen naar de bedrijfsmodus
De besturing gaat naar de bedrijfsmodus, zodra deze een bewe-
gingsimpuls ontvangt.
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 33
Storingen met indicatie van de storingsmelding
Storing Oorzaak Oplossing
Melding 1 - Uitgebreide melding (alleen met MDS
leesbaar).
- Besturing laten controleren.
Melding 7 - Na 120 seconden zonder toetsbediening sluit de programmeermodus vanzelf af.
- Programmeren van de deurposities OPEN en DICHT zonder het referentiepunt te passeren.
Melding 8 - Referentiepuntsensor defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
10. Meldingen
10.4 Storingen oplossen
Storing Oorzaak Oplossing
LED 8 brandt niet. - Spanning ontbreekt. - Controleren of er netspanning aanwezig is.
- Stroomaansluiting controleren.
- Thermische beveiliging in de
nettransformator is geactiveerd.
- Nettransformator laten afkoelen.
- Besturingseenheid defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Geen reactie na impuls. - Aansluitklemmen voor schakelaar
“impuls” overbrugd, bijv. door
kortsluiting in de kabels of in de
systeemstekkers.
- Eventueel bekabelde sleutelschakelaars of binnendrukknoppen bij
wijze van proef van de besturingseenheid loskoppelen (punt 6.5):
Kabel uit bus XB02 trekken of jumper in XB10 steken en de fout in
de bedrading opsporen.
Geen reactie na impuls door
handzender.
- Modulaire antenne niet ingestoken. - Modulaire antenne verbinden met besturingseenheid.
- Handzendercodering stemt niet overeen
met ontvangercodering.
- Handzender opnieuw programmeren.
- Batterij van de handzender leeg. - Nieuwe batterij plaatsen.
- Handzender of besturingselektronica of
modulaire antenne defect.
- De 3 componenten laten controleren.
Aandrijving keert om bij onder-
breking van de fotocel in de lijst.
- De programmering van de fotocel op
het kozijn is niet correct uitgevoerd.
- Reset van de besturing uitvoeren (punt 8.4 / Niveau 1 / Menu F8),
snelprogrammering opnieuw uitvoeren (punt 7.2).
De eindposities zijn onnauwkeurig
ingesteld.
- De poort werd zonder spanning
verplaatst.
- De holle as moet ten minste éénmaal 360 graden draaien, zodat het
referentiepunt wordt gepasseerd.
Geen reactie na impulsinvoer.
Aandrijving beweegt alleen in
dodemansgebruik in de richting
DICHT (meldingsnummer 1
verschijnt).
- Elektronische kabelbreukbeveiliging
heeft ingegrepen.
- Beweging deur controleren en deur weer beweegbaar maken.
- Automatische uitschakeling door een vakman laten controleren
(paragraaf 8.3/niveau 2/menu 3+4).
- Deur repareren.
Storingen zonder indicatie van de storingsmelding
34 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Storing Oorzaak Oplossing
Melding 9 - Impuls toerentalsensor niet aanwezig,
Aandrijfsysteem blokkeert.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 10 - Deur loopt te stroef.
- Deur blokkeert.
- Zorgen dat de deur soepel loopt.
- Maximale aandrijfkracht te laag
ingesteld.
- Max. aandrijfkracht (punt 8.3 / niveau 2 / menu 1+2)
door de vakhandelaar laten controleren.
Melding 11 - Looptijdbegrenzing. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 12 - Test van SKS in de richting OPEN niet
OK.
- Veiligheidscontactlijst controleren.
- Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst
deactiveren (punt 8.3 / Niveau 1 / Menu 8).
Melding 13 - Test veiligheidscontactlijst in
de richting DICHT niet OK.
- Veiligheidscontactlijst controleren.
- Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst
deactiveren (punt 8.3 / Niveau 1 / Menu 8).
Melding 14 - Geen geldige eindposities beschikbaar. - Snelprogrammering opnieuw uitvoeren (punt 7.2).
Melding 15 - Externe fotocel onderbroken of
defect.
- Hindernis verwijderen of fotocel laten controleren.
- Fotocel geprogrammeerd,
maar niet aangesloten.
- Fotocel uitschakelen of aansluiten.
Melding 16 - Stroomsensor voor het
uitschakelmechanisme defect.
- Aandrijving laten controleren.
Melding 26 - Te lage spanning, aandrijfsysteem
overbelast bij instelling max. kracht
stap 16.
- Externe stroomvoorziening laten controleren.
- Zorgen dat de deur soepel loopt.
Melding 28 - Deur loopt te stroef of onregelmatig.
- Deur blokkeert.
- Deurbeweging controleren en zorgen dat de deur soepel loopt.
- Uitschakelmechanisme te gevoelig
ingesteld.
- Uitschakelmechanisme door de vakhandelaar laten controleren
(punt 8.3 / niveau 2 / menu 3+4).
- Touw gebroken of gevallen.
- Veer gebroken.
- Deur repareren.
Melding 35 - Elektronica defect. - Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 36 - Doorverbinding verwijderd, stop-toets
echter niet aangesloten.
- Vasthoudknop op XB10 aansluiten of jumper (punt 6.5) plaatsen.
- Aandrijfsysteem ontgrendeld.
- Ruststroomkring onderbroken.
- Aandrijfsysteem vergrendelen.
10. Meldingen
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 35
11.1 Technische gegevens Dynamic vario DC
Elektrische gegevens / Type 15/30
Nominale spanning V 1N~ 230
Nominale frequentie Hz 50
Stroomopname A 1,1
Motorvermogen kW 0,25
Inschakelduur motor (ED) % 25
Verzorging externe elementen V 24 / 200 mA
Beschermtype IP 20
Beschermklasse I
Mechanische gegevens / Type 15/30
Draaimoment gedreven as Nm 15
Nominaal toerental min
-1
30
Max. toerental, gedreven as 15
Noodbediening Snelontgrendeling met trekkoord
Ontkoppeling aandrijving Snelontgrendeling
Diameter holle as mm Holle as aluminium / vertanding conform DIN 5480 - 42 x 1,25 x 30 x 32
Omgevingsgegevens / Type 15/30
Afmetingen mm 119 x 420 x 261
Gewicht kg 6,70
Temperatuurbereik -20 bis +60
Montagevarianten Opsteek- of flensmontage
11. Bijlage
Legende:
LED uit
LED brandt
LED knippert langzaam
LED knippert gelijkmatig
LED knippert snel
Fabrieksinstelling
Niet mogelijk
36 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
11. Bijlage
11.2 Inbouwinstructie
11.3 EG-Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij dat het hierna beschreven product op basis
van zijn ontwerp en model alsook in de door ons in omloop
gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele
veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn inzake
elektromagnetische compatibiliteit, de machinerichtlijn en de
laagspanningsrichtlijn.
Op verzoek van de inspectiedienst wordt de documentatie in
papieren vorm beschikbaar gesteld.
Bij een niet met ons afgesproken wijziging van de producten
verliest deze verklaring haar geldigheid.
Product: Industriële deuraandrijving Dynamic vario DC
Geldende EG-richtlijnen:
- Machinerichtlijn 2006/42/EG
EN 60204-1:2007
EN ISO 12100-1:2003
EN ISO 13849-1:2008
Cat.2 / PLC voor de functies krachtbeperking,
eindpositieherkenning en veiligheidscontactlijstanalyse
EN 61508:2001
- Elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG
EN 55014-1
EN 61000-3-2:2006 (2008)
EN 61000-3-3:2009
EN 61000-6-2:2006
EN 61000-6-3:2007
- Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EN 60335-1:2002
EN 60335-2-103:2004
Geldigheidsduur van deze inbouwhandleiding:
Productiedatum 01.10.2010 - 30.09.2011
01.10.2010 ppa. K. Goldstein
Bedrijfsleiding
Fabrikant en documentbeheer
Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG
Remser Brook 11 · 33428 Marienfeld · Germany
Fon +49 (52 47) 7 05-0
Hierbij verklaren wij dat het hierna beschreven product op basis
van zijn ontwerp en model alsook in de door ons in omloop
gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele
veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn inzake
elektromagnetische compatibiliteit, de machinerichtlijn en de
laagspanningsrichtlijn.
Bij een niet met ons afgesproken wijziging van de producten
verliest deze verklaring haar geldigheid.
Product:
Geldende EG-richtlijnen:
- Machinerichtlijn 2006/42/EG
EN 60204-1:2007
EN ISO 12100-1:2003
EN ISO 13849-1:2008
EN 61508:2001
- Elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG
EN 55014-1
EN 61000-3-2:2006 (2008)
EN 61000-3-3:2009
EN 61000-6-2:2006
EN 61000-6-3:2007
- Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
EN 60335-1:2002
EN 60335-2-103:2004
Datum / handtekening
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 37
38 Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818)
Montage- en bedieningshandleiding, Dynamic vario DC NL (#96818) 39
Uitgave: 01.2011
#96818
1 - NL 360319-M-0.5.0110
96818
Nederlands Oorspronkelijke handleiding, Auteursrechtelijk beschermd.
Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend met onze toestemming.
Wijzigingen met het oog op de technische vooruitgang voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Marantec Dynamic vario DC de handleiding

Type
de handleiding