18
Verhelpen van storingen
U kunt de volgende controlelijst gebruiken om problemen met het apparaat op te
lossen.
Voordat u de controlelijst doorloopt, moet u de verbindings- en
gebruiksaanwijzingen lezen.
Algemeen
Geen beeld
Goed beeld, maar geen geluid
Gestippelde lijnen of strepen
Geen beeld wanneer u de
optionele apparatuur aansluit.
Geen reactie wanneer u op de
toetsen van de
kaartafstandsbediening drukt.
Geen beeld bij afspelen van
een aangesloten apparaat
tijdens het rijden.
De bedieningstoetsen op de
monitor werken niet./ De
monitor is niet uit te
schakelen./ Er verschijnt niets
op het scherm dan alleen een
witte achtergrond.
Als er storing in beeld of
geluid is in de RECEIVER stand.
Als de monitor niet
ingeschakeld kan worden bij
gebruik van de oplaadbare
batterij
•Het stroomsnoer is losgekoppeld.
•De zekering is doorgebrand.
Druk op (VOL)(+) (de (VOLUME)(+) toets op de monitor) of
(ATT)op de kaartafstandsbediening.
Dit kan worden veroorzaakt door plaatselijke storing, zoals
de motor van een auto of een motorfiets. Stel de antennes
bij voor de minste storing.
Het snoer is losgekoppeld. Sluit het snoer goed aan.
De batterij is wellicht leeg.
De FRONT/REAR schakelaar van de verbindingsdoos staat
ingesteld op "FRONT". Wanneer u de monitor op het
dashboard gebruikt, kunt u tijdens de rit alleen de NAVI
functie als invoerbron gebruiken. Voor weergave van
andere beeldbronnen zult u eerst de auto moeten stoppen.
Verwijder de monitor van het onderstel om de
stroomtoevoer te onderbreken en druk dan de (RESET)
terugsteltoets aan de achterkant van de monitor in met een
puntig voorwerp, zoals een pen of potlood (pagina 6).
• Gelijktijdig gebruik met andere apparatuur die uitzendt
op 2,4 GHz kan storing in beeld of geluid veroorzaken.
• Schakel over naar een ander kanaal (pagina 10). Als dit
geen verbetering brengt, staak dan het gebruik van de
andere apparatuur.
• Zet de zender van de hoofdeenheid op een andere plaats.
t Plaats de zender hoger dan het apparaat zelf, om te
voorkomen dat het signaal geblokkeerd wordt door
een stoel of het lichaam van een passagier.
t Installeer de zender op een stabiele plaats, anders kan
de zender verschuiven of van richting veranderen.
• Soms kan er tijdens de rit wel eens storing in beeld of
geluid optreden, die te wijten is aan obstakels buiten de
auto.
• Als u de monitor bevestigt aan een hoofdsteun, is het
aanbevolen hiervoor de hoofdsteun van de
voorpassagiersstoel te gebruiken.
Laad de oplaadbare batterij op (pagina 13). (Laad de batterij
op wanneer de aanduiding "LOW BATTERY" op het
scherm verschijnt.)