Aeg-Electrolux A75100GA4 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
A75100GA4
Gebruiksaanwijzing
Mode d`emploi
Instruktion book
Diepvriezer
Congelateur
Freezer
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
B/AE/13-5. (08.)
200381954
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert
en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische
informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de
aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren
van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best
contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
3
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid....................................................................4
Veiligheid van kinderen...........................................................................................................5
Vóór het in gebruik nemen...................................................................................................5
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan.............................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker..........................................................................................7
Algemene informatie ..............................................................................................................7
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...........................................7
Schakelaars en lampjes ......................................................................................................8
Werking en gebruik..................................................................................................................8
Installatie................................................................................................................................8
Het instellen van de temperatuur ..................................................................................8
Bedieningstoetsen temperatuur....................................................................................10
Invriezen................................................................................................................................10
IJsblokjes maken.................................................................................................................10
Bewaren.................................................................................................................................10
Praktische informatie............................................................................................................10
Invriezen en bewaren van diepgevroren levensmiddelen...........................................11
Tips...............................................................................................................................................11
Energie besparen.................................................................................................................11
Het apparaat en het milieu............................................................................................12
Onderhoud...............................................................................................................................12
Automatisch ontdooien...................................................................................................12
No-Frost-technologie.......................................................................................................12
Normaal onderhoud .........................................................................................................12
Als de koelkast niet in gebruik is..................................................................................13
Problemen oplossen..............................................................................................................13
Aanwijzingen voor de installateur....................................................................................15
Installeren van het apparaat..............................................................................................15
Vervoer, uitpakken..............................................................................................................15
Reiniging...............................................................................................................................15
Opstelling.............................................................................................................................15
Deurdraairichting omzetten...........................................................................................17
Elektrische aansluiting.....................................................................................................18
Bewaartijdentabel...................................................................................................................18
4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende
eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het
bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer,
mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen
originele Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd
spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is,
schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door
de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken,
vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok
veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze
service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige
voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar, het
schakelmechanisme en de indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond
stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen
veroorzaken.
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
5
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren
worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de
fabrikant van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische
verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op het apparaat legt,
kan het gebeuren, dat er door het contact met de koude vochtigheid
condenseert in de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze holle
ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar waterdruppels op terecht
komen, kan dat tot kortsluiting leiden en daardoor schade aan het
apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren producten op het
bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat
bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer
bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan
verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet
met het apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd
het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok
krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze
persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan
warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat
verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan
luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen
m.b.t. de installatie.
6
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het
ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden
aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
7
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren
van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van
ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse
(bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving en belangrijkste onderdelen
1. Opslagruimte
2. Vriesruimte
3. Gegevensplaatje
4. Toetsen en lampjes
5. Verstelbare voeten
6. Deurafdichtingsprofiel
7. Ventilatierooster
8. Condensor
9. Richting luchtstroom
10. Dooiwateropvangbak
11. Compressor
Afvalverwerking
Verpakkingsmaterialen
De materialen met de volgende merktekens zijn geschikt voor
hergebruik.
>PE< PE= polyethyleen
>PS< PS= polystyreen
>PP< PP= polypropyleen
De verpakking bestaat uitsluitend uit materialen die geschikt zijn voor
hergebruik.
Aanwijzingen voor de gebruiker
8
Schakelaars en lampjes
( A ) Aan/uit-lampje
(groen)
( B ) Aan/uit-schakelaar
( C ) Thermostaatknop (om de
temperatuur te verhogen)
( D ) Temperatuurdisplay
( E ) Thermostaatknop (om de
temperatuur te verlagen)
( F )Alarmlampje (rood)
( G ) GELUID alarm UIT-
schakelaar (zie "Controle-
en informatiesysteem")
( H ) SNELVRIES-lampje (geel)
( J )SNELVRIES -
drukknopschakelaar
Werking en gebruik
Installatie
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uit-toets van het
vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt continu en de huidige
temperatuur gaat knipperen.
Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het alarmsignaal klinkt, betekent
dit dat de binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het bewaren van
levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te schakelen en het knipperen van
het temperatuurdisplay te stoppen, op de toets G drukken. Leg geen
levensmiddelen in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18 °C heeft
bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan.
Het instellen van de temperatuur
Bedieningstoetsen temperatuur
De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de "+" (hoger) en "-"
(lager) toetsen.
Deze toetsen staan in verbinding met het temperatuurdisplay.
Druk op "+" of "-" om de indicatie op het temperatuurdisplay te
veranderen van HUIDIGE temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE
temperatuur (knipperend).
Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt dan zal het
temperatuurdisplay korte tijd later (binnen ongeveer 5 seconden) weer de
HUIDIGE temperatuur aangeven.
9
GEWENSTE temperatuur:
Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet worden.
HUIDIGE temperatuur:
Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze wordt aangegeven
op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE temperatuur wordt continu brandend
weergegeven.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie aangeven:
Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de werkelijke temperatuur
(HUIDIGE temperatuur) in het vriesvak aangegeven.
Op het moment van instelling van de temperatuur, gaat de nieuw
ingestelde temperatuur (GEWENSTE temperatuur) knipperen.
SNELVRIES aan/uit-knop
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen
snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen
ongewenst warmer worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op
de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat branden.
U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig uitschakelen door weer
op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de
snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal dit 48 uur later
automatisch gebeuren. Het gele lampje gaat dan uit.
Temperatuuralarm
Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12 °C komt, gaat het rode
alarmlampje branden en klinkt er een alarmsignaal.
Mogelijke oorzaken voor een dergelijke temperatuurstijging:
de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open gestaan
er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het vriesvak geplaatst
apparaat defect
U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de Alarmsignaal uit-knop te
drukken. Zodra de temperatuur van het vriesvak gezakt is tot een waarde die
kan worden aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het alarmsignaal
stopt automatisch.
N.B.:
Het alarmsignaal zal stoppen:
wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door op de snelvries
aan/uit-knop te drukken)
10
Invriezen
Bereid de verschillende levensmiddelen op de juiste wijze voor en vries ze
altijd in in het vriesvak.
De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen
snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen
ongewenst warmer worden.
Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit-knop (J) gedurende
2-3 seconden indrukken; indien u kleine en grote hoeveelheden
levensmiddelen wilt invriezen dan moet u dit resp. ongeveer 4 en 24 uur
doen, voordat u verse levensmiddelen kunt diepvriezen.
Het gele lampje (H) gaat branden en de compressor werkt continu tot het
apparaat de invriestemperatuur bereikt heeft.
Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan tot 24 uur duren)
kunt u de snelvriesfunctie uitschakelen door de toets (J) gedurende 2-3
seconden in te drukken. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt
uitgeschakeld, dan gebeurt dit 48 uur later automatisch. Het gele lampje (H)
gaat dan ook uit.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem
van het ijsblokjesbakje nat maakt, gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets te verdraaien.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de
bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren
producten.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat
een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de
deur weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -
18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo
constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het apparaat vanzelf weer
aan en wordt automatisch de invriesmodus ingeschakeld.
11
Invriezen en bewaren van diepgevroren
levensmiddelen
Omdat invriezen met de No-Frost-technologie sneller gaat, zullen de
levensmiddelen die op deze manier worden ingevroren hun oorspronkelijke
vorm, voedingswaarde en smaak behouden, ook nadat ze ontdooid zijn.
Leg de in te vriezen levensmiddelen onderin het apparaat.
Zorg ervoor dat de diepgevroren levensmiddelen niet in aanraking komen
met het ventilatiedeksel of de ventilator op de achterkant van het
apparaat. Dit is van invloed op de goede werking van het apparaat.
Voor het beste resultaat adviseren wij u de diepgevroren levensmiddelen
gelijkmatig over de laden te verdelen.
Als u kleine porties maakt, duurt het invriesproces korter en later gaat het
ontdooien ook sneller.
Teneinde letsel door bevriezing te voorkomen, ijsjes die net uit de vriezer
gehaald zijn niet onmiddellijk aanraken.
Wij adviseren u de datum van invriezen op de verpakking te schrijven,
zodat u later kunt controleren hoe lang het product al bewaard is.
