Aeg-Electrolux A70120GS4 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
NL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens
de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .................3
Veiligheid van kinderen.........................................................3
Vóór het in gebruik nemen..................................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan...........................3
Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................4
Algemene informatie.............................................................4
Beschrijving van het apparaat, hoofdonderdelen ........4
Schakelaars en lampjes ...................................................5
Werking en gebruik................................................................5
Installatie .............................................................................5
Het instellen van de temperatuur ...............................5
Invriezen...............................................................................5
Bewaren................................................................................6
Praktische informatie ............................................................6
Tips...............................................................................................6
Energie besparen...............................................................6
Het apparaat en het milieu............................................6
Onderhoud.................................................................................6
Ontdooien............................................................................6
Reiniging en onderhoud .................................................7
Langdurige afwezigheid..................................................7
Problemen oplossen ...............................................................8
Stroomstoring of storing in de werking..........................8
Storing in de werking............................................................8
Aanwijzingen voor de installateur......................................9
Installeren van het apparaat...............................................9
Vervoer, uitpakken............................................................9
Reiniging..............................................................................9
Opstelling.............................................................................9
Deurdraairichting omzetten..........................................10
Elektrische aansluiting.....................................................10
Bewaartijdentabel......................................................................11
NL
3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door
aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het
aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden
uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Service-
onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken.
Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact
moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de
indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten
op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door
het contact met de koude vochtigheid condenseert in
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze
holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar
waterdruppels op terecht komen, kan dat tot
kortsluiting leiden en daardoor schade aan het
apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren
producten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in
het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in
de diepvriezer bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of
de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen een
elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde lichamelijke,
zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek
aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld
door de persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies
hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat
u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie
zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting
leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de
installatie.
Veiligheidsmaatregelen voor
isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die
niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor eventuele schade.
NL
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt
voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen
van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde
klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving van het apparaat, hoofdonderdelen
1. Vriesvak
2. Bergvakken
3. Gegevenstabel
4. Schakel- en weergavepaneel
5. Dooiwaterafvoer
6. Verstelbare pootjes
7. Deurafdichtingsprofiel
8. Ventilatierooster
9. Condensator
10. Richting luchtstroom
11. Compressor
5
NL
Schakelaars en lampjes
A) Aan/uit-lampje (groen)
B) Aan/uit-schakelaar
C) Thermostaatknop
(om de temperatuur te verhogen)
D) Temperatuurdisplay
E) Thermostaatknop
(om de temperatuur te verlagen)
F) Alarmlampje (rood)
G) GELUID alarm UIT-schakelaar
(zie „Controle- en informatiesysteem”)
H) SNELVRIES-lampje (geel)
J) SNELVRIES -drukknopschakelaar
Werking en gebruik
Installatie
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uit-
toets van het vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt
continu en de huidige temperatuur gaat knipperen.
Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het
alarmsignaal klinkt, betekent dit dat de
binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het
bewaren van levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te
schakelen en het knipperen van het temperatuurdisplay te
stoppen, op de toets G drukken. Leg geen levensmiddelen
in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18C heeft
bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan.
Het instellen van de temperatuur
Bedieningstoetsen temperatuur
De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de
“+” (hoger) en “-“ (lager) toetsen.
Deze toetsen staan in verbinding met het
temperatuurdisplay.
Druk op „+” of „-” om de indicatie op het
temperatuurdisplay te veranderen van HUIDIGE
temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE
temperatuur (knipperend).
Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt
dan zal het temperatuurdisplay korte tijd later (binnen
ongeveer 5 seconden) weer de HUIDIGE temperatuur
aangeven.
GEWENSTE temperatuur:
Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet
worden.
HUIDIGE temperatuur:
Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze
wordt aangegeven op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE
temperatuur wordt continu brandend weergegeven.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie
aangeven:
Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de
werkelijke temperatuur (HUIDIGE temperatuur) in het
vriesvak aangegeven.
Op het moment van instelling van de temperatuur,
gaat de nieuw ingestelde temperatuur (GEWENSTE
temperatuur) knipperen.
SNELVRIES aan/uit-knop
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse
levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat
reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer
worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op de
snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat
branden.
U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig
uitschakelen door weer op de snelvries aan/uit-knop te
drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de
snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal
dit 48 uur later automatisch gebeuren. Het gele lampje
gaat dan uit.
Temperatuuralarm
Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12C
komt, gaat het rode alarmlampje branden en klinkt er een
alarmsignaal.
Mogelijke oorzaken voor een dergelijke
temperatuurstijging:
de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open
gestaan
er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het
vriesvak geplaatst
apparaat defect.
U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de
Alarmsignaal uit-knop te drukken. Zodra de temperatuur
van het vriesvak gezakt is tot een waarde die kan worden
aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het
alarmsignaal stopt automatisch.
N.B.:
Het alarmsignaal zal stoppen:
wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door
op de snelvries aan/uit-knop te drukken).
Invriezen
Het invriezen van verschillende producten moet na een
goede voorbereiding altijd plaatsvinden in het vriesvak.
Verplaats de ingevroren levensmiddelen van de bovenste
lade naar de andere twee laden. Voor maximale
vriesprestaties dient u de bovenste lade uit de vriezer te
halen en de in te vriezen levensmiddelen direct op de
verdamper te plaatsen. Als u kleinere hoeveelheden
levensmiddelen wilt invriezen hoeft u de lade niet te
verwijderen
De snelvriesfunctie (“FROSTMATIC”) wordt gebruikt om
verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te
voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen
ongewenst warmer worden.
Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit-
6
knop (J) gedurende 2-3 seconden indrukken; indien u
kleine of grote hoeveelheden levensmiddelen wilt
invriezen dan duurt dit resp. ongeveer 4 tot 24 uur,
voordat verse levensmiddelen zijn diepgevroren. Het gele
lampje (H) zal gaan branden en de compressor zal continu
werken tot het apparaat de invriestemperatuur heeft
bereikt.
Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan
tot 24 uur duren) kunt u de snelvriesfunctie uitzetten door
de toets (J) gedurende 2-3 seconden in te drukken. Als de
snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, dan
gebeurt dit 48 uur later automatisch. Het gele lampje (H)
gaat dan ook uit.
Leg de vers ingevroren levensmiddelen in de bovenste lade
en plaats de lade in de normale stand in het apparaat.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in het invriesvak.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet
opslaan, dan kunt de korven (behalve het onderste korf)
verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan
worden gelegd.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds
ingevroren producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge
temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de
invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie niet
handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het
apparaat daar, na verloop van 5 uur, automatisch
voor. Bij het uitschakelen van de invriesmodus gaat
het gele lampje (C) uit.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor
voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet
in aanraking komen met reeds ingevroren
levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen
aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Het afvoergootje voor het vocht van de koelkamer in de
vorm van rijp en ijs hoort bij de werking van het apparaat.
Een dikke laag rijp en ijs heeft een isolerend effect, dit leidt
tot een verlaging van het koeleffect als de temperatuur
stijgt, een hoger energieverbruik, het niet openen van het
deurtje of klepje van het vriesvak als de rijpvorming of
ijsaanzetting te dik wordt en tot het stuk gaan van de
deur.
Met de meegeleverde ijskrabber is het mogelijk om
kleinere hoeveelheden rijp en ijs te verwijderen.
De lade in de afbeelding is geen accessoire-onderdeel van
het apparaat!
NL
7
Als de ijsaanzetting zo dik is dat deze niet verwijderd kan
worden met de ijskrabber moet het apparaat worden
ontdooid. De frequentie waarmee dit gebeurd is
afhankelijk van het gebruik.
Hoe het apparaat te ontdooien:
Trek de stekker uit het stopcontact. Als de stekker niet
toegankelijk is zet dan de temperatuurregelknop op de
stand "0".
Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en
plaats ze ingepakt in papier of doeken in een korf. Berg ze
indien mogelijk op een koele plaats op of plaats ze in een
vriesvak of vershoudvak van een koelkast.
Laat de deur open staan.
Veeg zo nu en dan het ontdooiwater met een doek of
spons bijeen in de richting van het afvoerkanaal, dat zich
onder in het apparaat bevindt. Dit ontdooiwater kan als
volgt worden verwijderd:
Zet een bak met voldoende hoogte voor het apparaat.
Steek de kunststof krabber overeenkomstig de afbeelding
in de ontdooiwaterafvoer. Het ontdooiwater stroomt via
de afvoer in de lade.
Het ontdooiproces kan worden versneld door een pot of
bord met warm water op de koelplaat te plaatsen.
Veeg na het ontdooien de oppervlakken af en duw de
afvoer voor het ontdooiwater terug.
Sluit het apparaat op het stopcontact aan.
Zet de temperatuurregelknop op de middelste stand .
Plaats nadat het rode lampje uit is de levensmiddelen weer
in het apparaat.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en
schoonmaken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het
apparaat met handwarm water schoonmaken en droog
wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant van
de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal per
jaar te verwijderen.
Langdurige afwezigheid
Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg
er dan voor dat u het volgende doet:
Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te
drukken tot het aan/uit-lampje uitgaat.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals
hierboven beschreven is.
Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er
geen nare luchtjes ontstaan.
NL
8
NL
Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst.
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende.
Het apparaat koelt te sterk.
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt
lawaai.
Oplossing
Zet de thermostaat hoger.
Laat het apparaat langer voorkoelen.
Maak de porties kleiner.
Plaats minder levensmiddelen.
Plaats alleen levensmiddelen die op
kamertemperatuur zijn.
Controleer of de deur volledig gesloten is.
Zet de thermostaat lager.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
Controleer of er spanning is.
Druk langer dan een seconde op de aan/uit-toets (B).
Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de
poten moeten op de grond staan).
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag.
Het apparaat was niet koud genoeg om te kunnen
invriezen.
Er is een te grote hoeveelheid levensmiddelen geplaatst:
Er moet een te grote hoeveelheid levensmiddelen
tegelijkertijd ingevroren worden.
De geplaatste levensmiddelen zijn nog heet.
D deur is niet volledig gesloten.
De thermostaat staat te hoog.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Volgens het lampje, is de aan/uit-toets (B) niet
ingeschakeld.
Het apparaat staat niet goed.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het
opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een
storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen
aanraakt.
Stroomstoring of storing in de werking:
Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren levensmiddelen, de deur van de vriezer niet
openen. Zodra de stroomstoring over is, gaat het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie branden. Dit lampje gaat 5 uur na het
opnieuw starten automatisch uit.
Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 15 uur) en het apparaat vol is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen
niet bederven. In andere gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de diepgevroren levensmiddelen
warm worden, dan zijn ze korter ze houdbaar).
Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de voeten moeten op de grond staan).
Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint het
waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een reserveprogramma
todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost.
9
NL
Aanwijzingen voor de installateur
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade.
Neem in geval van transportschade contact op met de
leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte
doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats
staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het
typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +16 ..,+38 °C
T +16 ..,+43 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de temperatuur in de
diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als
het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze
afstandsringen worden verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan
moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende
plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
10
NL
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit
het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste deurscharnieren
vasthouden (2 stuks) en de schroef aan de andere kant
van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een
beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier van
de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de deurhouder
bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de stand
van de deur ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats aan
de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet
het apparaat weer rechtop.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230-240 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens
de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het
dan door een erkend installateur in de buurt van de
koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen -
EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en
latere aanvullingen
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u
de plastic stoppen in het plastic zakje van de
handleiding naar de vrije gaten.
Zet het kunststof bovenblad op het apparaat terug en
trek het naar voren.
11
NL
Soort -18°C
groente 12 maanden
kant-en-klare producten 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 12 maanden
soep 6 maanden
fruit 12 maanden
vlees 5 maanden
consumptie-ijs 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren

Documenttranscriptie

NL Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu Tips Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Inhoudsopgave Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............3 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .................3 Veiligheid van kinderen.........................................................3 Vóór het in gebruik nemen..................................................3 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan...........................3 Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................4 Algemene informatie .............................................................4 Beschrijving van het apparaat, hoofdonderdelen ........4 Schakelaars en lampjes ...................................................5 Werking en gebruik................................................................5 Installatie .............................................................................5 Het instellen van de temperatuur ...............................5 Invriezen...............................................................................5 Bewaren................................................................................6 Praktische informatie ............................................................6 Tips ...............................................................................................6 Energie besparen ...............................................................6 Het apparaat en het milieu............................................6 2 Onderhoud.................................................................................6 Ontdooien............................................................................6 Reiniging en onderhoud .................................................7 Langdurige afwezigheid..................................................7 Problemen oplossen ...............................................................8 Stroomstoring of storing in de werking..........................8 Storing in de werking............................................................8 Aanwijzingen voor de installateur......................................9 Installeren van het apparaat ...............................................9 Vervoer, uitpakken ............................................................9 Reiniging ..............................................................................9 Opstelling.............................................................................9 Deurdraairichting omzetten ..........................................10 Elektrische aansluiting.....................................................10 Bewaartijdentabel......................................................................11 NL Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Serviceonderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. - Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. - Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. - Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. - Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. - Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de indicator komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door het contact met de koude vochtigheid condenseert in de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot kortsluiting leiden en daardoor schade aan het apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren producten op het bovenste gedeelte van het apparaat! Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer bewaren. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Vóór het in gebruik nemen Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie. Veiligheidsmaatregelen isobutaan voor Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 3 NL Aanwijzingen voor de gebruiker Algemene informatie Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen). De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Beschrijving van het apparaat, hoofdonderdelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 4 Vriesvak Bergvakken Gegevenstabel Schakel- en weergavepaneel Dooiwaterafvoer Verstelbare pootjes 7. 8. 9. 10. 11. Deurafdichtingsprofiel Ventilatierooster Condensator Richting luchtstroom Compressor NL Schakelaars en lampjes A) B) C) D) E) F) G) H) J) Aan/uit-lampje (groen) Aan/uit-schakelaar Thermostaatknop (om de temperatuur te verhogen) Temperatuurdisplay Thermostaatknop (om de temperatuur te verlagen) Alarmlampje (rood) GELUID alarm UIT-schakelaar (zie „Controle- en informatiesysteem”) SNELVRIES-lampje (geel) SNELVRIES -drukknopschakelaar Werking en gebruik Installatie Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uittoets van het vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt continu en de huidige temperatuur gaat knipperen. Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het alarmsignaal klinkt, betekent dit dat de binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het bewaren van levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te schakelen en het knipperen van het temperatuurdisplay te stoppen, op de toets G drukken. Leg geen levensmiddelen in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18C heeft bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan. Het instellen van de temperatuur Bedieningstoetsen temperatuur De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de “+” (hoger) en “-“ (lager) toetsen. Deze toetsen staan in verbinding met het temperatuurdisplay. Druk op „+” of „-” om de indicatie op het temperatuurdisplay te veranderen van HUIDIGE temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE temperatuur (knipperend). Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt dan zal het temperatuurdisplay korte tijd later (binnen ongeveer 5 seconden) weer de HUIDIGE temperatuur aangeven. GEWENSTE temperatuur: Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet worden. HUIDIGE temperatuur: Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze wordt aangegeven op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE temperatuur wordt continu brandend weergegeven. Temperatuurdisplay Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie aangeven: Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de werkelijke temperatuur (HUIDIGE temperatuur) in het vriesvak aangegeven. Op het moment van instelling van de temperatuur, gaat de nieuw ingestelde temperatuur (GEWENSTE temperatuur) knipperen. SNELVRIES aan/uit-knop De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat branden. U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig uitschakelen door weer op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal dit 48 uur later automatisch gebeuren. Het gele lampje gaat dan uit. Temperatuuralarm Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12C komt, gaat het rode alarmlampje branden en klinkt er een alarmsignaal. Mogelijke oorzaken voor een dergelijke temperatuurstijging: de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open gestaan er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het vriesvak geplaatst apparaat defect. U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de Alarmsignaal uit-knop te drukken. Zodra de temperatuur van het vriesvak gezakt is tot een waarde die kan worden aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het alarmsignaal stopt automatisch. N.B.: Het alarmsignaal zal stoppen: wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door op de snelvries aan/uit-knop te drukken). Invriezen Het invriezen van verschillende producten moet na een goede voorbereiding altijd plaatsvinden in het vriesvak. Verplaats de ingevroren levensmiddelen van de bovenste lade naar de andere twee laden. Voor maximale vriesprestaties dient u de bovenste lade uit de vriezer te halen en de in te vriezen levensmiddelen direct op de verdamper te plaatsen. Als u kleinere hoeveelheden levensmiddelen wilt invriezen hoeft u de lade niet te verwijderen De snelvriesfunctie (“FROSTMATIC”) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden. Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit5 NL knop (J) gedurende 2-3 seconden indrukken; indien u kleine of grote hoeveelheden levensmiddelen wilt invriezen dan duurt dit resp. ongeveer 4 tot 24 uur, voordat verse levensmiddelen zijn diepgevroren. Het gele lampje (H) zal gaan branden en de compressor zal continu werken tot het apparaat de invriestemperatuur heeft bereikt. Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan tot 24 uur duren) kunt u de snelvriesfunctie uitzetten door de toets (J) gedurende 2-3 seconden in te drukken. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, dan gebeurt dit 48 uur later automatisch. Het gele lampje (H) gaat dan ook uit. Leg de vers ingevroren levensmiddelen in de bovenste lade en plaats de lade in de normale stand in het apparaat. Bewaren Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak. Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet opslaan, dan kunt de korven (behalve het onderste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan worden gelegd. Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten. Praktische informatie Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen. Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten. Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig. Na afloop van een stroomonderbreking gaat het apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie niet handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat daar, na verloop van 5 uur, automatisch voor. Bij het uitschakelen van de invriesmodus gaat het gele lampje (C) uit. Tips In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu. 6 Energie besparen Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat. Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatieopeningen niet. Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen. Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen. Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is. Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet. Houd de condensor schoon. Het apparaat en het milieu Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt. De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling. Onderhoud Ontdooien Het afvoergootje voor het vocht van de koelkamer in de vorm van rijp en ijs hoort bij de werking van het apparaat. Een dikke laag rijp en ijs heeft een isolerend effect, dit leidt tot een verlaging van het koeleffect als de temperatuur stijgt, een hoger energieverbruik, het niet openen van het deurtje of klepje van het vriesvak als de rijpvorming of ijsaanzetting te dik wordt en tot het stuk gaan van de deur. Met de meegeleverde ijskrabber is het mogelijk om kleinere hoeveelheden rijp en ijs te verwijderen. De lade in de afbeelding is geen accessoire-onderdeel van het apparaat! NL Reiniging en onderhoud Als de ijsaanzetting zo dik is dat deze niet verwijderd kan worden met de ijskrabber moet het apparaat worden ontdooid. De frequentie waarmee dit gebeurd is afhankelijk van het gebruik. Hoe het apparaat te ontdooien: Trek de stekker uit het stopcontact. Als de stekker niet toegankelijk is zet dan de temperatuurregelknop op de stand "0". Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en plaats ze ingepakt in papier of doeken in een korf. Berg ze indien mogelijk op een koele plaats op of plaats ze in een vriesvak of vershoudvak van een koelkast. Laat de deur open staan. Veeg zo nu en dan het ontdooiwater met een doek of spons bijeen in de richting van het afvoerkanaal, dat zich onder in het apparaat bevindt. Dit ontdooiwater kan als volgt worden verwijderd: Zet een bak met voldoende hoogte voor het apparaat. Steek de kunststof krabber overeenkomstig de afbeelding in de ontdooiwaterafvoer. Het ontdooiwater stroomt via de afvoer in de lade. U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoonmaken. Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep. Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact. Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant van de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen. Langdurige afwezigheid Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het volgende doet: Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te drukken tot het aan/uit-lampje uitgaat. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat. Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals hierboven beschreven is. Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er geen nare luchtjes ontstaan. Het ontdooiproces kan worden versneld door een pot of bord met warm water op de koelplaat te plaatsen. Veeg na het ontdooien de oppervlakken af en duw de afvoer voor het ontdooiwater terug. Sluit het apparaat op het stopcontact aan. Zet de temperatuurregelknop op de middelste stand . Plaats nadat het rode lampje uit is de levensmiddelen weer in het apparaat. 7 NL Problemen oplossen Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. Probleem Mogelijke oorzaak De thermostaat staat te laag. Het apparaat was niet koud genoeg om te kunnen invriezen. Er is een te grote hoeveelheid levensmiddelen geplaatst: Er moet een te grote hoeveelheid levensmiddelen tegelijkertijd ingevroren worden. De geplaatste levensmiddelen zijn nog heet. D deur is niet volledig gesloten. Het apparaat koelt te sterk. De thermostaat staat te hoog. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Het apparaat koelt helemaal niet. Er staat geen spanning op het stopcontact. Volgens het lampje, is de aan/uit-toets (B) niet ingeschakeld. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat staat niet goed. Het apparaat koelt niet voldoende. Oplossing Zet de thermostaat hoger. Laat het apparaat langer voorkoelen. Maak de porties kleiner. Plaats minder levensmiddelen. Plaats alleen levensmiddelen die op kamertemperatuur zijn. Controleer of de deur volledig gesloten is. Zet de thermostaat lager. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. Controleer of er spanning is. Druk langer dan een seconde op de aan/uit-toets (B). Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de poten moeten op de grond staan). Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende technische dienst. Stroomstoring of storing in de werking: Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren levensmiddelen, de deur van de vriezer niet openen. Zodra de stroomstoring over is, gaat het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie branden. Dit lampje gaat 5 uur na het opnieuw starten automatisch uit. Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 15 uur) en het apparaat vol is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen niet bederven. In andere gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de diepgevroren levensmiddelen warm worden, dan zijn ze korter ze houdbaar). Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de voeten moeten op de grond staan). Als u er niet in slaagt een probleem op te lossen, neem dan contact op met onze service-afdeling. Storing in de werking Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint het waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een reserveprogramma todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost. 8 NL Aanwijzingen voor de installateur Installeren van het apparaat Vervoer, uitpakken U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking. Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan. Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte te hoog worden. Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt. Reiniging Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn. Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek. Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog. Opstelling De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10 ..,+32 °C N +16 ..,+32 °C ST +16 ..,+38 °C T +16 ..,+43 °C Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen worden verwijderd. Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis. Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden: Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten. Naast een olie- of kolenkachel 30 cm. De koelkast moet geheel tegen de muur staan. 9 NL Houd de minimale afstanden aan (zie afb.). A: opstelling onder een keukenkastje B: vrije opstelling Deurdraairichting omzetten Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar links omzetten. Ga als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit het beste met twee personen doen. Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks), daarna de schroeven die de onderste deurscharnieren vasthouden (2 stuks) en de schroef aan de andere kant van het apparaat. Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u de plastic stoppen in het plastic zakje van de handleiding naar de vrije gaten. Zet het kunststof bovenblad op het apparaat terug en trek het naar voren. Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230-240 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een beetje naar beneden te trekken. Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier van de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant in. Zet u de deur van het koelapparaat naar de deurhouder bovenaan. Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de richting van de pijl over. Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de stand van de deur ongewijzigd. Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats aan de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet het apparaat weer rechtop. 10 Dit apparaat voldoet aan de volgende EUrichtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen EMC-richtlijn – 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen NL Bewaartijdentabel Diepvriesproducten bewaren Soort groente kant-en-klare producten aardappelgerechten, pastagerechten soep fruit vlees consumptie-ijs -18°C 12 maanden 6 maanden 12 maanden 6 maanden 12 maanden 5 maanden 3 weken 11
1 / 1

Aeg-Electrolux A70120GS4 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding