Aeg-Electrolux A75100GA3 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Aeg-Electrolux A75100GA3 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens
de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor
gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten,
fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid......3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ..................3
Veiligheid van kinderen..........................................................3
Vóór het in gebruik nemen..................................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan............................3
Aanwijzingen voor de gebruiker...........................................4
Algemene informatie .............................................................4
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste
onderdelen.................................................................................4
Schakelaars en lampjes....................................................5
Werking en gebruik.................................................................5
Installatie.............................................................................5
Het instellen van de temperatuur................................5
Bedieningstoetsen temperatuur...................................5
Invriezen...............................................................................5
IJsblokjes maken................................................................6
Bewaren................................................................................6
Praktische informatie.............................................................6
Invriezen en bewaren van diepgevroren
levensmiddelen.........................................................................6
Tips ...............................................................................................6
Energie besparen...............................................................6
Het apparaat en het milieu ...........................................6
Onderhoud ................................................................................6
Automatisch ontdooien ..................................................6
No-Frost-technologie ......................................................6
Normaal onderhoud.........................................................7
Als de koelkast niet in gebruik is.................................7
Problemen oplossen ...............................................................7
Aanwijzingen voor de installateur ......................................8
Installeren van het apparaat ...............................................8
Vervoer, uitpakken .............................................................8
Reiniging..............................................................................8
Opstelling.............................................................................8
Deurdraairichting omzetten ..........................................9
Elektrische aansluiting.....................................................9
Bewaartijdentabel......................................................................9
Garantie en service ...................................................................10
Algemene Garantiebepalingen............................................10
Garantie-uitbreidingen..........................................................10
Garantie-uitsluitingen...........................................................10
Belangrijk advies......................................................................10
Waarborgvoorwaarden..............................................................11
NL
3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door
aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het
aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden
uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Service-
onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken.
Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact
moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de
indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op
het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door het
contact met de koude vochtigheid condenseert in de
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze
holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar
waterdruppels op terecht komen, kan dat tot
kortsluiting leiden en daardoor schade aan het
apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren
producten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in
het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in
de diepvriezer bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of
de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen een
elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde lichamelijke,
zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek
aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld
door de persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies
hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat
u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie
zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting
leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de
installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor
isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die
niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor eventuele schade.
NL
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt
voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen
van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde
klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving en belangrijkste onderdelen
1. Opstagruimte
2. Vriesruimte
3. Gegevensplaatje
4. Toetsen en lampjes
5. Verstelbare voeten
6. Deurafdichtingsprofiel
7. Ventilatierooster
8. Condensor
9. Richting luchtstroom
10. Condensbakje
11. Compressor
Afvalverwerking
Verpakkingsmaterialen
De materialen met de volgende merktekens zijn geschikt
voor hergebruik.
>PE< PE= polyethyleen
>PS< PS= polystyreen
>PP< PP= polypropyleen
De verpakking bestaat uitsluitend uit materialen die geschikt
zijn voor hergebruik.
5
NL
Schakelaars en lampjes
( A ) Aan/uit-lampje (groen)
( B ) Aan/uit-schakelaar
( C ) Thermostaatknop (om de temperatuur te
verhogen)
( D ) Temperatuurdisplay
( E ) Thermostaatknop (om de temperatuur te verlagen)
( F ) Alarmlampje (rood)
( G ) GELUID alarm UIT-schakelaar (zie "Controle- en
informatiesysteem")
( H ) SNELVRIES-lampje (geel)
( J ) SNELVRIES -drukknopschakelaar
Werking en gebruik
Installatie
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uit-
toets van het vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt
continu en de huidige temperatuur gaat knipperen.
Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het
alarmsignaal klinkt, betekent dit dat de
binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het
bewaren van levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te
schakelen en het knipperen van het temperatuurdisplay te
stoppen, op de toets G drukken. Leg geen levensmiddelen
in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18 °C heeft
bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan.