De tijdsduur van het transport van de verkoper naar de consument dient zo kort
mogelijk te zijn.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig
mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend
apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie
hebben. Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om
onnodige rijpvorming te voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen
met reeds ingevroren levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
12
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd
wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Automatisch ontdooien
Dit apparaat is zodanig ontworpen dat vorming van ijs in de vriezer
voorkomen wordt. Derhalve is het niet nodig het apparaat handmatig te
ontdooien. Het apparaat ontdooit automatisch als dat nodig is.
No-Frost-technologie
Om het verwijderen van de ijslaag te vergemakkelijken wordt de verdamper
bijgestaan door elektrische verwarming tijdens de ontdooiprocedure. De
ventilator staat UIT. Het dooiwater druppelt naar een blad op de compressor
en verdampt. In de loop van de ontdooiprocedure (ongeveer 30 minuten)
wordt de verdamper warm, maar dit heeft geen invloed op de
binnentemperatuur.
De levensmiddelen moeten goed verpakt zijn om vochtverlies ten gevolge van
de luchtcirculatie te voorkomen.
Dek de ventilatieopeningen niet af, dit kan de goede werking van het
apparaat in gevaar brengen.
Om die reden adviseren wij u alle levensmiddelen in de korven in het vriesvak
te plaatsen.
Normaal onderhoud
Gebruik nooit zeep of schuurmiddelen om schoon te maken.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact, was het apparaat af met lauw water
en droog het vervolgens af.
Gebruik schoon water om het deurafdichtingsprofiel schoon te maken.
Nadat het apparaat is schoongemaakt, de stekker weer in het stopcontact
steken.
Wij adviseren u één of twee keer per jaar stof en vuil van de condensor, die
op het achterpaneel is gemonteerd, te verwijderen.
13
Als de koelkast niet in gebruik is
Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het
volgende doet:
Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te drukken tot het aan/uit-
lampje uitgaat.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals hierboven beschreven is.
Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er geen nare luchtjes
ontstaan.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel
vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor,
circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen
werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet
werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken,
voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
14
Probleem
Het apparaat
koelt niet
voldoende.
Het apparaat
koelt te sterk.
Het apparaat
koelt helemaal
niet.
Het apparaat
maakt lawaai
Er verschijnt een
rechthoekig
symbool aan de
rechterkant van
display "D"
Oplossing
Zet de thermostaat hoger.
Laat het apparaat langer
voorkoelen.
Maak de porties kleiner.
Plaats minder levensmiddelen.
Plaats alleen levensmiddelen die
op kamertemperatuur zijn.
Controleer of de deur volledig
gesloten is.
Zet de thermostaat lager.
Controleer of de stekker goed in
het stopcontact zit.
Controleer of er spanning is.
Druk langer dan een seconde op
de aan/uit-toets (B).
Controleer of het apparaat
stevig staat (alle vier de poten
moeten op de grond staan).
Neem contact op met de
klantenservice
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag.
Het apparaat was niet koud genoeg
om te kunnen invriezen.
Er is een te grote hoeveelheid
levensmiddelen geplaatst:
Er moet een te grote hoeveelheid
levensmiddelen tegelijkertijd
ingevroren worden.
De geplaatste levensmiddelen zijn
nog heet.
D deur is niet volledig gesloten.
De thermostaat staat te hoog.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Volgens het lampje, is de aan/uit-
toets (B) niet ingeschakeld.
Het apparaat staat niet goed.
Probleem met de temperatuur van de
sensor
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan
contact op met Service.
Stroomstoring of storing in de werking:
Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren
levensmiddelen, de deur van de vriezer niet openen. Zodra de stroomstoring
over is, zal het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie gaan branden. Dit
lampje zal 5 uur na het opnieuw starten automatisch uitgaan.
Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 13 uur) en het apparaat vol
is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen niet bederven. In andere
gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de
diepgevroren levensmiddelen warm worden, dan zijn ze korter houdbaar).
Wanneer het elektronische systeem de WERKELIJKE temperatuur niet kan
meten, zal het alarmlampje gaan knipperen. Het apparaat blijft werken,
dankzij een reservesysteem, tot het probleem is opgelost door plaatselijk
onderhoudspersoneel.
15
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren.
Zie ook de aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet
zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild
reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom
moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzingen voor de installateur
16
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte
te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken,
de temperatuur in de diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas
staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde
verstellen. De afstandsringen (2)
zijn onderdeel van de stelvoeten.
Als het apparaat waterpas moet
worden gezet, kunnen deze
afstandsringen worden
verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de
zon of dicht bij een verwarming
of fornuis.
Is opstelling naast een
warmtebron niet te vermijden,
dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is,
plaats dan een warmte-isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de
twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel
30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de
muur staan.
Houd de minimale afstanden aan
(zie afb.).
A: opstelling onder een
keukenkastje
B: vrije opstelling
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
17
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar
links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig
achterover en zorg ervoor dat de
compressor de vloer niet raakt. U kunt
dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit
(2 stuks), daarna de schroeven die de
onderste deurscharnieren vasthouden
(2 stuks) en de schroef aan de andere
kant van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer
door ze een beetje naar beneden te
trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste
scharnier van de deur los, en schroeft u
ze aan de andere kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar
de deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste
deurscharnierplaat in de richting van de
pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant
en laat de stand van de deur
ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de
vrijgekomen plaats aan de andere kant,
daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet
het apparaat weer rechtop.
Schuift u de armen naar de andere
kant en brengt u de plastic stoppen in
het plastic zakje van de handleiding
naar de vrije gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek de stekker in het
stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een servicetechnicus kan tegen
betaling het deurscharnier overzetten.
18
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig
is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) -
laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere
aanvullingen
Soort
-18°C
groente 12 maanden
kant-en-klare producten 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 12 maanden
soep 6 maanden
fruit 12 maanden
vlees 5 maanden
consumptie-ijs 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren

Documenttranscriptie

A75100GA4 Gebruiksaanwijzing Mode d`emploi Instruktion book Diepvriezer Congelateur Freezer B/AE/13-5. (08.) 200381954 PERFEKT IN FORM UND FUNKTION Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu Tips Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 2 Inhoudsopgave Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ................................................................4 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid....................................................................4 Veiligheid van kinderen...........................................................................................................5 Vóór het in gebruik nemen...................................................................................................5 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan.............................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker ..........................................................................................7 Algemene informatie ..............................................................................................................7 Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen ...........................................7 Schakelaars en lampjes ......................................................................................................8 Werking en gebruik..................................................................................................................8 Installatie ................................................................................................................................8 Het instellen van de temperatuur ..................................................................................8 Bedieningstoetsen temperatuur ....................................................................................10 Invriezen................................................................................................................................10 IJsblokjes maken .................................................................................................................10 Bewaren .................................................................................................................................10 Praktische informatie............................................................................................................10 Invriezen en bewaren van diepgevroren levensmiddelen...........................................11 Tips...............................................................................................................................................11 Energie besparen.................................................................................................................11 Het apparaat en het milieu............................................................................................12 Onderhoud ...............................................................................................................................12 Automatisch ontdooien...................................................................................................12 No-Frost-technologie.......................................................................................................12 Normaal onderhoud .........................................................................................................12 Als de koelkast niet in gebruik is..................................................................................13 Problemen oplossen ..............................................................................................................13 Aanwijzingen voor de installateur....................................................................................15 Installeren van het apparaat ..............................................................................................15 Vervoer, uitpakken..............................................................................................................15 Reiniging...............................................................................................................................15 Opstelling .............................................................................................................................15 Deurdraairichting omzetten...........................................................................................17 Elektrische aansluiting .....................................................................................................18 Bewaartijdentabel ...................................................................................................................18 3 Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid - - 4 Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de indicator komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door het contact met de koude vochtigheid condenseert in de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot kortsluiting leiden en daardoor schade aan het apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren producten op het bovenste gedeelte van het apparaat! Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer bewaren. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Vóór het in gebruik nemen Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie. 5 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 6 Aanwijzingen voor de gebruiker Algemene informatie Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen). De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Beschrijving en belangrijkste onderdelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Opslagruimte Vriesruimte Gegevensplaatje Toetsen en lampjes Verstelbare voeten Deurafdichtingsprofiel 7. 8. 9. 10. 11. Ventilatierooster Condensor Richting luchtstroom Dooiwateropvangbak Compressor Afvalverwerking Verpakkingsmaterialen De materialen met de volgende merktekens zijn geschikt voor hergebruik. >PE< PE= polyethyleen >PS< PS= polystyreen >PP< PP= polypropyleen De verpakking bestaat uitsluitend uit materialen die geschikt zijn voor hergebruik. 7 Schakelaars en lampjes ( A ) Aan/uit-lampje (groen) ( B ) Aan/uit-schakelaar ( C ) Thermostaatknop (om de temperatuur te verhogen) ( D ) Temperatuurdisplay ( E ) Thermostaatknop (om de temperatuur te verlagen) ( F )Alarmlampje (rood) ( G ) GELUID alarm UITschakelaar (zie "Controleen informatiesysteem") ( H ) SNELVRIES-lampje (geel) ( J )SNELVRIES drukknopschakelaar Werking en gebruik Installatie Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de aan/uit-toets van het vriesvak. Het groene aan/uit-lampje brandt continu en de huidige temperatuur gaat knipperen. Als het rode alarmlampje gaat knipperen en het alarmsignaal klinkt, betekent dit dat de binnentemperatuur nog niet laag genoeg is voor het bewaren van levensmiddelen. Om het alarmsignaal uit te schakelen en het knipperen van het temperatuurdisplay te stoppen, op de toets G drukken. Leg geen levensmiddelen in de vriezer totdat de binnentemperatuur -18 °C heeft bereikt of tot het rode lampje is uitgegaan. Het instellen van de temperatuur Bedieningstoetsen temperatuur De temperatuur kan worden ingesteld met behulp van de "+" (hoger) en "-" (lager) toetsen. Deze toetsen staan in verbinding met het temperatuurdisplay. Druk op "+" of "-" om de indicatie op het temperatuurdisplay te veranderen van HUIDIGE temperatuur (continu brandend ) in GEWENSTE temperatuur (knipperend). Als geen van de twee toetsen weer wordt ingedrukt dan zal het temperatuurdisplay korte tijd later (binnen ongeveer 5 seconden) weer de HUIDIGE temperatuur aangeven. 8 GEWENSTE temperatuur: Dit is de temperatuur die in het vriesvak bereikt moet worden. HUIDIGE temperatuur: Dit is de werkelijke temperatuur in het vriesvak zoals deze wordt aangegeven op het temperatuurdisplay. De HUIDIGE temperatuur wordt continu brandend weergegeven. Temperatuurdisplay Het temperatuurdisplay kan verschillende informatie aangeven: Onder normale bedrijfsomstandigheden wordt de werkelijke temperatuur (HUIDIGE temperatuur) in het vriesvak aangegeven. Op het moment van instelling van de temperatuur, gaat de nieuw ingestelde temperatuur (GEWENSTE temperatuur) knipperen. SNELVRIES aan/uit-knop De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden. U kunt de snelvriesfunctie inschakelen door op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat branden. U kunt de snelvriesfunctie te allen tijde handmatig uitschakelen door weer op de snelvries aan/uit-knop te drukken. Het gele lampje gaat dan uit. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal dit 48 uur later automatisch gebeuren. Het gele lampje gaat dan uit. Temperatuuralarm Zodra de temperatuur van het vriesvak boven de -12 °C komt, gaat het rode alarmlampje branden en klinkt er een alarmsignaal. Mogelijke oorzaken voor een dergelijke temperatuurstijging: de deur is te vaak open gedaan of heeft te lang open gestaan er is een grote hoeveelheid warm voedsel in het vriesvak geplaatst apparaat defect U kunt het alarmsignaal uitschakelen door op de Alarmsignaal uit-knop te drukken. Zodra de temperatuur van het vriesvak gezakt is tot een waarde die kan worden aangegeven, gaat het rode alarmlampje uit en het alarmsignaal stopt automatisch. N.B.: Het alarmsignaal zal stoppen: wanneer de snelvriesfunctie ingeschakeld wordt (door op de snelvries aan/uit-knop te drukken) 9 Invriezen Bereid de verschillende levensmiddelen op de juiste wijze voor en vries ze altijd in in het vriesvak. De snelvriesfunctie (FROSTMATIC) wordt gebruikt om verse levensmiddelen snel in te vriezen en om te voorkomen dat reeds ingevroren levensmiddelen ongewenst warmer worden. Om de snelvriesfunctie te gebruiken, de snelvries aan/uit-knop (J) gedurende 2-3 seconden indrukken; indien u kleine en grote hoeveelheden levensmiddelen wilt invriezen dan moet u dit resp. ongeveer 4 en 24 uur doen, voordat u verse levensmiddelen kunt diepvriezen. Het gele lampje (H) gaat branden en de compressor werkt continu tot het apparaat de invriestemperatuur bereikt heeft. Als de levensmiddelen volledig zijn diepgevroren (dit kan tot 24 uur duren) kunt u de snelvriesfunctie uitschakelen door de toets (J) gedurende 2-3 seconden in te drukken. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt uitgeschakeld, dan gebeurt dit 48 uur later automatisch. Het gele lampje (H) gaat dan ook uit. IJsblokjes maken Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt, gaat het invriezen sneller. U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien. Bewaren Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak. Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten. Praktische informatie Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen. Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan 18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten. Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig. Na afloop van een stroomonderbreking gaat het apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de invriesmodus ingeschakeld. 10 Invriezen en bewaren van diepgevroren levensmiddelen Omdat invriezen met de No-Frost-technologie sneller gaat, zullen de levensmiddelen die op deze manier worden ingevroren hun oorspronkelijke vorm, voedingswaarde en smaak behouden, ook nadat ze ontdooid zijn. Leg de in te vriezen levensmiddelen onderin het apparaat. Zorg ervoor dat de diepgevroren levensmiddelen niet in aanraking komen met het ventilatiedeksel of de ventilator op de achterkant van het apparaat. Dit is van invloed op de goede werking van het apparaat. Voor het beste resultaat adviseren wij u de diepgevroren levensmiddelen gelijkmatig over de laden te verdelen. Als u kleine porties maakt, duurt het invriesproces korter en later gaat het ontdooien ook sneller. Teneinde letsel door bevriezing te voorkomen, ijsjes die net uit de vriezer gehaald zijn niet onmiddellijk aanraken. Wij adviseren u de datum van invriezen op de verpakking te schrijven, zodat u later kunt controleren hoe lang het product al bewaard is. De tijdsduur van het transport van de verkoper naar de consument dient zo kort mogelijk te zijn. Tips In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu. Energie besparen Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat. Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-openingen niet. Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen. Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen. Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is. Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet. Houd de condensor schoon. 11 Het apparaat en het milieu Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt. De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling. Onderhoud Automatisch ontdooien Dit apparaat is zodanig ontworpen dat vorming van ijs in de vriezer voorkomen wordt. Derhalve is het niet nodig het apparaat handmatig te ontdooien. Het apparaat ontdooit automatisch als dat nodig is. No-Frost-technologie Om het verwijderen van de ijslaag te vergemakkelijken wordt de verdamper bijgestaan door elektrische verwarming tijdens de ontdooiprocedure. De ventilator staat UIT. Het dooiwater druppelt naar een blad op de compressor en verdampt. In de loop van de ontdooiprocedure (ongeveer 30 minuten) wordt de verdamper warm, maar dit heeft geen invloed op de binnentemperatuur. De levensmiddelen moeten goed verpakt zijn om vochtverlies ten gevolge van de luchtcirculatie te voorkomen. Dek de ventilatieopeningen niet af, dit kan de goede werking van het apparaat in gevaar brengen. Om die reden adviseren wij u alle levensmiddelen in de korven in het vriesvak te plaatsen. Normaal onderhoud Gebruik nooit zeep of schuurmiddelen om schoon te maken. Trek eerst de stekker uit het stopcontact, was het apparaat af met lauw water en droog het vervolgens af. Gebruik schoon water om het deurafdichtingsprofiel schoon te maken. Nadat het apparaat is schoongemaakt, de stekker weer in het stopcontact steken. Wij adviseren u één of twee keer per jaar stof en vuil van de condensor, die op het achterpaneel is gemonteerd, te verwijderen. 12 Als de koelkast niet in gebruik is Als u het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het volgende doet: Schakel het apparaat uit door op de aan/uit-toets te drukken tot het aan/uitlampje uitgaat. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle levensmiddelen uit het apparaat. Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon zoals hierboven beschreven is. Laat de deuren een klein eindje openstaan, dan kunnen er geen nare luchtjes ontstaan. Problemen oplossen Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. 13 Probleem Het apparaat koelt niet voldoende. Het apparaat koelt te sterk. Het apparaat koelt helemaal niet. Het apparaat maakt lawaai Mogelijke oorzaak De thermostaat staat te laag. Het apparaat was niet koud genoeg om te kunnen invriezen. Er is een te grote hoeveelheid levensmiddelen geplaatst: Er moet een te grote hoeveelheid levensmiddelen tegelijkertijd ingevroren worden. De geplaatste levensmiddelen zijn nog heet. D deur is niet volledig gesloten. De thermostaat staat te hoog. Oplossing Zet de thermostaat hoger. Laat het apparaat langer voorkoelen. Maak de porties kleiner. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Volgens het lampje, is de aan/uittoets (B) niet ingeschakeld. Het apparaat staat niet goed. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. Controleer of er spanning is. Druk langer dan een seconde op de aan/uit-toets (B). Plaats minder levensmiddelen. Plaats alleen levensmiddelen die op kamertemperatuur zijn. Controleer of de deur volledig gesloten is. Zet de thermostaat lager. Controleer of het apparaat stevig staat (alle vier de poten moeten op de grond staan). Er verschijnt een Probleem met de temperatuur van de Neem contact op met de klantenservice rechthoekig sensor symbool aan de rechterkant van display "D" Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service. Stroomstoring of storing in de werking: Indien zich een stroomstoring voordoet tijdens het bewaren van diepgevroren levensmiddelen, de deur van de vriezer niet openen. Zodra de stroomstoring over is, zal het gele lampje (3) van de snelvriesfunctie gaan branden. Dit lampje zal 5 uur na het opnieuw starten automatisch uitgaan. Als zich een korte stroomstoring voordoet (max. 13 uur) en het apparaat vol is, dan zullen de diepgevroren levensmiddelen niet bederven. In andere gevallen dient u de levensmiddelen zo snel mogelijk te gebruiken (als de diepgevroren levensmiddelen warm worden, dan zijn ze korter houdbaar). Wanneer het elektronische systeem de WERKELIJKE temperatuur niet kan meten, zal het alarmlampje gaan knipperen. Het apparaat blijft werken, dankzij een reservesysteem, tot het probleem is opgelost door plaatselijk onderhoudspersoneel. 14 Aanwijzingen voor de installateur Installeren van het apparaat Vervoer, uitpakken U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking. Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan. Reiniging Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn. Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek. Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog. Opstelling De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. 15 Klimaatklasse SN N ST Omgevingstemperatuur +10 ..,+32 °C +16 ..,+32 °C +18 ..,+38 °C Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte te hoog worden. Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt. Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen worden verwijderd. Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis. Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden: Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten. Naast een olie- of kolenkachel 30 cm. De koelkast moet geheel tegen de muur staan. Houd de minimale afstanden aan (zie afb.). A: opstelling onder een keukenkastje B: vrije opstelling 16 Deurdraairichting omzetten Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar links omzetten. Ga als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit het beste met twee personen doen. Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks), daarna de schroeven die de onderste deurscharnieren vasthouden (2 stuks) en de schroef aan de andere kant van het apparaat. Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een beetje naar beneden te trekken. Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier van de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant in. Zet u de deur van het koelapparaat naar de deurhouder bovenaan. Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de richting van de pijl over. Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de stand van de deur ongewijzigd. Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats aan de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks) en zet het apparaat weer rechtop. Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u de plastic stoppen in het plastic zakje van de handleiding naar de vrije gaten. Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek de stekker in het stopcontact. U kunt ook contact opnemen met Service. Een servicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier overzetten. 17 Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn – 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen Bewaartijdentabel Diepvriesproducten bewaren Soort groente kant-en-klare producten aardappelgerechten, pastagerechten soep fruit vlees consumptie-ijs 18 -18°C 12 maanden 6 maanden 12 maanden 6 maanden 12 maanden 5 maanden 3 weken
1 / 1

Aeg-Electrolux A75100GA4 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding