Brandt IF-6000VS de handleiding

Type
de handleiding
NL INSTALLATIE- EN GEBRUIKSGIDS
CS NÁVOD NA INSTALACI A POUŽITÍ
CA MANUAL D'INSTAL·LACIÓ I D’ÚS
GL MANUAL DE INSTALACIÓN E USO
EU INSTALAZIO- ETA ERABILERA-ESKULIBURUA
Kookplaat
Varná deska
Placa de cocció
Placa de cocción
Egoste-plaka
1
INHOUD
Veiligheidsvoorschriften 04
Respect voor het milieu
_
______________________________________________
01
Veiligheidsvoorschrift
_
________________________________________________
02
Beschrijving van uw apparaat
_
_________________________________________
04
1 / INSTALLATIE VAN UW APPARAAT
Keuze van de plaats
_
_________________________________________________
05
Inbouw
_
___________________________________________________________
05
Aansluiting
_
_________________________________________________________
06
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
Beschrijving van de bovenzijde
_
_______________________________________
07
Pannen voor inductiekoken
_
___________________________________________
08
Beschrijving van de bedieningen
_
______________________________________
09
Beschrijving van de functies
_
__________________________________________
09
Inschakelen
Kookduur
Pasta
Keuze van de kookzones
Onafhankelijke timer
Warmhouden
Snelheid
Instellingen
Gebruik «kinderbeveiliging en “CLEAN LOCK”
_
___________________________
14
Veiligheidsvoorschriften bij werking
_
_____________________________________
14
3 / PERIODIEK ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
Onderhoud van uw apparaat
_
__________________________________________
15
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN, INCIDENTEN
Bij de inwerkingstelling
_
______________________________________________
16
Bij het aanzetten
_
___________________________________________________
16
Tijdens het gebruik
_
__________________________________________________
16
Wij streven voortdurend naar verbetering van onze producten. Daarom behouden we ons het
recht voor om aan de technische, functionele of esthetische kenmerken van onze producten
wijzigingen aan te brengen die in verband staan met hun evolutie.
Belangrijk
Alvorens uw apparaat aan te zetten, lees eerst aandachtig deze installatie- en
gebruikshandleiding zodat u sneller vertrouwd bent met de werking ervan.
RESPECT VOOR HET MILIEU
— Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is recyclebaar. Doe mee aan de recycling en draag bij aan
de bescherming van het milieu door dit materiaal in de hiervoor
bestemde gemeentecontainers te deponeren.
— Uw apparaat bevat eveneens tal van recyclebare materialen. Daarom is het voorzien van
dit logo wat aangeeft dat de gebruikte apparaten van ander afval dienen te
worden gescheiden. De recyclage van de apparaten die door uw fabrikant wordt georga-
niseerd, wordt op deze manier onder de beste omstandigheden uitgevoerd, overeenkoms-
tig de Europese richtlijn 2002/96/CE betreffende elektrisch en elektronisch afval.
Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor
uw oude apparaten.
— Wij danken u voor uw bijdrage aan de bescherming van het milieu.
NL
2
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Dit apparaat mag worden
gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar, en door personen met licha-
melijke, sensorische of geestelijke
beperkingen of door personen die
niet genoeg ervaring en kennis
hebben, als iemand hen heeft
geleerd om dit apparaat op een
veilige manier te gebruiken, en hen
heeft gewezen op de gevaren die
ermee gepaard gaan.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
De reiniging en het onderhoud
mogen alleen onder toezicht aan
kinderen worden overgelaten.
Restwarmte
Het apparaat en de bereikbare on-
derdelen ervan worden warm tijdens
het gebruik.
Er moeten voorzorgsmaatregelen
worden genomen om te vermijden
dat de verwarmingselementen
worden aangeraakt.
Om een van de kookzones uit te
schakelen, moet u lang op de aan-
uittoets drukken.
De gebruiker wordt van de uitscha-
keling op de hoogte gebracht door
een pieptoon en door de verande-
ring op het display.
Een « » wordt gedurende deze
periode weergegeven. Raak de be-
treffende zones dan niet aan.
Kinderbeveiliging
Het apparaat moet buiten het
bereik van kinderen jonger dan 8
jaar worden gehouden, tenzij ze
voortdurend in het oog worden
gehouden worden
Uw kookplaat is voorzien van een
kinderbeveiliging voor vergrendeling
van de functies tijdens het koken of
wanneer de plaat niet aanstaat (zie
hoofdstuk: gebruik van de kinderbe-
veiliging). Vergeet niet de kinderbe-
veiliging te ontgrendelen wanneer u
de kookplaat opnieuw wilt gebruiken.
Voor dragers van hartstimu-
latoren en actieve implantaten
.
De werking van de kookplaat is
overeenkomstig de geldende nor-
men voor elektromagnetische in-
terferentie en beantwoordt aldus
aan de wettelijke normen (richtlij-
nen 2004/108/EG).
Om interferentie tussen uw kook-
plaat en een pacemaker te vermij-
den, is het belangrijk dat de pace-
maker ontworpen en afgesteld is
in overeenstemming met de betref-
fende reglementering.
Wij kunnen u in dit opzicht enkel
garanderen dat ons eigen product
aan de geldende normen voldoet.
Wat betreft de technische specifi-
catie van uw pacemaker of even-
tuele incompatibiliteit, kunt u in-
lichtingen inwinnen bij de fabrikant
van de pacemaker of bij uw behan-
delende arts.
Uw apparaat is conform Europese
richtlijnen 2006/95/EG (laagspan-
ningsrichtlijn) en 2004/108/EG (elek-
tromagnetische compatibiliteit).
3
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Zonder toezicht op een
kookplaat met vetstof of olie koken
kan gevaarlijk zijn en brand
veroorzaken.
Probeer vuur nooit met water te
blussen, maar schakel het
apparaat uit en bedek de vlam met
een deksel of een branddeken.
Brandgevaar: laat geen
voorwerpen op het kookapparaat
staan.
Als het oppervlak gebarsten is,
moet u het apparaat uitschakelen
om elektrische schokken te voor-
komen.
Metalen voorwerpen, zoals
messen, vorken, lepels en deksels,
mogen niet op het oppervlak
worden geplaatst omdat ze warm
kunnen worden.
Indien de voedingskabel
beschadigd is, moet deze
veiligheidshalve door de fabrikant,
de servicedienst of andere gekwa-
lificeerde personen worden
vervangen, om gevaar te
voorkomen.
De kookpannen niet te hard op de
kookplaat neerzetten:
De vitrokeramische plaat is zeer
stevig, maar niet onbreekbaar.
Leg geen warm deksel plat op de
kookplaat. Een ‘zuignap’-effect
kan het vitrokeramische oppervlak
beschadigen. Schuif de pannen
niet over de glasplaat; dat kan op
den duur beschadiging
veroorzaken van het motief op de
vitrokeramische plaat.
Zet geen pannen op de lijst of kap
(afhankelijk van het model).
Gebruik geen pannen met ruwe of
oneffen bodem: er kunnen stoffen
onder blijven steken die vlekken of
krassen op de kookplaat kunnen
veroorzaken.
Geen onderhouds- en
ontvlambare producten in het
meubel onder de kookplaat opber-
gen.
Gebruik nooit een stoomreiniger
om uw plaat te onderhouden.
Verwarm geen gesloten
conservenblikken; die zouden
kunnen ontploffen.
Dat geldt uiteraard voor alle
kookstanden.
Gebruik voor het koken nooit
aluminiumfolie. In aluminium
verpakte producten of producten
in een aluminium bakje nooit
rechtstreeks op de kookplaat
zetten. De aluminiumfolie smelt en
brengt onherstelbare schade toe
aan uw kookapparaat.
Dit apparaat is niet bestemd om
in werking te worden gesteld door
middel van een externe timer of
een apart afstandsbedieningsy-
steem.
Beschadigingen die de werking
van de kookplaat niet storen of
onmogelijk maken, vallen niet
onder de garantie van dit appa-
raat.
Elektrisch gevaar
Zorg ervoor dat de voedingska-
bel van een elektrisch apparaat
dat in de nabijheid van de tafel
aangesloten is, niet in contact
komt met de kookzones.
Als er een barstje verschijnt in
het oppervlak van de glasplaat
dient u het apparaat onmiddellijk
uit te schakelen om de kans op
een elektrische schok uit te
sluiten.
Verwijder daartoe de zekeringen
of schakel de hoofdschakelaar
uit.
Gebruik de kookplaat niet meer
voordat de glazen bovenplaat
vervangen is
.
4
BESCHRIJVING VAN UW APPARAAT
Luchtinvoer
Luchtafvoer
Vitrokeramische plaat
Voedingskabel
A
B
C
D
NLSERVICEDIENST
Eventuele ingrepen op het apparaat dienen door een gekwalificeerde alleenvertegen woordiger
van het merk te worden uitgevoerd. Vermeld de “Service” referentie van het apparaat (model,
type, serienummer). Deze inlichtingen staan op het identificatieplaatje
.
•INGREPEN
A
B
C
D
5
1 / INSTALLATIE VAN UW APPARAATNL
Advies
Als uw kookplaat zich boven een oven bevindt, kunnen de warmtebeveiligingen van de
plaat het gelijktijdige gebruik van de plaat en de oven verhinderen in pyrolyse modus.
Uw kookplaat is voorzien van een beveiligingsysteem tegen oververhitting.
Deze beveiliging kan bijvoorbeeld worden geactiveerd als de kookplaat is geïnstalleerd boven een
onvoldoende geïsoleerde oven. Kleine streepjes worden dan in de bedieningszones weergegeven.
In dit geval raden wij u aan om de beluchting van uw kookplaat te verbeteren door een opening te
maken aan de zijkant van uw meubel (8cm x 5cm), en/of u kunt ook de isolatieset voor de oven ins-
talleren die te verkrijgen is bij de klantenservice (Ref. 75X1652).
KEUZE VAN DE PLAATS
De afstand tussen de rand van het apparaat
en de muur (of wand) erachter of ernaast
moet minimaal 4 cm bedragen.
Uw apparaat kan worden geïnstalleerd zon-
der beperking, op een kast, een oven of een
inbouwbaar huishoudelijk apparaat.
Controleer alleen dat de openingen voor in-
en uitgaande lucht vrij worden gehouden (zie
hoofdstuk “beschrijving van het apparaat").
INBOUWEN
Houd u aan de tekening hierboven.
Lijm de schuimplastic afdichtingstrip volledig
rond de onderzijde van de kookplaatrand,
daar waar deze op uw werkblad rust. Dit
zorgt voor een goede afdichting met het
werkblad.
51
60
49
56
4
4
4 (
sanitaire ruimte
)
4
Boven een oven
Boven een meubel met deur of lade
4 (sanitaire ruimte)
2 Mini
6
6
6
6
0.5
Wanneer de tafel wordt ingebouwd op uw werkblad boven een oven, moet deze worden uitgerust
met een interne ventilator die zorgt voor de eigen koeling.
6
1 / INSTALLATIE VAN UW APPARAAT
NL
De kookplaat moet zo worden geïnstalleerd dat de stekker toegankelijk blijft.
Uw kookplaat moet op het netwerk aangesloten zijn met een genormaliseerd stopcontact
overeenkomstig norm CEI 60083, of een omnipolaire schakelaar overeenkomstig de geldige
installatievoorschriften.
Bij het aansluiten van uw kookplaat of na een langdurige stroomonderbreking zal een code
oplichten. Deze informatie zal na 30 seconden verdwijnen.
Aansluiting
Scheid voor de aansluiting de 2 fasedraden
L1 en L2.
N
L
Groen/geel
Blauw
Bruin of grijs
Zwart
Nulleider
Aarde
Fase
N
L1
L2
Blauw
Groen/geel
Grijs
Zwart
Let op
Als de kabel beschadigd is moet hij
vervangen worden door de fabrikant, zijn
klantenservice of een gelijkaardig opge-
leide persoon.
Bij een aansluiting op 400 V 3N driefasig
moet u controleren dat de neutraal goed
aangesloten is.
400V 3N
~
-
16A
32A
Aarde
Nulleider
Fase
220-240V
~
Bruin
Neutre
Terre
Phase
N1
L1
L2
Blauw
Groen/geel
Grijs
Zwart
N2
Bruin
Branchement 2x230V 2L+3N
~
-
16A
Alle andere aansluitingen zijn verboden.
7
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
BESCHRIJVING VAN DE BOVENZIJDE
IF-6000VS
00507
50 W à 3600 W
50 W à 3600 W
NL
8
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
Advies
Om te controleren of uw pan geschikt
is:
Zet ze op een kookzone op vermogen 4
Als het display niet knippert, is uw pan
geschikt.
Als het display knippert, is uw pan niet
geschikt voor inductiekoken.
U kunt ook een magneet gebruiken.
Als de magneet aan de bodem van de pan
“kleeft”, is de pan geschikt voor inductiekoken.
PANNEN VOOR INDUCTIEKOKEN
Principe van indicutiekoken
Het principe van inductiekoken berust op een
magnetisch fenomeen.
Zodra u uw pan op een kookzone zet en deze
inschakelt, gaan de elektronische schakelin-
gen van uw kookplaat in de bodem van uw
kookpan “inductiestromen» produceren, het-
geen de temperatuur onmiddellijk verhoogt.
Deze warmte wordt doorgegeven aan de
levensmiddelen in de pan die u zo, afhankelijk
van uw instelling, zachtjes kunt laten pruttelen
of snel kunt dichtschroeien.
De pannen
De meeste pannen zijn geschikt voor induc-
tiekoken.
Enkel glas, aardewerk, aluminium zonder spe-
ciale bodem, koper en bepaalde niet-magneti-
sche roestvrije staalsoorten werken niet met
inductiekoken.
We stellen voor pannen te kiezen met een
dikke en platte bodem. De warmte wordt
beter verspreid en het kookproces verloopt
gelijkmatiger.
+
-
C
B
A
Inductor
Elektronische schakeling
Inductiestromen
A
B
C
NL
9
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
*
B C
CD E
F
Aan-uittoets van de plaat.
Pandetectietoetsen
Weergavetoetsen voor de functies
A
B
C
Validatietoetsen voor de functies
Toetsen voorkeuze vermogen.
Vergrendeltoetsen.
Toetsen voor het selecteren, uitschakelen en
bevestigen van de kookzones
D
E
F
BESCHRIJVING VAN DE BEDIEN
INGEN
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
1
2
3
4
5
6
A
7
Timerfunctie
Functie Pasta
Selectiefunctie van de kookzone
1
2
3
Onafhankelijke timerfunctie
Functie warmhouden
Functie snelheid
Functie instellingen
4
5
6
7
G
G
G
*Deze pagina is uitneembaar op het einde
van de handleiding
NL
10
4 Zones
Voor
potten met
bodem van 12 tot
24 cm
Druk op de pijlen C om de gewenste configuratie te selecteren.
Valideer via OK (D)
of
INSCHAKELEN
Druk op de aan-uittoets(A) van de kookplaat.
Druk op OK (D) 2 keer.
Het scherm licht op en stelt u 4 verschillende gebruiksmanieren voor.
Kies uw configuratie en valideer (D).
Druk op de pijlen (C) om de gewenste configuratie te selecteren.
Valideer via OK (D)
Plaats uw pot op de kookplaat en druk op de toets B om de plaats van
de pan te detecteren. Een rood cijfer verschijnt in de gekozen zone.
Vervolgens kunt u het gewenste vermogen selecteren door op de pijlen
(C) te drukken. Valideer (D).
Als u geen kookvermogen instelt, zal de kookzone na enkele seconden
automatisch worden uitgeschakeld.
DE KOOKZONE UITSCHAKELEN
Druk langdurig op de stoptoets (G) van de gebruikte zone.
DE PLAAT UITSCHAKELEN
Druk langdurig op de aan-uittoets (A) van de plaat: het scherm wordt in
de stand-bystand gezet. Door gewoon op de aan-uittoets (A) te drukken,
worden alle kookzones uitgeschakeld zonder dat het scherm in de stand-
bystand wordt gezet.
KOOKDUUR (functie 1)
Elke kookzone heeft een eigen timer. Die kan worden ingeschakeld zodra
de betreffende kookzone in werking is.
Druk op OK (D).
Druk op de pijlen tot de functie 1verschijnt en valideer stel vervolgens de
gewenste duur in door op de pijlen te drukken, valideer opnieuw via D (of
de validatie gebeurt automatisch na enkele seconden).
clignotant
1 tech horizon + 2 Zones
Voor het linkergedeelte:
vispan, grill of
pannen met een bodem van
12 tot 24 cm
2 tech horizon
links of rechts:
vispannen
grills, of pannen
met een bodem van
12 tot 24 cm
Grillzone
1 of 2 grills
verticaal
c
li
gno
t
emen
t
BIJ HET VOOR DE EERSTE KEER ONDER SPANNING ZETTEN
LET OP: u kunt steeds uw instellingen wijzigen wanneer de aanwijzingen op het display rood
zijn. Wanneer de weergave van de instellingen wit is, zijn uw instellingen gevalideerd.
Wanneer er 2 of meer potten op uw kookplaat staan, worden de instellingen steeds gedaan op
het rode display. U kunt de toesten G gebruiken om de plaat te selecteren waarvoor u de instel-
lingen wenst te wijzigen (vermogen, timer, enz.)
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
NL
11
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
PASTA (functie 2)
Via deze functie kunt u water laten koken, bijvoorbeeld om pasta’s te
bereiden.
Druk op de toets B om uw pan te detecteren. Druk op OK om naar het
keuzemenu voor de functies te gaan
Druk op de pijlen tot de functie 2 verschijnt en valideer (D).
Druk op de pijlen om de hoeveelheid water aan te geven (0,5 tot 6 liter).
Standaard stelt men u 2 liter voor. Valideer.
Het kookproces start. Er weerklinkt een pieptoon wanneer het water het
kookpunt heeft bereikt.
Deponeer de pasta in het water en valideer vervolgens via de toets G
van de betreffende kookzone.
U kunt het voorgestelde vermogen en de voorgestelde kooktijd aanpassen.
Er weerklinkt een pieptoon op het einde van het kookproces.
LET OP: het is belangrijk dat de temperatuur van het water niet te warm
of te koud is bij de start van het kookproces, omdat hierdoor het eindre-
sultaat wordt vervalst.
Gebruik geen pan in gietijzer.
Deze functie kan voor slechts 1 plaat tegelijkertijd worden gebruikt.
U kunt
deze functie ook gebruiken om voedsel te bereiden waarvoor
een kookproces in kokend water nodig is.
Advies
Wanneer u op de kookplaat verschillende pannen tegelijk gebruikt, gebruik dan bij
voorkeur kookzones aan verschillende zijden. Aan een zelfde zijde geeft het gebruik van de
booster van een zone aanleiding tot een automatische beperking van het vermogen van de
andere zone zichtbaar op het display.
KEUZE VAN DE KOOKZONES (functie 3)
Via deze functie kunt u één van de vier voorgestelde configuraties kie-
zen (zie hoofdstuk «Inwerkingstelling»).
Toevoeging van een extra pot:
Plaats uw pot op de gewenste zone en druk op de toets B om de plaats
van de pan te detecteren. Een rood cijfer verschijnt in de gekozen zone.
Vervolgens kunt u het gewenste vermogen selecteren door op de pijlen
te drukken. Valideer. Als u geen kookvermogen instelt, zal de kookzone
na enkele seconden automatisch worden uitgeschakeld.
Verplaatsing van een pot tijdens het kookproces:
U kunt een pan tijdens het kookproces van de ene naar de andere zone
verplaatsen; uw plaat zal de verplaatsing, evenals de toegekende instel-
lingen, automatisch detecteren (wanneer er een cijfer knippert, moet u
valideren via de overeenkomstige toets G).
LET OP: om de verplaatsing van een pan automatisch te detecteren,
moet die pan tijdens de verplaatsing naar de nieuwe kookzone worden
opgetild.
GRILLZONE : Deze modus werd speciaal ontwikkeld om u in staat te
stellen vis, vlees, groenten, enz. te grillen op 1 of 2 grills die verticaal
geplaatst zijn. Het vermogen van deze functie is beperkt tot 12. Eenmaal
het vermogen bepaald is, zal dit identiek zijn voor de 2 zones.
Voor deze functie is enkel de functie «Onafhankelijke timer» actief.
Let op: Uw grill mag niet in het midden van de kookplaat worden
geplaatst.
NL
12
SNELHEID (functie 6)
Met deze functie kunt u de tijd weergeven die verstreken is na de laatste
vermogensaanpassing van een gekozen zone.
Om deze functie te gebruiken, druk op OK en vervolgens op de pijlen tot
de functie 6 verschijnt. De verstreken tijd verschijnt in het timerdisplay
van de gekozen zone.
Als u wilt dat de zone na een bepaalde tijd wordt uitgeschakeld, druk op
de pijlen tot de functie 6 verschijnt en vervolgens binnen 5 seconden op
de pijlen om de totale kooktijd die u wenst te bekomen te verhogen. De
tijdweergave is rood gedurende 3 seconden en wordt vervolgens wit.
Deze functie bestaat met of zonder timer.
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
WARMHOUDEN (functie 5)
Via deze functie kunt u warmhouden op vermogen 2. Uit veiligheidsoverwe-
gingen wordt deze functie automatisch uitgeschakeld na afloop van 2 uur.
Om deze functie te gebruiken, druk op de toets B en vervolgens op de
pijlen tot de functie 5 verschijnt. Om de functie stop te zetten, druk op
de aan-uittoets.
ONAFHANKELIJKE TIMER (functie 4)
Via deze functie kunt u een aftelmechanisme instellen op gelijk welk
moment, zelfs wanneer de kookplaat niet in werking is.
Om toegang te krijgen tot deze functie, druk op OK en vervolgens op
de pijlen tot de functie 4 verschijnt.
- Valideer (D).
- Stel de gewenste tijd in met behulp van de pijlen (rode weergave).
- Valideer (D).
- De weergave wordt wit en het aftellen begint.
Nadat de gewenste tijd verstreken is, weerklinken piepgeluiden, 0.00
knippert en verdwijnt vervolgens automatisch.
LET OP: het is ook mogelijk om toegang te krijgen tot deze functie
vanuit het keuzescherm voor de kookwijze.
INSTELLINGEN (functie 7)
Lichtsterkte
Met deze functie kan de intensiteit van de weergave op het scherm
worden gewijzigd.
- Uw kookzone moet uitgeschakeld zijn.
- Valideer (D).
- Selecteer door te drukken op de pijlen tot de functie 7 verschijnt.
- Valideer (D).
- Selecteer lichtsterkte .
- Valideer (D).
- Wijzig de gewenste intensiteit door op de
pijlen te drukken.
- Valideer (D).
NL
13
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
Voorkeuze van het vermogen:
Met deze functie kunt u de vermogensniveaus wijzigen die in de voor-
keuze bepaald zijn (behalve voor BOOST).
- Uw kookzone moet uitgeschakeld zijn.
- Valideer (D).
- Selecteer door te drukken op de pijlen tot de functie 7 verschijnt.
- Valideer (D).
- Selecteer voorkeuze van het vermogen en met de pijlen (C).
- Valideer (D).
- Wijzig het nieuwe vermogen door op de pijlen te drukken.
- Valideer (D).
Let op:
de vermogens moeten liggen tussen:
- 1 en 7 voor de eerste toets.
- 8 en 12 voor de tweede toets.
Demonstratiemodus
(voorbehouden voor de servicedienst)
:
Wanneer u deze modus kiest, zal de plaat na enkele seconden terug-
keren naar het kookscherm dat het laatst werd gebruikt. Als u per
ongeluk een code invoert, moet u 4 keer op toets D drukken om terug
te keren naar het beginscherm.
NL
14
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
VEILIGHEIDSADVIEZEN BIJ
WERKING
•Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Een wordt gedurende deze periode
weergegeven.
Raak de betreffende zones dan niet aan.
•Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een veili-
gheidssensor die voortdurend de tempera-
tuur van de bodem van de pan controleert.
Als u een lege pan op een ingeschakelde
kookzone laat staan, zal deze sensor auto-
matisch de temperatuur van de kookplaat
aanpassen zodat uw keukengerei of de kook-
plaat niet wordt beschadigd.
•Veiligheid “kleine voorwerpen”
Een klein voorwerp (zoals een vork, lepel of
ring, …) dat alleen op de kookplaat wordt
gelegd, wordt niet als pan herkend.
Het display knippert en de kookplaat wordt
niet ingeschakeld.
Opgelet
Het is aanbevolen geen metalen voorwer-
pen, zoals messen, vorken, lepels en dek-
sels op de kookplaat te leggen aangezien
deze heet kunnen worden.
GEBRUIK “KINDER BEVEILIGING”
Uw kookplaat is uitgerust met
een kinderbeveiliging die de
plaat vergrendelt (om te reinigen
bijvoorbeeld).
Uit veiligheidsoverwegingen
blijft alleen de “stop”-toets altijd actief. U kunt
zo zelfs tijdens vergrendeling een verwar-
mingszone uitzetten.
Hoe vergrendelen?
Hou de vergrendeltoets F ingedrukt tot er een
lichtje verschijnt midden op het display en tot
een pieptoon uw handeling bevestigt.
In werking zijnde vergrendelde plaat
Het display van ingeschakelde kookzones
geeft afwisselend het vermogen en het ver-
grendelingssymbool F in het midden van het
scherm.
Wanneer u op de toetsen van het vermogen of
van de schakelklok van de ingeschakelde
zones drukt, gaat de led van de vergrendeling
aan. Deze
gaat na enkele seconden weer uit
.
Alleen de “stop”-toets blijft actief.
De kookplaat is vergrendeld wan-
neer deze niet ingeschakeld is
De led verschijnt in het midden van het scherm
nadat u op de aan-uittoets (A) hebt gedrukt.
Het is mogelijk toegang te krijgen tot de functie F.
Hoe ontgrendelen?
Druk op de toets F
tot de led uitgaat (enkel bij
een ingeschakelde plaat).
Een dubbele piep-
toon bevestigt uw handeling
.
•Clean lock
Deze functie vergrendelt uw kookplaat tijdelijk
tijdens het reinigen.
Om Clean lock te activeren:
- Druk kort op de toets F. Een pieptoon weer-
klinkt en het rode lampje knippert.
- Na de ingestelde tijd zal de vergrendeling
automatisch ophouden. Een dubbele piep-
toon weerklinkt en het lampje gaat uit.
Advies
Denk eraan uw kookplaat te ontgren-
delen wanneer u deze opnieuw wilt
gebruiken (zie hoofdstuk “gebruik kinder-
beveiliging”).
NL
15
3 / PERIODIEK ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
UW APPARAAT ONDERHOUDEN
SOORTEN VUIL
Lichte vlekken.
Accumulatie van aange-
bakken resten.
Overgekookte suiker,
gesmolten plastic.
Kringen en kalkaanslag.
Glanzend metalen kleu-
ringen.
Wekelijks onderhoud.
HOE te werk gaan?
Het te reinigen gebied met warm water
doorweken, daarna afvegen.
Het te reinigen gebied met warm water
doorweken, een speciaal glaskrabbertje
gebruiken om het ergste vuil te verwijderen,
daarna met de schuurzijde van een hui-
shoudsponsje het resterende vuil verwijde-
ren en afvegen.
Warme schoonmaakazijn op de vlekken
aanbrengen, laten inwerken en afvegen met
een zachte doek.
Een speciaal product voor vitrokeramisch
glas aanbrengen op de glasplaat, bij voor-
keur met silicone (beschermend effect).
GEBRUIK
Huishoudsponzen.
Huishoudsponzen.
Speciaal glaskrab-
bertje.
Schoonmaakazijn.
Speciaal product
voor vitrokeramisch
glas.
crème
huishoudsponsje
voor fijn vaatwerk
schuursponsje
poeder
•Bescherming bij overkoken
Het stopzetten van de kookplaat van de volgende 3 gevallen :
- Overkoken waarbij de bedieningstoetsen worden bedekt.
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de bedieningstoetsen.
Reinig het voorwerp of verwijder het en ga verder met koken.
•Auto-Stop systeem
Ingeval u vergeet de pan van de kookzone te halen, is uw kookplaat uitgerust met een veili-
gheidsfunctie “Auto-Stop systeem” die de vergeten kookzone automatisch uitzet na een vooraf
bepaalde tijd (tussen 1 en 10 uur naargelang het gebruikte vermogen).
Wanneer deze veiligheidsfunctie wordt gestart, wordt de onderbreking van de kookzone aange-
kondigd met de weergave “Auto-Stop” ”of “Autoin de bedieningszone en hoort u ongeveer 2
minuten lang een pieptoon. Door op een willekeurige toets van de bedieningen te drukken,
maakt u hier een einde aan.
Een dubbele pieptoon bevestigt uw handeling.
NL
16
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN, INCIDENTEN
De kookplaat werkt niet en
de lichtgevende displays op het
toetsenbord blijven uit.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een ander bericht.
De kookplaat werkt niet,
de
informatie wordt weergegeven.
Het apparaat krijgt geen
stroom. Defecte voeding of
foute aansluiting.
De elektronische schakeling
werkt slecht.
De kookplaat is vergrendeld
Controleer de zekerin-
gen en de elektrische
hoofdschakelaar.
Neem contact op met
de Servicedienst.
zie hoofdstuk gebruik
kinderbeveiliging
De kookplaat stopt met werken tij-
dens het gebruik en er klinkt om de
10 seconden een pieptoon en een
of F7 wordt weergegeven.
Een serie kleine of F7
wordt weergegeven.
Na een kookzone in werking te
hebben gesteld, blijft het dis-
play van het bedieningspaneel
knipper
De potten maken lawaai tijdens het
koken.
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af.
De ventilator blijft enkele
minuten doorwerken na
uitschakeling van de kookplaat.
Er is iets overgekookt of er ligt
een voorwerp op het bedie-
ningspaneel
De elektronische schakelingen
zijn warm geworden.
De pan die u gebruikt is niet
geschikt voor inductiekoken of
heeft een diameter van minder
dan 12 cm.
Normaal voor sommige soorten
pannen.
Dit wordt veroorzaakt
door de energie die van de kook-
plaat naar de pan gaat.
Afkoeling van de elektronica.
Normale werking.
Reinig het voorwerp of
verwijder het en ga ver-
der met koken.
Zie hoofdstuk inbouw.
Zie hoofdstuk pannen
voor inductiekoken.
Niets. Er is geen gevaar,
noch voor uw kookplaat
noch voor uw pan.
Niets.
•Tijdens gebruik
•Bij het aanzetten
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
Er verschijnt een lichtgevend
display.
De installatie is doorgeslagen.
Slechts één zijde werkt.
Bij het eerste gebruik komt er
een vreemde geur van de kook-
plaat af
Normale werking.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Nieuw apparaat.
Niets, de weergave ver-
dwijnt na 30 seconden.
Controleer of de aansluiting
conform de voorschriften
gebeurd is.
Zie hoofdstuk aansluiting.
Verwarm een pan vol water een
half uur lang op elke zone.
•Bij de inwerkingstelling
CZ5702306_00 09/13
NL
Demonstratiemodus
Druk op de
pijlen (C).
Valideer via
OK (D).
2 / GEBRUIK VAN UW APPARAAT
B C
CD E
F
Aan-uittoets van de plaat.
Pandetectietoetsen
Weergavetoetsen voor de functies
A
B
C
Validatietoetsen voor de functies
Toetsen voorkeuze vermogen.
Vergrendeltoetsen.
Toetsen voor het selecteren, uitschake-
len en bevestigen van de kookzones
D
E
F
BESCHRIJVING VAN DE BEDIEN
INGEN
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
1
2
3
4
5
6
A
7
Timerfunctie
Functie Pasta
Selectiefunctie van de kookzone
1
2
3
Onafhankelijke timerfunctie
Functie warmhouden
Functie snelheid
Functie instellingen
4
5
6
7
G
G
G
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Brandt IF-6000VS de handleiding

Type
de handleiding