Het instellen van de temperatuur
Bedieningstoetsen temperatuur
De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de
"+" (hoger) en "-" (lager) toetsen.
Deze toetsen staan in verbinding met het
temperatuurdisplay.
Druk op "+" of "-" om de indicatie op het
temperatuurdisplay te veranderen van HUIDIGE
temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE
temperatuur (knipperend).
Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt
dan zal het temperatuurdisplay korte tijd later (binnen
ongeveer 5 seconden) weer de HUIDIGE temperatuur
aangeven.
GEWENSTE temperatuur:
Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet
worden.
HUIDIGE temperatuur:
Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze
wordt aangegeven op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE
temperatuur wordt continu brandend weergegeven.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie
aangeven:
Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de
werkelijke temperatuur (HUIDIGE temperatuur) in het
vriesvak aangegeven.
Op het moment van instelling van de temperatuur,
gaat de nieuw ingestelde temperatuur (GEWENSTE
temperatuur) knipperen.
SNELVRIES aan/uit-knop
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse
levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat
reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer
worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op de
snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat
branden.
U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig
uitschakelen door weer op de snelvries aan/uit-knop te
drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de
snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal
dit 48 uur later automatisch gebeuren. Het gele lampje
gaat dan uit.
Temperatuuralarm
Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12 °C
komt, gaat het rode alarmlampje branden en klinkt er een
alarmsignaal.
Mogelijke oorzaken voor een dergelijke
temperatuurstijging:
de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open
gestaan
er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het
vriesvak geplaatst
apparaat defect
U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de
Alarmsignaal uit-knop te drukken. Zodra de temperatuur
van het vriesvak gezakt is tot een waarde die kan worden
aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het
alarmsignaal stopt automatisch.
N.B.:
Het alarmsignaal zal stoppen:
wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door
op de snelvries aan/uit-knop te drukken)
Invriezen
Bereid de verschillende levensmiddelen op de juiste wijze
voor en vries ze altijd in in het vriesvak.
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse
levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat
reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer
worden.
Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit-
knop (J) gedurende 2-3 seconden indrukken; indien u
kleine en grote hoeveelheden levensmiddelen wilt
6
invriezen dan moet u dit resp. ongeveer 4 en 24 uur doen,
voordat u verse levensmiddelen kunt diepvriezen.
Het gele lampje (H) gaat branden en de compressor werkt
continu tot het apparaat de invriestemperatuur bereikt
heeft.
Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan
tot 24 uur duren) kunt u de snelvriesfunctie uitschakelen
door de toets (J) gedurende 2-3 seconden in te drukken.
Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt
uitgeschakeld, dan gebeurt dit 48 uur later automatisch.
Het gele lampje (H) gaat dan ook uit.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat
maakt, gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en het
dan iets te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds
ingevroren producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer
kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge
temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de
invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie niet
handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het
apparaat daar, na verloop van 5 uur, automatisch voor.
Bij het uitschakelen van de invriesmodus gaat het gele
lampje (C) uit.
Invriezen en bewaren van diepgevroren
levensmiddelen
Omdat invriezen met de No-Frost-technologie sneller
gaat, zullen de levensmiddelen die op deze manier
worden ingevroren hun oorspronkelijke vorm,
voedingswaarde en smaak behouden, ook nadat ze
ontdooid zijn.
Leg de in te vriezen levensmiddelen onderin het
apparaat.
Zorg ervoor dat de diepgevroren levensmiddelen niet
in aanraking komen met het ventilatiedeksel of de
ventilator op de achterkant van het apparaat. Dit is
van invloed op de goede werking van het apparaat.
Voor het beste resultaat adviseren wij u de
diepgevroren levensmiddelen gelijkmatig over de laden
te verdelen.
Als u kleine porties maakt, duurt het invriesproces
korter en later gaat het ontdooien ook sneller.
Teneinde letsel door bevriezing te voorkomen, ijsjes die
net uit de vriezer gehaald zijn niet onmiddellijk
aanraken.
Wij adviseren u de datum van invriezen op de
verpakking te schrijven, zodat u later kunt controleren
hoe lang het product al bewaard is.
De tijdsduur van het transport van de verkoper naar de
consument dient zo kort mogelijk te zijn.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor
voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet
in aanraking komen met reeds ingevroren
levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen
aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
Onderhoud
Automatisch ontdooien
Dit apparaat is zodanig ontworpen dat vorming van ijs in
de vriezer voorkomen wordt. Derhalve is het niet nodig het
apparaat handmatig te ontdooien. Het apparaat ontdooit
automatisch als dat nodig is.
No-Frost-technologie
Om het verwijderen van de ijslaag te vergemakkelijken
wordt de verdamper bijgestaan door elektrische
NL
7
verwarming tijdens de ontdooiprocedure. De ventilator
staat UIT. Het dooiwater druppelt naar een blad op de
compressor en verdampt. In de loop van de
ontdooiprocedure (ongeveer 30 minuten) wordt de
verdamper warm, maar dit heeft geen invloed op de
binnentemperatuur.
De levensmiddelen moeten goed verpakt zijn om
vochtverlies ten gevolge van de luchtcirculatie te
voorkomen.
Dek de ventilatieopeningen niet af, dit kan de goede
werking van het apparaat in gevaar brengen.
Om die reden adviseren wij u alle levensmiddelen in de
korven in het vriesvak te plaatsen.
Normaal onderhoud
Gebruik nooit zeep of schuurmiddelen om schoon te
maken.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact, was het apparaat
af met lauw water en droog het vervolgens af.
Gebruik schoon water om het deurafdichtingsprofiel
schoon te maken.
Nadat het apparaat is schoongemaakt, de stekker weer in
het stopcontact steken.
Wij adviseren u één of twee keer per jaar stof en vuil van
de condensor, die op het achterpaneel is gemonteerd, te
verwijderen.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg
er dan voor dat u het volgende doet:
Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te
drukken tot het aan/uit-lampje uitgaat.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals
hierboven beschreven is.
Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er
geen nare luchtjes ontstaan.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het
opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een
storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat
met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt,
wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom
moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken,
voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
NL
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende.
Het apparaat koelt te
sterk.
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt
lawaai
Oplossing
Zet de thermostaat hoger.
Laat het apparaat langer voorkoelen.
Maak de porties kleiner.
Plaats minder levensmiddelen.
Plaats alleen levensmiddelen die op
kamertemperatuur zijn.
Controleer of de deur volledig gesloten is.
Zet de thermostaat lager.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
Controleer of er spanning is.
Druk langer dan een seconde op de aan/uit-toets (B).
Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de
poten moeten op de grond staan).
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag.
Het apparaat was niet koud genoeg om te kunnen
invriezen.
Er is een te grote hoeveelheid levensmiddelen
geplaatst:
Er moet een te grote hoeveelheid levensmiddelen
tegelijkertijd ingevroren worden.
De geplaatste levensmiddelen zijn nog heet.
D deur is niet volledig gesloten.
De thermostaat staat te hoog.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Volgens het lampje, is de aan/uit-toets (B) niet
ingeschakeld.
Het apparaat staat niet goed.
Stroomstoring of storing in de werking:
Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren levensmiddelen, de deur van de vriezer niet
openen. Zodra de stroomstoring over is, zal het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie gaan branden. Dit lampje zal 5 uur na
het opnieuw starten automatisch uitgaan.
Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 13 uur) en het apparaat vol is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen niet
bederven. In andere gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de diepgevroren levensmiddelen
warm worden, dan zijn ze korter houdbaar).
Wanneer het elektronische systeem de WERKELIJKE temperatuur niet kan meten, zal het alarmlampje gaan knipperen. Het
apparaat blijft werken, dankzij een reservesysteem, tot het probleem is opgelost door plaatselijk onderhoudspersoneel.
8
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade.
Neem in geval van transportschade contact op met de
leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte
doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats
staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het
typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de temperatuur in de
diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het
apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze
afstandsringen worden verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan
moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende
plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
NL
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Aanwijzingen voor de installateur
9
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt
dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste deurscharnieren
vasthouden (2 stuks) en de schroef aan de andere kant
van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een
beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier van
de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de
deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de stand
van de deur ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats aan
de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet
het apparaat weer rechtop.
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u
de plastic stoppen in het plastic zakje van de
handleiding naar de vrije gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek
de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een
servicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier
overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens
de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde.
Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door
een erkend installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen -
EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en
latere aanvullingen
NL
Soort
-18°C
groente 12 maanden
kant-en-klare producten 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 12 maanden
soep 6 maanden
fruit 12 maanden
vlees 5 maanden
consumptie-ijs 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren
10
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerekend
vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode
een storing voordoet, welke het gevolg is van een
materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het
recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik,
geldt een algemene garantieperiode van twee jaar.
Accessoires zijn aan directe slijtage onderhevig; deze
verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie
uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door haar
servicedienst uitgevoerde herstel-werkzaamheden en
het daarbij nieuw aangebrachte materiaal, gerekend
vanaf de hersteldatum. Indien zich binnen deze
periode een storing voordoet, welke het directe gevolg
is van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden of het
daarbij nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper
het recht op kosteloos herstel. Door de uitvoering van
herstelwerkzaamheden wordt de algemene
garantieperiode, welke het gehele apparaat omvat,
met verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, trommeldroog-automaten,
afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten
3a De regeling als genoemd onder pont 3 geldt ook voor
caravankoelkasten, mils de plaats waar zich het
apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over
normale, voor het autoverkeer opengestelde wegen
bereikbaar is. Voorts dient tan tijde van het bezoek
het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde
plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats
aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder pont 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan
geschiedt dit transport op de door de fabrikant
vastgestelde wijze en voor rekening en risico van de
fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en pont 3a genoemde
apparaten, alsmede apparateri welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben maar
daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk
transport, dienen franco aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te worden.
Binnen de algemene garantieperiode vindt
terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene
garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet
hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van
het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende
garantieperiode, in gelijke percentages van 20 procent
per jaar, van vijf jaar ne koopdatum van het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met
inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en
bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van
toepassing indien:
de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste
de aankoopdatum en de identificatie van het
apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet
meegezonden werd;
het apparaat voor andere, of ook voor andere dan
de huishoudelijke doeleinden waarvoor het
apparaat bestemd is gebruikt wordt;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installa tievoorschrift of de gebruiksaanwijzing
geinstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld
wordt;
het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de
benodigde tijd voor het uit- en inbouwen samen meer
dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
onstane extra kosten aan de eigenaar in rekening
gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming
van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen
van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar
servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals
breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant
gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid
daar-van gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen
echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een
blijvende veiligheid, en ook om mogelijke schade te
voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend
verricht worden door personen die daarvoor de vereiste
vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controle-werkzaamheden
door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten
uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen
te laten plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1
Postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. : (0172) 46 83 00
Fax. : (0172) 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. : (01 72) 46 84 00
Fax. : (0172) 46 83 76
NL
Garantie en service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden getoond of
meegezonden.
11
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst
zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt
daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf
de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze
waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in
geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen
gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het
had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te
worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt
door:
- chemische en elektrochemische inwerking van
water,
- abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
- voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
- contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door
transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage,
verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd
veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het
toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze
klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts
worden gevraagd voor grote of ingebouwde
toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer
dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of
uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van
hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van
de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe
waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet
wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte
en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar
het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te
gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden
( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de
gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in
België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden
aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
NL
Waarborgvoorwaarden
/