THEBEN LUXA 104 S360-200-24 DE-UP WH Handleiding

Type
Handleiding
1
LUXA 104 S360-200-24 DE-UP WH
1040200
307485 01
07-2-2023
Aanwezigheidsmelder
NL
1. Algemene informatie
Passieve infrarood-aanwezigheidsmelder met 2 lichtka-
nalen voor plafondmontage (hol plafond), inbouwmon-
tage in standaarddoos en opbouwmontage
Rond detectiebereik 360°, tot Ø 24 m (452 m2)
Beperking van het detectiebereik met afdekclips
2 menglichtmetingen
Instellingen met potentiometer of afstandsbediening
Op vol- of halfautomatische bediening om te schakelen
Gewenste lichtsterkte instelbaar, inleerfunctie
Verkorting van de nalooptijd bij korte aanwezigheid
(kortdurende aanwezigheid)
Impulsfunctie voor trapverlichtingtijdschakelaar
Nalooptijd instelbaar
Detectiegevoeligheid instelbaar
Door voorinstelling in fabriek direct gebruiksklaar
Testmodus ter controle van functie en detectiebereik
Uitbreiding van het detectiebereik door Master/Slave-
of Master/Master-schakeling
Optionele accessoires.:
Opbouwraam 100A WH (9070819)
gebruikersafstandsbediening theSenda S (9070911)
(kort: theSenda S), serviceafstandsbediening theSenda
P (9070910) (kort: theSenda P), app-afstandsbediening
theSenda B (9070985) en bijbehorende app theSenda
Plug (iOS/Android) (kort : theSenda B/app)
2. Veiligheid
Montage en installatie uitsluitend door een
elektromonteur, een persoon met geschikte
vakkundige opleiding, met kennis en ervaring
zodat hij/zij gevaren kan herkennen en vermijden
die door elektriciteit kunnen ontstaan.
Vóór montage/demontage netspanning
uitschakelen en uitschakeling beveiligen.
Vóór ingebruikname en gebruik van het product
moet de handleiding volledig worden gelezen en
opgevolgd.
De aanwezigheidsmelder voldoet aan EN 60669-2-1 bij voor-
geschreven montage.
3. Bedoeld gebruik
Aanwezigheidsmelder voor de aanwezigheids- en licht-
sterkteafhankelijke verlichtingsregeling
Geschikt voor plafondmontage (holle plafonds), inbouw-
montage in standaarddoos of opbouwmontage binnen
(kantoren, conferentieruimtes, klaslokalen, magazijnen,
sportscholen, garages etc.)
4. Montage
Installatievoorschriften
Omdat de melder op temperatuurschommelingen reageert,
moet u de volgende situaties vermijden:
Richt de aanwezigheidsmelder niet op voorwerpen met
sterk reecterende oppervlakken zoals spiegels etc.
Installeer de aanwezigheidsmelder niet in de buurt van
warmtebronnen zoals verwarmingsopeningen, airconditio-
ning, lampen etc.
Richt de aanwezigheidsmelder niet op objecten die in de
wind bewegen zoals gordijnen, grote planten etc.
Let bij het testen op de bewegingsrichting.
LKies vóór de montage evt. de instellingen op de
potentiometers.
LHoud de aanbevolen montagehoogte van 2–5 m aan!
LLet op vrije zicht, omdat infraroodstralen geen vaste voor-
werpen kunnen doordringen.
LDe lichtmeting L1 is .aan het lichtkanaal 1 en de licht-
meting L2 is aan het lichtkanaal 2 toegewezen. Bij de
montage van de melder moet daarmee rekening worden
gehouden.
Voorbeeld: wanneer de lichtmeting L1 naar het raam is
gericht, moet het lichtkanaal 1 (klemaansluiting ↑1) ook
aan het raam zijn toegewezen.
L2 L1
L1L2
1
2
Plaats het afdekraam met de kerf in de vorm van een streep
op de markering van de behuizing.
Draai de afdekring kort naar rechts totdat deze vastklikt.
2
L2 L1
LAls het afdekraam volgens de afbeelding wordt gemon-
teerd, kan de uitlijning van de lichtmeting ook in gemon-
teerde toestand plaatsvinden. De markering in de vorm
van een pijl geeft aan waar de lichtmeting L2 is.
Schakel de spanning vóór de montage vrij.
Montage in hol plafond (plafondinbouw)
Maak een plafondopening van ca. Ø 68 mm.
Strip de kabel af op 6-8 mm.
Monteer en sluit het apparaat volgens de afbeelding aan.
Ø = 68
6 - 8 mm
30 - 35 mm
schroeven
Inbouwmontage
Verwijder de plafondinbouwdoos van de melder.
Strip de kabel af op 6-8 mm.
Monteer en sluit het apparaat volgens de afbeelding aan.
6 - 8 mm
20 - 30 mm
Decorative
frame Turn left to
take off
Non-dropping
screw
Fixing plate
Detector
Draai de vastgedraaide
schroeven
naar links en
verwijder deze
Decoratieve
ring
Melder
Montager-
aam
LOptimale Montage bij een doosdiepte van min. 40 mm.
Opbouwmontage
Strip de kabel af op 6-8 mm.
Monteer en sluit het apparaat volgens de afbeelding aan.
LBeschermingsgraad IP 54.
6 - 8 mm
30 - 35 mm
Decorative
frame Turn left to
take off
Non-dropping
screw
Detector
Draai de vastgedraaide
schroeven
naar links en
verwijder deze
Decoratieve
ring
Melder
Opbouwraam
9070819
Detectiebereik
A
ST
Monta-
gehoogte
(A)
bewegende per-
sonen
frontaal (r)
bewegende per-
sonen
dwars (t)
zittende personen
(s)
2,5 m 28 m2Ø 6 m 452 m2Ø 24 m 28 m2Ø 6 m
Alle gegevens zijn richtwaarden.
Detectiebereik beperken
Gebruik de meegeleverde afdekclip om de melder aan het
gewenste detectiebereik aan te passen.
Verwijder het gewenste deel van de clip met een schaar
o.i.d.
PLaats deze daarna op de lens.
3
5. Aansluiting
!Dezelfde fasedraad voor alle melders en toetsen
gebruiken.
!Er kunnen meerdere drukknoppen op één stuuringang
aanwezig zijn. Verlichte toets met nuldraadaansluiting
gebruiken.
!Beveilig het apparaat met een voorgeschakelde bescher-
mingsleidingschakelaar type B of C (EN 60898-1) van
10 A.
Enkelvoudige schakeling
Bij de enkelvoudige schakeling detecteert de aanwezig-
heidsmelder de aanwezigheid en lichtsterkte en regelt de
verlichting.
S1
12
12
S2
Master
Parallelschakeling Master-Slave
Is het detectiebereik van één aanwezigheidsmelder
onvoldoende (in grote ruimtes), dan kunnen meerdere
melders door verbinden van de P-klemmen parallel worden
geschakeld. De aanwezigheidsdetectie vindt daarbij door alle
melders gezamenlijk plaats. De Master meet de lichtsterkte,
verwerkt de toetsinformatie en regelt de verlichting. Alle ove-
rige melders worden als Slaves gebruikt. Zij leveren uitslui-
tend aanwezigheidsinformatie.
S1
PNL
12
12
S2
PNL
Master 1 Slave
LGebruik de fasedraad met dezelfde fase voor alle melders!
LMax. 10 apparaten kunnen parallel worden geschakeld.
LDe volgende apparaten kunnen als slaven worden ge-
bruikt:
theRonda P360 Slave UP WH, 2080030, Ø 24 m
LUXA 104 S360-200-24 DE-UP WH, 1040200, Ø 24 m
theRonda S360 Slave UP WH, 2080530, Ø 8 m
thePassa P360 Slave UP WH, 2010330, 30 x 4,5 m
thePrema S360 Slave E UP WH, 2070630, 7 x 7 m
thePrema P360 Slave E UP WH, 2070130, 9 x 9 m
Parallelschakeling Master-Master
In een parallelschakeling kunnen ook meerdere Masters
worden gebruikt. Elke Master regelt zijn eigen lichtgroep op
basis van de eigen lichtsterktemeting. Vertragingstijden en
gewenste lichtsterktes worden bij elke Master individueel
ingesteld. De aanwezigheid wordt nog steeds door alle mel-
ders gezamenlijk geregistreerd.
S1
PNL
12
12
S2 S1
12
12
S2
PNL
Master 1 Master 2
LGebruik de fasedraad met dezelfde fase voor alle melders!
LMax. 10 apparaten kunnen parallel worden geschakeld.
Toetsingang
Met de toets kan de verlichting altijd handmatig worden in-/
uitgeschakeld.
Handmatig inschakelen
Wanneer de toets kort wordt ingedrukt, wordt het licht inge-
schakeld. Zolang een beweging wordt gedetecteerd, brandt
het licht ten minste 30 min. Daarnaast gaat het bij voldoende
lichtsterkte uit. Wordt geen beweging meer gedetecteerd, dan
gaat het licht na de ingestelde nalooptijd uit.
Handmatig uitschakelen
Is het licht ingeschakeld, dan kan het door kort indrukken van
de toets worden uitgeschakeld. Zolang personen aanwezig
zijn, blijft de verlichting uitgeschakeld. Wordt geen beweging
meer gedetecteerd, dan wordt de verlichting weer automa-
tisch na aoop van de nalooptijd ingeschakeld.
Vol- of halfautomatisch
De verlichting van de aanwezigheidsmelder wordt naar
keuze volautomatisch resp. halfautomatisch geregeld. Bij
«volautomatisch» wordt de verlichting automatisch (afhan-
kelijk van de ingestelde parameters) in- en uitgeschakeld. Bij
'halfautomatisch' moet de melder via een aangesloten toets
worden geactiveerd. Daarna wordt de verlichting afhankelijk
van beweging en lichtsterkte geregeld en uitgeschakeld. De
instelling gebeurt met de afstandsbediening.
Inschakelreactie
Bij het bijschakelen van de spanning of na een herstart met
de afstandsbediening doorloopt de aanwezigheidsmelder
twee fasen, die door een LED en de aangesloten lamp worden
weergegeven:
1. Opwarmfase (1 min)
De rode LED knippert en het schakelcontact Licht is
gesloten (licht aan).
De melder reageert niet op opdrachten van de toets en
afstandsbediening.
2. Bedrijf
De melder is bedrijfsklaar (LED uit) en bij afwezigheid
opent het schakelcontact Licht (Licht uit).
4
6. Instellingen met potentiometer
De aanwezigheidsmelder heeft 3 potentiometers (onder de
afdekking) voor het instellen van de nalooptijd (TIME) en
lichtsterkte-schakelwaarde (LUX).
Inleren Impuls Test
Lichtsterkte-schakelwaarde (LUX 1/LUX 2) instellen
Met de potentiometer voor lichtsterkte kunt u diverse licht-
sterktes instellen (fabrieksinstelling 500 lx).
Stel de potentiometer op de gewenste inschakellichtsterkte
10 – 3000 lux ( = lichtmeting uit) in.
Inleerfunctie (lichtsterkte-schakelwaarde inleren)
Stel de potentiometer bij de gewenste lichtsterkte in op .
De LED knippert 20 s.
Loop weg van de melder zodat de lichtmeting niet wordt
beïnvloed.
Wanneer de LED niet meer knippert, wordt de momen-
teel gemeten lichtsterkte als nieuwe gewenste licht-
sterkte overgenomen.
Laat de potentiometer in de stand staan.
Nalooptijd (TIME) instellen
Als de melder geen beweging meer detecteert, wordt hij na
de ingestelde nalooptijd uitgeschakeld. Als u de vooraf inge-
stelde tijd (fabrieksinstelling 10 min) wilt wijzigen, moet u
de potentiometer op de gewenste tijd (bijv. 10 s – 60 min)
instellen.
Functie Impuls
Als u de impulsfunctie (bijv. voor een trapverlichtingtijdscha-
kelaar) wilt gebruiken, moet u
de potentiometer op instellen (0,5 s aan, 9,5 s uit).
Test detectiebereik (testmodus resp. bewegingstest)
De testmodus dient voor het testen en evt. beperken van het
detectiebereik.
Zet de potentiometer TIME op Test.
De aanwezigheidsmelder reageert alleen op bewegin-
gen; de lichtmeting is uitgeschakeld.
Nadat de melder een beweging heeft gedetecteerd,
schakelt hij de aangesloten verlichting in. Tegelijkertijd
gaat de rode LED na elke gedetecteerde beweging
kort branden. Wordt geen beweging gedetecteerd, dan
wordt het licht na aoop van de nalooptijd van 10 s uit.
10 sec
LAls de bewegingstest bij het Slave-apparaat wordt uit-
gevoerd, moet deze ook bij het Master-apparaat worden
geactiveerd.
LDe testmodus kan ook met de afstandsbediening the-
Senda P en theSenda B/app worden geactiveerd.
7. Parameters en besturingscommando's
via afstandsbediening
Ter ondersteuning bij inbedrijfstelling en servicewerkzaamhe-
den kunnen de volgende parameters met de afstandsbedie-
ning worden opgevraagd of gewijzigd:
Parameter
Parameter Opvraag
theSenda B/
app
Wijzigbaar
theSenda B/
app
Wijzigbaar
theSenda P
Gewenste lichtsterkte A X X X
Gewenste lichtsterkte B X X X
Ruimtecorrectiefactor A X X
Ruimtecorrectiefactor B X X
Meetwaarde lichts-
terkte A X
Gemeten lichtsterkte B X
Nalooptijd A+B X X
Korte aanwezigheid
A+B X
Bedieningswijze A+B X X
Registratiegevoeligheid
niveau 3 (standaard) XXX
IR-groepsadres A X
IR-groepsadres B X
Scène 1 A X
Scène 2 A X
Scène 1 B X
Scène 2 B X
LED-weergave
beweging X
A komt overeen met lichtkanaal 1 en B met lichtkanaal 2
LDe parameters worden via infrarood naar de melder
gezonden. Gewijzigde parameters worden overgenomen
en gebruikt. Ontvangen en begrepen infraroodopdrachten
worden door het apparaat bevestigd door kort knipperen
van de rode status-LED.
Voor de opvraag van de parameters
indrukken en de aanwijzingen in de app opvolgen.
5
Besturingsopdrachten
De volgende besturingsopdrachten kunnen met de afstands-
bediening worden geactiveerd:
Besturingsopdracht Activeerbaar
theSenda B/App
Activeerbaar
theSenda P
Activeerbaar
theSenda S
Inleren kanaal A X
Inleerkanaal B X
Inleerkanaal A+B X X
Licht schakelen A X X
Licht schakelen B X X
Licht schakelen (alle) X X
Test aanwezigheid X X
Herstart X X
Fabrieksinstellingen X
Mobiele eindapparaat met afstandsbediening
theSenda B/ App verbinden
Open de app 'theSenda Plug'.
Klik op het Bluetooth-symbool linksboven in de app.
Druk kort op de Bluetooth-toets op de theSenda B.
LED knippert rood, apparaten worden gezocht.
Bevestig met OK.
De LED brandt rood en de kleur van het Bluetooth-
symbool in de app verandert van grijs naar blauw.
8. Parameters en besturingscommando's
via app
1. Parameters
Gewenste lichtsterkte A/gewenste lichtsterkte B
De gewenste lichtsterkte bepaalt de minimaal gewenste
lichtsterkte. Is de aanwezige lichtsterkte lager dan de ge-
wenste waarde, dan wordt het licht, wanneer aanwezigheid
wordt herkend, ingeschakeld.
theSenda Plug theSenda P
Voor de gewenste lichtsterkte A moet bij theSenda P eerst
de toets Lichtkanaal 1 en dan de toets met de gewenste
luxwaarde worden ingedrukt; voor de gewenste lichtsterkte
B analoog moet eerst de toets Lichtkanaal 2 en dan de toets
met de gewenste luxwaarde worden ingedrukt.
Ruimtecorrectiefactor A/ruimtecorrectiefactor B
De ruimtecorrectiefactor is een maat voor het verschil
tussen de gemeten lichtsterkte bij de wand en op de werk-
plek. De lichtsterkte bij het plafond wordt beïnvloed door de
montageplaats, de lichtinval, de zonnestand etc.
theSenda Plug
Gemeten lichtsterkte A, gemeten lichtsterkte B
Met de invoer van de gemeten lichtsterkte wordt de ruimte-
correctiefactor automatisch berekend, waardoor de lichtme-
ting aan de omstandigheden in de ruimte wordt aangepast.
Volg de aanwijzingen in de app op.
Nalooptijd A+B
De nalooptijd geldt voor alle lichtkanalen.
theSenda Plug theSenda P
Korte aanwezigheid A+B
Als een niet-bezette ruimte slechts kort wordt betreden en
binnen 30 s weer verlaten, wordt de verlichting na 2 minuten
vroegtijdig uitgeschakeld. Kortdurende aanwezigheid kan bij
de bedieningswijze Volledig automatisch en Halfautomatisch
worden gebruikt.
6
theSenda Plug
Bedieningswijze A+B
auto = volautomatisch (Taste A)
De verlichting wordt automatisch in- en uitgeschakeld
(door aan-/afwezigheid en lichtsterkte)
man = halfautomatisch (toets Hand)
De verlichting wordt altijd handmatig met de toets ingescha-
keld. De uitschakeling vindt via de melder plaats.
theSenda Plug theSenda P
Detectiegevoeligheid
De melder heeft 5 gevoeligheidsniveaus (standaard: niveau 3).
Niveau Gevoeligheid
1 Zeer ongevoelig
2 Ongevoelig
3 Standaard
4 Gevoelig
5 Zeer gevoelig
theSenda PtheSenda Plug
IR-groepsadres A/IR-groepsadres B
Aan elk lichtkanaal kan een groepsadres worden toegewezen.
De groepsadressen in de melder kunnen met theSenda B/app
of theSenda S worden geprogrammeerd. De groepsadressen
bij de afstandsbediening
theSenda S: aan het lichtkanaal 1 is het groepsadres I en
aan het lichtkanaal 2 het groepsadres II toegewezen.
theSenda B: hier kunnen aan alle lichtkanaaltoetsen wille-
keurige groepsadressen worden toegewezen.
Een lichtkanaal kan alleen worden in- of uitgeschakeld wan-
neer het groepsadres van het lichtkanaal overeenkomt met de
betreffende toets van de afstandsbediening.
Met de keuze van de groepsadressen kunnen nabijgelegen
melders of lichtkanalen, die met de gebruikersafstandsbe-
diening theSenda S of theSenda B worden aangestuurd, van
elkaar worden gescheiden.
theSenda StheSenda Plug
I
I
II
II
7
theSenda B
I ... VIII
Scène 1 A, B/scène 2, A, B
De gewenste schakeltoestand (aan/uit) voor elke lichtgroep
kan aan scène 1 en scène 2 worden toegekend (met the-
Senda B/app of theSenda S).
theSenda S:
Toets ten minste 3 s indrukken. Scène 1 werd
opgeslagen
Toets ten minste 3 s indrukken. Scène 2 werd
opgeslagen
theSenda StheSenda Plug
LED-weergave beweging
De bewegingsdetectie wordt door de LED weergegeven.
theSenda Plug
2. Stuuropdrachten
Inleren kanaal A/inleren kanaal B/inleren kanaal A+B
De melder slaat de momenteel gemeten lichtsterkte als
nieuwe gewenste lichtsterkte op.
Inleren
kanaal A+B
theSenda Plug theSenda P +
Licht schakelen A/licht schakelen B/licht schakelen (alle)
(in-/uitschakelen)
theSenda Plug theSenda B
theSenda P theSenda S
Testmodus 'Test aanwezigheid'
Met de testmodus 'Test aanwezigheid' kunnen de aanwezig-
heidsdetectie en bedrading worden gecontroleerd.
Selecteer ON in de app.
De aanwezigheidsmelder reageert alleen op bewegin-
gen; de lichtmeting is uitgeschakeld.
8
Nadat de melder een beweging heeft gedetecteerd,
schakelt hij de aangesloten verlichting in. Tegelijkertijd
gaat de rode LED na elke gedetecteerde beweging
kort branden. Wordt geen beweging gedetecteerd, dan
wordt het licht na aoop van de nalooptijd van 10 s uit.
theSenda Plug theSenda P
LDe testmodus eindigt na 10 min, wanneer deze met de
afstandsbediening werd geactiveerd.
LInleren kan in de testmodus niet worden geactiveerd.
Herstart
theSenda Plug theSenda P
Fabrieksinstellingen
Parameter LUXA 104
Gewenste lichtsterkte A, gewenste
lichtsterkte B 500 lx
Ruimtecorrectiefactor A, ruimtecorrectie-
factor B 0,3
Gemeten lichtsterkte A, gemeten lichts-
terkte B 400 lx
Nalooptijd A+B 10 min
Korte aanwezigheid A+B Aan
Bedieningswijze A+B Auto
Detectiegevoeligheid Niveau 3
IR-groepsadres A I
IR-groepsadres B II
Scène 1 A Aan
Scène 2 A UIT
Scène 1 B Aan
Scène 2 B UIT
LED-weergave beweging UIT
Inschakelreactie
Opstartfase (60 s) na spanningsterugkeer
De rode LED knippert elke seconde, alle schakelcontac-
ten zijn gesloten.
De melder reageert niet op opdrachten van de toets en
afstandsbediening.
Bij afwezigheid openen alle contacten na ca. 60 s.
Gebruik
De melder is gebruiksklaar (LED uit).
Weergave van de LED's
LED Beschrijving
knippert met 1 Hz De aanwezigheidsmelder bevindt zich in de
opstartfase.
ikkert gedurende 2 s De door de afstandsbediening via infrarood
gezonden opdracht werd door de aanwezig-
heidsmelder geaccepteerd.
gaat kort branden De door de afstandsbediening via infrarood
gezonden opdracht werd door de aanwezig-
heidsmelder afgewezen. De opdracht is niet
geldig. Controleer het gekozen meldertype in de
app.
knippert snel Storingsknipperen; de aanwezigheidsmelder
heeft een fout vastgesteld.
knippert 20 s Inleren via potentiometer is geactiveerd.
brandt of ikkert
onregelmatig
De aanwezigheidsmelder bevindt zich in de
testmodus aanwezigheid of 'LED-weergave
beweging' is geactiveerd. De LED herkent
bewegingen.
Verhelpen van storingen
Storing Oorzaak
Licht wordt niet in-
resp. uitgeschakeld
bij aanwezigheid en
duisternis
Luxwaarde te laag ingesteld; melder op halfauto-
matisch ingesteld; licht werd handmatig met de
toets of met de afstandsbediening uitgeschakeld;
geen persoon in het detectiebereik; obstakel(s)
storen de detectie; nalooptijd te kort ingesteld
Licht brandt bij
aanwezigheid ondanks
voldoende lichtsterkte
Luxwaarde te hoog ingesteld; licht werd kort
daarvoor handmatig met de drukknop of met de
afstandsbediening ingeschakeld (30 min. wach-
ten); melder in testmodus
9
Verlichting wordt niet
uitgeschakeld resp.
verlichting wordt
spontaan ingeschakeld
bij afwezigheid
thermische storingsbronnen in het detectiebereik:
heteluchtverwarmers, gloeilamp/halogeenstraler,
zich bewegende objecten (bijv. gordijnen bij open
ramen);
Last (EVA's, relais) niet ontstoord
Toets werkt niet Apparaat nog in de opstartfase; verlichte toets
werd zonder nuldraadaansluiting gebruikt;
Toets niet op Master aangesloten
Licht kan met de
toets niet worden
uitgeschakeld
Toets is niet op de melder aangesloten. Bedrading
toets controleren.
Storingsknipperen
(4 x per seconde)
Fout bij zelftest; apparaat is defect!
9. Technische specicaties
Bedrijfsspanning 230 V AC
Frequentie 50 Hz
Stand-by-vermogen < 0,5 W
Schakelvermogen max. 10 A (bij 230 V AC, cos ϕ = 1)
Schakelvermogen min. 10 mA (bij 230 V AC)
Schakelcontact 2 x μ-contact 230 V AC (maakcontact)
Bedrijfstemperatuur –15 °C … + 45 °C
Instelbereik lichtsterkte 10 – 3000 lx
Bereik inschakelduur 10 s – 60 min
Detectiehoek 360°
Detectiebereik dwars bewegend: Ø 24 m
frontaal bewegend: Ø 6 m
zittend: Ø 6 m
Aanbevolen montagehoogte 2 – 5 m
Gloeilamplast 2300 W
Halogeenlamplast 2300 W
TL-lampen (VVG-verliesarme voor-
schakelapparaten):
niet gecompenseerd
seriegecompenseerd
parallelgecompenseerd
1200 VA
1200 VA
1300 W (140 µF)
TL-lampen (EVA – elektronische
voorschakelapparaten)
1200 W
Compacte TL-lampen (EVG) 300 W
LED-lampen < 2 W
LED-lampen > 2 W
60 W
600 W
Beschermingsgraad IP 40, IP 54 opbouwmontage
Beschermingsklasse II bij voorgeschreven montage
Reiniging en onderhoud
Reinig het oppervlak van het apparaat met een droge,
zachte doek.
Gebruik geen reinigings- en oplosmiddelen.
Afvoer
Voer het apparaat apart van het
huishoudelijk afval af en breng het
naar een ofcieel inzamelpunt.
Maattekeningen
10. Contact
Theben AG
Hohenbergstr. 32
72401 Haigerloch
DUITSLAND
Tel. +49 7474 692-0
Fax +49 7474 692-150
Hotline
Tel. +49 7474 692-369
Adressen, telefoonnummers etc.
www.theben.de
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

THEBEN LUXA 104 S360-200-24 DE-UP WH Handleiding

Type
Handleiding