18
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de zekering
wanneer alles in orde is.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het display
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de afstandsbediening.
tSchakel het apparaat in.
De elektrische antenne schuift niet uit.
De elektrische antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
• De CD-wisselaar is niet compatibel met de
discindeling (MP3/WMA).
tSpeel het bestand af met een CD-wisselaar van
Sony die compatibel is met MP3 of speel het af
met dit apparaat.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 11).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
tSla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van het
contact wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
weergavevenster.
• De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 12).
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
tDruk nogmaals op (OFF) op het apparaat en
houd deze toets ingedrukt tot het display
verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 16).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat u
het apparaat hebt uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
De kaartafstandsbediening functioneert niet.
Controleer of het isolatievel is verwijderd (pagina 4).
CD's/MD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 15).
MP3-/WMA-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-
indeling en -versie (pagina 15).
MP3-/WMA-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– een disc opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die met Multi Session (meerdere sessies) zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De displayitems rollen niet.
• Bij sommige discs met zeer veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 12) of druk op
(SCRL) op de kaartafstandsbediening.
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat in een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 4).
Radio-ontvangst
Radiozenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit de bedieningskabel van de elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood) aan
op de voedingskabel van de auto-antenneversterker
(alleen als uw auto is uitgerust met een FM/MW/LW-
antenne in de achter- of zijruit).
• Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de bedieningskabel
van de elektrische antenne.
• Controleer de frequentie.