IKEA OBU 207 W Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

39
INHOUD NL
INSTALLATIE
PAGINA
40
ELEKTRISCHE AANSLUITING
PAGINA
42
ALVORENS DE APPARATEN TE GEBRUIKEN
PAGINA
43
MILIEUTIPS
PAGINA
43
VOORZORGSMAATREGELEN EN
ALGEMENE RICHTLIJNEN
PAGINA
43
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
PAGINA
44
DE OVEN MET ACCESSOIRES
PAGINA
45
DE KOOKPLAAT MET ACCESSOIRES
PAGINA
45
OVENFUNCTIES
PAGINA
46
FUNCTIES KOOKPLAAT
PAGINA
47
DE OVEN EN DE ACCESSOIRES REINIGEN
PAGINA
47
TRADITIONELE ELEKTRISCHE
KOOKPLATEN REINIGEN EN ONDERHOUDEN
PAGINA
49
DE KOOKPLAAT VAN GLAZEN KERAMIEK
REINIGEN EN ONDERHOUDEN
PAGINA
49
STORINGEN OPSPOREN
PAGINA
49
KLANTENSERVICE
PAGINA
50
CONFORMITEITSVERKLARING EG
PAGINA
50
40
Technische informatie voor de
installateur
OVEN
Nadat de oven uit de verpakking is verwijderd,
alvorens de aansluitingen uit te voeren, de oven op
de onderkant van polystyreen plaatsen om schade
te vermijden.
Til de oven niet aan de handgreep op. Aan de
zijkanten optillen zoals wordt getoond in de
afbeelding (zie pijl).
Controleer of het apparaat niet is beschadigd
tijdens het transport.
De afmetingen van de oven en de benodigde
inbouwruimte worden vertoond in de
tegenoverliggende afbeelding.
Keukenkastjes in contact met de oven moeten
hittebestendig zijn (80 °C).
Als plastic laminaat of cement niet voldoende
hittebestendig zijn, kan dat scheeftrekken of
loslaten van de afwerking of bobbels eronder
veroorzaken.
Installeer de oven in de behuizing, til de oven aan
de zijkanten op en let op dat de elektrische
snoeren niet vast komen te zitten.
Voor een correcte ventilatie de richtlijnen voor de
ventilatie-openingen in de afbeelding opvolgen
(min. 500 x 80 mm). Er is een extra opening van
5 mm nodig tussen de bovenste en de onderste
rand van de kookplaat: deze opening mag niet
worden afgesloten door strips of
behuizingskruisstukken.
Bij het installeren van de oven moet erop worden
gelet dat de zijkanten niet in aanraking komen met
de voorzijden van de behuizing of aangrenzende
laden en deuren (zie afbeelding).
Voer de elektrische aansluiting tussen de
kookplaat en de oven uit (zie “Elektrische
aansluiting”).
Bevestig de oven met twee schroeven aan het
keukenkastje (
A
) zoals wordt getoond.
INSTALLATIE
Geen contact
41
Kookplaat
De kookplaat moet in een werkblad met een
dikte tussen 20 mm en 50 mm worden
geplaatst.
Er mag niets tussen de kookplaat en de oven
zitten (kruiselingse rails, steunen etc.).
Als de kookplaat naast een kast wordt
geïnstalleerd, een ruimte van minstens 100 mm
vrij houden vanaf de zijkant van de kookplaat
tot aan de zijkant van de kast.
Maak een opening in het werkblad met de
afmetingen die worden weergegeven in het
afzonderlijk bijgeleverde productinformatieblad.
Bevestig de bijgeleverde sluiting, indien nog niet
aanwezig, op de opstaande rand van de kookplaat
nadat het contactgebied is gereinigd zoals wordt
getoond in de afbeelding.
Kookplaat met elektrische
verwarmingsplaten
Als het werkblad van hout is, de bijgeleverde
klemmen bevestigen.
1.
Plaats de 4 veerklemmen (
B
) en bevestig ze op de
correcte plaats aan de onderzijde van de
kookplaat.
2.
Bevestig de kookplaat in het werkblad.
Indien het werkblad is vervaardigd van
marmer, plastic, keramiek, natuursteen enz.,
dient
de kookplaat te worden bevestigd met
steunen (
C
) code 4819 310 18528 (verkrijgbaar
via de klantenservice).
1.
Plaats de steunen op de openingen en bevestig ze
met de bijgeleverde schroeven.
2.
Bevestig de kookplaat in het werkblad.
Kookplaat van glazen keramiek
N.B.:
verwijder de beschermfolie alvorens de
kookplaat te installeren.
Als de werkblad van hout is
, de bijgeleverde
veerklemmen en schroeven gebruiken.
1.
Plaats de 4 klemmen (
D
) zoals wordt aangegeven
en houd de gespecificeerde afmetingen aan.
2.
Bevestig de klemmen met schroeven (
E
).
3.
Bevestig de kookplaat in het werkblad.
Indien het werkblad is vervaardigd van
marmer, plastic, keramiek, natuursteen enz.
,
dient de kookplaat te worden bevestigd met
steunen (
F
) code 4819 404 78697 (verkrijgbaar via
de klantenservice).
1.
Bevestig de kookplaat in het werkblad.
2.
Plaats de 4 steunen (
F
) zoals wordt aangegeven in
de afbeelding en overeenkomstig de dikte van het
werkblad.
3.
Draai de 4 schroeven (
G
) in de openingen (
H
).
INSTALLATIE
42
De oven aansluiten op de netspanning
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de netspanning in uw woning.
Het servicenummer bevindt zich op de voorrand
van de ovenruimte (zichtbaar als de deur open is).
Gebruik een voedingskabel van het type H05RR-F
(min. lengte: 800 mm).
Waarschuwing: Alle ovenonderdelen werken
op 230-240V. Als er een aansluiting van 400 V
wordt gebruikt, controleer dan of de spanning
die bij de oven arriveert 230-240V bedraagt,
zoals geïllustreerd in de tabel.
Aansluiting van de kookplaat op de oven
Bij de aansluiting van de oven op het elektriciteitsnet
dient te worden gecontroleerd of de kookplaat deel
uitmaakt van de combinaties van kookplaten/ovens
op het productinformatieblad.
Sluit de 3-polige en 4-polige aansluitingen aan op
de bijbehorende aansluitingen op de oven.
De 3-polige aansluitingen (
H
) bevinden zich
rechtsachter op het bedieningspaneel, de 4-polige
aansluiting (
J
) bevindt zich linksboven op de oven
(zie afbeelding).
Sluit het geel/groen-gestreepte geaarde snoer
() (
K
) van de kookplaat aan op de schroef in de
buurt van de 3-polige aansluiting.
WAARSCHUWING: NIET OP DE
NETSPANNING AANSLUITEN VOORDAT U
KLAAR BENT MET DE AANSLUITING VAN DE
OVEN EN DE KOOKPLAAT.
Monteer de oven in het keukenblok.
Controleer of het netsnoer niet wordt afgeklemd.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Geleiders X nummer Elektrische aansluiting
1N+
~
H05 RR-F 3X4 mm²
2N+
~
H05 RR-F 4X2,5 mm²
3+
~
H05 RR-F 4X2,5 mm²
3N+
~
H05 RR-F 5X1,5 mm²
De installatie en de elektrische
aansluiting van de apparatuur moet
worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd vakman overeenkomstig
de instructies van de fabrikant en de
plaatselijk geldende regels.
De installateur is verantwoordelijk voor
de correcte elektrische aansluiting van de
apparatuur en de inachtneming van de
geldende veiligheidsvoorschriften.
Het apparaat moet worden aangesloten via
een meerpolige tussenschakelaar met een
afstand van min. 3 mm tussen de contacten.
Het is wettelijk verplicht de apparatuur te
aarden.
Gebruik geen meervoudige contactdozen,
adapters of verlengkabels.
Nadat de oven is geïnstalleerd, mogen de
elektrische onderdelen niet meer
toegankelijk zijn.
43
Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw
nieuwe apparatuur, de instructies voor de
gebruiker grondig doorlezen en bij de hand
houden voor toekomstige raadpleging.
Verwijder de kartonnen onderdelen en de plastic
folie die ter bescherming zijn aangebracht.
Verwijder de accessoires uit de oven en verwarm
de oven gedurende ongeveer een uur tegen
200°C om de geur van beschermend vet en
isolatiemateriaal te verwijderen. Houd tijdens
deze procedure het raam open.
N.B.: De ventilator blijft lopen tegen verschillende
snelheden overeenkomstig de
temperatuurwaarde van de onderdelen als de
kookplaat of de oven worden gebruikt.
Hoge snelheid: als de onderdelen heet zijn.
Beperkte snelheid (on/off functie): als de
onderdelen niet heet zijn.
De on/off-functie dient te worden beschouwd als
normale functie wanneer de ventilator op
beperkte snelheid draait.
De ventilator kan een bepaalde tijd blijven lopen
om te verzekeren dat de onderdelen en de
aansluitende keukenblokken voldoende afkoelen
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
en draagt het recyclingssymbool ( ).
2. Apparatuur
De apparatuur is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Houd u aan de plaatselijke
voorschriften van afvalverwerking indien u de
apparatuur niet meer wenst te gebruiken. Als u de
apparatuur afdankt, knip de netsnoeren door
zodat de apparatuur niet meer op de stroom kan
worden aangesloten.
.
Koppel de apparaten van het elektriciteitsnet
voordat u begint met onderhoudswerkzaamheden.
Houd kinderen uit de buurt van de apparaten
wanneer deze in gebruik zijn.
Laat reparaties of aanpassingen alleen uitvoeren
door een vakman.
Verzeker dat de elektrische bedrading of andere
elektrische apparatuur in de buurt van de
kookplaat of de oven niet in contact komen met
hete onderdelen en niet vast komen te zitten
tussen de deur van de oven.
Tijdens het bereidingsproces verdampt er water
uit het voedsel. Bij alle ovens moeten deze stoom
en andere dampen uit de ovenruimte worden
afgevoerd. Uit veiligheids- en esthetische
overwegingen hebben we besloten dat een
opening aan de onderzijde van de deur de beste
oplossing vormt. Het kan daarom dus zijn dat er
in sommige gevallen op deze plaats stoom naar
buiten komt (zie afbeelding). Dit is normaal, en de
onderste opening kan worden gereinigd nadat de
deur verwijderd is zoals beschreven wordt op
pagina 47.
Er mogen geen zware voorwerpen op de open deur
worden gezet, want daardoor zou de ovenruimte en
de scharnieren kunnen beschadigen.
Max gewicht: 7 kg.
Oven
Ga nooit op de geopende ovendeur zitten of
staan. Hang geen gewicht aan de handgreep van
de geopende ovendeur.
Gebruik ovenwanten om schalen en andere
accessoires uit de hete oven te verwijderen.
Bedek de bodem van de oven niet met
aluminiumfolie.
Plaats geen brandbaar materiaal in de oven -
brandgevaar als de oven per ongeluk wordt
ingeschakeld.
ALVORENS DE APPARATEN TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
VOORZORGSMAATREGELEN EN ALGEMENE RICHTLIJNEN
A
f
v
o
e
r
d
a
m
p
e
n
44
Traditionele elektrische / glazen
keramiek kookplaat
Schakel de verwarmingsplaten / kookzones
niet in als er geen pan op is geplaatst.
De kookplaat heeft verwarmingsplaten/
kookzones van verschillende afmetingen.
Gebruik pannen met een onderkant die gelijk
is of iets groter is dan de doorsnede van de
verwarmingsplaat/kookzone.
Gebruik alleen potten en pannen met een
platte onderkant. Gebruik liever geen pannen
met een holle of bolle bodem.
Gebruik de kookplaat niet als werkblad of als
u extra ruimte nodig heeft.
Blijf in de buurt van het apparaat tijdens het
bereiden van voedsel - brandgevaar.
Specifieke aanbevelingen voor
kookplaten van glaskeramiek
Als de Snelkookfunctie wordt gebruikt,
gebruik dan alleen roestvrij stalen pannen
met een dubbele bodem.
Indien het oppervlak van glazen keramiek
mocht breken of als er barsten in komen door
hardhandige behandeling (vallende
voorwerpen etc.), de kookplaat niet meer
gebruiken en onmiddellijk contact opnemen
met de klantenservice.
Plaats voedsel verpakt in aluminiumfolie, plastic
bakjes of stof niet op de hete kookzones.
Sleep geen pannen over het oppervlak van
glazen keramiek - kan krassen veroorzaken.
Als er halogeenlampjes in de kookplaat
zitten, kijk daar dan niet in wanneer ze
ingeschakeld zijn.
Zorg ervoor dat er geen suiker en dergelijke
op de kookplaat terechtkomt. Gebeurt dat
toch, reinig de kookplaat dan grondig volgens
de instructies in deze handleiding.
Gebruik potten en pannen met een
doorsnede die gelijk is aan die van de
kookzone, of iets groter.
Gebruik alleen potten en pannen met een
platte bodem.
Indien mogelijk de deksel op de pan houden
tijdens het bereiden.
Kook groente, aardappelen enz. met weinig
water, om de bereidingstijd zo kort mogelijk
te houden.
Met een snelkookpan kunt u nog meer
energie en tijd besparen.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ALGEMENE RICHTLIJNEN
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
OK!
NEE!
45
De bijgeleverde accessoires zijn afhankelijk
van het model (raadpleeg de afzonderlijk
bijgeleverde productbeschrijving).
Opvangbak
De opvangbak is bedoeld om vet en voedseldeeltjes
te verzamelen als het onder het rooster wordt
geplaatst; hij kan ook worden gebruikt als bakplaat om
vlees, kip en vis met of zonder groenten te bereiden.
Giet een beetje water in de opvangbak, om vetspatten
en rook te vermijden.
Bakplaat
Voor het bereiden van koekjes, schuimgebak en pizza's.
Rooster
Het rooster kan worden gebruikt voor het grillen van
voedsel of als ondersteuning van bakplaten,
cakevormen en andere bereidingsschalen. Het kan op
twee verschillende manieren worden geplaatst (
of ) en in iedere steun worden bevestigd.
Katalytische platen
De katalytische platen bevatten een microporeuze laag
die vetspetters absorbeert. Wij raden aan de oven iedere
keer te reinigen als zeer vet voedsel wordt bereid.
1.
Om de oven te reinigen verwarmen tot 200°C als
deze leeg is en aan laten staan gedurende
ongeveer een uur.
2.
Daarna, als de oven is afgekoeld, met een
vochtige spons voedselresten verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen of reinigingsmiddelen -
dit kan de katalytische laag van email beschadigen.
Spit
Gebruik het spit zoals wordt aangegeven in het
bijbehorende hoofdstuk in de afzonderlijk bijgeleverde
productbeschrijving.
Kit Pannenset
De set bestaat uit een rooster , een opvangbak
en één of twee tangen .
Dit accessoire dient op het rooster te worden
gezet en te worden gebruikt met de grilfunctie.
Kinderbescherming AMH 122
Deze accessoire kan bij de klantenservice worden
besteld; onderdeelnr. 4819 310 18436 of bij uw lokale
leverancier Ref. 017124.
DE OVEN MET ACCESSOIRES
DE KOOKPLAAT MET ACCESSOIRES
6
6a
6b
6c
5
4
1
2
3
1
2
3
4
5
6
6a 6b
6c
3
46
De leverbare functies zijn afhankelijk van het
model (raadpleeg de afzonderlijk geleverde
productbeschrijving).
STATISCHE FUNCTIE
Deze functie wordt gebruikt om voedsel te bereiden op
dezelfde steunhoogte.
Bij deze functie kan de temperatuur worden geregeld; de
temperatuur kan worden ingesteld tussen
50°C
en
250°C
.
De standaardinstelling is
200°C
.
De oven voorverwarmen tot de gewenste
temperatuur bereikt wordt, en plaats het voedsel in
de oven als alle indicatielampjes op de schaal
°C__
branden.
Bij het gebruiken van deze functie wordt
aanbevolen het voedsel midden in de oven te
zetten.
GRILL-FUNCTIE
Deze functie is zeer geschikt voor het grillen van kleine
stukken vlees (lapjes vlees, worstjes) en voor het
roosteren van brood.
De functie heeft vijf instellingen,
1
,
2
,
3
,
4
,
5
, elk
verbonden met een groter hitteniveau van het
verwarmingselement bovenin.
De standaardinstelling is
3
.
Tijdens de bereiding mag de ovendeur open of
dicht zijn.
De oven 3-5 minuten voorverwarmen.
Giet bij het bereiden van vlees wat water in de
opvangbak, om vetspetters en rook te vermijden.
Draai het voedsel halverwege de bereidingstijd om.
MLTF FUNCTIE
(Handhaven van de hitte)
Deze functie houdt één van de twee temperatuurniveaus
(35°C of 60°C) in stand in de oven.
Het instellen van de temperatuur op
35°C
is
bijzonder nuttig voor het laten rijzen van brood- en
pizzadeeg.
De standaardinstelling is
35°C
. Het wordt
aanbevolen om voor deze functie het eerste
steunhoogte te gebruiken.
Gebruik de instelling van de temperatuur op
60°C
om voedsel warm te houden, wanneer het
eenmaal gaar is.
VENTILATOR-FUNCTIE
Deze functie is speciaal geschikt om tegelijkertijd
verschillende soorten voedsel te koken, op meer dan één
hoogte (bijvoorbeeld: vis, groenten, pasta).
Bij deze functie is temperatuurregeling mogelijk; de
temperatuur kan worden ingesteld tussen
50°C
en
250°C
.
De standaard instelling is
160°C
.
Kies zo mogelijk gerechten die dezelfde
bereidingstemperatuur vereisen.
Het is niet noodzakelijk de oven voor te
verwarmen.
Als de gerechten in de oven verschillende
bereidingstijden nodig hebben, dienen de gare
gerechten te worden weggehaald en het
resterende voedsel in de oven te worden gelaten,
tot ook dit gaar is.
GEBAK-FUNCTIE
(Statisch + Ventilator)
Deze functie is nuttig voor het bereiden van voedsel op
twee hoogten en bij het bakken van taarten. Bij deze
functie is temperatuurregeling mogelijk; de temperatuur
kan worden ingesteld tussen
50°C
en
250°C
.
De standaardinstelling is
175°C
.
Het is niet noodzakelijk de oven voor te verwarmen.
Verander de plaats van de gerechten in de oven
tijdens de bereiding.
Als de gerechten in de oven verschillende
bereidingstijden nodig hebben, dienen de gare
gerechten te worden weggehaald en het
resterende voedsel in de oven te worden gelaten,
tot ook dit gaar is.
TURBOGRILL-FUNCTIE
(Grill + Ventilator)
Deze functie is zeer geschikt voor het bereiden van grote
stukken vlees (bijv. roastbeef, braadvlees).
De functie heeft vijf instellingen,
1
,
2
,
3
,
4
,
5
, die elk
corresponderen met een groter hitteniveau van het
verwarmingselement bovenin. De standaardinstelling is
3
.
Houd de ovendeur gesloten tijdens de
bereiding.
Leg het vlees op het rooster en plaats de
opvangbak op de eerste steunhoogte. Giet wat
water in de opvangbak om vetspetters en rook te
vermijden.
Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om.
TURBOVENTILATIE-FUNCTIE
Deze functie is nuttig bij het bereiden op twee
steunhoogten; de temperatuur kan worden ingesteld
tussen
50°C
en
250°C
.
De standaardinstelling is
160°C
.
Deze functie is zeer geschikt voor:
Grote vruchtencakes
Pasteitjes
Gevulde groenten
Gevogelte (gewicht meer dan 3 kg)
Het is niet noodzakelijk de oven voor te verwarmen.
PROGRAMMA-FUNCTIE
Deze functie is geschikt voor het bakken van pizza's, brood
en focaccia. De functie geeft beschikking over
3
bereidingsprogramma's (
P1
,
P2
,
P3
is beschikbaar
afhankelijk van het model). De temperatuurniveaus in elk
programma zijn vooringesteld en kunnen door de
gebruiker worden geselecteerd.
De temperaturen die in elk programma kunnen worden
ingesteld worden begrensd door de programmeur, om
goede bereidingsresultaten te behalen.
Elk programma correspondeert met een recept voor
het bereiden van het gewenste gerecht (raadpleeg het
Brood/Pizza kookboek).
De standaard instelling voor deze functie is
P1
.
BOOSTERFUNCTIE
Met deze functie kan de oven snel voorverwarmd
worden.
Bij deze functie is temperatuurregeling mogelijk; de
temperatuur kan worden ingesteld tussen
50°C
en
250°C
.
De standaard instelling is
200°C
.
Als de temperatuur in de oven toeneemt, gaan de
indicatielampjes -----°C één voor één branden. Als de
gewenste temperatuur is bereikt, wordt er een
geluidssignaal gegeven en schakelt de oven
automatisch over op de statische functie.
Deze functie is zeer geschikt voor het bereiden van
vlees, vis en gevogelte.
OVENFUNCTIES
47
De regelaars van de kookplaat zijn voorzien van
cijfers die overeenkomen met de verschillende
stroominstellingen, en een serie functiesymbolen.
FUNCTIE WARMHOUDEN
Deze functie maakt gebruik van een lagere
stroominstelling, zodat het voedsel warm gehouden
kan worden nadat de bereiding is voltooid.
Het gebruik van de functie:
1.
Zet de knop op .
2.
Om de functie warm houden op te heffen, de knop
op een andere stand zetten.
TWEE ZONE-FUNCTIE
(afhankelijk van het model kookplaat)
Deze functie bevindt zich op de kookzones linksvoor en
links achter. De twee zone-functie breidt het
verwarmde gebied van de kookplaat uit, zodat u grote,
ovale of rechthoekige pannen kunt gebruiken.
Het gebruik van de functie:
1.
Zet de knop op en wacht totdat het
restwarmte-indicatielampje van de gekozen
verwarmingsplaat gaat knipperen.
2.
Selecteer de gewenste stroom door de knop
rechtsom te draaien. Het restwarmte-
indicatielampje blijft branden om aan te geven
dat de kookplaat is ingeschakeld.
3.
Om de functie op te heffen de knop terugzetten op
0
.
>> ICP-FUNCTIE (EERSTE KOOKFASE)
Deze functie versnelt het warm worden van de
geselecteerde kookzone gedurende een bepaalde
tijd tijdens het eerste deel van het
bereidingsprogramma.
Het gebruik van de functie:
1.
Zet de knop op
>>
.
2.
Wacht tot het restwarmte-indicatielampje begint te
knipperen, en draai dan de knop rechtsom op de
gewenste stroominstelling. Bijvoorbeeld: als de
stroominstelling
1
is, zal de kookzone gedurende
1 minuut
op volle sterkte werken, en vervolgens
overschakelen naar stroominstelling
1
voor de
rest van de bereiding, tenzij de knop in een andere
stand wordt gezet. Als de stroominstelling
6
is,
zal de kookzone op volle sterkte werken
gedurende
6
minuten
, en vervolgens
overschakelen op stroominstelling
6
voor de rest
van de bereiding, tenzij de knop in een andere
stand wordt gezet. Dit geldt voor alle
stroominstelling
met uitzondering van sterkte
10
.
SNELKOOKFUNCTIE
Deze functie maakt het mogelijk water snel aan de
kook te brengen; de snelkookfunctie blijft actief
gedurende een van de voren ingestelde tijd. Als de
vooraf ingestelde bereidingstijd is bereikt, schakelt
de kookplaat automatisch over naar het minimum
niveau. De snelkookfunctie kan ook worden
geactiveerd als u al begonnen bent met koken.
Waarschuwing:
verzeker dat de pan op de
kookzone is geplaatst alvorens de snelkookfunctie in
te schakelen, anders kan het oppervlak van glazen
keramiek beschadigen.
Gespecificeerde prestatie-waarden voor de
snelkookfunctie worden gewaarborgd voor alle
typen kookplaten van glazen keramiek.
Gebruik van de functie:
1.
Plaats de pan op de gewenste kookzone.
2.
Zet de knop op .
FUNCTIE GEMATIGD VERWARMEN
Kan worden gebruikt om deeg te laten rijzen, harde
boter zacht te maken, een babyfles of babyvoeding
warm te houden, yoghurt te maken, chocolade te
laten smelten, etc.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het
restwarmte-indicatielampje brandt.
Gebruik van de functie:
1.
Verzeker dat het restwarmte-indicatielampje van
de gewenste kookzone brandt.
2.
Zet de knop op .
3.
Om de functie op te heffen de positie van de knop
wijzigen.
Als u klaar bent met het bereiden van het voedsel,
wacht dan tot de oven afgekoeld is en maak hem
schoon om aankoeken van bakresten te vermijden.
Als de voedselresten vastzitten, een
ovenreiniger gebruiken en de instructies op de
verpakking ervan opvolgen.
Reinig de buitenkant van de oven met een spons
en warm water.
Gebruik geen schuurmiddelen of
pannensponsjes.
Gebruik een vloeibaar reinigingsmiddel om het
venster van de ovendeur te reinigen.
Reinig de accessoires in de afwasmachine of met
de hand met een ovenreiniger.
Nadat de oven langere is gebruikt voor
verschillende gerechten (vooral voedsel met een
hoog watergehalte zoals pizza's, gevulde groenten
etc.) kan er condens ontstaan op de deur en de
deurverzegeling. Als de oven is afgekoeld,
eventueel condens verwijderen met een doek of
een spons.
FUNCTIES KOOKPLAAT
Dit symbool correspondeert met geen van de
functies van de kookplaat; het
verwarmingselement krijgt geen stroom
DE OVEN EN DE ACCESSOIRES REINIGEN
48
De ovendeur verwijderen (voor reiniging)
1.
Open de ovendeur.
2.
Duw de scharniervergrendeling (
A
) naar voren.
3.
Til de vergrendelingen omhoog totdat ze loskomen
en verwijder de deur.
4.
Let erop dat u tijdens het reinigen van de oven niet
de steunen van de scharniervergrendelingen
losmaakt.
5.
Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit om
de deur weer terug te plaatsen.
Het reinigen van de bovenkant in de oven, het
verwarmingselement (indien aanwezig) uittrekken
en zo ver mogelijk naar beneden brengen
Reinig de oven pas als deze is afgekoeld.
1.
Om de bovenkant in de oven te reinigen, het
verwarmingselement uittrekken en zo ver mogelijk
naar beneden brengen.
2.
Reinig de bovenkant in de oven en plaats het
verwarmingselement terug.
Het ovenlampje vervangen
1.
Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai het beschermkapje van het lampje af.
3.
Vervang het lampje (zie N.B.).
4.
Plaats het beschermkapje terug.
5.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Het lampje aan de zijkant vervangen
(afhankelijk van het model)
1.
Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2.
Verwijder het rooster aan de linkerzijkant.
3.
Gebruik een schroevendraaier om het
beschermkapje van het lampje op te lichten.
4.
Vervang het lampje (zie N.B.).
5.
Plaats het beschermkapje terug en duw het tegen
de ovenwand totdat het vastklikt.
6.
Plaats het zijrooster terug.
7.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
N.B.:
Gebruik alleen lampjes van 25 Watt 230 V, type
E-14, T300 °C; verkrijgbaar via de klantenservice.
.
DE OVEN EN DE ACCESSOIRES REINIGEN
49
Koppel de kookplaat van het elektriciteitsnet en
laat hem afkoelen alvorens hem te reinigen.
Traditionele elektrische kookplaten reinigen
en onderhouden
Gebruik een doek en warm zeepsop.
Gebruik geen schuurmiddelen, bijtende
reinigingsmiddelen, chloorhoudende
reinigingsmiddelen of pannensponsjes.
Verwijder zuurhoudende middelen
onmiddellijk van de kookplaat
(azijn, zout, citroensap enz.).
Kookplaat van roestvrij staal
Gebruik een reinigingsmiddel dat geschikt is
voor roestvrij staal.
N.B.:
Langdurig gebruik van de kookplaat kan
leiden tot een lichte verkleuring van het
roestvrijstalen gebied rond de verwarmingsplaten.
Dit wordt veroorzaakt door de hoge temperatuur
van de verwarmingsplaten.
De verwarmingsplaten reinigen
Reinig de verwarmingsplaten als ze warm zijn
(niet heet!). Gebruik een doek bevochtigd met
water en zout. Nadrogen en reinigen met een
doek bevochtigd met slaolie.
Reinig de kookplaat, als deze is afgekoeld, na
ieder gebruik. Dit voorkomt aankoeken en
vereenvoudigt het reinigen.
Gebruik een schone doek, absorberend
keukenpapier en afwasmiddel of een
reinigingsmiddel dat geschikt is voor
kookplaten van glaskeramiek.
Verwijder aangekoekt vuil met de
bijgeleverde schraper en specifieke
reinigingsmiddelen.
Voedselresten moeten worden verwijderd
alvorens ze kunnen inbakken in het
oppervlak van glaskeramiek.
Gebruik geen schuurmiddelen, bleekmiddelen,
ovenreinigers of pannensponsjes.
De kookplaat dient regelmatig behandeld te
worden met een beschermende was die
geschikt is voor kookplaten van glaskeramiek.
Oven verwarmt niet
Schakel de oven uit en vervolgens weer in
om te bekijken of dit het probleem oplost.
Controleer of er sprake is van een stroomstoring.
Controleer of de ovenschakelaar niet in de
stand
0
staat.
Als het elektronische display de mededeling
STOP
, weergeeft, druk dan op de knop
2
om de oven te herstellen en stel dan de klok
in (zie de apart geleverdebeschrijving van de
programmeur).
Als het elektronische display de mededeling
Fxx
weergeeft, neem dan contact op met
de Klantenservice en geef de weergegeven
foutcode door.
De kookplaat werkt niet
Controleer of er sprake is van een stroomstoring.
Controleer of de instelknop niet op
0
staat.
Zet de meerpolige tussenschakelaar enkele
minuten op
OFF
en vervolgens terug op
ON
.
TRADITIONELE ELEKTRISCHE KOOKPLATEN
REINIGEN EN ONDERHOUDEN
DE KOOKPLAAT VAN GLAZEN KERAMIEK
REINIGEN EN ONDERHOUDEN
STORINGEN OPSPOREN
50
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer of u het probleem zelf kunt verhelpen
(zie Storingen opsporen).
2.
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in om
te zien of het probleem is opgelost.
Als dit niet helpt, contact opnemen met de
dichtstbijzijnde klantenservice
Houd de volgende informatie bij de hand:
de aard van de storing.
het type en het model.
het servicenummer (nummer achter het woord
Service op het typeplaatje) bevindt zich onder de
kookplaat of op de productbeschrijving of ook aan de
rechterkant van de opening in de oven (zichtbaar als
de deur open is). Het servicenummer staat ook
vermeld in het garantieboekje.
uw adres en telefoonnummer.
Deze apparaten zijn ontworpen om in contact te
komen met levensmiddelen en zijn ontworpen in
overeenstemming met de EG-richtlijn 89/109.
Zij zijn alleen bedoeld voor het bereiden van
voedsel. Elk ander gebruik van de apparaten
(b.v. voor verwarming van de omgeving) wordt
beschouwd als oneigenlijk en mogelijk gevaarlijk
gebruik.
Deze producten zijn ontwikkeld, gefabriceerd en
op de markt gebracht in overeenstemming met:
- De veiligheidsvereisten van de
Laagspannings-richtlijn 73/23/EEG;
- De beschermingsvereisten van de EMC-richtlijn
89/336/EEG;
- de vereisten van Richtlijn 93/68/EEG.
Dit apparaat voldoet aan
brandbeschermingscategorie Klasse
Y
.
KLANTENSERVICE
CONFORMITEITSVERKLARING EG
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

IKEA OBU 207 W Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor