Bauknecht KVIE 2099/A BK Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
28
NL INHOUD
VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST
PAGINA
29
MILIEUTIPS
PAGINA
29
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
EN ADVIEZEN
PAGINA
30
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
PAGINA
31
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
PAGINA
32
HET APPARAAT ONTDOOIEN
PAGINA
33
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
34
STORINGEN OPSPOREN
PAGINA
34
KLANTENSERVICE
PAGINA
35
INSTALLATIE
PAGINA
35
29
Het door u aangeschafte product is uitsluitend
voor huishoudelijk gebruik bestemd.
Het vriesvak is uitstekend geschikt voor
het invriezen van vers en gekookt voedsel,
het maken van ijsblokjes en het bewaren van
diepvriesproducten en ingevroren
levensmiddelen. Het vak moet handmatig
worden ontdooid.
Het koelvak met automatische ontdooiing is
geschikt voor het bewaren van vers voedsel en
dranken.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing,
waarin u een beschrijving van het apparaat
en nuttige wenken voor het bewaren van het
voedsel aantreft, aandachtig door te lezen.
Bewaar dit boekje voor toekomstige
raadpleging.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat
of de deur goed sluit. Uw leverancier dient
binnen 24 uur van eventuele schade op de
hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het
apparaat in werking te stellen, om het
koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool.
Voor de verwerking dienen de plaatselijke
voorschriften te worden nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, enz.)
moet buiten het bereik van kinderen gehouden
worden, want het zou een bron van gevaren
kunnen vormen.
2. Product
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Volg de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking op wanneer u hem afdankt.
Maak het apparaat onbruikbaar door de
elektrische voedingskabel door te snijden. Laat
het apparaat niet in het milieu achter, maar breng
het naar een speciaal verzamelcentrum voor
terugwinning van koelgassen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit
bevat R134a) of HFC (het koelcircuit bevat
R600a - isobuthaan). Voor nadere details zie het
serienummerplaatje op het apparaat.
voor apparaten met isobuthaan (R600a)
Isobuthaan is een natuurlijk gas dat geen invloed
heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het
is derhalve noodzakelijk te controleren of de
leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST
MILIEUTIPS
30
Gebruik het koelvak uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesvak uitsluitend voor het maken
van ijsblokjes, het bewaren van
diepvriesproducten en het invriezen van
verse levensmiddelen.
Let erop dat de ventilatie-openingen van het
apparaat niet worden afgedekt of verstopt
raken.
Zet geen vloeistoffen in glas in het vriesvak
want deze kunnen ontploffen.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit het
vriesvak komen aangezien deze zo koud
zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
Om het risico van verstikking en opsluiting in
de koelkast te vermijden, mag het kinderen
niet worden toegestaan in het apparaat te
spelen of zich hierin te verstoppen.
Verwijder de stekker uit het stopcontact of sluit
de stroomtoevoer af voordat u begint met
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door iemand die daartoe
geautoriseerd is.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is geschikt voor aanraking met
voedingsmiddelen en is in overeenstemming
met het D.L. 108 van 25.01.1992
(Europese Richtlijn 89/109/EEG).
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
31
Ingebruikneming van het apparaat
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
Het apparaat is nu ingeschakeld.
De temperatuur is in de fabriek vooringesteld
op 5 °C.
Wanneer de deur langer dan 2 minuten open
blijft, begint de binnenverlichting te
knipperen.
(zie paragraaf "Alarm koelkastdeur open" in dit
hoofdstuk).
Instelling van de temperatuur van het
koelvak
Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen,
moet u als volgt te werk gaan:
Druk op de toets
(A)
om minder koude
temperaturen te selecteren, bijv. van 5° tot 7°;
Druk op de toets
(A)
, om koudere
temperaturen te selecteren, bijv. van 7° tot 5°;
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de
frequentie waarmee de deur wordt geopend en de
plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn
op de binnentemperatuur van de koelkast, die kan
afwijken van de temperatuur op het paneel.
Het apparaat uitschakelen
Als u voorziet dat het apparaat lange tijd niet
gebruikt gaat worden, kan hij worden gestopt
door op de knop
(C)
te drukken. Zodoende blijft
het apparaat gevoed, maar stopt te werken en
de binnenverlichting en alle lampjes van de
toetsen zijn uit, behalve het rode lampje van
toets
(C).
Druk opnieuw op de knop
(C)
om het
apparaat weer te laten werken.
Alarm koelkastdeur open
Het apparaat is in staat te waarschuwen als de
koelkastdeur onopzettelijk open is gebleven, via
de knipperende binnenverlichting.
De binnenverlichting begint te knipperen als de
deur 2 minuten lang open is blijven staan, en
gaat uit als de deur weer gesloten wordt.
Bewaren van levensmiddelen in het
koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A Gekookt voedsel
B Vis, vlees
C Groente en fruit
D Kaas
EFlessen
Opmerking:
De afstand tussen de schappen en de
binnenwand achter van de koelkast staat een
vrije luchtcirculatie toe.
Zet de levensmiddelen niet tegen de
binnenwand van het koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die
nog warm zijn.
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
Let op
Het bewaren van groente met een hoog
watergehalte kan condensvorming veroorzaken
op het glazen schap van de groente- en
fruitlade: dit beïnvloedt het correct functioneren
van het apparaat niet.
GEBRUIK VAN HET
KOELVAK
A
B
C
D
7
6
5
4
3
E
7
6
5
4
3
32
In het vriesvak kan ook vers voedsel
worden ingevroren.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in
24 uur kan worden ingevroren is aangegeven
op het serienummerplaatje.
Invriezen van vers voedsel
Druk op de invriesknop (D); het gele lampje
gaat branden en blijft dat doen gedurende de
hele invriesperiode.
De geadviseerde plaats voor het in te vriezen
voedsel is te zien op Afb. 1, als er een rooster
aanwezig is, of die op Afb. 2 als het rooster
niet bijgeleverd is.
A) Zet het in te vriezen voedsel op het rooster,
laat voldoende ruimte om de pakjes heen
zodat de lucht goed kan circuleren, en zorg
ervoor dat de pakjes niet in aanraking komen
met al ingevroren producten (Afb.1).
B) Zet het voedsel midden in het vak ,
zonder dat ze in aanraking komen met de al
bevroren producten, door een afstand van
ongeveer 20 mm (Afb. 2) aan te houden.
Na ongeveer 24 uur schakelt de functie
zichzelf automatisch uit en dooft het gele
lampje van de knop (D). De functie kan
worden afgebroken door de knop (D)
nogmaals in te drukken.
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel
maanden verse ingevroren levensmiddelen
bewaard kunnen worden.
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Afb. 2
Afb. 1
7
6
5
4
3
MAANDEN
VOEDSEL
33
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet
u op de volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd
zijn, omdat het product anders kan bederven.
Als een pakje bol staat of als er vochtplekken
op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten dienen als laatste te
worden gekocht en in isolerende tassen te
worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst
meteen in het vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide
diepvriesproducten mogen niet opnieuw
worden ingevroren, maar moeten binnen
24 uur worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden
worden of tot een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de
verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het
conserveren van diepvriesproducten dienen
altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het
in het vriesvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem
van het vriesvak is vastgevroren, geen
puntige of scherpe voorwerpen om het los te
maken.
Om de ijsblokjes eenvoudig te verwijderen, het
bakje ombuigen.
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact
of koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, voordat u het vriesvak gaat
ontdooien.
Het koelvak wordt geheel automatisch
ontdooid. De aanwezigheid van waterdruppels
op de achterwand aan de binnenkant van het
koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is
automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt
automatisch via een afvoeropening in een
opvangbak geleid, waar het verdampt.
Reinig de binnenkant van het afvoergat van het
dooiwater regelmatig met behulp van het
bijgeleverde gereedschap, om een constante en
correcte afvoer van het dooiwater zeker te
stellen (
Afb. 3
).
Het vriesvak ontdooien
Wij raden u aan het vriesvak 1 of 2 maal
per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming
op de wanden te dik is geworden.
IJsvorming is een normaal verschijnsel.
De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich
het ijs vormt, hangt af van de omgeving waarin
het apparaat zich bevindt en van de frequentie
waarmee de deur van het vriesvak wordt
geopend. De ijsvorming is het grootst op het
bovenste gedeelte van het vak. Dit is normaal en
heeft geen invloed op het correct functioneren
van het apparaat.
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer u
weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit
het vriesvak, en zet hen op een heel koele
plaats of in een koeltas.
Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
Reinig de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Plaats de levensmiddelen weer in het vak.
Sluit de deur.
Steek de stekker weer in het stopcontact en start
het apparaat wee volgens de aanwijzingen in het
hoofdstuk "Gebruik van het koelvak".
De instellingen en de selecties die aanwezig
waren voordat het apparaat werd uitgezet,
worden hervat.
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
HET APPARAAT ONTDOOIEN
Afb. 3
34
Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact
of koppel hoe dan ook het apparaat af van de
stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden te gaan plegen.
Reinig het koelvak geregeld met een
vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal schoonmaakmiddel. Spoel en droog
met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig de binnenkant van het vriesvak tijdens
het ontdooien.
Een langere periode niet gebruiken:
1.
Maak de koelkast helemaal leeg.
2.
Koppel het apparaat los van het
elektriciteitsnet.
3.
Ontdooi het apparaat en reinig de
binnenwanden.
4.
Het apparaat reinigen.
Om te voorkomen dat er schimmel,
onaangename geuren en oxidaties ontstaan,
dient de deur open te worden gelaten wanneer
het apparaat niet in werking is.
.
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is het apparaat ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een
warmtebron?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. Er staat water op de bodem van het
koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
4. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt
1.
, en vervolgens:
Koppel het apparaat los van het
elektriciteitsnet. Zie voor het vervangen
van het lampje (max. 25 W) de instructies
en de tekening op het bijgaande
productinformatieblad.
5. Te veel ijsvorming in het vriesvak.
Zit de deur goed dicht?
Verhindert het voedsel dat de deur gesloten
wordt?
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden.
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN OPSPOREN
35
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie "Storingen opsporen").
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Is dit niet het
geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit
en herhaal de handeling na een uur.
3.
Als dit ook niet helpt, wendt u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing.
het model.
het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje in het
apparaat).
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer.
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
Het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen installeren. Installatie in een
hete omgeving, rechtstreekse blootstelling
aan de zon of opstelling van het apparaat in
de buurt van een warmtebron (kachel,
fornuis) verhogen het stroomverbruik en
dienen te worden vermeden.
indien dit niet mogelijk is, moeten de min.
afstanden worden aangehouden:
30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen
of petroleum;
3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of
gasfornuizen.
De binnenkant schoonmaken.
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
Houdt u aan de plaatselijke voorschriften
tijdens de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning
en het opgenomen vermogen staan op het
typeplaatje in het apparaat.
De aarding van het apparaat is
wettelijk
verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel
aan personen, dieren of voor schade aan
voorwerpen, die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Indien de stekker en het stopcontact niet
overeenkomen, het stopcontact laten
vervangen door een gekwalificeerde
technicus.
Gebruik geen verlengingen of meervoudige
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit
het stopcontact te halen of via een tweepolige
netschakelaar die bovenstrooms van het
stopcontact is geplaatst.
KLANTENSERVICE
INSTALLATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Bauknecht KVIE 2099/A BK Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding