Hoofdstuk 7: Probleemoplossing en ondersteuning 99
3 Er verschijnt een scherm waarin een lijst met schijfstations
voor Deze computer wordt weergegeven. De geheugen-
kaart wordt weergegeven als een verwisselbare schijf.
Klik op het plusteken links van de verwisselbare schijf.
4 Er verschijnen twee directory's (mappen) onder de
verwisselbare schijf. Klik op het plusteken naast de map
met de naam DCIM, waarna er een subdirectory verschijnt.
Wanneer u op de subdirectory onder DCIM klikt, wordt
rechts in de Verkenner een lijst met uw opnamen
weergegeven.
5 Selecteer alle opnamen (klik in het vervolgmenu Bewerken
op Alles selecteren) en kopieer de opnamen (klik in het
menu Bewerken op Kopiëren).
6 Klik op Lokaal station onder Deze computer. U werkt nu in
het vaste-schijfstation van de computer.
7 Maak een nieuwe map onder Lokaal station (open het
vervolgmenu Bestand, klik op Nieuw en klik vervolgens
op Map. Een map met de naam Nieuwe map verschijnt
rechts in de Verkenner). De tekst van de nieuwe map
wordt gemarkeerd, zodat u een nieuwe naam kunt typen
(bijvoorbeeld Foto's). Als u de naam van de map later wilt
wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de mapnaam,
kiest u Naam wijzigen in het menu dat verschijnt en typt u
vervolgens de nieuwe naam.
8 Klik op de nieuwe map die u zojuist hebt gemaakt, open het
vervolgmenu Bewerken en klik op Plakken.
9 De opnamen die u in stap 5 hebt gekopieerd, worden in de
nieuwe map op de vaste schijf van de computer geplaatst.
U kunt controleren of de opnamen van de geheugenkaart
zijn overgebracht door op de nieuwe map te klikken. Als de
overdracht op de juiste manier is uitgevoerd, wordt dezelfde
lijst met bestanden weergegeven als de lijst die op de
geheugenkaart werd weergegeven (in stap 4).