Dovre VISTA801I de handleiding

Categorie
Open haarden
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Prestatieverklaring 4
Veiligheid 8
Installatiecondities 8
Algemeen 8
Schoorsteen 8
Ventilatie van de ruimte 9
Vloer en wanden 9
Productbeschrijving 10
Installatie 11
Voorbereiding 11
Inbouwen in een bestaande schouw 12
Inbouwen in een nieuwe schouw 13
Buitenluchtaansluiting voorbereiden 15
Gebruik 17
Eerste gebruik 17
Brandstof 17
Aanmaken 17
Stoken met hout 18
Maximale hoeveelheid hout 18
Regeling van de verbrandingslucht 18
Doven van het vuur 19
Ontassen 19
Nevel en mist 20
Eventuele problemen 20
Onderhoud 20
Schoorsteen 20
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 20
Bijlage 1: Technische gegevens 22
Bijlage 2: Aansluitschema's 23
Bijlage 3: Afmetingen 24
Bijlage 4: Afstand tot brandbaar materiaal 26
Bijlage 5: Diagnoseschema 27
Index 28
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke ver-
warmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal
gebruik van zowel convectiewarmte als stra-
lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er onver-
hoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt
u altijd een beroep doen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woon-
ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten
op een goed werkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor problemen of schade door een onjuiste instal-
latie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschre-
ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno-
men.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE ver-
warmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-pro-
bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2016 DOVRE NV
Prestatieverklaring
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 121-CPR-2016
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
VISTA 700 I
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals
voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech-
nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13229.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant,
zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12,
lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van
bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde
norm valt:
De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer 1625, heeft onder systeem 3 een type-keur
uitgevoerd en heeft het testrapport nr RRF-29 16 4282 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech-
nische beoordeling is afgegeven:
-
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm
EN 13229:2001/A2 ;
2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken
Prestaties
Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Afstand tot brandbaar materiaal
(minimale afstand in mm)
Achterkant: 100
Zijkant: 100
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten CO: 0,10% (13%O
2
)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 295 °C
Mechachanise weerstand
(gewicht dragen van schoorsteen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 10 kW
Rendement 78,3 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan-
gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver-
melde fabrikant:
01/11/2016 Weelde
Tom Gehem
CEO
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 122-CPR-2016
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
VISTA 800 I
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals
voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech-
nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13229.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant,
zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12,
lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van
bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde
norm valt:
De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer 1625, heeft onder systeem 3 een type-keur
uitgevoerd en heeft het testrapport nr RRF-29 16 4283 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech-
nische beoordeling is afgegeven:
-
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm
EN 13229:2001/A2 ;
2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken
Prestaties
Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Afstand tot brandbaar materiaal
(minimale afstand in mm)
Achterkant: 100
Zijkant: 100
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO: 0,10%
(13%O
2
)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 298 °C
Mechachanise weerstand
(gewicht dragen van schoorsteen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 11 kW
Rendement 75,0 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan-
gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver-
melde fabrikant:
01/11/2016 Weelde
Tom Gehem
CEO
In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de
beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
België E-mail : info@dovre.be
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd over-
eenkomstig de wetgeving en voorschriften van
uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het instal-
leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor ver-
warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu-
sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer
heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor
de bediening een 'koude hand' of een hit-
tebestendige handschoen.
Zorg voor voldoende afscherming als jonge kin-
deren, mindervaliden, ouderen en dieren zich in
de nabijheid van het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Oefen geen kracht uit op de deur, voorkom dat
kinderen aan de geopende deur trekken, ga
nooit op de geopende deur staan of zitten en
plaats geen zware voorwerpen op de deur.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol-
doende ventilatie vindt onvolledige verbranding
plaats, waardoor zich giftige gassen in de
ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk
"Installatiecondities" voor meer informatie over
ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of ver-
zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke
vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade ont-
staan door rookterugslag is uitgesloten van garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati-
onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder
geval bij twee aansluitingen dat het hoog-
teverschil tussen de aansluitingen minimaal
200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor-
male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich-
tingsveranderingen en horizontale stukken ver-
storen de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia-
meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver-
nauwingen verstoren de afvoer van ver-
brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is ver-
wijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die
in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht-
inlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel
is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige ver-
branding plaats, waardoor zich giftige gassen
in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï-
soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bijvoorbeeld een
centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een
open keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven-
tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of bad-
kamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer heb-
ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op bui-
tenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset mee-
geleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol-
doende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van
het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
In de vloer onder het toestel en in de wanden
rond het toestel mogen zich geen elektrische
leidingen bevinden.
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Onder het toestel moeten alle brandbare mate-
rialen verwijderd zijn of beschermd zijn met
minimaal 6 cm betonplaat.
Brandbare wanden grenzend aan het toestel
moeten beschermd worden met minimaal 10
cm stenen wand en 5 cm isolatie.
Bescherm niet-brandbare wanden grenzend
aan het toestel met minimaal 2,5 cm isolatie ter
voorkoming van scheurvorming.
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uit-
straling en eventueel uitvallende assen. Zie de
bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal".
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals meubels.
Zorg voor voldoende ventilatie rondom brand-
bare materialen zoals een sierbalk. Zie bijlage
"Afstand tot brandbaar materiaal".
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Plaats geen brandbare materialen binnen
50cm van de eventuele convectie-uit-
laatopeningen.
Productbeschrijving
1
4
3
2
5
6
7
8
9
10
11
09-20021-226
1. Convectielucht aansluiting
2. Deur
3. Inbouwkader
4. Uitwendige sierkader
5. Stookbodem
6. Luchtschuif
7. Binnenplaten
8. Deurgrendel
9. Rookgasaansluiting
10. Buitenlucht aansluiting
11. Magneten voor de sierkader
Kenmerken van het toestel
Het toestel wordt geleverd met een aansluitset
voor de buitenluchttoevoer.
Het toestel is niet geschikt voor continu gebruik.
De inzethaard heeft een geïntegreerd con-
vectiesysteem. Bij de inbouw van het toestel hoeft
er dus geen afzonderlijke convectieruimte
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
gebouwd te worden en de toepassing van lucht-
inlaatroosters en luchtuitlaatroosters ten behoeve
van de convectie is overbodig.
De ruimte tussen de haard en de stalen con-
vectiekast doet dienst als convectieruimte.
Onderaan het toestel wordt de omgevingslucht
aangezogen. De lucht wordt om de haard
geleid waar de lucht verwarmd wordt. Ver-
volgens verlaat de verwarmde lucht aan de
voorzijde de convectieruimte door de lucht-
opening aan de bovenzijde van de haard.
Het toestel is uitgerust met twee extra aan-
sluitingen om convectiewarmte te transporteren
naar andere ruimtes.
Het toestel is uitgerust met twee ingebouwde ven-
tilatoren die de convectie bevorderen. De draai-
snelheid van de ventilatoren is regelbaar door een
toerenregelaar. Deze toerenregelaar is mee-
geleverd. De ventilator en toerenregelaar worden
aangesloten op het elektriciteitsnet; zie de para-
graaf "Ventilator aansluiten op het elek-
triciteitsnet".
De ventilator werkt thermostatisch, dat
houdt in dat de ventilator pas in werking
treedt als de inzethaard voldoende warm is
en dat de ventilator uitschakelt als de inzet-
haard voldoende is afgekoeld.
Het toestel kan geleverd worden met een uitwendig
kader.
Installatie
Voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele gebreken.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste
binnenplaten, stookrooster, asvang, vuurkorf en
stookbodem) uit het toestel voordat u het toestel
gaat installeren.
Door de demontabele onderdelen te ver-
wijderen, kunt u het toestel gemakkelijker ver-
plaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onder-
delen op hun oorspronkelijke positie, om ze
later weer op de juiste plaats te kunnen aan-
brengen.
1. Open de deur van het toestel.
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten.
Vermiculiet binnenplaten zijn licht van gewicht
en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren
de verbrandingskamer zodat de verbranding
beter is.
Deur Openen
Het toestel wordt geopend door de grendel die zich
aan de rechterkant bevindt, naar zich toe te trekken.
09-20021-227
Uitneembare delen
4
7 5 68 9
2
12
1
14
10
3
11
13
09-200021-233
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
1. Vuurkorf
2. Binnenplaat rechts
3. Binnenplaat links
4. Vlamplaathouder
5. Vlamplaat links
6. Vlamplaat rechts
7. Binnenplaat achter links
8. Binnenplaat achter midden
9. Binnenplaat achter rechts
10. Stookbodem links
11. Stookbodem midden
12. Stookbodem rechts
13. Stookbodem deksel
14. Asvang
Verwijder de binnendelen.
a. Hef de vlamplaatouder (4) aan de linkerzijde op
b. Verwijder de linker binnenplaat (3)
c. Laat de vlamplaathouder (4) aan de linkerzijde
zakken tot op de stookbodem
d. Verwijder de linker vlamplaat (5)
e. Verwijder de vlamplaathouder (4)
f. Verwijder de rechter vlamplaat (6)
g. Verwijder de rechter binnenplaat (2)
h. Verwijder de middelste binnenplaat (8)
i. Verwijder de binnenplaten achter links(7) en
rechts (9)
j. Verwijder de vuurkorf (1) door deze op te heffen
k. Verwijder het stookbodem deksel (13) en de
asvang (14)
l. Verwijder de stookbodem links (10) en rechts
(12)
m. Verwijder de middelste stookbodem (11)
Plaats de onderdelen terug in omgekeerde volgorde.
Ventilator aansluiten op het elek-
triciteitsnet
De inzethaard wordt geleverd met twee ingebouwde
ventilatoren en met een losse toerenregelaar. Daar-
naast is het toestel uitgerust met een thermo-switch
die de ventilator in- en uitschakelt bij een vast inge-
stelde temperatuur.
De ventilatoren kunnen eenvoudig elektrisch worden
afgekoppeld door middel van een stekker, zodat de
ventilatorplaat kan worden uitgenomen.
Deze onderdelen moeten op het elektriciteitsnet aan-
gesloten worden volgens het aansluitschema in bij-
lage 2.
Het aansluitschema is modelspecifiek.
Laat de aansluiting uitvoeren door een des-
kundig installateur.
De inzethaard is voorzien van een drie-aderig
snoer.
De inzethaard moet van het elektriciteitsnet
gescheiden zijn door middel van een dub-
belpolige schakelaar.
Zorg voor een goede aarding van de inzet-
haard.
Inbouwen in een bestaande
schouw
Voor het inbouwen van de haard in een bestaande
schouw volgt u onderstaande instructies:
1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en water-
pas.
Houd de elektrische kabel van het toestel vrij.
2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaat-
sen moet u de meegeleverde magneten aan de zij-
kanten van het toestel bevestigen volgens
tekening.
1
2
09-200021-231
3. Sluit de basis van de schoorsteen af met een
onbrandbaar materiaal.
4. Maak een opening in de basis ten behoeve van de
afvoerbuis met diameter 150 mm (700i) of 180 mm
(800i).
5. Verwijder de aansluitkraag via de binnenzijde van
het toestel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
6. Maak gebruik van een flexibele buis, of van een
aansluitbocht van 45°.
7. Plaats het toestel in de opening.
8. Trek de aansluitbuis naar binnen.
9. Monteer de aansluitkraag aan de flexibele buis of
bocht.
10. Monteer de aansluitkraag terug aan het toestel.
De volgende figuur geeft een voorbeeld van de plaat-
sing van een inbouwhaard in een schouw die volgens
bovenstaande instructies en voorschriften is
gebouwd.
C
B
I
A
D
E
F
G
J
H
K
L
M
09-20021-230
A Schoorsteen
B Verbindingsstuk
C Aansluitbuis
D Bestaande haard
E Onbrandbare muur
F Ventilatieruimte (minimaal 15mm)
G Buitenlucht aansluiting (achterzijde)
H Buitenlucht aansluiting (onderzijde)
I Convectieluchtopening
J Convectieluchtopening
K Convectielucht aanzuigopening (voorzijde)
L Bestaande vloer
M Convectielucht aanzuigopening (onderzijde)
Inbouwen in een nieuwe
schouw
De installatie van de inbouwhaard bestaat uit twee
onderdelen:
De plaatsing en aansluiting van de inbouwhaard
De schouw rond de inbouwhaard opbouwen.
Inbouwhaard plaatsen en aan-
sluiten
1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en water-
pas.
2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaat-
sen moet u de meegeleverde magneten aan de zij-
kanten van het toestel bevestigen; zie volgende
figuur.
1
2
09-200021-231
3. Zorg dat tussen de bestaande wanden, voorzien
van de benodigde isolatie (zie het hoofdstuk
"Installatiecondities"), en de achterkant van het
toestel minimaal 15 mm vrije convectieruimte is.
4. De inbouwhaard mag niet het metselwerk dragen.
Gebruik desgewenst een ondersteuning zoals een
draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het
toestel minimaal 3 mm speling.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
4. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoor-
steen.
5. Controleer de trek in de schoorsteen en de afdich-
ting van de aansluiting op het rook-
gasafvoerkanaal door een klein hevig proefvuur te
maken van krantenpapier en droog dun hout.
Wacht bij nieuw metselwerk tot het met-
selwerk voldoende droog is.
Convectielucht aftappen
C
B'
A
B
C'
B''
09-20021-229
A. Straling
B. Uitstroom convectielucht via toestel
B'. Uitstroom convectielucht via uitbreekopening en
rooster
B''. Uitstroom convectielucht uit schouwmantel
C. Instroom convectielucht via toestel
C'. Instroom convectielucht via schouwmantel
Het toestel is uitgerust met twee extra aansluitingen
om convectiewarmte te transporteren naar andere
ruimtes. In deze ruimtes dienen luchtuitlaatroosters
aanwezig te zijn. Als u van deze functie gebruik wilt
maken gaat u als volgt te werk:
1
2
09-200021-234
1. Verwijder de twee drukplaten bovenop de con-
vectiekast door deze met een hamer los te tikken.
2. Monteer de twee meegeleverde aansluitkragen (1)
met diameter 125 mm op de ontstane openingen
met de meegeleverde M8x16 bouten en M8 moe-
ren.
3. Sluit hierop flexibele buis met diameter 125 mm
aan en voer deze naar de gewenste ruimtes.
4. Sluit de flexibele slang aan op de uitlaatroosters in
de ruimtes.
5. Indien gewenst kan de frontale uitblaasopening
worden gedicht met de bijgeleverde afdekplaat (2).
Demonteer de twee schroeven bovenaan het toe-
stel en monteer de afdekplaat met behulp van
deze schroeven.
Opbouw van de nieuwe schouw
In de schouw maakt u de convectieruimte. In deze
ruimte moet lucht vrij kunnen bewegen. Er moet lucht
aangezogen kunnen worden voor de verbranding en
de door de inbouwhaard verwarmde lucht (de con-
vectielucht) moet vrij de te verwarmen ruimte in kun-
nen stromen; zie volgende figuur.
Volg bij de bouw van de schouw de volgende
voorschriften:
De bovenzijde van de schouw moet luchtdicht afge-
sloten zijn met een afsluitplaat van onbrandbaar en
hittebestendig materiaal.
De afsluitplaat moet waterpas liggen en minimaal
30 cm onder de rookgasopening in het plafond
geplaatst zijn.
Desgewenst kunt u aan de bovenzijde van de
schouw en vlak onder de afsluitplaat een extra
luchtuitlaatrooster plaatsen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
Gebruik in de inbouwruimte geen brandbaar
materiaal en voorkom de werking van warm-
tebruggen bij het gebruik van warm-
tegeleidende materialen.
Volg onderstaande instructie bij de opbouw van
de schouw:
1. Metsel de voet van de haard.
Zorg dat de deur van de haard vrij over het pla-
teau van de haard kan draaien.
2. Metsel de haard verder op tot aan de rookvang.
Zorg dat er altijd 2 mm speling blijft tussen de
inbouwhaard en metselwerk om de warm-
teuitzetting van de inbouwhaard op te vangen.
3. Bekleed desgewenst de binnenzijde van de
schouw met reflecterend isolatiemateriaal.
Extra bekleding van de inbouwruimte voorkomt
onnodige warmteuitstraling naar mogelijke bui-
tenmuren en/of naast gelegen ruimtes. Het
voorkomt ook aantasting van de spouw-
muurisolatie.
4. Metsel de schouw verder af tot aan de rook-
gasopening in het plafond.
De inbouwhaard mag niet het metselwerk dra-
gen. Gebruik een ondersteuning zoals een
draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en
het toestel minimaal 3 mm speling.
5. Sluit de inbouwruimte af met de afsluitplaat.
6. Plaats onder de afsluitplaat een luchtrooster in ver-
band met de ventilatie van het toestel.
7. Maak boven de afsluitplaat een opening om even-
tuele drukopbouw te voorkomen.
De volgende figuur geeft een voorbeeld van de plaat-
sing van een inbouwhaard in een schouw die volgens
bovenstaande instructies en voorschriften is
gebouwd.
A
B
C
D
E
F
G
H I
J
K
L M
09.20015.057
P
N
O
A Schoorsteen
B Vuurvast materiaal of een verbindingstuk
C Afdekplaat
D Isolatiemateriaal (minimaal 5 cm)
E Onbrandbare muur
F Brandbare muur
G Ventilatieruimte (minimaal 15 mm)
H Onbrandbaar plafond
I Brandbaar plafond
J Convectieluchtopening
K Isolatie (optioneel)
L Onbrandbare bodem
M Brandbare bodem
N Opening tegen drukopbouw
O Aansluitbuis
P Convectielucht andere ruimte
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvol-
doende is geventileerd, kunt u de aansluitset voor het
aanvoeren van buitenlucht op het toestel aansluiten.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100 mm.
Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis
maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van hulp-
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
stukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maxi-
male lengte (12 meter) met 1 meter verminderen.
1
2
A
B
09-200021-235
Indien u besluit de buitenlucht aansluiting (A) of (B) te
gebruiken moet u het bijgeleverde afdekplaatje (2)
voor het afsluiten van de binnenlucht monteren met
behulp van de twee schroeven (1)
3
4
A
B
A6
B6
5
+
1
2
09-200021-236
De buitenlucht aansluiting kan zowel onderaan als
achteraan worden geplaatst.
1. Breek het betreffende deksel uit (A) achteraan of
(B) onderaan.
2. Demonteer alle verwijderbare binnendelen zoals
eerder besproken.
3. Verwijder de ventilatorplaat (4) in de achterwand
van het toestel door de schroeven (3) te lossen.
Wees voorzichtig met de elektrische beka-
beling en de ventilatoren.
4. Monteer de kraag (5) achteraan (A6) of onderaan
(B6) met behulp van koorde en de bijgeleverde bou-
ten.
5. Sluit de buis hermetisch af op de kraag.
6. Plaats de ventilatorplaat terug, plaats de kabel-
hulzen terug op hun plaats.
Wees voorzichtig met de bekabeling en de ven-
tilator.
Afwerking
1. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
2. Zorg dat de nieuw gebouwde schouw voldoende
droog is, voordat u gaat stoken.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hit-
tebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor-
steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min-
stens 2 jaar zijn gedroogd. Hout met een vocht-
percentage van 20% levert 4,2 kWh per kg hout.
Hout met een vochtpercentage van 15% levert 4,4
kWh per kg hout. Vers gekapt hout heeft een vocht-
percentage van 60% en levert slechts 1,6 kWh per
kg hout.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor-
steenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier beschre-
ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis-
lings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee à drie lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de aan-
maakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan vol-
gens de instructies op de verpakking.
09-20500-016
4. Sluit de deur van het toestel en zet de luchtinlaat
open; zie "Regeling van de verbrandingslucht".
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
09-20500-017
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
09-20500-018
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang-
zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout
kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u
langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan. zie "Regeling van de ver-
brandingslucht".
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Maximale hoeveelheid hout
Om continu te kunnen stoken tegen het nominale ver-
mogen, moet er iedere 45 minuten hout worden bij-
gevuld. Als u de hoeveelheid hout per keer vermindert,
kunt u vaker bijvullen. Elke kachel is ontworpen om te
werken met een bepaalde maximale hoeveelheid
hout. Als u een grotere hoeveelheid hout gebruikt,
wordt de warmte-afgifte groter. Daardoor kan de haard
overbelast raken en kunnen er onderdelen worden
beschadigd.
Toegestane maximale hoeveelheid brandstof voor
hout met een vochtpercentage van 15%:
l VISTA 700i heeft een maximale vulling van
2.25 kg hout per 45 minuten.
l VISTA 800i heeft een maximale vulling van
2.75 kg hout per 45 minuten.
Vul de verbrandingskamer voor maximaal één
derde en vul nooit hout boven de openingen
voor secundaire lucht.
Regeling van de
verbrandingslucht
09-20021-238
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Het toestel heeft één luchtschuif die zowel de primaire
lucht als de secundaire lucht regelt. Als de lucht-
schuif in linkse positie staat, is de primaire en secun-
daire luchtinlaat open. Naarmate de luchtschuif verder
naar rechts wordt geschoven, sluit de primaire lucht-
inlaat en daarna de secundaire luchtinlaat. Als de
luchtschuif geheel rechts staat, blijft een kleine lucht-
opening open om de naverbranding onder de vlamp-
laat te verzorgen.
1
2
3
B'
B
A
09-200021-232
De primaire lucht regelt de lucht onder het rooster (1).
De glas spoel lucht regelt de lucht voor het glas (air-
wash) (2).
De secundaire lucht (3) zorgt voor de naverbranding
onder de vlamplaat.
De verbrandingslucht kan uit de kamer worden geno-
men (A) of via een buitenlucht aansluiting verticaal (B)
of horizontaal (b')
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge tem-
peratuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door
regelmatig flink doorstoken, verdwijnen even-
tuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet-
ten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de secundaire lucht-
inlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen
het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet
snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de lucht-
toevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende
is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bij-
vullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit-
gaan. Als een vuur wordt getemperd door de lucht-
toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen
vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd
toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als
het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven
worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoe-
veelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor
de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat
daarom gerust een laagje as op de stookbodem lig-
gen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd. Verwijder daarom regelmatig de
overtollige as.
1. Open de deur van het toestel.
2. Schep de overtollige as uit het toestel of gebruik
een speciale asstofzuiger om de overtollige as te
verwijderen.
Gebruik altijd een asstofzuiger; het gebruik van
een gewone stofzuiger zonder speciale aan-
passing kan de gewone stofzuiger ernstig
beschadigen.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3. Open het luik in het midden van de stookbodem en
verwijder de as onder het luik en in de asvang.
4. Plaats de asvang, sluit het luik en sluit de deur van
het toestel.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stank-
overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij
nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om even-
tuele problemen bij het gebruik van het toestel op te
lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor-
steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor-
steen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con-
troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor-
steen af met een prop krantenpapier.
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste bin-
nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en
maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculiet bin-
nenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken
tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten
regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculiet of chamotte bin-
nenplaten kunnen haarscheuren gaan ver-
tonen, maar dat heeft geen nadelig effect op
hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of scheu-
ren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge
doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keu-
kenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en
laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keu-
kenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw han-
den te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals gelei-
dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht-
schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij
de vakhandel.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig wor-
den vervangen.
Bijlage 1: Technische gegevens
Model VISTA 700i / VISTA 800i
Model 700i 800i
Nominaal vermogen 10 kW 11 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm 180 mm
Gewicht 90 kg 105 kg
Aanbevolen brandstof Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte hout 50 cm 60 cm
Elektrische aansluiting 230 V, 50 Hz, 0,5 A
Model 700i 800i
Massadebiet van rookgassen 9,1 g/s 10,6 g/s
Temperatuurstijging gemeten in de meetsectie 295 K 295 K
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 353 °C 358 °C
Minimum trek 12 Pa 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
) 0,10 % 0,10 %
NOx-emissie (13% O
2
) 110 mg/Nm³ 120 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O
2
) 91 mg/Nm³ 83 mg/Nm³
Stofemissie 16 mg/Nm³ 14 mg/Nm³
Rendement 78 % 75 %
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
Bijlage 2: Aansluitschema's
De in de schema's voorkomende aanduidingen hebben de volgende betekenis:
T1 thermo-switch
V1 ventilator
V2 ventilator
VISTA 700i / 800i
V1 V2
230 V
MNML
1 2 3 4 5 6

1
2
T1
/
/
1
1. Loskoppelen ventilatorplaat
2. Aansluiten ventilatorplaat
Bijlage 3: Afmetingen
VISTA 700i
24
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
25
VISTA 800i
Bijlage 4: Afstand tot brandbaar materiaal
Minimale ventilatieruimte buiten het stralingsbereik
Afmetingen onbrandbare vloerplaat in centimeters
09-20020-321
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
V > H + 30 > 60
S > H + 20 > 40
26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
27
Bijlage 5: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruikgekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de hout-
blokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen onvol-
doende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: mini-
maal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde bin-
nenzijde, niet te veel bochten, geen obstructiesin de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet cor-
rect
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabij-
heid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de schoor-
steen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde lucht-
stroom in de schoorsteen door hoge bui-
tentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabij-
heid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
Index
A
Aanmaakvuur 17
Aansluiten
afmetingen 24
Aansteken 17
Afdichtingskoord van deur 21
Afmetingen 24
Afsluitplaat
convectieruimte 14
Aftappen
convectiewarmte 11, 14
Afwerklaag, onderhoud 21
As verwijderen 19
B
Beluchting van het vuur 19
Bijvullen van brandstof 19
Binnenplaten
vermiculite 11
Brandbaar materiaal
afstand tot 26
Brandstof
benodigde hoeveelheid 20
bijvullen 18-19
geschikte 17
hout 17
ongeschikte 17
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 26
meubels 9
vloer 9
wanden 9
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden 15
Buitenluchtaanvoer
aansluiting op 14
C
Continu gebruik 10
Convectie
aftappen 11, 14
Convectieruimte
afsluitplaat 14
Covectie
externe ruimtes 11, 14
Creosoot 19
D
Deur
afdichtingskoord 21
Draagvermogen van vloer 9
Drogen van hout 17
G
Geschikte brandstof 17
Gewicht 22
Glas
schoonmaken 20
H
Hout 17
bewaren 17
drogen 17
geschikte soort 17
nat 17
Houtblokken stapelen 18
K
Kachelruitenreiniger 20
Kap op de schoorsteen 9
Kieren in toestel 21
L
Lak 17
Luchtinlaten 17
Luchtlek 21
Luchtregeling 19
Luchttoevoer regelen 19
M
Mist, niet stoken 20
Muren
brandveiligheid 9
N
Naaldhout 17
Nat hout 17
Nevel, niet stoken 20
Nominaal vermogen 20, 22
O
Onderhoud
afdichting 21
28
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
29
glas schoonmaken 20
schoorsteen 20
smeren 21
toestel schoonmaken 20
vuurvaste binnenplaten 20
Ongeschikte brandstof 17
Ontassen 19
Opslag van hout 17
P
Plaatsen
afmetingen 24
Primaire luchtinlaat 17
Problemen oplossen 20
R
Rendement 5, 7, 22
Rook
bij eerste gebruik 17
Rookgas
massedebiet 22
temperatuur 5, 7
Rookterugslag 8
Ruiten
schoonmaken 20
S
Schoonmaken
glas 20
toestel 20
Schoorsteen
aansluitdiameter 22
aansluiting op 14
hoogte 9
onderhoud 20
voorwaarden 9
Schoorsteenbrand voorkomen 19
Schoorsteenkap 9
Secundaire luchtinlaat 17
Smeren 21
Stof-emissie 22
Stoken 18
brandstof bijvullen 18-19
onvoldoende warmte 20
T
Teer 19
Temperatuur 22
Temperatuurstijging
meetsectie 22
Trek 22
U
Uitgaan van vuur 19
V
Vegen van schoorsteen 20
Ventilatie 9
vuistregel 9
Ventilatierooster 9
Ventilator
elektrisch 11
thermostatisch 11
Verbrandingsluchtregeling 19
Vermiculite
vuurvast 11
Verwijderen
as 19
Vet voor smering 21
Vloeren
brandveiligheid 9
draagvermogen 9
Vloerkleed 9
Vulhoogte van toestel 18
Vuur
aanmaken 17
doven 19
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 20
waarschuwing 17
W
Waarschuwing
brandbare materialen 8
deur belasten 8
glas gebroken of gebarsten 8, 21
heet oppervlak 8
kachelruitreiniger 21
schoorsteenbrand 8, 17, 19
ventilatie 8-9
verzekeringsvoorwaarden 8
voorschriften 8
vuurvaste binnenplaten 17
Wanden
brandveiligheid 9
Warmte, onvoldoende 20
Weersomstandigheden, niet stoken 20
30
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inleiding 3 Prestatieverklaring 4 Veiligheid 8 Installatiecondities Algemeen Schoorsteen Ventilatie van de ruimte Vloer en wanden Productbeschrijving 8 8 8 9 9 10 Installatie Voorbereiding Inbouwen in een bestaande schouw Inbouwen in een nieuwe schouw Buitenluchtaansluiting voorbereiden 11 11 12 13 15 Gebruik Eerste gebruik Brandstof Aanmaken Stoken met hout Maximale hoeveelheid hout Regeling van de verbrandingslucht Doven van het vuur Ontassen Nevel en mist Eventuele problemen 17 17 17 17 18 18 18 19 19 20 20 Onderhoud 20 Schoorsteen 20 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 20 2 Bijlage 1: Technische gegevens 22 Bijlage 2: Aansluitschema's 23 Bijlage 3: Afmetingen 24 Bijlage 4: Afstand tot brandbaar materiaal 26 Bijlage 5: Diagnoseschema 27 Index 28 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Inleiding Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte. Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE service. Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen. Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Wij adviseren u het toestel te laten installeren door een bevoegd installateur. DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld voor problemen of schade door een onjuiste installatie. Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatie-probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier. © 2016 DOVRE NV Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 3 Prestatieverklaring Volgens de bouwproductenverordening 305/2011 Nr. 121-CPR-2016 1. Unieke identificatiecode van het producttype: VISTA 700 I 2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4: Uniek serienummer. 3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald: Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13229. 4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5: Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium. 5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt: 6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V: Systeem 3 7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt: De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer 1625, heeft onder systeem 3 een type-keur uitgevoerd en heeft het testrapport nr RRF-29 16 4282 verstrekt. 8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven: - 4 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 9. Aangegeven prestatie: De geharmoniseerde norm EN 13229:2001/A2 ; 2004/AC :2007 Essentiële karakteristieken Prestaties Hout Brandveiligheid Vuurbestendigheid A1 Afstand tot brandbaar materiaal (minimale afstand in mm) Achterkant: 100 Zijkant: 100 Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform Emissie van verbrandingsproducten CO: 0,10% (13%O2) Oppervlaktetemperatuur Conform Elektrische veiligheid - Gemakkelijk te reinigen Conform Maximale werkingsdruk - Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 295 °C Mechachanise weerstand (gewicht dragen van schoorsteen) Niet bepaald Nominaal vermogen 10 kW Rendement 78,3 % 10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aangegeven prestaties. Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 vermelde fabrikant: 01/11/2016 Weelde Tom Gehem CEO Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 5 Volgens de bouwproductenverordening 305/2011 Nr. 122-CPR-2016 1. Unieke identificatiecode van het producttype: VISTA 800 I 2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4: Uniek serienummer. 3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald: Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13229. 4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5: Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium. 5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12, lid 2, vermelde taken bestrijkt: 6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproduct, vermeld in bijlage V: Systeem 3 7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt: De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer 1625, heeft onder systeem 3 een type-keur uitgevoerd en heeft het testrapport nr RRF-29 16 4283 verstrekt. 8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven: - 6 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 9. Aangegeven prestatie: De geharmoniseerde norm EN 13229:2001/A2 ; 2004/AC :2007 Essentiële karakteristieken Prestaties Hout Brandveiligheid Vuurbestendigheid A1 Afstand tot brandbaar materiaal (minimale afstand in mm) Achterkant: 100 Zijkant: 100 Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform Emissie van verbrandingsproducten CO: 0,10% (13%O2) Oppervlaktetemperatuur Conform Elektrische veiligheid - Gemakkelijk te reinigen Conform Maximale werkingsdruk - Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 298 °C Mechachanise weerstand (gewicht dragen van schoorsteen) Niet bepaald Nominaal vermogen 11 kW Rendement 75,0 % 10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aangegeven prestaties. Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 vermelde fabrikant: 01/11/2016 Weelde Tom Gehem CEO In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving. DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09 België E-mail : [email protected] Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 7 Veiligheid Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt. Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land. Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel. Laat het toestel bij voorkeur installeren door een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften. Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of een hittebestendige handschoen. Zorg voor voldoende afscherming als jonge kinderen, mindervaliden, ouderen en dieren zich in de nabijheid van het toestel bevinden. Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal moeten strikt worden aangehouden. Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheid van het toestel. Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel. Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffende schoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur. Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. 8 Oefen geen kracht uit op de deur, voorkom dat kinderen aan de geopende deur trekken, ga nooit op de geopende deur staan of zitten en plaats geen zware voorwerpen op de deur. Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie. Installatiecondities Algemeen Het toestel moet worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens". Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften. Schoorsteen De schoorsteen is nodig voor: Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek. De warme lucht in de schoorsteen is lichter dan de buitenlucht en stijgt daarom. Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel. Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garantie. Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nog een centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoogteverschil tussen de aansluitingen minimaal 200 mm bedraagt. Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal. De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen. Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens normale belasting is ideaal. De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontale stukken verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzaken mogelijk roetophoping. De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor de trek minder wordt. De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag. Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag). De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen. Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert. De schoorsteen moet uitmonden in een zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen. Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn. De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Als de nok van het dak meer dan 3 meter is verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3 meter. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Ventilatie van de ruimte Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig: Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd. Als er mechanische ventilatie is, bijvoorbeeld een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keuken. U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen. Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt. U kunt het toestel ook aansluiten op buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig. Vloer en wanden De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens". In de vloer onder het toestel en in de wanden rond het toestel mogen zich geen elektrische leidingen bevinden. 9 Onder het toestel moeten alle brandbare materialen verwijderd zijn of beschermd zijn met minimaal 6 cm betonplaat. Productbeschrijving Brandbare wanden grenzend aan het toestel moeten beschermd worden met minimaal 10 cm stenen wand en 5 cm isolatie. 1 2 Bescherm niet-brandbare wanden grenzend aan het toestel met minimaal 2,5 cm isolatie ter voorkoming van scheurvorming. 3 4 Bescherm een brandbare vloer door middel van een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uitstraling en eventueel uitvallende assen. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 5 6 7 8 Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals meubels. Zorg voor voldoende ventilatie rondom brandbare materialen zoals een sierbalk. Zie bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 9 Een vloerkleed moet minimaal 80 cm van het vuur verwijderd zijn. Plaats geen brandbare materialen binnen 50 cm van de eventuele convectie-uitlaatopeningen. 10 11 09-20021-226 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Convectielucht aansluiting Deur Inbouwkader Uitwendige sierkader Stookbodem Luchtschuif Binnenplaten Deurgrendel Rookgasaansluiting Buitenlucht aansluiting Magneten voor de sierkader Kenmerken van het toestel Het toestel wordt geleverd met een aansluitset voor de buitenluchttoevoer. Het toestel is niet geschikt voor continu gebruik. De inzethaard heeft een geïntegreerd convectiesysteem. Bij de inbouw van het toestel hoeft er dus geen afzonderlijke convectieruimte 10 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden gebouwd te worden en de toepassing van luchtinlaatroosters en luchtuitlaatroosters ten behoeve van de convectie is overbodig. De ruimte tussen de haard en de stalen convectiekast doet dienst als convectieruimte. Onderaan het toestel wordt de omgevingslucht aangezogen. De lucht wordt om de haard geleid waar de lucht verwarmd wordt. Vervolgens verlaat de verwarmde lucht aan de voorzijde de convectieruimte door de luchtopening aan de bovenzijde van de haard. Door de demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen. Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen. 1. Open de deur van het toestel. 2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten. Vermiculiet binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is. Het toestel is uitgerust met twee extra aansluitingen om convectiewarmte te transporteren naar andere ruimtes. Het toestel is uitgerust met twee ingebouwde ventilatoren die de convectie bevorderen. De draaisnelheid van de ventilatoren is regelbaar door een toerenregelaar. Deze toerenregelaar is meegeleverd. De ventilator en toerenregelaar worden aangesloten op het elektriciteitsnet; zie de paragraaf "Ventilator aansluiten op het elektriciteitsnet". Deur Openen Het toestel wordt geopend door de grendel die zich aan de rechterkant bevindt, naar zich toe te trekken. De ventilator werkt thermostatisch, dat houdt in dat de ventilator pas in werking treedt als de inzethaard voldoende warm is en dat de ventilator uitschakelt als de inzethaard voldoende is afgekoeld. Het toestel kan geleverd worden met een uitwendig kader. Installatie Voorbereiding 09-20021-227 Uitneembare delen Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schade en eventuele gebreken. Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte. Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste binnenplaten, stookrooster, asvang, vuurkorf en stookbodem) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren. 4 7 5 8 6 9 3 10 1 11 14 13 12 2 09-200021-233 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 11 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Vuurkorf Binnenplaat rechts Binnenplaat links Vlamplaathouder Vlamplaat links Vlamplaat rechts Binnenplaat achter links Binnenplaat achter midden Binnenplaat achter rechts Stookbodem links Stookbodem midden Stookbodem rechts Stookbodem deksel Asvang Verwijder de binnendelen. a. Hef de vlamplaatouder (4) aan de linkerzijde op b. Verwijder de linker binnenplaat (3) c. Laat de vlamplaathouder (4) aan de linkerzijde zakken tot op de stookbodem d. Verwijder de linker vlamplaat (5) e. Verwijder de vlamplaathouder (4) f. Verwijder de rechter vlamplaat (6) g. Verwijder de rechter binnenplaat (2) h. Verwijder de middelste binnenplaat (8) i. Verwijder de binnenplaten achter links(7) en rechts (9) j. Verwijder de vuurkorf (1) door deze op te heffen k. Verwijder het stookbodem deksel (13) en de asvang (14) l. Verwijder de stookbodem links (10) en rechts (12) m. Verwijder de middelste stookbodem (11) Het aansluitschema is modelspecifiek. Laat de aansluiting uitvoeren door een deskundig installateur. De inzethaard is voorzien van een drie-aderig snoer. De inzethaard moet van het elektriciteitsnet gescheiden zijn door middel van een dubbelpolige schakelaar. Zorg voor een goede aarding van de inzethaard. Inbouwen in een bestaande schouw Voor het inbouwen van de haard in een bestaande schouw volgt u onderstaande instructies: 1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en waterpas. Houd de elektrische kabel van het toestel vrij. 2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaatsen moet u de meegeleverde magneten aan de zijkanten van het toestel bevestigen volgens tekening. Plaats de onderdelen terug in omgekeerde volgorde. Ventilator aansluiten op het elektriciteitsnet De inzethaard wordt geleverd met twee ingebouwde ventilatoren en met een losse toerenregelaar. Daarnaast is het toestel uitgerust met een thermo-switch die de ventilator in- en uitschakelt bij een vast ingestelde temperatuur. De ventilatoren kunnen eenvoudig elektrisch worden afgekoppeld door middel van een stekker, zodat de ventilatorplaat kan worden uitgenomen. Deze onderdelen moeten op het elektriciteitsnet aangesloten worden volgens het aansluitschema in bijlage 2. 12 1 2 09-200021-231 3. Sluit de basis van de schoorsteen af met een onbrandbaar materiaal. 4. Maak een opening in de basis ten behoeve van de afvoerbuis met diameter 150 mm (700i) of 180 mm (800i). 5. Verwijder de aansluitkraag via de binnenzijde van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 6. Maak gebruik van een flexibele buis, of van een aansluitbocht van 45°. 7. Plaats het toestel in de opening. 8. Trek de aansluitbuis naar binnen. 9. Monteer de aansluitkraag aan de flexibele buis of bocht. 10. Monteer de aansluitkraag terug aan het toestel. De volgende figuur geeft een voorbeeld van de plaatsing van een inbouwhaard in een schouw die volgens bovenstaande instructies en voorschriften is gebouwd. H Buitenlucht aansluiting (onderzijde) I Convectieluchtopening J Convectieluchtopening K Convectielucht aanzuigopening (voorzijde) L Bestaande vloer M Convectielucht aanzuigopening (onderzijde) Inbouwen in een nieuwe schouw De installatie van de inbouwhaard bestaat uit twee onderdelen: De plaatsing en aansluiting van de inbouwhaard A De schouw rond de inbouwhaard opbouwen. I B Inbouwhaard plaatsen en aansluiten C D J E 1. Zet het toestel op de juiste hoogte, vlak en waterpas. 2. Als u een uitwendig kader op het toestel gaat plaatsen moet u de meegeleverde magneten aan de zijkanten van het toestel bevestigen; zie volgende figuur. F G K 1 H L 2 M 09-200021-231 09-20021-230 A Schoorsteen B Verbindingsstuk C Aansluitbuis D Bestaande haard E Onbrandbare muur F Ventilatieruimte (minimaal 15mm) G Buitenlucht aansluiting (achterzijde) Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 3. Zorg dat tussen de bestaande wanden, voorzien van de benodigde isolatie (zie het hoofdstuk "Installatiecondities"), en de achterkant van het toestel minimaal 15 mm vrije convectieruimte is. 4. De inbouwhaard mag niet het metselwerk dragen. Gebruik desgewenst een ondersteuning zoals een draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het toestel minimaal 3 mm speling. 13 4. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoorsteen. 5. Controleer de trek in de schoorsteen en de afdichting van de aansluiting op het rookgasafvoerkanaal door een klein hevig proefvuur te maken van krantenpapier en droog dun hout. 1 2 Wacht bij nieuw metselwerk tot het metselwerk voldoende droog is. Convectielucht aftappen 09-200021-234 1. Verwijder de twee drukplaten bovenop de convectiekast door deze met een hamer los te tikken. 2. Monteer de twee meegeleverde aansluitkragen (1) met diameter 125 mm op de ontstane openingen met de meegeleverde M8x16 bouten en M8 moeren. 3. Sluit hierop flexibele buis met diameter 125 mm aan en voer deze naar de gewenste ruimtes. 4. Sluit de flexibele slang aan op de uitlaatroosters in de ruimtes. 5. Indien gewenst kan de frontale uitblaasopening worden gedicht met de bijgeleverde afdekplaat (2). Demonteer de twee schroeven bovenaan het toestel en monteer de afdekplaat met behulp van deze schroeven. B'' B' B A C Opbouw van de nieuwe schouw C' 09-20021-229 A. Straling B. Uitstroom convectielucht via toestel B'. Uitstroom convectielucht via uitbreekopening en rooster B''. Uitstroom convectielucht uit schouwmantel C. Instroom convectielucht via toestel C'. Instroom convectielucht via schouwmantel Het toestel is uitgerust met twee extra aansluitingen om convectiewarmte te transporteren naar andere ruimtes. In deze ruimtes dienen luchtuitlaatroosters aanwezig te zijn. Als u van deze functie gebruik wilt maken gaat u als volgt te werk: 14 In de schouw maakt u de convectieruimte. In deze ruimte moet lucht vrij kunnen bewegen. Er moet lucht aangezogen kunnen worden voor de verbranding en de door de inbouwhaard verwarmde lucht (de convectielucht) moet vrij de te verwarmen ruimte in kunnen stromen; zie volgende figuur. Volg bij de bouw van de schouw de volgende voorschriften: De bovenzijde van de schouw moet luchtdicht afgesloten zijn met een afsluitplaat van onbrandbaar en hittebestendig materiaal. De afsluitplaat moet waterpas liggen en minimaal 30 cm onder de rookgasopening in het plafond geplaatst zijn. Desgewenst kunt u aan de bovenzijde van de schouw en vlak onder de afsluitplaat een extra luchtuitlaatrooster plaatsen. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Gebruik in de inbouwruimte geen brandbaar materiaal en voorkom de werking van warmtebruggen bij het gebruik van warmtegeleidende materialen. H 09.20015.057 I A B N C Volg onderstaande instructie bij de opbouw van de schouw: J D 1. Metsel de voet van de haard. E K Zorg dat de deur van de haard vrij over het plateau van de haard kan draaien. P O 2. Metsel de haard verder op tot aan de rookvang. F Zorg dat er altijd 2 mm speling blijft tussen de inbouwhaard en metselwerk om de warmteuitzetting van de inbouwhaard op te vangen. G 3. Bekleed desgewenst de binnenzijde van de schouw met reflecterend isolatiemateriaal. Extra bekleding van de inbouwruimte voorkomt onnodige warmteuitstraling naar mogelijke buitenmuren en/of naast gelegen ruimtes. Het voorkomt ook aantasting van de spouwmuurisolatie. 4. Metsel de schouw verder af tot aan de rookgasopening in het plafond. De inbouwhaard mag niet het metselwerk dragen. Gebruik een ondersteuning zoals een draagijzer. Laat tussen de ondersteuning en het toestel minimaal 3 mm speling. 5. Sluit de inbouwruimte af met de afsluitplaat. 6. Plaats onder de afsluitplaat een luchtrooster in verband met de ventilatie van het toestel. 7. Maak boven de afsluitplaat een opening om eventuele drukopbouw te voorkomen. De volgende figuur geeft een voorbeeld van de plaatsing van een inbouwhaard in een schouw die volgens bovenstaande instructies en voorschriften is gebouwd. L M A Schoorsteen B Vuurvast materiaal of een verbindingstuk C Afdekplaat D Isolatiemateriaal (minimaal 5 cm) E Onbrandbare muur F Brandbare muur G Ventilatieruimte (minimaal 15 mm) H Onbrandbaar plafond I Brandbaar plafond J Convectieluchtopening K Isolatie (optioneel) L Onbrandbare bodem M Brandbare bodem N Opening tegen drukopbouw O Aansluitbuis P Convectielucht andere ruimte Buitenluchtaansluiting voorbereiden Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvoldoende is geventileerd, kunt u de aansluitset voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel aansluiten. De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100 mm. Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van hulp- Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 15 stukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maximale lengte (12 meter) met 1 meter verminderen. A 1 + 2 B B A 3 A6 1 2 09-200021-235 Indien u besluit de buitenlucht aansluiting (A) of (B) te gebruiken moet u het bijgeleverde afdekplaatje (2) voor het afsluiten van de binnenlucht monteren met behulp van de twee schroeven (1) 4 5 B6 09-200021-236 De buitenlucht aansluiting kan zowel onderaan als achteraan worden geplaatst. 1. Breek het betreffende deksel uit (A) achteraan of (B) onderaan. 2. Demonteer alle verwijderbare binnendelen zoals eerder besproken. 3. Verwijder de ventilatorplaat (4) in de achterwand van het toestel door de schroeven (3) te lossen. Wees voorzichtig met de elektrische bekabeling en de ventilatoren. 4. Monteer de kraag (5) achteraan (A6) of onderaan (B6) met behulp van koorde en de bijgeleverde bouten. 5. Sluit de buis hermetisch af op de kraag. 6. Plaats de ventilatorplaat terug, plaats de kabelhulzen terug op hun plaats. Wees voorzichtig met de bekabeling en de ventilator. Afwerking 1. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel. 16 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 2. Zorg dat de nieuw gebouwde schouw voldoende droog is, voordat u gaat stoken. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Gebruik Eerste gebruik Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open. Brandstof Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende droog. Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel. De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan: Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat. Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft. Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken. Aanmaken U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem. 1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings op elkaar. 2. Stapel bovenop de houtblokken twee à drie lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar. 3. Leg een aanmaakblokje tussen de aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking. Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval. Hout Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken. Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd. Hout met een vochtpercentage van 20% levert 4,2 kWh per kg hout. Hout met een vochtpercentage van 15% levert 4,4 kWh per kg hout. Vers gekapt hout heeft een vochtpercentage van 60% en levert slechts 1,6 kWh per kg hout. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 09-20500-016 4. Sluit de deur van het toestel en zet de luchtinlaat open; zie "Regeling van de verbrandingslucht". 5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna 17 kunt u een volgende vulling doen en het toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout". Stoken met hout Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd: 1. Open langzaam de deur van het toestel. 2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer. 3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed. Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken. 4. Sluit de deur van het toestel. 5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat open staan. zie "Regeling van de verbrandingslucht". Vul het toestel voor maximaal een derde. Maximale hoeveelheid hout Losse stapeling Om continu te kunnen stoken tegen het nominale vermogen, moet er iedere 45 minuten hout worden bijgevuld. Als u de hoeveelheid hout per keer vermindert, kunt u vaker bijvullen. Elke kachel is ontworpen om te werken met een bepaalde maximale hoeveelheid hout. Als u een grotere hoeveelheid hout gebruikt, wordt de warmte-afgifte groter. Daardoor kan de haard overbelast raken en kunnen er onderdelen worden beschadigd. Toegestane maximale hoeveelheid brandstof voor hout met een vochtpercentage van 15%: l 09-20500-017 l Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken. Compacte stapeling VISTA 700i heeft een maximale vulling van 2.25 kg hout per 45 minuten. VISTA 800i heeft een maximale vulling van 2.75 kg hout per 45 minuten. Vul de verbrandingskamer voor maximaal één derde en vul nooit hout boven de openingen voor secundaire lucht. Regeling van de verbrandingslucht 09-20500-018 09-20021-238 18 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Het toestel heeft één luchtschuif die zowel de primaire lucht als de secundaire lucht regelt. Als de luchtschuif in linkse positie staat, is de primaire en secundaire luchtinlaat open. Naarmate de luchtschuif verder naar rechts wordt geschoven, sluit de primaire luchtinlaat en daarna de secundaire luchtinlaat. Als de luchtschuif geheel rechts staat, blijft een kleine luchtopening open om de naverbranding onder de vlamplaat te verzorgen. regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken. Regel de luchttoevoer met de secundaire luchtinlaat. De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt. Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren. 2 3 Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk. Doven van het vuur 1 B' A B 09-200021-232 De primaire lucht regelt de lucht onder het rooster (1). De glas spoel lucht regelt de lucht voor het glas (airwash) (2). De secundaire lucht (3) zorgt voor de naverbranding onder de vlamplaat. De verbrandingslucht kan uit de kamer worden genomen (A) of via een buitenlucht aansluiting verticaal (B) of horizontaal (b') Adviezen Stook nooit met open deur. Stook het toestel regelmatig flink door. Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten. Ontassen Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een laagje as op de stookbodem liggen. De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as. 1. Open de deur van het toestel. 2. Schep de overtollige as uit het toestel of gebruik een speciale asstofzuiger om de overtollige as te verwijderen. Gebruik altijd een asstofzuiger; het gebruik van een gewone stofzuiger zonder speciale aanpassing kan de gewone stofzuiger ernstig beschadigen. 19 3. Open het luik in het midden van de stookbodem en verwijder de as onder het luik en in de asvang. 4. Plaats de asvang, sluit het luik en sluit de deur van het toestel. Nevel en mist Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken. Eventuele problemen Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op te lossen. Onderhoud Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden. Schoorsteen In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden. Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger. Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren op roet. Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een prop krantenpapier. Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Maak het toestel niet schoon wanneer het nog warm is. Maak de buitenkant van het toestel schoon met een droge niet pluizende doek. Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken: Verwijder eventueel eerst de vuurvaste binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van 20 binnenplaten. Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon. Vuurvaste binnenplaten controleren De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculiet binnenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. De isolerende vermiculiet of chamotte binnenplaten kunnen haarscheuren gaan vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking. Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheuren. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Glas schoonmaken Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk: 1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge doek. 2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken. b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of keukenpapier. 3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct. 4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keukenpapier. Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoon te maken. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw handen te beschermen. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en de gietijzeren deur loopt. Smeren Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren. Smeer de bewegende delen (zoals geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel. Afwerklaag bijwerken Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Afdichting controleren Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 21 Bijlage 1: Technische gegevens Model VISTA 700i / VISTA 800i Model 700i 800i Nominaal vermogen 10 kW 11 kW Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm 180 mm Gewicht 90 kg 105 kg Aanbevolen brandstof Hout Hout Kenmerk brandstof, max. lengte hout 50 cm 60 cm Elektrische aansluiting 230 V, 50 Hz, 0,5 A Model 700i 800i Massadebiet van rookgassen 9,1 g/s 10,6 g/s Temperatuurstijging gemeten in de meetsectie 295 K 295 K Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 353 °C 358 °C Minimum trek 12 Pa 12 Pa CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,10 % NOx-emissie (13% O2) 110 mg/Nm³ 120 mg/Nm³ CnHm-emissie (13%O2) 91 mg/Nm³ 83 mg/Nm³ Stofemissie 16 mg/Nm³ 14 mg/Nm³ Rendement 78 % 75 % 22 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 2: Aansluitschema's De in de schema's voorkomende aanduidingen hebben de volgende betekenis: T1 thermo-switch V1 ventilator V2 ventilator VISTA 700i / 800i V1 V2 1 2 3 4 5 6 L M N M / 1 / T1 230 V 1 2  1. Loskoppelen ventilatorplaat 2. Aansluiten ventilatorplaat Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 23 Bijlage 3: Afmetingen VISTA 700i 725 492 525 100 90 420 525 15 0 340 100 90 20 50 2 190 440 125 115 690 725 09-20021-239 24 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden VISTA 800i 350 592 625 100 90 510 625 825 100 20 90 50 2 190 440 125 135 790 825 09-20021-240 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 25 Bijlage 4: Afstand tot brandbaar materiaal Minimale ventilatieruimte buiten het stralingsbereik Afmetingen onbrandbare vloerplaat in centimeters 09-20020-321 Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat V > H + 30 > 60 S > H + 20 > 40 26 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 5: Diagnoseschema Probleem Hout wil niet doorbranden Geeft onvoldoende warmte Rookterugslag tijdens het bijvullen Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar Aanslag op het glas mogelijke oorzaak mogelijke oplossing Onvoldoende trek Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een raam. Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht. Afmetingen hout te groot Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met een omtrek van maximaal 30 cm. Stapeling hout niet correct Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout"). Werking van de schoorsteen onvoldoende Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren). Uitmonding van de schoorsteen niet correct Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabijheid. Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig. Aansluiting van het toestel met de schoorAansluiting moet hermetisch dicht zijn. steen niet correct Onderdruk in de ruimte waar het toestel is geplaatst Zet afzuigsystemen uit. Onvoldoende toevoer van verse lucht Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting. Ongunstige weersomstandigheden? Inversie (omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen. Tocht in de woonkamer Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen. Vlammen raken het glas Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht. Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 27 Index Creosoot 19 D A Aanmaakvuur 17 Aansluiten afmetingen Deur afdichtingskoord 24 Draagvermogen van vloer Aansteken 17 Drogen van hout Afdichtingskoord van deur 21 Afmetingen 24 Afsluitplaat convectieruimte 14 Aftappen convectiewarmte 11, 14 Afwerklaag, onderhoud 21 As verwijderen 19 B Beluchting van het vuur 19 Bijvullen van brandstof 19 Binnenplaten vermiculite 11 Brandbaar materiaal afstand tot 26 Brandstof benodigde hoeveelheid bijvullen geschikte hout ongeschikte 21 17 G Geschikte brandstof 17 Gewicht 22 Glas schoonmaken 20 H Hout bewaren drogen geschikte soort nat 17 17 17 17 17 Houtblokken stapelen 18 K Kachelruitenreiniger 20 Kap op de schoorsteen 20 18-19 17 17 17 9 9 Kieren in toestel 21 L Lak 17 Luchtinlaten 17 Luchtlek 21 Luchtregeling 19 Luchttoevoer regelen 19 Brandveiligheid afstand tot brandbaar materiaal meubels vloer wanden 26 9 9 9 Buitenluchtaansluiting voorbereiden 15 Mist, niet stoken 20 14 Muren brandveiligheid 9 Buitenluchtaanvoer aansluiting op M N C Continu gebruik Convectie aftappen Convectieruimte afsluitplaat Covectie externe ruimtes 28 10 11, 14 Naaldhout 17 Nat hout 17 Nevel, niet stoken 20 Nominaal vermogen 14 11, 14 20, 22 O Onderhoud afdichting 21 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden glas schoonmaken schoorsteen smeren toestel schoonmaken vuurvaste binnenplaten 20 20 21 20 20 Temperatuurstijging meetsectie 22 Trek 22 Ongeschikte brandstof 17 Uitgaan van vuur Ontassen 19 Opslag van hout 17 U 19 V Vegen van schoorsteen P 20 Ventilatie vuistregel 9 9 Plaatsen afmetingen 24 Ventilatierooster 9 Primaire luchtinlaat 17 Problemen oplossen 20 Ventilator elektrisch thermostatisch 11 11 Verbrandingsluchtregeling 19 Vermiculite vuurvast 11 Verwijderen as 19 Vet voor smering 21 Vloeren brandveiligheid draagvermogen 9 9 Vloerkleed 9 R Rendement 5, 7, 22 Rook bij eerste gebruik 17 Rookgas massedebiet temperatuur 22 5, 7 Rookterugslag 8 Ruiten schoonmaken 20 S Schoonmaken glas toestel 20 20 Schoorsteen aansluitdiameter aansluiting op hoogte onderhoud voorwaarden 22 14 9 20 9 Schoorsteenbrand voorkomen 19 Schoorsteenkap 9 Secundaire luchtinlaat 17 Smeren 21 Stof-emissie 22 Stoken brandstof bijvullen onvoldoende warmte 18 18-19 20 T Teer 19 Temperatuur 22 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Vulhoogte van toestel 18 Vuur aanmaken doven 17 19 Vuurvaste binnenplaten onderhoud waarschuwing 20 17 W Waarschuwing brandbare materialen deur belasten glas gebroken of gebarsten heet oppervlak kachelruitreiniger schoorsteenbrand ventilatie verzekeringsvoorwaarden voorschriften vuurvaste binnenplaten Wanden brandveiligheid Warmte, onvoldoende 8 8 8, 21 8 21 8, 17, 19 8-9 8 8 17 9 20 29 Weersomstandigheden, niet stoken 30 20 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209

Dovre VISTA801I de handleiding

Categorie
Open haarden
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor