Dolmar PM4810 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GB
Petrol Lawn Mower Original Instruction Manual
F
Tondeuse Thermique Manuel d’instructions original
D
Benzin-Rasenmäher Original-Bedienungsanleitung
I
Rasaerba con motore a benzina Manuale di istruzioni originale
NL
Grasmaaier met benzinemotor
Oorspronkelijke instructiehandleiding
E
Cortadora de Cesped a Gasolina Manual de instrucciones original
P
Cortador de Grama a Gasolina Manual de Instruções Originais
DK
Benzinplæneklipper Original brugsanvisning
GR
Βενζινοκίνητο χλοοκοπτικό Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών
TR
Benzinli çim biçme makinesi Orijinal Kullanım Kılavuzu
S
Bensindriven gräsklippare Originalbruksanvisning
N
Bensindrevet gressklipper Original instruksjonshåndbok
FIN
Bensiinikäyttöinen ruohonleikkuri Alkuperäinen käyttöohje
LV
Benzīna zāles pļaujmašīna
Tulkojums no rokasgrāmatas
oriģinālvalodā
LT
Benzininė vejapjo Originali naudojimo instrukcija
EE
Bensiinimootoriga muruniiduk Tõlgitud kasutusjuhend
PL
Spalinowa kosiarka do trawy Oryginalna instrukcja obsługi
HU
Benzinmotoros fűnyíró Eredeti kezelői kézikönyv
SK
Benzínová kosačka Pôvodný návod na obsluhu
CZ
Benzínová sekačka na trávu Původní návod k použití
RO
Maşină de tuns iarba pe bază de
benzină
Manual de instrucţiuni original
RUS
Бензогазонокосилка
Оригинальная инструкция по
эксплуатации
UA
Бензинова газонокосарка
Оригінальний посібник з
експлуатації
PM-4810
PM-4820
PM-4820 S
55
WAARSCHUWING:
Lees, voor uw eigen veiligheid, deze gebruiksaanwijzing
voordat u uw nieuwe gereedschap gaat gebruiken.
Als de aanwijzingen niet worden nageleefd kan dat
tot ernstig persoonlijk letsel leiden. Besteed voor elk
gebruik enige tijd om uzelf vertrouwd te maken met
de grasmaaier. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
op een veilige plaats zodat u deze informatie altijd
beschikbaar is. Als u het gereedschap aan iemand
anders overhandigt, geeft u deze gebruiksaanwijzing
en de veiligheidsinformatie er bij.
Bedoeld gebruik
Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt voor
de taken waarvoor het is ontworpen. Elk ander gebruik
wordt beschouwd als misbruik. De gebruiker, en niet de
fabrikant, is aansprakelijk voor alle schade en letsel, van
welke aard dan ook, die hierdoor wordt veroorzaakt.
De grasmaaier met benzinemotor is bedoeld voor
privégebruik, d.w.z. voor gebruik in een huis- en
tuinomgeving.
Privégebruik van de grasmaaier verwijst naar een
jaarlijkse bedrijfstijd van doorgaans niet hoger dan 50
uur, gedurende welke tijd het gereedschap hoofdzakelijk
wordt gebruikt voor het onderhouden van kleinschalige
gazons bij woningen en van hobbytuinen. Toepassingen
in openbare faciliteiten, sporthallen en landbouw/
bosbouw zijn uitgesloten.
Denk eraan dat onze gereedschappen niet zijn ontworpen
voor gebruik in commerciële, handels- of industriële
toepassingen. Onze garantie vervalt in het geval het
gereedschap wordt gebruikt in commerciële, handels- of
industriële bedrijven of voor gelijkwaardige doeleinden.
De bedieningsinstructies die door de fabrikant zijn
geleverd, moeten worden bewaard en geraadpleegd om
ervoor te zorgen dat de grasmaaier op de juiste wijze
wordt gebruikt en onderhouden. De instructies bevatten
waardevolle informatie over bedieningsvoorwaarden en
onderhoudsbepalingen.
Belangrijk! Als gevolg van het hoge risico van lichamelijk
letsel van de gebruiker, mag de grasmaaier niet worden
gebruikt om bosjes, hagen of struiken te snoeien,
klimbegroeiing, daktuinen of balkongras te maaien, vuil
of rommel van voetpaden te verwijderen (op te zuigen),
of snoeisel van bomen of hagen te hakselen. Bovendien
mag de grasmaaier niet worden gebruikt als aangedreven
cultivator om hoge plekken, zoals molshopen, vlak te
maken.
Om veiligheidsredenen mag de grasmaaier niet worden
gebruikt als aandrijving van andere werktuigen of
hulpstukken, van welke aard dan ook.
1. VERKLARING VAN DE
SYMBOLEN OP HET
GEREEDSCHAP
Lees de gebruiksaanwijzing.
Houd omstanders uit de buurt.
Besteed als gebruiker extra aandacht aan
handen en voeten om letsel te voorkomen.
Benzine is brandbaar, blijf uit de buurt van
open vuur. Als de motor draait mag geen
benzine worden bijgevuld.
Giftige dampen: niet binnenshuis
gebruiken.
Draag ter bescherming van de gebruiker
tijdens het maaien een veiligheidsbril en
gehoorbescherming.
Maak de bougiekabel los voordat u
reparaties, zoals beschreven in de
gebruiksaanwijzing, uitvoert.
Let op: Motor is heet.
2. ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING:
Bij gebruik van gereedschap met een
verbrandingsmotor moeten altijd de algemene
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen, waaronder de
volgende, worden opgevolgd om het risico van ernstig
persoonlijk letsel en/of schade aan het gereedschap
te verminderen. Lees deze gebruiksaanwijzing
voordat u dit gereedschap gaat gebruiken en bewaar
deze gebruiksaanwijzing om hem later te kunnen
raadplegen.
56
WAARSCHUWING:
Dit gereedschap produceert tijdens gebruik een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde
omstandigheden de werking van actieve of passieve
medische implantaten hinderen. Om het risico van
ernstig persoonlijk en fataal letsel te verminderen,
adviseren wij personen met medische implantaten hun
arts en de fabrikant van het implantaat te raadplegen
alvorens dit gereedschap te bedienen.
Instructie
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig. Zorg dat u
vertrouwd bent met de bedieningselementen en het
juiste gebruik van het gereedschap. Leer hoe u de
motor snel kunt stoppen.
Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel
waarvoor hij is ontworpen, d.w.z. voor het maaien
en opvangen van gras. Al het andere gebruik kan
gevaarlijk zijn en schade aan het gereedschap
veroorzaken. Voorbeelden van verkeerde gebruik zijn
onder andere:
Het vervoeren van mensen, kinderen of dieren op
het gereedschap.
Zich laten vervoeren door het gereedschap.
Het gereedschap gebruiken om ladingen te trekken
of duwen.
Het gereedschap gebruiken voor het verzamelen
van bladeren of afval.
Het gereedschap gebruiken om hagen te snoeien of
om andere vegetatie dan gras te maaien.
Het gebruik van het gereedschap door meer dat
één persoon.
Het maaimes gebruiken op een andere ondergrond
dan gras.
Laat in geen geval kinderen of personen die
deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben de
grasmaaier gebruiken. De leeftijd van de gebruiker
kan landelijk gereglementeerd zijn.
Gebruik de grasmaaier nooit:
Wanneer er personen, met name kinderen, of
dieren in de buurt zijn.
Wanneer de gebruiker medicijnen of andere
middelen heeft gebruikt die zijn/haar reactiesnelheid
of concentratie kunnen beïnvloeden.
Denk eraan dat de gebruiker aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die andere
personen of hun eigendommen kunnen overkomen.
De gebruiker moet goed opgeleid worden in het
gebruik, de afstelling en de bediening van het
gereedschap, inclusief de verboden bedieningen.
Voorbereidingen
Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en
een lange broek. Gebruik de grasmaaier niet met blote
voeten of met open sandalen.
Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig
en verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, speelgoed,
stokken en draadstukken, die door het gereedschap
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING – Benzine is bijzonder brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul alleen benzine bij in de open lucht en rook
daarbij niet.
Vul benzine bij voordat u de motor start. Verwijder
nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine bij
terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als benzine wordt gemorst, mag u niet proberen de
motor te starten, maar moet de grasmaaier worden
verwijderd van de plaats waar de benzine gemorst
is, en mag de motor niet worden gestart voordat de
benzine verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank
en jerrycan.
Vervang defecte geluiddempers.
Voer vóór gebruik altijd een visuele inspectie uit
om te controleren of het maaimes, de mesbout of
het maaimechanisme versleten of beschadigd zijn.
Vervang een versleten of beschadigd maaimes en de
mesbout altijd als set om onbalans te voorkomen.
Controleer regelmatig om er zeker van te zijn
dat alle startvergrendelingen en gebruiker-
aanwezigheidscontroles goed werken.
Bediening
Laat de verbrandingsmotor niet draaien in een gesloten
ruimte waarin gevaarlijke koolmonoxidedampen zich
kunnen ophopen.
Gebruik het gereedschap niet wanneer u vermoeid,
ziek of onder invloed van alcohol of andere drugs bent.
Waarschuwing: Gebruik de grasmaaier niet wanneer
de kans op bliksem bestaat.
Wij adviseren u de gebruiksduur te beperken om
de risico’s als gevolg van geluid en trillingen te
minimaliseren.
Wees voorzichtig wanneer u de grasmaaier op
hellingen en bij afgronden, greppels of oevers gebruikt.
Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
Gebruik de grasmaaier bij voorkeur niet wanneer het
gras nat is.
Zorg er altijd voor dat u stevig staat op hellingen.
Loop rustig en ren nooit.
Maai met cirkelmaaiers met wielen een helling altijd
in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden.
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het veranderen
van richting op een helling.
Maai niet op bijzonder steile hellingen.
Pas goed op als u de grasmaaier achteruit laat rijden
of naar u toe haalt.
Het maaimes moet stilstaan wanneer de grasmaaier
bij het vervoeren moet worden gekanteld, wanneer de
grasmaaier over een oppervlak waar geen gras groeit
moet worden verplaatst en bij het vervoer naar en van
een te maaien gedeelte.
Gebruik de grasmaaier nooit met defecte
beschermkappen of zonder veiligheidsvoorzieningen
zoals een achterklep en/of grasopvangbak.
LET OP: De grasmaaier mag niet worden bediend
zonder dat de gehele grasopvangbak of de
zelfsluitende afscherming van de uitwerpopening is
aangebracht.
Verander de regelafstellingen van de motor niet en laat
het toerental van de motor niet te hoog oplopen.
Wijzig of knoei niet met een verzegelde afstelling van
het motortoerental.
De veiligheidssystemen en -functies van de grasmaaier
mogen niet worden gewijzigd of uitgeschakeld.
Schakel alle maaimessen en de aandrijfkoppelingen
uit voordat u de motor start.
57
Start de motor zorgvuldig volgens de instructies en blijf
met uw voeten steeds op voldoende afstand van het
maaimes.
Tijdens het starten van de motor mag de grasmaaier
niet worden gekanteld.
Start de motor niet als u voor het uitwerpkanaal staat.
Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of
onder draaiende delen. Blijf altijd uit de buurt van de
uitwerpopening.
De grasmaaier nooit optillen of dragen wanneer de
motor loopt.
Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf, wacht
tot alle draaiende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen, en verwijder de sleutel, indien aanwezig.
Voordat u een verstopping opheft of voordat u het
uitwerpkanaal leegt.
Voordat u de grasmaaier controleert, reinigt of er
werkzaamheden aan gaat verrichten.
Na het raken van een vreemd voorwerp. Controleer
of de grasmaaier beschadigd is en laat deze indien
nodig repareren voordat u de grasmaaier opnieuw
start en gebruikt.
Als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint
te trillen (onmiddellijk controleren).
Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf, wacht
tot alle draaiende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen, en verwijder de sleutel, indien aanwezig.
Iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd
achterlaat.
Voordat u brandstof bijvult.
Zet de gashendel terug voordat u de motor uitschakelt
en indien de motor is voorzien van een brandstofkraan,
draait u deze dicht nadat u klaar bent met maaien.
Onderhoud en opbergen
Zorg ervoor dat alle bouten en de schroeven stevig
vastgedraaid zijn om er zeker van te zijn dat het
gereedschap altijd op een veilige manier gebruiksklaar
is.
Zet het gereedschap niet met brandstof in de
brandstoftank in een ruimte waar de brandstofdampen
in aanraking kunnen komen met vlammen of vonken.
Laat de motor afkoelen voordat u het gereedschap
opbergt. Onderhoud de grasmaaier en maak hem
schoon voordat u hem opbergt.
Om het brandgevaar te beperken moet u de motor,
de geluiddemper, de accubak en de brandstoftank
vrijhouden van gras, bladeren of overtollig vet.
Controleer regelmatig de grasopvangbak op slijtage
en beschadigingen.
Vervang veiligheidshalve versleten of beschadigde
delen.
Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet u dit
in de open lucht doen.
Door verkeerd onderhoud, het gebruik van niet-
compatibele vervangingsonderdelen en het
verwijderen of wijzigen van veiligheidscomponenten
kan de grasmaaier worden beschadigd en de
gebruiker ernstig worden verwond.
Gebruik uitsluitend maaimessen en reserveonderdelen
aanbevolen door de fabrikant. Het gebruik van
niet-originele onderdelen kan het gereedschap
beschadigen en de gebruiker verwonden. Houd de
grasmaaier in goed werkende staat.
Als de reminrichting van het maaimes niet werkt,
neemt u contact op met het servicecentrum voor hulp.
Vervoeren en hanteren
Wanneer het gereedschap moet worden gehanteerd,
opgetild, vervoerd of gekanteld, houdt u zich aan het
volgende:
Draag stevige werkhandschoenen.
Pak het gereedschap vast op plaatsen die een
goede houvast bieden, rekening houdend met het
gewicht en de verdeling ervan.
Gebruik een geschikt aantal mensen voor het
gewicht van het gereedschap en de kenmerken
van het voertuig of de plaats waar het moet worden
gebracht of opgehaald.
Tijdens vervoer moet het gereedschap stevig zijn
vastgezet met touwen of kettingen.
WAARSCHUWING:
Raak het draaiende maaimes niet aan.
WAARSCHUWING:
Vul de brandstoftank bij in een goed geventileerde
ruimte terwijl de motor is uitgeschakeld.
58
3. BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
1. Remhendel
2. Bovenste handgreep
3. Aandrijfhendel
4. Trekstarthandgreep
5. Koordgeleider
6. Vergrendelknop
7. Maaihoogteregelhefboom
8. Maaidek
9. Zijklep
10. Wiel
11. Bougie
12. Brandstofvuldop
13. Olievuldop
14. Snoerklem
15. Chokehendel
16. Bout
17. Ring
18. Brandstofhandpomp
19. Lip
Bijgeleverd
A. Bougiesleutel
B. Uitwerpkanaal
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Model PM-4810 PM-4820 PM-4820 S
Motortype B&S500E-serie, 09P6
B&S575EX-serie,
ReadyStart, 09P7
B&S625E-serie,
ReadyStart, 093J
Zelfrijdend nee nee ja
Cilinderinhoud 140 cm
3
140 cm
3
150 cm
3
Nominaal vermogen 1,9 kW 2,1 kW 2,2 kW
Maaibreedte 480 mm
Nominaal toerental 2800/min
Inhoud brandstoftank 0,8 liter
Inhoud olietank 0,47 liter
Nettogewicht 24,3 kg 24,6 kg 27,3 kg
Maaihoogteregeling 25 – 70 mm, 8 standen
Model PM-4810 PM-4820 PM-4820 S
Gegarandeerd geluidsdrukniveau
ter plaatse van de gebruiker
(volgens EN ISO 5395-1 Annex F
en EN ISO5395-2, EN ISO 4871)
82,4 dB (A)
(K = 3 dB (A))
81,5 dB (A)
(K = 3 dB (A))
81,1 dB (A)
(K = 3 dB (A))
Gemeten geluidsvermogenniveau
91,4 dB (A)
K = 1,95 dB (A)
90,7 dB (A)
K = 1,94 dB (A)
90,2 dB (A)
K = 1,8 dB (A)
Gegarandeerd
geluidsvermogenniveau (volgens
2000/14/EG)
96 dB (A) 96 dB (A) 96 dB (A)
Trillingen (volgens EN ISO 5395-1
Annex G en EN ISO5395-2)
4,38 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
6,3 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
2,91 m/s
2
K = 1,5 m/s
2
59
5. DE ONDERDELEN
MONTEREN
5.1 DE INKLAPBARE HANDGREEP
MONTEREN
1. Bevestig de onderste handgrepen in de behuizing van
het gereedschap, zoals aangegeven in Fig. 2A, 2B,
2C en 2D.
2. Bevestig de bovenste handgreep op de onderste
handgreep met de vergrendelknop (Fig. 2E, 2F en
2G).
3. Bevestig de snoerklem op de aangegeven plaats en
maak daarna het snoer vast (Fig. 2H).
6. DE MAAIHOOGTE INSTELLEN
Duw de hefboom naar buiten om hem uit de huidige stand
te halen. Beweeg de hefboom naar voren of achteren om
de maaihoogte in te stellen.
De hoogte (van maaimes tot grond) kan worden ingesteld
van 25 mm (stand 1: de laagste stand) tot 70 mm (stand
8: de hoogste stand) in 8 hoogtestanden (Fig. 3A en 3B).
Schakel de grasmaaier uit en trek de bougiekap eraf
voordat u de maaihoogte verandert.
WAARSCHUWING:
Wijzig de instelling alleen als het maaimes stil staat.
7. DE BEDIENINGSHOOGTE
INSTELLEN
1. Draai de vergrendelknoppen los waarmee de onderste
handgreep is bevestigd (Fig. 4A).
2. Beweeg de onderste handgreep omhoog of omlaag
om de gewenste bedieningshoogte in te stellen
(Fig. 4B).
Er zijn 3 instelhoogten waaruit kan worden gekozen op
dit type grasmaaier, waarbij instelling (a) de hoogste
stand is en instelling (c) de laagste stand is.
3. Stel de gewenste bedieningshoogte in en zet daarna de
onderste handgreep vast met de vergrendelknoppen.
WAARSCHUWING:
De linker- en rechterkant van de onderste handgreep
moeten op dezelfde hoogtestand worden ingesteld.
8. TREKSTARTHANDGREEP
Verplaats de trekstarthandgreep van de motor naar de
koordgeleider (Fig. 5).
9. “2-IN-1”
9.1 INSTELLEN OP MAAIEN MET
ZIJUITWORP
1. Til de zijklep voor zijuitworp op (Fig. 6A).
2. Monteer de zijuitworpgeleider op de bevestigingspen
van de zijklep (Fig. 6A en 6B).
3. Laat de zijklep zakken tot op het zijuitworpkanaal
(Fig. 6C).
WAARSCHUWING:
Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand
maaimes.
9.2 MULCHMAAIER
Wat is mulchen?
Bij mulchen wordt het gras eerst gemaaid, vervolgens
uiterst jn versnipperd, en tenslotte in het gras
teruggeblazen als natuurlijke meststof.
Tips voor mulchmaaien:
Maai het gras regelmatig met maximaal 2 cm van 6 cm
naar 4 cm grashoogte.
Gebruik een scherp maaimes.
Maai geen nat gras.
Gebruik het maximale motortoerental.
Duw de grasmaaier met een rustige werksnelheid.
Maak regelmatig de mulchinzet, binnenkant van de
behuizing en het maaimes schoon.
WAARSCHUWING:
Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand
maaimes.
1. Til de zijklep op om het zijuitworpkanaal te verwijderen
(Fig. 7A en 7B).
Door veerkracht gaat de zijklep automatisch omlaag
en zodat de zijuitwopopening in het maaidek wordt
afgesloten.
Verwijder regelmatig grasresten en aangekoekt vuil
vanaf de zijklep en vanuit de zijuitwopopening.
10.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
10.1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN
Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in
de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de
grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig.
WAARSCHUWING:
Benzine is bijzonder brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de
motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of
hanteren van brandstof.
Verwijder nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine
bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te
starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van
de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor
niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en
jerrycan.
Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van
het maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de
brandstoftank volledig leegmaken.
WAARSCHUWING:
In geen geval mag u brandstof bijvullen in een gebouw,
terwijl de motor draait of als het afkoelen van de motor
na draaien korter heeft geduurd dan 15 minuten.
60
10.2 DE MOTOR STARTEN EN HET
MAAIMES INSCHAKELEN
1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een
rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen huls aan
het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de rubberen
mof) goed vastzit op de metalen elektrode van de
bougie.
2. (voor PM-4820/PM-4820 S)
Bij het starten van een koude of warme motor, moet u
de gas-chokehendel ergens tussen de stand
en de stand
zetten. Tijdens gebruik moet de
gas-chokehendel in de stand “
” staan (Fig. 8B).
2. (voor PM-4810)
Bij het starten van een koude motor, moet u de
brandstofhandpomp (18) 3 tot 5 keer indrukken voordat
u de motor start, en zet daarbij de gas-chokehendel in
de stand “
”.
Bij het starten van een warme motor, moet u de gas-
chokehendel in de stand
” zetten (Fig. 8A en 8B).
3. U gaat achter het gereedschap staan, pakt de
remhendel vast en houdt deze tegen de bovenste
handgreep, zoals afgebeeld in Fig. 8C.
4. Pak de trekstarthandgreep vast, zoals afgebeeld
in Fig. 8C, en trek deze snel naar u toe. Plaats de
handgreep na het starten van de motor rustig terug
tegen de koordgeleider.
Als u de remhendel loslaat, slaat de motor af en stopt het
maaimes vanzelf (Fig. 8D).
Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in
de gebruiksaanwijzing en blijf met uw voeten
steeds op voldoende afstand van het maaimes.
Tijdens het starten van de motor mag de
grasmaaier niet worden gekanteld. Start de
grasmaaier op een vlakke ondergrond zonder
hoog gras of obstakels.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
draaiende delen. Start de motor niet als u voor
de uitwerpopening staat.
10.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Houd tijdens het gebruik de remhendel met beide handen
stevig vast.
OPMERKING:
Als u tijdens het gebruik de remhendel loslaat, zal de
motor afslaan waardoor de grasmaaier stopt.
WAARSCHUWING:
Om onbedoeld starten van de grasmaaier te
voorkomen, is deze uitgerust met een motorremhendel
die moet worden ingetrokken voordat de motor
kan worden gestart. Wanneer de motorremhendel
wordt losgelaten, moet deze terugkeren naar zijn
oorspronkelijke stand, waarbij de motor automatisch
wordt uitgeschakeld.
OPMERKING:
Motorrem (remhendel): Gebruik de hendel om de
motor te stoppen. Wanneer u de hendel loslaat,
stoppen de motor en het maaimes automatisch. Om
te maaien houdt u de hendel in de bedrijfsstand.
Voordat u begint te maaien, controleert u de start-
stopschakelaar meerdere keren om er zeker van te
zijn dat deze werkt. Controleer of de spankabel soepel
kan worden bediend (d.w.z. dat deze op geen enkel
punt aanloopt of geknikt is).
10.4 DE MOTOR STOPPEN
LET OP:
Het maaimes draait na het uitschakelen van de motor
nog enkele seconden door.
1. Laat de remhendel los om de motor en het maaimes te
laten stoppen.
2. Maak de bougiekabel los en aard deze zoals
aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor om per ongeluk starten te voorkomen als de
grasmaaier onbeheerd achtergelaten wordt.
10.5 ZELFAANDRIJVING
Voor model PM-4820 S
Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep, de
grasmaaier begint automatisch naar voren te rijden met
ongeveer 3,6 km/h (Fig. 9). Laat de aandrijfhendel los en
de grasmaaier stopt met rijden.
LET OP:
Uw grasmaaier is bedoeld om normaal gazongras te
maaien met een maximale lengte van 250 mm.
Probeer niet in ongebruikelijk hoog, droog of nat gras
(bijvoorbeeld een weiland) of een berg droge bladeren
te maaien. Afval kan zich ophopen bovenop het maaidek
of in aanraking komen met de motoruitlaat, waardoor
brandgevaar kan ontstaat.
61
10.6 VOOR HET BESTE
MAAIRESULTAAT
Verwijder afval van het gazon. Zorg dat het gazon vrij is
van stenen, stokken, draadstukken of andere vreemde
voorwerpen die per ongeluk door de grasmaaier in alle
richtingen weggeslingerd kunnen worden en niet alleen
ernstig persoonlijk letsel voor de gebruiker of anderen,
maar ook schade aan eigendommen en voorwerpen in
de buurt tot gevolg kunnen hebben. Maai geen nat gras.
Maaien gaat het best als het gras niet nat is omdat het
anders aan de onderkant van het maaidek gaat plakken
en daardoor het maaien wordt gehinderd. Maai niet
meer dan 1/3 van de graslengte. Voor maaien wordt
aangeraden het gras 1/3 van de lengte korter te maaien.
De voorwaartse snelheid moet zodanig aangepast
worden dat het versnipperde gras gelijkmatige over het
gazon wordt verdeeld. Speciaal tijdens het zwaar maaien
van dik gras kan het nodig zijn om de laagste snelheid te
gebruiken om de grassprieten glad en goed af te maaien.
Als het gras langer is kunt u het gazon in twee fasen
maaien door de maaihoogte nog een keer met 1/3 van
de graslengte te verlagen en misschien in een andere
richting te maaien dan de eerste keer. Door toepassing
van een kleine overlapping op elk maaipad kunt u de
eventueel op het gazon achtergebleven grassprieten
opruimen. De grasmaaier moet altijd met volgas worden
gebruikt voor het beste maairesultaat en om zo effectief
mogelijk te maaien. Maak de onderkant van het maaidek
schoon. Zorg dat de onderkant van het maaidek na
elk gebruik wordt schoongemaakt om ophoping van
grasresten te voorkomen die een goed mulchresultaat
hinderen. Bladeren maaien. Het maaien van bladeren kan
uw gazon ten goede komen. Als u bladeren gaat maaien,
moet u zorgen dat ze droog zijn en niet in een dikke laag
op het gazon liggen. Wacht niet tot alle bladeren van de
bomen zijn gevallen voordat u gaat maaien.
WAARSCHUWING:
Zet de motor uit als u een vreemd voorwerp hebt
geraakt. Maak de bougiekabel los, controleer de
grasmaaier grondig op beschadigingen en herstel de
beschadiging voordat u de grasmaaier opnieuw start
en gebruikt. Buitensporige trillingen in de grasmaaier
kunnen op een beschadiging duiden. De grasmaaier
moet onmiddellijk worden nagekeken en gerepareerd.
10.7 MAAIDEK
De onderkant van het maaidek moet na elk gebruik
worden schoongemaakt om ophoping van grasresten,
bladeren, vuil of anders te voorkomen. Als dit vuil
kan ophopen, krijgen roest en corrosie vrij baan en
zal goed mulchen niet mogelijk zijn. Het maaidek kan
schoongemaakt worden door de grasmaaier te kantelen
en schoon te schrapen met een toepasselijk gereedschap
(zorg dat de bougiekabel is losgemaakt).
11.
ONDERHOUD
BOUGIE
Gebruik voor vervanging alleen originele bougies. Het
beste is om de bougie na 100 bedrijfsuren te vervangen.
REMBLOKKEN
Laat regelmatig de remblokken van de motorrem
controleren en zo nodig vervangen door een
servicecentrum. Bij vervanging mogen uitsluitend
originele onderdelen worden gebruikt.
12.
SMERING
LET OP:
MAAK DE BOUGIEKABEL LOS VOORDAT U
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN GAAT
UITVOEREN.
1. WIELEN Smeer de kogellagers in elk wiel minstens
een keer per seizoen met lichte olie.
2. MOTOR Volg de aanwijzingen voor het smeren in de
gebruiksaanwijzing voor de motor op.
3. MAAIHENDEL Smeer de draaipunten van de
maaihendel en de remkabel minstens een keer
per seizoen met lichte olie. De maaihendel moet
ongehinderd heen en weer kunnen bewegen.
13.
SCHOONMAKEN
LET OP:
Spuit geen water op de motor. Water kan schade
toebrengen aan de motor en het brandstofsysteem
vervuilen.
1. Veeg het maaidek schoon met een droge doek.
2. Spuit de onderkant van het maaidek schoon nadat de
grasmaaier zodanig is gekanteld dat de bougie naar
boven is gericht.
13.1 MOTORLUCHTFILTER
LET OP:
Zorg dat vuil of stof het schuimrubberen lterelement
niet kan verstoppen. Het motorluchtlterelement
moet worden onderhouden (schoongemaakt) na 25
bedrijfsuren normaal maaien. Het schuimrubberen
lterelement moet regelmatig schoongemaakt worden
wanneer de grasmaaier onder droge en stofge
omstandigheden wordt gebruikt. (Raadpleeg de
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR.)
LUCHTFILTER SCHOONMAKEN
1. Til de lippen (19) bovenop het lterdeksel op (Fig. 10).
2. Verwijder het deksel.
3. Was het lterelement met water en zeep. GEBRUIK
GEEN BENZINE!
4. Droog het lterelement in de open lucht.
5. Plaats een paar druppels SAE30-olie op het
schuimrubberen lterelement en knijp het stevig
samen om het overschot aan olie te verwijderen.
6. Plaats het lter terug.
7. Sluit het lterdeksel.
OPMERKING:
Vervang het lter als het is gerafeld, gescheurd
of beschadigd, of als het niet meer kan worden
schoongemaakt.
62
13.2 MAAIMES
LET OP:
Maak de bougiekabel los en aard deze voordat
u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk
starten te voorkomen. Bescherm uw handen door
werkhandschoenen te dragen of een doek te gebruiken
als u het maaimes vastpakt. Kantel de grasmaaier
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing
voor de motor. Verwijder de zeskantbout en ring
waarmee het maaimes en bijbehorende adapter op de
uitgaande as van de motor zijn bevestigd. Verwijder
het maaimes en de adapter vanaf de uitgaande as van
de motor.
WAARSCHUWING:
Controleer regelmatig de maaimesadapter op
scheuren, vooral na het raken van een vreemd
voorwerp. Vervang indien nodig.
Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn.
Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het
te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij
de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd
moet blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant
evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het
maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van
het maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan
leiden tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier.
Zorg dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt
na het slijpen. De balans van het maaimes kan worden
gecontroleerd door het op de ronde steel van een
schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje
materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans
weer is hersteld.
Voordat het maaimes en de adapter weer op de grasmaaier
gemonteerd worden, smeert u de uitgaande as van de
motor en de binnenkant van de maaimesadapter met
lichte olie. Monteer de maaimesadapter op de uitgaande
as van de motor (Fig. 11). Monteer het maaimes met het
onderdeelnummer afgekeerd van de adapter. Leg de ring
op juiste wijze op het maaimes en steek de zeskantbout
erdoor. Draai de zeskantbout vast met een draaikoppel,
zoals hieronder aangegeven:
13.3 KOPPEL VOOR MAAIMES
Middenbout 40 N•m 50 N•m, om zeker te zijn van een
veilig gebruik van het gereedschap. ALLE moeren en
bouten moeten regelmatig nagekeken worden of ze nog
goed vastzitten.
Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden met veel
zand, zal het maaimes slijten en zijn oorspronkelijke
vorm verliezen. Het maaien gaat steeds slechter en het
maaimes moet worden vervangen. Vervang het alleen
met een origineel MAKITA-vervangingsonderdeel. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade
die veroorzaakt wordt door de onbalans van het maaimes.
Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken
een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer
is aangegeven op het maaimes (DOLMAR 263003054)
(het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer
of door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf).
WAARSCHUWING:
Raak het draaiende maaimes niet aan.
13.4 MOTOR
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud.
Handhaaf de motorolie zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij uw gereedschap
is geleverd. Lees en volg de instructies zorgvuldig.
Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtlter
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor
de motor.
Bij zeer stofge omstandigheden moet het steeds
na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte
motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn
meestal aanwijzingen dat het luchtlter onderhouden
moet worden.
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van
het luchtlter.
Een keer per seizoen moet de bougie worden
schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden
ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van
elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de
aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste
bougietype en specicatie van de elektrodenafstand.
Maak de motor regelmatig schoon met een doek of
borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing)
schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die
essentieel is voor het vermogen en de levensduur van
de motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel
rondom de geluiddemper is verwijderd.
14.
OPBERGEN (BUITEN HET
SEIZOEN)
De volgende stappen moeten worden genomen om de
grasmaaier voor te bereiden op het opbergen.
1. Maak de brandstoftank leeg na de laatste maaibeurt
van een seizoen.
a) Maak de brandstoftank leeg met een zuigpomp.
LET OP:
Tap de benzine niet af in een afgesloten vertrek,
in de buurt van open vuur, terwijl u rookt, enz.
Benzinedampen kunnen een explosie of brand
veroorzaken.
b) Start de motor en laat deze draaien tot alle
resterende benzine is opgebruikt en de motor
afslaat.
c) Verwijder de bougie. Gebruik een oliekannetje
om ongeveer 20 ml olie in de verbrandingskamer
te gieten. Bedien de starter zodat de olie in de
verbrandingskamer gelijkmatig wordt verdeeld.
Plaats de bougie terug.
2. Reinig en smeer de grasmaaier zorgvuldig zoals
hierboven beschreven onder “Smeren”.
3. Smeer het maaimes licht in om roesten te voorkomen.
4. Berg de grasmaaier op in een droge, schone en
vorstvrije ruimte, buiten het bereik van onbevoegde
personen.
LET OP:
De motor moet volledig afgekoeld zijn voordat u de
grasmaaier mag opbergen.
63
OPMERKING:
Bij opbergen van elk gereedschap met een
verbrandingsmotor in een schuur die niet is
geventileerd of waarin materialen worden opgeslagen,
moet u zorgen dat het gereedschap tegen roest
beschermd wordt. Smeer het gereedschap, met name
de snoeren en alle bewegende delen, met een lichte
olie of silicone.
Pas op dat u de snoeren niet buigt of knikt.
Als het startkoord is losgeschoten uit de koordgeleider
op de handgreep, moet u de bougiekabel losmaken
en aarden, de maaihendel intrekken en het startkoord
langzaam uit de motor trekken. Schuif het startkoord in
de koordgeleider op de handgreep.
Vervoeren
Zet de motor uit en laat de motor afkoelen. Maak daarna
de bougiekabel los en maak de benzinetank leeg volgens
de instructies in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor. Zorg ervoor dat het maaimes niet wordt verbogen
of beschadigd wanneer u de grasmaaier over obstakels
duwt.
64
15.
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Motor start niet.
Gashendel staat in de huidige
omstandigheden niet in de juiste stand.
Gashendel in de juiste stand duwen.
Brandstoftank is leeg.
Vul de brandstoftank met brandstof:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Luchtlterelement is vuil.
Luchtlterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Bougie zit los.
Bougie met een draaikoppel van 25 tot
30 N•m vastdraaien.
Bougiekabel zit los of is losgeraakt van de
bougie.
Bougiekabel op de bougie bevestigen.
Elektrodenafstand van de bougie is niet
correct.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Bougie is defect.
Nieuwe bougie met de juiste
elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg
de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE
MOTOR.
Carburateur is verzopen met benzine.
Luchtlterelement verwijderen, voortdurend
aan het startkoord trekken totdat de
carburateur leeg is en daarna een nieuw
luchtlterelement plaatsen.
Defecte ontstekingsmodule. Neem contact op met een servicecentrum.
Motor is moeilijk te
starten of verliest
vermogen.
Vuil, water of oude brandstof in de
brandstoftank.
Tap de brandstoftank af en reinig deze.
Vul de brandstoftank met schone, nieuwe
brandstof.
Het ventilatiegaatje in de brandstofvuldop
zit verstopt.
Maak de brandstofvuldop schoon of
vervang hem.
Luchtlterelement is vuil. Luchtlterelement schoonmaken.
Motor draait
onregelmatig.
Bougie is defect.
Nieuwe bougie met de juiste
elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg
de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE
MOTOR.
Elektrodenafstand van de bougie is niet
correct.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Luchtlterelement is vuil.
Luchtlterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Motor draait slecht
stationair.
Luchtlterelement is vuil.
Luchtlterelement schoonmaken:
raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DE MOTOR.
Luchtsleuven in de motorafdekking zijn
verstopt.
Vuil uit de sleuven verwijderen.
Koelribben en luchtwegen onder de
ventilatorbehuizing van de motor zijn
verstopt.
Vuil van de koelribben en luchtwegen
verwijderen.
Motor slaat over bij een
hoog toerental.
Afstand tussen elektroden van de bougie
is te klein.
Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm
instellen.
Oververhitte motor.
Koelluchtstroom geblokkeerd.
Alle vuil uit de sleuven van de
motorafdekking, ventilatorbehuizing en
luchtwegen verwijderen.
Bougie verkeerd.
Voor model PM-4810: QC12YC- of
RC12YC-bougie en koelribben op de motor
monteren.
Voor model PM-4820: QC12YC-bougie en
koelribben op de motor monteren.
Voor model PM-4820 S: XC92YC-bougie
en koelribben op de motor monteren.
Grasmaaier trilt
buitensporig.
Maaimes zit los. Maaimes vastzetten.
Maaimes is in onbalans. Maaimes uitbalanceren.
65
16.
GARANTIE
Op dit product wordt garantie gegeven in
overeenstemming met de wettelijke regelgeving
gedurende een periode van 12 maanden die ingaat op
de dag van aanschaf door de eerste gebruiker.
Deze garantie dekt alle materiaal- en productiefouten,
maar niet de defecten als gevolg van normale
slijtagedelen, zoals lagers, borstels, kabels, stekkers
en accessoires zoals boren, boorbits, zaagbladen, enz.,
niet de schade en defecten als gevolg van misbruik,
ongelukken en wijzigingen, en niet de kosten van
verzending.
Wij behouden het recht voor een garantieclaim af
te wijzen in he geval de aanschaf niet kan worden
geverieerd of het duidelijk is dat het product niet naar
behoren is onderhouden (schone ventilatieopeningen,
regelmatig onderhouden koolborstels).
De kassabon moet worden bewaard als bewijs van de
aanschafdatum.
Uw niet-gedemonteerde gereedschap moet in redelijk
schone toestand worden geretourneerd naar uw dealer
in zijn oorspronkelijke, blaasgevormde koffer, indien van
toepassing op het product, vergezeld van het bewijs van
aanschaf.
17.
MILIEU
Wanneer uw gereedschap na langdurig gebruik
vervangen moet worden, moet u het niet bij het huisvuil
zetten, maar moet u het op een milieuveilige wijze
verwerken.
Alleen voor Europese landen
18.
EG-VERKLARING VAN
CONFORMITEIT
Makita verklaart dat de volgende machine(s):
Aanduiding van de machine:
Grasmaaier met benzinemotor
Modelnr./Type: PM-4810, PM-4820, PM-4820 S
Technische gegevens: Zie “4. Technische gegevens”
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2014/30/EU, 2006/42/EG, 2000/14/EG en 2005/88/
EG
Deze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN ISO 5395-1, EN ISO 5395-2, EN ISO 14982
Het technische bestand volgens 2006/42/EG is
verkrijgbaar bij:
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door
Richtlijn 2000/14/EG was is overeenstemming met annex
VI.
Ofciële instantie:
TÜV SÜD Industrie Service GmbH
Westendstrasse 199, D-80686 München, Duitsland
Identicatienummer: 0036
PM-4810:
Gemeten geluidsvermogenniveau: 91,4 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB
PM-4820:
Gemeten geluidsvermogenniveau: 90,7 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB
PM-4820 S:
Gemeten geluidsvermogenniveau: 90,2 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB
27.11.2014
Yasushi Fukaya
Directeur
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België

Documenttranscriptie

GB Petrol Lawn Mower Original Instruction Manual F Tondeuse Thermique Manuel d’instructions original D Benzin-Rasenmäher Original-Bedienungsanleitung I Rasaerba con motore a benzina Manuale di istruzioni originale Grasmaaier met benzinemotor Oorspronkelijke instructiehandleiding E Cortadora de Cesped a Gasolina Manual de instrucciones original P Cortador de Grama a Gasolina Manual de Instruções Originais DK Benzinplæneklipper Original brugsanvisning GR Βενζινοκίνητο χλοοκοπτικό Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών TR Benzinli çim biçme makinesi Orijinal Kullanım Kılavuzu S Bensindriven gräsklippare Originalbruksanvisning N Bensindrevet gressklipper Original instruksjonshåndbok NL FIN Bensiinikäyttöinen ruohonleikkuri LV Benzīna zāles pļaujmašīna LT Benzininė vejapjovė Alkuperäinen käyttöohje Tulkojums no rokasgrāmatas oriģinālvalodā Originali naudojimo instrukcija EE Bensiinimootoriga muruniiduk Tõlgitud kasutusjuhend PL Spalinowa kosiarka do trawy Oryginalna instrukcja obsługi HU Benzinmotoros fűnyíró Eredeti kezelői kézikönyv SK Benzínová kosačka Pôvodný návod na obsluhu CZ Benzínová sekačka na trávu Maşină de tuns iarba pe bază de benzină Původní návod k použití RO RUS Бензогазонокосилка UA Бензинова газонокосарка PM-4810 PM-4820 PM-4820 S Manual de instrucţiuni original Оригинальная инструкция по эксплуатации Оригінальний посібник з експлуатації WAARSCHUWING: • Lees, voor uw eigen veiligheid, deze gebruiksaanwijzing voordat u uw nieuwe gereedschap gaat gebruiken. Als de aanwijzingen niet worden nageleefd kan dat tot ernstig persoonlijk letsel leiden. Besteed voor elk gebruik enige tijd om uzelf vertrouwd te maken met de grasmaaier. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats zodat u deze informatie altijd beschikbaar is. Als u het gereedschap aan iemand anders overhandigt, geeft u deze gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinformatie er bij. Bedoeld gebruik Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt voor de taken waarvoor het is ontworpen. Elk ander gebruik wordt beschouwd als misbruik. De gebruiker, en niet de fabrikant, is aansprakelijk voor alle schade en letsel, van welke aard dan ook, die hierdoor wordt veroorzaakt. De grasmaaier met benzinemotor is bedoeld voor privégebruik, d.w.z. voor gebruik in een huis- en tuinomgeving. Privégebruik van de grasmaaier verwijst naar een jaarlijkse bedrijfstijd van doorgaans niet hoger dan 50 uur, gedurende welke tijd het gereedschap hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het onderhouden van kleinschalige gazons bij woningen en van hobbytuinen. Toepassingen in openbare faciliteiten, sporthallen en landbouw/ bosbouw zijn uitgesloten. Denk eraan dat onze gereedschappen niet zijn ontworpen voor gebruik in commerciële, handels- of industriële toepassingen. Onze garantie vervalt in het geval het gereedschap wordt gebruikt in commerciële, handels- of industriële bedrijven of voor gelijkwaardige doeleinden. De bedieningsinstructies die door de fabrikant zijn geleverd, moeten worden bewaard en geraadpleegd om ervoor te zorgen dat de grasmaaier op de juiste wijze wordt gebruikt en onderhouden. De instructies bevatten waardevolle informatie over bedieningsvoorwaarden en onderhoudsbepalingen. Belangrijk! Als gevolg van het hoge risico van lichamelijk letsel van de gebruiker, mag de grasmaaier niet worden gebruikt om bosjes, hagen of struiken te snoeien, klimbegroeiing, daktuinen of balkongras te maaien, vuil of rommel van voetpaden te verwijderen (op te zuigen), of snoeisel van bomen of hagen te hakselen. Bovendien mag de grasmaaier niet worden gebruikt als aangedreven cultivator om hoge plekken, zoals molshopen, vlak te maken. Om veiligheidsredenen mag de grasmaaier niet worden gebruikt als aandrijving van andere werktuigen of hulpstukken, van welke aard dan ook. 1. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN OP HET GEREEDSCHAP • Houd omstanders uit de buurt. • Besteed als gebruiker extra aandacht aan handen en voeten om letsel te voorkomen. • Benzine is brandbaar, blijf uit de buurt van open vuur. Als de motor draait mag geen benzine worden bijgevuld. • Giftige dampen: gebruiken. niet binnenshuis • Draag ter bescherming van de gebruiker tijdens het maaien een veiligheidsbril en gehoorbescherming. • Maak de bougiekabel los voordat u reparaties, zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing, uitvoert. • Let op: Motor is heet. 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN WAARSCHUWING: • Bij gebruik van gereedschap met een verbrandingsmotor moeten altijd de algemene veiligheidsvoorzorgsmaatregelen, waaronder de volgende, worden opgevolgd om het risico van ernstig persoonlijk letsel en/of schade aan het gereedschap te verminderen. Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u dit gereedschap gaat gebruiken en bewaar deze gebruiksaanwijzing om hem later te kunnen raadplegen. • Lees de gebruiksaanwijzing. 55 WAARSCHUWING: • Dit gereedschap produceert tijdens gebruik een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden de werking van actieve of passieve medische implantaten hinderen. Om het risico van ernstig persoonlijk en fataal letsel te verminderen, adviseren wij personen met medische implantaten hun arts en de fabrikant van het implantaat te raadplegen alvorens dit gereedschap te bedienen. Instructie • Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig. Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik van het gereedschap. Leer hoe u de motor snel kunt stoppen. • Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is ontworpen, d.w.z. voor het maaien en opvangen van gras. Al het andere gebruik kan gevaarlijk zijn en schade aan het gereedschap veroorzaken. Voorbeelden van verkeerde gebruik zijn onder andere: – Het vervoeren van mensen, kinderen of dieren op het gereedschap. – Zich laten vervoeren door het gereedschap. – Het gereedschap gebruiken om ladingen te trekken of duwen. – Het gereedschap gebruiken voor het verzamelen van bladeren of afval. – Het gereedschap gebruiken om hagen te snoeien of om andere vegetatie dan gras te maaien. – Het gebruik van het gereedschap door meer dat één persoon. – Het maaimes gebruiken op een andere ondergrond dan gras. • Laat in geen geval kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben de grasmaaier gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn. • Gebruik de grasmaaier nooit: – Wanneer er personen, met name kinderen, of dieren in de buurt zijn. – Wanneer de gebruiker medicijnen of andere middelen heeft gebruikt die zijn/haar reactiesnelheid of concentratie kunnen beïnvloeden. • Denk eraan dat de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die andere personen of hun eigendommen kunnen overkomen. • De gebruiker moet goed opgeleid worden in het gebruik, de afstelling en de bediening van het gereedschap, inclusief de verboden bedieningen. Voorbereidingen • Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een lange broek. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen. • Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alle voorwerpen, zoals stenen, speelgoed, stokken en draadstukken, die door het gereedschap kunnen worden weggeslingerd. • WAARSCHUWING – Benzine is bijzonder brandbaar. – Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde jerrycans. – Vul alleen benzine bij in de open lucht en rook daarbij niet. 56 – Vul benzine bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is. – Als benzine wordt gemorst, mag u niet proberen de motor te starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van de plaats waar de benzine gemorst is, en mag de motor niet worden gestart voordat de benzine verdampt is. – Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en jerrycan. • Vervang defecte geluiddempers. • Voer vóór gebruik altijd een visuele inspectie uit om te controleren of het maaimes, de mesbout of het maaimechanisme versleten of beschadigd zijn. Vervang een versleten of beschadigd maaimes en de mesbout altijd als set om onbalans te voorkomen. • Controleer regelmatig om er zeker van te zijn dat alle startvergrendelingen en gebruikeraanwezigheidscontroles goed werken. Bediening • Laat de verbrandingsmotor niet draaien in een gesloten ruimte waarin gevaarlijke koolmonoxidedampen zich kunnen ophopen. • Gebruik het gereedschap niet wanneer u vermoeid, ziek of onder invloed van alcohol of andere drugs bent. • Waarschuwing: Gebruik de grasmaaier niet wanneer de kans op bliksem bestaat. • Wij adviseren u de gebruiksduur te beperken om de risico’s als gevolg van geluid en trillingen te minimaliseren. • Wees voorzichtig wanneer u de grasmaaier op hellingen en bij afgronden, greppels of oevers gebruikt. • Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. • Gebruik de grasmaaier bij voorkeur niet wanneer het gras nat is. • Zorg er altijd voor dat u stevig staat op hellingen. • Loop rustig en ren nooit. • Maai met cirkelmaaiers met wielen een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden. • Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het veranderen van richting op een helling. • Maai niet op bijzonder steile hellingen. • Pas goed op als u de grasmaaier achteruit laat rijden of naar u toe haalt. • Het maaimes moet stilstaan wanneer de grasmaaier bij het vervoeren moet worden gekanteld, wanneer de grasmaaier over een oppervlak waar geen gras groeit moet worden verplaatst en bij het vervoer naar en van een te maaien gedeelte. • Gebruik de grasmaaier nooit met defecte beschermkappen of zonder veiligheidsvoorzieningen zoals een achterklep en/of grasopvangbak. • LET OP: De grasmaaier mag niet worden bediend zonder dat de gehele grasopvangbak of de zelfsluitende afscherming van de uitwerpopening is aangebracht. • Verander de regelafstellingen van de motor niet en laat het toerental van de motor niet te hoog oplopen. • Wijzig of knoei niet met een verzegelde afstelling van het motortoerental. • De veiligheidssystemen en -functies van de grasmaaier mogen niet worden gewijzigd of uitgeschakeld. • Schakel alle maaimessen en de aandrijfkoppelingen uit voordat u de motor start. • Start de motor zorgvuldig volgens de instructies en blijf met uw voeten steeds op voldoende afstand van het maaimes. • Tijdens het starten van de motor mag de grasmaaier niet worden gekanteld. • Start de motor niet als u voor het uitwerpkanaal staat. • Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder draaiende delen. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening. • De grasmaaier nooit optillen of dragen wanneer de motor loopt. • Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf, wacht tot alle draaiende delen volledig tot stilstand zijn gekomen, en verwijder de sleutel, indien aanwezig. – Voordat u een verstopping opheft of voordat u het uitwerpkanaal leegt. – Voordat u de grasmaaier controleert, reinigt of er werkzaamheden aan gaat verrichten. – Na het raken van een vreemd voorwerp. Controleer of de grasmaaier beschadigd is en laat deze indien nodig repareren voordat u de grasmaaier opnieuw start en gebruikt. – Als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen (onmiddellijk controleren). • Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf, wacht tot alle draaiende delen volledig tot stilstand zijn gekomen, en verwijder de sleutel, indien aanwezig. – Iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat. – Voordat u brandstof bijvult. • Zet de gashendel terug voordat u de motor uitschakelt en indien de motor is voorzien van een brandstofkraan, draait u deze dicht nadat u klaar bent met maaien. • Gebruik uitsluitend maaimessen en reserveonderdelen aanbevolen door de fabrikant. Het gebruik van niet-originele onderdelen kan het gereedschap beschadigen en de gebruiker verwonden. Houd de grasmaaier in goed werkende staat. • Als de reminrichting van het maaimes niet werkt, neemt u contact op met het servicecentrum voor hulp. Vervoeren en hanteren • Wanneer het gereedschap moet worden gehanteerd, opgetild, vervoerd of gekanteld, houdt u zich aan het volgende: – Draag stevige werkhandschoenen. – Pak het gereedschap vast op plaatsen die een goede houvast bieden, rekening houdend met het gewicht en de verdeling ervan. – Gebruik een geschikt aantal mensen voor het gewicht van het gereedschap en de kenmerken van het voertuig of de plaats waar het moet worden gebracht of opgehaald. • Tijdens vervoer moet het gereedschap stevig zijn vastgezet met touwen of kettingen. WAARSCHUWING: • Raak het draaiende maaimes niet aan. WAARSCHUWING: • Vul de brandstoftank bij in een goed geventileerde ruimte terwijl de motor is uitgeschakeld. Onderhoud en opbergen • Zorg ervoor dat alle bouten en de schroeven stevig vastgedraaid zijn om er zeker van te zijn dat het gereedschap altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. • Zet het gereedschap niet met brandstof in de brandstoftank in een ruimte waar de brandstofdampen in aanraking kunnen komen met vlammen of vonken. • Laat de motor afkoelen voordat u het gereedschap opbergt. Onderhoud de grasmaaier en maak hem schoon voordat u hem opbergt. • Om het brandgevaar te beperken moet u de motor, de geluiddemper, de accubak en de brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren of overtollig vet. • Controleer regelmatig de grasopvangbak op slijtage en beschadigingen. • Vervang veiligheidshalve versleten of beschadigde delen. • Als de brandstoftank moet worden geleegd, moet u dit in de open lucht doen. • Door verkeerd onderhoud, het gebruik van nietcompatibele vervangingsonderdelen en het verwijderen of wijzigen van veiligheidscomponenten kan de grasmaaier worden beschadigd en de gebruiker ernstig worden verwond. 57 3. BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Remhendel Bovenste handgreep Aandrijfhendel Trekstarthandgreep Koordgeleider Vergrendelknop Maaihoogteregelhefboom 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Maaidek Zijklep Wiel Bougie Brandstofvuldop Olievuldop Snoerklem 15. 16. 17. 18. 19. Chokehendel Bout Ring Brandstofhandpomp Lip Bijgeleverd A. B. Bougiesleutel Uitwerpkanaal 4. TECHNISCHE GEGEVENS Model Motortype PM-4810 PM-4820 PM-4820 S B&S500E-serie, 09P6 B&S575EX-serie, ReadyStart, 09P7 B&S625E-serie, ReadyStart, 093J nee nee ja Cilinderinhoud Zelfrijdend 140 cm3 140 cm3 150 cm3 Nominaal vermogen 1,9 kW 2,1 kW 2,2 kW Maaibreedte 480 mm Nominaal toerental 2800/min Inhoud brandstoftank 0,8 liter Inhoud olietank Nettogewicht 0,47 liter 24,3 kg Maaihoogteregeling Model 24,6 kg 27,3 kg 25 – 70 mm, 8 standen PM-4810 PM-4820 PM-4820 S Gegarandeerd geluidsdrukniveau ter plaatse van de gebruiker (volgens EN ISO 5395-1 Annex F en EN ISO5395-2, EN ISO 4871) 82,4 dB (A) (K = 3 dB (A)) 81,5 dB (A) (K = 3 dB (A)) 81,1 dB (A) (K = 3 dB (A)) Gemeten geluidsvermogenniveau 91,4 dB (A) K = 1,95 dB (A) 90,7 dB (A) K = 1,94 dB (A) 90,2 dB (A) K = 1,8 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogenniveau (volgens 2000/14/EG) 96 dB (A) 96 dB (A) 96 dB (A) Trillingen (volgens EN ISO 5395-1 Annex G en EN ISO5395-2) 4,38 m/s2 K = 1,5 m/s2 6,3 m/s2 K = 1,5 m/s2 2,91 m/s2 K = 1,5 m/s2 58 5. DE ONDERDELEN MONTEREN 5.1 DE INKLAPBARE HANDGREEP MONTEREN 1. Bevestig de onderste handgrepen in de behuizing van het gereedschap, zoals aangegeven in Fig. 2A, 2B, 2C en 2D. 2. Bevestig de bovenste handgreep op de onderste handgreep met de vergrendelknop (Fig. 2E, 2F en 2G). 3. Bevestig de snoerklem op de aangegeven plaats en maak daarna het snoer vast (Fig. 2H). 6. DE MAAIHOOGTE INSTELLEN Duw de hefboom naar buiten om hem uit de huidige stand te halen. Beweeg de hefboom naar voren of achteren om de maaihoogte in te stellen. De hoogte (van maaimes tot grond) kan worden ingesteld van 25 mm (stand 1: de laagste stand) tot 70 mm (stand 8: de hoogste stand) in 8 hoogtestanden (Fig. 3A en 3B). Schakel de grasmaaier uit en trek de bougiekap eraf voordat u de maaihoogte verandert. WAARSCHUWING: • Wijzig de instelling alleen als het maaimes stil staat. 7. DE BEDIENINGSHOOGTE INSTELLEN 1. Draai de vergrendelknoppen los waarmee de onderste handgreep is bevestigd (Fig. 4A). 2. Beweeg de onderste handgreep omhoog of omlaag om de gewenste bedieningshoogte in te stellen (Fig. 4B). Er zijn 3 instelhoogten waaruit kan worden gekozen op dit type grasmaaier, waarbij instelling (a) de hoogste stand is en instelling (c) de laagste stand is. 3. Stel de gewenste bedieningshoogte in en zet daarna de onderste handgreep vast met de vergrendelknoppen. WAARSCHUWING: • De linker- en rechterkant van de onderste handgreep moeten op dezelfde hoogtestand worden ingesteld. 8. TREKSTARTHANDGREEP Verplaats de trekstarthandgreep van de motor naar de koordgeleider (Fig. 5). 9. “2-IN-1” 9.1 INSTELLEN OP MAAIEN MET ZIJUITWORP 1. Til de zijklep voor zijuitworp op (Fig. 6A). 2. Monteer de zijuitworpgeleider op de bevestigingspen van de zijklep (Fig. 6A en 6B). 3. Laat de zijklep zakken tot op het zijuitworpkanaal (Fig. 6C). WAARSCHUWING: • Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand maaimes. 9.2 MULCHMAAIER Wat is mulchen? Bij mulchen wordt het gras eerst gemaaid, vervolgens uiterst fijn versnipperd, en tenslotte in het gras teruggeblazen als natuurlijke meststof. Tips voor mulchmaaien: • Maai het gras regelmatig met maximaal 2 cm van 6 cm naar 4 cm grashoogte. • Gebruik een scherp maaimes. • Maai geen nat gras. • Gebruik het maximale motortoerental. • Duw de grasmaaier met een rustige werksnelheid. • Maak regelmatig de mulchinzet, binnenkant van de behuizing en het maaimes schoon. WAARSCHUWING: • Alleen met een uitgeschakelde motor en stilstaand maaimes. 1. Til de zijklep op om het zijuitworpkanaal te verwijderen (Fig. 7A en 7B). • Door veerkracht gaat de zijklep automatisch omlaag en zodat de zijuitwopopening in het maaidek wordt afgesloten. • Verwijder regelmatig grasresten en aangekoekt vuil vanaf de zijklep en vanuit de zijuitwopopening. 10. BEDIENINGSINSTRUCTIES 10.1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig. WAARSCHUWING: • Benzine is bijzonder brandbaar. Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde jerrycans. Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of hanteren van brandstof. Verwijder nooit de brandstofvuldop en vul nooit benzine bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is. Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is. Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en jerrycan. Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van het maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de brandstoftank volledig leegmaken. WAARSCHUWING: • In geen geval mag u brandstof bijvullen in een gebouw, terwijl de motor draait of als het afkoelen van de motor na draaien korter heeft geduurd dan 15 minuten. 59 10.2 DE MOTOR STARTEN EN HET MAAIMES INSCHAKELEN 1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen huls aan het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de rubberen mof) goed vastzit op de metalen elektrode van de bougie. 2. (voor PM-4820/PM-4820 S) Bij het starten van een koude of warme motor, moet u de gas-chokehendel ergens tussen de stand “ en de stand “ ” ” zetten. Tijdens gebruik moet de gas-chokehendel in de stand “ ” staan (Fig. 8B). 2. (voor PM-4810) Bij het starten van een koude motor, moet u de brandstofhandpomp (18) 3 tot 5 keer indrukken voordat u de motor start, en zet daarbij de gas-chokehendel in ”. de stand “ Bij het starten van een warme motor, moet u de gas” zetten (Fig. 8A en 8B). chokehendel in de stand “ 3. U gaat achter het gereedschap staan, pakt de remhendel vast en houdt deze tegen de bovenste handgreep, zoals afgebeeld in Fig. 8C. 4. Pak de trekstarthandgreep vast, zoals afgebeeld in Fig. 8C, en trek deze snel naar u toe. Plaats de handgreep na het starten van de motor rustig terug tegen de koordgeleider. Als u de remhendel loslaat, slaat de motor af en stopt het maaimes vanzelf (Fig. 8D). 10.4 DE MOTOR STOPPEN LET OP: • Het maaimes draait na het uitschakelen van de motor nog enkele seconden door. 1. Laat de remhendel los om de motor en het maaimes te laten stoppen. 2. Maak de bougiekabel los en aard deze zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor om per ongeluk starten te voorkomen als de grasmaaier onbeheerd achtergelaten wordt. 10.5 ZELFAANDRIJVING Voor model PM-4820 S Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep, de grasmaaier begint automatisch naar voren te rijden met ongeveer 3,6 km/h (Fig. 9). Laat de aandrijfhendel los en de grasmaaier stopt met rijden. Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing en blijf met uw voeten steeds op voldoende afstand van het maaimes. LET OP: • Uw grasmaaier is bedoeld om normaal gazongras te maaien met een maximale lengte van 250 mm. Tijdens het starten van de motor mag de grasmaaier niet worden gekanteld. Start de grasmaaier op een vlakke ondergrond zonder hoog gras of obstakels. Probeer niet in ongebruikelijk hoog, droog of nat gras (bijvoorbeeld een weiland) of een berg droge bladeren te maaien. Afval kan zich ophopen bovenop het maaidek of in aanraking komen met de motoruitlaat, waardoor brandgevaar kan ontstaat. Houd uw handen en voeten uit de buurt van draaiende delen. Start de motor niet als u voor de uitwerpopening staat. 10.3 TIJDENS HET GEBRUIK Houd tijdens het gebruik de remhendel met beide handen stevig vast. OPMERKING: • Als u tijdens het gebruik de remhendel loslaat, zal de motor afslaan waardoor de grasmaaier stopt. WAARSCHUWING: • Om onbedoeld starten van de grasmaaier te voorkomen, is deze uitgerust met een motorremhendel die moet worden ingetrokken voordat de motor kan worden gestart. Wanneer de motorremhendel wordt losgelaten, moet deze terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand, waarbij de motor automatisch wordt uitgeschakeld. 60 OPMERKING: • Motorrem (remhendel): Gebruik de hendel om de motor te stoppen. Wanneer u de hendel loslaat, stoppen de motor en het maaimes automatisch. Om te maaien houdt u de hendel in de bedrijfsstand. Voordat u begint te maaien, controleert u de startstopschakelaar meerdere keren om er zeker van te zijn dat deze werkt. Controleer of de spankabel soepel kan worden bediend (d.w.z. dat deze op geen enkel punt aanloopt of geknikt is). 10.6 VOOR HET BESTE MAAIRESULTAAT Verwijder afval van het gazon. Zorg dat het gazon vrij is van stenen, stokken, draadstukken of andere vreemde voorwerpen die per ongeluk door de grasmaaier in alle richtingen weggeslingerd kunnen worden en niet alleen ernstig persoonlijk letsel voor de gebruiker of anderen, maar ook schade aan eigendommen en voorwerpen in de buurt tot gevolg kunnen hebben. Maai geen nat gras. Maaien gaat het best als het gras niet nat is omdat het anders aan de onderkant van het maaidek gaat plakken en daardoor het maaien wordt gehinderd. Maai niet meer dan 1/3 van de graslengte. Voor maaien wordt aangeraden het gras 1/3 van de lengte korter te maaien. De voorwaartse snelheid moet zodanig aangepast worden dat het versnipperde gras gelijkmatige over het gazon wordt verdeeld. Speciaal tijdens het zwaar maaien van dik gras kan het nodig zijn om de laagste snelheid te gebruiken om de grassprieten glad en goed af te maaien. Als het gras langer is kunt u het gazon in twee fasen maaien door de maaihoogte nog een keer met 1/3 van de graslengte te verlagen en misschien in een andere richting te maaien dan de eerste keer. Door toepassing van een kleine overlapping op elk maaipad kunt u de eventueel op het gazon achtergebleven grassprieten opruimen. De grasmaaier moet altijd met volgas worden gebruikt voor het beste maairesultaat en om zo effectief mogelijk te maaien. Maak de onderkant van het maaidek schoon. Zorg dat de onderkant van het maaidek na elk gebruik wordt schoongemaakt om ophoping van grasresten te voorkomen die een goed mulchresultaat hinderen. Bladeren maaien. Het maaien van bladeren kan uw gazon ten goede komen. Als u bladeren gaat maaien, moet u zorgen dat ze droog zijn en niet in een dikke laag op het gazon liggen. Wacht niet tot alle bladeren van de bomen zijn gevallen voordat u gaat maaien. WAARSCHUWING: • Zet de motor uit als u een vreemd voorwerp hebt geraakt. Maak de bougiekabel los, controleer de grasmaaier grondig op beschadigingen en herstel de beschadiging voordat u de grasmaaier opnieuw start en gebruikt. Buitensporige trillingen in de grasmaaier kunnen op een beschadiging duiden. De grasmaaier moet onmiddellijk worden nagekeken en gerepareerd. 10.7 MAAIDEK De onderkant van het maaidek moet na elk gebruik worden schoongemaakt om ophoping van grasresten, bladeren, vuil of anders te voorkomen. Als dit vuil kan ophopen, krijgen roest en corrosie vrij baan en zal goed mulchen niet mogelijk zijn. Het maaidek kan schoongemaakt worden door de grasmaaier te kantelen en schoon te schrapen met een toepasselijk gereedschap (zorg dat de bougiekabel is losgemaakt). 11. ONDERHOUD BOUGIE Gebruik voor vervanging alleen originele bougies. Het beste is om de bougie na 100 bedrijfsuren te vervangen. REMBLOKKEN Laat regelmatig de remblokken van de motorrem controleren en zo nodig vervangen door een servicecentrum. Bij vervanging mogen uitsluitend originele onderdelen worden gebruikt. 12. SMERING LET OP: • MAAK DE BOUGIEKABEL LOS VOORDAT U ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN GAAT UITVOEREN. 1. WIELEN – Smeer de kogellagers in elk wiel minstens een keer per seizoen met lichte olie. 2. MOTOR – Volg de aanwijzingen voor het smeren in de gebruiksaanwijzing voor de motor op. 3. MAAIHENDEL – Smeer de draaipunten van de maaihendel en de remkabel minstens een keer per seizoen met lichte olie. De maaihendel moet ongehinderd heen en weer kunnen bewegen. 13. SCHOONMAKEN LET OP: • Spuit geen water op de motor. Water kan schade toebrengen aan de motor en het brandstofsysteem vervuilen. 1. Veeg het maaidek schoon met een droge doek. 2. Spuit de onderkant van het maaidek schoon nadat de grasmaaier zodanig is gekanteld dat de bougie naar boven is gericht. 13.1 MOTORLUCHTFILTER LET OP: • Zorg dat vuil of stof het schuimrubberen filterelement niet kan verstoppen. Het motorluchtfilterelement moet worden onderhouden (schoongemaakt) na 25 bedrijfsuren normaal maaien. Het schuimrubberen filterelement moet regelmatig schoongemaakt worden wanneer de grasmaaier onder droge en stoffige omstandigheden wordt gebruikt. (Raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR.) LUCHTFILTER SCHOONMAKEN 1. Til de lippen (19) bovenop het filterdeksel op (Fig. 10). 2. Verwijder het deksel. 3. Was het filterelement met water en zeep. GEBRUIK GEEN BENZINE! 4. Droog het filterelement in de open lucht. 5. Plaats een paar druppels SAE30-olie op het schuimrubberen filterelement en knijp het stevig samen om het overschot aan olie te verwijderen. 6. Plaats het filter terug. 7. Sluit het filterdeksel. OPMERKING: • Vervang het filter als het is gerafeld, gescheurd of beschadigd, of als het niet meer kan worden schoongemaakt. 61 13.2 MAAIMES LET OP: • Maak de bougiekabel los en aard deze voordat u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk starten te voorkomen. Bescherm uw handen door werkhandschoenen te dragen of een doek te gebruiken als u het maaimes vastpakt. Kantel de grasmaaier zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor. Verwijder de zeskantbout en ring waarmee het maaimes en bijbehorende adapter op de uitgaande as van de motor zijn bevestigd. Verwijder het maaimes en de adapter vanaf de uitgaande as van de motor. WAARSCHUWING: • Controleer regelmatig de maaimesadapter op scheuren, vooral na het raken van een vreemd voorwerp. Vervang indien nodig. Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn. Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd moet blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van het maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan leiden tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier. Zorg dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt na het slijpen. De balans van het maaimes kan worden gecontroleerd door het op de ronde steel van een schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans weer is hersteld. Voordat het maaimes en de adapter weer op de grasmaaier gemonteerd worden, smeert u de uitgaande as van de motor en de binnenkant van de maaimesadapter met lichte olie. Monteer de maaimesadapter op de uitgaande as van de motor (Fig. 11). Monteer het maaimes met het onderdeelnummer afgekeerd van de adapter. Leg de ring op juiste wijze op het maaimes en steek de zeskantbout erdoor. Draai de zeskantbout vast met een draaikoppel, zoals hieronder aangegeven: 13.3 KOPPEL VOOR MAAIMES Middenbout 40 N•m – 50 N•m, om zeker te zijn van een veilig gebruik van het gereedschap. ALLE moeren en bouten moeten regelmatig nagekeken worden of ze nog goed vastzitten. Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden met veel zand, zal het maaimes slijten en zijn oorspronkelijke vorm verliezen. Het maaien gaat steeds slechter en het maaimes moet worden vervangen. Vervang het alleen met een origineel MAKITA-vervangingsonderdeel. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door de onbalans van het maaimes. Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer is aangegeven op het maaimes (DOLMAR 263003054) (het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer of door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf). WAARSCHUWING: • Raak het draaiende maaimes niet aan. 62 13.4 MOTOR Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud. Handhaaf de motorolie zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij uw gereedschap is geleverd. Lees en volg de instructies zorgvuldig. Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtfilter zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor. Bij zeer stoffige omstandigheden moet het steeds na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn meestal aanwijzingen dat het luchtfilter onderhouden moet worden. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van het luchtfilter. Een keer per seizoen moet de bougie worden schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste bougietype en specificatie van de elektrodenafstand. Maak de motor regelmatig schoon met een doek of borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing) schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die essentieel is voor het vermogen en de levensduur van de motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel rondom de geluiddemper is verwijderd. 14. OPBERGEN (BUITEN HET SEIZOEN) De volgende stappen moeten worden genomen om de grasmaaier voor te bereiden op het opbergen. 1. Maak de brandstoftank leeg na de laatste maaibeurt van een seizoen. a) Maak de brandstoftank leeg met een zuigpomp. LET OP: • Tap de benzine niet af in een afgesloten vertrek, in de buurt van open vuur, terwijl u rookt, enz. Benzinedampen kunnen een explosie of brand veroorzaken. b) Start de motor en laat deze draaien tot alle resterende benzine is opgebruikt en de motor afslaat. c) Verwijder de bougie. Gebruik een oliekannetje om ongeveer 20 ml olie in de verbrandingskamer te gieten. Bedien de starter zodat de olie in de verbrandingskamer gelijkmatig wordt verdeeld. Plaats de bougie terug. 2. Reinig en smeer de grasmaaier zorgvuldig zoals hierboven beschreven onder “Smeren”. 3. Smeer het maaimes licht in om roesten te voorkomen. 4. Berg de grasmaaier op in een droge, schone en vorstvrije ruimte, buiten het bereik van onbevoegde personen. LET OP: • De motor moet volledig afgekoeld zijn voordat u de grasmaaier mag opbergen. OPMERKING: • Bij opbergen van elk gereedschap met een verbrandingsmotor in een schuur die niet is geventileerd of waarin materialen worden opgeslagen, moet u zorgen dat het gereedschap tegen roest beschermd wordt. Smeer het gereedschap, met name de snoeren en alle bewegende delen, met een lichte olie of silicone. • Pas op dat u de snoeren niet buigt of knikt. • Als het startkoord is losgeschoten uit de koordgeleider op de handgreep, moet u de bougiekabel losmaken en aarden, de maaihendel intrekken en het startkoord langzaam uit de motor trekken. Schuif het startkoord in de koordgeleider op de handgreep. Vervoeren Zet de motor uit en laat de motor afkoelen. Maak daarna de bougiekabel los en maak de benzinetank leeg volgens de instructies in de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor. Zorg ervoor dat het maaimes niet wordt verbogen of beschadigd wanneer u de grasmaaier over obstakels duwt. 63 15. PROBLEMEN OPLOSSEN PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK Gashendel staat in de huidige omstandigheden niet in de juiste stand. Brandstoftank is leeg. Luchtfilterelement is vuil. Bougie zit los. Motor start niet. Bougiekabel zit los of is losgeraakt van de bougie. Elektrodenafstand van de bougie is niet correct. Bougie is defect. Carburateur is verzopen met benzine. Defecte ontstekingsmodule. Motor is moeilijk te starten of verliest vermogen. Vuil, water of oude brandstof in de brandstoftank. Het ventilatiegaatje in de brandstofvuldop zit verstopt. Luchtfilterelement is vuil. Bougie is defect. Motor draait onregelmatig. Elektrodenafstand van de bougie is niet correct. Luchtfilterelement is vuil. Luchtfilterelement is vuil. Motor draait slecht stationair. Motor slaat over bij een hoog toerental. Luchtsleuven in de motorafdekking zijn verstopt. Koelribben en luchtwegen onder de ventilatorbehuizing van de motor zijn verstopt. Afstand tussen elektroden van de bougie is te klein. Koelluchtstroom geblokkeerd. Oververhitte motor. Bougie verkeerd. Grasmaaier trilt buitensporig. 64 Maaimes zit los. Maaimes is in onbalans. OPLOSSING Gashendel in de juiste stand duwen. Vul de brandstoftank met brandstof: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Luchtfilterelement schoonmaken: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Bougie met een draaikoppel van 25 tot 30 N•m vastdraaien. Bougiekabel op de bougie bevestigen. Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm instellen. Nieuwe bougie met de juiste elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Luchtfilterelement verwijderen, voortdurend aan het startkoord trekken totdat de carburateur leeg is en daarna een nieuw luchtfilterelement plaatsen. Neem contact op met een servicecentrum. Tap de brandstoftank af en reinig deze. Vul de brandstoftank met schone, nieuwe brandstof. Maak de brandstofvuldop schoon of vervang hem. Luchtfilterelement schoonmaken. Nieuwe bougie met de juiste elektrodenafstand plaatsen: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm instellen. Luchtfilterelement schoonmaken: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Luchtfilterelement schoonmaken: raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE MOTOR. Vuil uit de sleuven verwijderen. Vuil van de koelribben en luchtwegen verwijderen. Elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm instellen. Alle vuil uit de sleuven van de motorafdekking, ventilatorbehuizing en luchtwegen verwijderen. Voor model PM-4810: QC12YC- of RC12YC-bougie en koelribben op de motor monteren. Voor model PM-4820: QC12YC-bougie en koelribben op de motor monteren. Voor model PM-4820 S: XC92YC-bougie en koelribben op de motor monteren. Maaimes vastzetten. Maaimes uitbalanceren. 16. GARANTIE Op dit product wordt garantie gegeven in overeenstemming met de wettelijke regelgeving gedurende een periode van 12 maanden die ingaat op de dag van aanschaf door de eerste gebruiker. Deze garantie dekt alle materiaal- en productiefouten, maar niet de defecten als gevolg van normale slijtagedelen, zoals lagers, borstels, kabels, stekkers en accessoires zoals boren, boorbits, zaagbladen, enz., niet de schade en defecten als gevolg van misbruik, ongelukken en wijzigingen, en niet de kosten van verzending. Wij behouden het recht voor een garantieclaim af te wijzen in he geval de aanschaf niet kan worden geverifieerd of het duidelijk is dat het product niet naar behoren is onderhouden (schone ventilatieopeningen, regelmatig onderhouden koolborstels). De kassabon moet worden bewaard als bewijs van de aanschafdatum. Uw niet-gedemonteerde gereedschap moet in redelijk schone toestand worden geretourneerd naar uw dealer in zijn oorspronkelijke, blaasgevormde koffer, indien van toepassing op het product, vergezeld van het bewijs van aanschaf. 17. MILIEU Wanneer uw gereedschap na langdurig gebruik vervangen moet worden, moet u het niet bij het huisvuil zetten, maar moet u het op een milieuveilige wijze verwerken. Alleen voor Europese landen 18. EG-VERKLARING VAN CONFORMITEIT Makita verklaart dat de volgende machine(s): Aanduiding van de machine: Grasmaaier met benzinemotor Modelnr./Type: PM-4810, PM-4820, PM-4820 S Technische gegevens: Zie “4. Technische gegevens” Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2000/14/EG en 2005/88/ EG Deze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN ISO 5395-1, EN ISO 5395-2, EN ISO 14982 Het technische bestand volgens 2006/42/EG is verkrijgbaar bij: Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EG was is overeenstemming met annex VI. Officiële instantie: TÜV SÜD Industrie Service GmbH Westendstrasse 199, D-80686 München, Duitsland Identificatienummer: 0036 PM-4810: Gemeten geluidsvermogenniveau: 91,4 dB Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB PM-4820: Gemeten geluidsvermogenniveau: 90,7 dB Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB PM-4820 S: Gemeten geluidsvermogenniveau: 90,2 dB Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 96 dB 27.11.2014 Yasushi Fukaya Directeur Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België 65
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272

Dolmar PM4810 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor