merten CXX1604 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoudsopgave
61
Afstandsbediening leren kennen . . . . . . . . . . . 62
Display en bedieningselementen voor het
RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . . . . 62
Displays en bedienelementen voor
IR-AV-apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Kort en bondig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Het RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . 68
Configuratie van een
RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . . . . 68
EASY Connect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
EASY Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
EASY Tool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
ADVANCED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Opmerkingen voor deskundige gebruikers . . . 81
Extra . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Vervanging van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Overzicht van extra functies . . . . . . . . . . . . . . . 88
Klantinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Codes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Inhoudsopgave
Afstandsbediening leren kennen
62
De universele RF-afstandsbediening CONNECT (hierna
afstandsbediening genoemd) is een RF- en infrarood-
afstandsbediening. U kunt de volgende apparaten op afstand
bedienen:
– Merten-apparaten van het RF-systeem CONNECT, zoals RF-
sensorvlakken, RF-tussenstekkers, enz.
– Apparaten van Merten met IR-ontvanger, zoals TELE-
sensorvlak, jaloezie-toets met IR-ontvanger, enz.
– tot vijf verschillende IR-AV-apparaten zoals TV, DVD, VCR, SAT,
Tuner, enz.
De afbeelding op pagina 1 geeft een overzicht van de toetsen en
displays.
Afstandsbediening leren kennen
Display en bedieningselementen voor het RF-
systeem CONNECT van Merten
! Display. Toont de huidige status van de afstandsbediening en het
huidige menuniveau.
Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal zendt.
; Bedienen van de met de cijfertoets geselecteerde ontvanger/groep
(aan-/uitschakelen, lichter/donkerder, op/neer; afhankelijk van
apparaat)
% OK . . . . . . . . . . . . . . . Bevestigen van de selectie (alleen in de configuratiemodus)
) Cijfertoetsen . . . . . . . Selecteren van apparaten.
= SCENE 1, 2, 3 . . . . . . Selecteren van scènes
* kort drukken (< 3 seconden ): Bediening van de apparaten van het
RF-systeem CONNECT of van Merten-apparaten met IR-ontvanger /
wissel van bereik (omschakelen van de toetstoewijzing)
langer drukken (> 3 seconden ): Omschakelen van de
afstandsbediening in de configuratiemodus voor Merten-apparaten
_ â–¼, â–², , . . . . . Cursortoetsen voor navigatie in menu's/menupunten (alleen in de
configuratiemodus)
Displays en bedienelementen voor IR-AV-apparaten
63
De afbeelding op pagina 1 geeft u een overzicht van de toetsen en
de toetsfuncties.
Displays en bedienelementen voor IR-AV-
apparaten
! Display. Toont de huidige status van de afstandsbediening.
Afstandsbediening in de inrichtmodus/configuratiemodus of
extrafunctiemodus.
Afstandsbediening in de leermodus.
Batterijstatus. Knippert bij zwakke batterij.
Branden in de inrichtmodus/configuratiemodus, leermodus en
extrafunctiemodus.
Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal zendt.
Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal in de
leermodus of extrafunctiemodus ontvangt.
Geselecteerde apparaat, geselecteerde merk
" XTRA. . . . . . . . . . . . . Schakelt de achtergrondverlichting in (indien geactiveerd).
Toont extra functies voor het geselecteerde apparaat.
§ / DISC . . . . . . . . . TV-modus: Teletext aan/uit
DVD-modus: Disc-menu
/ HDD . . . . . . . . . TV-modus: Tekst houden
DVD-R-modus: Hardeschijfmenu
/ SUBTITLE . . . . TV-modus: Breedbeeldscherm kijken
DVD-modus: Ondertiteling
/ FAV. . . . . . . . . . TV-modus: Tekst uit
SAT-modus: Overzicht met favoriete kanalen
$ PC . . . . . . . . . . . . . . . Activeert/deactiveert de multimedia-PC
MENU . . . . . . . . . . . . In- en uitschakelen van het menu van geselecteerde apparaat/
medium
% OK . . . . . . . . . . . . . . . Bevestiging van de selectie
& INFO . . . . . . . . . . . . . Display van kanaalinformatie op het beeldscherm
/ . . . . . . . . . . . . . . Geluid van de TV uitschakelen
( . . . . . . . . . Instellen van het volume van de TV
) Cijfertoetsen . . . . . . . TV-modus: Directe selectie van kanalen en andere functies.
AMP-modus: Bronselectietoetsen (TV, DVD, VCR, TUNER, CD,
AUX).
= AV . . . . . . . . . . . . . . . Omschakelen tussen externe ingangen van de uitrusting
? . . . . . . . . . . . . . . TV-modus: rode teleteksttoets*
VCR-/DVD-modus: Terugspoelen
TV, xxx
Displays en bedienelementen voor IR-AV-apparaten
64
* Wanneer u de kleurtoetsen als selectietoetsen in de DVDR-HDD-modus wilt
gebruiken, dan moet u de kleurselectiefuncties in de XTRA-toets voor extra functies
programmeren. Zie hiervoor hoofdstuk „Extra“ - „Extra functies toevoegen".
. . . . . . . . . . . . . . . TV-modus: Index
VCR-/DVD-modus: Afspelen
. . . . . . . . . . . . . . TV-modus: blauwe teleteksttoets*
VCR-/DVD-modus: Vooruitspoelen
. . . . . . . . . . . . . . . TV-modus: groene teleteksttoets*
VCR-/DVD-modus: Stop
. . . . . . . . . . . . . . . VCR-/DVD-modus: Opname
. . . . . . . . . . . . . . TV-modus: gele teleteksttoets*
VCR-/DVD-modus: Pauze
> - / -- . . . . . . . . . . . . . . Keuze tussen een- en tweecijferige kanaalnummers
* . . . . . . . . . . . . . . kort drukken (< 3 seconden ): Bediening van de apparaten van
het RF-systeem CONNECT of van Merten-apparaten met IR-
ontvanger
. . . . . . . . . . . . . . langer drukken (> 3 seconden ): Omschakelen naar de
configuratiemodus voor Merten-apparaten
; Vorige/volgende kanaal selecteren
: BACK . . . . . . . . . . . . . Een stap terug in het menu of uitschakelen van het menu
_ Cursor-toetsen . . . . . Cursor omhoog, omlaag, links, rechts in een menu
' GUIDE . . . . . . . . . . . . STB-modus: Openen van de elektronische tv-gids
] . . . . . . . . . . . . . . . In- of uitschakelen van TV, DVD, VCR, AMP, CD of STB
} SETUP . . . . . . . . . . . . Schakelen van de afstandsbediening naar de inrichtmodus/
configuratiemodus
SELECT . . . . . . . . . . . Inschakelen van de achtergrondverlichting (indien geactiveerd).
Selectie van apparaatmodi. Er kunnen alleen apparaten worden
geselecteerd waarvoor de afstandsbediening is ingericht.
Kort en bondig
65
Batterijen plaatsen
1 Plaats de batterijen in de afstandsbediening (zie paragraaf
„Vervanging van de batterij“).
|
Nadat de batterijen de eerste keer zijn geplaatst is de
afstandsbediening direct in de configuratiemodus Easy Connect. U
kunt direct met stap 3 van de volgende paragraaf beginnen.
Apparaten van het RF-systeem CONNECT
Hiernaast wordt kort
beschreven hoe u RF-
ontvangers op een toets van de
afstandsbediening
programmeert. Daarna kunt u
de geprogrammeerde RF-
ontvanger met de
afstandsbediening bedienen.
De korte gebruiksaanwijzing
hiernaast gaat uit van RF-
apparaten die nog geen
onderdeel uitmaken van een RF-
systeem (toestand bij levering).
De verdere
configuratiemogelijkheden vindt
u in de verdere hoofdstukken
van deze gebruiksaanwijzing.
1 RF-ontvangers, die voor de afstandsbediening moeten worden
ingericht, monteren en installeren.
2 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt.
– Wacht tot de statusweergave weer uitgaat.
– Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik
linksboven staat .
3 Activeer ADD ROOM?.
– Op het display verschijnt de standaardaanduiding van het
nieuwe geheugenbereik (bijv. ROOM 1?).
4 Activeer de functie CONNECT KEY?
– Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE.
– Kies een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) uit.
– Op het display verschijnt gedurende 15 seconden WAIT RVC.
– Activeer de leermodus van de RF-ontvanger (3x drukken): De
afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de
ontvanger op.
Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het
display weer naar CONNECT KEY?.
Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde cijfertoets
wilt programmeren (max. 12 stuks).
5 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt.
Kort en bondig
Kort en bondig
66
Om een ontvanger te bedienen:
1 Oproepen/selecteren van het geheugenbereik met toets []
2 Cijfertoets/scènetoets selecteren (waarop de gewenste
ontvangers zijn geprogrammeerd).
Scènes worden direct opgeroepen.
3 Bediening van het apparaat met de toetsen
|
Alle toetsen van de afstandsbediening, die voor het RF-
systeem CONNECT van Merten worden gebruikt, zijn blauw
gekenmerkt.
IR-apparaten van Merten
Merten biedt apparaten met
infrarood (IR) interface aan. De
functies hiervan kunnen met
deze afstandsbediening worden
bediend.
1 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt.
– Wacht tot de statusweergave weer uitgaat.
– Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik
linksboven staat .
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer USE AS IR? .
– Op het display verschijnt SURE?
4 Met [OK] bevestigen/activeren.
– Op het display verschijnt USE AS IR?.
IR-AV-apparaten
Hiernaast wordt in het kort
beschreven hoe u IR-AV-
apparaten in de
afstandsbediening kunt
programmeren. Daarna kunt u
de functies van deze apparaten
met de afstandsbediening
bedienen.
De verdere
configuratiemogelijkheden vindt
u in de verdere hoofdstukken
van deze gebruiksaanwijzing.
1 Apparaat aanzetten, dat voor de afstandsbediening moet
worden ingericht.
– Wanneer het apparaat een DVD-speler/recorder of
videorecorder is, leg dan een disc of een cassette in het
apparaat en speel deze af.
2 De afstandsbediening gaat direct over naar de inrichtmodus:
– Op het display verschijnt , en „TV?“.
– De achtergrondverlichting gaat aan.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
S
E
T
U
P
SCENE 1 SCENE 2
SCENE
3
SCEN
S
E
T
U
P
Kort en bondig
67
3 Apparaat selecteren met [â–¼].
4 Met [OK] bevestigen.
– Op het display verschijnt en een merknaam.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
5 Met [â–¼] en [â–² ] het merk van het apparaat selecteren.
– Wanneer het merk van uw apparaat niet in de lijst staat, dan
kunt u een willekeurig ander merk selecteren.
6 Met [OK] bevestigen.
7 [] ingedrukt houden, tot het apparaat reageert.
– Op het display verschijnt
8 De afstandsbediening op het apparaat richten.
– De afstandsbediening begint alle bekende „Uit“-codes na
elkaar uit te voeren. Elke keer, wanneer de afstandsbediening
een code zendt, wordt deze op het display getoond:
„TEST 01, 02, 03“ enz.
9 Wanneer het apparaat reageert, [] direct loslaten.
– De afstandsbediening heeft nu een code gevonden, die bij
uw apparaat werkt. „SETUP OK“ verschijnt op het display.
– Wanneer het apparaat niet reageert en „LIST END“
verschijnt, dan werd geen code voor het apparaat gevonden.
Het RF-systeem CONNECT van Merten
68
Het RF-systeem CONNECT van Merten is een intelligent en flexibel
RF-netwerk, waarin de afzonderlijke apparaten niet alleen eenzijdig
signalen uitzenden of ontvangen, maar ook met elkaar
communiceren. Daarbij gebruikt het systeem functies als bijv. het
doorsturen van signalen (routing) en alternatieve RF-zendtrajecten
(bijv. bij tijdelijke storingen).
De apparaatspecifieke adressering van de RF-commando's maakt
bovendien een storingsvrije werking van meerdere RF-systemen
naast elkaar mogelijk.
Deze functionaliteit maakt het RF-systeem CONNECT van Merten
zeer betrouwbaar, ongevoelig voor storingen en flexibel.
Om gebouwfuncties (bijv. licht schakelen of rolluiken bedienen)
radiografisch te bedienen, moet u eerst een RF-systeem CONNECT
creëren en de afzonderlijke apparaten programmeren en
configureren.
Met behulp van de RF-afstandsbediening CONNECT heeft u
meerdere eenvoudige en comfortabele mogelijkheden een RF-
systeem CONNECT te creëren en apparaten te configureren.
Bij de configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten zijn
er een aantal dingen waarop u moet letten.
Voorwaarden:
• Alle ontvangers moeten op de uiteindelijke plaats zijn gemonteerd
en geïnstalleerd.
• Sluit een geschikte verbruiker aan op de ontvangers (sommige
ontvangers gebruiken de aangesloten apparaten ter bevestiging
van commando's tijdens het programmeerproces of de
configuratie).
• De apparaten moeten in de leermodus/programmeertoestand
gezet kunnen worden:
De leermodus/programmeertoestand wordt ingeschakeld door
driemaal te klikken: bedien het contactvlak / de
programmeertoets of het sensorvlak (afhankelijk van het
apparaat) driemaal kort achter elkaar.
De snelheid waarmee u het contactvlak of de programmeertoets
voor de programmering driemaal snel aan moet raken, komt
ongeveer overeen met de snelheid bij het dubbelklikken (resp.
driemaal klikken) van een PC-muis (driemaal binnen
ca. 1,5 seconden). De leermodus/programmeertoestand wordt bij
apparaten met LED door knipperen aangegeven.
Het RF-systeem CONNECT van Merten
Configuratie van een
RF-systeem CONNECT van Merten
Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten
69
Configuratie met afstandsbediening:
De configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten
geschiedt in de configuratiemodus van de afstandsbediening.
Afhankelijk van de functionaliteit en apparaten van het RF-systeem
dat u wilt configureren kiest u een van de onderstaande
configuratiemethodes.
EASY Connect
Creëren van verbindingen tussen RF-ontvangers en de
afstandsbediening.
In 4 geheugengebieden kunt u elke cijfertoets met maximaal 12 RF-
ontvangers verbinden en voor elk van de drie scènetoetsen een
scène configureren.
• Geheugenbereik configureren
• Geheugenbereik benoemen
• Geheugenbereik wissen
• RF-ontvanger met cijfertoets verbinden
• Cijfertoets benoemen
• Toewijzing van de cijfertoets wissen
• Scène inrichten
EASY Link
Creëren van verbindingen tussen RF-ontvangers en RF-toetsen (niet
met toetsen van de afstandsbediening).
• RF-ontvanger met RF-toets verbinden
• Verdere RF-ontvangers met RF-toets verbinden
• Verbindingen van een RF-toets kopiëren
EASY Tool
Configuratie (van de RF-afstandsbediening) met ander CONNECT-
configuratiegereedschap (bijv. van PC software „RF configurator
CONNECT van Merten“).
ADVANCED
Hier heeft u de volgende mogelijkheden:
• de CONNECT-functies van de RF-afstandsbediening naar een
andere RF-afstandsbediening CONNECT van Merten kopiëren
• de configuratie van RF-toetsen CONNECT van Merten wijzigen
(schakelgedrag, toetsdefinitie)
• RF-ontvangers uit het interne apparatenoverzicht wissen
• de afstandsbediening in de toestand bij levering (alleen bij RF-
systeem CONNECT) terugzetten
• de afstandsbediening als infrarood afstandsbediening voor
Merten-apparaten met IR-ontvangers gebruiken
Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten
70
Opmerkingen over de configuratie met de afstandsbediening
Bij de configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten met
de afstandsbediening is er een aantal dingen waarop u moet letten.
• Wanneer u meerdere ontvangers met een toets wilt bedienen,
dan moeten alle apparaten van deze verbinding dezelfde functies
ondersteunen. U kunt bijvoorbeeld niet met een toets een
ontvanger inschakelen en een andere ontvanger dimmen.
• Bij het creëren van de verbinding van geïnstalleerde toetsen en
ontvangers met EASY-Link worden de ontvangers eerst slechts op
een toets geprogrammeerd Aansluitend worden dan de
verbindingen van deze RF-toets naar extra gewenste RF-toetsen
gekopieerd. Deze extra RF-toetsen worden niet op die ontvangers
geprogrammeerd!
Deze toetsen bedienen dan dezelfde ontvangers met dezelfde
functie als de eerste RF-toets.
U kunt de verbindingen van een RF-toets naar 4 extra RF-toetsen
kopiëren.
Wanneer u naderhand verdere ontvangers op de eerste RF-toets
wilt programmeren, dan moet u aansluitend nogmaals de
verbindingen naar de andere toetsen kopiëren.
Naar de configuratiemodus voor het RF-systeem
CONNECT van Merten gaan
Hiernaast wordt beschreven,
hoe u naar de
configuratiemodus voor de
apparaten van het RF-systeem
CONNECT van Merten gaat en
hoe u dit bereik weer kunt
verlaten.
1 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt.
– Wacht tot de statusweergave weer uitgaat.
– De afstandsbediening bevindt zich in de configuratiemodus
voor Merten-apparaten.
– Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik
linksboven staat .
2 Met de cursortoetsen [â–¼] en [â–²] kunt u verdere menupunten
selecteren.
3 Om de configuratiemodus weer te verlaten, de SETUP-toets
[] drie seconden ingedrukt houden.
Navigatie in de configuratiemodus
Hiernaast wordt beschreven hoe
u in de menu's van de
configuratiemodus de cursor
kunt navigeren of aparte
menupunten kunt selecteren en
activeren/bevestigen.
– Met de cursortoetsen [▼ ] en [▲] kunt u aparte menupunten
selecteren.
– Met [OK] activeert/bevestigt u de selectie.
– Met de cursortoets gaat u een menuniveau terug.
EASY Connect
71
In de toestand bij levering zijn
geen geheugenbereiken
ingericht (RF empty op het
display). Configureer eerst een
geheugenbereik.
U kunt 4 geheugenbereiken op
de afstandsbediening inrichten,
waarin u de RF-ontvangers voor
het RF-systeem CONNECT via
de afstandsbediening kunt
bedienen. De ontvangers in een
ruimte worden zinvol een
geheugenbereik toegewezen
(daarom zijn de namen van de
geheugenbereiken reeds af
fabriek met “ROOM“, het Engelse
begrip voor ruimte, aangeduid).
U kunt ook een andere opdeling
instellen, bijv. naar functie of
gebruiker. Via de functie NAME
ROOM? kunt u het
geheugenbereik een naam
geven.
Geheugenbereik configureren
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer ADD ROOM?.
– Op het display verschijnt de standaardaanduiding van het
nieuwe geheugenbereik (bijv. ROOM 1?).
4 Verlaat de configuratiemodus.
|
In de toestand bij levering kan onder EASY Connect eerst
alleen de functie ADD ROOM? worden uitgevoerd.
Het is aan te bevelen de RF-
onvangers, die in een
woonruimte zijn geïnstalleerd,
een geheugenbereik toe te
wijzen en dit geheugenbereik
ook daarnaar te benoemen. De
gegeven naam voor het
geheugenbereik verschijnt
alleen tijdens het veranderen
van geheugenbereik op het
display. Zolang de cijfertoets
niet is benoemd, verschijnt bij
bedienen van een cijfertoets
altijd de afkorting R1, R2, R3 of
R4 (gevolgd door de gekozen
cijfertoets of groep; bijv. GRP 7).
Geheugenbereik benoemen
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik.
4 Activeer de functie NAME ROOM?.
–Met [] wist u de letters van de huidige naam.
– Selecteer [▼ ] en [▲ ] de letters van de nieuwe naam (bijv.
wonen) en spring met [] naar het volgende vrije veld.
– Bevestig na het veranderen van de naam de nieuwe naam
met [OK].
– Op het display verschijnt de nieuwe naam (bijv. WONEN?).
5 Met [OK] bevestigen.
6 Verlaat de inrichtmodus.
EASY Connect
EASY Connect
72
Met deze functie kunnen de
overbodige geheugenbereiken
weer worden gewist.
Geheugenbereik wissen
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik, dat moet worden
gewist.
4 Activeer DELETE ROOM?. .
– Op het display verschijnt SURE?
5 Met [OK] bevestigen of met [] afbreken.
– Na bevestiging verschijnt de naam van het volgende
geheugenbereik op het display.
– Het geselecteerde geheugenbereik is uit de lijst gewist.
6 Verlaat de inrichtmodus.
Hier wordt getoond hoe u een
RF-ontvanger op een cijfertoets
van de afstandsbediening kunt
programmeren.
De ontvangers moeten allemaal
dezelfde functies hebben. U
kunt bijvoorbeeld niet via
dezelfde toets een ontvanger
inschakelen en een andere
ontvanger dimmen.
Tip: Eerste RF-ontvanger op de
eerste cijfertoets, tweede RF-
ontvanger op de tweede enz.
Noteer de toewijzing van de
cijfertoetsen zodat u later niet
per ongeluk een toets wist of
dubbel toewijst.
RF-ontvanger met cijfertoets verbinden
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik.
4 Activeer de functie CONNECT KEY?.
– Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE.
– Kies eerst een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) uit.
– Op het display verschijnt WAIT RVC
– Activeer binnen 15 seconden de leermodus van de RF-
ontvanger (3x drukken): De afstandsbediening bouwt
automatisch de verbinding met de ontvanger op.
Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het
display weer naar CONNECT KEY?. Herhaal stap 4 bij alle
ontvangers die u op dezelfde cijfertoets wilt programmeren (max.
12 stuks).
Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. Herhaal
stap 4.
5 Verlaat de inrichtmodus.
EASY Connect
73
Om het gebruik van de
afstandsbediening te
vergemakkelijken kunt u de
toets een andere naam geven.
De naam wordt bij bedienen van
de toets op het display getoond.
Daardoor hoeft u de
cijfertoewijzing niet extra op een
stuk papier te schrijven.
Cijfertoets een andere naam geven
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik, waarbinnen de
cijfertoets moet worden gewist.
4 Activeer NAME KEY?. .
– Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE.
– Druk op de cijfertoets (1 t/m 9) of scène (1 t/m 3) die een
andere naam moet krijgen.
5 Met [OK] activeren.
– Op het display verschijnt R1 GRP 1.
–Wis met [] de huidige naam. De eerste letter kan niet
worden gewist!
– Selecteer [▼ ] en [▲ ] de letters voor de nieuwe naam (bijv.
LAMP) en spring met [] naar het volgende veld.
Na succesvolle naamsverandering de cijfertoets van de naam
met [OK] activeren.
– Op het display verschijnt LAMP?
6 Verlaat de inrichtmodus.
Hiernaast wordt beschreven hoe
u de toewijzing van een
cijfertoets kunt wissen. Dit kan
bijvoorbeeld belangrijk zijn
wanneer u liever andere RF-
ontvangers op een reeds
toegewezen cijfertoets wilt
opslaan.
Toewijzing van de cijfertoets wissen
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik, waarbinnen de
cijfertoets moet worden gewist.
4 Activeer RESET KEY?. .
– Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE.
– Druk op de te wissen cijfertoets (1 t/m 9) of scène (1 t/m 3).
– De afstandsbediening wist automatisch de toewijzing van de
geselecteerde cijfertoets en op het display verschijnt OK.
– Op het display verschijnt opnieuw PRESS 1TO9/SCENE.
5 Verlaat de inrichtmodus.
EASY Connect
74
Bij een scène worden meerdere
RF-ontvangers met een druk op
de toets in van te voren
gedefinieerde toestanden
geschakeld; bijv. meerdere
lampen met verschillende
lichtsterkte.
Hiernaast wordt getoond hoe u
een scène kunt inrichten.
Scène inrichten
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer het gewenste geheugenbereik.
4 Activeer de functie CONNECT KEY?.
– Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE.
– Kies een van de scènetoetsen (1 t/m 3) uit.
– Op het display verschijnt WAIT RVC
– Zet de eerste RF-ontvanger in leermodus (3x drukken): De
afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de
RF-ontvanger op.
Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het
display weer naar CONNECT KEY?. Herhaal stap 4 zolang, totdat
alle ontvangers voor de scène zijn geprogrammeerd.
Programmeer de ontvangers altijd een voor een!
Bij mislukte verbinding springt het display terug op CONNECT
KEY?.
5 Verlaat de inrichtmodus.
6 Stel op de individuele ontvangers van de scène (op het
apparaat zelf, niet via de afstandsbediening!) de gewenste
instellingen in (bijv. gewenste lichtsterkte; Aan; Uit).
7 Houd de scènetoets tenminste gedurende 3 seconden
ingedrukt; de instellingen van de ontvangers worden
opgeslagen.
De door u gedefinieerde scène is nu ingericht en telkens wanneer u
de betreffende scènetoets indrukt worden de ontvangers van deze
scène met de opgeslagen instelling geactiveerd.
EASY Link
75
Met EASY Link kunt u RF-
ontvangers met RF-toetsen
verbinden. De bediening van
deze RF-ontvangers geschiedt
dan alleen via de
geprogrammeerde RF-toetsen.
Voor een aanvullende bediening
via de RF-afstandsbediening
moet de RF-ontvanger
aanvullend op een toets van de
afstandsbediening worden
geprogrammeerd.
RF-ontvanger met RF-toets verbinden
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer ADVANCED?.
4 Activeer CONNECT RCV?.
– Op het display verschijnt PRESS 1/3.
– Druk op cijfertoets 1 of 3.
Wanneer u de RF-ontvanger op een RF-toets 1-voudig
programmeert, dan drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij een RF-
toets 2-voudig komt cijfertoets 1 overeen met de linker wip
en cijfertoets 3 met de rechter wip.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met
de RF-ontvanger op.
– Het display toont OK (ERROR bij mislukte verbinding).
– Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde
cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks).
5 Activeer WRITE PB?.
– Op het display verschijnt WAIT PB.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display.
– De RF-ontvangers kunnen nu via de RF-toets worden
bediend.
6 Verlaat de inrichtmodus.
Met deze functie kunt u een
aanvullende RF-ontvanger op
een RF-toets programmeren,
waarop reeds een of meerdere
RF-ontvangers zijn
geprogrammeerd. U kunt tot 12
ontvangers per RF-toets
programmeren.
De ontvangers moeten allemaal
dezelfde functies hebben. U
kunt bijvoorbeeld niet via
dezelfde toets een ontvanger
inschakelen en een andere
ontvanger dimmen.
Verdere RF-ontvangers met RF-toets verbinden
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer MODIFY?.
4 Activeer READ PB?.
– Op het display verschijnt WAIT PB.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt READ PB? op het display.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
– Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde
cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks).
EASY Link
EASY Link
76
5 Activeer CONNECT RCV?.
– Op het display verschijnt PRESS 1/3.
– Druk op cijfertoets 1 of 3.
Wanneer u de RF-ontvanger op een RF-toets 1-voudig
programmeert, dan drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij een RF-
toets 2-voudig komt cijfertoets 1 overeen met de linker wip
en cijfertoets 3 met de rechter wip.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met
de RF-ontvanger op.
– Het display toont bij succesvolle verbinding OK en bij mislukte
verbinding ERROR. Herhaal stap 5.
6 Activeer WRITE PB?.
– Op het display verschijnt WAIT PB.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display.
– De aanvullende RF-ontvanger kan nu via de RF-toets worden
bediend.
7 Verlaat de inrichtmodus.
Het bedienen van ontvangers
via meerdere toetsen geschiedt
door het kopiëren van
verbindingen van een toets naar
de andere toetsen.
Deze andere RF-toetsen
bedienen dan dezelfde
ontvangers met dezelfde functie
als de oorspronkelijke RF-toets.
U kunt de verbindingen van een
RF-toets naar 4 RF-toetsen
kopiëren.
Wanneer u naderhand verdere
ontvangers op de eerste RF-
toets wilt programmeren, dan
moet u nogmaals de
verbindingen naar de andere
toetsen kopiëren.
Verbindingen van een RF-toets kopiëren
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY CONNECT?.
3 Activeer MODIFY?.
4 Activeer READ PB?.
– Op het display verschijnt WAIT PB.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt READ PB? op het display.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
Herhaal stap 4.
5 Activeer WRITE PB?.
– Op het display verschijnt WAIT PB.
– Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken).
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display en de
functie van de oorspronkelijke RF-toets is aanvullend op een
nieuwe RF-toets overgedragen.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
Herhaal stap 5.
6 Verlaat de inrichtmodus.
EASY Tool
77
Uw installateur heeft de
mogelijkheid met ander
configuratiegereedschap (bijv.
met de PC-software „RF
configurator CONNECT van
Merten“) de afstandsbediening
te configureren.
Afstandsbediening met configuratiegereedschap
configureren
Leermodus van de RF-afstandsbediening activeren:
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer EASY TOOL?.
3 Activeer PROGRAMMING?.
– Op het display verschijnt WAIT TOOL.
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
4 Verlaat de inrichtmodus.
|
De opties onder het menupunt ADVANCED zijn alleen voor de
installateur gedacht. Hier zijn wijzigingen mogelijk die de
werking van RF-apparaten en het RF-systeem kunnen
beïnvloeden.
Met deze functie kunt u de op
deze RF-afstandsbediening
opgeslagen instellingen voor
CONNECT-apparaten naar een
andere RF-afstandsbediening
van Merten kopiëren.
Instellingen voor CONNECT-apparaten naar een
andere Merten-afstandsbediening kopiëren
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer COPY REMOTE?.
– Op het display verschijnt WAIT REMOTE.
– Bij de andere afstandsbediening moet EASY TOOL WORDEN
geactiveerd.
– De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de
RF-ontvanger op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
4 Verlaat de inrichtmodus.
EASY Tool
ADVANCED
ADVANCED
78
Hieronder wordt aan de hand
van een voorbeeld beschreven
hoe u de oorspronkelijke
geprogrammeerde instelling van
een RF-toets CONNECT 2-
voudig zo kunt veranderen, dat u
bijvoorbeeld een
scènebesturing door een druk
op de toets kunt uitvoeren.
Hierdoor heeft u de
mogelijkheid de RF-toets buiten
de normale functie te gebruiken.
Parameters van een RF-toets wijzigen
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer
– bij een nieuwe toets: ADD LINK?.
– bij een toets met reeds bestaande verbindingen: MODIFY
LINK?.
4 Activeer READ PB?.
5 Activeer SET PARAMETER?.
– Op het display verschijnt PRESS 1/3.
– Druk op cijfertoets 1of 2 of 3 of 4.
Bij een RF-toets 1-voudig drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij
een RF-toets 2-voudig komt de cijfertoets 1 overeen met de
linker wip en de cijfertoets 3 met de rechter wip.
– Op het display verschijnt PAR - - - -.
6 Voer met de cijfertoetsen de betreffende code van een van de
onderstaande instellingen in.
7 Verlaat de inrichtmodus.
De RF-toets resetten
• Code: [0000]
U kunt de RF-toets resetten op de oorspronkelijke functies (boven:
aan/lichter/op; beneden: uit/donkerder/neer).
2 verschillende scènes op een wip inrichten
• Code: [1060]
U kunt bijvoorbeeld twee verschillende scènes op de linker wip van
de RF-toets programmeren. De rechter wip behoudt de
oorspronkelijk functies (aan/uit; dimmen; OP/NEER).
|
Scène definiëren: Stel op de ontvangers de voor de scène
gewenste instellingen in. Aansluitend drukt u gedurende ca.
5 seconden op het contactvlak. De instellingen van de
ontvanger worden opgeslagen.
Oproep van een scène: Kort op contactvlak drukken.
Een scène en een eenduidige functie op een wip inrichten
• Code: [0056]
U kunt bijvoorbeeld een scène en een eenduidige functie (UIT) op de
rechter wip van de RF-toets programmeren. De linker wip behoudt
de oorspronkelijk functies (aan/uit; lichter/donkerder; OP/NEER).
In het voorbeeld hiernaast wordt op de bovenste wip rechts een
scène geprogrammeerd en op de onderste wip rechts worden de
ontvangers van deze scène uitgeschakeld.
ON
OFF
ON
OFF
OFF
ON
ADVANCED
79
|
Scène definiëren: Stel op de ontvangers de voor de scène
gewenste instellingen in. Aansluitend drukt u gedurende ca.
5 seconden op het contactvlak. De instellingen van de
ontvanger worden opgeslagen.
Oproep van een scène: Kort op contactvlak drukken.
2 verschillende groepen op een wip inrichten
• Code: [1004]
U kunt bijvoorbeeld twee verschillende groepen op de rechter wip
van de RF-toets programmeren (hier: omschakelen). De linker wip
behoudt de oorspronkelijk functies (aan/uit; lichter/donkerder);
OP/NEER).
Het resetten van een RF-
ontvanger in de oorspronkelijke
toestand op de ontvanger zelf
(3x drukken + ingedrukt houden)
wist alleen alle verbindingen op
het apparaat zelf. Deze is dan
nog altijd in de interne lijst van
de afstandsbediening
geregistreerd en neemt hier
geheugen in beslag.
Een RF-ontvanger uit de interne configuratielijst
wissen
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer COPY REMOTE?.
4 Activeer RESET DEVICE?.
– Op het display verschijnt WAIT DEVICE.
Activeer de leermodus van de te wissen RF-ontvanger (3x
drukken).
De afstandsbediening bouwt automatisch een verbinding op.
– Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display.
– Na succesvolle verbindingsopbouw is de RF-ontvanger uit het
RF-systeem gewist.
– Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display.
5 Verlaat de inrichtmodus.
Hiernaast wordt uitgelegd, hoe
u de instellingen voor het RF-
systeem CONNECT van Merten
in de oorspronkelijke toestand
kunt resetten, d.w.z. alle
opgeslagen CONNECT-
instellingen worden gewist.
De CONNECT-instellingen in de oorspronkelijke
toestand resetten.
Met deze functie worden alle CONNECT-instellingen van deze
afstandsbediening gewist, d.w.z. in de oorspronkelijke toestand
gereset.
Dit geldt uitsluitend voor de instellingen van CONNECT-apparaten
van Merten.
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer SET DEFAULT?.
– Op het display verschijnt SURE?
4 Met [OK] bevestigen/activeren.
– Op het display verschijnt STARTED.
– Na succesvol wissen toont het display kort OK en springt
daarna terug op SET DEFAULT? .
5 Verlaat de inrichtmodus.
ADVANCED
80
|
Na verlaten van het configuratiebereik toont het display zolang RF
EMPTY, totdat via Easy Connect eerst een geheugengebied wordt
geconfigureerd en daarna een cijfertoets met een RF-ontvanger
wordt verbonden.
Merten biedt apparaten met een
infrarood (IR) interface aan,
waarmee deze componenten
kunnen worden bediend (bijv.
jaloezie). Dit kan ook met via
deze afstandsbediening
geschieden, waardoor u geen
extra IR-afstandsbediening
meer nodig heeft.
Omschakelen voor de bediening van apparaten
van Merten met IR-ontvangers
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer USE AS IR? .
– Op het display verschijnt SURE?
4 Met [OK] bevestigen/activeren.
– Op het display verschijnt USE AS IR?.
5 Verlaat de inrichtmodus.
|
De bediening van apparaten van het RF-systeem CONNECT van
Merten is nu niet meer mogelijk.
De toetstoewijzing en de toegewezen functies zijn per apparaat
individueel vastgelegd en staan in de gebruiksaanwijzing van het
desbetreffende apparaat.
Omschakelen voor de bediening van CONNECT-
apparaten van Merten en andere ingerichte
apparaten met IR-ontvangers
1 Ga naar de configuratiemodus.
2 Activeer ADVANCED?.
3 Activeer USE AS RF? .
– Op het display verschijnt SURE?
4 Met [OK] bevestigen/activeren.
– Op het display verschijnt USE AS RF?.
5 Verlaat de inrichtmodus.
|
De bediening van Merten-apparaten met IR-ontvangers is nu niet
meer mogelijk.
Opmerkingen voor deskundige gebruikers
81
Opmerkingen voor deskundige gebruikers die deze
afstandsbediening willen gebruiken met Z-wave-compatibele
apparaten van andere fabrikanten:
IR-AV-apparaten
Een IR-AV-apparaat in de afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening inrichten voor de bediening van
maximaal vijf apparaten:
Opmerkingen voor deskundige gebruikers
Z-wave
Term
CONNECT-term
Inclusion Programmeren (zendt Node Info Frame)
Exclusion Terugzetten naar toestand bij levering,
deprogrammeren
Primary Apparaat met Master
Z-wave-apparaattype Controller
Leermodus
(voor verbinding met Z-
wave-systemen van
andere fabrikanten)
PROGRAMMING? in het menu EASY TOOL
"Node Info Frame"
verzenden
PROGRAMMING? in het menu EASY TOOL
Extra
Apparaat Displayweergave
TV (toestel) TV
AMP (HiFi-receiver/-versterker) AMP
SAT (Satelliet-TV-receiver) SAT
DMR (Digital Media Receiver) DMR
DVD/VCR (DVD-Player/Videorecorder) DVD/VCR
Extra
82
1 Apparaat aanzetten, dat voor de afstandsbediening moet
worden ingericht.
– Wanneer het apparaat een DVD-speler/recorder of
videorecorder is, leg dan een disc of een cassette in het
apparaat en speel deze af.
2 Afstandsbediening in de inrichtmodus zetten:
– [SELECT] gedurende drie seconden ingedrukt houden.
– Op het display verschijnt ,
en „CONFIG DEVICE ?“.
– De achtergrondverlichting gaat aan.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
3 Met [OK] bevestigen.
De afstandsbediening is nu gereed om te worden ingericht voor de
bediening van uw apparaat.
4 Apparaat selecteren met [â–¼].
5 Met [OK] bevestigen.
– Op het display verschijnt en een merknaam.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
6 Met [â–¼] en [â–²] het merk van het apparaat selecteren.
– Wanneer het merk van uw apparaat niet in de lijst staat, dan
kunt u een willekeurig ander merk selecteren.
7 Met [OK] bevestigen.
8 [] ingedrukt houden, tot het apparaat reageert.
– Op het display verschijnt
9 De afstandsbediening op het apparaat richten.
– De afstandsbediening begint alle bekende „Uit“-codes na
elkaar uit te voeren. Elke keer, wanneer de afstandsbediening
een code zendt, wordt deze op het display getoond:
„TEST 01, 02, 03“ enz.
0 Wanneer het apparaat reageert, [] direct loslaten.
– De afstandsbediening heeft nu een code gevonden, die bij
uw apparaat werkt. „SETUP OK“ verschijnt op het display.
– Wanneer het apparaat niet reageert en „LIST END“
verschijnt, dan werd geen code voor het apparaat gevonden.
Extra
83
Controleer aansluitend of alle functies van het apparaat met de
afstandsbediening kunnen worden uitgevoerd:
– Wanneer dit het geval is, dan is de afstandsbediening gereed
voor de bediening van het apparaat.
– Wanneer dit niet het geval is het programmeren herhalen:
Selecteer het apparaat, activeer „MODIFY?“ en vanaf stap 3
herhalen.
De tot nu toe gebruikte niet volledig werkende code wordt bij
de tweede maal programmeren niet meer gebruikt. Zodra uw
apparaat op de (nieuwe) code reageert, [] direct loslaten.
Wanneer u de afstandsbediening voor de bediening van andere
apparaten wilt inrichten, moet u de afstandsbediening weer in de
inrichtmodus zetten: [SELECT] gedurende drie seconden ingedrukt
houden. De inrichting vanaf stap 3 herhalen.
|
Wanneer een apparaat na meerdere pogingen nog steeds niet
reageert of niet op alle toetscommando's reageert, dan werd geen
passende code voor het apparaat gevonden.
CODE activeren/gebruiken
1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden.
– Op het display verschijnt ,
en „CONFIG DEVICE ?“;
– De achtergrondverlichting gaat aan.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
2 Met [▼] en [▲ ] de optie „ENTER CODE“ (apparaat wissen)
selecteren.
3 Voer met de cijfertoetsen de betreffende code in.
4 Op [OK] drukken.
Extra functies toevoegen
Bij elk apparaat waarvoor de afstandsbediening is ingericht, kunnen
extra functies aan de afstandsbediening worden toegevoegd. Een
overzicht van deze functies staat in „Overzicht van extra functies“.
|
U kunt alleen functies toevoegen die op de afstandsbediening van
het oorspronkelijke apparaat beschikbaar zijn.
Extra
84
Extra functies activeren/gebruiken
1 Via [SELECT] het apparaat uitzoeken, bijv. DVD.
2 Met [OK] bevestigen.
3 Op [XTRA] drukken.
– De laatste geselecteerde functie van het apparaat verschijnt
op het display, bijv. DVD-SHOWVIEW.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
4 Met [â–¼] en [â–² ] de functie selecteren die moet worden
geactiveerd.
5 Met [OK] activeren.
6 Opnieuw op [XTRA] drukken om terug te gaan naar de normale
modus.
Apparaten wissen
Voorbeeld voor TV:
1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden.
– Op het display verschijnt ,
en „CONFIG DEVICE ?“;
– De achtergrondverlichting gaat aan.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
2 Met [▼ ] en [▲ ] de optie „DELETE DEVICE“ (apparaat wissen)
selecteren.
3 Met [▼] en [▲] de optie „DEL TV“ (TV wissen) selecteren.
4 Op [OK] drukken.
5 Nogmaals op [OK] drukken.
De TV-toestelmodus is gewist.
Extra
85
Achtergrondverlichtingsfunctie deactiveren
U kunt het display verlichten, waardoor u alle displaymeldingen zelfs
in een donkere ruimte duidelijk kunt zien. Omdat de
achtergrondverlichting extra stroom verbruikt, wordt de levensduur
van de batterijen bij regelmatig gebruik van de
achtergrondverlichting verkort. Daarom is het mogelijk de
achtergrondverlichting te deactiveren.
1 Cijfertoetsen [1] en [9] gelijktijdig gedurende drie seconden
ingedrukt houden.
– De achtergrondverlichtingsfunctie is gedeactiveerd; de
achtergrondverlichting kan niet worden ingeschakeld.
Achtergrondverlichtingsfunctie activeren
1 Cijfertoetsen [7] en [9] gelijktijdig gedurende drie seconden
ingedrukt houden.
– De achtergrondverlichtingsfunctie is geactiveerd; de
achtergrondverlichting kan worden ingeschakeld.
Oorspronkelijke afstandsbedieningsfuncties
resetten
In sommige gevallen kan het handig zijn de oorspronkelijke functies
van de afstandsbediening te resetten, bijv. wanneer het geheugen
van de afstandsbediening vol is terwijl u deze voor een specifiek
apparaat wilt inrichten of een extra toetsfunctie wilt programmeren.
De afstandsbediening wordt dan op de fabrieksinstellingen gereset
en alle gemaakte instellingen worden gewist.
1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden.
– Op het display verschijnt ,
en „CONFIG DEVICE ?“;
– De achtergrondverlichting gaat aan.
– Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen.
2 Met [▼] en [▲ ] de optie „RESET IR?“ selecteren.
3 Met [▼] en [▲ ] de optie „RESET IR?“ selecteren.
4 Op [OK] drukken.
5 Nogmaals op [OK] drukken.
Alle oorspronkelijke functies zijn weer ingesteld, extra functies
werden gewist.
SCENE 1
SCENE
2
SCENE
3
SCENE 1 SCENE 2 SCENE 3
Vervanging van de batterij
86
Wanneer de statusweergave voor de batterijen op het display
begint te knipperen, dan zijn de batterijen zwak en moeten worden
vervangen. Alle gemaakte instellingen blijven behouden wanneer de
oude batterijen eruit worden genomen.
1 Ontgrendeling naar achteren trekken en de afdekking
verwijderen.
2 Drie nieuwe batterijen (AAA/R03) plaatsen.
– Let op de juiste polariteit (zie batterijvak).
3 Afdekking plaatsen en vastklikken.
|
Voer lege batterijen af volgens de wettelijke voorschriften. Batterijen
horen niet bij het huisvuil!
Storingen bij de bediening van apparaten van het RF-systeem
CONNECT.
• Storing
– Mogelijke oorzaak/oplossing
• De RF-toets/ontvanger kan niet worden geprogrammeerd.
– Controleer of een batterij in het apparaat is geplaatst.
– Controleer of het apparaat niet reeds is geprogrammeerd.
• Op het display verschijnt bij het drukken op de toets altijd ERROR.
– Controleer of de stekker van de RF-ontvanger in het stopcontact
is gestoken.
– Controleer of de handmatige bediening van de RF-ontvanger
werkt.
– Controleer of de RF-ontvanger niet per ongeluk op de
afstandsbediening is gewist.
• U heeft problemen bij het bedienen van scènes.
– Eventueel moeten de instellingen van de ontvanger opnieuw
worden ingesteld.
Vervanging van de batterij
Storingen
Storingen
87
Storingen bij de bediening van IR-apparaten
•Storing
– Mogelijke oorzaak/oplossing
• Het apparaat, dat u wilt bedienen, reageert helemaal niet op de
toetsen.
– Richt de afstandsbediening op het apparaat en controleer of er
geen hindernissen tussen de afstandsbediening en het
apparaat zijn.
– Controleer of de functie die u wilt uitvoeren op het apparaat
beschikbaar is.
– Controleer of de statusweergave van de batterij op het
display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen
wanneer dit het geval is.
• Het apparaat, dat u wilt bedienen, reageert helemaal niet op een
toets.
– Eventueel werd tijdens het inrichten de verkeerde code voor het
apparaat geprogrammeerd. Probeer opnieuw de
afstandsbediening in te richten.
– Controleer of de statusweergave van de batterij op het
display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen
wanneer dit het geval is.
• De teleteksttoetsen werken niet.
– Controleer of uw tv-toestel met teletekst is uitgerust.
• Op het display verschijnt „MEM FULL“, wanneer u een extra functie
toevoegt.
– Er kunnen geen extra functies voor het geselecteerde apparaat
worden toegevoegd, of het geheugen van de
afstandsbediening is vol. Reset de afstandsbediening op de
oorspronkelijke instellingen om geheugen vrij te maken. Zie
hiervoor hoofdstuk „Extra“ - „Oorspronkelijke
afstandsbedieningsfuncties resetten". Alle gemaakte
instellingen worden dan gewist.
• De afstandsbediening gaat na drukken op [SELECT] niet naar de
inrichtmodus.
– Controleer of de statusweergave van de batterij op het
display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen
wanneer dit het geval is.
• Slechts vijf apparaten kunnen tijdens de inrichting worden
geselecteerd.
– Het maximale aantal apparaten (5) voor de afstandsbediening is
reeds vastgelegd. Verdere apparaattypes kunnen niet worden
geselecteerd.
Overzicht van extra functies
88
Afvoeren van uw oude apparaat volgens voorschriften
Uw apparaat is met hoogwaardig materiaal en componenten
ontwikkeld en vervaardigd, die gerecycled en opnieuw gebruikt
kunnen worden.
Bevindt zich dit symbool (doorgekruiste afvalcontainer) op het
apparaat, dan betekent dit dat voor dit apparaat de Europese richtlijn
2002/96/EG geldt.
Informeer u over de geldende bepalingen voor het scheiden van
oude elektronische apparatuur in uw land.
Neem de landelijke bepalingen in acht en gooi uw oude apparaten
niet bij het huisvuil. Door de juiste afvoer van uw oude apparaten
worden het milieu en mensen beschermd tegen mogelijke
negatieve gevolgen.
Overzicht van extra functies
Apparaat Extra functies
TV (toestel) Ambi Mode, Ambilight, PIP,
Pixelplus, Sleep, Text Mix
AMP (HiFi-receiver/-versterker) AM, CD input, DSP mode,
DVD input, FM, Surround mode
SAT (Satelliet-TV-receiver) Help, Interactiv, List, Option,
Pause, Play, Services, Sound,
Stop
DMR (Digital Media Receiver) Program, Repeat
DVD/VCR (DVD-Player/
Videorecorder)
Help, Interactiv, List, Option,
Pause, Play, Services, Sound,
Stop
Klantinformatie

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Afstandsbediening leren kennen . . . . . . . . . . . 62 Display en bedieningselementen voor het RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . . . . 62 Displays en bedienelementen voor IR-AV-apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Kort en bondig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Het RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . 68 Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten . . . . . . . . . 68 EASY Connect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 EASY Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 EASY Tool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 ADVANCED . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Opmerkingen voor deskundige gebruikers . . . 81 Extra . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Vervanging van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Overzicht van extra functies . . . . . . . . . . . . . . . 88 Klantinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Codes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 61 Afstandsbediening leren kennen Afstandsbediening leren kennen De universele RF-afstandsbediening CONNECT (hierna afstandsbediening genoemd) is een RF- en infraroodafstandsbediening. U kunt de volgende apparaten op afstand bedienen: – Merten-apparaten van het RF-systeem CONNECT, zoals RFsensorvlakken, RF-tussenstekkers, enz. – Apparaten van Merten met IR-ontvanger, zoals TELEsensorvlak, jaloezie-toets met IR-ontvanger, enz. – tot vijf verschillende IR-AV-apparaten zoals TV, DVD, VCR, SAT, Tuner, enz. Display en bedieningselementen voor het RFsysteem CONNECT van Merten De afbeelding op pagina 1 geeft een overzicht van de toetsen en displays. ! Display. Toont de huidige status van de afstandsbediening en het huidige menuniveau. Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal zendt. ; Bedienen van de met de cijfertoets geselecteerde ontvanger/groep (aan-/uitschakelen, lichter/donkerder, op/neer; afhankelijk van apparaat) % OK . . . . . . . . . . . . . . . Bevestigen van de selectie (alleen in de configuratiemodus) ) Cijfertoetsen . . . . . . . Selecteren van apparaten. = SCENE 1, 2, 3 . . . . . . * Selecteren van scènes kort drukken (< 3 seconden ): Bediening van de apparaten van het RF-systeem CONNECT of van Merten-apparaten met IR-ontvanger / wissel van bereik (omschakelen van de toetstoewijzing) langer drukken (> 3 seconden ): Omschakelen van de afstandsbediening in de configuratiemodus voor Merten-apparaten _ 62 â–¼, â–², , ..... Cursortoetsen voor navigatie in menu's/menupunten (alleen in de configuratiemodus) Displays en bedienelementen voor IR-AV-apparaten Displays en bedienelementen voor IR-AVapparaten De afbeelding op pagina 1 geeft u een overzicht van de toetsen en de toetsfuncties. ! Display. Toont de huidige status van de afstandsbediening. Afstandsbediening in de inrichtmodus/configuratiemodus of extrafunctiemodus. Afstandsbediening in de leermodus. Batterijstatus. Knippert bij zwakke batterij. Branden in de inrichtmodus/configuratiemodus, leermodus en extrafunctiemodus. Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal zendt. Gaat branden wanneer de afstandsbediening een signaal in de leermodus of extrafunctiemodus ontvangt. TV, xxx Geselecteerde apparaat, geselecteerde merk " XTRA . . . . . . . . . . . . . § / DISC . . . . . . . . . TV-modus: Teletext aan/uit DVD-modus: Disc-menu / HDD . . . . . . . . . TV-modus: Tekst houden DVD-R-modus: Hardeschijfmenu / SUBTITLE . . . . TV-modus: Breedbeeldscherm kijken DVD-modus: Ondertiteling / FAV . . . . . . . . . . TV-modus: Tekst uit SAT-modus: Overzicht met favoriete kanalen $ Schakelt de achtergrondverlichting in (indien geactiveerd). Toont extra functies voor het geselecteerde apparaat. PC . . . . . . . . . . . . . . . Activeert/deactiveert de multimedia-PC MENU . . . . . . . . . . . . In- en uitschakelen van het menu van geselecteerde apparaat/ medium % OK . . . . . . . . . . . . . . . Bevestiging van de selectie & INFO . . . . . . . . . . . . . / .............. Display van kanaalinformatie op het beeldscherm Geluid van de TV uitschakelen ( ......... ) Cijfertoetsen . . . . . . . TV-modus: Directe selectie van kanalen en andere functies. AMP-modus: Bronselectietoetsen (TV, DVD, VCR, TUNER, CD, AUX). = AV . . . . . . . . . . . . . . . Omschakelen tussen externe ingangen van de uitrusting ? .............. Instellen van het volume van de TV TV-modus: rode teleteksttoets* VCR-/DVD-modus: Terugspoelen 63 Displays en bedienelementen voor IR-AV-apparaten ............... TV-modus: Index VCR-/DVD-modus: Afspelen .............. TV-modus: blauwe teleteksttoets* VCR-/DVD-modus: Vooruitspoelen ............... TV-modus: groene teleteksttoets* VCR-/DVD-modus: Stop ............... VCR-/DVD-modus: Opname .............. TV-modus: gele teleteksttoets* VCR-/DVD-modus: Pauze > - / -- . . . . . . . . . . . . . . * .............. kort drukken (< 3 seconden ): Bediening van de apparaten van het RF-systeem CONNECT of van Merten-apparaten met IRontvanger .............. langer drukken (> 3 seconden ): Omschakelen naar de configuratiemodus voor Merten-apparaten ; Keuze tussen een- en tweecijferige kanaalnummers Vorige/volgende kanaal selecteren : BACK . . . . . . . . . . . . . Een stap terug in het menu of uitschakelen van het menu _ Cursor-toetsen . . . . . Cursor omhoog, omlaag, links, rechts in een menu ' GUIDE . . . . . . . . . . . . STB-modus: Openen van de elektronische tv-gids ] ............... } SETUP . . . . . . . . . . . . Schakelen van de afstandsbediening naar de inrichtmodus/ configuratiemodus SELECT . . . . . . . . . . . Inschakelen van de achtergrondverlichting (indien geactiveerd). Selectie van apparaatmodi. Er kunnen alleen apparaten worden geselecteerd waarvoor de afstandsbediening is ingericht. In- of uitschakelen van TV, DVD, VCR, AMP, CD of STB * Wanneer u de kleurtoetsen als selectietoetsen in de DVDR-HDD-modus wilt gebruiken, dan moet u de kleurselectiefuncties in de XTRA-toets voor extra functies programmeren. Zie hiervoor hoofdstuk „Extra“ - „Extra functies toevoegen". 64 Kort en bondig Kort en bondig Batterijen plaatsen 1 Plaats de batterijen in de afstandsbediening (zie paragraaf „Vervanging van de batterij“). | Nadat de batterijen de eerste keer zijn geplaatst is de afstandsbediening direct in de configuratiemodus Easy Connect. U kunt direct met stap 3 van de volgende paragraaf beginnen. Hiernaast wordt kort beschreven hoe u RFontvangers op een toets van de afstandsbediening programmeert. Daarna kunt u de geprogrammeerde RFontvanger met de afstandsbediening bedienen. De korte gebruiksaanwijzing hiernaast gaat uit van RFapparaten die nog geen onderdeel uitmaken van een RFsysteem (toestand bij levering). De verdere configuratiemogelijkheden vindt u in de verdere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing. 1 RF-ontvangers, die voor de afstandsbediening moeten worden ingericht, monteren en installeren. Apparaten van het RF-systeem CONNECT 2 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt. – Wacht tot de statusweergave weer uitgaat. – Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik linksboven staat . 3 Activeer ADD ROOM?. – Op het display verschijnt de standaardaanduiding van het nieuwe geheugenbereik (bijv. ROOM 1?). 4 Activeer de functie CONNECT KEY? Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE. Kies een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) uit. Op het display verschijnt gedurende 15 seconden WAIT RVC. Activeer de leermodus van de RF-ontvanger (3x drukken): De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de ontvanger op. Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het display weer naar CONNECT KEY?. Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks). – – – – 5 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt. 65 Kort en bondig Om een ontvanger te bedienen: 1 Oproepen/selecteren van het geheugenbereik met toets [ P SE T U SCENE 1 SCENE 2 SCENE 3 P SE T U ] 2 Cijfertoets/scènetoets selecteren (waarop de gewenste ontvangers zijn geprogrammeerd). Scènes worden direct opgeroepen. 3 Bediening van het apparaat met de toetsen | systeem CONNECT van Merten worden gebruikt, zijn blauw Alle toetsen van de afstandsbediening, die voor het RF- SCEN gekenmerkt. IR-apparaten van Merten Merten biedt apparaten met infrarood (IR) interface aan. De functies hiervan kunnen met deze afstandsbediening worden bediend. 1 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt. – Wacht tot de statusweergave weer uitgaat. – Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik linksboven staat . 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer USE AS IR? . – Op het display verschijnt SURE? 4 Met [OK] bevestigen/activeren. – Op het display verschijnt USE AS IR?. IR-AV-apparaten Hiernaast wordt in het kort beschreven hoe u IR-AVapparaten in de afstandsbediening kunt programmeren. Daarna kunt u de functies van deze apparaten met de afstandsbediening bedienen. De verdere configuratiemogelijkheden vindt u in de verdere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing. 66 1 Apparaat aanzetten, dat voor de afstandsbediening moet worden ingericht. – Wanneer het apparaat een DVD-speler/recorder of videorecorder is, leg dan een disc of een cassette in het apparaat en speel deze af. 2 De afstandsbediening gaat direct over naar de inrichtmodus: – Op het display verschijnt , – De achtergrondverlichting gaat aan. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. en „TV?“. Kort en bondig 3 Apparaat selecteren met [â–¼]. 4 Met [OK] bevestigen. – Op het display verschijnt en een merknaam. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 5 Met [â–¼] en [â–²] het merk van het apparaat selecteren. – Wanneer het merk van uw apparaat niet in de lijst staat, dan kunt u een willekeurig ander merk selecteren. 6 Met [OK] bevestigen. 7 [ ] ingedrukt houden, tot het apparaat reageert. – Op het display verschijnt 8 De afstandsbediening op het apparaat richten. – De afstandsbediening begint alle bekende „Uit“-codes na elkaar uit te voeren. Elke keer, wanneer de afstandsbediening een code zendt, wordt deze op het display getoond: „TEST 01, 02, 03“ enz. 9 Wanneer het apparaat reageert, [ ] direct loslaten. – De afstandsbediening heeft nu een code gevonden, die bij uw apparaat werkt. „SETUP OK“ verschijnt op het display. – Wanneer het apparaat niet reageert en „LIST END“ verschijnt, dan werd geen code voor het apparaat gevonden. 67 Het RF-systeem CONNECT van Merten Het RF-systeem CONNECT van Merten Het RF-systeem CONNECT van Merten is een intelligent en flexibel RF-netwerk, waarin de afzonderlijke apparaten niet alleen eenzijdig signalen uitzenden of ontvangen, maar ook met elkaar communiceren. Daarbij gebruikt het systeem functies als bijv. het doorsturen van signalen (routing) en alternatieve RF-zendtrajecten (bijv. bij tijdelijke storingen). De apparaatspecifieke adressering van de RF-commando's maakt bovendien een storingsvrije werking van meerdere RF-systemen naast elkaar mogelijk. Deze functionaliteit maakt het RF-systeem CONNECT van Merten zeer betrouwbaar, ongevoelig voor storingen en flexibel. Om gebouwfuncties (bijv. licht schakelen of rolluiken bedienen) radiografisch te bedienen, moet u eerst een RF-systeem CONNECT creëren en de afzonderlijke apparaten programmeren en configureren. Met behulp van de RF-afstandsbediening CONNECT heeft u meerdere eenvoudige en comfortabele mogelijkheden een RFsysteem CONNECT te creëren en apparaten te configureren. Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten Bij de configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten zijn er een aantal dingen waarop u moet letten. Voorwaarden: • Alle ontvangers moeten op de uiteindelijke plaats zijn gemonteerd en geïnstalleerd. • Sluit een geschikte verbruiker aan op de ontvangers (sommige ontvangers gebruiken de aangesloten apparaten ter bevestiging van commando's tijdens het programmeerproces of de configuratie). • De apparaten moeten in de leermodus/programmeertoestand gezet kunnen worden: De leermodus/programmeertoestand wordt ingeschakeld door driemaal te klikken: bedien het contactvlak / de programmeertoets of het sensorvlak (afhankelijk van het apparaat) driemaal kort achter elkaar. De snelheid waarmee u het contactvlak of de programmeertoets voor de programmering driemaal snel aan moet raken, komt ongeveer overeen met de snelheid bij het dubbelklikken (resp. driemaal klikken) van een PC-muis (driemaal binnen ca. 1,5 seconden). De leermodus/programmeertoestand wordt bij apparaten met LED door knipperen aangegeven. 68 Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten Configuratie met afstandsbediening: De configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten geschiedt in de configuratiemodus van de afstandsbediening. Afhankelijk van de functionaliteit en apparaten van het RF-systeem dat u wilt configureren kiest u een van de onderstaande configuratiemethodes. EASY Connect Creëren van verbindingen tussen RF-ontvangers en de afstandsbediening. In 4 geheugengebieden kunt u elke cijfertoets met maximaal 12 RFontvangers verbinden en voor elk van de drie scènetoetsen een scène configureren. • Geheugenbereik configureren • Geheugenbereik benoemen • Geheugenbereik wissen • RF-ontvanger met cijfertoets verbinden • Cijfertoets benoemen • Toewijzing van de cijfertoets wissen • Scène inrichten EASY Link Creëren van verbindingen tussen RF-ontvangers en RF-toetsen (niet met toetsen van de afstandsbediening). • RF-ontvanger met RF-toets verbinden • Verdere RF-ontvangers met RF-toets verbinden • Verbindingen van een RF-toets kopiëren EASY Tool Configuratie (van de RF-afstandsbediening) met ander CONNECTconfiguratiegereedschap (bijv. van PC software „RF configurator CONNECT van Merten“). ADVANCED Hier heeft u de volgende mogelijkheden: • de CONNECT-functies van de RF-afstandsbediening naar een andere RF-afstandsbediening CONNECT van Merten kopiëren • de configuratie van RF-toetsen CONNECT van Merten wijzigen (schakelgedrag, toetsdefinitie) • RF-ontvangers uit het interne apparatenoverzicht wissen • de afstandsbediening in de toestand bij levering (alleen bij RFsysteem CONNECT) terugzetten • de afstandsbediening als infrarood afstandsbediening voor Merten-apparaten met IR-ontvangers gebruiken 69 Configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten Opmerkingen over de configuratie met de afstandsbediening Bij de configuratie van een RF-systeem CONNECT van Merten met de afstandsbediening is er een aantal dingen waarop u moet letten. • Wanneer u meerdere ontvangers met een toets wilt bedienen, dan moeten alle apparaten van deze verbinding dezelfde functies ondersteunen. U kunt bijvoorbeeld niet met een toets een ontvanger inschakelen en een andere ontvanger dimmen. • Bij het creëren van de verbinding van geïnstalleerde toetsen en ontvangers met EASY-Link worden de ontvangers eerst slechts op een toets geprogrammeerd Aansluitend worden dan de verbindingen van deze RF-toets naar extra gewenste RF-toetsen gekopieerd. Deze extra RF-toetsen worden niet op die ontvangers geprogrammeerd! Deze toetsen bedienen dan dezelfde ontvangers met dezelfde functie als de eerste RF-toets. U kunt de verbindingen van een RF-toets naar 4 extra RF-toetsen kopiëren. Wanneer u naderhand verdere ontvangers op de eerste RF-toets wilt programmeren, dan moet u aansluitend nogmaals de verbindingen naar de andere toetsen kopiëren. Naar de configuratiemodus voor het RF-systeem CONNECT van Merten gaan Hiernaast wordt beschreven, hoe u naar de configuratiemodus voor de apparaten van het RF-systeem CONNECT van Merten gaat en hoe u dit bereik weer kunt verlaten. 1 Houd de SETUP-toets [ ] drie seconden lang ingedrukt. – Wacht tot de statusweergave weer uitgaat. – De afstandsbediening bevindt zich in de configuratiemodus voor Merten-apparaten. – Op het display verschijnt EASY CONNECT? en in het bereik linksboven staat . 2 Met de cursortoetsen [â–¼] en [â–²] kunt u verdere menupunten selecteren. 3 Om de configuratiemodus weer te verlaten, de SETUP-toets [ ] drie seconden ingedrukt houden. Navigatie in de configuratiemodus Hiernaast wordt beschreven hoe u in de menu's van de configuratiemodus de cursor kunt navigeren of aparte menupunten kunt selecteren en activeren/bevestigen. 70 – Met de cursortoetsen [â–¼] en [â–²] kunt u aparte menupunten selecteren. – Met [OK] activeert/bevestigt u de selectie. – Met de cursortoets gaat u een menuniveau terug. EASY Connect In de toestand bij levering zijn geen geheugenbereiken ingericht (RF empty op het display). Configureer eerst een geheugenbereik. U kunt 4 geheugenbereiken op de afstandsbediening inrichten, waarin u de RF-ontvangers voor het RF-systeem CONNECT via de afstandsbediening kunt bedienen. De ontvangers in een ruimte worden zinvol een geheugenbereik toegewezen (daarom zijn de namen van de geheugenbereiken reeds af fabriek met “ROOM“, het Engelse begrip voor ruimte, aangeduid). U kunt ook een andere opdeling instellen, bijv. naar functie of gebruiker. Via de functie NAME ROOM? kunt u het geheugenbereik een naam geven. Het is aan te bevelen de RFonvangers, die in een woonruimte zijn geïnstalleerd, een geheugenbereik toe te wijzen en dit geheugenbereik ook daarnaar te benoemen. De gegeven naam voor het geheugenbereik verschijnt alleen tijdens het veranderen van geheugenbereik op het display. Zolang de cijfertoets niet is benoemd, verschijnt bij bedienen van een cijfertoets altijd de afkorting R1, R2, R3 of R4 (gevolgd door de gekozen cijfertoets of groep; bijv. GRP 7). EASY Connect Geheugenbereik configureren 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer ADD ROOM?. – Op het display verschijnt de standaardaanduiding van het nieuwe geheugenbereik (bijv. ROOM 1?). 4 Verlaat de configuratiemodus. | alleen de functie ADD ROOM? worden uitgevoerd. In de toestand bij levering kan onder EASY Connect eerst Geheugenbereik benoemen 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik. 4 Activeer de functie NAME ROOM?. – Met [ ] wist u de letters van de huidige naam. – Selecteer [â–¼] en [â–²] de letters van de nieuwe naam (bijv. wonen) en spring met [ ] naar het volgende vrije veld. – Bevestig na het veranderen van de naam de nieuwe naam met [OK]. – Op het display verschijnt de nieuwe naam (bijv. WONEN?). 5 Met [OK] bevestigen. 6 Verlaat de inrichtmodus. 71 EASY Connect Met deze functie kunnen de overbodige geheugenbereiken weer worden gewist. Geheugenbereik wissen 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik, dat moet worden gewist. 4 Activeer DELETE ROOM?. . – Op het display verschijnt SURE? 5 Met [OK] bevestigen of met [ ] afbreken. – Na bevestiging verschijnt de naam van het volgende geheugenbereik op het display. – Het geselecteerde geheugenbereik is uit de lijst gewist. 6 Verlaat de inrichtmodus. Hier wordt getoond hoe u een RF-ontvanger op een cijfertoets van de afstandsbediening kunt programmeren. De ontvangers moeten allemaal dezelfde functies hebben. U kunt bijvoorbeeld niet via dezelfde toets een ontvanger inschakelen en een andere ontvanger dimmen. Tip: Eerste RF-ontvanger op de eerste cijfertoets, tweede RFontvanger op de tweede enz. Noteer de toewijzing van de cijfertoetsen zodat u later niet per ongeluk een toets wist of dubbel toewijst. RF-ontvanger met cijfertoets verbinden 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik. 4 Activeer de functie CONNECT KEY?. Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE. Kies eerst een van de cijfertoetsen (1 t/m 9) uit. Op het display verschijnt WAIT RVC Activeer binnen 15 seconden de leermodus van de RFontvanger (3x drukken): De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de ontvanger op. Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het display weer naar CONNECT KEY?. Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks). – – – – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. Herhaal stap 4. 5 Verlaat de inrichtmodus. 72 EASY Connect Om het gebruik van de afstandsbediening te vergemakkelijken kunt u de toets een andere naam geven. De naam wordt bij bedienen van de toets op het display getoond. Daardoor hoeft u de cijfertoewijzing niet extra op een stuk papier te schrijven. Cijfertoets een andere naam geven 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik, waarbinnen de cijfertoets moet worden gewist. 4 Activeer NAME KEY?. . – Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE. – Druk op de cijfertoets (1 t/m 9) of scène (1 t/m 3) die een andere naam moet krijgen. 5 Met [OK] activeren. – Op het display verschijnt R1 GRP 1. – Wis met [ ] de huidige naam. De eerste letter kan niet worden gewist! – Selecteer [â–¼] en [â–²] de letters voor de nieuwe naam (bijv. LAMP) en spring met [ ] naar het volgende veld. Na succesvolle naamsverandering de cijfertoets van de naam met [OK] activeren. – Op het display verschijnt LAMP? 6 Verlaat de inrichtmodus. Hiernaast wordt beschreven hoe u de toewijzing van een cijfertoets kunt wissen. Dit kan bijvoorbeeld belangrijk zijn wanneer u liever andere RFontvangers op een reeds toegewezen cijfertoets wilt opslaan. Toewijzing van de cijfertoets wissen 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik, waarbinnen de cijfertoets moet worden gewist. 4 Activeer RESET KEY?. . – Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE. – Druk op de te wissen cijfertoets (1 t/m 9) of scène (1 t/m 3). – De afstandsbediening wist automatisch de toewijzing van de geselecteerde cijfertoets en op het display verschijnt OK. – Op het display verschijnt opnieuw PRESS 1TO9/SCENE. 5 Verlaat de inrichtmodus. 73 EASY Connect Bij een scène worden meerdere RF-ontvangers met een druk op de toets in van te voren gedefinieerde toestanden geschakeld; bijv. meerdere lampen met verschillende lichtsterkte. Hiernaast wordt getoond hoe u een scène kunt inrichten. Scène inrichten 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer het gewenste geheugenbereik. 4 Activeer de functie CONNECT KEY?. Op het display verschijnt PRESS 1TO9/SCENE. Kies een van de scènetoetsen (1 t/m 3) uit. Op het display verschijnt WAIT RVC Zet de eerste RF-ontvanger in leermodus (3x drukken): De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de RF-ontvanger op. Bij succesvolle verbinding verschijnt kort OK en daarna wisselt het display weer naar CONNECT KEY?. Herhaal stap 4 zolang, totdat alle ontvangers voor de scène zijn geprogrammeerd. Programmeer de ontvangers altijd een voor een! – – – – Bij mislukte verbinding springt het display terug op CONNECT KEY?. 5 Verlaat de inrichtmodus. 6 Stel op de individuele ontvangers van de scène (op het apparaat zelf, niet via de afstandsbediening!) de gewenste instellingen in (bijv. gewenste lichtsterkte; Aan; Uit). 7 Houd de scènetoets tenminste gedurende 3 seconden ingedrukt; de instellingen van de ontvangers worden opgeslagen. De door u gedefinieerde scène is nu ingericht en telkens wanneer u de betreffende scènetoets indrukt worden de ontvangers van deze scène met de opgeslagen instelling geactiveerd. 74 EASY Link Met EASY Link kunt u RFontvangers met RF-toetsen verbinden. De bediening van deze RF-ontvangers geschiedt dan alleen via de geprogrammeerde RF-toetsen. Voor een aanvullende bediening via de RF-afstandsbediening moet de RF-ontvanger aanvullend op een toets van de afstandsbediening worden geprogrammeerd. EASY Link RF-ontvanger met RF-toets verbinden 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer ADVANCED?. 4 Activeer CONNECT RCV?. – Op het display verschijnt PRESS 1/3. – Druk op cijfertoets 1 of 3. Wanneer u de RF-ontvanger op een RF-toets 1-voudig programmeert, dan drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij een RFtoets 2-voudig komt cijfertoets 1 overeen met de linker wip en cijfertoets 3 met de rechter wip. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de RF-ontvanger op. – Het display toont OK (ERROR bij mislukte verbinding). – Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks). 5 Activeer WRITE PB?. – Op het display verschijnt WAIT PB. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display. – De RF-ontvangers kunnen nu via de RF-toets worden bediend. 6 Verlaat de inrichtmodus. Met deze functie kunt u een aanvullende RF-ontvanger op een RF-toets programmeren, waarop reeds een of meerdere RF-ontvangers zijn geprogrammeerd. U kunt tot 12 ontvangers per RF-toets programmeren. De ontvangers moeten allemaal dezelfde functies hebben. U kunt bijvoorbeeld niet via dezelfde toets een ontvanger inschakelen en een andere ontvanger dimmen. Verdere RF-ontvangers met RF-toets verbinden 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer MODIFY?. 4 Activeer READ PB?. – Op het display verschijnt WAIT PB. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt READ PB? op het display. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. – Herhaal stap 4 bij alle ontvangers die u op dezelfde cijfertoets wilt programmeren (max. 12 stuks). 75 EASY Link 5 Activeer CONNECT RCV?. – Op het display verschijnt PRESS 1/3. – Druk op cijfertoets 1 of 3. Wanneer u de RF-ontvanger op een RF-toets 1-voudig programmeert, dan drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij een RFtoets 2-voudig komt cijfertoets 1 overeen met de linker wip en cijfertoets 3 met de rechter wip. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch de verbinding met de RF-ontvanger op. – Het display toont bij succesvolle verbinding OK en bij mislukte verbinding ERROR. Herhaal stap 5. 6 Activeer WRITE PB?. – Op het display verschijnt WAIT PB. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display. – De aanvullende RF-ontvanger kan nu via de RF-toets worden bediend. 7 Verlaat de inrichtmodus. Het bedienen van ontvangers via meerdere toetsen geschiedt door het kopiëren van verbindingen van een toets naar de andere toetsen. Deze andere RF-toetsen bedienen dan dezelfde ontvangers met dezelfde functie als de oorspronkelijke RF-toets. U kunt de verbindingen van een RF-toets naar 4 RF-toetsen kopiëren. Wanneer u naderhand verdere ontvangers op de eerste RFtoets wilt programmeren, dan moet u nogmaals de verbindingen naar de andere toetsen kopiëren. 76 Verbindingen van een RF-toets kopiëren 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY CONNECT?. 3 Activeer MODIFY?. 4 Activeer READ PB?. – Op het display verschijnt WAIT PB. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt READ PB? op het display. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. Herhaal stap 4. 5 Activeer WRITE PB?. – Op het display verschijnt WAIT PB. – Activeer de leermodus op de RF-ontvanger (3x drukken). – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display en de functie van de oorspronkelijke RF-toets is aanvullend op een nieuwe RF-toets overgedragen. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. Herhaal stap 5. 6 Verlaat de inrichtmodus. EASY Tool Uw installateur heeft de mogelijkheid met ander configuratiegereedschap (bijv. met de PC-software „RF configurator CONNECT van Merten“) de afstandsbediening te configureren. EASY Tool Afstandsbediening met configuratiegereedschap configureren Leermodus van de RF-afstandsbediening activeren: 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer EASY TOOL?. 3 Activeer PROGRAMMING?. – Op het display verschijnt WAIT TOOL. – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. 4 Verlaat de inrichtmodus. ADVANCED | installateur gedacht. Hier zijn wijzigingen mogelijk die de De opties onder het menupunt ADVANCED zijn alleen voor de werking van RF-apparaten en het RF-systeem kunnen beïnvloeden. Met deze functie kunt u de op deze RF-afstandsbediening opgeslagen instellingen voor CONNECT-apparaten naar een andere RF-afstandsbediening van Merten kopiëren. Instellingen voor CONNECT-apparaten naar een andere Merten-afstandsbediening kopiëren 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer COPY REMOTE?. – Op het display verschijnt WAIT REMOTE. – Bij de andere afstandsbediening moet EASY TOOL WORDEN geactiveerd. – De afstandsbediening bouwt automatisch verbinding met de RF-ontvanger op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. 4 Verlaat de inrichtmodus. 77 ADVANCED Hieronder wordt aan de hand van een voorbeeld beschreven hoe u de oorspronkelijke geprogrammeerde instelling van een RF-toets CONNECT 2voudig zo kunt veranderen, dat u bijvoorbeeld een scènebesturing door een druk op de toets kunt uitvoeren. Hierdoor heeft u de mogelijkheid de RF-toets buiten de normale functie te gebruiken. Parameters van een RF-toets wijzigen 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer – bij een nieuwe toets: ADD LINK?. – bij een toets met reeds bestaande verbindingen: MODIFY LINK?. 4 Activeer READ PB?. 5 Activeer SET PARAMETER?. – Op het display verschijnt PRESS 1/3. – Druk op cijfertoets 1of 2 of 3 of 4. Bij een RF-toets 1-voudig drukt u alleen op cijfertoets 1. Bij een RF-toets 2-voudig komt de cijfertoets 1 overeen met de linker wip en de cijfertoets 3 met de rechter wip. – Op het display verschijnt PAR - - - -. 6 Voer met de cijfertoetsen de betreffende code van een van de onderstaande instellingen in. 7 Verlaat de inrichtmodus. ON OFF De RF-toets resetten • Code: [0000] ON OFF U kunt de RF-toets resetten op de oorspronkelijke functies (boven: aan/lichter/op; beneden: uit/donkerder/neer). 2 verschillende scènes op een wip inrichten • Code: [1060] U kunt bijvoorbeeld twee verschillende scènes op de linker wip van de RF-toets programmeren. De rechter wip behoudt de oorspronkelijk functies (aan/uit; dimmen; OP/NEER). OFF | gewenste instellingen in. Aansluitend drukt u gedurende ca. Scène definiëren: Stel op de ontvangers de voor de scène ON 5 seconden op het contactvlak. De instellingen van de ontvanger worden opgeslagen. Oproep van een scène: Kort op contactvlak drukken. Een scène en een eenduidige functie op een wip inrichten • Code: [0056] ON OFF OFF OFF 78 U kunt bijvoorbeeld een scène en een eenduidige functie (UIT) op de rechter wip van de RF-toets programmeren. De linker wip behoudt de oorspronkelijk functies (aan/uit; lichter/donkerder; OP/NEER). In het voorbeeld hiernaast wordt op de bovenste wip rechts een scène geprogrammeerd en op de onderste wip rechts worden de ontvangers van deze scène uitgeschakeld. ADVANCED | gewenste instellingen in. Aansluitend drukt u gedurende ca. Scène definiëren: Stel op de ontvangers de voor de scène 5 seconden op het contactvlak. De instellingen van de ontvanger worden opgeslagen. Oproep van een scène: Kort op contactvlak drukken. 2 verschillende groepen op een wip inrichten • Code: [1004] U kunt bijvoorbeeld twee verschillende groepen op de rechter wip van de RF-toets programmeren (hier: omschakelen). De linker wip behoudt de oorspronkelijk functies (aan/uit; lichter/donkerder); OP/NEER). Het resetten van een RFontvanger in de oorspronkelijke toestand op de ontvanger zelf (3x drukken + ingedrukt houden) wist alleen alle verbindingen op het apparaat zelf. Deze is dan nog altijd in de interne lijst van de afstandsbediening geregistreerd en neemt hier geheugen in beslag. Een RF-ontvanger uit de interne configuratielijst wissen 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer COPY REMOTE?. 4 Activeer RESET DEVICE?. – Op het display verschijnt WAIT DEVICE. Activeer de leermodus van de te wissen RF-ontvanger (3x drukken). De afstandsbediening bouwt automatisch een verbinding op. – Bij succesvolle verbinding verschijnt OK op het display. – Na succesvolle verbindingsopbouw is de RF-ontvanger uit het RF-systeem gewist. – Bij mislukte verbinding verschijnt ERROR op het display. 5 Verlaat de inrichtmodus. Hiernaast wordt uitgelegd, hoe u de instellingen voor het RFsysteem CONNECT van Merten in de oorspronkelijke toestand kunt resetten, d.w.z. alle opgeslagen CONNECTinstellingen worden gewist. De CONNECT-instellingen in de oorspronkelijke toestand resetten. Met deze functie worden alle CONNECT-instellingen van deze afstandsbediening gewist, d.w.z. in de oorspronkelijke toestand gereset. Dit geldt uitsluitend voor de instellingen van CONNECT-apparaten van Merten. 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer SET DEFAULT?. – Op het display verschijnt SURE? 4 Met [OK] bevestigen/activeren. – Op het display verschijnt STARTED. – Na succesvol wissen toont het display kort OK en springt daarna terug op SET DEFAULT? . 5 Verlaat de inrichtmodus. 79 ADVANCED | Na verlaten van het configuratiebereik toont het display zolang RF EMPTY, totdat via Easy Connect eerst een geheugengebied wordt geconfigureerd en daarna een cijfertoets met een RF-ontvanger wordt verbonden. Merten biedt apparaten met een infrarood (IR) interface aan, waarmee deze componenten kunnen worden bediend (bijv. jaloezie). Dit kan ook met via deze afstandsbediening geschieden, waardoor u geen extra IR-afstandsbediening meer nodig heeft. Omschakelen voor de bediening van apparaten van Merten met IR-ontvangers | De bediening van apparaten van het RF-systeem CONNECT van Merten is nu niet meer mogelijk. De toetstoewijzing en de toegewezen functies zijn per apparaat individueel vastgelegd en staan in de gebruiksaanwijzing van het desbetreffende apparaat. 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer USE AS IR? . – Op het display verschijnt SURE? 4 Met [OK] bevestigen/activeren. – Op het display verschijnt USE AS IR?. 5 Verlaat de inrichtmodus. Omschakelen voor de bediening van CONNECTapparaten van Merten en andere ingerichte apparaten met IR-ontvangers 1 Ga naar de configuratiemodus. 2 Activeer ADVANCED?. 3 Activeer USE AS RF? . – Op het display verschijnt SURE? 4 Met [OK] bevestigen/activeren. – Op het display verschijnt USE AS RF?. 5 Verlaat de inrichtmodus. | 80 De bediening van Merten-apparaten met IR-ontvangers is nu niet meer mogelijk. Opmerkingen voor deskundige gebruikers Opmerkingen voor deskundige gebruikers Opmerkingen voor deskundige gebruikers die deze afstandsbediening willen gebruiken met Z-wave-compatibele apparaten van andere fabrikanten: Z-wave Term Inclusion Exclusion Primary CONNECT-term Programmeren (zendt Node Info Frame) Terugzetten naar toestand bij levering, deprogrammeren Apparaat met Master Z-wave-apparaattype Controller Leermodus (voor verbinding met Zwave-systemen van andere fabrikanten) PROGRAMMING? in het menu EASY TOOL "Node Info Frame" verzenden PROGRAMMING? in het menu EASY TOOL IR-AV-apparaten Extra Een IR-AV-apparaat in de afstandsbediening programmeren U kunt de afstandsbediening inrichten voor de bediening van maximaal vijf apparaten: Apparaat Displayweergave TV (toestel) TV AMP (HiFi-receiver/-versterker) AMP SAT (Satelliet-TV-receiver) SAT DMR (Digital Media Receiver) DMR DVD/VCR (DVD-Player/Videorecorder) DVD/VCR 81 Extra 1 Apparaat aanzetten, dat voor de afstandsbediening moet worden ingericht. – Wanneer het apparaat een DVD-speler/recorder of videorecorder is, leg dan een disc of een cassette in het apparaat en speel deze af. 2 Afstandsbediening in de inrichtmodus zetten: – [SELECT] gedurende drie seconden ingedrukt houden. – Op het display verschijnt , en „CONFIG DEVICE ?“. – De achtergrondverlichting gaat aan. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 3 Met [OK] bevestigen. De afstandsbediening is nu gereed om te worden ingericht voor de bediening van uw apparaat. 4 Apparaat selecteren met [â–¼]. 5 Met [OK] bevestigen. – Op het display verschijnt en een merknaam. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 6 Met [â–¼] en [â–²] het merk van het apparaat selecteren. – Wanneer het merk van uw apparaat niet in de lijst staat, dan kunt u een willekeurig ander merk selecteren. 7 Met [OK] bevestigen. 8 [ ] ingedrukt houden, tot het apparaat reageert. – Op het display verschijnt 9 De afstandsbediening op het apparaat richten. – De afstandsbediening begint alle bekende „Uit“-codes na elkaar uit te voeren. Elke keer, wanneer de afstandsbediening een code zendt, wordt deze op het display getoond: „TEST 01, 02, 03“ enz. 0 Wanneer het apparaat reageert, [ ] direct loslaten. – De afstandsbediening heeft nu een code gevonden, die bij uw apparaat werkt. „SETUP OK“ verschijnt op het display. – Wanneer het apparaat niet reageert en „LIST END“ verschijnt, dan werd geen code voor het apparaat gevonden. 82 Extra Controleer aansluitend of alle functies van het apparaat met de afstandsbediening kunnen worden uitgevoerd: – Wanneer dit het geval is, dan is de afstandsbediening gereed voor de bediening van het apparaat. – Wanneer dit niet het geval is het programmeren herhalen: Selecteer het apparaat, activeer „MODIFY?“ en vanaf stap 3 herhalen. De tot nu toe gebruikte niet volledig werkende code wordt bij de tweede maal programmeren niet meer gebruikt. Zodra uw apparaat op de (nieuwe) code reageert, [ ] direct loslaten. Wanneer u de afstandsbediening voor de bediening van andere apparaten wilt inrichten, moet u de afstandsbediening weer in de inrichtmodus zetten: [SELECT] gedurende drie seconden ingedrukt houden. De inrichting vanaf stap 3 herhalen. | Wanneer een apparaat na meerdere pogingen nog steeds niet reageert of niet op alle toetscommando's reageert, dan werd geen passende code voor het apparaat gevonden. CODE activeren/gebruiken 1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden. – Op het display verschijnt , en „CONFIG DEVICE ?“; – De achtergrondverlichting gaat aan. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 2 Met [â–¼] en [â–²] de optie „ENTER CODE“ (apparaat wissen) selecteren. 3 Voer met de cijfertoetsen de betreffende code in. 4 Op [OK] drukken. Extra functies toevoegen Bij elk apparaat waarvoor de afstandsbediening is ingericht, kunnen extra functies aan de afstandsbediening worden toegevoegd. Een overzicht van deze functies staat in „Overzicht van extra functies“. | U kunt alleen functies toevoegen die op de afstandsbediening van het oorspronkelijke apparaat beschikbaar zijn. 83 Extra Extra functies activeren/gebruiken 1 Via [SELECT] het apparaat uitzoeken, bijv. DVD. 2 Met [OK] bevestigen. 3 Op [XTRA] drukken. – De laatste geselecteerde functie van het apparaat verschijnt op het display, bijv. DVD-SHOWVIEW. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 4 Met [â–¼] en [â–²] de functie selecteren die moet worden geactiveerd. 5 Met [OK] activeren. 6 Opnieuw op [XTRA] drukken om terug te gaan naar de normale modus. Apparaten wissen Voorbeeld voor TV: 1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden. – Op het display verschijnt , en „CONFIG DEVICE ?“; – De achtergrondverlichting gaat aan. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 2 Met [â–¼] en [â–²] de optie „DELETE DEVICE“ (apparaat wissen) selecteren. 3 Met [â–¼] en [â–²] de optie „DEL TV“ (TV wissen) selecteren. 4 Op [OK] drukken. 5 Nogmaals op [OK] drukken. De TV-toestelmodus is gewist. 84 Extra Achtergrondverlichtingsfunctie deactiveren U kunt het display verlichten, waardoor u alle displaymeldingen zelfs in een donkere ruimte duidelijk kunt zien. Omdat de achtergrondverlichting extra stroom verbruikt, wordt de levensduur van de batterijen bij regelmatig gebruik van de achtergrondverlichting verkort. Daarom is het mogelijk de achtergrondverlichting te deactiveren. 1 Cijfertoetsen [1] en [9] gelijktijdig gedurende drie seconden ingedrukt houden. SCENE 1 SCENE 2 SCENE – De achtergrondverlichtingsfunctie is gedeactiveerd; de achtergrondverlichting kan niet worden ingeschakeld. 3 Achtergrondverlichtingsfunctie activeren SCENE 1 Cijfertoetsen [7] en [9] gelijktijdig gedurende drie seconden ingedrukt houden. 1 SCENE 2 SCENE 3 – De achtergrondverlichtingsfunctie is geactiveerd; de achtergrondverlichting kan worden ingeschakeld. Oorspronkelijke afstandsbedieningsfuncties resetten In sommige gevallen kan het handig zijn de oorspronkelijke functies van de afstandsbediening te resetten, bijv. wanneer het geheugen van de afstandsbediening vol is terwijl u deze voor een specifiek apparaat wilt inrichten of een extra toetsfunctie wilt programmeren. De afstandsbediening wordt dan op de fabrieksinstellingen gereset en alle gemaakte instellingen worden gewist. 1 [SET UP] gedurende drie seconden ingedrukt houden. – Op het display verschijnt , en „CONFIG DEVICE ?“; – De achtergrondverlichting gaat aan. – Toetsen, die u kunt gebruiken, knipperen. 2 Met [â–¼] en [â–²] de optie „RESET IR?“ selecteren. 3 Met [â–¼] en [â–²] de optie „RESET IR?“ selecteren. 4 Op [OK] drukken. 5 Nogmaals op [OK] drukken. Alle oorspronkelijke functies zijn weer ingesteld, extra functies werden gewist. 85 Vervanging van de batterij Vervanging van de batterij Wanneer de statusweergave voor de batterijen op het display begint te knipperen, dan zijn de batterijen zwak en moeten worden vervangen. Alle gemaakte instellingen blijven behouden wanneer de oude batterijen eruit worden genomen. 1 Ontgrendeling naar achteren trekken en de afdekking verwijderen. 2 Drie nieuwe batterijen (AAA/R03) plaatsen. – Let op de juiste polariteit (zie batterijvak). 3 Afdekking plaatsen en vastklikken. | Voer lege batterijen af volgens de wettelijke voorschriften. Batterijen horen niet bij het huisvuil! Storingen Storingen bij de bediening van apparaten van het RF-systeem CONNECT. • Storing – Mogelijke oorzaak/oplossing • De RF-toets/ontvanger kan niet worden geprogrammeerd. – Controleer of een batterij in het apparaat is geplaatst. – Controleer of het apparaat niet reeds is geprogrammeerd. • Op het display verschijnt bij het drukken op de toets altijd ERROR. – Controleer of de stekker van de RF-ontvanger in het stopcontact is gestoken. – Controleer of de handmatige bediening van de RF-ontvanger werkt. – Controleer of de RF-ontvanger niet per ongeluk op de afstandsbediening is gewist. • U heeft problemen bij het bedienen van scènes. – Eventueel moeten de instellingen van de ontvanger opnieuw worden ingesteld. 86 Storingen Storingen bij de bediening van IR-apparaten • Storing – Mogelijke oorzaak/oplossing • Het apparaat, dat u wilt bedienen, reageert helemaal niet op de toetsen. – Richt de afstandsbediening op het apparaat en controleer of er geen hindernissen tussen de afstandsbediening en het apparaat zijn. – Controleer of de functie die u wilt uitvoeren op het apparaat beschikbaar is. – Controleer of de statusweergave van de batterij op het display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen wanneer dit het geval is. • Het apparaat, dat u wilt bedienen, reageert helemaal niet op een toets. – Eventueel werd tijdens het inrichten de verkeerde code voor het apparaat geprogrammeerd. Probeer opnieuw de afstandsbediening in te richten. – Controleer of de statusweergave van de batterij op het display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen wanneer dit het geval is. • De teleteksttoetsen werken niet. – Controleer of uw tv-toestel met teletekst is uitgerust. • Op het display verschijnt „MEM FULL“, wanneer u een extra functie toevoegt. – Er kunnen geen extra functies voor het geselecteerde apparaat worden toegevoegd, of het geheugen van de afstandsbediening is vol. Reset de afstandsbediening op de oorspronkelijke instellingen om geheugen vrij te maken. Zie hiervoor hoofdstuk „Extra“ - „Oorspronkelijke afstandsbedieningsfuncties resetten". Alle gemaakte instellingen worden dan gewist. • De afstandsbediening gaat na drukken op [SELECT] niet naar de inrichtmodus. – Controleer of de statusweergave van de batterij op het display knippert (zwakke batterij). Plaats nieuwe batterijen wanneer dit het geval is. • Slechts vijf apparaten kunnen tijdens de inrichting worden geselecteerd. – Het maximale aantal apparaten (5) voor de afstandsbediening is reeds vastgelegd. Verdere apparaattypes kunnen niet worden geselecteerd. 87 Overzicht van extra functies Overzicht van extra functies Apparaat Extra functies TV (toestel) Ambi Mode, Ambilight, PIP, Pixelplus, Sleep, Text Mix AMP (HiFi-receiver/-versterker) AM, CD input, DSP mode, DVD input, FM, Surround mode SAT (Satelliet-TV-receiver) Help, Interactiv, List, Option, Pause, Play, Services, Sound, Stop DMR (Digital Media Receiver) Program, Repeat DVD/VCR (DVD-Player/ Videorecorder) Help, Interactiv, List, Option, Pause, Play, Services, Sound, Stop Klantinformatie Afvoeren van uw oude apparaat volgens voorschriften Uw apparaat is met hoogwaardig materiaal en componenten ontwikkeld en vervaardigd, die gerecycled en opnieuw gebruikt kunnen worden. Bevindt zich dit symbool (doorgekruiste afvalcontainer) op het apparaat, dan betekent dit dat voor dit apparaat de Europese richtlijn 2002/96/EG geldt. Informeer u over de geldende bepalingen voor het scheiden van oude elektronische apparatuur in uw land. Neem de landelijke bepalingen in acht en gooi uw oude apparaten niet bij het huisvuil. Door de juiste afvoer van uw oude apparaten worden het milieu en mensen beschermd tegen mogelijke negatieve gevolgen. 88
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169

merten CXX1604 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor